Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Vergelijkbare documenten
6,7. Paragraaf 1, Hoe is het Nederlandse landschap ontstaan. Samenvatting door een scholier 835 woorden 10 januari keer beoordeeld

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.

2 Bemesting Meststoffen Soorten meststoffen Grondonderzoek Mestwetgeving 49

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Landschappen

Vragen over landschappen die we gaan behandelen

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland

Samenvatting Nederland ABC

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Werkstuk Aardrijkskunde De 6 landschappen in Nederland

Hoofdvraag Hoe zijn de zes belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren?

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

2. Zijn aarde, grond en bodem drie omschrijvingen van hetzelfde? Geef met behulp van bovenstaande bronnen een omschrijving van deze drie begrippen.

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Het Nederlandse landschap. Rianne van den Braak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

Het gebied Begrenzing

Vroeger, toen hier ijs lag...

Geschiedenis van de duinen

Nederland, waterland

Samenvatting Aardrijkskunde Nederlandse Landschappen, het natuurlijk milieu, klimaatveranderingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Kustlijn van de Noordzee

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 1 - WERKBLAD 1

Samenvatting Nederland DEF

Tastbare Tijd, Bilthoven

Er zijn 3 soorten kaarten

Het rivierklei-landschap

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Toets_Hfdst4_NederlandEnHetWater

Begrippenlijst Aardrijkskunde Begrippenlijst Hoofdstuk 4, Water

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6

WERKBLAD pingo. naam. Heel lang geleden was het hier erg koud. Dat noemen we de ijstijd. Er waren heuvels, heel bijzondere heuvels.

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

4,9. Opdracht door een scholier 1800 woorden 11 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. India, een wereld van verschil.

De Noordzee HET ONTSTAAN

Lesbrief Aardkundige Monumenten

LEZEN. Terpentijd

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3. eerste druk

AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 2 HV. handboek

Ruimte voor de rivier de IJssel

Boekverslag door Mart 1381 woorden 28 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. H2 Landschappen in beweging (BuiteNLand 2Havo/Vwo 3 e druk)

Werkstuk Aardrijkskunde Veenlandschap

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - ruimte. Kerndoel 47. Toelichting en verantwoording

AARDRIJKSKUNDE. voor de onderbouw HANDBOEK

Wat zijn de kenmerken van het landschap en hoe is het landschap ontstaan?

HET ONTSTAAN VAN NEDERLAND

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk3, par. 1, 2, 3

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Landschap Nederland

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 8

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2. Bronnenboekje. HA-0131-a-10-2-b

12. Verkaveling haaks op hoofdstructuur

De wereld door les 2 Groningen

Samenvatting Ω Nederland Ω blad 1. Land in zicht

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Hoogteverschillen in Europa

30 september 2016

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

3 havo 4 water, 2 t/m 4

7,3. Samenvatting door een scholier 1753 woorden 13 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

LANDSCHAPPELIJKE ONDERLEGGER

3. Hydrologie van Nederland

Aanleiding / Problematiek / Doel

Bergentheim op de kaart

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK

Paragraaf 2 hoe de rivier werkt

Samenvatting Aardrijkskunde samenvatting aardrijkskunde de geo H1 havo/vwo

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP

2 Landschapszones op aarde SO 1

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, Mens en Milieu

Werkstuk Aardrijkskunde Veen

Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

1 Vul in. 2 Vul in. Zoek de pagina in het lesboek. Lees de tekst en bekijk de foto of tekening. Maak dan de vraag. pagina 2 en 3

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

In welk landschap horen windmolens thuis? Het verhaal onder en achter de landschappen in de gemeente Enschede Dick Schlüter

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland

Dynamische Delta. Bewoonbaar, leefbaar en veilig door natuurlijke processen.

4,9. Samenvatting door een scholier 4682 woorden 23 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De Geo. 1 hv Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

WERKBLAD mijn landschap

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

Transcriptie:

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk Samenvatting door een scholier 1218 woorden 10 jaar geleden 5,8 98 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra.1 A Het landschap is het uiterlijk van een gebied. Dus dat wat je ziet als je om je heen kijkt. bouwstenen zijn onderdelen waar het landschap in opgebouwd is. Er zijn 2 soorten bouwstenen: -natuurlijke bouwstenen - Menselijke bouwstenen. Natuurlijke bouwstenen: onderdelen van een landschap die zijn ontstaan door de natuur. (hoogteverschillen/hoogteligging. Ook verschillen in zandsoorten zoals zand/klei.) Menselijke bouwstenen: onderdelen van een landschap die door de mens zijn gemaakt. Ook wel: inrichtingselementen. (Bijvoorbeeld: wegen/spoorlijnen/huizen/akkers/sportvelden) B Met kaarten en foto s zie vaak meer van de bouwstenen van een landschap dan dat je zo om je heen kijkt. Topografische kaarten geven een heel precies beeld van een vrij klein beeld. Het is een grootschalige kaart. Dat wil zeggen dat het niet l te sterk verkleind is. (meestal schaal van 1:25000/1:50000. Het is dus 25000/50000keer verkleind. Er staan veel wegen en grote gebouwen op. Informatie (& legenda) staat aangegeven met: kleuren, tekens, getallen, lijnen en woorden. Een kleinschalige kaart is een kaart die sterk verkleind is, bijvoorbeeld een wereldkaart. 8 BOUWSTENEN 1. Wat is de grondsoort? zand, klei, löss, veen. 2. Hoe hoog ligt het landschap? hoogte geef je in meters boven (+) of onder (-) NAP. (Nieuw Amsterdams Peil) Je kunt dat zien aan de kleuren of hoogtecijfers. 3. Is er veel of weinig hoogteverschil? Aan hoogtecijfers, kleuren of hoogtelijnen zie je of een gebied veel hoogteverschillen of reliëf kent. Maar het kan ook zijn dat het vlak is.. Hoe is de bewoning gespreid? Wonen de mensen in boerderijen (verspreid) of dicht op elkaar in een dorp of stad. Is het gebied dicht- of dunbevolkt? 5. Hoe is het grondgebruik/bodemgebruik? Pagina 1 van 5

Is er landbouw, natuur, bebouwd gebied, industrie- en havengebied of water? Bij landbouw hoort: grasland, akkerland, tuinbouw (en soms bosbouw). Bosbouw hoort meestal bij natuur, net als heide, strand en duinen. 6. Hoe is de kavelvorm? Verkaveling: De verdeling van de grond in stukken. Rechthoekig/vierkant/onregelmatig. 7. Is het gebied open of gesloten? Open: Je kunt ver kijken. Gesloten: Vaak veel bomen. 8. Hoe is de infrastructuur? = hoe lopen de verbindingen in een gebied? Rechte of met bochten wegen/spoorlijnen..2 A Je kunt Nederland verdelen in drie stukken: Hoog-Nederland, Laag-Nederland en de kust. Het oosten & zuiden van Nederland ligt hoger dan +1 NAP. Dat is dus hoog-nederland. Landschappen in Nederland noem je vaak naar grondsoort. Hoog-Nederland bestaat voor een groot deel uit zand. Er is ook best veel hoogveen, rivierklei en löss. landschappen in Hoog-Nederland. Met hun meest opvallende bouwstenen 1. Zand landschappen 1. Grondsoort: zand 2. hoogte: +1m NAP tot +100m NAP 3. Hoogteverschillen: Vlak tot heuvelachtig.. Bewoning gespreid:? 5. grondgebruik: veel afwisseling. Akkerland & grasland, maar ook natuur (bos & heide) 7. open of gesloten: verschillend. 2. Rivierkleilanschappen 1. Grondsoort: klei 2. hoogte: +1 m NAP 3. hoogteverschillen: Klein. Bewoning gespreid:? 5. grondgebruik: dijken rivieren, dorpen 7. open of gesloten:? 3. Hoogveen landschappen 1. Grondsoort: veen 2. hoogte: +1m NAP 3. hoogteverschillen: vlak. Bewoning gespreid:? Pagina 2 van 5

5. grondgebruik: akkerbouw, langgerekte dorpen. 6. Kavelvorm: recht 8. infrastructuur: rechte kanalen. Lösslandschappen 1. Grondsoort: Löss 2. Hoogte: +1m NAP of hoger. Hoogst gelegen van H-N 3. hoogteverschillen: meer reliëf dan in andere gebieden. Bewoning gespreid:? 5. grondgebruik: afwisselendst. verschillende vormen landbouw en veel natuur (bos & hellingen) 7. open of gesloten: verschillend B Noord -en west- Nederland zouden zonder dijken een heel stuk overstromen. Zonder duinen ligt het gebied bijna overal lager dan +1m NAP. Dit is dus Laag-Nederland. Hoog-Nederland bestaat vooral uit: ZAND Laag-Nederland uit: ZEEKLEI Kenmerken landschappen in Laag-Nederland: - lage ligging, dijken, open & vlakke gebieden. 3 landschappen in Laag-Nederland 1. Zeekleipolders bouwstenen: 1. Grondsoort: Klei 2. Hoogte: tussen -1m NAP & +2m NAP 3. Hoogteverschil: vlak. Bewoning gespreid:? 5. Grondgebruik: akkerland, grasland 8. Infrastructuur:? 2. Droogmakerijen 1. grondsoort: klei 2. Hoogte: -3m NAP tot -7m NAP. 3. hoogteverschil: vlak (?) wel met dijken.. Bewoning gespreid:? 5. grondgebruik: meeste akkerland, maar ook grasland 6. kavelvorm:? 7. open of gesloten:? Pagina 3 van 5

3. Laagveen landschappen 1. Grondsoort: veen 2. Hoogte: -1 tot -2m NAP 3. Hoogteverschillen: vlak. Bewoning gespreid:? 5. grondgebruik: water, grasland 6. kavelvorm:? C Waarom is de kust een apart gebied? Hoog-Nederland: Veel relïef en het ligt hoog. kust ook Laag-Nederland: Noord en west Nederland. kust ook Samenvatting Hfd.3/..3 Nederland heeft een van de jongste grond van de wereld. Deze grondsoorten zijn de laatste 2 à 3 miljoen jaar afgezet: - Rivieren. Deze kregen veel smeltwater, zodat er veel meer water doorheen stroomde. Deze namen grind, zand en klei mee uit de bergen en legden dit neer in de zee. Dit noemen we sedimentatie. Op sommige plaatsen is dit wat meer, en op sommige plaatsen wat minder. - Landijs. De laatste 2 à 3 jaar is veel afwisseling tussen koude en warme perioden, de ijstijden. Meer dan 100 000 jaar geleden bedekte een dikke laag landijs vanuit Scandinavië Nederland. Het ijs nam veel stenen mee, variërend van grind en veldkeien tot enorme hunebedden. Ook nam het ijs veel keileem mee. Dit bestaat vooral uit door het ijs fijngemalen stenen. Door het ijs opgeduwde heuvelruggen zijn stuwwallen. - Wind. Na de ijstijd bouwt de wind mee aan het landschap. In Hoog-Nederland is het bovenste laagje zand vaak door de wind aangevoerd of afgezet als dekzand. De lichtste stofdeeltjes noemen we löss. Na de ijstijd werd het in Nederland warmer. Sommige delen van Nederland overstroomden, en sommige delen bleven droog. Een deel van de planten kwamen onder water te staan en afgezonderd van de lucht. De planten verrotten niet, maar veranderden langzaam in veen. Omdat het in Hoog-Nederland ligt, is het hoogveen. Zandige gebieden liggen vaak wat hoger dan kleigebieden. Na de ijstijden veranderde Laag- Nederland erg (Overstroomde). In Laag-Nederland ontstaat veen. Dit heet laagveen.. Door de mensen veranderden landschappen zijn culturele landschappen. De Hoog-Nederlandse grond is het meest geschikt voor landbouw. Vroeger werd turf gebruikt als brandstof. Dijken die op enige afstand van de rivier liggen, zijn winterdijken. Dijken die op een kleine afstand van de rivier liggen, zijn zomerdijken. Het gebied tussen de dijk en de rivier is de uiterwaard. Kwelders zijn gebieden die hoog door de zee zijn afgeslibd, maar bij extra hoge vloed wel nog kunnen overstromen. Daarom gingen mensen terpen maken. Dit zijn door de mens gemaakte woonheuvels. Een polder is een gebied met dijken, waar men de waterstand mee kan regelen. Er zijn 3 soorten polders. Zeekleipolders (landschap: open, vlak) zijn door de zee afgeslibde gebieden waar mensen dijken omheen hebben gebouwd. Een droogmakerij is een Pagina van 5

drooggemaakt meer of deel van de zee. Ook laagveen landschappen zijn veranderd. De vroegere laagveen landschappen zijn veranderd in veenpolders. Zijn ook dijken en gemalen nodig. Pagina 5 van 5