Principes. Inleiding. Opzet van deze lesbrief. Uitgangstekst. Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase 1 e editie



Vergelijkbare documenten
Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Actielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Ik heb dit boek gekozen, omdat ik hem kreeg bij de Grote Lijsters vorig jaar. Toen ik de achterkant had gelezen, wilde ik weten hoe het zou aflopen.

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

LES 8. Toen Jezus dorst kreeg. Sabbat

Ik ben BOOS. oefenboekje om te leren omgaan met boosheid. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Over schulden gesproken

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 3 Op weg met Jezus. H. Theobaldusparochie, Overloon

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

2 Huiswerk. Voorbeeld: Als je je huiswerk altijd aan je bureau maakt, geef je dat een 1. Als ik mijn huiswerk maak dan...

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief?

Met hulp: ophelderen van onduidelijkheden

Lesbrief Normaal? mei Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase eerste editie. Normaal?

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

Zondag 6 maart 2016, uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

lesmateriaal Taalkrant

Boekverslag Overigetaal Een viool voor Shana door Federica di Cesco

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Strategieles Verwijswoorden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

6 Tips die je helpen stress te verminderen. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf.

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

3 Pesten is geen lolletje

SINTE-WATTE? SINTE-METTE! Voorleestekst

Lesbrief Theater Dakota

antwoordblad Niet voor softies!

MONTE CARLO. Gemaakt door: Dilara Koç Klas: 3G1

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Een leerling van Jezus vertelt ('walking sermon' langs kunstwerken)

Schrijf van elk stukje tekst de belangrijkste informatie in losse woorden in het schema. Kijk daarvoor naar de woorden die je hebt onderstreept.

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

Sinte-watte?! Sinte-Mette! Voorleestekst

Sínt Maarten, dat betekent toch dat ik heilig ben?

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Laten we eens inzoomen op het proces van afwijzing. Wat gebeurt er precies?

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Het verhaal van een veroorzaker van een verkeersongeval: les 2 SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOETen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Stap voor stap ontdekken hoe jij het allerbeste uit jezelf kan halen. / created by: Mariëlla /

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Schrijfopdracht 4 Hoe overtuig ik mijn ouder(s)?

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Tekst lezen en vragen stellen

Leerlingboekje les 3 en 4. Schrijfopdracht 2 Wie zijn zij? Groep 7

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

De kijkwijzer lezen: een alternatief voor het beoordelen van de leesvaardigheden van de kinderen

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Boekverslag Nederlands Ausländer door Paul Dowswell

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Taboe. Door mijn verhaal te vertellen wil ik graag het taboe verbreken, dat heerst over mensen die getraumatiseerd zijn door hun verleden.

Socialisatie & Seksualiteit

Bezoek een beurs! 2. Bekijk het programma van de beurs en match de onderdelen van het programma met jouw doel.

Les 2 Samenvatten. Leestekst: Lachen. 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten."

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?

Kinderboekenweekprogramma. Wie ben jij & wie ben ik? Docentenhandleiding

Lesbrief Syntopia, bij het boek van Tanja de Jonge

Ik ben altijd op zoek naar goede onderwerpen Mijn missie... 3 Wie ben ik? Help ik moet een blog!... 5

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Mentorlessen. Klas:...

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

5 manieren om Samsam te gebruiken

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Assertiviteit. e-book

X Dit klopt niet met wat ik al wist/dacht. * Dit is belangrijk.? Hier heb ik een vraag bij.

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

FASE 1: WAT KAN ER BETER?

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Lees : Mattheüs 25:14-30

Kanjertraining uitleg van groep 7A

Fictiedossier Op blote voeten Maren Stoffels

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Transcriptie:

Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase 1 e editie Inleiding Principes Principes die hebben we allemaal. Tenminste, als het ons goed uitkomt. Want opportunistisch zijn we natuurlijk ook allemaal: als het nodig lijkt, schuiven we voor een keer die principes wel opzij. Jij misschien niet, maar veel mensen toch wel, dat heb je vast weleens meegemaakt. Maar misschien is principe in veel gevallen toch ook wel een erg groot woord, en gaat het meer om afspraken met onszelf, om gewoonten? Op 21 december 2013, dus vlak voor kerst en oud en nieuw de periode waarin we weer goede voornemens behoren te hebben, schreef Gijsbert van Es een prachtige column over juist dit onderwerp. Het eerste deel daarvan gebruiken we als uitgangstekst. Bij de opdrachten gaat het vooral om argumenten. Want principes moet je kunnen verdedigen en dat doe je met argumenten. En als je een keer van je principes afwijkt, heb je daar natuurlijk ook weer argumenten voor. Opzet van deze lesbrief Je leest de tekst, beantwoordt vragen daarover en voert een paar opdrachten uit naar aanleiding van die tekst (opdracht 1 t/m 8). Je maakt een opsomming van eigen standpunten en beschrijft een gebeurtenis waarbij je van je eigen standpunt afweek (opdracht 9, 10 en 11). Je houdt een enquête en trekt daaruit conclusies (opdracht 12 en 13). Uitgangstekst 1 Alleen bij tegenprestatie geef ik geld, als iemand me daarom vraagt op straat. Een orgelman krijgt 20 of 50 cent, soms een euro t is maar net wat ik in m'n portemonnee vind. Straatorgels zijn onderdeel van ons cultureel erfgoed; moet je zuinig op zijn. 2 Straatmuzikanten beloon ik naar de mate waarin hun muziek me raakt. Blowing in the wind op gitaar krijgt niks. Te makkelijk. Twee violisten zijn goed voor twee euro, ook omdat ik die helaas zo weinig tegenkom. 3 Aan levende standbeelden, van uitzinnig uitgedoste glitterfiguren, geef ik geen cent. Ga iets doen! Alleen maar je hand ophouden doet me evenmin de portemonnee trekken. Ik vind t mensonterend. We leven in een wanstaltig rijk land; niemand zou tot bedelen veroordeeld moeten zijn. Wie dat wel doet, is sociaal en/of mentaal beperkt (ik zocht een vriendelijk woord). Deze mensen mogen we niet aan hun lot overlaten. En dat doen we wél als we hun zomaar een aalmoes in de hand stoppen. Ik heb een uitzondering gemaakt op deze regel. Dat kwam zo. 4 Ik liep van een station naar het centrum van een stad, vorige week. Op de brede stoep stond een vrouw stil: gekleed in lichtgrijs jack, bril en gebreid mutsje op het hoofd, boodschappentas aan de arm. Ze leek een beetje op wijlen koningin Juliana (over wie Godfried Bomans ooit schreef dat zij leek op alle vrouwen die bij Hillegom op de bus staan te wachten). Ik naderde haar, bekeek haar, we kregen oogcontact. Toen ik vlak bij haar was, deed ze een stap in mijn richting, op haar gezicht verscheen een glimlach. Ik dacht: oude vrouw wil de weg vragen. En inderdaad, ze had een vraag: Kunt u me geld geven voor een kopje koffie? 5 Ik bekeek haar jas. Niks mis mee, geen vuil of vlek te zien. Ik vroeg: Kunt u zelf geen kopje koffie betalen? Nee, zei ze, ik woon tijdelijk bij het Leger des Heils. s Ochtends om half acht moet je naar buiten, s avonds om half zes mag je weer naar binnen. 6 Een paar minuten praatten we op straat wat heen en weer. Ze vertelde dat ze 75 jaar oud was. In V., waar ze woonde, was ze enkele weken geleden uit haar huis gezet. Huurschuld. Familie, vrienden? Ik heb niemand op wie ik kan terugvallen. Niemand? Nee, niemand. Ik had één dochter. Die is vier jaar geleden overleden. THIEMEMEULENHOFF, 2014 1

7 Mij schiet een interview met Simon Carmiggelt (precies honderd jaar geleden geboren) in herinnering. Hij vertelde over een echtpaar dat ruzie kreeg in de lobby van een hotel, waarna die man een asbak van tafel griste en naar het hoofd van zijn vrouw gooide. De interviewer: Wat vreselijk! Carmiggelt: Nee hoor, ik dacht: daar zit een stukje in. 8 Ik zei: Ik geef u geen geld voor koffie, maar ik wil wel een kop koffie met u drinken. Dat vond ze goed. Tien meter verder hing een bord van een hip koffiemerk aan de gevel. Het bleek een grillrestaurant te zijn, Los Torros. Je kon er ook alleen maar koffie bestellen. Naar: Gijsbert van Es, in: NRC Handelsblad, 21 december 2013. Opdracht 1 Lees de inleiding en bekijk het plaatje. Welke gedachte (maximaal twaalf woorden) van de man zou je als onderschrift bij het plaatje kunnen zetten? Opdracht 2 In de alinea s 1 t/m 3 vertelt de schrijver hoe hij reageert als mensen hem op straat om geld vragen. Hij deelt ons zijn standpunt mee, en geeft daar een argument of argumenten bij. Vul het schema in. Onderwerp Standpunt (en) (Eventueel) geld geven op straat -- -- orgelman straatmuzikanten twee violisten levende standbeelden bedelaars zomaar een aalmoes geven Opdracht 3 We onderscheiden een aantal soorten argumenten. Bekijk de argumenten die je bij opdracht 1 noteerde en zet ze in de juiste kolom. Opdracht 4 Over de situaties die Van Es in zijn tekst noemt, heb jij vast ook een eigen mening. Noteer je eigen standpunt, met argument(en). Onderwerp Standpunt (en) (Eventueel) geld geven op straat -- -- orgelman straatmuzikanten twee violisten THIEMEMEULENHOFF, 2014 2

levende standbeelden bedelaars zomaar een aalmoes geven Opdracht 5 Bekijk de argumenten die je bij opdracht 3 noteerde en zet ze in de goede kolom. Opdracht 6 Gijsbert van Es maakte een uitzondering op zijn regel, zegt hij (alinea 3). 1 Wat is de vraag van de vrouw? 2 Wat had Van Es moeten antwoorden? 3 Wat doet hem besluiten van zijn standpunt af te wijken? 4 Wat vraagt hij dus eigenlijk van de vrouw? 5 Wijkt Van Es nu wel of niet van zijn hoofdregel af? Motiveer je antwoord. Opdracht 7 In zijn relaas over de ontmoeting met de vrouw haalt Van Es twee schrijvers aan die in elk geval in hun tijd veel gelezen werden. 1 Welke twee schrijvers noemt hij? 2 Waardoor waren die in hun tijd bekend? 3 Waarom noemt Van Es juist deze twee schrijvers? Opdracht 8 Volgens het woordenboek (Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal) is opportunisme: het handelen zonder bepaald beginsel, naar de eisen van het ogenblik, waarbij men er naar streeft iedere omstandigheid ten voordele van zichzelf of zijn partij aan te wenden. Moet of mag je Gijsbert van Es in dit geval een opportunist noemen? Schrijf een kort betoog (standpunt met argumenten) over deze kwestie. Opdracht 9 We maken het onderwerp iets breder: mensen die om hulp vragen, niet alleen op straat, maar in het algemeen. Wie help jij wel en wie beslist niet? Vul de schema s in. Persoon/personen die je wel helpt Standpunt (en) (Eventueel) THIEMEMEULENHOFF, 2014 3

Persoon/personen die je zeker niet helpt Standpunt (en) (Eventueel) Opdracht 10 1 Bekijk de argumenten die je gebruikte bij opdracht 8 goed en zet ze in de juiste kolom. 2 Objectieve argumenten zijn voor een ander, in een discussie bijvoorbeeld, sterker dan subjectieve. Kijk nog eens of je opdracht 8 nog met een objectief argument kunt aanvullen. Opdracht 11 Ook jij hebt je vast weleens niet aan je eigen regels gehouden: je hielp iemand die je eigenlijk niet had willen helpen, of je hielp iemand niet die je eigenlijk juist wel had moeten helpen. Schrijf een kort verhaal, een column of een blog met jezelf als hoofdpersoon. Beschrijf wat er gebeurde, wat je aarzelingen waren, wat je tot een beslissing deed komen en hoe jij je daar achteraf over voelde. Opdracht 12 In het tweede deel van alinea 3 zegt de schrijver dat wie bedelaars een aalmoes geeft, die mensen aan hun lot overlaat. Dat lijkt vreemd, maar eerder zegt hij dat bedelen mensonterend is en door geld te geven, kunnen die mensen juist blijven bedelen en zoeken ze niet iets anders. Over bedelen ga je een enquête houden. Doe het zo. 1 Zoek een partner. 2 Bedenk tien stellingen over het onderwerp bedelen. 3 De mensen die je gaat enquêteren, kunnen antwoorden met helemaal mee eens dat weet ik nog zo net niet niet mee eens totaal niet mee eens. Je enquêteformulier gaat er dus zo uitzien. 1 2 3 4 5 Stelling Helemaal mee eens Dat weet ik nog zo net niet Niet mee eens Totaal niet mee eens THIEMEMEULENHOFF, 2014 4

6 7 8 9 10 4 Je legt je stellingen aan dertig mensen voor. Zorg daarbij voor een goede spreiding: jonge mensen, oude mensen en mensen die tussen jong en oud in zijn. Probeer ook ongeveer evenveel mannen als vrouwen te benaderen. 5 Maak van de uitkomst van je enquête een kort verslag. Opdracht 13 1 Alle verslagen van de enquêtes worden aan de klas gepresenteerd. Iedereen maakt aantekeningen. 2 Vorm een groepje van vier personen. Probeer uit de gepresenteerde verslagen minimaal vijf algemene conclusies te trekken. Noteer ze. Je moet wel net zo lang door discussiëren tot jullie het echt eens zijn. 3 Vergelijk jullie conclusies met die van een ander groepje. Discussieer weer net zo lang door tot jullie het samen eens zijn. THIEMEMEULENHOFF, 2014 5