4,9. Opdracht door een scholier 1800 woorden 11 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. India, een wereld van verschil.

Transcriptie

1 Opdracht door een scholier 1800 woorden 11 maart ,9 52 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo India, een wereld van verschil. 1 zie bladen 2 Opdracht 1 India andere waarden Voorbeeld: ongelijkheid is maatschappelijk geaccepteerd blijkt uit: kastesysteem en behandeling vrouwen Kenmerken kastesysteem Gesloten sociale groep Voorbeelden eigen beroep kiezen van de kaste en trouwen met iemand van de eigen kaste Dwz rangorde vrouwen worden beschouwd als tweederangs burgers Opdracht 2 In India is het verboden om de kaste uit te oefenen maar de hele bevolking doet er aan mee. Er zijn daar geen gelijkheden, huwelijken zijn geen echte liefde maar huwelijken zijn gedwongen huwelijken. Lagere opleiding wil niet zeggen dat je aanzien krijgt. Opdracht 3 1. Status de kleding enz 2. manier van praten geld geloof 3. Ja ze eten allemaal samen in de lerarenkamer 4. minder geschoold werk, minder geld enz. Aantekening PROBLEEM : iemand wil trouwen met een Indiaas meisje. Wat vinden de betrokkenen ervan: Jongen en meisje willen trouwen want voor hun speelt een kaste geen rol. De Indiase ouders zijn er tegen want je moet trouwen binnen de eigen kaste. Verklaring kastesysteem : twee leerstellingen van het hindoeïsme 1e Geloof in wedergeboorte Pagina 1 van 9

2 (reïncarnatie) 2e Je hebt in dit leven heilige plichten Officieel is India een democratie maar aan de andere kant is er veel ongelijkheid door het kastesysteem Officieel is het kastesysteem afgeschaft maar in de dorpen bestaat het nog 3 Het bevolkings probleem Twee soorten overbevolking. 1) Economische overbevolking: te veel mensen ten opzichte van de bestaansmogelijkheden Gevolg werkeloosheid. 2) Sociale overbevolking: te veel mensen waardoor het gebied onleefbaar is geworden. Gevolg: weinig groen, weinig speelruimte, verkeersprobleem en woningnood. Opdracht 1 1 bevolkingsprobleem => te veel mensen in het land, te snelle bevolkingsgroei. 2 minder kinderen krijgen 3 Meer kinderen omdat ze arm zijn 4 Jongens mogen het graf aansteken, voor de oudedag voorziening en de heilige plicht Opdracht 2 1 Verandering van de geboortecijfers en sterftcijfer = hygiene is veel beter geworden en het sterftecijfer is gedaald door betere voorzieningen 2 De mensen worden niet zo oud in India => jaar krijgen ze kinderen. Nederland => worden de mensen ouder en krijgen ze niet zoveel kinderen. 3 De cultuurgebieden zorgen voor een stijging van 33% in de wereldbevolking. Opdracht 3 - Opdracht 4 Demografie Volkeren kennis Bevolkingdichtheid Gemiddeld aantal mensen per km2 Natuurlijke verandering Veranderingen in de bevolking in geboorte en sterfte Geboortecijfer Aantal geboortes per jaar per 1000 inwoners Sterftecijfer Aantal sterftes per jaar per 1000 inwoners Geboorteoverschot Verschil in geboorte sterft per jaar per 1000 inw Leeftijdsopbouw Verdeling van de bevolking in leeftijdsgroepen Leeftijdsgrafiek Grafiek waarin de leeftijdsopbouw wordt weergegeven 4 Piramidevorm Granaatvorm Ui of urn vorm Veel jongeren 0-15 Ongeveer evenveel Veel 65+ weinig jongeren Snel groeiend Blijft ongeveer gelijk Afnemend Pagina 2 van 9

3 Ontwikkelingslanden Rijke landen Rijke landen in de nabije toekomst (vergrijzing) Opdracht 1 Opdracht 2 India heeft een piramide vrom en dat komt doordat er veel kinderen geboren worden. Nederland heeft een ui of een urn vorm want er worden niet zoveel kinderen geboren maar er komen wel steeds meer vijfenzestigplussers. Opdracht 3 Zuid Azië heeft de grootste bevolkingsgroei daardoor is er meer armoede en een Voedselgebrek India Nederland Armoede Rijk Honger Geen honger Ziekte % Welvaart vanaf 95 % Slechte infrastructuur Goede wegen Laag BP Hoog BP >9000 Laag energie verbruik Hoog energie verbruik Laag% stedelingen Hoog % Stedelingen Dienstsector = vluchtsector Dienssector als gewone sector Snelle bevolkingsgroei Lage bevolkingsgroei 85% analfabeten 3% analfabeten Hoofdvraag: Wat zijn de kenmerken van het ontwikkelingsland india en hoe is het voortbestaan van ontwikkelingsvraagstuk te verklaren? Deelvragen Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling? Wat is per kenmerk de positie van India en Nederland? Hoofdstuk 4 Landschappen in Nederland 13 Nap: Normaal amsterdams Peil. Pagina 3 van 9

4 Dit is een verbetering (=normalisering) van het amsterdams peil Amsterdamspeil is de gemiddelde vloedstand in het y toen dit nog in open verbinding stond met de zee. De grends tussen hoog en laag nederland is de +1 NAP lijn. 1 Nap is de huidige vloedstand. Kwelder is buitendijks land dat bij vloed niet onder water loopt. Slik is een buitendijks land dat bij vloed wel onder water loopt. Kwelder is meestal begroeid Slik is meestal niet begroeid want het loopt nog wel eens onder water. Een polder is een stuk land omgeven door een dijk waarbinnen de mens de waterstand kan regelen door middel van pompen (kunstmatige afwatering) of met de zwaartekracht (natuurlijke afwatering) Elke droogmakerij is een polder maar niet elke polder is een droogmakerij. Een droogmakerij is een polder want het voldoet aan de omschrijving van polder. Niet elke polder is een droogmakerij want het zijn niet plassen die drooggelegd zijn er zijn ook veen en zeepolders. (dit zijn geen droog gemaakte plassen) Zeepolder Veenpolder Droogmakerij Hoogte t.o.v Nap Nap -1-2 Nap -5 Nap Wat was het voordat het werd ingepolderd? Kwelder Moeras Meer Belangrijkste grondsoort? Zeeklei Veen Zeeklei Voornaamste bodemgebruik? Akkerbouw Grasland Akkerland, grasland Provincies waarin ze veel voorkomen Friesland, groningen, zeeland Noord en zuidholland, Utrecht Flevoland Manier van afwateren Natuurlijke afwatering Kunstmatige afwatering Kunsmatige afwatering Zuiderzeewerken Deltawerken Twee belangrijke nevendoelstellingen Landaanwinning, verbetering van de zoetwaterhuishouding Betere verbindingenmeer recreatie mogelijkheden Pagina 4 van 9

5 Belangrijkste verschil Wel landaanwinning Geen landaanwinning Voorbeeld dat er rekening gehouden is met het milieu Oostvaardersplassen Oosterschelderkering Ramp die aanleiding was tot uitvoering Watersnoodramp 1916 Watersnoodramp 1953 Welke periode Kenmerk Wieringermeerpolder Zuidelijk Flevoland Jaar waarin de polder is drooggevallen Aantal nederzettingen per ha Mate van verstedelijking Niet verstedelijkt Weining tot matig verstedelijkt Grootte landbouwpercelen Kleine percelen Grote percelen Aandeel natuur en recreatiegebieden Gering Behoorlijk 14 De geologische geschiedenis van Nederland is begonnen in het Pleistoceen(25 milj jaar geleden). Koude en warme perioden wisselden elkaar af. Koide perioden wordt ijstijd genoemd daarom noemt men het pleistoceentijdperk het ijstijdvak. De grootste ijstijd wat jaar geleden. Het ijs kwam tot Nederland. Het was afkomstig uit Scandinavie waarvan daar zich het 3000 m dikke ijs verspreidde. Aan het begin van het pleistoceen lag Nederland onder water. Het ijs zorgde ervoor dat Nederlnad droog kwam te liggen. Door grote rivieren werd zand en grind opgehoopt in Nederland. De ijsstroom schoof op tot Nederland. Toen was het ongeveer 200 meter dik. De ijstongen zochten overal een weg door(rivierdalen).het ijs stuwde rivieroevers op tot grote heuvels. Het ijs nam grote keien mee. Sommige keien werden fijngewreven, sommige bleven achter toen het ijs smolt. Het landijs heeft in Noord-Nederland gezorgd voor keileem en zwerfkeien en in midden-nederland voor stuwwallen. In de laatste ijstijd bereikte het landijs Nederland niet maar het werd hier zo koud dat er niks meer kon groeien niet hield meer het zand vast. De wind waaide al het zand weg. Het kwam neer in het uiterste zuiden (loss,dekzand) Pagina 5 van 9

6 De wind heeft in bijna heel Nederland gezorgd voor dekzand en in Zuid Limburg voor loss. Einde laatste ijstijd jaar geleden: Nieuw geologisch tijderk: Holoceen. Oorzaak: ijs smolt en zeespiegel steeg. Zeezand vormde een kustlijn met brede zandbanken oftwel strandwallen. Aan de zeekant ging de aanvoer van zand gwoon door. Zo kwam het dat er evenwijdige strandwallen ontstonen. Toen die zo hoog werden dat het zand boven het water kwam. Stuifde het zand op tot duinen jaar geleden nam de zeespiegelstijging af. In het waddengebied stond de grond zo hoog dat er veen begon te groeien. riet, oeverplanten uit de plantenresten ontsond veen dat werd +- 5 a 6 m dik. Omdat dat veen zo laag ligt noemen we dat laagveen. Veel laagveen is verdwenen. Een deel in het noorden en Westen waar de duinenrij grote gaten vertoont is weggeslagen. Maar ook werd het uitgegraven en gebruikt voor turf (brandstof) daar ontstonden meren die later zijn drooggelegd. Nederland heeft dus 2 grote landschappen. Laag nederland met klei en laagveen en Hoog nederland met dekzand. In het Holoceen gebeurde nog de vorming van Hoogveen en de afzetting van de rivieren. Door het keileem bedekt met fijn dekzand. Kon het regenwater niet goed wegzakken daardoor ontstonden er moerassige gebieden. Bijvoorbeeld rond het Drents plateau. In die moerassen vormde zich veen dit noemen we Hoogveen. Daarvan is ook een deel afgegraven en gebruikt als turf. De veenresten werden door het dekzand geploegd dit leverde dalgronden op, die zijn goed te gebruiken voor landbouw. Door de stijgende zeespiegel verminderde de stroomsnelheid van de rivieren. Daardoor konden de rivieren geen grind meer afzetten, alleen maar fijn materiaal. Het lichte materiaal zette af aan de oever. Pre-glaciaal : rivierafzettingen ( fluviatiele sedimenten) (zand + grind) Glaciaal : glaciale sedimenten (keileem, zwerfstenen) Stuwwalen zijn ontstaan in het glaciaal, maar ze bestaan uit pre-glaciale sedimenten. Post-glaciaal: eolische sedimenten (afgezet door de wind) (dekzand en loss) Dekzand is grover dan loss springend naar nederland. Limburg Zuiden van de Hunlijn Boven de hun lijn Loss Dekzand Zand Zand+ grind Zand+grind Keileem Zand+grind Ten noorden van de hun lijn zitten er tussen het dekzand en zand+grind wel keileem het zuiden va de hun lijn niet. Achter strandwallen overgangsgebied tussen zee en land à een soort wadden gebied gevuld door zee en rivieren met klei en zand: oude zeeklei à vijfduizend jaar geleden minder stijging van de spiegel/ Gevolg: oude zeeklei laag droog, groei van oeverplanten. Uit planten resten laagvaan meter dik. Rivierafzettingen. Stroomsnelheid verminderdde door zeespiegel stijging, gevolg alleen licht materiaal zand en klei Pagina 6 van 9

7 opdracht 2 Zand Klei Loss Veen Structuur Korreltjes (grofste) Korreltjes (fijn) Korreltjes (fijnste) Vezelz (plantenresten) Vruchtbaar onvruchtbaar Vruchtbaar Vruchtbaar Vruchtbaar Watervasthouding Water valt weg Water blijft liggen Watervalt deels weg blijft deels liggen Zuigt water op droogleggen = turf Structuur is verhouding tussen korrels water en lucht. Vruchtbaarheid: heeft betrekking op voedingsstoffen Kleine korrels houden het water beter vast en houden voedingsstoffen beter vast. Wind IJs Rivieren Zee Zandlandschap Zeekleilandschap + Rivierkleilandschap + Hoogveen Zijn ontstaan uit planten resten. Laagveen Zijn ontstaan uit planten resten Losslandschap + Opdracht 3,3 Die afzettingen komen voor in het zandlandschap ten noorden van de HUN-lijn, tot daar is alleen maar ijs geweest. Opdracht 4 Rotsen worden verbrokkeld door klimaat en planten, dit noemt men verwering. Dit verbrokkelde gesteente wordt verplaatst door zwaartekracht. Door water, ijs en wind tijdens dit transport worden alle gesteenten afgesleten. Dit heet erosie. Het getranstporteerde materiaal word ergens anders weer neergelegd. Deze afzettingen noemen we sedimenten. 1 - basisveen (ligt onder Hologene afzetting) 2 - Strandwallen met duinen 3 - oude zeeklei 4 - Laagveen 5 - Jonge zeeklei Holoceen Nederland Oost-west Pleistoceen nederland Zuid-Noord Holocene afzettingen in Hoog-Nederland 1- Rivierklei (langs rivieren vooral in midden-nederland 2- Hoofveek (In oost-groningen, Zuidoost Drente en de peel) Pagina 7 van 9

8 Dalgrond Basisveen Stuwwal Dekzand vermengt met de bovenste laag van het Hoogveen Veen dat aan het basis ligt van holocene afzettingen Heuvel die ontstaan is doordat ijstongen rivier afzettingen opzij schoven. In zuid-west nederland is het veen weggeslagen zuidwesten en in het Noorden ligt veen Akkerbouw vruchtbare grond veluwe en oost-overijsel. Daar lagen derijvl Paragraaf 15 Vroeger hechtte het grote publiek geen waarde aan het landschap, het werd dan ook voornamelijk gebruikt voor landbouw Rond 1960 werden de mensen welvarender en gingen vaak een dagje rondrijden. Daarmee steeg de belangstelling van het landschap. Het landschap kreeg na gebruikswaarde meer belevingswaarde veel belangengroeperingen kregen meer leden die zijn niet alleen er op uit om landschappen te onderhuoden maar ook te herstellen tot een karakteristiek landschap Landschappen veranderen voortdurend. Sommige mensen willen het landschap behouden zoals het nu is. Sommige mensen willen het herstellen er zijn veel tegenstellingen tussen boeren en milieuverenigingen Nederland voort daarvoor een beleid Dat beleid wordt gemaakt door een kleine groep deskundigen. Die worden gecontroleerd door volksvertegenwoordigers en die worden gecontroleerd door jou Hoogveen akkerbouw Hoogveen afgezet op dekzand Veen afgegraven veenresten gemengd met denkzan heet: dalgrond Kanalen, venkolonien (lang gerekte dorpen langs kanaal) Laagveen Grasland Laagveen beneden zeeniveau Plassen ontstaan door afgraven van veen. Huizen langs dijken = lint bebouwing Wegdorpen, lange smalle kavels plassen en lintbebouwing Zeeklei Akkerland Zee zette klei af Kwelders ingedijkt Terpdorpen, blokvormige kavels Rivierklei Akkerland op de hogere delen grasland op de lage gebieden Bij overstromingen zetten de rivier zand en klei af Aanleg van zomer en winterdijken kribben om erosie tegen te gaan Dijken, uiterwaarden,kribben Lossland Op de plateaus akkerland en boomgaarden in de dalen grasland en aan de voet van de helling akkers Loss neergelegd door de win, dalen uitgeslepen door rivieren Oorspronkelijk bos gekapt behalve op de hellingen Helling Verschil in Hoogveen Laagveen Gebruikt voor akkerbouwbouw Gebruikt voor grasland Boven 1 nap Beneden nap Minder water Meer water Lintbebouwing Lintbebouwing Pagina 8 van 9

9 Uiterwaard is een gebied tussen een zomerdijk en een winterdijk Functie uiterwaard: opvangen van water bij hoge waterstand Gebruik uiterwaard: koeien Kribben zijn dwarsdammen in de rivier die er voor zorgen dat de stroomdraad in het midden blijft. Pagina 9 van 9