Nota Economisch Beleid



Vergelijkbare documenten
Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

CONCEPT Pijler 2 - Economie Wat willen we bereiken? Algemeen pijler 2:

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Economische Beleidsvisie Gemeente Berg en Dal. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Berg en Dal

November 2014 PLAN VAN DE ARBEID VOORNE PUTTEN

Economische visie. Gemeente Cranendonck

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Krimp in Fryslân. Inwonertal

ScaleUp Dashboard 2015

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp

Welkom Ondernemersavond Gemeente Haaren. Mede mogelijk gemaakt door

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. Gach Wethouder. No. B Dronten, 11 september 2012

Titel. Evaluatie Economisch Actieplan 8/12. Subtitel

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Leercyclus Enschede-Dordrecht-Zwolle

Quick scan coalitieprogramma s Land van Cuijk

Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Marion Stein secretaris/algemeen directeur Stadsgewest Haaglanden

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Topsectoren. Hoe & Waarom

Economische scenario s West-Friesland

Ambitiedocument ter voorbereiding van de Economische visie gemeente Berg en Dal

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

PS2009MME College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Notitie > Verhuringen > via Woonnet Rijnmond

Samenvatting Twente Index 2016

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Adviescommissie EV. 21 november 2018

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)

Snapshots van de regionale economie

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Regiobericht 1.0 Noord

Geachte heer Van Aartsen en heer Aboutaleb

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

2015 BEtrokken Noord-Beveland. juli BEetrokken Noord-Beveland. Pagina: 1

Centrum Management - Plan van Aanpak (2013) 1. Inleiding

+Z} IJsselstein. Raadsvoorstel. Agendapunt 10. Aanderaadvandegemeente IJsselstein. Datum: 19 januari 2010 Blad: 1van 5. Economische Zaken.

Resultaten werkgelegenheidsonderzoek. Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)

De kracht van Wassenaar

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019

Economische Agenda De Bevelanden

RAADSVOORSTEL EN ON ITWERPBESLUIT

Plannen Economische Agenda

Aan cijfers geen gebrek, maar waar is de balans? Algemene ledenvergadering Vereniging Onderdak Westvoorne 16 april 2014

Beter worden in wat we samen zijn!

Samenwerkingsverbanden Economie op een rij

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

OPLEGNOTITIE ECONOMISCHE AGENDA DE BEVELANDEN

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Convenant Regionale Detailhandelsafspraken. Aan de raad,

Regionale arbeidsmarktprognose

Werklandschap Meerpaal. Sport en werk centraal in Nederland. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010)

UPDATE CITYMARKETING & EVENEMENTENBELEID

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Provinciale Staten van Noord-Holland

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA B 9 14/828. Raad

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Sociaal Economisch Masterplan: Uitvoeringsagenda Netwerk Noordoost

Startnotitie Actualisatie Woonvisie

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Startnotitie integraal economisch beleid

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Monitor Economie 2018

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

BEVOLKINGSGROEI VERGELEKEN

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Berenschot. De ambities, opgaven en uitdag ngen van de gemeente Bladel Rapport. Philip van Veller Johannes ten Hoor

Dorpsportret Beuningen Dorpsplan Beuningen 2025 gemeente Losser

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Ondernemersloket. Bert ten Veen, Ondernemersloket 11 oktober 2011

2 februari 2016 Corr.nr , ECP Nummer 11/2016 Zaaknr

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

Werkgelegenheid in West- Friesland November 2013

Programma inleiding. Relevante beleidskaders/nota's

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

PEILING. TITEL Analyse en aanscherpen vraagstukken Visie werklocaties

Het Bedrijfslevenbeleid

Alternatieve locaties Hoeksche

Verkenningsworkshop voor regiopartners 18 november 2013 Praat verder mee

Voortgangsrapportage demografische ontwikkelingen

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

ECONOMIC BOARD VOORNE-PUTTEN DE ECONOMIE VAN. Ruimte voor wonen, werken, innovatie, recreatie & Toerisme en natuur

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Bedrijventerrein Kethelvaart (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Analyse integrale aanpak arbeidsmarktbeleid Zuidoost-Nederland Samenvatting

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Transcriptie:

Nota Economisch Beleid April 2013: Sector Inwonerszaken 1

Inhoudsopgave Samenvatting...4 Hoofdstuk 1. Inleiding...7 1.1 Aanleiding...7 1.2 Voorgaande beleidsnotities...7 1.3 Ontwikkeling nota...8 1.4 Doelstelling nota...9 1.4.1 Reikwijdte van de nota...9 1.4.2 Doelstelling van de nota...9 1.4.3 Ambitie van de nota...10 1.5 Leeswijzer...11 Hoofdstuk 2. Economie in beeld...12 2.1 Bevolkingsopbouw...12 2.2 Werkgelegenheid...14 2.3 Lokale economie...15 Hoofdstuk 3. De regio...17 3.1 Het Rijk...17 3.1.1 Ontwikkelrichting...17 3.2 Bovenregionaal...18 3.2.1 Provincie Zuid-Holland...18 3.2.2 Metropoolregio/ Zuidvleugel...18 3.2.1 Ontwikkelrichting...19 3.3 Samenwerking Voorne-Putten (SVP)...19 3.3.1 Economie...19 3.3.2 Toerisme en Recreatie (T&R)...20 3.3.3 Ontwikkelrichting...20 Hoofdstuk 4. Toerisme en recreatie...22 4.1 Toeristisch en recreatief beleid...23 4.1.1 Ontwikkelrichting...24 4.2 Horeca...26 4.2.1 Ontwikkelrichting...26 Hoofdstuk 5. Landelijk gebied...27 5.1 Agrarisch cluster...28 5.1.1 Ontwikkelrichting...29 Hoofdstuk 6. Bedrijventerreinen...32 6.1 Beschrijving terreinen...32 6.1.1 Mogelijkheden bestemmingsplan...33 6.2 Economische Effect Rapportage (EER)...33 2

6.2.1 Ontwikkelrichting...34 6.3 Uitbreidingen en ontwikkelingen...35 Hoofdstuk 7. Detailhandel...37 7.1 Detailhandelsvisie Westvoorne...38 7.1.1 Algemeen...38 7.1.2 Oostvoorne...40 7.1.3 Rockanje...41 7.1.4 Ontwikkelrichting...42 7.2 Ambulante handel...45 7.1.1 Ontwikkelrichting...46 Hoofdstuk 8. Overige werklocaties...47 8.1 ZZP ers...47 8.1.1 Ontwikkelrichting...47 8.2 Private zorginstellingen...48 8.2.1 Ontwikkelrichting...49 Hoofdstuk 9. Afsluiting...51 9.1 Risicoparagraaf...51 9.1.1 Prioriteiten...51 Bijlage 1. Actieplan Economie 2013 2015...53 Bijlage 2. Overzicht overleggen...59 3

Samenvatting Voor u ligt de Nota Economisch Beleid van de gemeente Westvoorne zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Naast een uitgebreide beschrijving van de lokale en regionale economie geeft de Nota een aantal beleidslijnen voor de uitvoering van het economische beleid voor de komende jaren. Doelstelling De doelstelling van de Nota is als volgt: Doelstelling: Het ondernemersklimaat in Westvoorne aanzienlijk verbeteren. In de vele gesprekken die met ondernemers in Westvoorne gevoerd zijn ter voorbereiding van de nota, kwamen naast de positieve ook een aantal minder positieve geluiden naar voren over het ondernemersklimaat in Westvoorne. Dit is een zorgelijk signaal in deze periode van bezuinigingen en een terugtrekkende overheid waardoor het investeringsvraagstuk steeds meer bij ondernemers komt te liggen. Daarom is deze nota erop gericht om de relatie tussen de overheid en de ondernemers te verbeteren. Met als doel dat de ondernemers graag ondernemen in Westvoorne en willen investeren in de gemeente en de regio. De gemeente moet een gewilde plek zijn, niet alleen voor de burgers, maar ook voor de ondernemers. Door ruimte te geven aan ondernemerschap kan de gemeente de werkgelegenheid stimuleren. Hoewel deze doelstelling niet SMART geformuleerd is, is deze wel meetbaar te maken. In een rapport uit 2011 van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en MKB Nederland genaamd MKB vriendelijkste gemeente van Nederland is onderzoek gedaan naar de tevredenheid van ondernemers over hun gemeente. Dit onderzoek wordt elke twee jaar herhaald. Gemeente Westvoorne stond in 2011 op plaats 367 van de 418 gemeenten (59 e van de 72 Zuid-Hollandse gemeenten) en staat daarmee erg laag. De ambitie is om in 2015, wanneer een groot deel van deze nota uitgevoerd moet zijn, minstens bij de bovenste helft van de ranglijst te horen. Beleidslijnen Om deze doelstelling te halen zijn een aantal beleidslijnen vastgesteld. Deze beleidslijnen zijn de basis voor de uitvoering tot en met 2015. In bijlage 1 worden de beleidslijnen uitgewerkt in een concreet werkplan. Hieronder worden deze kort weergegeven: Regio: Beleidslijn 1 De gemeente zet zich in om tot een breed gedragen strategische economische agenda voor Voorne-Putten te komen. Beleidslijn 2 De gemeente zet zich in voor een gezamenlijke acquisitie met de andere SVP gemeenten om dienstverlenende en ondersteunende bedrijven ten behoeve van de Tweede Maasvlakte naar Voorne-Putten te halen. Beleidslijn 3 De gemeente zet steviger in op een sterke overkoepelende marketing en promotie van het recreatieve product op Voorne-Putten. 4

Recreatie en Toerisme: Beleidslijn 4 De gemeente zal zich actief blijven inzetten voor een duurzame kwaliteitsverbetering van het toeristisch-recreatieve profiel van de gemeente. Beleidslijn 5 De gemeente stimuleert initiatieven voor integrale duurzame gebiedsontwikkelingen zolang deze projecten in het teken staan van een verbetering van het recreatieve product van Westvoorne. Beleidslijn 6 De gemeente gaat zich hard maken voor meer samenhang en samenwerking in het toeristisch-recreatieve aanbod van Westvoorne. Beleidslijn 7 De gemeente gaat een visie opstellen over de spreiding en ligging van toeristische (voornamelijk horeca) voorzieningen in de gemeente. Agrarisch cluster: Beleidslijn 8 De gemeente gaat onderzoeken of het wenselijk is dat het glastuinbouwcluster in Westvoorne aansluit bij de Greenport ontwikkelingen. Beleidslijn 9 De gemeente gaat onderzoeken welke extra economische activiteiten toegestaan kunnen worden in de agrarische bebouwing in het buitengebied. Beleidslijn 10 De gemeente zet zich in om het contact met de agrariërs in de gemeente te verbeteren. Bedrijventerreinen: Beleidslijn 11 De Moolhoek wordt gepositioneerd als lokaal bedrijventerrein. De gemeente stimuleert ontwikkelingen die leiden tot de vestiging van startende, lokale en kleinschalige bedrijven. Beleidslijn 12 De gemeente gaat onderzoeken welke vormen van samenwerking op de Pinnepot en de Moolhoek op draagvlak van de ondernemers kan rekenen met als doel om een kwaliteitsslag te maken voor beide terreinen. Beleidslijn 13 Uitbreiding van het bedrijventerrein de Pinnepot wordt pas overwogen wanneer de leegstand grotendeels verdwenen is en niet meer aan de uitbreidingsvraag van zittende bedrijven of de vraag naar bedrijfslocaties voor kleinschalige en dienstverlenende bedrijven van buiten de gemeente voldaan kan worden. Detailhandel: Beleidslijn 14 De gemeente streeft ernaar om minimaal het huidige niveau van commerciële voorzieningen in de gemeente te behouden en waar mogelijk te versterken. Beleidslijn 15 In Oostvoorne wordt de detailhandel rondom de Stationsweg gecentraliseerd. Nieuwe initiatieven rondom het Dorpsplein worden in principe niet gestimuleerd. In Rockanje wordt de detailhandel gecentreerd rondom het Dorpsplein. Beleidslijn 16 De gemeente gaat de drie supermarkten in de gemeente faciliteren om uit te breiden tot 1200m2. De keuze voor een tweede supermarkt in Rockanje is afhankelijk van de uitkomsten van een consultatie van de markt. 5

ZZP ers: Beleidslijn 17 De gemeente gaat beleid ontwikkelen om de ZZP ers binnen de gemeente beter te faciliteren en bekijkt de mogelijkheden om de regelgeving te flexibiliseren. Zorgsector: Beleidslijn 18 De gemeente gaat vraag en aanbod van woon en zorgplaatsen in beeld brengen. Indien nodig zal de gemeente hier beleid op ontwikkelen. 6

Hoofdstuk 1. Inleiding Voor u ligt de Nota Economisch Beleid van de gemeente Westvoorne. In het verleden werd economie binnen de gemeente niet benaderd als een op zichzelf staand beleidsterrein. Hoewel er wel verscheidene handelingen met economische impact ondernomen zijn, zijn deze nooit ondersteund door een overkoepelende beleidsvisie. In het collegeprogramma 2010-2014 Samen Werken aan Verbetering is hier een eerste voorschot op genomen met het beschikbaar stellen van een formatieplaats ter ondersteuning van het economische beleid. Op 20 maart 2012 heeft de gemeenteraad de Startnotitie Economisch Beleid vastgesteld dat als basis heeft gediend voor deze nota. 1.1 Aanleiding Momenteel is er sprake van een roerige economische periode. Naast algemene zaken zoals de economische crisis en de gevolgen daarvan voor het bedrijfsleven, spelen er ook een aantal economische ontwikkelingen die voornamelijk voor de regio Voorne-Putten van toepassing zijn. De belangrijkste ontwikkeling is de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Volgens de planning zullen de eerste bedrijven op de Tweede Maasvlakte in 2014 operationeel zijn. Gemeente Westvoorne is de gemeente die het dichtst tegen de Tweede Maasvlakte aanligt. Om hier goed gebruik van te maken is het van belang dat de gemeente een visie heeft waar de gemeente op economisch gebied naartoe wil werken. Daarnaast is dit belangrijk om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te kunnen bieden. Ook is een duidelijke economische visie van belang om goed om te gaan met de gevolgen van de betiteling als anticipeerregio. In de Toekomstvisie 2020 die eind 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld, is een duidelijke lijn geschetst waar de gemeente de komende 10 jaar op wil gaan sturen. In deze Toekomstvisie wordt het belang van een vitale economie onderschreven om de voorzieningen in de gemeente op peil te houden. De Visie geeft enkele aanzetten voor het te voeren lokale economische beleid. Maar ook het Economisch Platform Westvoorne (EPW) heeft samen met de Erasmus Universiteit in 2008 een studie gedaan naar de economische ontwikkelingen van gemeente Westvoorne. Deze stukken hebben als basis gediend voor deze nota. 1.2 Voorgaande beleidsnotities De oudste relevante beleidsnotitie is een economische scenariostudie van het Economisch Platform Westvoorne (EPW) uit 2008. In het document getiteld, Recepten voor een gezonde economische toekomst worden drie scenario s uitgewerkt die de gemeente Westvoorne in de toekomst zou kunnen nastreven. Het eerste scenario richt zich op een bruisend Westvoorne op niveau. In dit scenario wordt Westvoorne neergezet als recreatieve gemeente met een hoge kwalitatieve levensstandaard. Het tweede scenario richt zich op de economische spin-off van de Maasvlakte en op welke manieren de gemeente daarop in kan spelen. Het derde scenario zet de gemeente neer als zorggemeente. De gemeente vergrijst, hiervan kan gebruik gemaakt worden door bijvoorbeeld verschillende initiatieven op zorggebied te faciliteren. Deze drie scenario s zijn de inhoudelijke input geweest voor een proces waarin de gemeente tot een toekomstvisie wilde komen. Eén van de uitkomsten van de bestuurskrachtmeting van 2007 was het nadelige effect van het ontbreken van een toekomstvisie voor Westvoorne. Door het gebrek aan een overkoepelende visie stond de gemeente zwakker in regionaal verband. Als gevolg hiervan is een proces opgestart waarbij bijeenkomsten met inwoners en betrokken actoren georganiseerd zijn om te brainstormen over de toekomst van de 7

gemeente. Op basis van de input van deze sessies heeft onderzoeksbureau B&A Consulting in september 2009 een rapport gepubliceerd waarin de twee scenario s beschreven worden die het meeste draagvlak in de gemeente hebben. Eén scenario focust op het wonen in de natuur. Centraal staat het behouden van de natuur en een bevolkingskrimp en daling van het voorzieningenniveau voorkomen. Het tweede scenario focust op wonen en werken in de tuin van Rotterdam - Rijnmond. Dit scenario richt zich op het zo goed mogelijk benutten van de mogelijkheden van de Tweede Maasvlakte en het toerisme. Bij elk scenario zijn een 15 tal strategische keuzes benoemd die bijdragen aan het realiseren van dit scenario. Op 15 december 2009 heeft de gemeenteraad vervolgens uit deze scenario s en strategische keuzes een definitieve beslissing genomen over de Toekomstvisie voor de gemeente Westvoorne. In dit raadsbesluit zijn 17 strategische keuzes van het rapport van B&A Consulting overgenomen en wordt een beeld geschetst van de gemeente in 2020. De uitwerking van deze strategische keuzes is de huidige Toekomstvisie. In de Toekomstvisie wordt een vitale economie als voorwaarde gezien om het huidige voorzieningenniveau en inwonersaantal op peil te houden. Om dit te bereiken worden twee hoofddoelen aangegeven: inspelen op de ontwikkelingen in het Havengebied en de toeristische en recreatieve sector stimuleren. De Toekomstvisie stelt duidelijk dat de gemeente actief moet gaan lobbyen om zakelijke dienstverleners ten behoeve van de Maasvlakte richting de gemeente te halen. Aan de ene kant zal dus een lobby opgestart moeten worden richting het Havenbedrijf en Deltalinqs, maar aan de andere kant moet de gemeente de voorwaarden scheppen waardoor het aantrekkelijk is voor ondernemers om zich hier te vestigen. Daarnaast wordt ingezet op een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de toeristische en recreatieve sector. Er wordt ingezet op een verbetering van de verblijfsrecreatie en een verbreding van het recreatieve profiel. Als laatste komt de agrarische sector nog aan bod, hierover wordt gesteld dat de huidige afspraken nageleefd zullen worden. Het laatste relevante document is het huidige coalitieprogramma 2010-2014 Samen werken aan verbetering. Hierin wordt gesteld dat er een formatieplaats beschikbaar komt ten behoeve van het economische beleid en er een ondernemersloket ingesteld gaat worden. Beide punten zijn momenteel gerealiseerd. Ook wordt er in lijn met de Toekomstvisie gesteld dat de gemeente zich faciliterend zal gaan opstellen ten opzichte van lokale bedrijven als wel ten opzichte van ondernemingen die zich als gevolg van de aanleg van de Tweede Maasvlakte in de directe omgeving willen vestigen. 1.3 Ontwikkeling nota Op 20 maart 2012 heeft de gemeenteraad de Startnotitie Economisch Beleid vastgesteld. Deze startnotitie beschreef de kaders waarbinnen het economisch beleid opgesteld moest worden. Dit heeft geleid tot drie pijlers waarop de nota gebaseerd is: 1. Voorgaande beleidsnotities. De hierboven genoemde beleidsstukken zijn de inhoudelijke basis van deze nota. In de stukken werden duidelijke speerpunten aangegeven die de basis vormen voor het economische beleid. Daarnaast zijn er sectorspecifieke beleidsstukken zoals de nota Westvoorne Natuurlijk-Actief! voor het beleidsveld recreatie en toerisme (R&T). Deze stukken hebben gediend als de basis voor het economische beleid per sector. 2. Startnotitie Economisch Beleid. Op 20 maart 2012 is de Startnotitie Economisch Beleid vastgesteld door de gemeenteraad. Deze startnotitie, inclusief de toezeggingen tijdens de raadsbehandeling, heeft gediend als basis voor de ontwikkeling van de nota. Daarnaast zijn de opmerkingen van de gemeenteraad meegenomen in de ontwikkeling van de nota. 8

3. Input overleggen stakeholders. Per sector zijn gesprekken en brainstormsessies gehouden met de stakeholders binnen die sector. In deze gesprekken zijn de gewenste economische ontwikkelingen besproken. In bijlage 2 is een overzicht te vinden van deze gesprekken en de genodigden. Naast deze overleggen is ook gesprokken met belangenverenigingen zoals het Ondernemers Platform Westvoorne (OPW), LTO, het Havenbedrijf en de Kamer van Koophandel. Ook zijn er 72 bedrijfsbezoeken afgelegd waarin de ondernemers om input voor de nota gevraagd is. Daarnaast zijn de burgers geraadpleegd over gewenste economische ontwikkelingen. Dit is gedaan via een oproep aan de burgers om mee te denken over de nota. Hier zijn enkele reacties uit voort gekomen en deze input is meegenomen in de keuze voor de beleidslijnen. 1.4 Doelstelling nota De hierboven genoemde pijlers zijn de basis van de nota. Gedurende het proces is veel input verzameld. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in beleidslijnen met als uitgangspunt dat deze realistisch en uitvoerbaar zijn, maar ook kunnen rekenen op draagvlak binnen de sector. De gekozen beleidslijnen zijn daarom de basis voor de uitvoering van het economische beleid voor de komende jaren. In bijlage 1 is een actieplan tot en met 2015 opgesteld om uitvoering te geven aan de beleidslijnen. Hieronder wordt dieper ingegaan op de reikwijdte, de doelstelling en de ambitie van de nota. 1.4.1 Reikwijdte van de nota Naast het streven naar een realistische nota is het ook van belang de reikwijdte van het economisch beleid duidelijk weer te geven. Economie is namelijk een moeilijk af te bakenen beleidsveld. Wanneer het breed uitgelegd wordt kunnen ook onderwerpen zoals onderwijs, verenigingsleven en de woningmarkt onder de (sociaal) economische beleidsagenda vallen. Wanneer economie eng wordt uitgelegd kan het beschreven worden als het samenhangend maatschappelijke geheel van zaken zoals diensten, financiële middelen, handel, industrie en landbouw, gericht op consumptie en levensonderhoud van de bevolking. In deze nota wordt gekozen voor de enge (ofwel sectorale) benadering van het beleidsveld economie, waarmee de nadruk komt te liggen op de ondernemers in de gemeente en niet op het bredere sociaal-economisch kader. Beleidsonderwerpen waar economie een belangrijke relatie mee heeft zoals verkeer en vervoer, onderwijs en woningmarkt worden daarom niet behandeld in deze nota. De voornaamste reden voor deze keuze is de overzichtelijkheid en uitvoerbaarheid van de nota. Daarnaast worden deze beleidsonderwerpen al behandeld in andere beleidsnota s. Een behandeling van deze onderwerpen in deze beleidsnota zou daarom geen meerwaarde opleveren. Wanneer de verschillende beleidsvelden elkaar raken, zal afstemming gezocht worden door de verschillende beleidsmedewerkers en uitvoerders. 1.4.2 Doelstelling van de nota Naast het benoemen van de reikwijdte van de nota is ook de doelstelling van de nota van belang. De doelstelling van de nota is als volgt geformuleerd: Doelstelling: Het ondernemersklimaat in Westvoorne aanzienlijk verbeteren. Hoewel de doelstelling niet SMART geformuleerd is, is deze wel meetbaar te maken. In een rapport uit 2011 van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en MKB 9

Nederland genaamd MKB vriendelijkste gemeente van Nederland is onderzoek gedaan naar de tevredenheid van ondernemers over hun gemeente. Dit onderzoek wordt elke twee jaar herhaald. Gemeente Westvoorne stond in 2011 op plaats 367 van de 418 gemeenten (59 e van de 72 Zuid-Hollandse gemeenten) en staat daarmee erg laag. De ambitie is om in 2015, wanneer een groot deel van deze nota uitgevoerd moet zijn, minstens bij de bovenste helft van de ranglijst te horen. In de vele gesprekken die met ondernemers in Westvoorne gevoerd zijn ter voorbereiding van de nota, kwamen naast de positieve ook een aantal minder positieve geluiden naar voren over het ondernemersklimaat in Westvoorne. Naar verluid heeft dit in sommige gevallen geleid tot het wegtrekken van ondernemers of het afblazen van investeringen. Dit zijn zorgelijke signalen. Zeker in deze periode van bezuinigingen en een terugtrekkende overheid komt het investeringsvraagstuk steeds meer bij ondernemers te liggen. Daarom is deze nota erop gericht om de relatie tussen de overheid en de ondernemers te verbeteren. Met als doel dat de ondernemers graag ondernemen in Westvoorne en willen investeren in de gemeente en in de regio. De gemeente moet een gewilde plek zijn, niet alleen voor de burgers, maar ook voor de ondernemers. Door ruimte te geven aan ondernemerschap kan de gemeente de werkgelegenheid stimuleren. Het volgende citaat uit het manifest Dreigende krimp rond de haven van de Kamer van Koophandel Rotterdam geeft het belang van een vitaal bedrijfsleven weer: Een gemeente met een gezond bedrijfsleven maakt meer kans op goede voorzieningen voor haar bewoners dan een gemeente die te maken heeft met een zieltogend bedrijfsleven. Hoe meer goed verdienende inwoners in een gemeente werk vinden, hoe groter de kans dat deze werknemers hun geld in de winkels en andere voorzieningen in die gemeente besteden. Dat houdt het bedrijfsleven vitaal. En een gezond bedrijfsleven sponsort verenigingen en evenementen in de eigen gemeente omdat de medewerkers daar indirect van profiteren. Ook is het voor een gemeente belangrijk om buiten de eigen grenzen bekend te staan als actieve gemeenschap van burgers en bedrijven. Een slimme gemeente zorgt daarom, juist in tijden van crisis, voor een goed vestigingsklimaat. Daarmee haalt zij eerder nieuwe bedrijven en dus ook werkgelegenheid binnen. 1.4.3 Ambitie van de nota De nota gaat uit van het stimuleren van ondernemerschap. De beleidslijnen uit de nota zijn er op gericht om duidelijke kaders te scheppen voor ondernemers om in te kunnen ondernemen. De nota geeft ontwikkelrichtingen aan waaruit projecten kunnen ontstaan. Als ondernemers willen investeren, dan is het belangrijk dat zij zekerheid hebben over het beleid van de lokale overheden. Duidelijke kaders en een toekomstvisie van de overheid zijn daarvoor erg belangrijk. Deze nota is er op gericht om deze kaders en visies (vaak per economische sector) te ontwikkelen. Het resultaat hiervan kan door de ondernemers gebruikt worden als ijkpunt voor hun investeringen en ontwikkelingen. De intentie is niet dat de gemeente meer gaat doen dan van een overheidsinstantie verwacht kan worden. De verantwoordelijkheid voor het ondernemen en investeren blijft vooral bij de ondernemers liggen. De nota geeft duidelijke kaders aan waarbinnen ideeën zich kunnen ontplooien. Hierdoor is de nota niet heel concreet. Dit is ook niet mogelijk omdat de overheid voor de realisatie van doelstellingen voor een groot deel afhankelijk is van private ideeën en initiatieven. Door deze externe afhankelijkheid is het niet wenselijk om ontwikkelrichtingen te nauw te definiëren. 10

1.5 Leeswijzer De nota start in hoofdstuk 2 met een cijfermatig overzicht van de economie van gemeente Westvoorne. Zowel de bevolkingsopbouw, de werkgelegenheid als de lokale economie komen hierin aan bod. In Hoofdstuk 3 wordt het regionale economische beleid behandeld. Het economisch beleid van hogere overheden is vaak kaderstellend voor het beleid dat een gemeente kan voeren. Daarom worden deze kaders eerst neergezet. Het hoofdstuk begint met de hoogste bestuurslaag, het Rijk, en bouwt zo af tot aan het samenwerkingsverband van de gemeenten op het eiland Voorne-Putten. De rest van de nota is ingedeeld op basis van de verschillende economische clusters die in Westvoorne aanwezig zijn. Per hoofdstuk wordt een sector behandeld. In sommige hoofdstukken wordt extra aandacht besteed aan belangrijke subcategorieën binnen die sector. De nota wordt afgesloten met hoofdstuk 9. In dit hoofdstuk is ook een risicoparagraaf opgenomen. Het gaat om de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 4 Toerisme en Recreatie o 4.1 Horeca Hoofdstuk 5 Landelijke gebied o 5.1 Agrarisch cluster Hoofdstuk 6 Bedrijventerreinen o 6.1 Beschrijving terreinen o 6.2 Economische Effect Rapportage (EER) o 6.3 Uitbreidingen en ontwikkelingen Hoofdstuk 7 Detailhandel o 7.1 Detailhandelsvisie Westvoorne o 7.2 Ambulante handel Hoofdstuk 8 Overige werklocaties o 8.1 ZZP ers o 8.2 Private zorginstellingen Hoofdstuk 9 Afsluiting o 9.1 Risicoparagraaf Per (sub)sector zal een beschouwing gegeven worden van de huidige economische stand van zaken binnen dit gebied. Elke beschouwing wordt afgesloten met de paragraaf ontwikkelrichting. Onder dit kopje worden de gewenste ontwikkelingen voor de lange termijn weergegeven. De hoofdpunten worden weergegeven als beleidslijnen. De beleidslijnen zijn de concrete doelen die de gemeente zich heeft gesteld tot en met 2015. In het actieplan van bijlage 1 worden de beleidslijnen concreter uitgewerkt en weggezet in de tijd. Bijlage 2 geeft een overzicht van alle overleggen die gevoerd zijn om tot deze nota te komen. 11

Hoofdstuk 2. Economie in beeld In dit hoofdstuk wordt het economische beeld van Westvoorne geschetst. Op deze manier wordt de context neergezet waarin het economische programma van de gemeente past. Op basis van deze gegevens en het toekomstperspectief wordt het economische beleid ontwikkeld. De belangrijkste bronnen voor deze gegevens zijn het recente woningmarktonderzoek van Stec Groep, de Economische Monitor Voorne-Putten die in 2010 ontwikkeld is in opdracht van het SVP en een onderzoek van I&O Research uit 2012 naar de economie in Westvoorne. Paragraaf 2.1 geeft een overzicht van de bevolkingsopbouw en de prognose voor de komende jaren. Paragraaf 2.2 gaat in op de werkgelegenheid in de gemeente. De laatste paragraaf gaat in op de lokale economie. 2.1 Bevolkingsopbouw Gemeente Westvoorne ligt in een krimpregio wat betreft inwonersaantallen. Op het gehele eiland Voorne-Putten lopen de inwonersaantallen terug, Westvoorne is hier geen uitzondering op. Onderstaande tabel geeft een goed overzicht van het teruglopende inwonersaantal. administratieve bevolkingsgroei bevolking op 1 januari Geboorteoverschot vestigingsoverschot exclusief correcties correcties 2005 14.243 8-24 -3-19 2006 14.224-44 -51-1 -96 2007 14.128-31 -23 10-44 2008 14.084-20 -31-2 -53 2009 14.031-39 63 2 26 2010 14.057-57 -10 2-65 gemiddeld -31-13 1-42 Bron: CBS (2011) Tussen 2005 en 2010 kromp de bevolking gemiddeld met 42 personen per jaar. Onderstaand figuur laat de ontwikkelingen voor de kernen Oostvoorne en Rockanje zien. Hieruit valt op te maken dat de bevolkingsdaling voornamelijk in Rockanje plaatsvindt. Een versterking van de lokale economie kan meehelpen om deze trend om te keren. Bevolkingsontwikkeling per kern Jaarlijkse bevolkingsontwikkeling per kern Bron: CBS (2011) Bron: CBS (2011) 12

Op basis van de gegevens van Primos (2011) zal het aantal huishoudens tot 2016 blijven groeien. Daarna daalt het aantal huishoudens rond 2020 tot het huidige aantal van circa 6.100 huishoudens om daarna vervolgens verder af te nemen. Dit kan voor een deel verklaard worden door de veranderende samenstelling van de huishoudens. De verandering leidt vooral tot veel senioren, tussen 2012 en 2022 komen er circa 300 alleenstaande en paren van 75 jaar en ouder bij. De afname zit zowel in het aantal alleenstaanden en paren tussen de 55 en 74 jaar (na 2017) en in het aantal gezinnen (aantal gezinnen neemt op dit moment al af). Bron: Primos (2011) Voorne-Putten staat bekend als anticipeerregio. Dit houdt in dat de verwachting is dat het bevolkingsaantal op het eiland de komende jaren gaat dalen. In Westvoorne is deze trend al een beetje zichtbaar. De komst van de Tweede Maasvlakte (verwachtte ingebruikstelling is 2015) biedt een kans om deze trend deels te verzachten. Onderstaande tabel is afkomstig van het woningmarktonderzoek en geeft een goed beeld van de verwachte effecten van de Tweede Maasvlakte qua werkgelegenheid en bevolkingsgroei. De rode cirkel geeft aan dat de prognose is dat 150 tot 300 nieuwe werknemers van de Tweede Maasvlakte met hun gezin naar Westvoorne zullen verhuizen. beschrijving aandeel tot 2020 2020-2030 aantal directe en indirecte banen Tweede Maasvlakte tot 2020 directe indirecte banen 3.300 3.300-5.000 6.600-8.300 2.900 2.900-4.400 5.800-7.300 aandeel hoogopgeleiden 30% van totaal aantal 2.000-2.500 1.700-2.200 banen aandeel hoogopgeleiden circa 40% 800-1.000 700-900 Tweede Maasvlakte die niet in de buurt wonen aandeel hoogopgeleiden dat 40 tot 65% 300 tot 650 300-600 bereid is om te verhuizen scenario 50% kiest voor Westvoorne 150-300 150-300 Bron: Woningmarktanalyse De Drenkeling, Stec Groep (2012) Het gestandaardiseerde inkomen per huishouden is in Westvoorne hoger dan in de rest van Voorne-Putten, en zelfs Nederland. Gemiddeld verdient een huishouden in Westvoorne 29.000 (in 2007) ten opzichte van 25.500 op Voorne-Putten en 23.300 in heel Nederland. Onderstaand figuur geeft hier een goed beeld van. Westvoorne heeft relatief veel huishoudens met een inkomen tussen de 8 e (hoger dan 36.600) en 10 e 10% groep. Uit deze kerngegevens ontstaat het beeld dat de Westvoornse bevolking voornamelijk is opgebouwd uit een oudere, hoogopgeleide en goed verdienende bevolking. 13

2.2 Werkgelegenheid In 2009 bestond de beroepsbevolking (iedereen tussen de 15 en 65 jaar die in staat is om te werken) in gemeente Westvoorne uit 5900 personen. In vergelijking tot 2005 (8400 personen) is dit een afname van 29,8%. Deze scherpe daling is (deels) te verklaren door de vergrijzing en ontgroening (jongeren en starters trekken weg naar andere gemeenten om te wonen) van de bevolkingsopbouw van de gemeente. De netto arbeidsparticipatie bedraagt 67%, dit is een lichte stijging ten opzichte van 2005 met 2%. Dit houdt in dat 67% van de beroepsbevolking ook daadwerkelijk betaald werk verricht. Dat komt neer op 3953 personen. In de onderstaande tabel zijn de resultaten uit een pendelonderzoek van de provincie (2009) weergegeven. Deze tabel geeft de gemeenten weer waar de inwoners van Westvoorne werken. Werklocatie Percentage Bernisse 0.9% Brielle 5.7% Hellevoetsluis 6.6% Spijkenisse 7.2% Westvoorne 35.6% Totaal Voorne-Putten 55.8% Rotterdam 30.1% Overig Zuid-Holland 14.1% Totaal 100% Bron: Pendelonderzoek (Provincie Zuid-Holland, 2009) I&O Research gaat in hun onderzoek naar de lokale economie van Westvoorne ook in op de pendelgegevens van Westvoorne. Zij berekenen dit aan de hand van de werkgelegenheidsfunctie. De werkgelegenheidsfunctie geeft aan of een gemeente meer een werk- of een woongebied is. Het wordt berekend door de werkgelegenheid te delen door het aantal inwoners tussen de 15 en 65 jaar. Een hoge functie betekent dat de werkgelegenheid groter is dan de beroepsbevolking, dit duidt op een inkomende pendel. Als de werkgelegenheid kleiner is dan de beroepsbevolking, dan zal een deel van de bevolking elders een baan moeten zoeken (een uitgaande pendelstroom). Gemeente Westvoorne heeft een lage werkgelegenheidsfunctie, circa 36 procent. Zoals te verwachten heeft een relatief kleine gemeente als Westvoorne meer uitgaande dan inkomende pendel. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met het pendelonderzoek van de provincie uit 2009. Het aanbod van het aantal banen binnen de gemeente is in de periode 2005-2009 blijven schommelen tussen de 3200 en 3300 arbeidsplaatsen. Ongeveer 36% van de werkzame beroepsbevolking van Westvoorne is werkzaam in de eigen gemeente, in 2009 kwam dit neer op circa 1500 inwoners. Het merendeel van de werkende inwoners van Westvoorne (circa 2500) werkt dus buiten de gemeente. Als inwoners van Westvoorne elders werken, is dat vooral in Rotterdam (circa 1300 inwoners, dit is inclusief het gehele havengebied), Hellevoetsluis (circa 500 inwoners), Brielle en Spijkenisse (beide circa 300 inwoners). Verder wordt er door kleine aantallen inwoners gependeld tussen Westvoorne en Middelharnis, 14

Schiedam, Rozenburg, Bernisse, Maassluis, Goedereede, Capelle aan den IJssel en Den Haag. Daarnaast kan er gekeken worden naar de inkomende pendel. 1500 inwoners werken in Westvoorne, dit betekent dat circa 1700 banen in de gemeente ingevuld worden door werknemers van buiten de gemeente. Uit de Economische Monitor blijkt dat de meeste werknemers uit Hellevoetsluis komen (circa 375) en op de voet gevolgd door Brielle (circa 300 werknemers). Verder komen er circa 150 werknemers uit Spijkenisse en ongeveer 100 uit Bernisse. Dit is een totaal meer dan 900 personen die wonen op Voorne-Putten en werkzaam zijn in Westvoorne. Dit houdt in dat er nog aanzienlijk veel werknemers afkomstig zijn van andere locaties. Hierbij valt vooral te denken aan gemeente Rotterdam (voornamelijk Rozenburg en Hoogvliet) en de zuidelijkere eilanden (voornamelijk Goeree-Overflakkee). 2.3 Lokale economie In 2012 heeft het onderzoeksbureau I&O Research in opdracht van de gemeente een onderzoek verricht naar de lokale economie van Westvoorne. In deze paragraaf worden de gemeentebrede resultaten beschreven. In de volgende hoofdstukken worden de resultaten per economische sector beschreven. In totaal telt de gemeente Westvoorne in 2011 719 vestigingen en 3.355 banen. Uit het onderzoek blijkt ook dat er 325 zelfstandige zonder personeel (ZZP ers) actief zijn in de gemeente. Dit houdt in dat er 394 bedrijven met personeel gevestigd zijn in Westvoorne. De zakelijke dienstverlening is in de periode 2007-2011 relatief hard gegroeid, zowel qua vestigingen als werkgelegenheid. Ook de sectoren groot- en detailhandel en de zorg zijn gegroeid. De werkgelegenheid in de landbouw is absoluut gezien het sterkst afgenomen. In de bouwsector, waar het aantal vestigingen is toegenomen en het aantal banen afgenomen, is de landelijke trend zichtbaar van verzelfstandiging van bouwpersoneel. In de onderstaande tabel wordt het aantal vestigingen en banen per sector weergegeven, evenals de ontwikkeling hiervan in de periode 2007-2011. Sectoren Vestigingen 2011 Banen 2011 Vestigingen 07-11 Banen 07-11 Landbouw 98 420-3 -302 Industrie 29 138 5 4 Bouwnijverheid 60 197 7-19 Groot- en detailhandel 155 716 11 92 Vervoer en opslag 19 156-5 10 Horeca 50 325-2 10 Informatie en communicatie 12 24 2 4 Zakelijke dienstverlening 143 412 31 101 Overheid en onderwijs 26 303 0-19 Zorg 56 521 18 26 Cultuur, sport en recreatie 22 50 6 5 Overige dienstverlening 49 93 3 2 Totaal 719 3.355 73-86 Bron: Economisch Inzicht Westvoorne (I&O Research, 2012) De sector groot- en detailhandel is, zowel wat betreft de bedrijvigheid als de werkgelegenheid, de grootste in Westvoorne. Andere sectoren die voor veel werkgelegenheid zorgen zijn de zorg, de zakelijke dienstensector en de landbouw. De zorg en de overheid- en onderwijssector verzorgen veel banen met relatief weinig vestigingen. Voor de zakelijke dienstverlening geldt juist dat er veel kleine vestigingen actief zijn, 15

waaronder veel (ZZP ers). Onderstaand figuur geeft de verschillende aandelen qua werkgelegenheid en vestigingen van de sectoren in de economie weer. 25% 20% vestigingen banen 15% 10% 5% 0% Overige dienstverlening Cult uur, sport en recreatie Zorg Overheid en onderwijs Zakelijke dienstverlening Informatie en communi cati e Horeca Vervoer en opslag Groot- en detai lhandel Bouwni j verhei d Industrie Landbouw Bron: Economisch Inzicht Westvoorne (I&O Research, 2012) Het laatste figuur geeft de ontwikkeling van het totaal aantal banen en vestigingen weer in Westvoorne in de periode 2007-2011. Vanaf 2008 is de werkgelegenheid in de gemeente gekrompen. In 2010 is weer een lichte toename waar te nemen. De groei van het aantal vestigingen is in 2009 gestagneerd, om in 2010 weer toe te nemen. Deze tendens ligt in lijn met de landelijke ontwikkelingen. Index werkgelegenheid en vestigingen Westvoorne (2007=100) 120 115 110 105 100 95 90 vestigingen banen 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: Economisch Inzicht Westvoorne (I&O Research, 2012) 16

Hoofdstuk 3. De regio In hoofdstuk drie wordt een overzicht gegeven van het economische beleid van de hogere bestuurslagen en daardoor kaderstellend is voor het economische beleid van de gemeente. Het hoofdstuk is ingedeeld in drie paragrafen. Elke paragraaf behandelt een aparte bestuurslaag. Paragraaf 3.1 gaat in op het beleid van het hoogste bestuursorgaan, het Rijk. In paragraaf 3.2 worden vervolgens de verschillende bovenregionale bestuursorganen behandeld, de Provincie, de Zuidvleugel en de Metropoolregio. In paragraaf 3.3 wordt afsluitend de samenwerking op het eiland Voorne-Putten beschreven. 3.1 Het Rijk Het Rijk is het hoogste bestuursorgaan in Nederland. Op het gebied van economie is voornamelijk het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) actief. De strategie tijdens het kabinet Rutte I van het ministerie is samen te vatten in onderstaande punten. De afspraken in het regeerakkoord van Rutte II wijzen op een continuering van dit beleid. Een concurrerend ondernemingsklimaat. Bijvoorbeeld door minder en betere regels en een ondernemend fiscaal beleid; Gericht beleid voor innovatie en ondernemerschap, zodat bedrijven gesteund worden daar waar dat echt nodig is. EL&I is daarbij hét overheidsloket voor bedrijven op het terrein van innovatie, export en financiering. Topgebieden, zoals de chemie, water en energie krijgen daarbij extra aandacht door het scheppen van de juiste voorwaarden; Een agrofoodsector van wereldformaat. Door investeringen in innovatie en verduurzaming wordt die positie verder versterkt; Energie die schoon is en zeker blijft stromen. Schone energie is niet alleen noodzaak het is tevens een prachtig exportproduct; Ondernemen met oog voor de natuur en dierenwelzijn. Zo ontstaat evenwicht tussen economie en ecologie. Deze strategie heeft geleid tot twee sporen. Ten eerste heeft het ministerie een topsectorenbeleid opgesteld. De volgende topsectoren worden onderscheiden: agrofood, tuinbouw en uitgangsmaterialen, high tech, energie, logistiek, creatieve industrie, life sciences, chemie en water. Dit zijn sectoren waarin Nederland wereldwijd sterk is en waarvoor het Rijk extra aandacht heeft. Kabinet Rutte II gaat verder met het uitbouwen van het topsectorenbeleid. Ten tweede wordt geprobeerd het ondernemersklimaat voor het MKB te verbeteren. Dit wordt voornamelijk gedaan door middel van regeldruk vermindering en lastenverlichting voor ondernemers. Naast het stimuleringsbeleid van het Rijk, is er ook rijksbeleid en wetten waaraan de gemeente zich te houden heeft. Een recent voorbeeld hiervan is de wijziging van de Winkeltijdenwet waardoor de lokale winkeltijdenverordening in 2011 aangepast moest worden. 3.1.1 Ontwikkelrichting Wat betreft de economische strategie vanuit het Rijk, zijn er weinig interessante ontwikkelingen voor de ondernemers in Westvoorne. Het topsectorenbeleid is tot nu toe voornamelijk gericht op de grotere bedrijven en instellingen. Tot op heden is niet bekend in welke mate MKB bedrijven (alle bedrijven in Westvoorne vallen in deze categorie) kunnen profiteren van dit beleid. Daarom worden de initiatieven voor het stimuleren van het 17

ondernemersklimaat gevolgd en indien nodig zal de gemeente hierop inspelen. Het kabinet Rutte II zit op het moment van schrijven te kort om nieuw beleid ontwikkeld te hebben. 3.2 Bovenregionaal Er zijn verschillende bovenregionale organisaties actief die relevant zijn voor het beleidsveld economie. Ten eerste de Provincie (3.2.1) en als tweede de Metropoolregio (3.2.2). Onder het laatste kopje wordt ook De Zuidvleugel en de Stadsregio Rotterdam - Rijnmond geschaard. 3.2.1 Provincie Zuid-Holland De belangrijkste wettelijke taak van de Provincie ligt op het gebied van ruimtelijke ordening. Door middel van de Provinciale Structuurvisie (PSV) geeft de provincie sturing aan de ruimtelijke ontwikkelingen in de verschillende gemeenten. Daarnaast heeft de provincie een eigen economische beleidsvisie. Met het ruimtelijke beleid stuurt de provincie op een optimaal gebruik van de ruimte voor bedrijvigheid. Er komen in principe geen nieuwe bedrijventerreinen, het accent ligt op herstructurering en gebruiksintensivering. Mobiliteit, innovatie en duurzame herstructurering hebben hierbij bijzondere aandacht. Daarnaast heeft de provincie nadrukkelijk aandacht voor leegstand van kantoren. Het versterken van de greenports is gericht op de realisatie en het behoud van het areaal binnen de concentratiegebieden (glastuinbouw, bollenteelt en boomteelt). In het Hoofdlijnenakkoord 2011 2015: Zuid-Holland verbindt en geeft ruimte is economie als een van de prioritaire opgaven benoemd. In dit akkoord sluit de provincie aan bij het topsectoren beleid van het Rijk. De provincie zet vooral in op verdere versterking van internationaal concurrerende en stuwende economische clusters zoals Medical Delta, water- /deltatechnologie, greenports en biochemie. In de Beleidsagenda Regionale Economie en Energie 2012-2015 is het hoofdlijnenakkoord voor deze onderwerpen verder uitgewerkt. 3.2.2 Metropoolregio/ Zuidvleugel Gemeente Westvoorne is onderdeel van de Stadsregio Rotterdam - Rijnmond. De Stadsregio is een samenwerkingsverband van 15 gemeenten in het Rijnmond gebied. De Stadsregio is een gemeenschappelijke regeling die is opgezet door middel van de WGR+ wetgeving. Begin 2012 heeft de Tweede Kamer besloten om deze wetgeving per 1 januari 2013 stop te zetten waardoor de basis van de Stadsregio wegvalt. Daarom is er voor gekozen om per 1 januari 2013 samen te gaan met het Stadsgewest Haaglanden in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Na de val van het Kabinet Rutte I is dit wetsvoorstel controversieel verklaard waardoor het afschaffen van de WGR+ regeling uitgesteld is. Hiermee is de druk achter het oprichten van de Metropoolregio verdwenen. Het regeerakkoord van het kabinet Rutte gaat niet in op de toekomst van de Metropoolregio. De overheden die het proces van de oprichting trokken hebben echter besloten het initiatief in eigen hand te houden en door te gaan met de oprichting van de Metropoolregio. Momenteel wordt er op gericht om in 2014 van start te gaan. Alle topsectoren die door het Rijk benoemd zijn, hebben een kern in de Metropoolregio. De Rotterdamse en Haagse regio vullen elkaar goed aan en kunnen samen een compleet vestigingsmilieu bieden aan bedrijven uit alle sectoren. Die complementariteit wil de Metropoolregio benutten om de potentie voor economische groei duurzaam te verzilveren. De overkoepelende economische visie voor de Metropoolregio wordt inhoudelijk gevormd door de Economische Agenda Zuidvleugel 2012 2015 (EAZ) die Rotterdam, Den Haag en de provincie Zuid-Holland hebben opgesteld, in afstemming met Delft, Leiden en de Drechtsteden. Deze agenda sluit aan op de nationale topsectoren. De activiteiten in de economische pijler van de MRDH dragen direct en indirect bij aan de verwezenlijking van de 18

EAZ. Direct door de aandacht voor eenduidige promotie en acquisitie, indirect door gerichte verbetering van het vestigingsklimaat. Om de noodzakelijke economische groei zeker te stellen worden voor de metropoolregio specifieke economische taken onderscheiden ter versterking van het vestigingsklimaat. Het gaat dan om eenduidige promotie en acquisitie, en afstemming op het gebied van werklocaties (kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en leisure). De 24 gemeenten in het metropoolgebied werken vanuit eigen kracht samen aan de uitvoering van deze agenda, samen met de provincie Zuid-Holland. De samenwerking is per onderwerp op maat gemaakt: het gaat over afstemmen en kennisdelen, over gezamenlijke projecten, of de gezamenlijke uitvoering van economische taken. Daarbij is per onderwerp niet elke gemeente in gelijke mate betrokken: de samenwerking betreft een bepaald gebied binnen de metropoolregio, wordt thematisch aangevlogen of betreft het hele metropoolgebied. Vanzelfsprekend zijn waar nodig partners van buiten de MRDH betrokken. 3.2.1 Ontwikkelrichting De ontwikkelingen bij de Provincie en de Metropoolregio zullen aandachtig gevolgd worden door de gemeente. Gezien de focus op topsectoren en economische clusters zal dit niet snel invloed hebben op de economie van Westvoorne. Dit beleid richt zich op sectoren die niet op grote schaal in Westvoorne aanwezig zijn. Mogelijk dat individuele bedrijven wel aansluiting kunnen vinden bij dit beleid. Indien gewenst kan de gemeente op aanvraag hier ondersteuning bij bieden. Daarnaast zal Westvoorne actief meedoen in de vraagstukken over regionale afstemming en herstructurering. Voornamelijk op het gebied van afstemming en promotie voor leisure liggen er belangen en mogelijkheden voor de gemeente. 3.3 Samenwerking Voorne-Putten (SVP) Op het niveau van Voorne-Putten wordt samengewerkt in de Samenwerking Voorne-Putten (SVP). In het SVP wordt over verschillende beleidsvelden gesproken, waaronder economie en recreatie en toerisme. Voor beide onderwerpen is een portefeuillehoudersoverleg waarin de overkoepelende onderwerpen besproken worden. Voor beide onderwerpen gaat aan het bestuurlijk overleg een ambtelijke werkgroep vooraf die de onderwerpen inhoudelijk voorbereidt. 3.3.1 Economie Intensievere samenwerking op het gebied van economie is één van de speerpunten van het SVP. De ambtelijke werkgroep komt eens in de zes weken bij elkaar, tijdens dit overleg wordt iedereen bijgepraat over de economische ontwikkelingen in de verschillende gemeente. Indien nodig wordt gezocht naar afstemming tussen de ontwikkelingen. Grensoverschrijdende onderwerpen worden in gezamenlijkheid opgepakt. Het overleg heeft geleid tot de volgende twee deelprojecten: Economische Monitor voor Voorne-Putten: De Economische Monitor is in 2010 gerealiseerd. De monitor geeft een goed beeld van de economie op Voorne-Putten en per gemeente. Naast de papieren versie bestaat een interactieve site waarop de gegevens opgevraagd kunnen worden. De monitor is in 2011 bijgewerkt, dit zal in 2013 weer gebeuren. Regionale bedrijventerreinen: Op Voorne-Putten staan drie regionale bedrijventerreinen in de planning, namelijk Kickersbloem 3, Brielle-ster en Bernisse-ster. Om te voorkomen dat de terreinen tegelijk worden aangelegd waardoor er onderlinge concurrentie ontstaat, is de werkgroep opgezet om tot afstemming te komen. Afgesproken is dat Kickersbloem 3 19

als eerste ontwikkeld wordt. De andere terreinen worden verder in de toekomst pas ontwikkeld. 3.3.2 Toerisme en Recreatie (T&R) De overleggen op het gebied van toerisme en recreatie volgen dezelfde structuur als de overleggen voor economie. De basis voor de ontwikkelingen op T&R gebied is het Masterplan Recreatie & Toerisme Voorne-Putten/Rozenburg uit 2001. Maar ook het Convenant Stimulering Toerisme Voorne-Putten/Rozenburg 2008 2011 is een belangrijke leidraad. De belangrijkste visie uit het Masterplan is om te komen tot een Park-Eiland. De filosofie hierachter is dat Voorne-Putten als geheel een aantrekkelijke locatie is voor toeristen en recreanten. Daarom moeten de vijf gemeenten zich meer als geheel gaan presenteren. De verdere uitvoering van het plan is tot 2010 stil blijven liggen, maar de visie van het Park- Eiland werd nog steeds breed ondersteund. In 2010 is dit plan daarom weer actief opgepakt en worden verschillende voorstellen uitgewerkt. De vernieuwde doelstellingen worden weergegeven in de notitie Toerisme en Recreatie van het SVP van begin 2011. Begin 2012 is deze notitie uitgewerkt in een regionaal werkplan. De drie hoofdthema s zijn promotie (branding en marketing), afstemming (intensievere samenwerking) en kansen (in de markt en voor de overheid). Vanuit dit werkplan worden zowel grote projecten zoals een regionale marketing voor het eiland als kleine projecten zoals de ontwikkeling van vijf toeristische overstap punten (TOP s) op het eiland opgepakt. 3.3.3 Ontwikkelrichting Op economisch gebied zal de gemeente zich blijven inzetten voor een betere regionale samenwerking. De goede afstemming voor de regionale bedrijventerreinen kan hierbij als voorbeeld dienen. Op dit onderwerp is het gelukt constructieve afspraken te maken (eerst ontwikkeling en uitgifte Kickersbloem 3, de andere regionale bedrijventerreinen volgen later; zie paragraaf 3.3.1). Het doel is om te komen tot een breed gedragen strategische economische agenda voor het eiland Voorne-Putten. Deze agenda moet de basis zijn voor de samenwerking van de komende jaren. In deze agenda moeten de ambities en doelen voor de regionale economie op middenlange termijn verwoord worden. Momenteel zijn er veel regionale ontwikkelingen met een economisch raakvlak, waaronder de anticipeerregio en de vergrijzing. Daarnaast zijn er een aantal regionale bestuurlijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld oprichting Metropoolregio) waar Voorne-Putten zich beter kan profileren met een breed gedragen strategische agenda. In deze agenda moeten ook keuzes gemaakt worden welke onderwerpen het beste regionaal opgepakt kunnen worden en welke lokaal. Beleidslijn 1. De gemeente zet zich in om tot een breed gedragen strategische economische agenda voor Voorne-Putten te komen. Een belangrijke ontwikkeling voor de toekomst is de komst van de Tweede Maasvlakte. De komst hiervan geeft mooie kansen voor Voorne-Putten. Naast extra werkgelegenheid en een mogelijke vraagstijging naar woningen op Voorne-Putten, brengt de Tweede Maasvlakte ook ondersteunende bedrijvigheid mee dat zich wil vestigen op of in de buurt van de Tweede Maasvlakte. Hierbij moet gedacht worden aan bedrijven waarvoor het wenselijk is om in de buurt van het havengebied gevestigd te zijn, maar niet noodzakelijk ín het havengebied. Een voorbeeld hiervan is een bedrijf dat gespecialiseerd is in spoedreparaties van zeecontainers. De directeur van Deltalinqs en het Havenbedrijf hebben inmiddels aangegeven graag in gesprek te gaan met de gemeenten op Voorne-Putten om te praten over de mogelijke vestiging van bedrijven. Voor de gemeenten op Voorne-Putten ligt hier een kans om ervoor 20

te zorgen dat deze bedrijven zich op Voorne-Putten vestigen. Dit kan een positief effect hebben op de lokale werkgelegenheid en vermindert de hoeveelheid forenzen op het eiland. Westvoorne zal zich daarom inspannen om een gezamenlijke acquisitie voor deze nieuwe bedrijvigheid vanuit de Tweede Maasvlakte op te zetten. De voorkeur gaat uit voor een gezamenlijke acquisitie omdat Westvoorne als afzonderlijke gemeente niet veel (uitbreidings)mogelijkheden te bieden heeft aan bedrijven op de Tweede Maasvlakte. Als eiland kan een vollediger pakket aangeboden worden qua vestigingsmogelijkheden en bedrijfsruimte. Wanneer de overige SVP gemeenten hier niet in meegaan, zal Westvoorne een eigen acquisitieplan opstellen. Beleidslijn 2. De gemeente zet zich in voor een gezamenlijke acquisitie met de andere SVP gemeenten om dienstverlenende en ondersteunende bedrijven ten behoeve van de Tweede Maasvlakte naar Voorne-Putten te halen. Op het gebied van toerisme en recreatie is er tot 2010 relatief weinig gebeurd. De ontwikkelingen op regionaal niveau hebben zich voornamelijk beperkt tot kleine uitvoeringsprojecten zoals thematische fietsroutes. Economisch gezien is vooral de Park- Eiland visie en de daaraan gekoppelde gezamenlijke promotie een interessante ontwikkeling. Naar aanleiding van het regionale werkplan van begin 2012 is in de loop van 2012 actief aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een merk voor Voorne-Putten. Het adviesbureau Hollandspoor begeleidt dit traject en begin 2013 wordt een eindrapport verwacht. Westvoorne zal zich de komende jaren blijven inzetten om de Park-Eiland visie verder uit te werken en in te zetten met de andere gemeenten. Een betere promotie van het eiland Voorne-Putten kan een stimulans vormen voor de regionale economie wanneer op deze manier meer toeristen en recreanten aangetrokken worden. Zeker voor de economie van Westvoorne kan dit een grote stimulans zijn, aangezien deze voor een belangrijk deel uit toeristische inkomsten bestaat. Beleidslijn 3. De gemeente zet steviger in op een sterke overkoepelende marketing en promotie van het recreatieve product op Voorne-Putten. 21