Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie

Transcriptie

1 Algemene informatie EK-krachtafnemers worden mechanisch aangedreven door het vliegwiel. Algemene informatie Informatie over hoe krachtafnemers kunnen worden gecombineerd vindt u in het document Krachtafnemercombinaties. Bij alle typen EK-krachtafnemers, behalve EK750F, gebeurt de activering/deactivering door middel van een koppeling tussen het vliegwiel en de krachtafnemer. De koppeling wordt geregeld door een met perslucht bediend magneetventiel. De krachtafnemer kan alleen worden geactiveerd/gedeactiveerd bij uitgeschakelde motor. Bij EK750F gebeurt de activering/deactivering door middel van een met perslucht bediende schijfkoppeling tussen de krachtafnemer en de functie die hij aandrijft. Dit maakt activering/deactivering van de krachtafnemer mogelijk terwijl de motor draait. De functie die in dit document wordt beschreven activeert de magneetventiel of een koppeling met behulp van een schakelaar. Voor een correcte regeling van de krachtafnemer moet hij altijd worden aangesloten via de carrosserie-interface van Scania en geactiveerd door de BCI-regeleenheid (communicatie-interface carrosserie). Dit biedt de volgende voordelen: Compensatie van verhoogd motorvermogen. Veiligheidsfuncties Systeemcontrole Minder risico op storingen in andere voertuigsystemen Een EK-krachtafnemer kan op de juiste wijze worden gecombineerd met motorstart en -uitschakeling op afstand. Scania CV AB 2017, Sweden 1 (13)

2 Gedrag van krachtafnemer Activering van de krachtafnemer en bevestiging zijn als afzonderlijke functies beschikbaar in BICT (Bodywork Interface Configuration Tool). Het gedrag van de functies kan worden afgesteld met parameterinstellingen in SDP3 voor carrosseriebouwers (Scania Diagnos & Programmer 3). Gedrag van krachtafnemer Informatie over afstelbare parameters vindt u in het document Parameters Aandrijflijn. Activeringsbevestiging Bij voertuigen met af fabriek aangebrachte krachtafnemer gaat een lamp in de instrumentengroep branden wanneer een of meer krachtafnemers worden geactiveerd. Als het voertuig meerdere krachtafnemers heeft, is het niet duidelijk welke krachtafnemer actief is. 1 Als het voertuig is uitgerust met BCI-functionaliteit en een voorbereiding voor controlelampen en displayberichten in de instrumentengroep (ICL), kunnen controlelampen 1-8 worden gebruikt om aan te geven welke krachtafnemer actief is. Meer informatie over het gebruik van controlelampen in de instrumentengroep (ICL) vindt u in het document Carrosserie-informatie in de instrumentengroep (ICL) Controlelamp voor activeringsbevestiging van krachtafnemer. 2. Controlelampen 1-8 kunnen worden gebruikt ter bevestiging van de activering van verschillende krachtafnemers. Scania CV AB 2017, Sweden 2 (13)

3 Gedrag van krachtafnemer Krachtafnemer met bevestigingssensor via schakelaar B88. Het bevestigingssignaal regelt de activering van de controlelamp in de instrumentengroep die bevestigt dat een of meer krachtafnemers zijn ingeschakeld. Krachtafnemer zonder bevestigingssensor via schakelaar B88. Er wordt een bevestigingssignaal aangemaakt in de BCI-regeleenheid dat de status van het activeringssignaal volgt. Ongewenste motortrillingen Cilinderbalansregeling betekent dat de hoeveelheid brandstof in elke cilinder wordt geregeld om motortrillingen te beperken. Onder bepaalde omstandigheden kan cilinderbalansregeling tot meer motortrillingen leiden wanneer de krachtafnemer wordt geactiveerd. In dergelijke gevallen kan de cilinderbalansregelfunctie worden gedeactiveerd met de parameter Cilinderbalansregeling in SDP3 voor carrosseriebouwers. Informatie over het afstellen van parameters vindt u in het document Parameters Aandrijflijn. Scania CV AB 2017, Sweden 3 (13)

4 Stabiel motortoerental bij regeneratie van de uitlaatdemper bij voertuigen met emissieklasse Euro 6. Bij voertuigen met emissieklasse Euro 6 wordt de uitlaatdemper automatisch geregenereerd. Dit betekent dat de regeleenheden van het voertuig de snelheid en het vermogen regelen, wat van invloed is op de krachtafnemer. Om ervoor te zorgen dat de krachtafnemer met een stabiel toerental werkt, moet de aansluiting altijd gebeuren via de voorbereidingen van Scania of via de BCI-regeleenheid. De uitlaatdemper wordt dan niet geregenereerd wanneer de krachtafnemer actief is. Gedrag van krachtafnemer Scania CV AB 2017, Sweden 4 (13)

5 Chassisvoorwaarden Chassisvoorwaarden Voorbereidingen af fabriek Optie Alternatief Variantcode Opmerkingen EK-krachtafnemer aangebracht in de fabriek EK730P 1298G Bedoeld voor direct aangebrachte uitrusting. EK740F 1298H Bedoeld voor uitrusting aangedreven door de cardanas. EK750F 1298K Uitgerust met een met perslucht bediende schijfkoppeling voor activering en deactivering van de krachtafnemer terwijl de motor draait. Indien nodig BCI-functionaliteit Met 5837A Maakt het mogelijk afhankelijkheden en beperkingen in te stellen voor de activering en deactivering van de krachtafnemer. Voorbeelden van factoren die de activering en deactivering kunnen beïnvloeden zijn het motortoerental, de voertuigsnelheid en het koppel. Voorbereidingen voor waarschuwingslampen en displayberichten in de instrumentengroep (ICL) Met 3888A Aanbevolen door Scania. Biedt, samen met BCI-functionaliteit, de mogelijkheid van extra bevestigingssignalen in de instrumentengroep (ICL). Kabelboom van cabine naar frame pens 2411F - Verlengkabelboom op frame 2 m 3023A - 8 m 3023D 12 m 3023C Scania CV AB 2017, Sweden 5 (13)

6 De activeringsschakelaar moet een 2-standenschakelaar zijn. Verschillende soorten signalen kunnen worden gebruikt om een activeringssignaal te genereren: Signaaltype Beschrijving Activeringsmethode Intern voertuigsignaal Signaal van een functie of af fabriek aangebrachte schakelaar. Logicaschema in BICT (Bodywork Interface Communication Analoog signaal Signaal van een functie of schakelaar die achteraf is aangebracht en aangesloten door de carrosseriebouwer via stekker C259 in de carrosseriewers. Tool) en parameterinstelling met SDP3 voor carrosseriebouconsole. Extern CAN a -netwerk Digitale communicatie tussen regeleenheden. CAN-bericht a. Controller Area Network Informatie over CAN-berichten vindt u in het document External CAN Communication Specification. Scania CV AB 2017, Sweden 6 (13)

7 Activering door interne en analoge signalen Verschillende functies in het voertuig zijn factoren die de activering beïnvloeden. Interne signalen zijn afkomstig van een functie die af fabriek is geïnstalleerd. Voorbeelden van factoren die de activering kunnen beïnvloeden door het gebruik van interne signalen zijn een ingeschakelde parkeerrem en versnellingsbak in neutrale stand. Gebruik analoge signalen wanneer een factor geen intern signaal genereert zoals hierboven beschreven. Voorbeelden van factoren die de activering kunnen beïnvloeden door het gebruik van analoge signalen zijn een achteraf aangebrachte schakelaar in het instrumentenpaneel en een sensor op het chassis of de carrosserie. Bepaal wanneer en hoe de activering moet plaatsvinden met BICT en SDP3 voor carrosseriebouwers: 1. Maak in BICT een logicaschema aan dat bepaalt welke factoren de activering beïnvloeden. Meer informatie over logicaschema s vindt u onder de kop Voorbeeld van een logicaschema in BICT. 2. Definieer in SDP3 voor carrosseriebouwers de parameters die de voorwaarden bepalen voor de manier en het moment waarop de verschillende factoren de activering beïnvloeden. Het logicaschema wordt samen met de parameters via SDP3 voor carrosseriebouwers overgebracht naar de BCI-regeleenheid van het voertuig. Meer informatie over BICT vindt u in het document BCI, communicatie-interface carrosserie. Scania CV AB 2017, Sweden 7 (13)

8 Activering via extern CAN-netwerk Als het voertuig is uitgerust met BCI-functionaliteit, is de mogelijkheid tot aansluiting op een extern CAN-netwerk via stekker C493 voor de carrosserie inbegrepen. Het externe CAN-netwerk wordt geactiveerd via SDP3 voor carrosseriebouwers. Een CAN-bericht bepaalt wanneer en hoe de functie moet worden geactiveerd. De aansluiting kan gebeuren via een uitbreidingseenheid of een externe regeleenheid. Meer informatie vindt u in de volgende documenten: CAN-interface voor carrosserie Specificatie communicatie externe CAN Algemene informatie over CAN Uitbreidingseenheid installeren Kabelboom voor carrosseriefuncties Scania CV AB 2017, Sweden 8 (13)

9 Voorbeeld van logicaschema in BICT Vehicle function C259-5 C Enter signal source here, high ( ) or low ( ) 4 Enter signal source here, high ( ) or low ( ) & Power take-off, EK with acknowledgement Activate Acknowledgement Solenoid valve 2 Enter signal destination here, high ( ) or low ( ) C Nr. Beschrijving Opties 1 Factoren die de activering van de functie beïnvloeden. De volgende opties zijn beschikbaar voor de keuze van factoren: Interne signalen van specifieke functies in het voertuig. Analoog signaal, bijvoorbeeld van een schakelaar, via C259 met aansluiting op de BCI-regeleenheid. Instellingen a : Positie 5 in C259 Hoog of laag signaal 2 Voorwaarden voor activering van krachtafnemer. De waarden voor de voorwaarden worden gedefinieerd met SDP3 voor carrosseriebouwers. 3 De functie die moet worden geactiveerd als aan alle voorwaarden is Analoog signaal via C259 voor activering van magneetventiel. Instellingen a : voldaan. Positie 13 in C259 Hoog of laag signaal 4 Bevestigingssignaal Analoog signaal via C259 voor activering van bevestiging. Instellingen b : Positie 6 in C259 Hoog of laag signaal a. Herschrijf de tekst in de grijze kader zodat het duidelijk is waar het signaal vandaan komt, bijvoorbeeld een specifieke schakelaar. b. Herschrijf de tekst in de grijze kader zodat het duidelijk is waar het signaal naartoe gaat. Scania CV AB 2017, Sweden 9 (13)

10 Activeringsopties Er zijn 3 verschillende opties voor de activering van een krachtafnemer. De activeringsopties worden gedefinieerd met de parameterinstelling in SDP3 voor carrosseriebouwers: Handmatig Automatisch Rijstand Voor de opties Automatisch en Rijstand is BCI-functionaliteit vereist. Als het voertuig geen BCI-functionaliteit heeft, is alleen de instelling Handmatig mogelijk. Selecteer de activeringsoptie met behulp van SDP3 voor carrosseriebouwers. Meer informatie over afstelbare parameters voor activeringsopties vindt u in het document Parameters Aandrijflijn. Handmatig Voor handmatige activering moet aan alle activeringsvoorwaarden zijn voldaan voordat u de krachtafnemer met de schakelaar kunt activeren. Als de schakelaar wordt geactiveerd wanneer aan alle activeringsvoorwaarden is voldaan, moet u de schakelaar deactiveren en opnieuw activeren om de krachtafnemer te activeren. Scania CV AB 2017, Sweden 10 (13)

11 Automatisch Bij automatische activering wordt de krachtafnemer geactiveerd wanneer aan alle activeringsvoorwaarden is voldaan. De schakelaar hoeft niet laatst te worden geactiveerd. Het contactslot moet in de rijstand staan voordat de schakelaar kan worden geactiveerd. Anders moet de schakelaar worden gedeactiveerd en opnieuw geactiveerd. Rijstand Bij activering met de instelling Rijstand gelden dezelfde voorwaarden als bij Automatische activering, maar het contactslot mag in de vergrendelde stand staan wanneer de schakelaar wordt geactiveerd. Scania CV AB 2017, Sweden 11 (13)

12 Activeringsvoorwaarden Voor voertuigen met af fabriek aangebrachte EK-krachtafnemer zijn er een aantal permanenten en selecteerbare activeringsvoorwaarden. De parameters hiervoor kunnen worden ingesteld met SDP3 voor carrosseriebouwers. De activeringsvoorwaarden zijn bedoeld om de krachtafnemer en de carrosserie-uitrusting te beschermen. Permanente activeringsvoorwaarden Wanneer aan alle activeringsvoorwaarden is voldaan, kan de functie worden geactiveerd door interne signalen, analoge signalen of een CAN-bericht. Informatie over afstelbare parameters voor selecteerbare activeringsvoorwaarden vindt u in het document Parameters Aandrijflijn. Selecteerbare activeringsvoorwaarden in voertuigen zonder BCI-functionaliteit Selecteerbare activeringsvoorwaarden in voertuigen met BCI-functionaliteit Contactsleutel staat in rijstand. Parkeerrem ingeschakeld Parkeerrem ingeschakeld Motor uitgeschakeld. Neutraalstand Systeemluchtdruk hoger dan 0,5 MPa (5 bar). Achteruitversnelling Het volgende geldt voor EK750F: Bovengrens motortoerental a Het voertuig staat stil. Motortoerental lager dan omw/min. Systeemluchtdruk hoger dan 0,7 MPa (7 bar). a. Geldt alleen voor EK750F. Scania CV AB 2017, Sweden 12 (13)

13 Deactivering van krachtafnemer Deactivering van krachtafnemer Handmatige deactivering Deactiveer de krachtafnemer door de schakelaar te deactiveren. Als de krachtafnemer wordt geregeld door een CAN-bericht, wordt de krachtafnemer gedeactiveerd wanneer het activeringsverzoek wordt geannuleerd. Automatische deactivering Voor voertuigen met af fabriek aangebrachte EK-krachtafnemer zijn er een aantal selecteerbare deactiveringsvoorwaarden. De parameters hiervoor kunnen worden ingesteld met SDP3 voor carrosseriebouwers. De krachtafnemer wordt gedeactiveerd wanneer aan een deactiveringsvoorwaarde is voldaan. Selecteerbare deactiveringsvoorwaarden voor voertuigen zonder BCI-functionaliteit Parkeerrem ingeschakeld Selecteerbare deactiveringsvoorwaarden voor voertuigen met BCI-functionaliteit Parkeerrem ingeschakeld Neutraalstand Achteruitversnelling Bovengrens motortoerental Ondergrens motortoerental Bovengrens voertuigsnelheid Ondergrens voertuigsnelheid Informatie over afstelbare parameters voor selecteerbare deactiveringsvoorwaarden vindt u in het document Parameters Aandrijflijn. Scania CV AB 2017, Sweden 13 (13)