WAARSCHUWING. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing

Transcriptie

1 Form No Rev A CE verlichtingsset Groundsmaster 4000-serie tractie-eenheid met Yanmar motor Modelnr.: Installatie-instructies WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken. Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Omschrijving Hoeveelheid Gebruik Geen onderdelen vereist Koppel de accu af Knipperlichtbeugel Schroef van /4 x 5/8 inch 2 Flensmoer van /4 inch 2 Knipperlichtmodule Machineschroef nr. 0 x 5/8 inch Platte ring, 0,26 x 0,500 2 Borgmoer nr. 0 Schakelaar, richtingaanwijzers Schakelaar, gevaar Draadboom, platform Claxon Bout (5/6 x 3/4 inch) Flensmoer (5/6 inch) Claxonknop Claxonknop, rubber Monteer knipperlichtmodule Monteer de schakelaars van de richtingaanwijzers en het gevarenlicht Monteer claxon 203 The Toro Company 8 Lyndale Avenue South Bloomington, MN Registreer uw product op van de oorspronkelijke tekst (NL) Gedrukt in de VS. Alle rechten voorbehouden * * A

2 5 Omschrijving Koplampbeugel, rechts (voor modellen en 30609) Koplampbeugel, links (voor modellen en 30609) Rubberen pakking (voor modellen en 30609) 2 Koplampbeugel (voor modellen 30602, 30603, en 30607) 2 Koplampbeugel, rechts (voor modellen en 30608) Koplampbeugel, links (voor modellen en 30608) Schroef, /2 x inch 2 Borgmoer, /2 inch 2 Koplamp rechts Koplamp links Kabelboom, koplamp Klem kabelboom 2 Gebruik De koplampen monteren 6 Schakelaar, licht Monteer de lichtschakelaar 7 Lampvoet, links Lampvoet, rechts Achterlicht 2 Jumperkabelboom 2 Klem kabelboom 2 Monteer de achterlichten 8 Zekering, 0 A 3 Monteer de zekeringen Instructiemateriaal en aanvullende onderdelen Omschrijving Hoeveelheid Hoeveelheid Montage-instructies Gebruik Lees de instructies voordat u de set gaat monteren en gebruiken Onderdelencatalogus Gebruiken om onderdeelnummers op te zoeken 2

3 De accu afkoppelen Geen onderdelen vereist. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, laat de maaidekken neer, draai het contactsleuteltje op UIT en verwijder het sleuteltje uit het contact. VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.. Kap van stuurkolom Figuur 2. Monteer de beugel van het knipperlicht op de stuurkolom met (2) /4 x 5/8 inch schroeven en /4 inch flensmoeren (Figuur 2). 2. Koppel de minkabel los van de accu. 2 De knipperlichtmodule monteren Knipperlichtbeugel 2 Schroef van /4 x 5/8 inch 2 Flensmoer van /4 inch Knipperlichtmodule Machineschroef nr. 0 x 5/8 inch 2 Platte ring, 0,26 x 0,500 Borgmoer nr. 0. Verwijder de kap van de stuurkolom (Figuur ). Figuur 2. Schroef nr. 0 x 5/8 inch 5. Flensmoer van /4 inch 2. Platte ring, 0,26 x 6. Draadboom 0,500 inch 3. Beugel van het knipperlicht 7. Schroef van /4 x 5/8 inch 4. Knipperlichtmodule 3. Monteer de knipperlichtmodule op de beugel met een machineschroef (nr. 0 x 5/8 inch), 2 platte ringen (0,26 x 0,500) en een borgmoer (nr. 0) (Figuur 2). 3

4 3 De schakelaars van de richtingaanwijzers en het gevarenlicht monteren Schakelaar, richtingaanwijzers Schakelaar, gevaar Draadboom, platform. Druk vanaf de onderzijde van het dashboard om de stuurkolom de afdichtingen uit de gaten in Figuur 3. Opmerking: Bij modellen 30602, 30603, en zijn de schakelaars van de richtingaanwijzers en het gevarenlicht al op de machine gemonteerd. Ga naar stap 4. Figuur 3. Verwijder deze afdichtingen 2. Breng de schakelaar van de richtingaanwijzers aan in het onderste gat van het dashboard om de stuurkolom (Figuur 4). De schakelaar van de richtingaanwijzers heeft de volgende standen: aan-uit-aan.. Schakelaar voor gevarenverlichting Figuur 4 2. Richtingaanwijzerschakelaar 3. Plaats de schakelaar voor de gevarenverlichting in de opening rechts bovenaan in het dashboard om de stuurkolom (Figuur 4). Er staat een gevarensymbool op de schakelaar van de gevarenverlichting. De schakelaar heeft de volgende standen: aan-geen-aan. 4. Koppel de aansluiting van de afgesloten kabelboom van het platform aan op de kabelboom onder de opening in de stuurkap. Opmerking: Bij modellen 30602, 30603, en moet u de oude kabelboomaansluitingen van de schakelaars van de richtingaanwijzers en de gevarenverlichting afkoppelen. 5. Koppel de aansluitingen van de kabelboom van het platform aan op de aansluitingen van de knipperlichtmodule, de schakelaar van de richtingaanwijzers en de gevarenlichtschakelaar (Figuur 2). 6. Bevestig de kabelboom. Opmerking: Bij het aanbrengen van de kabels dient u erop te letten dat de kabelboom niet onder spanning komt te staan of beschadigd wordt als u het stuur kantelt. 4

5 4 De claxon monteren Claxon Bout (5/6 x 3/4 inch) Flensmoer (5/6 inch) Claxonknop Claxonknop, rubber. Monteer de claxonknop op de lip onder het platform. Gebruik een bout (5/6 x 3/4 inch) en borgmoer (3/8 inch) (Figuur 5). Draai de claxon naar de achterzijde van de machine. Figuur 6. Claxonknop 2. Claxonknop 3. Monteer de claxonschakelaar op de stuurkolom door de rubberen claxonknop erop te schroeven (Figuur 6). 4. Zoek de kabelboomaansluitingen in de stuurkolom. Sluit de kabelboomaansluitingen met de aanduiding 'claxon' aan op de claxon en de schakelaar. 5. Bevestig de kabelboom. Opmerking: Bij het aanbrengen van de kabels dient u erop te letten dat de kabelboom niet onder spanning komt te staan of beschadigd wordt als u het stuur kantelt. Figuur 5. Flensmoer 3. Bout 2. Claxon 2. Plaats de claxonschakelaar in de opening in de stuurkolom (Figuur 6). 5

6 5 De koplampen monteren Koplampbeugel, rechts (voor modellen en 30609) Koplampbeugel, links (voor modellen en 30609) 2 Rubberen pakking (voor modellen en 30609) 2 Koplampbeugel (voor modellen 30602, 30603, en 30607) Koplampbeugel, rechts (voor modellen en 30608) Koplampbeugel, links (voor modellen en 30608) 2 Schroef, /2 x inch 2 Borgmoer, /2 inch Koplamp rechts Koplamp links Kabelboom, koplamp 2 Klem kabelboom Voor Groundsmaster 4000, modellen en Verwijder de (2) bouten, ringen en moeren vooraan het bestuurdersplatform (Figuur 7).. Bout, ring en moer (2) Figuur 7 2. Plaats rubberen pakkingen in de gaten van de koplampbeugels (Figuur 8). 3. Bevestig de linker- en rechterkoplampbeugels vooraan het bestuurdersplatform. Gebruik hiervoor de bouten, ringen en moeren die u eerder verwijderd hebt. Plaats de beugels zoals wordt getoond in Figuur 8. Figuur 8. Draadboom 5. Klem kabelboom 2. Koplamp, rechts 6. Rubberen ring 3. Beugel van koplamp, rechts 4. Beugel van koplamp, links 7. Koplamp, links 4. Bevestig de linker- en rechterkoplamp aan de beugels van de koplampen (Figuur 8) met de meegeleverde bevestigingen. Zorg ervoor dat de lens van de richtingaanwijzer van de koplamp zich aan de buitenkant van de machine bevindt. 5. Koppel de aansluiting van de afgesloten kabelboom van de koplamp aan op de kabelboom van de stuurkolom onder de opening in de stuurkap. 6. Leid de kabelboom van de koplamp onder de voorste rand van het bestuurdersplatform. 7. Steek de kabelboomaansluitingen door het uiteinde van de juiste kabelboombeugel en door het gat (pakking). Sluit aan op de koplamp (Figuur 8). 8. Bevestig de kabelboom van de koplamp aan de beugels van de koplampen en aan het bestuurderplatform met de kabelboomklemmen en kabelbinders. 9. Monteer de kap van de stuurkolom. Voor Groundsmaster 400 en 40, modellen 30602, 30603, en Bevestig de beugels van de koplamp met schroeven (/2 x inch) en borgmoeren (/2 inch) aan de bestaande beugels vooraan de cabine. Plaats de beugels zoals wordt getoond in Figuur 9. 6

7 Voor Groundsmaster 400, modellen en Verwijder de (2) bouten, ringen en moeren vooraan het bestuurdersplatform (Figuur 0).. Bout, ring en moer (2) Figuur 0 Figuur 9. Draadboom 4. Koplamp, links 2. Koplamp, rechts 5. Schroef, /2 x inch 3. Koplampbeugel (2) 6. Borgmoer, /2 inch 2. Bevestig de linker- en rechterkoplamp aan de beugels van de koplampen (Figuur 9) met de meegeleverde bevestigingen. Zorg ervoor dat de lens van de richtingaanwijzer van de koplamp zich aan de buitenkant van de machine bevindt. 3. Koppel de aansluitingen van de afgesloten kabelboom van de koplamp aan op de kabelboomaansluitingen van de stuurkolom. 4. Leid de kabelboom van de koplamp onder de voorrand van het bestuurderplatform en sluit aan op de koplampen (Figuur 9). 5. Bevestig de kabelboom van de koplamp aan het bestuurderplatform met de kabelboomklemmen en kabelbinders. 6. Monteer de kap van de stuurkolom. 7. De voor- en achterlichten van de cabine kunnen niet gebruikt worden bij CE-toepassingen. Schakel de vooren achterlichten van de cabine als volgt uit: Vooraan-Haal de lichten uit het dak van de cabine en koppel de kabels los van de lichten. Breng de lichten opnieuw aan op de cabine. Achteraan-Verwijder de schroeven waarmee de lenzen aan de lichten zijn bevestigd. Verwijder de lampjes en breng de lenzen opnieuw aan op de lampen. 2. Bevestig de linker- en rechterkoplampbeugels vooraan het bestuurdersplatform. Gebruik hiervoor de bouten, ringen en moeren die u eerder verwijderd hebt. Plaats de beugels zoals wordt getoond in Figuur. 3. Bevestig de linker- en rechterkoplamp aan de beugels van de koplampen (Figuur ) met de meegeleverde bevestigingen. Zorg ervoor dat de lens van de richtingaanwijzer van de koplamp zich aan de buitenkant van de machine bevindt. 4. Koppel de aansluiting van de afgesloten kabelboom van de koplamp aan op de kabelboom van de stuurkolom onder de opening in de stuurkap. 5. Leid de kabelboom van de koplamp onder de voorrand van het bestuurderplatform en sluit aan op de koplampen (Figuur ). 7

8 Figuur 2. Plaat 3. Bedieningsarm 2. Rechterdeksel Figuur. Draadboom 4. Beugel van koplamp, rechts 2. Koplamp, rechts 5. Koplamp, links 3. Klem kabelboom 6. Beugel van koplamp, links 2. Verwijder de (6) schroeven waarmee de rechterplaat aan de rechterkant van de bedieningsarm is bevestigd (Figuur 2). Opmerking: 3. Druk van de binnenkant van het paneel van de bedieningsarm de plug uit het gat in de zijkant van het bedieningspaneel (Figuur 3). 6. Bevestig de kabelboom van de koplamp aan de beugels van de koplampen en aan het bestuurderplatform met de kabelboomklemmen en kabelbinders. 7. Monteer de kap van de stuurkolom. 6 De lichtschakelaar monteren Figuur 3. Plug 2. Schakelaar g02722 Schakelaar, licht Opmerking: De lichtschakelaar is al gemonteerd bij modellen 30602, 30603, en Verwijder de (2) schroeven waarmee de plaat aan het rechterdeksel van de bedieningsarm is bevestigd (Figuur 2). 4. Druk de schakelaar in de montageopening van het bedieningspaneel (Figuur 3). 5. Zoek de kabelboom onder het bedieningspaneel. Sluit de bedradingsaansluiting met de aanduiding "verlichting" aan op de schakelaar. 6. Monteer het deksel en de plaat op de rechterkant van de bedieningsarm. 8

9 7 Achterlichten monteren Lampvoet, links Lampvoet, rechts 2 Achterlicht 2 Jumperkabelboom 2 Klem kabelboom. Verwijder de bovenste bout, ring en moer waarmee de beugel van de achterbumper aan de linkerframerail is bevestigd (Figuur 4). Bewaar de bout, ring en moer. Figuur 5. Jumperkabelboom 4. Lampvoet, links 2. Lampvoet, rechts 5. Achterlicht (2) 3. Klem kabelboom 3. Monteer het achterlicht op de voet van de lamp met de bouten en moeren die bij de lamp zijn geleverd (Figuur 5). Figuur 4. Bout, ring en moer van beugel van achterbumper 2. Gebruik de bout, ring en moer die u eerder verwijderd hebt om de voet van de linkerlamp aan de beugel en het frame te bevestigen (Figuur 5). Zorg ervoor dat het onderste gat van de lampvoet zich over de onderste montagebout van de bumper bevindt. Opmerking: De voeten van de linker- en rechterlamp verschillen. Zorg ervoor dat u de juiste bevestiging gebruikt. Opmerking: Zorg ervoor dat de lamp zo geplaatst is dat de plug door het gat in de lampvoet gaat en het oranje uiteinde zich aan de buitenkant van de machine bevindt. 4. Herhaal deze procedure aan de rechterkant van de machine. 5. Sluit de afgesloten jumpers van het achterlicht aan op de aansluitingen van de achterste kabelboom van de machine. 6. Leid de rechterkabelboom onder de rechterkant van de tractie-eenheid naar het rechterachterlicht. Sluit de bedradingsaansluiting aan op de varkensstaartaansluiting van het licht (Figuur 5). 7. Leid de linkerkabelboom onder de linkerkant van de tractie-eenheid naar het linkerachterlicht. Sluit de bedradingsaansluiting aan op de varkensstaartaansluiting van het licht (Figuur 5). 8. Bevestig de kabelboom en de jumpers met de kabelboomklemmen en kabelbinders. 9

10 8 De zekeringen monteren 3 Zekering, 0 A Plaats de 0 A zekeringen in de zekeringhouders op de plaatsen aangeduid in Figuur 6 en Figuur 7. 9 De accu aansluiten Geen onderdelen vereist Sluit de negatieve accukabel aan op de accu. Figuur 6. Zekeringen, 0 A (3) Figuur 7. Locaties van zekering op sticker 0

11 Gebruiksaanwijzing Bedieningsorganen Lichtschakelaar Druk de lichtschakelaar (Figuur 8) op Aan om de koplampen in te schakelen. Claxon Druk op de claxonknop om de claxon te activeren (Figuur 9). Koplampen richten. Draai de montagemoeren los en plaats elke koplamp zo dat hij recht vooruit wijst. 2. Draai alle montagemoeren precies vast genoeg om de koplamp in positie te houden. 3. Plaats een plat stuk metaal over de kop van de koplamp. 4. Monteer een magnetische protractor op de plaat. 5. Terwijl u de installatie op zijn plaats houdt kantelt u voorzichtig de koplamp 3 graden en draait dan de moer weer vast. 6. Doe hetzelfde met de andere koplamp. Figuur 8. Lichtschakelaar Schakelaar voor gevarenverlichting Druk de gevarenlichtschakelaar (Figuur 9) op Aan om de voorste en achterste waarschuwingsknipperlichten in te schakelen.. Schakelaar voor gevarenverlichting Figuur 9 2. Richtingaanwijzerschakelaar 3. Claxonknop Richtingaanwijzerschakelaar Druk de linkerkant van de richtingaanwijzer naar beneden (Figuur 9) om de linkerrichtingaanwijzer te activeren. De middelste stand is de Uit-stand. Druk de rechterkant van de richtingaanwijzer naar beneden (Figuur 9) om de rechterrichtingaanwijzer te activeren. De middelste stand is de Uit-stand.

12