Benchmark pensioenfondsen Inleiding De Vereniging exleaseplan (VeLP) heeft het initiatief genomen om een benchmarkstudy te maken voor de Stichting Pensioenfonds Lease Beheer (SPLB). Het doel van deze benchmark is om SLPB te vergelijken met andere pensioenfondsen en eventuele verbeterpunten voor SPLB te signaleren. Er is gekozen om SLPB te vergelijken met vier andere pensioenfondsen, het pensioenfonds van Nutreco, AKZO Nobel, Volker Wessels en Equens. De keuze op deze fondsen is gedaan op basis van vergelijkbaarheid. De fondsen hebben allen sinds 2006 een Collectieve Defined Contribution pensioenregeling. Hieronder is de samenvatting van de benchmark m.b.t. de SPLB peer group weergegeven in een tabel. Tabel I: KPI s van SPLB en de viertal pensioenfondsen Splb SP Nutreco AKZO Volker Equens Nobel Wessels Assets 2008 (*1 mio ) 168 252 3,641 920 303 Gepens 2008 101 1176 19947 2423 311 Slapers 2008 1013 1357 17420 3521 1331 Actieven 2008 904 948 11832 4493 1015 Dekgrd 2007 (in %) 153.4 130 144 122 151.6 Dekgrd 2008 (in %) 121.6 83 95 103.8 101.2 Dekgrd 2009 ( 30-6) 121.9 92.2 100 109 106.6 Vereiste dekgr 2008 104 114 119 115,3 117.6 Delta dekgr 07-08 -31.8-47 -49-18.2-50.4 Delta dekgr 07-08 in % -21% -36% -34% -15.% -33% Delta dekgr 08-09 0.3 9.2 5 5.2 5.4 Delta dekgr 08-09 in % 0.25% 11% 5% 5% 5% Asset mix eind 2008 aandelen 7.4% 20.5% 30.9% 2.0% 30.0% vastgoed - 2.6% 10.7% 6.6% 5.0% Vastrentend normaal 90.8% 18.9% 51.6% 68.9% 60.0% Vast inflation linked - 38.0% -5.0% Derivaten 2.8% 10.4% Hedge Funds 14.0% 5.0% Other 1.8% 20.0% 4.0% 3.1% Grens volledige indexatie 141% 1 114% 115% complex 125% Indexatie 2.53% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00% De bovenstaande tabel laat zien dat de splb het relatief goed gedaan heeft in het slechte beleggingsjaar 2008. In absolute zin was er een achteruitgang van 31.8 procentpunt in dekkingsgraad. De asset mix is de meest op lange obligaties gerichte van de 4 bestudeerde pensioenfondsen.. De dekkinggraad ligt zowel eind 2007 als eind 2008 op het hoogste niveau. 1 95% reële dekkingsgraad, hetgeen bij 2% inflatie ongeveer gelijk is aan 141% nominale dekkingsgraad.
Ten opzichte van de andere bestudeerde pensioenfondsen kent SPLB een relatief jong deelnemersbestand met relatief weinig gepensioneerden. Dit zou juist pleiten voor een asset mix met een grotere component zakelijke waarden. Vervolgens bespreken we de individuele fondsen alvorens tot conclusies te komen. Stichting Pensioenfonds Lease Beheer Sinds oktober 2006 heeft SPLB een (premievrij) Collectieve Defined Contribution (CDC) regeling met daarbovenop een excedenten (beschikbare premie) regeling. In de collectieve DC-regeling bij SPLB is de opbouw van pensioen in een bepaald jaar en het al opgebouwde pensioen voorwaardelijk. Zowel de inkoop van nieuwe pensioenrechten als het opgebouwde pensioen kan worden gekort. De jaarlijkse opbouw van ouderdomspensioen bedraagt maximaal 2,25% van de pensioengrondslag. De organisatie bestaat uit drie lagen, een bestuur, een deelnemersraad en een verantwoordingsorgaan. Het bestuur bestaat uit vijf leden, twee aangewezen door de werkgever, twee gekozen door de werknemers en één gekozen lid vanuit de gepensioneerden. Daarnaast is er een verantwoordingsorgaan met daarin drie leden, één vanuit de werkgever, één vanuit de werknemers en één gepensioneerde. Het interne toezicht is uitbesteed aan een visitatiecommissie. Dit houdt in dat minimal één keer per drie jaar een onderzoek gedaan wordt naar het functioneren en de betrokkenheid van het bestuur. De toeslagverlening (jaarlijkse indexatie) van het fonds wordt gedaan aan de hand van een staffel. Deze houdt het volgende in: Dekkingsgraad Toeslagverlening Reële dekkingsgraad 1) 105% Volledige toeslag volgens prijsindex + eventuele inhaaltoeslagen over de laatste 5 jaar 95%<reële dekkingsgraad< 105% Volledige toeslag volgens prijsindex Reële dekkingsgraad 95% en de nominale Gedeeltelijke toeslag naar rato dekkingsgraad 1) is meer dan de wettelijk vereiste dekkingsgraad 2) Nominale dekkingsgraad is gelijk aan of Geen toeslagen minder dan de wettelijk vereiste dekkingsgraad Reële dekkingsgraad 75% Geen toeslagen en verlaging van rechten 1. Nominale en reële dekkingsgraad De (nominale) dekkingsgraad is gelijk aan de marktwaarde van de beleggingen gedeeld door de marktwaarde van de huidige pensioenverplichtingen. De reële dekkingsgraad is gelijk aan de marktwaarde van de beleggingen gedeeld door de marktwaarde van de pensioenverplichtingen waarbij, bij de waardering van de pensioenverplichtingen, rekening gehouden wordt met een toekomstige toeslagverlening van 2% per jaar. Dit is door de ECB afgegeven inflatie doeleinde voor de middellange termijn. 2. Wettelijk vereiste dekkingsgraad
De wettelijk vereiste dekkingsgraad, vastgesteld door DNB, bedraagt momenteel 105% en is afhankelijk van de beleggingsrisico s De reële dekkingsgraad per 30 september 2008 was 90%. Ondanks dat dit percentage lager is dan 95% heeft het bestuur besloten om toch volledig te indexeren (2,53%). De werkgever betaalt voor de opbouw van pensioenaanspraken een premie die rekening houdt met een veronderstelde inflatie van 2%, een risico- en een kostenopslag. De werkgevers premie is momenteel vastgesteld op 30.8%. De afspraak met de werkgever over deze premie wordt vervangen per 1 januari 2012. De beleggingsmix van SPLB is eenzijdig. De beleggingen zijn voornamelijk in rentedragende investeringen. Dit beslaat ongeveer 91% van de investeringen. De pensioenuitvoering- en administratiekosten waren EUR 1.2million in 2008. Hierbij dient opgemerkt te worden, dat de uitvoeringskosten van verschillende pensioenfondsen niet geheel vergelijkbaar zijn, aangezien bij sommige pensioenfondsen een deel van de kosten, door de werkgever worden gedragen. SPLB heeft een eigen website met daarop de meest belangrijke documenten. De dekkingsgraden en de beleggingsmix worden tot nog toe slechts jaarlijks gepubliceerd. Daarnaast bevat de website relatief weinig recente informatie. Stichting Nutreco Pensioenfonds Nutreco heeft ook een voorwaardelijke CDC regeling voor het ouderdomspensioen. Het pensioen gaat normaliter in op de 65-jarige leeftijd. De deelnemers bouwen in principe 2,1% van de pensioengrondslag per dienstjaar aan pensioen op. De organisatie bestaat ook uit drie lagen. Het bestuur bestaat uit tien leden, waarvan vijf benoemd door de werkgever. De voorzitter is onafhankelijk, niet in dienst bij de werkgever, maar wel aangesteld door de werkgever. De deelnemersraad kent zes leden: drie werknemersvertegenwoordigers en drie vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden en ex-deelnemers. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit 9 leden en ook slapers zijn hierin vertegenwoordigd. Het pensioenbeheer is uitbesteed aan Interpolis, het asset management aan MN services. Het intern toezicht is geregeld door een onderscheid te maken in het bestuur tussen het dagelijks besuur en het algemeen bestuur (het toezicht). Nutreco heeft een actieve pensioenvereniging. De vereniging is met twee bestuursleden direct vertegenwoordigd in het bestuur van de Stichting Nutreco Pensioenfonds. De toeslagverlening wordt gedaan aan de hand van de volgende rekenregels. 1. Indien de werkelijke Dekkingsgraad groter is dan de Vereiste Dekkingsgraad wordt een volledige toeslag toegekend. 2. Wanneer de werkelijke Dekkingsgraad ligt tussen 105% en de Vereiste Dekkingsgraad wordt een gedeeltelijke toeslag toegekend.
Het Bestuur heeft echter de vrijheid om hiervan af te wijken indien zij dit naar haar oordeel gewenst acht. Daarnaast heeft het fonds regels opgesteld voor eventuele gemiste indexaties. Hiervoor is er geen maximale tijdslimiet gesteld waarin dit zou moeten gebeuren. De dekkingsgraad was 83% eind 2008. Op basis hiervan heeft het bestuur besloten geen toeslagen te verlenen voor 2009. De pensioenpremie bedraagt 29,4% van de pensioengrondslag: het betreft hier de werkgeversbijdrage van 22,4% en de werknemersbijdrage van 7,0%. De assetmix is aggressief met o.a. private equity, hedge funds, high yield obligaties, obligaties emerging markets en van de vastrentende portefeuille is 38% inflation linked. Aandelen staan per eind 2008 op 20%. Begin 2009 was men voornemens de portefeuille te derisken. De pensioenuitvoering- en administratiekosten waren EUR 703.000 in 2008. Het fonds heeft een eigen website met daarop alle belangrijke informatie en documenten en wordt regelmatig voorzien van nuttige informatie. De dekkingsgraden worden maandelijks gepubliceerd. Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel heeft sinds januari 2006 een voorwaardelijke CDC regeling met daarbovenop een excedentenregeling (beschikbare premie). De pensioenopbouw ten behoeve van ouderdomspensioen (vanaf 65-jarige leeftijd) bedraagt 2,25% van het pensioengevende inkomen per opbouwjaar onder aftrek van de franchise. Het algemeen bestuur van het fonds bestaat uit twaalf leden. De directie van AkzoNobel Nederland wijst zes werkgeversleden aan. Van de zes werknemersleden worden vier leden benoemd door de deelnemersraad van het fonds en twee leden door gezamenlijke vakorganisaties. Het dagelijks bestuur bestaat uit een tweetal werkgeversleden en een tweetal werknemersleden De deelnemersraad bestaat uit 18 leden, waarvan 14 gepensioneerden en 4 actieven. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit zes leden, waarvan twee uit de kring van deelnemers (één voorgedragen door de vakorganisaties), twee uit de kring van gepensioneerden (één voorgedragen door de Vereniging van Gepensioneerden Akzo Nobel) en twee vertegenwoordigers van de werkgever. Het fonds heeft voor het intern toezicht gekozen voor het instellen van een visitatiecommissie, waarbij de visitatie tenminste eenmaal per drie jaar wordt uitgevoerd. AKZO Nobel heeft een actieve pensioenvereniging. Zoals hierboven vernoemd draagt zij zelfs de leden aan voor de deelnemersraad. Het fonds heeft geen rekenregels voor het toeslagenbeleid. Toeslagen zijn volledig tot de discretie van het bestuur. Het fonds probeert de pensioenaanspraken en pensioenrechten aan te passen aan de hand van het prijspeil, met een maximum van 4%. Tevens is er geen beleid voor inhaalindexatie voor eventuele gemiste indexatie.
In het herstelplan voor het fonds wordt echter wel concrete rekenregels opgesteld, waaronder dat er geen indexatie plaatsvindt indien het vermogen onder het vereist vermogen ligt. Daarbovenop wordt slechts als de dekkingsgraad hoger is dan 115% weer volledig geïndexeerd. De werkgeverspremie is 22% en de basiswerknemerspremie is 3% van de totale pensioengrondslag. De beleggingsmix is agressief. Meer dan 30% is belegd in aandelen en meer dan 10% in onroerend goed. Vooralsnog wordt het beleggingsbeleid niet aangepast naar aanleiding van de financiële crisis. Het beleggingsbeleid is geformaliseerd, wel goed doordacht en beschikbaar op de website. De pensioenuitvoering- en administratiekosten waren EUR 3,8 miljoen in 2008. Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel heeft een eigen website. Deze wordt goed onderhouden. De dekkingsgraden worden op kwartaal basis gepubliceerd. Pensioenfonds Volker Wessels Pensioenfonds Volker Wessels heeft sinds 2006 een voorwaardelijke CDC regeling. Ieder jaar wordt 2.25% opgebouwd. Volker Wessels heeft geen maximale pensioengrondslag in de CDC regeling. Bij het pensioenfonds zijn verschillende partijen betrokken. Het belangrijkste orgaan is het bestuur. Dit bestaat uit tien leden, vijf van werkgeverszijde en vijf van deelnemerszijde (waarvan één gepensioneerde).er is een deelnemersraad met adviserende bevoegdheden. Acht leden van de deelnemersraad worden gekozen door de deelnemers, iedere deelnemer kan zich verkiesbaar stellen. Vier leden van de deelnemersraad worden benoemd door de Vereniging van Gepensioneerden. Daarnaast is er een verantwoordingsorgaan, dat bestaat uit twee werkgeversvertegenwoordigers, twee werknemersvertegenwoordigers en twee gepensioneerden. Het bestuur van het pensioenfonds legt aan dit orgaan verantwoording af over het gevoerde beleid. Een keer per minimaal drie jaar wordt het bestuur gecontroleerd door een visitatiecommissie: drie onafhankelijke externe deskundigen die de gang van zaken binnen het bestuur moeten beoordelen. Een beleggingsraad met onder meer twee externe deskundigen adviseert het bestuur over het beleggingsbeleid. Daarnaast bestaat de Vereniging van Gepensioneerden Koninklijke Volker Wessels Stevin. Deze vereniging is actief betrokken bij het pensioenfonds. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenen worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen afzonderlijke premie betaald. De indexatie voor de actieven is op basis van de loonindex en de indexatie van de slapers en gepensioneerden is gebaseerd op de prijsindex van de ECB.
Het pensioenfonds heeft het beleid om minimaal 70% van de verwachte ECB inflatie te compenseren. Door de financiële crisis heeft het fonds dit beleid aangepast naar 50%. Doordat de actuele 70% reële dekkingsgraad met 83,4% op 31 december 2008 ruim onder de nagestreefde grens van 100% heeft het bestuur besloten om geen indexatie (resultaatdeling) toe te passen voor 2009. Om inhaalindexaties te kunnen toekennen is een hogere reële dekkingsgraad vereist. Deze grens ligt op een minimale dekkingsgraad van 103,7% bij afdekken van 70% van de reële pensioenverplichtingen. Het fonds heeft geen beperking in looptijd en de gemiste indexaties uit het verleden worden ook gepubliceerd De werkgeverspremie is 20.5% en de werknemerspremie is 4.9% van de pensioengrondslag. De totale uitvoering en administratiekosten waren EUR 1.7 miljoen in 2008 Vanaf juni 2009 wordt de dekkingsgraad op de website gepubliceerd. Het percentage van de dekkingsgraad wordt aan het eind van ieder kwartaal geactualiseerd. Pensioenfonds Equens Op 1 januari 2007 is Equens Nederland overgegaan van een Defined Benefit-regeling naar een Collective Defined Contribution-regeling. De CDC-regeling houdt in, dat met ingang van 1 januari 2007 Equens Nederland jaarlijks -gedurende 5 jaar- een vaste premie aan het fonds betaalt. De premie die de werkgever moet betalen aan de op te bouwen en ingegane pensioenen voor 5 jaar (tot 1-1-2011) is vastgesteld op 22,5% van het pensioengevende salaris. Het deel dat de medewerkers meebetalen, is vastgesteld in de CAO Het opbouwpercentage is 2,15% aan ouderdomspensioen op over je pensioengrondslag. In het algemeen bouwt men veertig jaar pensioen op en komt dan uit op ca. 70%. De organisatie bestaat uit twee lagen. Een bestuur en een verantwoordingsorgaan. Het bestuur van het fonds bestaat uit 6 leden. De werkgever wijst 3 leden aan. De andere 3 leden zijn afgevaardigd door de werknemers en de gepensioneerden. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit drie leden, één vanuit de werkgever, één vanuit de werknemers en één vanuit de gepensioneerden. Het fonds heeft geen deelnemersraad. Het intern toezicht is uitbesteed aan een visitatiecommissie. De frequentie waarop de visitatiecommissie onderzoek doet is onduidelijk. Equens heeft wel een actieve Vereniging van Equens Pensioentrekkende. De vereniging is in het verleden in staat gebleken om positieve invloed te kunnen uitoefenen op het beleid. Het beleid van het pensioenfonds is dat de pensioenen elk jaar worden verhoogd met voor de gepensioneerden de CBS-prijsindex en voor de werkenden de loonindex. In december 2008 heeft het bestuur helaas moeten besluiten de pensioenen voor 2009 niet te verhogen. Dat geldt
voor iedereen die bij het fonds pensioen opbouwt, of heeft opgebouwd en ook voor iedereen die van het fonds pensioen ontvangt. Het bestuur van het fonds bepaalt de indexatie van de ingegane pensioenen. Of indexatie plaatsvindt, hangt af van de dekkingsgraad. 1. Bij een dekkingsgraad boven 125% wordt volledig geïndexeerd, tenzij de dekkingsgraad daardoor lager wordt dan 125%. Dan geldt gedeeltelijke indexatie. 2. Als de dekkingsgraad tussen 110% en 125% is, wordt gedeeltelijk geïndexeerd. 3. Bij een dekkingsgraad onder 110% wordt niet geïndexeerd. 4. Het bestuur bepaalt later of er financiële ruimte is voor inhaalindexatie(s). De pensioenuitvoerings- en administratiekosten waren EUR 825.000 in 2008. Conclusie: SPLB komt op tal van punten positief naar voren uit de gemaakte benchmark. Toch zijn er zeker ook een aantal verbeterpunten aangegeven en kan de sterk afwijkende beleggingsmix in een scenario van hoge inflatie negatief uitpakken. Een belangrijk negatief punt is de hoge formele grens voor volledige indexatie op de moeilijk te begrijpen reële dekkingsgraad, terwijl vrijwel alle andere pensioenfondsen werken met de nominale dekkingsgraad. Wel heeft SPLB zowel in 2008 als in 2009 een positieve uitzondering gemaakt en volledige indexatie toegekend, ondanks haar stringentere normen.