Ademweg en ademhaling



Vergelijkbare documenten
Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner

Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018

A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist

OPTIFLOW IN EEN ALGEMEEN ZIEKENHUIS, JA OF NEE GIJS VOS, PEDIATRISCHE INTENSIVE CARE MUMC+

2010 A.J. Alkemade. Drukwerk:

Beademing. Wat zijn de mogelijke therapieën. Respiratoire insufficiëntie t.g.v. pneumonie. Low Flow. Casus. Aankomst op IC.

Koffie Nog maar 1u 25 min.

Standaardhandeling Beademde patiënt, Differentiële LongVentilatie (DLV), intubatie t.b.v.

Morbide obesitas. BMI= body mass index kg / m 2 Normaal te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas

Ernstige pneumococcen pneumonie. MMM beademing 2018 J.G. van der Hoeven

Anatomie en Fysiologie

Inhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42

ILA-active trial Extracorporele CO2 Removal. Serge J.C. Verbrugge Afdeling Intensive Care-Anesthesiologie Sint Franciscus Gasthuis Rotterdam

NIV bij exacerbatie COPD

Bloedgassen. Homeostase. Ronald Broek

Het tracheostoma. Venticare congres mei D.M. Scharn, vaatchirurg

PPHN pathofysiologie en ontwikkelingen. Robin van der Lee Kinderarts neonatoloog AMC

Non-Invasieve Beademing

Cufflek test op IC. Max Rooijakkers, keuzecoassistent IC

Moeilijke intubatie bij kinderen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

1 Het acuut zieke kind

Een handvat geven aan IC verpleegkundige (i.o.) met betrekking tot de eerste 24 uurs opname van volwassen brandwondpatiënten op de intensive care.

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist

voldaan Datum: Handtekening Datum: Handtekening

Thorax trauma. Casus GM. Demeyer I. OLV Ziekenhuis Aalst. 8 dec 2012 Met eigen middelen naar spoedgevallen > uren: stamp van paard op de borst

Bewaking Vitale Functies

Nonivasieve Beademingsvormen. Marcel Tinnevelt Ventilation Practitioner

Intensive Care, afdeling R1 TRACHEOSTOMA. Een opening in de hals waardoor een buis in de luchtpijp wordt geplaatst

Zuurstof : beter ademen?

bloedgassen Snelle interpretatie

Patiënten Dit protocol is van toepassing op alle volwassen patiënten die langer dan 48 uur beademd worden.

het kind in acute nood 11

Klinisch redeneren in acute situaties. Ijbelien Jungen

SAMENVATTING ONDERWIJSDAG PRESHOPITALE ZORG

Centrum voor Thuisbeademing UMC Utrecht Blad 1

College. Beademing 1. Opleiding Intensive Care Fontys Hogescholen. Hans Verberne Teamleider Intensive care Docent respiratie/beademing

Reanimatie van de pasgeborene

Ergometrie: interpretatie. Strategie. Volgorde. Fietsergometrie: Interpretatie op Tijdbasis. Waarom alle variabelen als functie van de tijd?

ECLS: Goede en minder goede indicaties. Diederik van Dijk

Reanimatie van pasgeboren baby s

Klinisch redeneren volgens het stappenplan

Respiratoir falen Pathofysiologie en behandeling

BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG

Gestructureerde benadering van het zieke kind door de huisarts

Obesitas op de recovery

NVZF Jaarcongres 2011 Inspanningstesten en hun klinische betekenis bij COPD

Mythe: Zuurstof is gevaarlijk bij COPD

Klinisch redeneren in acute situaties. Ijbelien Jungen

Tracheostomie. tracheostomie 2. Electieve tracheostomie. 1. Urgentie-tracheostomie. Postgraduaat heelkunde 15/03/2008 Verfaillie

Respiratie 3. Functie en bouw van de luchtwegen

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing)

De kwantitatieve meeting is bv. bij de Corpuls 3 of de Corpuls 08/16 in de hoofdstroom en bij de Lifepak 12 in de sidestream.

r.ars Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.

Thema-avond; Het respiratoir bedreigde kind. Robert Blokpoel, kinderarts PICU UMCG

Back to basics. Recruteren. 10 februari Lann Jacobs 1

pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen

Beademing. Module basis bewaking. Hans ter Haar voor UMCU 2009

Beademing in de praktijk!

Voor- en Nadelen van Propofol Sedatie voor Kindertandheelkunde. Catherine de Jong Anesthesioloog

MECHANICAL VENTILATION. A. Neyrinck, MD Department of Anesthesiology University Hospitals Leuven

Reanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht

Doel. Definities. Indicatie. Werkwijze/beslisboom. Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care

Reanimatie van pasgeborenen

Beademen Met de juiste drukken moet het lukken?! Lennart Immerzeel Ventilation Practitioner Reinier de Graaf, Delft

Opnames wegens acute exacerbatie COPD

Zuurstof reductie test

Herkennen acuut ziek kind

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel

Respiratoire insufficiëntie

Permanente vorming Academiejaar

En dan is er nog ECMO! WES symposium 2007 Rondom beademing. José Groenewold ECMO coördinator Intensive care kinderen

Zuurstof reductie test

Bloedgasanalyse. Doelstelling. Bloedgasanalyse. 4 mei 2004 Blad 1. Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht. Zuur base evenwicht Oxygenatie

Casuïstiek. stiek ROIG Intensive Care 27 mei Afdeling Intensive Care Volwassenen

Adequaat zuurstofgebruik in verschillende pathologieën, inclusief palliatie. Medische aspecten van BiPAP bij acuut respiratoir falen

Verpleegkundig onderzoek van het kind

Ventilatie en oxygenatie

Reanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc

MyAirvo bij COPD: Hoge flow in combinatie met optimale bevochtiging, een ideale combinatie? Hoe werkt het: Theorie en Praktijk

Medische protocollencommissie Intensive

Reanimatie kinderen. Published on Medics4medics.com ( Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind REANIMATIE KINDEREN

ZUURBASE. Praktisch bekeken

ph pco 2 po 2 BE SaO2

Beademing van patiënten met ARDS. MMM Beademing 2018 J.G. van der Hoeven

Long protectief beademen (samenvatting van het onderzoek)

Zuurstof toediening: wat dien je te weten?

Workshop beademing astma/copd. J.G. van der Hoeven NVIC Mechanische Beademingsdagen 2010

De Kindercarrousel voor huisartsen en kinderartsen

Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen

To breathe or not to breathe

Thuisaspiratie. Stef Bouduin Centrum voor Neurofysiologische Monitoring UZ Gent Thuisbeadmingsverpleegkundige. 6 december 2012

Besluit/afspraken over transport/definitieve behandeling

A B D E. ABCDE-kaart voor huisartsen

Non-invasieve Positive Pressure Ventilation NPPV. Paul Theunissen VP. Marc Coolen VPIO.

Do s and Don ts bij de acute opvang van een prematuur. Odile Frauenfelder MA-ANP Verpleegkundig Specialist Neonatologie

Basis Beademing deel 2 Vervolgopleiding Eerste hulp Verpleegkundige module 2 thema beademing

Transcriptie:

Ademweg en ademhaling Module acute zorg Hans ter Haar voor UMCU 2009

(A)irway Controle en zo nodig vrijmaken van de ademweg met inachtneming van bescherming cervicale wervelkolom (CWK) Praat de patiënt? Ademgeluid, adembewegingen?

Airway dhr van Wijk. Dhr kan praten: bovenste luchtwegen vrij. Expiratoire stridor: probleem lagere luchtwegen. NB: een inspiratoire stridor duidt op een bovenste luchtweg obstructie. Snurkende ademhaling na enkele minuten.

B(reathing) Ademweg vrij (gemaakt) ademhaling beoordelen: Kijken, voelen, luisteren, saturatie meten Adequate ademhaling zuurstof geven Niet adequaat (ballon-masker) beademing Let op fixatie CWK!

Breathing dhr van Wijk. Snelle, onregelmatige ademhaling. Expiratoire stridor, verlengd expirium. Dhr geeft aan het benauwd te hebben. Saturatie 86% bij VM FiO 2 0.40. Saturatiedaling na enkele minuten.

Zuurstof toediening. Low-flow systemen: Neuscatheters 1-5 L/min (FiO 2 0.22-0.35) Neusbril 1-6 L/min (FiO 2 0.24-0.40) Standaard masker 5-10 L/min (FiO 2 0.3-0.6) Non-rebreathing mask 10-15 L/min (FiO 2 0.6-0.8) High-flow systemen: Venturimaskers en blenders kunnen een hogere inspiratoire flow leveren. Respiratory Care, Principles & Practice. WB Saunders

Maskerbeademing. Open luchtweg Masker plaatsen, single handed, two handed Matig in teugvolume (maagdistentie) Zuurstof Pulse oximetrie 8

Maskerbeademing Self-inflating bag; Non-return klep scheidt in- en uitademing Geen gasbron nodig FiO 2 0.45 zonder en 0.9 met reservoir Geen regelbaar ventiel Watersset; Gasbron noodzakelijk met hoge flow Inspiratiedruk regelbaar met ventiel FiO 2 tot 1.0

Observaties Hr van Wijk HF 135/minuut, sinusritme Bloeddruk 179/83 Sat 86% bij FiO 2 0.40 Wat zegt ons dit? Acties?

Intubatie indicaties Respiratoir falen Bewustzijnsverlies (GCS < 8) Bovenste luchtwegobstructie Circulatoire shock 11

12

Nodig voor intuberen A: laryngoscoop, tube, zuigerij B: masker/ballon, zuurstof, saturatiemeter C: venflon, vulling, monitoring D: sedatie, analgesie, relaxans

Orotracheale intubatie. Voordelen: Nadelen: Relatief eenvoudig. Tubediameter kan groot zijn. Fixatie en mondhygiёne lastig. Risico luchtweginfectie. 14

Nasotracheale intubatie. Voordelen: Nadelen: Comfortabeler en beter te fixeren. Mondhygiёne gemakkelijker. Kleinere diameter tube, afknikken tube, beschadigen cuff. Risico sinusitis en luchtweginfectie. 15

Opties moeilijke intubatie. Larynxmasker, combitube Naaldcricothyreotomie Wakkere intubatie Fiberscoop Andere hulpmiddelen 16

17

18

Complicaties intubatie. Aspiratie. Beschadiging tanden. Beschadiging stembanden. Hypoxie. Tube obstructie Bloeddrukdaling. Circulatiestilstand. 19

Na intubatie. Tubepositie controleren Cuff opblazen tot net niet lekken of tot cuffdruk 20-30 mm Hg Beademing controleren Tube fixeren, diepte noteren Patiënt positioneren 20

Tracheostomie. Na langdurige intubatie. Verbranding of ernstige zwelling bovenste luchtwegen. Moeizame weaning. Frequent bronchiaal toilet bij spontaan ademende patiënt. 22

23

Pulse-oximetrie Monitoren verzadigd hemoglobine. Validatie SpO 2 door vergelijking met SaO 2. SpO 2 betrouwbaar boven 75%. Afwijkingen SpO 2 tov SaO 2 door: Beweging, slechte perfusie, nagellak, donkere huidskleur, aanwezigheid COHb en methb, intravasale kleurstoffen (bv methyleenblauw), hypercapnie.

Zuurstof en kooldioxide. Primaire doel van het cardio-respiratoire systeem is het aanbieden van voldoende zuurstof aan de weefsels om te voorzien in de metabole behoefte en het verwijderen van het gegenereerde kooldioxide. Shoemaker WC, et al. New Horizons:1;145-159, 1993. 25

Zuurstof. Zuurstof is nodig voor de efficiënte verbranding van glucose. Te laag zuurstofaanbod leidt tot anaerobe verbranding. PaO 2 wordt bepaald door PAO 2, diffusie, ventilatie en ventilatie/perfusie verhouding. PaO 2 is leeftijdsafhankelijk: 105 (leeftijd/3) mmhg. Relatie PaO 2 en SaO 2 ; zuurstofdissociatiecurve.

Zuurstofdissociatiecurve.

Kooldioxide (CO 2 ). Komt vrij bij de verbranding van glucose. Wordt tegelijkertijd uitgeademd (ventilatie). Het PaCO 2 wordt bepaald door productie van CO 2, ventilatie, ventilatie/perfusieverhouding en diffusie. Normaalwaarde ca 4.5 6 kpa (34 45 mmhg).

Ventilatie en perfusie vd long. Ventilatie; het volume lucht dat in- en uit wordt geademd. Perfusie is de doorbloeding van de long. Ventilatie/perfusie verhouding normaal ca 1

Respiratoire insufficiёntie. Er is sprake van een laag PaO 2 en evt hoog PaCO 2. Type 1, hypoxisch; laag PaO 2, laag PaCO 2 Type 2, ventilatoir; laag PaO 2, hoog PaCO 2 Er is een stoornis van ventilatie en/of diffusie en/of ventilatie/perfusie verhouding. 31

Ventilatie en perfusie Shunt Alveolaire DRV

Oorzaken respiratoire insufficiёntie Depressie ademhalingscentrum Neurologisch Neuro-musculair Thoraxwand en pleura afwijkingen Afwijkingen van de longen en luchtwegen Cardiovasculair 33

Longoedeem

Pneumothorax

Pneumonie

Aspiratie

Lab oa arteriële bloedgas Auscultatie, percussie Thoraxfoto Echografie Ct-scan Angiografie Bronchoscopie Punctie/biopsie Microbiologie Diagnostiek

Behandeling Oorzaak behandelen; infectie, pneumothorax, overvulling, intoxicatie, etc Zuurstoftherapie, vernevelen Pijnbestrijding Fysiotherapie Endotracheaal uitzuigen Non-invasieve beademing Invasieve beademing