Beleidskader begaafdheid

Vergelijkbare documenten
Begaafdheid begeleiden!

Worden het er nu steeds meer?

2. Definitie. Inhoud. 1. Visie op het kind 2. Definitie 3. Doelgroep 4. Selectie&voortgang 5. Verantwoordelijkheid&communicatie

Excellente leerlingen die (niet) excelleren

Ouderavond CBO-Groepsscreening Stedelijk Gymnasium Breda

Protocol Hoogbegaafdheid

Uitdagend? Voor wie? Hoe maak je een leeromgeving uitdagend voor leerlingen met zeer hoge capaciteiten?

Bijlage 8: Definitie basisondersteuning meer- en hoogbegaafdheid

HOOGBEGAAFD? Verschillende theorieën en modellen; verschil in nadruk

Passend onderwijs voor begaafde leerlingen Juni Welkom! Passend onderwijs voor begaafde leerlingen Middagconferentie juni 2015.

HET BELANG VAN EEN GOEDE

25 belangrijke feiten vooraf - kennisquiz passend onderwijs (hoog)begaafde leerlingen

Plan van aanpak. Onderwijs voor begaafde leerlingen als onderdeel van de basisondersteuning. Inleiding. Geactualiseerde versie, april 2018

SWV Duin en Bollenstreek Infobijeenkomsten leerkrachten. Katwijk Noordwijk

DUBBEL BIJZONDERE LEERLINGEN

HET BELANG VAN EEN GOEDE VERBINDING PO-VO. voor begaafde leerlingen. Desirée Houkema - National Talent Centre of the Netherlands (NTCN)

Leiden, 20 november 2012 Hoogintelligent of Hoogbegaafd?

KLEUTERS MET EEN ONTWIKKELINGSVOORSPRONG

Basisarrangement begaafdheid deelregio Rheden Rozendaal

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen

Bijlage 8: Definitie basisondersteuning m.b.t. onderwijs voor begaafde leerlingen

Houtskoolschets n.a.v. Studiedag HB d.d

Beleid Meer - en Hoogbegaafdheid NUT Periode januari 2014 t/m januari 2016

Inhoudsopgave. Wijzigingenoverzicht

Stedelijk IB-netwerk. 17 april 2018

Hoogbegaafdheid info. Cijfers 3. Welk percentage van de hoogbegaafde leerlingen krijgt een VWO advies? Antwoord: Slechts 64% (Guldemont, 2003)

Wat is (hoog)begaafdheid?

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

Profielen van begaafde en getalenteerde leerlingen. Bron: Betts & Neihart (1988, 2010), vertaald en bewerkt door D. Dams (2013)

Onderzoeksverslag. Visie op onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen Passend onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Zuid-Kennemerland

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

juni 2017 Geactualiseerd plan van aanpak talentonderwijs als onderdeel van de basisondersteuning

Goed leraarschap voor (hoog)begaafde leerlingen

Beleidsnotitie. Onderwijsaanbod voor kinderen met hoge intellectuele vermogens. (hoog)begaafde leerlingen. Spolt Skom

HOOGBEGAAFDHEID EN EXCELLENTIE

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Opsporen hoogbegaafde onderpresteerders

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplatform Nijmegen. Evaluatie Ondersteuningsagenda platform Nijmegen

Duurzaam talentbeleid binnen uw bestuur

Algemene inleiding. Twee voorbeelden van definities:

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

Actie Concrete afspraken Tijd Wie

Informatie-avond Traject Op Maat. 3 september 2015

Parallellezing 36 Doelgericht verrijken kerndoelen, methodedoelen,verrijkingsdoelen

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

Waarom deze presentatie?

Definitieve versie 1 mei 2015

Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013

Kader kwaliteitszorg. Versie: 1.0 Datum: Status: Definitief

Ondersteuningsplatform Nijmegen. Ondersteuningsagenda platform Nijmegen Vastgestelde versie

School Ondersteuningsprofiel

Verantwoord plus. Stichtingbeleidsnotitie Hoogbegaafden

Onderwijs aan leerlingen die hoogbegaafd zijn. Beleidsnotitie januari 2019

Voorwoord en doel van dit document

- school de Ontmoeting Jenaplanschool voor basisonderwijs

Ondersteuningsplan SPPOH. (PO Haaglanden)

(H)erkenning van (hoog)begaafdheid. binnen passend onderwijs

Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO Midden-Limburg

Plusklas PWA Beusichem

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Ouderbrochure. samenwerkingsverband de Meierij PO

Beleid voorsprongleerlingen/excellente leerlingen Juni 2014

Protocol Meer- en hoogbegaafdheid Versie 1.0 september Het Kofschip Ouderkerk aan de Amstel

Schoolondersteuningsprofiel

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

Cornelis Haak School

Visie samenwerkingsverband vo passend onderwijs noordlimburg. (31.01)

In je element met wie je bent!

Donderdag 2 FEBRUARI 2017

Publieksversie Ondersteuningsplan

SWV PO3002 Jaarplan

Passend onderwijs voor begaafde leerlingen

Monitor sociaal domein 2017 Aansluiting jeugdhulp en onderwijs

Ondersteuningsplan Compacte versie

Jaarplan Doel 1. Doel 2. Doel 3. Doelstelling Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

leerlingen iedere school die is aangesloten bij het Samenwerkingsverband werkt volgens de kernwaarden (zie verderop).

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Wat is passend onderwijs? Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan

Includerend denken, nooit tussen wal en schip Voor alle leerlingen de meest passende onderwijsvorm zoeken en vinden.

Presentatie 8+ klassen op het Zuyderzee College & Emelwerda College

Van speciaal naar regulier onderwijs: een hele overstap! Werkconferentie 9 oktober 2013

BELEIDSPLAN PLUSKLAS

Van speciaal naar regulier onderwijs: een hele overstap! Het Congres 29 november 2013

Verslag symposium donderdag 7 juni

Dr. Ellen Luteijn GZ psycholoog en werkzaam bij Kentalis. NVA Congres 2013

Beleid hoogbegaafde en begaafde leerlingen KBS de Rietkraag

Basisondersteuning. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. Berséba - PO0001. School Plaats Directeur Datum

Criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4 1

Studiedag SBO Project Talent 25 april 2019

Met basisondersteuning in het onderwijs wordt de ondersteuning bedoeld die elke school minimaal biedt.

SWV PO 2203 PASSEND ONDERWIJS. Monitor Financiën. verantwoording en analyse 2015

Vragen gesteld op de ouderavond op 11 februari 2014 gehouden in De Boemerang te Naaldwijk

Kwadraatonderwijs. Kwadraat, passend onderwijs voor begaafde leerlingen

Meerbegaafden protocol

Transcriptie:

Beleidskader begaafdheid Beleidskader m.b.t. begaafdheid voor het SWV Stromenland PO2507

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Visie... 3 2. Leeswijzer... 4 3. Theoretisch kader... 4 4. Doelgroep definitie... 5 5. Ondersteuning... 6 5.1 Basisondersteuning... 6 5.1.1 Signaleren... 6 5.2 Extra ondersteuning... 7 6. Richtlijnen basisondersteuning... 8 7. Monitoring en evaluatie... 8 8. Begroting... 8 9. Bronnen... 9 Bijlage 1... 10 Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 2

1. Inleiding In het ondersteuningsplan 2016-2020 van Stromenland staat de volgende ambitie beschreven: Stromenland ziet het als haar maatschappelijke opdracht om alle leerlingen passend onderwijs te bieden, zodat ieder kind zich optimaal ontwikkelt. Stromenland doet dit op een zo geïntegreerd mogelijke wijze, vanuit zo geïntegreerd mogelijke voorzieningen. Daarnaast heeft passend onderwijs als uitgangspunt dat leerlingen zo thuisnabij en regulier mogelijk onderwijs volgen. Ook begaafde leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte verdienen een plek in het regulier onderwijs in plaats van in een aparte bovenbestuurlijke voorziening. Dit heeft geleid tot de volgende uitgangspunten komend uit het jaarverslag 2018 van Stromenland: Het Onderwijs continuüm. Het samenwerkingsverband borgt het onderwijs continuüm voor de leerling en zet daartoe de mogelijkheden voor onderwijsondersteuning en speciaal onderwijs binnen haar verantwoordelijkheid in, waar nodig en gewenst in samenwerking met de partners in de voorschoolse educatie en in jeugdzorg. De samenwerking is vanzelfsprekend ook met de ouders en in de doorlopende leerlijn met het samenwerkingsverband VO. De integratie van regulier onderwijs, SBO en SO, waarvan het tempo en de vorm deels bepaald zijn door lokale mogelijkheden. De versterking van de basisondersteuning en de extra ondersteuning met deels expertise uit het S(B)O via de inzet van onderwijsondersteuners in het reguliere onderwijs werken preventief en stimuleren ook integratie. Hetzelfde geldt voor inhoudelijke en huisvestelijke samenwerking van SO en SBO, en van SO, SBO en regulier onderwijs. Bovenstaande uitgangspunten zijn binnen het samenwerkingsverband bepalend voor de ondersteuning van begaafde leerlingen. De aanleiding voor het schrijven voor het beleidskader komt onder andere voort uit jaarplandoelen rondom begaafdheid, integratie en de daling van deelnamepercentages (Jaarplan 2019). Vanaf 2019 geeft het samenwerkingsverband begaafdheid een hoge prioriteit. Hierbij heeft ook de subsidie voor begaafde leerlingen primair- en voortgezet onderwijs en het traject voorafgaand aan deze subsidie invloed gehad op dit proces. Om het beleidskader te vullen is gesproken met o.a. platformcoördinatoren, schoolbestuurders, schoolleiders, IB-ers, leerkrachten en ouders binnen het samenwerkingsverband met betrekking tot de ondersteuning van begaafde leerlingen. 2. Visie De ondersteuning voor begaafdheid is onderdeel van de basisondersteuning en vindt daarom zoveel mogelijk passend in regulier onderwijs plaats. (Vroeg)signaleren is hierbij noodzakelijk om preventief te werken en om zo snel mogelijk het beste beeld te krijgen van de onderwijsbehoeften van een begaafde leerling. Bij begaafde leerlingen is het belangrijk dat de natuurlijke aanleg die zij hebben wordt getransformeerd naar ontwikkelde vaardigheden. Hiermee kan bijvoorbeeld onderpresteren worden voorkomen wat tot minder thuiszitters en beter passend onderwijs leidt. Daarnaast verdienen begaafde leerlingen een plek waar zij zich naast intellectueel ook sociaal, emotioneel en creatief volwaardig kunnen ontwikkelen met gelijkgestemden. Pas bij een goed samenspel van de persoonskenmerken en sociale omgevingen ontwikkelt een begaafde leerling zich. 3. Hoe? Bovenstaande visie vraagt een verbreding van de basisondersteuning in zowel regulier als speciaal onderwijs. Niet alle (speciale) scholen geven de (onderwijs)ondersteuning voor hoogbegaafde leerlingen al op hetzelfde niveau vorm. Ook zijn nog niet alle leerkrachten even bedreven in het Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 3

signaleren, onderwijzen en begeleiden van deze leerlingen. Om daar gezamenlijk aan te kunnen voldoen wil het samenwerkingsverband ondersteunend/faciliterend naar de scholen zijn. Hoe het samenwerkingsverband die rol kan vervullen zal steeds in samenspraak met de schoolbesturen worden besproken. Wanneer men niet tegemoet kan komen aan de specifieke ondersteuningsbehoeften van een begaafde leerling zal extra ondersteuning nodig zijn. Hiervoor zijn deeltijd/voltijd onderwijsvoorzieningen of een plek binnen het speciaal onderwijs ingericht, maar getracht wordt om dit zo integratief mogelijk plaats te laten vinden.waarbij het streven altijd is om terug te stromen naar een zo regulier mogelijke setting. Het hebben van deeltijd/voltijd voorzieningen sluit niet uit, dat het onze gezamenlijke plicht is om begaafde leerlingen binnen de basisondersteuning zoveel mogelijk te bieden. Men moet elkaar kunnen aanspreken wanneer begaafde leerlingen te vlot naar een vorm van extra ondersteuning worden doorverwezen. Alleen de leerlingen waar extra ondersteuning echt noodzakelijk is moeten voor deeltijd/voltijd voorzieningen in aanmerking komen. Zo is een begaafde leerling niet zonder meer toelaatbaar voor extra ondersteuning. Naast ondersteuning in het onderwijs blijken begaafde leerlingen veel baat te hebben bij contact met gelijkgestemden (peers). Begaafde leerlingen wil het samenwerkingsverband dan ook de kans geven om daar gebruik van te maken. Het is voor sommige scholen nog lastig om dit mogelijk te maken. Samen met hen wil het samenwerkingsverband dan ook onderzoeken hoe bij scholen met een kleiner aantal begaafde leerlingen die ontmoeting toch plaats kan vinden. Het samenwerkingsverband wil mee gaan in het proces met de scholen om begaafdheid beter te integreren in de basisondersteuning. Zo is (vroeg)signaleren een belangrijk onderdeel van de basisondersteuning. Het sneller zichtbaar hebben van begaafde leerlingen kan onderpresteren, vastlopen op latere leeftijd maar ook thuiszitten voorkomen. Desondanks is signaleren geen doel op zich maar wel een aanknopingspunt voor ondersteuning. Hierin wil het samenwerkingsverband ook gezamenlijk met scholen optrekken om hen hierin te kunnen faciliteren. 2. Leeswijzer Dit beleidskader geeft een overkoepelend beeld van de ondersteuning op begaafdheid binnen het samenwerkingsverband Stromenland om als samenwerkingsverband vast te stellen. Dit kader bestaat uit een theoretisch kader waarin de meest voorkomende theorieën rondom begaafdheid worden toegelicht. Vervolgens wordt er voor de doelgroep begaafde leerlingen een definitie gesteld om te kunnen kaderen. Hierna wordt beschreven hoe de ondersteuning binnen het samenwerkingsverband is vormgegeven waaruit het handelingskader volgt. Daarna volgt de monitoring en evaluatie, de begroting en tot slot de gebruikte bronnen. 3. Theoretisch kader Op dit moment bestaat er geen algemene consensus over de definitie van begaafdheid. Dit maakt dat er niet zomaar over de begaafde leerling gesproken kan worden. Ook in de wetenschap is men het niet eens over de definitie van begaafdheid. Over het algemeen combineert men een aantal van de belangrijkste theorieën rondom begaafdheid. Een aantal veelgebruikte theorieën worden hieronder kort toegelicht. a. Triadische model (Renzulli) i.c.m. Meerfactorenmodel (Mönks) Renzulli geeft aan dat bij op hoog niveau presteren dezelfde kenmerkende persoonlijkheidseigenschappen samenkomen. Deze eigenschappen zijn hoge intellectuele vermogen, taakgerichtheid en volharding en creatief vermogen. Mönks heeft de rol van de sociale Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 4

omgeving hier aan toegevoegd. Hierbij gaat het om een wisselwerking tussen de persoonlijkheidseigenschappen en het gezin, de school en vrienden. b. Meervoudige intelligenties (Gardner) Gardner gaat uit van meervoudige intelligentie(gebieden), deze zijn als volgt: verbaal-linguïstisch, logisch-mathematisch, visueel-ruimtelijk, muzikaal-ritmisch, lichamelijk-kinesthetisch, naturalistisch, interpersoonlijk en intrapersoonlijk. Men kan op een of meerdere gebieden hoog presteren, waarbij begaafdheid ook gebied-specifiek kan zijn. Hierbij kijkt men vooral naar op welke manier iemand begaafd is i.p.v. in welke mate iemand begaafd is. Een kritische noot bij deze theorie is dat we inmiddels weten dat uitblinken op cognitief gebied een veel groter effect heeft op het hele zijn van de leerling dan uitblinken op bijvoorbeeld de lichamelijk-kinesthetische intelligentie. c. Multifactorenmodel (Heller) Dit model gaat uit van een combinatie tussen de modellen van Renzulli, Mönks en Gardner. Heller baseert dit model op het idee dat begaafde leerlingen door hun aanleg en stimulerende omgeving makkelijker dan gemiddeld begaafde mensen tot uitzonderlijke prestaties kunnen komen. Daarbij zijn er een aantal gebieden waarop iemand begaafd kan zijn: intellectuele capaciteiten, praktische intelligentie, artistieke capaciteiten, muzikaliteit, creatieve vermogens, sociale competentie en psychomotoriek. d. Differentiated Model of Giftedness and Talent (DMGT-model) van Gagné Gagné gaat uit van het feit dat ieder mens aangeboren, specifieke natuurlijke vermogens (potentieel) heeft. In een proces van (in)formeel leren én oefenen worden deze vermogens getransformeerd tot systematisch ontwikkelde vaardigheden. In het model wordt duidelijk welke vermogens en vaardigheden onderscheiden kunnen worden en door welke factoren het proces van (in)formeel leren en oefenen beïnvloed wordt. Het model van Gagné wordt in Bijlage 1 grafisch weergegeven. Het opnemen van een bepaalde theorie brengt implicaties met zich mee voor het onderwijs- /ondersteuningsaanbod dat de scholen voor begaafde leerlingen aanbieden. 4. Doelgroep profielen Begaafdheid kan bij leerlingen op verschillende manieren tot uiting komen. Gegeven de diversiteit aan wetenschappelijke theorieën worden om tot een schets van de doelgroep te komen binnen het samenwerkingsverband de zes profielen van Betts en Neihart (2010) aangehouden (Tabel 1). Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 5

Tabel 1. Zes profielen Betts & Neihart (2010) Profiel Leerling Beknopte typering Aangepast De aangepaste, succesvolle leerling levert goede prestaties, is succesvol perfectionistisch, vermijdt risico en zoekt bevestiging van de leerkracht. Uitdagend De uitdagende, creatieve leerling is creatief, komt op voor eigen opvattingen, creatief is competitief, heeft grote stemmingswisselingen, is eerlijk en direct De onderduikende leerling ontkent zijn of haar begaafdheid, vermijdt Onderduikend uitdaging, zoekt sociale acceptatie en wisselt in vriendschappen Risicoleerling De risicoleerling is creatief, zoekt buitenschoolse uitdaging, isoleert zich zelf, (drop-out) verstoort, presteert gemiddeld of minder, bekritiseert zichzelf en anderen De dubbel bijzondere leerling heeft kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen, werkt inconsistent, presteert gemiddeld of minder Dubbel bijzonder (mogelijk als gevolg van een onderliggend leerprobleem), verstoort en reageert af De zelfsturende, autonome leerling heeft goede sociale vaardigheden, werkt Zelfsturend zelfstandig, ontwikkelt eigen doelen, werkt zonder bevestiging, is creatief, autonoom komt op voor eigen opvattingen en neemt risico 5. Ondersteuning In dit hoofdstuk wordt de ondersteuning op het gebied van begaafdheid aanwezig binnen het samenwerkingsverband beschreven. De verschillende niveaus van ondersteuning van begaafde leerlingen is in Tabel 2 weergegeven. 5.1 Basisondersteuning De scholen geven de basisondersteuning zelf vorm in samenwerking met het samenwerkingsverband Hieronder valt dat zij in staat zijn om onderwijs (de aangeboden leerinhouden, instructie, verwerkingsopdrachten en onderwijstijd) af te stemmen op verschillen in ontwikkeling van leerlingen. Dit duidt in het geval van begaafdheid op het signaleren, differentiëren, compacten en verrijken. De lichte ondersteuning valt onder de basisondersteuning. Het samenwerkingsverband ondersteunt hierbij door middel van consultatie en kortdurende onderwijsondersteuning voor scholen/leerkrachten. Wanneer er behoefte is aan meer ondersteuning kan gebruik worden gemaakt van ambulante begeleiding door onderwijsondersteuners, psychodiagnostisch onderzoek, groepsarrangementen, individuele arrangementen en deskundigheidsbevordering team. 5.1.1 Signaleren Het gericht signaleren van begaafdheid(skenmerken) maakt noodzakelijk dat op de scholen goed gekeken wordt naar de aspecten die een indicatie vormen voor begaafdheid. Daarbij kan het gebruik van een signaleringsinstrument een belangrijk hulpmiddel zijn. Wat betreft begaafdheid is vroeg signaleren van belang, bij voorkeur voor de start of tijdens intake op de basisschool. Ook kan de overgang naar groep 3 een moment zijn om signalen rondom begaafdheid te inventariseren. Wat betreft het signaleren van begaafheid(skenmerken) zijn de scholen/schoolbesturen vrij om dit naar eigen inzicht in te vullen. Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 6

Tabel 2. Schematische weergave ondersteuning binnen SWV Stromenland Vorm van ondersteuning Invulling Structurele signalering In kernvakken: Structurele gedifferentieerde instructie Begeleiding op 3 niveaus (compacten en verrijken) Verrijking o.b.v. structureel (Vaardigheden)model Verdergaande diagnostiek Begeleiding op 3+ niveau (extra compacten + verdieping/verrijking) Begeleiding van hiaten in kennis en vaardigheden O.a. begeleiding van vastgelopen leerlingen, dubbel bijzondere leerlingen, leerlingen met trauma Basisondersteuning op alle reguliere scholen Remedial Teaching Scholen met begaafdheid als thema in schoolondersteuningsplan (bijv. plusklas of verrijkingsklas) Ambulante begeleiding Psychodiagnostiek Arrangementen (individueel of groep) Voltijds (hoog)begaafdenvoorziening SBO / SO met kennis (hoog)begaafdheid Tussenvoorziening dubbel bijzonder Jeugdzorg 5.2 Extra ondersteuning Op het gebied van de extra ondersteuningsbehoefte van begaafde leerlingen valt een driedeling te kenmerken. Als eerste is er de extra ondersteuningsbehoeften gericht op het nauwer aansluiten bij het cognitief functioneren/vermogen van de leerlingen. De schoolbesturen hebben hiervoor (vormen van) onderwijs ingericht waarmee binnen het samenwerkingsverband tegemoet wordt gekomen aan dergelijke ondersteuningsvragen. Hierbij kan gedacht worden aan maatwerk binnen de school, (bovenschoolse) plusklassen/peergroepen, voltijds begaafden onderwijsvoorzieningen. Als tweede is er de leerling met extra ondersteuningsbehoefte met betrekking tot gedrags- en/of leerproblematiek. In deze ondersteuningsbehoefte wordt o.a. door het speciaal onderwijs voorzien. Daarnaast is een tussenvoorziening dubbel bijzonder op het niveau van het samenwerkingsverband ingericht waarbij begaafde leerlingen met gedragsproblematiek tijdelijk kunnen plaatsnemen waarbij de intentie is dat de leerling terug gaat naar de school van herkomst of een andere passende plaats. Als derde zijn daar de ondersteuningsbehoeften waarbij de zorgvraag leidend is. Deze behoeften worden door de gespecialiseerde jeugd GGZ instellingen vormgegeven onder regie van de gemeente. Hierbij is sprake van maatwerk waarbij gekeken worden op welke manier de leerling (een vorm van) onderwijs kan (blijven) volgen. Initiatieven rondom de overgang po-vo Naast bovengenoemde ondersteuning zijn er in samenwerking met het voorgezet onderwijs ook vormen van onderwijs ontwikkeld. Hierbij gaat het om een speciaal/eigen aanbod voor leerlingen die de stof van de basisschool beheersen maar nog niet rijp zijn voor het voortgezet onderwijs. Niet alle initiatieven op dit vlak worden door Stromenland gefinancierd. Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 7

6. Richtlijnen basisondersteuning Om bovenstaande visie op en beschrijving van ondersteuning voor begaafde leerlingen in de basis te kunnen voorzien en in de toekomst ook verder uit te breiden is het streven om onderstaande richtlijnen te gebruiken. Deze richtlijnen zijn door Novilo (opleidingsinstituut op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid) opgesteld. Er is beleid geformuleerd over passend onderwijs voor begaafde leerlingen inclusief visie, invulling begrip begaafdheid, doelstelling, beoogde resultaten, benoeming doelgroep, professionaliseringsplan en begroting. Er bestaat een vorm van structurele signalering in de onder-, midden en bovenbouw. Er zijn aanvullende verrijkingsdoelen geformuleerd. Voor minimaal twee domeinen (bijvoorbeeld Taal en Rekenen) probeert men structureel voor begaafde leerlingen de lesstof compact aan te bieden: bij voorkeur minimaal compacten tot 60% en 40% schrappen. De vrijgekomen tijd na compacten probeert men structureel aan te vullen met passend verrijkingsstof op basis van de geformuleerde verrijkingsdoelen. Het verrijkingsmateriaal sluit zoveel mogelijk aan bij de leerdoelen en onderwijsbehoeftes van begaafde leerlingen. Differentiatie vindt indien mogelijk plaats in het rooster (weektaak), leerdoelen en instructie voor de onder-, midden- en bovenbouw begaafde leerlingen. 7. Monitoring en evaluatie Het beleidskader begaafdheid wordt onderdeel van de monitorkalender en de beleidsevaluatiecyclus. Zo zal begaafdheid o.a. terugkomen in de inhoudelijke verantwoording van het jaarverslag. Het beleidskader wordt jaarlijks geëvalueerd middels de monitor basisondersteuning. Op basis van de resultaten uit deze monitor wordt het gesprek aangegaan met de platformcoördinatoren. Het thema begaafdheid komt binnen de platforms ook terug in de evaluatie van de ondersteuningsagenda s. Daarnaast zal in het kader van de subsidie begaafde leerlingen po/vo ook vanuit het ministerie van OCW gemonitord worden en vanuit het NRO gegevens opgevraagd voor onderzoek. 8. Begroting Onderstaande tabel geeft weer wat structureel vanuit het samenwerkingsverband wordt ingezet op het gebied van begaafdheid. Tabel 3. Begroting begaafdheid SWV Stromenland Investering begaafdheid jaarlijks Bijdragen aan individuele arrangementen 180.000 Bijdragen aan plusklasarrangementen 192.713 Bijdragen aan voltijds hoogbegaafdenvoorzieningen 145.000 Bijdragen aan ontwikkeling en innovatie 40.050 Bijdragen aan toelatingscommissie 3.200 Scholing 18.000 Onderwijsondersteuner HB vragen 18.000 Totaal 596.963 Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 8

9. Bronnen George T. Betts and Maureen Neihart (2010). Revised profiles of the gifted and talented. Documentatie Novilo, verkregen op 28 januari 2019 bij bijeenkomst t.b.v. subsidieaanvraag Jaarplan 2019. (2018). SWV Stromenland Jaarverslag 2018. (2019). SWV Stromenland Projectplan SWV Stromenland subsidieaanvraag begaafde leerlingen. (2019). SWV Stromenland Ondersteuningsplan SWV Stromenland 2016-2020 Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 9

Bijlage 1 Beleidskader begaafdheid 1.1 11-6-2019 10