Wij kunnen te maken krijgen met schotwonden. De aard van het wapen en de kogel kunnen een invloed hebben op de aard van de wonde. Wat moet een arts weten over wapens en ballistiek?
1. Ballistiek 2. Schotwonden
1. Ballistiek basistheorie wapens en munitie 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde
Kinetische Energie E kin = (mv²). 1/2
Kinetische Energie E kin = (mv²). 1/2 Variabelen: v: snelheid m: massa
Hogere druk (P)
Langere tijd (t)
Kinetische Energie E kin = (mv²). ½ Variabelen: v: snelheid m: massa
inch vs millimeter? Angelsaksisch vs rest
.22.357.38.44.45.50
.22 = cal 22 = 0.22 inch.357 = cal 357 = 0.357 inch.38 = cal 38 = 0.38 inch.44 = cal 44 = 0.44 inch.45 = cal 45 = 0.45 inch.50 = cal 50 = 0.50 inch
1 inch = 2.54 cm
1 inch = 25.4 mm
0.22 inch = 0.22 x 25.4 mm = 5.588 mm 0.357 inch = 0.357 x 25.4 mm = 9.0678 mm 0.38 inch = 0.38 x 25.4 mm = 9.652 mm 0.44 inch = 0.44 x 25.4 mm = 11.176 mm 0.45 inch = 0.45 x 25.4 mm = 11.43 mm 0.50 inch = 0.5 x 25.4 mm = 12.7 mm
0.22 inch = 5.588 mm 0.357 inch = 9.0678 mm 0.38 inch = 9.652 mm 0.44 inch = 11.176 mm 0.45 inch = 11.43 mm 0.50 inch = 12.7 mm
van klein naar groot: 5.56 mm (NATO standaard) -.22-7.62 mm - 9 mm -.357 -.38 -.44 -.45 -.50
5.56 mm M16
5.56 mm
0.22 inch = 5.588 mm.22 long rifle
7.62 mm AK 47
7.62 mm Automatisch Kalashnikov Machinegeweer 1947
AK 47
AK 47
9 mm 0.357 inch = 9.0678 mm 0.38 inch = 9.652 mm 0.44 inch = 11.176 mm 0.45 inch = 11.43 mm
pistolen
GP 9 mm
Glock 17
Glock 19
revolver
.357 magnum S&W
Colt.38 special
.44 magnum
.44 magnum
Colt.45
Colt.45
.50
.50
Kogelvrije vesten IV: keramische platen - breekbaar - éénmalig ook zonder penetratie toch trauma
Tijdelijke en permanente caviteiten
Tijdelijke en permanente caviteiten
Type munitie
1. Ballistiek 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde
2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde
TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden
TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden
TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden
TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden
Combat Deaths KIA: 31% Penetrating head trauma KIA: 25% Surgically uncorrectable torso trauma KIA: 10% Potentially surgically correctable trauma KIA: 9% Hemorrhage from extremity wounds KIA: 7% Mutilating blast trauma KIA: 5% Tension pneumothorax KIA: 1% Airway problems DOW: 12% Mostly from infections and complications of shock
TC³ : tactical combat casualty care
TC³ : tactical combat casualty care
TC³ : tactical combat casualty care - USA - militair - warzone - geneeskunde = intra muros
TC³ : tactical combat casualty care garot punctie 2 de intercostaal ruimte veiligheidshouding tot intubatie
Needle Chest Decompression
TC³: spanningspneumothorax Progressive respiratory distress in the presence of unilateral penetrating chest trauma should be considered tension pneumothorax Tension pneumothorax is the 2 nd leading cause of preventable death on the battlefield Cannot rely on typical signs such as shifting trachea, etc. Needle chest decompression is life-saving
2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde
2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (civiele methode)
2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (civiele methode) Hersenen Hals en nek Thorax Abdomen perifeer
2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (ATLS) Hersenen Hals en nek Thorax Abdomen perifeer
Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling
Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling
Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling
A : airway B : breathing C : circulation D : disability (neurlogical) E : exposure
Airway: - vreemde voorwerpen, bloed. - chin lift, jaw trust. - CWZ controleren en beveiligen.
Wanneer GEEN stiffneck? a. Traumamechanisme éénduidig b. Traumamechanisme niet eenduidig, maar Bewuste, coöperatieve patiënt Geen distracting pain Pijnloze palpatie van de nek Normale pijnloze beweeglijkheid
Breathing ademhaling bewegingen thoraxwand v. jugularis (CVD)
Circulation BD / pols huidkleur perifere bloedingen
Disability (neurologisch) pupillen (Eye) bewegingen (Movement) verbale communicatie (Verbal)
GCS : Glasgow Coma Scale Beste oogbewegingsreactie (Eye) Het actief openen van één of beide ogen: Geen opening van de ogen 1 Alleen opening van de ogen bij pijnprikkel 2 Opening van de ogen bij aanspreken 3 Spontaan 4
GCS : Glasgow Coma Scale Beste motorische reactie (Movement) De reactie die een patiënt geeft op een bevel of pijnprikkel: Geen motorische reactie 1 Strekken bij pijnprikkel 2 Pathologisch buigen bij pijnprikkel 3 Normaal buigen bij pijnprikkel 4 Lokaliseren van pijnprikkel 5 Opdrachten uitvoeren 6
GCS : Glasgow Coma Scale Beste verbale reactie (Verbal) De reactie die een patiënt geeft na stimulatie met de stem of een pijnprikkel: Geen geluid 1 Onverstaanbaar (enkel geluid) 2 Inadequaat (woorden) 3 Verward (zinnen) 4 Helder en georiënteerd. 5
GCS : Glasgow Coma Scale E (min: 1 max 4) M (min 1 max 6) V (min 1 max 5) GCS (min 3 max 15)
Exposure aan wat werd mijn pt blootgesteld? pt bloot leggen voor reanimatie en verder onderzoek.
Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling
Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling
reanimatie O ² / intubatie/ ventilatie vocht : IV lijn(en) monitoring: EKG, BD, P
Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling
Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling
tweede (volledig) onderzoek volledige (hetero-)anamnese volledig klinisch onderzoek
tweede (volledig) onderzoek volledige (hetero-)anamnese AMPLE volledig klinisch onderzoek
tweede (volledig) onderzoek volledige (hetero-)anamnese Allergies Medication Past illnesses Last meal Event volledig klinisch onderzoek
Is de patiënt stabiel of onstabiel? vitale parameters (BD, P, GCS, bloedgassen, ) life-threatening limb-threatening Antecedenten (>55j, CAD, COPD, )
Onstabiel? bloeding? Stelpen! shock? Vullen! (2 brede infusen!) progressief dyspnoe? Spanningspnoe? thoraxtrauma? Thoraxdrain? tamponade?
2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (ATLS) Hersenen Hals en nek Thorax Abdomen perifeer
Hersenen Neurologische schade Bloedverlies infectiegevaar
Hersenen Eerste evaluatie Reanimatie Tweede evaluatie Neurologische activiteit? + - OR Harvest?
Hals en nek
Hals en nek zone 1: onder cricoid nog structuren van thorax vasculaire structuren pleura trachea en oesophagus
Hals en nek zone 1: onder cricoid Hoge mortaliteit instabiel => OR
Hals en nek zone 2: tussen cricoid en mandibulahoek meest frequent goed bereikbaar ook chirurgisch lichte compressie meestal voldoende
Hals en nek zone 3: tussen mandibulahoek en schedelbasis grote vasculaire structuren neurlogisch! moeilijk bereikbaar
Thorax!Kliniek! Vasculair Respiratoir
Thorax Vasculair bloedverlies intrathroacaal veneuse retour spanningspnoe tamponade cardiaal
Thorax Respiratoir pneumothorax haemothorax bronchiaal trauma contusie (hart en/of long)
Spanningspnoe of tamponade? Denk er aan! Klinisch moeilijk te differentiëren Spanningspnoe is frequenter Spanningspnoe is makkelijker te behandelen
Abdomen vooraan en flank gevaarlijker rug eerder conservatief visualiseer traject tussen ingang en uitgang met de nodige achterdocht met veel creativiteit
Perifeer bloedingen stelpen infectie (bot!) vermijden verzamel gegevens over type wapen en munitie