Provinciale Staten VOORBLAD



Vergelijkbare documenten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Advies Spoorverbinding Apeldoorn Arnhem

Advies voor directe spoorverbinding Arnhem-Apeldoorn

Advies spoorverbinding Apeldoorn - Arnhem. Bijlagenrapport

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Provinciale Staten VOORBLAD

Agendapunt 4. Vergadering : Bestuurlijk Overleg Verkeer & Vervoer Datum : 12 april 2018 Onderwerp : Spoorcorridor Utrecht Harderwijk Bijlagen : 2

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Provinciale Staten VOORBLAD

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040.

3Generiek Programma. van Eisen HOOFDSTUK 3.4 UITGANGSPUNTEN 3.1 INLEIDING 3.2 EISEN VAN DE OPDRACHTGEVER 3.3 EISEN

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Gedeputeerde Staten verzoeken de leden van Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug. Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

Inhoudsopgave. 1. Aanleiding. 2. Reismogelijkheden. 3. Huidige markt. 4. Mogelijke groei. 5. Infrastructuurgevolgen. 6. Conclusies

provinsje fryslân provincie fryslân

Provinciale Staten VOORBLAD

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

mi ALTIJD NIJMEGEN Onafhankelijke Nijmeegse Partij Zwanenveld RV Nijmegen KvK

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten

Aan de lezer datum 14 mei telefoon (010) betreft* Brochure Hoekse Lijn, Lightrail langs de Nieuwe Waterweg. Geachte heer, mevrouw,

1

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Provinciale Staten VOORBLAD

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

Antwoord 1 Ja. Schiedam Centrum is een van de regionale knooppunten, vergelijkbaar met stations als Rotterdam Blaak en Rotterdam Alexander:

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

REFERENTIE ADRES. Onderwerp Statenbrief: opheffing pilot VERDER-lijn 75 Leusden Amersfoort Noord per 20 juli 2013

Argumenten 1.1 Binnen de randvoorwaarde van soberheid en doelmatigheid is de voorgestelde variant (3B) de best haalbare.

4) Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Gedeputeerde Staten verzoeken Provinciale Staten om: - de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht)

Effecten. Zuidvleugel

N346 Schakel Achterhoek A1 Rondweg Lochem

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Besluit OV SAAL middellange termijn

VOORSTEL TOT VERBETERING VAN DE TREINDIENST IN DE WESTHOEK

Vervoerskundig effect tijdelijk eindpunt centrum Maastricht

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel

OV SAAL MLT. Openbaar Vervoer Schiphol- Amsterdam Almere Lelystad Middellange Termijn

1 Station Mook-Molenhoek

Koersnota tram Vlaanderen Maastricht Bewonersconsultatie 8 oktober 2008 Bas Govers, Goudappel Coffeng

In deze notitie wordt gereageerd op het tracévoorstel van GNR van 9 januari 2014 om de HOV-route langs het ziekenhuis in Hilversum te leiden.

Tweede fase RegioTram

Regionaal OV Toekomstbeeld 2040 Noord-Holland en Flevoland

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

Een toekomstbestendige goederenroute door Oost-Nederland Wat betekent dat voor u?

Bruggen bouwen voor het spoor van de toekomst 29 januari 2013

1. Dienstregeling 2009: aanvullingen op het Ontwerp 2007

: : Mobiliteit : R. T. Reitsma /(058) of

Snelfietsroute Nijmegen-Mook-Cuijk

Adhesiebetuiging elektrificatie Maaslijn

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Notitie Openbaar vervoer Maastricht

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Hoogwaardig Openbaar Vervoer

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010

Agenda. Belgisch en Nederlands Limburg wensbeeld Weert en Cranendonck Overleg met belanghebbende Provincie Limburg Conclusies Vervolg

Overstappen op hoogwaardig OV. HOV-NET Zuid-Holland Noord

Ontsluiting Bedrijventerreinen per OV

Onderwerp: Beter Benutten Vervolg regio Stedendriehoek en Stadsregio Arnhem-Nijmegen

Provinciale Staten VOORBLAD

Impuls voor de Veluwelijn Meer directe verbindingen Groningen en Leeuwarden Utrecht-Zwolle: elk kwartier een intercity

Stadsdienst Apeldoorn

Voorstel aan Stadsregioraad nr

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

2.4 VAN VERVOERSSTROMEN NAAR NETWERKEN.

Dit zijn belangrijke criteria voor de bereikbaarheid van het regionale bedrijventerrein Laarberg.

Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017

Lijnennetvisie OV in de Stadsregio Amsterdam in verandering!

Lijnennetvisie OV in de Stadsregio Amsterdam in verandering!

Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Veelgestelde vragen PHS

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Interne memo. P. Verheijdt Projectleider RB Telefoon /1. Aan Provinciale Staten. Van P. Verheijdt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Burgemeester en wethouders

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

1 6 KAART /11, W

Provinciale Staten VOORBLAD

Economische belang doortrekking A15

Leden van Provinciale Staten. Stand van zaken en proces besluitvorming Planstudie N207 Zuid. Geachte Statenleden,

Vergadering van 17 december 2013 bestemd voor de gemeenteraad

Raadsvragen van het raadslid Eric Leltz, ingevolge artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.

PARKEREN STATIONSOMGEVING DIEREN GEMEENTE RHEDEN. Eindrapport d.d. 8 mei 2013

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen

architectuur stedenbouw landschap

Extra oefenopgaven Deel 1

Openbaar Vervoer in Noordoostpolder Stand van zaken. Datum: Door: Hans Cnossen

De meerwaarde van POW in het gebied tussen Rotterdam en Drechtsteden is veelzijdig:

Datum: 5 november 2013 Portefeuillehouder: De Graaf

Transcriptie:

Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Directe spoorverbinding Arnhem-Apeldoorn PS2012-169 Agendering (advies Griffie) Commissie MIE 14 maart 2012 Provinciale Staten Behandelwijze x Kaderstellen Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) Overleg-/ beslispunten Context Opmerkingen Griffie Openbare samenvatting van GS GS consulteren PS over het volgende door GS voorgenomen besluit: Voort te gaan met de bestuurlijke inspanning om te komen tot realisatie van een directe spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem; Dit gezamenlijk te doen samen met belanghebbende partijen, zijnde de betrokken gemeenten en de stadsregio Arnhem-Nijmegen; De wens voor deze spoorverbinding mee te nemen in de te voeren besprekingen in het kader van PHS; Vooralsnog verschillende opties open te houden en nader uit te werken: kopmaken in Zutphen, Emperboog en de Koningslijn; Opdracht geven tot het opstellen van een Plan van Aanpak voor de nadere uitwerking; Uitgaan van continuering van de rechtstreekse snelbusrelatie Arnhem-Apeldoorn; In overleg met de gemeenten onderzoeken welke maatregelen deze verbinding kunnen versterken. Zie openbare samenvatting GS-besluit. U vindt het advies waar de notitie melding van maakt op het SIS onder PS2012-169. Met het coalitieakkoord Uitdagend Gelderland is de ambitie voor een directe spoorverbinding tussen Arnhem en Apeldoorn hoog op de provinciale agenda geplaatst. Op basis van een open planproces, gesprekken met betrokken partijen en onderzoek heeft het college van GS de volgende conclusies getrokken: een directe spoorlijn tussen Apeldoorn en Arnhem is vervoerkundig realiseerbaar, wel forse investering nodig; een directe verbinding via de Emperboog is vanwege de langere reistijd en het vervallen van de IJsselsprong vervoerkundig duidelijk minder aantrekkelijk dan een alternatief via de Koningslijn (VSM-lijn Apeldoorn-Dieren); het reactiveren van de Koningslijn, zeker indien deze met relatief weinig halten wordt uitgevoerd, is vervoerkundig erg aantrekkelijk, mede omdat nieuwe gebieden als Apeldoorn-Zuid en Eerbeek op het spoor ontsloten kunnen worden; deze optie is nog wel met veel onzekerheden omgeven, zoals spoorwegveiligheid, capaciteit op het bestaande spoor, de positie van VSM, kosten en de ruimtelijke inpassing (woningen, natuur en recreatie).

Het college van GS heeft (voorlopig) besloten vooralsnog verschillende opties open te houden en nader uit te werken: directe verbinding via Zutphen, via de Emperboog en via de Koningslijn. Het college biedt de statencommissie Mobiliteit, Innovatie en Economie aan om op 14 maart 2012 overleg te voeren over haar voornemen. Meer informatie Anneke Henselmans tel. (026) 359 8621 mail: a.henselmans@gelderland.nl GS-besluit: 21 feb. 2012/Ontvangen door Griffie: 21 feb. 2012/Geplaatst op SIS: 21 feb. 2012 2

STATENNOTITIE Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Directe spoorverbinding Arnhem-Apeldoorn HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting Statennotitie: Met het Coalitieakkoord `Uitdagend Gelderland' is de ambitie voor een directe spoorverbinding tussen Arnhem en Apeldoorn hoog op de provinciale agenda geplaatst. Op basis van een open planproces, gesprekken met betrokken partijen en onderzoek heeft ons college de volgende conclusies getrokken: een directe spoorlijn tussen Apeldoorn en Arnhem is vervoerkundig realiseerbaar, wel forse investering nodig; een directe verbinding via de Emperboog is vanwege de langere reistijd en het vervallen van de IJsselsprong vervoerkundig duidelijk minder aantrekkelijk dan een alternatief via de Koningslijn (VSM-lijn Apeldoorn-Dieren); het reactiveren van de Koningslijn, zeker indien deze met relatief weinig halten wordt uitgevoerd, is vervoerkundig erg aantrekkelijk, mede omdat nieuwe gebieden als Apeldoorn-Zuid en Eerbeek op het spoor ontsloten kunnen worden; deze optie is nog wel met veel onzekerheden omgeven, zoals spoorwegveiligheid, capaciteit op het bestaande spoor, de positie van VSM, kosten en de ruimtelijke inpassing. Ons college heeft voorlopig besloten vooralsnog verschillende opties open te houden en nader uit te werken: directe verbinding via Zutphen, via de Emperboog en via de Koningslijn. Voor korte termijn willen wij inzetten op versterken van de buscorridor Apeldoorn-Arnhem. = = = = = Aan de leden van Provinciale Staten Inleiding Coalitieakkoord Uitdagend Gelderland: De directe spoorverbinding tussen Arnhem en Apeldoorn en de verbetering van de spoorlijn Arnhem-Winterswijk moeten worden gerealiseerd" Motie PS Gelderland d.d. 13 april 2011 (aangenomen) PS spreken uit dat een rechtstreekse treinverbinding tussen Arnhem en Apeldoorn noodzakelijk is en verzoeken het college van GS: om deze statenperiode een concreet voorstel voor de realisatie van de rechtstreekse treinverbinding Arnhem-Apeldoorn te komen, inclusief een provinciale bijdrage voor de aanleg van de Emperbocht. Om gehoor te geven aan de genoemde motie en omdat de spoorverbinding een project is dat leeft bij partijen en in de samenleving willen wij uw Staten verzoeken hier overleg over te voeren in de Statencommissie MIE van 14 maart 2012. Inlichtingen bij mw. A. Henselmans, tel. (026) 359 86 21 e-mailadres: post@gelderland.nl

Deze notitie beschrijft de stappen die wij gezet hebben om invulling te geven aan de ambitie voor een directe spoorverbinding. In een open planproces hebben wij als college advies gevraagd aan een brede groep betrokkenen. Gemeenten, vervoerbedrijven, spoorweg-bouwbedrijven, spoorwegbeheerder Prorail en organisaties van belanghebbenden hebben in dit proces in drie ateliers over de haalbaarheid en inrichting van een spoorverbinding tussen Arnhem en Apeldoorn gesproken. Daarnaast hebben verdiepende gesprekken met partijen plaatsgevonden en is in opdracht van en gestuurd door het gezamenlijke overleg nader vervoerkundig en ruimtelijk-economisch onderzoek verricht. Een volledig verslag van deze werkzaamheden en van de ateliers is te vinden in het bijlagenrapport. De betrokken partijen zijn hierdoor tot een gedeeld inzicht gegroeid. De discussie heeft zich gericht op drie kernvragen: - waarom een spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem? - hoe moet een spoorverbinding tussen beide steden lopen? - op welke wijze kunnen wij het beste tot realisatie komen? Verschillende alternatieven als vertrekpunt In voorgaand onderzoek (quickscan uit 2010) zijn verschillende alternatieven voor verbetering van het openbaar vervoer tussen Arnhem en Apeldoorn onderzocht en op basis van een eerste sectorale verkenning gewogen: - verbinding via de A50-corridor - verbinding via Dieren en de Koningslijn (VSM-lijn, Veluwse Stoomtrein Maatschappij) - verbinding via de Emperboog - verbinding via Zutphen ( kopmaken : trein verandert van rijrichting, doorgaande reizigers hoeven niet over te stappen) Destijds is op basis van een eerste verkenning verondersteld dat een rechtstreekse spoorverbinding te geringe vervoerwaarde zou kennen om omvangrijke investeringen te verantwoorden. Genoemde alternatieven zijn als input voor het open planproces gebruikt. Waarom een spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem Versterken van ruimtelijk-economische hoofdstructuur als basis De overtuiging wordt breed gedeeld dat de verbinding tussen Arnhem en Apeldoorn moet worden gezien in een breed netwerkperspectief. De inrichting van de verbinding moet niet alleen gericht zijn op het verbeteren van de relatie tussen de twee steden onderling, maar op het hele netwerk van relaties tussen de steden en kernen in Gelderland. Daarnaast moet de verbinding concreet bijdragen aan het verbeteren van de bereikbaarheid per openbaar vervoer van economische kerngebieden in Arnhem en Apeldoorn. De focus moet daarbij meer dan voorheen gericht zijn op het versterken van bestaande ruimtelijke en economische potenties boven het creëren van nieuwe uitbreidingen. Versterken toeristisch product Een rechtstreekse spoorverbinding tussen Arnhem en Apeldoorn kan ook een belangrijke bijdrage leveren in het versterken van het toeristisch recreatieve product van Gelderland. Locaties voor dagrecreatie in zowel Arnhem (Nationaal Openluchtmuseum, Burgers Zoo) als in Apeldoorn (Apenheul, Paleis Het Loo, Julianatoren, Klimbos) worden onderling verbonden. Mogelijkheden voor fiets- en wandeltochten in de Veluwezoom worden verbeterd. Gekoppeld aan de vele voorzieningen voor verblijfsrecreatie in het gebied levert dit een versterking op van het toeristisch recreatieve product van Gelderland. 2

Hoe moet de spoorverbinding tussen beide steden lopen? Verbinding langs A50 niet realiseerbaar; bus versterken wel Een rechtstreekse spoorverbinding langs de A50 biedt weliswaar de kortste verbinding tussen Arnhem en Apeldoorn, maar vraagt dermate hoge investeringen dat deze als niet realistisch wordt bevonden. Het verbeteren van de bestaande busverbinding is echter wel mogelijk, ook indien op langere termijn een spoorverbinding wordt gerealiseerd. Deze markten zijn in hoge mate aanvullend in plaats van concurrerend. Kans verbeteren busverbinding korte termijn Een optie voor de verbetering van de busverbinding zou kunnen zijn het aanpakken van de doorstromingsproblemen in Arnhem en Apeldoorn. De gemeenten Arnhem en Apeldoorn hebben voor de komende jaren infrastructurele aanpassingen op de planning staan van de wegen in de steden waar de bus gebruik van maakt (Apeldoornseweg en Deventerweg). Wij voeren op dit moment een onderzoek uit op exploitatieniveau naar het verbeteren dan wel clusteren van de verschillende busverbindingen tussen Arnhem en Apeldoorn. Hiermee beogen wij om meer reizigers op deze nu al sterke corridor te vervoeren. Hier doet zich een kans voor om werk met werk te maken en te onderzoeken of de plannen van de gemeenten en onze doelstelling elkaar kunnen versterken. Directe verbinding via de Emperboog, via Zutphen of de Koningslijn (VSM-lijn Dieren-Apeldoorn) Een directe spoorlijn tussen Apeldoorn en Arnhem is vervoerkundig realiseerbaar, waarbij de vervoerwaarde hoger is naarmate de reistijd kan worden beperkt. Een directe verbinding via de Emperboog of via Zutphen ('kopmaken') levert minimale reistijdwinst op en weinig nieuwe reizigers. De meerwaarde van de Emperboog is ook met het komen vervallen van de woningbouwopgave in de IJsselsprong afgenomen. Een directe verbinding via de Koningslijn (via het spoor van de VSM) lijkt, op basis van nieuw onderzoek, een zeer interessante optie. Het reactiveren van de Koningslijn is, zeker indien deze met relatief weinig halten wordt uitgevoerd, vervoerkundig erg aantrekkelijk, mede omdat nieuwe gebieden als Apeldoorn-Zuid en Eerbeek op het spoor ontsloten kunnen worden. Ter vergelijking: de berekende vervoerwaarde op de Koningslijn tussen Eerbeek en Apeldoorn-Zuid is te vergelijken met de huidige vervoerwaarde tussen Amersfoort en Barneveld-Noord op de Valleilijn (bron: nationaal OV model). Onzekerheden Verbinding via Koningslijn lijkt kansrijk, maar er zijn veel onzekerheden. Conclusie is dat vanuit de vervoerkundige inhoud een verbinding via de Koningslijn, met haltering in Apeldoorn-Zuid, Eerbeek, Dieren en mogelijk Velperpoort kansrijk is. Aanvullende maatregelen rond nieuwe stations in Apeldoorn-Zuid en Eerbeek lijken mogelijk en versterken de ruimtelijk-economische structuur van Apeldoorn en de Veluwezoom. Er zijn echter ook belangrijke onzekerheden. Deze betreffen: - de spoorwegveiligheid; - de positie van VSM; - de capaciteit op het bestaande spoor; - de consequenties voor de vervoerconcessie met NS op het samenlooptraject tussen Dieren en Arnhem; - de ruimtelijke inpassing (woningen, natuur en recreatievoorzieningen). In een vervolgaanpak zouden deze risico s nader moeten worden verkend en leiden tot randvoorwaarden aan de uitvoering. 3

Koningslijn: positie gemeente Brummen en VSM van belang Gebruikmaken van de Koningslijn lijkt daarom een interessante optie, die nader zou moeten worden verkend. Vanzelfsprekend speelt hierbij ook het belang van de gemeente Brummen en van de VSM een grote rol; het spoor loopt immers voor een belangrijk deel door de gemeente Brummen en is eigendom van VSM. Gemeente Brummen geeft in een eerste reactie aan kansen te zien, die deze verbinding kan bieden, voor het versterken van het centrumplan in Eerbeek en hier graag over door te praten. Het opnemen van een station in Eerbeek moet daarbij wel uitgangspunt zijn. Ook met de VSM is overleg gevoerd. Voor hen is het kunnen uitvoeren van hun activiteiten vanzelfsprekend van groot belang. Over onderhoud en exploitatie van het spoor in relatie tot de huidige en toekomstige activiteiten van de VSM zal bij nadere uitwerking intensief overleg met de VSM nodig zijn. Kosten Een eerste globale berekening van de kosten voor het geschikt maken van de Koningslijn komen uit op 100 miljoen euro tegenover een raming van 50 miljoen euro voor de realisatie van de Emperboog (onzekerheidsmarge ramingen +/- 40 %). Vervolgonderzoek is nodig om de mogelijkheden voor investering vanuit de publieke partijen te bepalen: in de vorm van een eenmalige bijdrage in de investering, in de vorm van een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie of een combinatie van beide. PHS: Capaciteit knooppunt Arnhem Velperbroek vergroten Om een spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem in welke vorm dan ook mogelijk te maken is het noodzakelijk om de capaciteit van het spoor bij de aansluiting Arnhem Velperbroek te vergroten. Dit project staat in het kader van PHS op de rijksbegroting. De spoorlijn Arnhem- Apeldoorn biedt hiermee een kans om de regionale meerwaarde van PHS voor Gelderland te versterken. PHS vraagt wel een nadere afweging van de diverse regionale ambities op het spoor in relatie tot de capaciteit. In het kader van PHS lopen er nu nog onderzoeken over o.a. maximalisatiegebruik Betuweroute en binnenvaart die moeten leiden tot een keuze medio 2012 voor de goederenroutering door Oost-Nederland. Op welke wijze kunnen wij het beste tot realisatie komen? Markt aan zet Gelet op de vervoerwaarde op de Koningslijn is er feitelijk sprake van een voor marktpartijen interessante verbinding. Deze partijen, vervoerders en bouwers, geven aan geïnteresseerd te zijn in een integrale aanbieding op de Koningslijn: ombouwen van de bestaande lijn met een vervoerconcessie voor een langere periode van een maximale termijn van 22,5 jaar. Marktpartijen geven unaniem aan dat zij verwachten een kostenbesparing van 30 a 40% op de traditionele bouwkosten te kunnen realiseren. Het risico voor de kosten voor investering, beheer en onderhoud moet bij voorkeur bij de partijen zelf worden gelegd in combinatie met het exploitatierisico. Bij voorkeur zouden deze partijen dan ook het beheer (zijnde spoorwegonderhoud en verkeersleiding) in de contractvorm opnemen. De verbinding zou daarmee onder het wettelijk kader van de wet lokaal spoor komen te vallen. In dat geval is de provincie verantwoordelijk, waarbij de Inspectie van Verkeer en Waterstaat (IVW) als toezichthouder optreedt. Dit project vormt een unieke kans voor een pilot met deze werkwijze waarvoor ook in andere situaties belangstelling is van marktpartijen. Kortom, marktpartijen zijn geïnteresseerd om op creatieve en innovatieve manier aan de slag te gaan met de ontwikkeling van de Koningslijn, dit geldt niet voor de Emperboog en het kopmaken in Zutphen daar zien de partijen weinig kansen. 4

Vervolgaanpak Op basis van het resultaat van het open planproces lijkt er ruimvoldoende perspectief te zijn om een vervolg te geven aan de directe verbinding Arnhem-Apeldoorn. Wij achten de volgende stappen voor een vervolgproces denkbaar: - Plan van Aanpak (o.a. proces, planning) - Verkenning (o.a. marktverkenning, kostenraming, effecten, kredietvoorbereiding) - Planvoorbereiding (o.a. MER, inspraak, aanbesteding) Met na elke stap een go/no go moment. Wij streven naar afronding van de kredietvoorbereiding en start planvoorbereiding in deze collegeperiode. In het Plan van Aanpak willen wij uitgaan van een brede projectscope en naast het personenvervoer per trein ook naar de vervoerstromen over de weg tussen Arnhem en Apeldoorn kijken en de mogelijkheden voor goederenvervoer per spoor op deze verbinding mee nemen. Voorgenomen besluit Wij hebben het volgende voorlopige besluit genomen: - Voort te gaan met de bestuurlijke inspanning om te komen tot realisatie van een directe spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem; - en dit gezamenlijk te doen samen met belanghebbende partijen, zijnde de betrokken gemeenten en de stadsregio Arnhem-Nijmegen; - de wens voor deze spoorverbinding mee te nemen in de te voeren besprekingen in het kader van PHS; - vooralsnog verschillende opties open te houden en nader uit te werken: kopmaken in Zutphen, Emperboog en de Koningslijn; - opdracht geven tot het opstellen van een Plan van Aanpak voor de nadere uitwerking; - uitgaan van continuering van de rechtstreekse snelbusrelatie Arnhem-Apeldoorn; in overleg met de gemeenten onderzoeken welke maatregelen deze verbinding kunnen versterken. Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van het voorgenomen besluit van ons college en verzoeken hierover overleg te voeren op 14 maart 2012 in de vergadering van de Commissie Mobiliteit, Innovatie en Economie. Arnhem, 21 februari 2012- zaaknr. 2011-012042 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris + + + + + Bijlage: advies spoorverbinding Apeldoorn-Arnhem 5

Advies spoorverbinding Apeldoorn - Arnhem Bijlagenrapport

Advies spoorverbinding Apeldoorn - Arnhem Bijlagenrapport Datum 31 januari 2012 Kenmerk GDL255/Gvb/1744 Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl

Documentatiepagina Titel rapport Kenmerk Spoorverbinding Apeldoorn - Arnhem Bijlagenrapport GDL255/Gvb/1744 Datum publicatie 31 januari 2012

Inhoud Pagina Bijlage 1: Proces & Organisatie 5 1.1 Achtergrond van de studie 5 1.2 Samen met alle partijen een open planproces 7 Bijlage 2: Inhoudelijk kader 9 2.1 Introductie 9 2.2 Economie 10 2.3 Ruimte 13 2.4 Mobiliteit 14 2.5 Spoor 16 2.6 Institutioneel kader 17 Bijlage 3: Vervoerwaarde varianten 18 3.1 Introductie 18 3.2 Emperboog 19 3.3 Kopmaken in Zutphen 20 3.4 Koningslijn verbindend 21 3.5 Koningslijn ontsluitend 21 3.6 Economische potenties 22 Bijlage 4: Verdieping Koningslijn 24 4.1 Introductie 24 4.2 Impuls voor Apeldoorn-Zuid 25 4.3 Impuls voor Eerbeek 26 4.4 Verkenning tracé 28 4.5 Netwerkeffect Koningslijn 29 Bijlage 5: Kostenraming baanvak Apeldoorn-Dieren (door Rail Infra Solutions) 30 5.1 Investeringskosten inclusief risico s 30 5.2 Uitgangspunten berekening Railinfra Solutions 31 5.3 Aanbevelingen nav kostenraming 32 5.4 Grootste risico s 32 Bijlage 6: Overwegingen materieel en exploitatie 34 6.1 Overwegingen materieel 34 6.2 Overwegingen exploitatie 35 Bijlage 7: Deelnemerslijst 36

Bijlage 1: Proces & Organisatie 1.1 Achtergrond van de studie Aanleiding Het provinciebestuur hecht grote waarde aan een kwalitatief hoogwaardig spoornetwerk, dat als drager van het regionaal openbaar vervoer kan functioneren. Het bestuur van de provincie Gelderland heeft dan ook in het coalitieakkoord Uitdagend Gelderland het streven opgenomen om te komen tot een rechtstreekse spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem. Ook het gemeentebestuur van Apeldoorn dringt omwille van de economische vitaliteit van de stad sterk aan op verbetering van de spoorverbinding met Arnhem. Maar hoe eenvoudig het realiseren van een rechtstreekse spoorverbinding ook lijkt -een rechtstreekse verbinding is immers met een enkele boog in principe mogelijk- de werkelijkheid is bijzonder complex. Het gaat over de spoorwegcapaciteit, de relatie met het nationale Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS), over samenloop binnen verschillende vervoerconcessies (voor zowel het hoofdrailnet als de regionale vervoerconcessies). Het gaat over vervoerwaarde en het exploitatierisico van potentiële vervoerders. Het gaat over inpassing, financiering en realisatie van spoorweginfrastructuur. Kortom: er moeten veel barrières worden overwonnen en dat kan alleen als er ook een sterk verhaal ligt: waarom is die rechtstreekse spoorverbinding nou zo van belang? 5

Project met een voorgeschiedenis Het project is niet nieuw. Al in 2007 is er op aandringen van de provincie Gelderland bij het Rijk op aangedrongen om een rechtstreekse verbinding tussen Apeldoorn en Arnhem onderdeel te maken van het Rijksbeleid. Een motie met deze strekking heeft het niet gered. Daarmee was het project echter niet van de provinciale agenda. In 2008 is door GS een Quick Scan uitgevoerd naar verschillende scenario s voor de verbetering van de OV-verbinding, waarbij de volgende scenario s zijn onderzocht: Scenario 1: Apeldoorn Arnhem via A50 corridor Scenario 2: Apeldoorn Arnhem via Emperboog Scenario 3: Apeldoorn Arnhem via museumlijn VSM (Apeldoorn Dieren) Scenario 4: Huidige treinverbinding Apeldoorn Zutphen - Arnhem verbeteren. A50-corridor Emperboog Verbinding via de A50 Emperboog Museumlijn Verbeteren huidige lijn Museumlijn Apeldoorn-Dieren (Veluwsche Stoomtrein Maatschappij) Overstap garanderen op Zutphen Het verbeteren van de rechtstreekse busverbinding kwam hierin als meest kansrijk naar voren. De Quick Scan heeft dan ook geleid tot een voorstel deze busverbinding te optimaliseren. Maar ook daarmee is de wens te komen tot een rechtstreekse spoorverbinding niet van tafel. Integendeel. In economisch mindere tijden groeit de bestuurlijke wens tot structuurversterkende maatregelen, zoals een rechtstreekse spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem. In het nieuwe collegeprogramma is de verbinding daarom weer hoog op de agenda geplaatst. 6

1.2 Samen met alle partijen een open planproces Ruimtelijk-economische en vervoerkundige argumenten voor de rechtstreekse spoorverbinding zijn belangrijk. Maar wat verwachten gemeenten die aan de spoorverbinding liggen ervan? Ook het optimaliseren van het draagvlak voor de realisatie bij alle belanghebbenden in de spoorwegsector is van groot belang. Daarom heeft de Provincie gekozen om samen met alle betrokken partijen in een open planproces argumenten uit te wisselen. Met betrokken gemeenten, vervoersbedrijven, bouwbedrijven, spoorwegbeheerder Prorail en organisaties van belanghebbenden is in de afgelopen maanden een open planproces gevolgd. Het ging hierbij om het creëren van een gedeeld beeld van nut en noodzaak van de rechtstreekse spoorverbinding in relatie tot de inspanningen die de realisatie van de lijn vergt. De discussie heeft zich gericht op drie kernvragen: waarom een spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem? hoe moet een spoorverbinding tussen beide steden lopen? op welke wijze kunnen we het beste tot realisatie komen? Vanuit de onderzoeksbehoefte die door de deelnemers zelf is bepaald is nader onderzoek uitgevoerd naar onder andere de vervoerwaarde, de ruimtelijk-economische effecten en de investeringen. In de periode oktober tot en met november hebben een drietal bijeenkomsten plaatsgevonden (een lijst met deelnemers is bijgevoegd in bijlage 7). Daarnaast hebben verdiepende gesprekken met partijen en bestuurders plaatsgevonden. Uiteindelijk is samen met de betrokken partijen naar een gedragen inzicht gegroeid. Dit is samengebracht in het advies aan Gedeputeerde Staten. Dit bijlagenrapport vormt de achtergrondinformatie bij het advies aan GS. Betrokkenen geven hun meningen en inzichten over een rechtstreekse spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem 7

Tijdens de bijeenkomsten zijn verschillende inzichten gedeeld. Hieronder staan de belangrijkste bevindingen: Bijeenkomst 1: 16 oktober 2011 in Apeldoorn In de eerste bijeenkomst is de aanleiding van de studie geschetst. Het belang van het institutionele kader is onderstreept. Uit diverse buitenlandse voorbeelden blijkt dat de manier van organisatie bepalend is voor het succes. Vervolgens hebben de deelnemers in groepen argumenten en dilemma s van een rechtstreekse verbinding Apeldoorn- Arnhem besproken. Ze hebben gereageerd op de bestaande scenario s en nieuwe scenario s toegevoegd. Het scenario van een nieuwe spoorlijn in de A50 corridor werd als niet realistisch beschouwd. Er is besloten om deze niet verder mee te nemen. Verder is een rechtstreekse variant toegevoegd in de vorm van het rijden via Zutphen. De nieuwe variant maakt gebruik van het bestaande spoor en maakt kop in Zutphen. De groep gaf aan sterk behoefte te hebben aan nader vervoerkundig onderzoek. Dit is uitgevoerd en het verslag daarvan is terug te vinden in bijlage 3. Bijeenkomst 2: 8 november 2011 in Zutphen In de tweede bijeenkomst zijn de scenario s teruggebracht tot vier kansrijke scenario s. De resultaten van de vervoerwaardestudie zijn aan de deelnemers voorgelegd. Gezamenlijk is gediscussieerd over de overgebleven scenario s. Kansen zijn aangereikt en dilemma s zijn besproken. In de bijeenkomst is de afspraak gemaakt om de Koningslijn verder te verdiepen. Een verslag daarvan is terug te vinden in bijlage 4. Bijeenkomst 3: 29 november 2011 in Arnhem De resultaten van de verdieping van de Koningslijn zijn gedeeld. Aan de deelnemers is vervolgens gevraagd om in groepen de contouren van het advies te formuleren. Welke kansen en belemmeringen worden gezien en wat is de mate van realiseerbaarheid? Tevens is afgesproken om een aantal verdiepende gesprekken te voeren met de VSM, Prorail en een aantal marktpartijen. Op 23 november is gesproken met de stuurgroep. Naast Gedeputeerde vertegenwoordiging van wethouders uit Apeldoorn, Arnhem, Zutphen, Brummen, Voorst en Rheden. In grote lijnen konden bestuurders zich vinden in de resultaten zoals ze op tafel lagen. Duidelijk is door bestuurders aangegeven dat de verschillende opties nog met te veel onzekerheden zijn omgeven om aan te sturen op een definitieve afweging. Verdiepende gesprekken In de maand januari zijn verdiepende gesprekken gevoerd met de VSM, de marktpartijen en de VSM. Deze gesprekken boden goede gelegenheid om te verdiepen op de belangen van deze groepen. Onze indruk is dat daarmee de kwaliteit van het advies en dus ook het draagvlak bij de verschillende groepen verder kon worden verbeterd. 8

Bijlage 2: Inhoudelijk kader 2.1 Introductie Samen met de deelnemers is gezocht naar een breed afwegingskader als motivatie voor een rechtstreekse spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem. De argumenten die zijn besproken zijn hieronder geordend naar een vijftal thema s. Economie: economische ontwikkeling, bereikbaarheid en toerisme. Ruimte: ruimtelijke ontwikkeling, leefbaarheid en duurzaamheid. Mobiliteit: vervoerwaarde, verbindingskwaliteit, netwerkontwikkeling. Spoor: infrastructuur, capaciteit, samenloop, vervoerconcessie. Institutioneel kader: aansturing, exploitatie, organisatie. 9

2.2 Economie Meerwaarde spoorverbinding vanuit netwerkperspectief bezien De opgave ligt niet alleen in het verbinden tussen Apeldoorn en Arnhem, maar ligt breder. Een verbinding is een versterking van een groter netwerk, waardoor structureel meer reismogelijkheden ontstaan. Een nieuwe verbinding moet worden gezien in een netwerkperspectief, waarbij ook mogelijke doortrekking naar Nijmegen en/of Ede van belang is. De inrichting van de verbinding is niet primair gericht op het verbeteren van de relatie tussen Apeldoorn en Arnhem, maar op een netwerk van relaties tussen de steden en kernen in Gelderland. Ruimtelijke economische dynamiek zorgt voor trek naar de stad Ruimtelijk economische veranderingen leiden tot bundeling van vervoerstromen van en naar de steden. Dit proces is op landelijk niveau merkbaar in groeiende vervoerstromen van en naar de Randstad. Op landsdeelniveau trekt de ruimtelijk economische groei naar de belangrijkste stedelijke knooppunten. Voor rond Arnhem en Nijmegen, Zwolle en in mindere mate Twente. Het is voor de Stedendriehoek, maar ook voor de overige plaatsen van groot belang om met de Randstad verbonden te zijn en op landsdeelniveau met Zwolle, Arnhem en Nijmegen. De gebieden met een hoge ruimtelijke dynamiek zijn hiernaast afgebeeld. Gebieden met hoge ruimtelijke economische dynamiek na 2008 (Bron: CPB) 10

Kwalitatief goed aansluiten op het regionale verzorgingsgebied Op nationale schaal ligt Apeldoorn gunstig op de oostwestcorridor, met rechtstreekse verbindingen naar de Noordvleugel (Amsterdam) en Twente. De opgave voor Apeldoorn is een snelle en aantrekkelijke aansluiting met de stedelijke regio s ten zuiden en noorden van de stad, zoals de stadsregio Arnhem-Nijmegen en stedelijk netwerk Zwolle- Kampen. Regionaal bezien is de aansluiting met de Stedendriehoek per spoor goed geregeld. Echter het regionale verzorgingsgebied van Apeldoorn direct ten noorden en ten zuiden van de stad kent geen aansluiting per spoor. Juist hier liggen potenties. Van de bedrijven gevestigd in Apeldoorn wonen veel werknemers juist in de kernen Beekbergen, Loenen, Eerbeek en Dieren ten zuiden van Apeldoorn en Vaassen en Epe ten noorden van de stad. De opgave is deze potenties voor Apeldoorn sterker te benutten. Figuur: De herkomstgebieden van werknemers in Apeldoorn geografisch weergegeven Structuurversterking Apeldoorn en Arnhem Structuurversterking van de beide Gelderse steden is een belangrijk economisch argument voor een spoorverbinding; het draagt bij aan het verbeteren van de bereikbaarheid per openbaar vervoer van de economische kerngebieden in Apeldoorn en Arnhem. Door betrokkenen is aangegeven dat vooral Apeldoorn van een dergelijke verbinding profijt heeft: een verbinding maakt Apeldoorn aantrekkelijker als vestigingsplaats voor bedrijven en voorzieningen, door de impuls in de bereikbaarheid. 11

Figuur: de economische potentie gemeten in het aantal mensen dat een plek kan bereiken binnen 45 minuten per trein en bus. Donkergekleurde gebieden kennen een betere OV-bereikbaarheid. Zichtbaar is dat de OV-bereikbaarheid van Apeldoorn lager ligt dan in Arnhem Versterken toeristisch product Een rechtstreekse spoorverbinding tussen Arnhem en Apeldoorn kan ook een belangrijke bijdrage leveren in het versterken van het toeristisch recreatieve product van Gelderland. Locaties voor dagrecreatie in zowel Apeldoorn (Apenheul, Paleis Het Loo, Julianatoren, Klimbos) als in Arnhem (nationaal open luchtmuseum, Burgers Zoo) worden onderling verbonden. Daarnaast worden mogelijkheden voor fiets- en wandeltochten in de Veluwezoom verbeterd. Gekoppeld aan de vele voorzieningen voor verblijfsrecreatie in het gebied levert dit een versterking op van het toeristisch recreatieve product van Gelderland. Met de inzet van de stoomtreinen van de VSM kan zelfs de verbinding zelf onderdeel van het toeristische-recreatieve product worden. Figuur: De Kusttram in Vlaanderen als promotie- en vervoermiddel voor recreatieve doeleinden in de regio 12

2.3 Ruimte Bestaande ruimtelijke potenties benutten De ruimtelijke ontwikkelingen staan de afgelopen jaren door de economische stagnatie onder druk. Een aantal uitbreidingsplannen zijn vertraagd of bijgesteld. Vanuit dit perspectief is ook de opgave van een rechtstreekse spoorverbinding gewijzigd. Het is niet zozeer de opgave om aan te sluiten op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, maar vooral bestaande potenties zo goed mogelijk benutten. Er ligt een nadruk op kwaliteit van het bestaande in plaats van een focus op uitbreidingen. In dit verband is vooral het perspectief van de verbinding via de Emperboog veranderd omdat de functie in het ontsluiten van IJsselsprong bij Zutphen is komen te vervallen. Juist het revitaliseren van bestaande gebieden is belangrijker geworden. In dit verband is de bijdrage die het spoor kan leveren in kernen en gebieden aan de Koningslijn (Apeldoorn-Zuid, Eerbeek) meer relevant geworden. Met name in Eerbeek ligt een opgave om het centrum en oudere bedrijfsterreinen te herontwikkelen (zie bijlage 4). Demografische prognoses versterken noodzaak aanhaking stedelijke netwerken Niet alleen economische stagnaties maar ook een vertraagde groei van inwoners (en arbeidsplaatsen) versterkt de noodzaak tot een goede aanhaking op de al bestaande stedelijke netwerken. De provinciale prognoses van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen in 2020 (KT) en 2040 (LT) laten zien dat Apeldoorn en Zutphen in eerste instantie een stagnatie en later een krimp krijgen in het aantal inwoners en arbeidsplaatsen. Zwolle KT LT inwoners arbeidsplaatsen Bron: Gelderse-economie.nl / Cijfers Goudappel Coffeng Amersfoort KT LT inwoners arbeidsplaatsen Barneveld KT LT inwoners arbeidspla atsen Ede KT LT inwoners arbeidsplaatsen Apeldoorn KT LT inwoners arbeidsplaatsen Arnhem KT LT inwoners arbeidspla atsen Nijmegen KT LT inwoners arbeidsplaatsen Deventer KT LT inwoners arbeidsplaatsen Zutphen KT LT inwo ners arbeidspla atsen Figuur: bevolkings- en arbeidsplaatsprognoses van enkele Gelderse steden. 13

Duurzaamheid van belang voor de toekomst Spoorlijnen hebben een duurzaam structurerend effect op de ruimtelijke ontwikkeling. Doordat er sprake is van een fysieke infrastructuur (anders dan een buslijndienst) vormt de ruimte zich rondom de spoorlijn, vooral bij knooppunten. Daarnaast vormt spoorvervoer een milieu- en klimaatvriendelijkere vorm van vervoer doordat per reizigerskilometer minder (fossiele) brandstoffen worden gebruikt. Wanneer benzineprijzen verder zullen stijgen, vormt spoorvervoer een duurzaam alternatief voor mensen om zich te kunnen blijven ontplooien. 2.4 Mobiliteit Spoorinfrastructuur bepalend voor vervoerwijzekeuze Op basis van het Mobiliteitsonderzoek Nederland is onderstaand kaartbeeld gemaakt, waarbij het autogebruik is ingekleurd. Hoe donkerder hoe dominanter het autogebruik. De centra van Apeldoorn en Arnhem kennen vanzelfsprekend een lager autogebruik door de betere concurrentiepositie van het openbaar vervoer. Gebieden zonder station zijn meer afhankelijk van de autobereikbaarheid. Figuur: Treingebruik als hoofdvervoerwijze in Arnhem en Apeldoorn Autogebruik Apeldoorn-Zuid dominant 14

Een opvallend gebied met een dominant autogebruik vormt Apeldoorn-Zuid. In dit gebied zijn grote werkgevers te vinden, zoals Achmea, de belastingdienst en het ziekenhuis. Voor Achmea is in 2006 onderzoek gedaan naar het verplaatsingsgedrag van haar medewerkers. Voor de vestiging op de rand van het centrum geldt dat de medewerkers minder gebruik maken van de auto dan de medewerkers in Apeldoorn-Zuid. Ook het openbaar vervoeraandeel is in de zuidelijke vestiging lager. Modal split werknemers Achmea Vestiging Laan van Malkenschoten (Zuid) (2.400 werknemers) Vestiging Prins Willem Alexanderlaan (West) (1.500 werknemers) 59% 8% 32% 67% 5% 28% Bron: Vooronderzoek vervoerplan Achmea Apeldoorn (2006) 15

2.5 Spoor Ambities op het spoor: PHS Het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) geeft de ambities van het Rijk op het spoor. In 2020 is het doel op een aantal corridors in de brede Randstad spoorboekloos te rijden. Dit betekent ten minste 6 intercity s en 2 tot 6 sprinters (maatwerk) per uur. Voor Gelderland betekent de invoering van spoorboekloosrijden, naast invoering hiervan op onder andere de corridor Utrecht-Arnhem-Nijmegen, dat er meer ruimte is voor personenvervoer op het spoor en het goederenvervoer anders plaatsvindt over het Gelderse spoor. Figuur: Spoorboekloos reizen (2009) Afweging van regionale ambities Een belangrijke opgave voor het spoor is het capaciteitsvraagstuk. Een knelpunt vormt de capaciteit van het spoor ten oosten van Arnhem Centraal (Arnhem-Velperbroek aansluiting). Met PHS wordt voorzien in een vrije kruising van Arnhem-Velperbroek aansluiting. Hiermee is een groot deel van het knelpunt opgelost. Echter onduidelijk is of met alle regionale ambities de spoorcapaciteit toereikend is. PHS vraagt een afweging van de volgende ambities op het spoor in relatie tot de capaciteit: Herroutering van het goederenvervoer; Rechtstreekse spoorverbinding Apeldoorn-Arnhem; Frequentieverhoging Arnhem-Zevenaar-Doetinchem; Grensoverschrijdend verbinding Arnhem-Emmerich. Ook de IJsselbrug van Zutphen vormt een capaciteitsknelpunt bij meer regionale wensen. Dit komt door het openingsregime van de brug. Deze dient 2x per uur voor de scheepvaart open te kunnen. Samenloop met hoofdspoornetwerk De verschillende vervoersconcessies en de samenloop met het hoofdspoornetwerk vraagt aandacht. Het doel is dat voor de reiziger een zo n aantrekkelijk mogelijke (direct, comfortabel en snel) spoorverbindingen ontstaan. Ook tussen Apeldoorn en Arnhem. 16

2.6 Institutioneel kader Andere kaders, andere uitkomsten Het institutionele kader bepaalt mede het eindresultaat. Binnen de traditionele kaders is tot nu toe de spoorverbinding Apeldoorn Arnhem niet als belangrijke schakel in het regionale spoorwegnet ontwikkeld. Als het niet lukt om binnen het huidige kader een verbinding te realiseren, moet nadrukkelijk gekeken worden naar mogelijkheden om de institutionele kaders aan te passen door een andere rol van bijvoorbeeld de marktpartijen of van de provincie. De basis moet worden gevormd door de inhoudelijke vervoerkundige functie van de verbinding. Als voldoende vervoerwaarde in potentie aanwezig is kan verder worden nagedacht: over de eisen waaraan een verbinding moet voldoen, over de voorwaarden waaronder een nieuw station kan worden geopend, over de wijze van financiering van nieuwe infrastructuur en de wijze van verdeling van risico s. Nadrukkelijk treden er op dit gebied verschillende mogelijkheden naar voren per tracé. Zo is de verbinding via de Emperboog in alle gevallen onderdeel van het hoofdspoor, waarbij het beheer door ProRail wordt verricht. De verbinding via de Koningslijn kan ook op deze wijze worden ingericht, maar kan ook onder der wet lokaal spoor worden gebracht, waarbij het beheer bij de provincie ligt. Deze kan het dan vervolgens bij marktpartijen uitbesteden als onderdeel van een integraal contract. Dit levert andere mogelijkheden op als het gaat om de rol van de markt, een andere risicoverdeling en andere financieringslasten. Omdat marktpartijen hebben aangegeven graag een geïntegreerde aanbieding te doen is voor deze laatste constructie gekozen in het geval van reactivering van de Koningslijn. 17

Bijlage 3: Vervoerwaarde varianten 3.1 Introductie De bestuurlijke wens naar een rechtstreekse spoorverbinding tussen Apeldoorn en Arnhem kent een stevige voorgeschiedenis. In het verleden is op een aantal min of meer kansrijke opties nader gestudeerd. Deze varianten zijn voor deze verkenning bediscussieerd. Daarnaast zijn ook nieuwe mogelijke opties met betrokkenen besproken en beoordeeld. Varianten verbinding Apeldoorn Arnhem: Verbeteren bestaande verbinding Kopmaken Zutphen Koningslijn verbindend Koningslijn ontsluitend Apeldoorn Centraal Apeldoorn De Maten Apeldoorn Zuid Klarenbeek Voorst-Empe Kopmaken Zutphen Emperboog A50-corridor A50-corridor Eerbeek Zutphen Brummen Emperboog Koningslijn verbindend Dieren Verbeteren bestaande verbinding Koningslijn ontsluitend Rheden Velp Arnhem Centraal Presikhaaf Velperpoort Figuur: Varianten verbinding Apeldoorn -Arnhem Van de A50-corridor is in het verleden ook wel gesproken in de uitvoering van een monorail. Daarvan is geconstateerd dat de introductie van een nieuw systeem moeilijk inpasbaar is op de stations Apeldoorn en Arnhem en het spoornetwerk als geheel. Ruim- 18

telijk biedt deze variant een goed alternatief voor de ontsluiting van de bedrijven in Apeldoorn-Zuid, echter tussen de beide steden doorsnijdt het tracé de Veluwe. Dit heeft grote ruimtelijke implicaties en negatieve effecten op de natuurwaarden. Ondanks dat een verbinding langs de A50 de meest directe verbinding is en daarmee goed scoort op snelheid is deze variant al snel buiten beschouwing gelaten. Wel is deze variant aantrekkelijk als busverbinding. Het verbeteren van de huidige dienstregeling voldoet niet aan de wens van een rechtstreekse verbinding en is derhalve niet verder uitgewerkt. Een afgeleide van deze variant is het Kopmaken in Zutphen. De trein vanuit Apeldoorn rijdt naar Zutphen, alwaar de trein in omgekeerde richting doorrijdt naar Arnhem. Voor de reizigers ontstaat zo een verbinding zonder overstap. De variant Emperboog maakt ook gebruik van de bestaande spoorverbindingen maar geeft door een spoorboog ter hoogte van Empe een kortere en snellere route. Daarnaast is een verbinding via de museumlijn Apeldoorn-Dieren verder bestudeerd. De verbinding is omgedoopt tot Koningslijn en uitgewerkt als snelle/ verbindende variant met haltes in Eerbeek en Apeldoorn-Zuid en een ontsluitende variant met haltes in alle tussengelegen plaatsen. Van de kansrijk geachte scenario s zijn de vervoerwaarden in beeld gebracht. De vervoerwaarden zijn uitgedrukt in het aantal treinreizigers op doorsnede (beide richtingen). Met het Nationaal Verkeersmodel is in beeld gebracht wat de prognose is in 2020 van het totaal aan treinreizigers van alle treinen per gemiddelde werkdag (etmaal) op doorsnede. In de scenario s zijn ook de reizigersaantallen van alleen de verbinding Apeldoorn-Arnhem bepaald. De prognoses zijn in bandbreedte weergegeven. Naast de scenario s is ook een referentiesituatie bepaald. Dit is een situatie in 2020 zonder extra treinen. 3.2 Emperboog Een belangrijk argument voor de Emperboog vormt de planvorming rond de IJsselsprong in Zutphen. Met een Emperboog kan een halte worden geboden voor de nieuwe inwoners in de IJsselsprong. Door economische crisis voorzien de huidige plannen van de IJsselsprong echter niet in de bouw van nieuwe woningen. Een belangrijk argument voor het bieden van een station is daarmee vervallen. Nieuwe verbinding 3.000 5.000 Totaal op doorsnede 5.000 8.000 Reistijd tot boog 13 minuten Nieuwe verbinding 4.000 7.000 Totaal op doorsnede 21.000 25.000 Reistijd tot boog 24 minuten Referentie 2020 doorsnede: 2.000-4.000 Overeind staat de reistijdwinst die een dergelijke kortsluiting biedt. In de huidige situatie duurt een treinreis van Apeldoorn naar Arnhem 43-44 minuten. Met een Emperboog inclusief minder stops onderweg kan de reis worden verkort tot 37 minuten. De variant stopt onderweg op de haltes Arnhem Velperpoort en Dieren. Referentie 2020 doorsnede: 16.000-20.000 19

Door de snellere verbinding zal het aantal reizigers tussen Apeldoorn en Arnhem groeien. Op doorsnede groeit het aantal reizigers met 3.000 à 4.000 reizigers. Dit zijn deels nieuwe reizigers en deels bestaande OV-reizigers die nu gebruik maken van andere verbindingen. 3.3 Kopmaken in Zutphen De variant Kopmaken in Zutphen maakt gebruik van bestaand spoor en geeft reizigers een verbinding tussen Apeldoorn en Arnhem zonder overstap. De regionale trein vanuit Apeldoorn rijdt Zutphen binnen en maakt hier kop, om vervolgens door te rijden naar Arnhem. Een verbinding via Zutphen, zonder overstap, is weliswaar voor Zutphen interessant, er worden kwartierdiensten naar Apeldoorn en Arnhem geboden, maar voor de relatie Apeldoorn-Arnhem biedt deze variant beperkte meerwaarde. De verbinding is met 50 minuten trager dan de bestaande verbinding met overstap (43-44 minuten). Dit komt doordat de variant onderweg op alle stations stopt en omdat het Kopmaken zelf ongeveer 5 minuten tijd kost. Nieuwe verbinding 2.500 4.000 Totaal op doorsnede 4.000 6.000 Reistijd tot Zutphen 19 minuten Nieuwe verbinding 3.000 5.000 Totaal op doorsnede 18.000 22.000 Reistijd tot Zutphen 31 minuten Arnhem Centraal Apeldoorn Centraal Apeldoorn De Maten Velp Presikhaaf Velperpoort Rheden Klarenbeek Voorst-Empe Referentie 2020 doorsnede: 2.000-4.000 Dieren Brummen Zutphen Referentie 2020 doorsnede: 16.000-20.000 Met de extra verbinding wordt voor de reizigers meer kwaliteit aangeboden. Het aantal reizigers ten opzichte van de referentie neemt dan ook toe op doorsnede met ongeveer 2.000 reizigers. Aandachtspunt in deze variant is de capaciteit op het spoor in verband met het openingsregime van de IJsselbrug in Zutphen. De IJsselbrug wordt in deze variant extra gekruist. Uitgezocht dient te worden hoe groot het capaciteitsprobleem is dat ontstaat met de openstelling van de spoorbrug die nodig is voor de scheepvaart op de IJssel. 20

3.4 Koningslijn verbindend De Koningslijn biedt een snelle verbinding tussen Apeldoorn en Arnhem. Vanaf het zuiden gezien zal de lijn vanaf Dieren het hoofdspoor verlaten en gebruik maken van het bestaande tracé van de museumlijn. Dit baanvak tussen Dieren en Apeldoorn is in beheer van de VSM. Het baanvak bestaat grotendeels uit enkelspoor. De verbindende variant kent haltes in Apeldoorn-Zuid, Eerbeek, Dieren en mogelijk in Velperpoort. Ter hoogte van Eerbeek zal een inhaalspoor nodig zijn, zodat de treinen elkaar kunnen passeren. Nieuwe verbinding 12.000 16.000 Reistijd tot Dieren 16 minuten Nieuwe verbinding 13.000 17.000 Totaal op doorsnede 26.000 30.000 Reistijd tot Dieren 12 minuten Arnhem Centraal Apeldoorn Centraal Apeldoorn Zuid Eerbeek Dieren Referentie 2020 doorsnede: 16.000-20.000 De verbinding biedt met een 28 minuten een forse versnelling ten opzichte van een huidige verbinding tussen Apeldoorn en Arnhem. Vervoerskundig doet de verbinding het goed. Een halfuurdienst geeft in 2020 circa 12.000 tot 16.000 reizigers op het baanvak Apeldoorn-Dieren in 2020. Ter vergelijking levert de huidige Valleilijn (Ede-Wageningen Barneveld) op doorsnede op het drukste punt ongeveer 11.000 reizigers op. Met de Koningslijn neemt het aantal reizigers op doorsnede tussen Arnhem en Dieren met 10.000 reizigers toe. Dat is een reizigersgroei van 55%. 3.5 Koningslijn ontsluitend Naast een verbindende variant is ook een variant uitgewerkt met meer haltes op het bestaande spoor alsmede op het baanvak tussen Apeldoorn en Dieren. Hiermee kunnen ook de historische stationsgebouwen bij Beekbergen, Loenen en Laag Soeren in ere worden hersteld. In een dergelijke variant kan de verbinding worden uitgevoerd als lighttrain/tram. Met een lichter voertuig kan sneller worden gehalteerd, doordat het voertuig sneller af kan remmen en makkelijker op kan trekken. In totaal doet de verbinding onderweg 10 haltes aan. De verplaatsing tussen Apeldoorn en Arnhem duurt daarmee ongeveer 40 minuten. De verbinding is daarmee net iets sneller dan de huidige situatie met 43-44 minuten. Nieuwe verbinding 8.000 12.000 Reistijd tot Dieren 22 minuten Nieuwe verbinding 8.000 12.000 Totaal op doorsnede 22.000 26.000 Reistijd tot Dieren 18 minuten Arnhem Centraal Apeldoorn Centraal Velp Presikhaaf Velperpoort Apeldoorn Zuid Beekbergen Rheden Loenen Eerbeek Dieren Noord Dieren Referentie 2020 doorsnede: 16.000-20.000 21

Met een halfuursverbinding geeft een tram op het baanvak Apeldoorn - Dieren ongeveer 8.000 tot 12.000 nieuwe reizigers. Tussen Arnhem en Dieren neemt het aantal reizigers met 6.000 op doorsnede toe. 3.6 Economische potenties De economische potentie wordt uitgedrukt in het aantal inwoners dat in potentie binnen 45 minuten een stationsgebied kan bereiken met de trein. Hoe groter het bereik, hoe groter de economische bijdrage. In de grafieken is per variant en per locatie weergegeven hoe groot dat bereik is. De vergelijking is gemaakt met een referentiesituatie 2020. De waarden geven indexwaarden (bron: Nationaal OV-model Goudappel Coffeng 2011). Beoordeling per stationsgebied: (Referentie = 370.000) Apeldoorn Centrum: Met een verbindende Koningslijn neemt het bereik in termen van aantal inwoners toe met ruim 20%. Nieuwe verzorgingsgebieden komen binnen bereik. Ook de andere varianten bieden een meerwaarde voor Apeldoorn. Alle varianten geven ten minste 10% meer bereik in het aantal inwoners. (Referentie = 280.000) Apeldoorn-Zuid: De economische potentie van het gebied Apeldoorn-Zuid neemt met de varianten van de Koningslijn toe. Zowel de ontsluitende als de verbindende variant zorgen voor een toename van circa 20% van het bereik. Eerbeek: Eerbeek profiteert fors van een verbinding via het baanvak Apeldoorn-Dieren. Met een ontsluitende variant een stijging van 2,5x het bereik; in de verbindende variant bijna 4x. De grafiek is hierop aangepast en heeft een andere schaal dan de andere grafieken. De varianten Kopmaken in Zutphen en de Emperboog hebben geen invloed op het bereik; omdat deze Eerbeek niet aandoen. (Referentie = 90.000) 22

Dieren: Voor Dieren bieden de verschillende varianten allen een toegevoegde waarde. Vooral de verbindende Koningslijn biedt potentie voor Dieren met een toename van het bereik van 30%. (Referentie = 370.000) (Referentie = 660.000) Arnhem Centrum: Arnhem kent met 660.000 inwoners binnen 45 minuten per OV regionaal een sterke positie. Alle varianten geven een impuls aan het bereik. De verschillen zijn klein. Zutphen Centrum: Voor Zutphen geldt dat de variant Kopmaken via Zutphen het meeste potentieel biedt in termen van aantal inwoners binnen bereik. De overige varianten hebben geen tot weinig betekenis voor een toename in het bereik van Zutphen. (Referentie = 360.000) Algemene beoordeling: Gesommeerd biedt de variant Koningslijn verbindend (met uitzondering voor Zutphen) de grootste toegevoegde economische bijdrage aan de bereikbaarheid van de gebieden. In andere woorden: deze variant biedt voor de meeste gebieden het grootste bereikbaarheidspotentieel. De overige varianten scoren min of meer gelijkwaardig, waarbij opgemerkt dient te worden dat voor Eerbeek en Apeldoorn-Zuid geldt dat alleen de varianten via het baanvak Apeldoorn-Dieren potentie bieden. 23

Bijlage 4: Verdieping Koningslijn 4.1 Introductie Nieuw perspectief op de Koningslijn De resultaten van de verkenning van de varianten lijden tot een nieuw perspectief op de Koningslijn. Om de potentie in beeld te brengen is een verdere verdieping van het spoortracé tussen Apeldoorn en Dieren uitgevoerd. Voorgeschiedenis In de huidige situatie rijdt er geen personenvervoer over het tracé Apeldoorn-Dieren. In 1950 is het reizigersvervoer op het baanvak opgeheven. Wel wordt het tracé regelmatig gebruikt door de Veluwsche Spoortrein Maatschappij (kortweg VSM). Zij rijden hier een aangepaste dienstregeling in de weekenden met een groot aantal stoom- en diesellocomotieven. De VSM is ook verantwoordelijk voor het beheer van het baanvak tussen Apeldoorn VAM en Dieren. De VSM draait volledig op vrijwilligers. 24