Centrale elektrische eenheid. Centrale elektrische eenheid

Transcriptie

1 De centrale elektrische eenheid bevindt zich aan de passagierszijde, onder het opbergvak in het instrumentenpaneel. Open deze als volgt: 1. Open het luik voor het opbergvak in het instrumentenpaneel. Het luik is aangebracht voor de passagiersstoel. 2. Verwijder de rubberen mat. 3. Draai de twee schroeven los. 4. Open de afdekking aan de onderzijde van het opbergvak. De centrale elektrische eenheid is voorbereid voor sommige carrosserie-uitrusting. Afhankelijk van de in de fabriek aangebracht uitrusting zijn sommige plaatsen reeds bezet Als de carrosseriezekeringen niet voldoende zijn, kunnen de vrije voor zekeringen bestemde posities gebruikt worden. Gebruik kabels met een doorsnede die bestemd is voor de nominale stroomsterkte op de betreffende zekering of een hogere stroomsterkte. Als kabelschoenen moeten worden verwijderd, moet de secundaire vergrendeling in relaisaansluitingen en zekeringhouders eerst worden geopend. Kabelschoenen voor aansluiting op de centrale elektrische eenheid kunnen apart worden besteld bij Scania dealers. Meer informatie over elektrische kabels is beschikbaar in het document Kabels onder Kabelafmeting vaststellen. Meer informatie over het aanbrengen en verwijderen van kabelaansluitingen vindt u in het document Algemene informatie over de console en stekkers van de carrosserie onder Elektrisch systeem. 22: Uitgave 1 nl-nl 1 (7)

2 Voorbereide plaatsen, massapunten en signalen van componenten Punten voor mini-relaisaansluitingen, 12 stuks. Relaisaansluiting , 1 mini-relais per aansluiting. 2. Punten voor voedingsrelaisaansluitingen, 3 stuks. Relaisaansluiting , 1 voedingsrelais per aansluiting Punten voor micro-relaisaansluitingen en zekeringhouders, 8 stuks. Relaisaansluiting , 2 mini-relais per aansluiting. Zekeringhouder , 4 zekeringen per houder. 4. Massapunt G4, 6 pennen aan de onderzijde Signalen, 2 pennen per signaal aan de onderzijde. Voor carrosserie-uitrusting mogen alleen de in de tabel gespecificeerde zekeringposities worden gebruikt. BELANGRIJK! De capaciteit van de centrale elektrische eenheid is gekozen voor een maximale stroomsterkte van 125 A (continue stroom) inclusief de standaard in de fabriek aangebrachte uitrusting. Als een grotere stroomuitgang nodig is, dan moet de aansluiting worden gemaakt in de zekeringenkast op het chassisframe voor voeding. Leg de kabel via de kabeldoorvoer in de cabinevloer als een grotere stroomuitgang nodig is in de cabine. 22: Uitgave 1 nl-nl 2 (7)

3 Signaaltabel Signaal Zekering Beschrijving Restrictie Nr. A Voeding via contactslot Max. 12 A (1,2 A) continue stroom a ra 61 2 ACC-stand via contactslot Max. 1,2 A continue stroom Voeding vanaf accu Max. 18 A continue stroom Massa Max. 10 A continue stroom Parkeerverlichting Max. 12 A continue stroom Laden dynamo Max. 6 A (3 A) continue stroom b a. Meer informatie vindt u verderop onder Grenzen voor zekeringnummer 17. b. Meer informatie vindt u verderop onder Grenzen voor zekeringnummer 48. Meer informatie over voeding vindt u in het document Aarden en voeding. 22: Uitgave 1 nl-nl 3 (7)

4 Grenzen voor zekeringnummer 17 Voor voertuigen met BWS geproduceerd t/m de onderstaande datum is de stroom begrensd tot 1,2 A. Productieperiode voertuig Productielocatie Chassisserienummer Södertälje Zwolle Angers : Uitgave 1 nl-nl 4 (7)

5 Grenzen voor zekeringnummer 48 N.B.: Deze grenzen gelden alleen voor de onderstaande productieperiode. Productieperiode voertuig Productielocatie Chassisserienummer Södertälje Zwolle Angers São Bernardo do Campo Geldt voor vrachtwagens en trekkers met sleepasbesturing waarbij de besturing wordt uitgeschakeld wanneer de as omhoog wordt gebracht. Voor dergelijke voertuigen, geproduceerd tussen de bovenstaande datums, geldt een continue stroom van maximaal 3 A. Voor andere voertuigen is dit 6 A. Afsluitklep voor sleepasbesturing, inclusief ophanging en aansluitingen In het ICS-document (individuele chassisspecificatie) wordt aangegeven of het voertuig is uitgerust met deze functie. Bestel ICS voor het voertuig op de Scania Bodybuilder Homepage of controleer of de vrachtwagen beschikt over een afsluitklep aan de buitenzijde van de linker chassisbalk in de buurt van de sleepas (zie de afbeelding). 22: Uitgave 1 nl-nl 5 (7)

6 Zekeringen Zekeringen Zekeringen in de cabine moeten worden geplaatst in zekeringhouders met voorbereide plaatsen in de centrale elektrische eenheid. Gebruik zekeringen die voldoen aan DIN C (maximaal 30 A). Zekeringen met een nominale stroomsterkte van meer dan 15 A mogen niet naast elkaar worden geplaatst. De zekeringsterkte wordt vastgesteld in overeenstemming met de eisen die de klant aan het stroomverbruik stelt. De stroom door de zekering mag niet hoger zijn dan ca. 60% van de nominale stroomsterkte van de zekering bij continue belasting. In de volgende tabel wordt aangegeven met hoeveel stroom iedere zekering continue kan worden belast. Dit geldt niet voor de aansluiting van luxe uitrusting zoals een koffiezetapparaat. Nominale stroomsterkte, Continue stroom, A A 5 3,1 7,5 4,7 10 6, , ,7 BELANGRIJK! Gebruik altijd de correcte zekering. Een zekering met een hogere sterkte dan de specificatie kan leiden tot schade aan of brand in het elektrische systeem. De signalen, functies of uitgangen die beschikbaar zijn op de pennen van de betreffende stekkers in de carrosserieconsole zijn reeds beveiligd door een zekering of een elektronische overbelastingsbeveiliging. Meer informatie over stekkers vindt u in de documenten onder Stekkers. 22: Uitgave 1 nl-nl 6 (7)

7 Relais Relais Relais in de cabine moeten worden aangebracht in de centrale elektrische eenheid die over voorbereide aansluitpunten beschikt. Micro-relais , maximaal 10 A - 10 A weerstandsbelasting 1 OF 4 A lampbelasting OF 1 A inductieve belasting 2 Mini-relais , max. 15 A - 15 A weerstandsbelasting OF 7 A lampbelasting OF 1 A inductieve belasting Voedingsrelais , max. 40 A (30 A weerstandsbelasting + 10 A lampbelasting). Alleen lampbelasting, max. 18 A continu Extra relais aansluiten Breng een extra relais aan als de gespecificeerd maximale belasting van een functie onvoldoende is. Voeding kan bijvoorbeeld worden getrokken van zekering nr. 30 in de centrale elektrische eenheid. Zie het elektrische schema aan de rechterzijde A Functie, spanningssignaal van bijvoorbeeld zekering 17, voeding via contactslot of schakelaar 2. Zekering, afgestemd op de stroomverbruiker 3. Relais 4. Stroomverbruikers zoals lampen, solenoïdekleppen 5. Voeding vanaf bijvoorbeeld zekering 30, voeding vanaf accu. 1. Een voorbeeld van weerstandsbelasting is een verwarmingselement. 2. Een voorbeeld van inductieve belasting is de aansluiting van een spoel (bijvoorbeeld een solenoïdeklep). 22: Uitgave 1 nl-nl 7 (7)