UC Leuven Limburg Lerarenopleiding kleuter- en lager onderwijs Lesvoorbereidingsformulier Het mentaal en schriftelijk voorbereiden van een les is iets anders dan het invullen van een lesvoorbereidingsformulier. Het betekent dat je in staat bent om te overdenken wat je wil doen met de kinderen, waarom je dat wil doen en hoe je dat het best doet en allemaal in functie van het leren van de leerlingen. Hiervoor kan je dit formulier of een eigen ontwerp, gebaseerd op het didactisch model, gebruiken. Naam student: Datum: School: Uur: Klas/mentor: Thema/lessenreeks: Activiteit: Wat kunnen/kennen de lln al? Wat hebben de lln nodig om tot leren te komen? Welke factoren spelen nog mee in het leerproces? Leerlingen: -Welke inzichten beheersen de kinderen al? -Welke interesses zijn er in de klas? Leerkracht: -Heb je zelf voldoende achtergrondinformatie (om ook op vragen van de kinderen te kunnen antwoorden)? Omgeving: -Zijn er mogelijkheden om de omgeving als leermiddel te gebruiken? -Welke leermiddelen zijn aanwezig in de klas? Concreet doel Wat wil je dat de kinderen leren? Welke doelen wil je in deze les nastreven? Zet deze doelen in hun didactische volgorde. Algemeen doel Naar welke doelen in het leerplan, ontwikkelingsplan of eindtermen verwijst mijn concreet doel? Neem de belangrijkste doelen hier over. Noteer doelen uit verschillende bestaansdimensies. Tenzij dit niet mogelijk of zinvol is. 1
Inhoud en Werkvormen/Onderwijsleeractiviteiten Tijd en /Onderwijsleeractiviteiten Aandachtspunten doelstellingen Welke inhoud kies je i.f.v. je doelen en lln? Met welke werkvormen ga je de lln tot leren brengen? Waar wil je op letten met deze Waarover gaan de lln leren? Hoe bouw je met de inhoud je les op? activiteit in deze klas (rekening Hoe verwoord je hetgeen de lln zullen leren? Wat doen de lln? Wat doe jij? houdend met vorige Met welke leermiddelen/media ondersteun je het leren? activiteiten)? Welke betrokkenheidsverhogende factoren zet je in om deze activiteit te ontwerpen? Aanknoping 1. Aanknoping (zie beginsituatie) Houd deze 1.1 Sfeerscheppen motivatie 1.1 fase beknopt. 1.2 Oriëntering en aanknopen 1.2 Kern 2. Kern Het waarnemingsmoment Deze fase neemt de meeste tijd in In deze fase zorg je ervoor dat de leerlingen doelgericht kunnen waarnemen en beschrijven. beslag! 2.1 een inhoudstitel Wat zijn relevante kenmerken/eigenschappen die door de leerlingen waargenomen worden? 2.1 een werkvorm en organisatievorm Hoe kan je de kinderen zelf laten exploreren? Wat zijn de meest werkelijkheidsnabije leermiddelen die je kan waarnemen om je doelen te bereiken? Welke vragen en/of opdrachten formuleer je om kinderen te laten exploreren, te laten waarnemen? 2
Welke hulpmiddelen die het waarnemen ondersteunen/verdiepen voorzie je? Welke groeperingsvorm gebruik je het best om de leerlingen optimaal kansen te bieden om waar te nemen. Denk eraan visueel te ondersteunen met bv een bordschema. Het denk- en ordeningsmoment In deze fase bouw je samen met de leerlingen een inzicht op, kom je samen tot een besluit. 2.2 een inhoudstitel Hier noteer je de inzichten/begrippen die je wil aanbrengen die voortkomen uit de waarnemingen. 2.2 een werkvorm en organisatievorm Welke vragen stel je om tot inzichten/besluit(en) te komen? Op welke manier ondersteun je visueel (bv een bordschema dat je nu aanvult) het denken van de kinderen? Deze cyclus van waarnemen en denken-ordenen kan meermaals doorlopen worden afhankelijk van de doelen. 3
Houd deze fase kort! Hier mag geen nieuwe inhoud komen. Controleer dit! Controleer ook of alle voorgestelde doelen verwerkt worden. De verwerkingsfase In deze fase zet je de inhouden vast en pas je de inzichten eventueel toe in een andere context. 2.3 Werkvorm Welke werkvorm is het meest aangewezen om de doelen vast te zetten? Dit kan een creatieve vorm zijn maar ook een syntheseblad. Het kan dat het zinvol is om verschillende cycli van ervaringsmomenten, denk- en ordeningsmoment en verwerkingsmoment te doorlopen tijdens een langere les. Afronding 3. Afronding 4
Materiaal en bronvermelding (inclusief gebruikte handboeken) Naast de handleiding moet je ook andere bronnen gebruiken. Verwijs er hier naar. Bordschema (bordschema s, digitale schema s, powerpoint ) kan ook in bijlage Organisatie (eventueel klasschikking) kan ook in bijlage Procesevaluatie OBSERVATIE Als ik terugblik op deze activiteit, wat heb ik gezien bij de kinderen op het vlak van: - Betrokkenheid? - Welbevinden? - Competentieontwikkeling? Zijn de doelen bereikt? Zie ik groei in het leren van kinderen? INTERPRETATIE Waar heeft dat mee te maken? PLANNING Wat neem ik mee naar mijn volgend lesontwerp? 5