Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008



Vergelijkbare documenten
Voor H 2 O. Auteurs: Hans Hufen (QA + ), Bouke Ottow (Deltares), Liesbeth Halbertsma.

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Dossier opdracht 5. Kijk op leerlingen en leren

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Transformatie-agenda Hengelo sociaal met lef Toelichting

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Derks & Derks B.V. Derks & Derks Interviewkalender Interviewtips met humor belicht. Tel adviseurs in human talent

VAN ALDERSTAFEL NAAR ALDERS- LESSEN

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Klanttevredenheidsonderzoek 2015


Opzet burgergesprek Open Data NEXT

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

DESIGN THIS 2 MEREL SCHAAP CMD3C

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

En, wat hebben we deze les geleerd?

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Van idee naar subsidiabel projectplan

KWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar. Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen.

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Reflectieverslag Master pedagogiek

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Persoonlijkheidstesten

Als wij dit soort vragen stellen dan gaan wij uit van de talenten en mogelijkheden van cliënten.

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Acteren in het krachtenveld

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Uitkomsten Enquête mei 2015

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Bijlage 1 Interviewleidraad voor het interview met locatiemanagers

Sociale wijkzorgteams Den Haag

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt

De Tango methode. Eelke Wielinga

Blok 1 - Introductie

Herijking Strategische Visie Barendrecht 2025 SAMEN BOUWEN AAN BARENDRECHT

Stappenplan. Wie is wie in deze methode? #2 Stappenplan

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken

Actieplan Sterke buurten

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

Fianne Konings en Marjo Berendsen over Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs door Jacolien de Nooij

Flitsende en bruisende dienstverlening

FUMO deelnemersonderzoek 2015

Ruimte voor de Rivier

Communicatie en participatie

Question 1 Multiple Choice De informatie over de mogelijkheid om deel te nemen aan de minor Sporttechnologie heeft mij tijdig bereikt

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Ridderkerk dragen we samen!

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

BETERapp pilot plan organisatie X. In twaalf weken een succesvolle pilot met de BETERapp.

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

In deze informatiebrief de volgende onderwerpen:

Workshop 1: Communiceren over zelfredzaamheid: daar is mijn volggroep!

Maak het! in Heerenveen

Rapportage voor Saffier De Residentiegroep. Lerende Evaluatie: De stand voor de transitie naar een nieuw woonzorgconcept

Opleidingsprogramma DoenDenken

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Eindevaluaties Zandmaas/Grensmaas Ruimte voor de Rivier. Anne-Geer de Groot Gedelegeerd opdrachtgever DGWB

Varsselder-Veldhunten, 4 november 2017 Onderwerp: aanpassingen N817 Ulft - Gendringen. Geachte gemeenteraad en college van B&W,

Huiselijk geweld tussen zussen

Participatiewijzer gemeente De Bilt

Conceptverslag klankbordgroep herziening VRM 21 november 2016, Spaceswork, Hofplein 20, 3032 AC Rotterdam

Participatietraject tijdens opstellen Stedenbouwkundig Plan (SP) resp. ontwerpbestemmingsplan

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan subsidiebeleid

Workshop: Communicatieprocessen en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

Key success actors. De rol van middenmanagement bij strategische veranderingen. Onderzoek door Turner en de Rotterdam School of Management

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

Praktijkcase Samen Winnen Paardensport Paardensport Nuth. Datum: Auteur: Cristan Segers, Huis voor de Sport Limburg

Auditrapport. Blik op Werk Keurmerk. Resultaten cliëntenaudit. Edinova Alkmaar. Datum rapport: 16 februari 2015

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

28% 72% 30% 70% Aantal geregistreerde deelnemers : 141 Periode evaluatie : 19 maart 2014 t/m 6 april 2014 Aantal evaluaties : 101

BESLUITVORMING; HET SPEL OF DE REGELS

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

GEMEENTE VA LKENSWAARD. Via deze weg willen wij u op de hoogte brengen van de ontwikkelingen met

Persoonlijk opleiding plan

BIJLAGE I3. Nota van Afstemming. Model Ten Boer-Groningen: nota van afstemming

Reflectiegesprekken met kinderen

Individueel procesverslag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Transcriptie:

Verkenningen en Beleidsanalyse Postbus 85467 3508 AL Utrecht Daltonlaan 400 3584 BK Utrecht www.deltares.nl Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 T +31 88 335 77 00 F +31 88 335 77 20 info@deltares.nl Datum januari 2009 Auteur(s) Ir. B.T. Ottow Opdrachtgever Projectnummer WINN Rijkswaterstaat T2466 Aantal pagina's 94 Goedgekeurd door Drs. C.A. Bons Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Deltares. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan Deltares, dan wel de betrefffende terzake tussen partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het Deltares-rapport aan directe belanghebbenden is toegestaan. 2008 Deltares

2 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 3 / 94 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 I Introductie: Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008... 7 II Lessen uit de Leergeschiedenis... 11 III Leeswijzer Leergeschiedenis WaalWeelde... 23 1 Leergeschiedenis ronde 1... 25 1.1 De ronde 1 (maart/april 2007) interview citaten per thema... 25 1.2 Conclusies/acties projectleiding WaalWeelde na de eerste interviewronde, 20 mei 2007... 40 2 Leergeschiedenis ronde 2... 42 2.1 De ronde 2 (oktober 2007) interview citaten per thema... 42 2.2 Conclusies/acties projectleiding WaalWeelde na de tweede interviewronde, 7 maart 2008... 66 3 Leergeschiedenis ronde 3... 69 3.1 De ronde 3 (juni 2008) interview citaten per thema... 69 3.2 Conclusies/acties projectleiding WaalWeelde na de derde interviewronde, 17 juli 2008... 92

4 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 5 / 94 Samenvatting WaalWeelde is het streven van meerdere partijen om langs de Waal, van de Duitse grens tot Gorinchem, niet alleen rivierveiligheid te vergroten, maar ook ruimtelijke kwaliteit te bevorderen en economische ontwikkeling te stimuleren. WaalWeelde is een project met nadruk op proces. Kenmerkende aspecten van het WaalWeelde proces waren: Nadruk op open planproces Betrekken van de 4 B s (Bestuurders, Beambten, Bedrijven, Bewoners) Opdelen van het plangebied in clusters, met clusterfacilitatoren Gebruik van innovatieve hulpmiddelen Interactie tussen clusterniveau en centraal niveau WINN (het RWS programma Water als INNovatiebron) heeft in de jaren 2007-2008 het projectmanagement van het project WaalWeelde geassisteerd bij het monitoren van het proces door middel van drie rondes van de zogenaamde leergeschiedenis. Het projectmanagement van WaalWeelde zag de leergeschiedenis als een snel toegankelijk, tot de verbeelding sprekend, prettig en waardevol hulpmiddel voor het management, dat soms ook tot concrete vervolgacties aanleiding was. De leergeschiedenis was een thermometer, een APK die een aardig overzicht van de stand van zaken geeft. Aandachtspunten die voor het projectmanagement uit de leergeschiedenis naar voren kwamen waren: Het proces ging stroperig. Participatie van de 4 B s is beperkt. Helder kader is gewenst. Stevige regierol is nodig. Effect van specifieke hulpmiddelen. Een aantal lessen die met behulp van de leergeschiedenis uit WaalWeelde geformuleerd kunnen worden zijn: Inzetten op betrokkenheid van veel partijen loont de moeite, maar daar is een lange doorlooptijd en een specifiek procesontwerp voor nodig, dat regelmatig bijgesteld moet kunnen worden. WaalWeelde laat zien hoe je succesvol wethouders van verschillende gemeentes, zelfs van verschillende kanten van de rivier, de gelegenheid kunt bieden om met elkaar te praten en plannen te maken en hoe bedrijven de ruimte gegeven kan worden bij die planvorming betrokken te raken. Daarvoor zijn facilitatoren op de grond nodig, die specifieke kennis en vaardigheden hebben, onpartijdig zijn en voldoende tijd hebben. Sterke centrale regie, visie en kaderontwikkeling en daarom ook voldoende capaciteit op centraal niveau, is bij een complex proces als WaalWeelde hard nodig. De rol van Rijkswaterstaat moet helderder worden in gebiedsprocessen waarbij zij zelf niet de regie heeft. Dat is vooral een zaak van Rijkswaterstaat zelf, maar ook voor haar omgeving. De leergeschiedenis heeft geholpen bij het zichtbaar maken van de complexiteit van het maken van een samenhangend plan voor de Waal op een manier waarbij zoveel partijen participeren.

6 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 7 / 94 I Introductie: Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 Dit rapport is de afrondende notitie Leergeschiedenis, zoals genoemd als product in het projectplan van het Deltares project T2466 WaalWeelde Procesondersteuning, 25 juni 2008. Dit rapport bevat tevens de in het projectplan genoemde rapporten van rondes 2 en 3 van de leergeschiedenisrondes, benevens het al eerder verschenen rapport van ronde 1. WaalWeelde WaalWeelde is het streven van meerdere partijen om langs de Waal, van de Duitse grens tot Gorinchem, niet alleen rivierveiligheid te vergroten, maar ook ruimtelijke kwaliteit te bevorderen en economische ontwikkeling te stimuleren. Onder deze partijen zijn 14 gemeenten, de provincie Gelderland, de stadsregio Arnhem - Nijmegen, Regio Rivierenland en de Radboud Universiteit Nijmegen. Dit streven is geconcentreerd rondom het concrete project WaalWeelde, dat getrokken wordt door de Provincie Gelderland en de Radboud Universiteit Nijmegen. Dit project wordt gefinancierd door het programma Leven met Water. In het (concept) procesplan WaalWeelde (Veldhuizen en Willems 2006) wordt de opzet van het project beschreven. Kenmerkende aspecten van het WaalWeelde proces waren: Nadruk op open planproces Betrekken van de 4 B s (Bestuurders, Beambten, Bedrijven, Bewoners) Opdelen van het plangebied in clusters, met clusterfacilitatoren Gebruik van innovatieve hulpmiddelen Interactie tussen clusterniveau en centraal niveau Voor een goed begrip van de bespreking van het proces van WaalWeelde zijn de volgende aspecten van belang: Omwisselbesluit, Clusters, Ontwikkelgroep. Omwisselbesluit De Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB RvR), die ontwikkeld is voor vergroting van de rivierveiligheid, voorziet hiervoor langs de Waal vooral kribverlaging. De kribverlagingen in de Waal worden uitgevoerd, tenzij er een alternatieve maatregel is die beter aan de gestelde doelen voldoet en maatschappelijk gewenster is. In dat geval kan de huidige maatregel omgewisseld worden. Uiterlijk 1 januari 2009 beslissen de ministeries van VROM en V&W of er wel of geen omwisselbesluit komt. Clusters Voor de werkbaarheid is het werkgebied van WaalWeelde opgedeeld in drie clusters van vier tot vijf gemeentes: Oost, Midden en West. In elk cluster werd het planproces gefaciliteerd door twee facilitatoren, hiertoe beschikbaar gesteld door hun organisaties als bijdrage aan WaalWeelde. Ontwikkelgroep Tijdens het proces van WaalWeelde groeide de behoefte om op het niveau van de hele Waaltak te overleggen met relevante partijen. Dat gebeurde in de ontwikkelgroep, waarin naast de relevante delen van de Provincie, ook gemeentes, andere overheden, bedrijven en belangengroepen vertegenwoordigd waren.

8 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 In beeld brengen van het proces WaalWeelde is een project met nadruk op proces. Een veelheid van stakeholders wordt betrokken bij de totstandkoming van een ontwerp voor het Waalgebied. Dat is ingewikkeld. Het project en andere geïnteresseerden willen graag weten hoe stakeholders vanuit hun verschillende perspectieven tegen het proces aankijken. Hoe ervaren zij het project in de tijd? Door hun ervaringen te volgen kunnen we het project en het proces in beeld brengen. Het doel van het in beeld brengen is enerzijds in algemene zin leren over succesvolle en minder succesvolle aspecten in het proces. Anderzijds is het ook bedoeld om de projectleiding in staat te stellen tussentijds bij te sturen. WINN en Leergeschiedenis WINN (het RWS Programma Water als INNovatiebron) heeft geassisteerd bij het in beeld brengen van het proces. Eerder al heeft WINN het WaalWeelde projectmanagement geassisteerd met het uitvoeren van een stakeholder analyse. WINN heeft het proces gevolgd middels het instrument leergeschiedenis. Het Field manual for the learning historian (Kleiner & Roth 1996) geeft de volgende beschrijving van een leergeschiedenis (Engels: learning history ): A "learning history" is a document, or a series of documents, possibly in audiovisual form that is disseminated in a deliberately structured manner. The document, and the dissemination, are both designed to help organizations become better aware of their own learning and change efforts. The learning history presents the experiences and understandings of participants, people who initiated, implemented and participated in organizational transformation efforts, or some collaborative learning experience, as well as nonparticipants who were affected by these efforts. The learning history tells the story in participants' own words, in a way that helps the rest of the organization move forward, without having to "re-invent" what a small group of learners have already discovered. De leergeschiedenis is dus opgebouwd uit verhalen van de direct en indirect betrokkenen, waaruit de thema s worden gedestilleerd door de onderzoeker. Daardoor wordt de feedback verrijkt maar niet vervormd door het perspectief van de onderzoeker. Bovendien laten verhalen zich goed overdragen, gemakkelijker dan abstracte analyses. Methode leergeschiedenis WaalWeelde Bij deze leergeschiedenis voor WaalWeelde is een aantal individuen geïnterviewd over hoe zij tegen het proces, hun betrokkenheid, WaalWeelde en de waterbeheersing in het Waalgebied aan kijken. Zij kijken terug vanaf het begin tot het moment van interviewen. Hun verhalen/geschiedenissen zijn naast elkaar gelegd en voorzien van commentaar. De vertelde ervaringen en het commentaar leidden niet tot strakke aanbevelingen, maar nodigden uit tot reflectie bij de betrokkenen, met name de projectleiding van WaalWeelde. Dit heeft bij hen tot een eigen analyse en conclusies geleid. Er zijn in totaal 30 interviews gehouden op drie momenten: Voorjaar 2007, toen de startfase afgerond was en de clusters van start gingen; Najaar 2007, toen het proces goed op stoom geacht werd te zijn; Voorjaar 2008, toen het proces afgerond zou moeten zijn om op tijd een ontwerp klaar te hebben.

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 9 / 94 De volgende actoren zijn in de drie rondes geïnterviewd: ronde 1 april 2007 ronde 2 oktober 2007 ronde 3 juni 2008 Bestuurders 2 2 3 7 Beambten 4 2 6 Bedrijvenvertegenwoordigers 2 3 5 Belangengroepvertegenwoordigers/Burgers 2 3 5 clusterfacilitatoren WaalWeelde 3 3 leden projectmanagement WaalWeelde 2 2 Leven met Water 1 1 Rijkswaterstaat 1 1 totaal aantal geïnterviewden 10 10 10 30 totaal In de eerste en tweede rondes zijn vertegenwoordigers van de 4 B s (bestuurders, beambten, bedrijven, burgers/belangengroepen) geïnterviewd. In de derde en laatste ronde zijn de mensen geïnterviewd die heel dicht op het proces en het ontwerp en de organisatie daarvan zaten. De geïnterviewden zijn niet expliciet op thema s bevraagd. In de eerste ronde werden ze met een open vraag uitgenodigd hun visie te geven op WaalWeelde. Daarbij werden wel verdiepende en verduidelijkende vragen gesteld, maar er werd door de interviewer niet in een richting gestuurd. In de tweede ronde zijn de geïnterviewden wel wat gerichter bevraagd dan in de eerste ronde, afgestemd op de resultaten van de eerdere leergeschiedenis. In de derde ronde werd gerichter ingegaan op de organisatie van het proces. Literatuur: Halbertsma, Liesbeth. 2006. Leergeschiedenis als evaluatiemethode voor opleidingen., Opleiding en ontwikkeling 07/08 2006 Kleiner, Art, and George Roth. 1996. Field Manual for the Learning Historian. Cambridge. MIT-COL and reflection learning associates. Kleiner, Art, and George Roth. 1997. Learning Histories: A New Tool For Turning Organizational Experience Into Action. Harvard Business Review, 75th Anniversary Edition, Sept/Oct 1997 Veldhuizen, Femke en Daphne Willems. September 2006. Ruimtelijke Kwaliteit en Veiligheid door Samenwerking. Concept Procesplan WaalWeelde. Provincie Gelderland en Radboud Universiteit Nijmegen.

10 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 11 / 94 II Lessen uit de Leergeschiedenis Deze leergeschiedenis heeft twee doelen: 1. De projectleiding van WaalWeelde in staat te stellen tussentijds bij te sturen. 2. In algemene zin leren over succesvolle en minder succesvolle aspecten in het proces van WaalWeelde. De leergeschiedenis en het WaalWeelde proces Hieronder volgen twee vereenvoudigde tijdbalken met daarop de belangrijkste gebeurtenissen van WaalWeelde (onderste balk) en de leergeschiedenis (bovenste balk): LG1 bespr.1 LG2 bespr.2 LG3 bespr.3 10/06 4/07 5/07 10/07 3/08 6/08 7/08 12/08 Start start Ontw. overdracht Ontw. Ontw. eind WW clusters Groep 1 Prov Groep 2 Groep 3 WW 10/06 01/07 08/07 04/08 06/08 10/08 12/08 In oktober 2006 is WaalWeelde officieel gestart met een boottocht met de meeste betrokken partijen. In januari 2007 zijn de clusters van start gegaan. In augustus 2007 was de eerste bijeenkomst van de ontwikkelgroep, in juni 2008 de tweede en in oktober 2008 de derde. In april 2008 was een bestuurlijke bijeenkomst waarin de provincie, op basis van een rapport van Boer en Croon, aankondigde het proces echt te gaan trekken. De interviews van de leergeschiedenis rondes (LG 1 t/m 3) zijn aangegeven in rood, de besprekingen van de interviews met het WaalWeelde projectmanagement zijn aangegeven in blauw. Onderwerpen/issues Er zijn een aantal onderwerpen/issues die bij de leergeschiedenis naar voren zijn gekomen, besproken zijn met de projectleiding (Provincie Gelderland en Radboud Universiteit Nijmegen) en ook aan bod gekomen zijn in de aansturing van het proces van WaalWeelde: 1. De discussie over of WaalWeelde wel of geen alternatief voor de kribverlaging van de PKB Ruimte voor de Rivier is/biedt. 2. In hoeverre alle 4 de B s betrokken worden, respectievelijk zouden moeten worden. 3. De noodzaak van een overkoepelende visie en de rol van een ontwikkelgroep daarin. 4. De rol van de provincie als regisseur van het proces. 5. De rol van de clusters en de cluster facilitatoren. 6. De rol van Rijkswaterstaat in WaalWeelde. In het hiernavolgende zullen we per onderwerp/issue op een rij zetten hoe die per leergeschiedenisronde aan de orde zijn gekomen in de interviews en in de bespreking met de projectleiding, geïllustreerd met een aantal citaten. De citaten hebben dezelfde nummering als in de weergave van de leergeschiedenis.

12 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 1. (Alternatief voor) kribverlaging Vanaf het begin speelde de discussie over het wel of niet inzetten op een alternatief voor kribverlaging. In de eerste ronde kwam naar voren dat daar aan getwijfeld werd: 1 bestuurder vond wel dat het doel het ontwikkelen van een alternatief voor kribverlaging was, 1 bestuurder vond dat niet per sé de insteek en vroeg zich af of het realistisch is. 2 beambtes en 1 belangengroepvertegenwoordiger zijn juist positief over kribverlaging. o 1.3.2 Alternatieven voor kribverlaging is niet per sé de insteek, het gaat om de verbetering van de kwaliteit van het gebied. (bestuurder) o 1.1.5 Wij waren tevreden over de uitkomsten van het PKB, meer in het bijzonder met de keuze voor kribverlaging (beambte) De conclusie van de projectleiding was dat ze aan moesten geven dat kribverlaging wel deel uit zou kunnen maken van de plannen. In de tweede ronde werd duidelijk dat hoewel sommige geïnterviewden de keuze van het PKB voor kribverlaging betreurden, de meeste geïnterviewden de noodzaak van het loslaten van een alternatief voor kribverlaging inzagen en dat ze de lange termijn doelstelling van ruimtelijke kwaliteit zagen. o 2.1.9 De keuze voor kribverlaging is door het bedrijfsleven ten zeerste betreurd. We hebben daarom aan de wieg gestaan van WaalWeelde. (bedrijf) o 2.3.12 Ik proef veel scepsis bij praktijkpartijen over WaalWeelde. WaalWeelde dient zich niet te veel te afficheren als het alternatief voor het PKB Ruimte voor de Rivier. Deze doelstelling zal niet gehaald worden en externe samenwerkingspartners gaan daar ook niet meer van uit. (belang) De conclusie van de projectleiding was dat het loslaten van een alternatief voor kribverlaging verder doorgevoerd moest worden en dat eventuele alternatieven voor kribverlaging niet onder WaalWeelde vlag zouden komen. In de derde ronde werd duidelijk dat de doelstelling alternatief voor kribverlaging echt van tafel was en dat de geïnterviewden dat ook zagen zitten. o 3.3.31 Na een half jaar is de conclusie getrokken om de kribben maar gewoon te laten verlagen, wat ook gewoon moet gebeuren. Naast de verlaging moet er nog heel veel anders gebeuren en daar gaat WaalWeelde over. (facilitator) o 3.3.34 Het maakt me niet uit. Het is geen teleurstelling als het plan niet voor eind 2008 klaar is. Er is nu zoveel positieve energie, dat moet benut worden. Het omwisselbesluit was wat mij betreft toch altijd wat vaag en onduidelijk. (bestuurder) De projectleiding concludeerde dan ook dat het doel er stáát: duidelijk breder dan een omwisselbesluit. 2. Betrokkenheid 4 B s (bestuurders, beambten, bedrijven, burgers/belangengroepen) Bij de eerste interviewronde waren de geïnterviewden duidelijk: de rol van het bedrijfsleven was lastig en beperkt, de rol van de burgers nog beperkter. o 1.2.6 De rol van het bedrijfsleven is in WaalWeelde is te klein. Dat was bij het begin en dat is nog steeds. Het is tot dusver echt een overlegcircuit voor politieke bestuurders hierbij ondersteund door ambtenaren. Het is een praatclub van bestuurders. (bedrijf)

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 13 / 94 o 1.2.12 Burgers, bedrijven en belangengroepen doen vooralsnog onvoldoende mee. De B van bestuurders en beambten, dat lukt bij WaalWeelde wel. Bij bestuurders worden allerlei vragen neergelegd en deze zijn voldoende betrokken. Bedrijven raken enigszins betrokken maar dit behoeft verbetering. Dat is nog niet optimaal. (bestuurder) Voor een rol van bedrijven speelt vertrouwen, en een voor wat hoort wat houding een rol: o 1.2.7 Als gesprekspartners dat willen, dan zouden we best willen meedenken. Daar moet wel een samen gedachte achter zitten. Ze moeten het niet eng vinden anders kunnen we beter eerst even wachten. Er moet vertrouwen zijn. (bedrijf) o 1.2.8 De markt gaat niet voor een foto in de krant meedoen. De kennis willen we delen, maar straks hebben we alle kennis gedeeld en dan? Het kost ook tijd en geld. En wat gebeurt er dan met onze kennis, dat heb ik ook aan WaalWeelde gezegd. Anders kunnen we beter wachten tot de overheid is uitgedacht om dan pas in te stappen. De overheid wil graag de markt betrekken, maar als je dan op nul staat bij de uitbesteding is dat niet aantrekkelijk. (bedrijf) De conclusie van het projectmanagement was dat de betrokkenheid van bedrijven en burgers op projectniveau zou komen. Bij de tweede interviewronde was die betrokkenheid nog niet veel beter, zeker niet van de bedrijven en burgers, maar zelfs achter die van beambten wordt hier en daar een vraagteken gezet. o 2.2.23 De B van burgers mis ik eigenlijk totaal, destijds (maart 2007 red.) en nu nog steeds. De betrokkenheid van de belangengroep is marginaal, bedrijven zijn vertegenwoordigd zover het hun interesseert denk ik, maar voor de rest is het voornamelijk een bestuurdersaangelegenheid, nogmaals met de beperking dat ik vanuit hier niet alles zie. (belang) o 2.6.13 Er vindt een minieme terugkoppeling plaats vanuit het bestuurlijk circuit. Er worden misschien wel afspraken gemaakt waar ik geen weet van heb en waar ik geen invloed op heb. De belangen zijn groot. Dat brengt met zich mee dat het lastig is om tot een vergelijk te komen. We horen het pas als er iets komt. Er zijn geen signalen over de voortgang. (beambte) Wat het betrekken van burgers betreft, dat lijkt ook bemoeilijkt door onduidelijkheid over hoe dat kan: o 2.2.31 Een burger wordt pas wakker als het over een project gaat. Hij wordt pas echt wakker als er bij hem in de achtertuin iets gebeurd. Geen inspiratie atlas, daar krijg je de mensen niet warm van. (bedrijf) o 2.2.33 Het lijkt me toch dat betrokkenheid van burgers vooral via de gemeenten gaat. Vooral voor grondeigenaren is dat belangrijk. Betrokkenheid van burgers is goed, maar ik kan me niet voorstellen dat je met alleen een groep burgers rond de tafel zit. (belang) De conclusies van het project management na deze tweede ronde waren: o Het oorspronkelijke ambitieniveau van WaalWeelde om de 4 B s te betrekken was te hoog, gezien de beschikbare middelen. Er was te weinig capaciteit voor ondersteuning. o De wethouders willen (nog) niet alle 4B s betrekken.

14 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 o Voor de burgers moet het onderwerp op een lager, concreter niveau liggen dan tot nu toe bij WaalWeelde het geval was om te willen/kunnen participeren. En de voorgenomen acties waren: o Met de overdracht naar de provincie dit voorjaar (april 2008) zal WaalWeelde meer bestuurlijke legitimering krijgen, en zal er meer regie voor het 4B proces en meer capaciteit (geld en goede mensen) en helderder communicatie zijn. o Het is een goed idee om vanuit de bij de 49 huidige deelprojecten betrokken burgers een burgerklankbordgroep voor heel WaalWeelde te vormen. Ook bij de derde interviewronde was die betrokkenheid nog niet veel beter. o 3.2.58 Er gebeurt toch nog te weinig om de inwoners er bij te betrekken. De betrokkenheid van burgers is tot dusver maar mondjesmaat aanwezig geweest. (Bestuurder West) o 3.2.50 Vier gemeenten roerden wel in elkaars koffie, maar er was geen traject afgesproken. Een van de eerste verbeteringen was om de clusterbijeenkomsten van de gemeenteambtenaren te plannen na afloop van een bijeenkomst met de wethouders van de vier gemeenten. Dat liep dermate goed dat de gemeenteambtenaren in het cluster het gevoel hadden dat de bestuurders het al hadden afgekaart. (Facilitator) o 3.2.63 Iedereen pakt het op zijn eigen manier aan. Er gebeurt nu íets, maar het nadeel is dat op dit moment alleen burgers worden uitgenodigd door de wethouders, het zijn de al-bekenden. Radboud Universiteit De verklaringen/conclusies van het project management waren: o Op lokaal niveau zie je hier en daar succesvolle interacties tussen de vier B s. o Het niet in een vroegtijdig stadium betrekken van de andere B s (bedrijven en burgers) lag meer aan weerstand daartegen bij de wethouders dan aan het procesontwerp van WaalWeelde, o Betrekken van de 4 B s is een goed traject: dat gaan we weer doen, maar we moeten niet de verwachting hebben dat dat in een nieuw project in een paar maanden geregeld is. Dat gaat wel een paar jaar duren. o Het is belangrijk om ondernemers te betrekken. De belangengroepen betrekken we er op het niveau van de hele Waaltak bij. Het verdere betrekken van de 4 B s is ook de verantwoordelijkheid van de projecten. WaalWeelde zal dit daarnaast centraal blijven nastreven. 3. Overkoepelende visie en ontwikkelgroep In de eerste interviewronde werd de behoefte aan een overkoepelende visie al duidelijk: o 1.4.8 Er mist een perspectief waar mensen warm voor lopen. Er zou een document als Lonkend rivierenland moeten zijn, met een doel en een missie. (bedrijf) o 1.6.9 Op gebiedsniveau moet je de plussen en minnen qua natuur, economie, veiligheid compenseren. Ons cluster doet actief mee aan de planontwikkeling maar er moet ook iets voor het hele gebied komen. De integraliteit omwille van de veiligheid is het hoofdpunt, maar verevening is evenzeer belangrijk. (beambte)

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 15 / 94 De conclusie van het project management was vooral: o Hierover mee laten praten door de ontwikkelgroep (waarin regionale partijen en kennisdragers) die gepland was in juni bij elkaar te komen, maar uiteindelijk voor het eerst eind augustus bij elkaar kwam. Bij de tweede interviewronde was de eerste bijeenkomst van de ontwikkelgroep inmiddels geweest, maar was het niet voor iedereen duidelijk hoe die functioneerde, wél dat het belangrijk was een gezamenlijke visie te hebben en dat de ontwikkelgroep hierin een belangrijke rol had. Hier wordt voor het eerst de combinatie bottom-up én top-down genoemd. o 2.5.19 Bij de eerste bijeenkomst van de ontwikkelgroep heb ik vooral aangedrongen op een bredere visie, die de kaders geeft voor alle mogelijke kleinere ontwikkelingen langs de Waal. Deze kaderstellende visie hoort bij het bottom-up proces waar allerlei losse kleinschalige plannen uit voort komen. Maar eigenlijk zou je dat parallel moeten schakelen: zowel bottom-up als topdown, ik denk dat daar de uitdaging ligt voor WaalWeelde. (belang) o 2.7.15 Wat de verwachtingen van ons in de ontwikkelgroep zijn weet ik niet precies. Ik kreeg nu een uitnodiging voor de werkgroepsessies met daarin twee data, maar verder ook helemaal niets. Wat het doel is en wie er allemaal deelnemen, weet ik niet. Men moet er wel aan blijven werken om te vertellen wat er moet gaan gebeuren. (belang) o 2.7.16 Ik vind het een goede gedachte als er een compacte kerngroep wordt opgericht die als een ontwikkelgroep optreedt. De bestaande ontwikkelgroep is met zijn circa veertig deelnemers veel te groot. (belang) De conclusies van het project management waren: o De provincie zal een voorzet doen voor een visie en de clusters en de ontwikkelgroep geven input en feedback hierop vóór a.s. zomer. o De ontwikkelgroep moet verder geoperationaliseerd worden, beter georganiseerd. Misschien met een compacte kerngroep of per thema. Bij de derde interviewronde was de ontwikkelgroep voor een tweede keer bij elkaar geweest. Dat was minder dan gewenst. De visie was nog niet verder ontwikkeld. Wel was duidelijk dat niet iedereen dezelfde visie heeft: o Het is niet een rivier voor recreatiebootjes, het is een werkrivier. (Rijkswaterstaat) o Er zijn pessimisten die zeggen dat je niet kan varen in de Waal. Maar ik denk dat je prima met plezierjachten over de Waal kan varen. (Bestuurder) o De voorzitters van de ontwikkelgroep zijn later nog enkele keren bij elkaar gekomen. Het is inderdaad wat weinig, er waren heel weinig mogelijkheden om wat te organiseren. (Radboud Universiteit) Het project management trok niet echt een conclusie op dit punt, behalve het nog eens vaststellen dat het treintje van projectgroep-stuurgroepontwikkelgroep voor het ontwikkelen van een kaderstellende visie een aantal keren zou gaan rijden.

16 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 4. provincie als regisseur Al in de eerste interviewronde gaven de geïnterviewden aan meer regie van de provincie te willen, maar daar niet meteen alles van te verwachten: o 1.9.5 Van de provincie Gelderland verwacht ik een regierol. De provincie is bang om naar de regio s en gemeenten al te sturend te zijn. Ze werken vanuit het idee eerst plannen te ontwikkelen en dan onderlinge tegenstrijdigheden te articuleren en vervolgens weg te werken. Ik heb moeite met de rol van de provincie vanwege de ambtelijke traagheid bij bestaande plantrajecten waar ik bij betrokken ben. (bedrijf) o 1.9.6 De provincie zal de regie naar zich toe moeten trekken en vervolgens een plan fiatteren dat dan vervolgens door gemeenten moet worden uitgevoerd. (beambte) o 1.9.8 De regiefunctie van de provincie is op dit moment nog weinig aanwezig hetgeen gelet op het stadium van het proces alleszins begrijpelijk is. WaalWeelde is nu immers nog vooral een ambtelijk initiatief. Het moet nog blijken of de provincie knopen kan doorhakken als het proces wat verder is. (bestuurder) Het project management trok de volgende conclusies: o We gaan leiding nemen en laten zien dat de provincie de leiding heeft. o We gaan het proces steeds duidelijk neerzetten o Provincie trekt ontwikkelgroep en laat dat ook zien o We gaan initiatief nemen om dingen samen te doen (niet alles naar je toe trekken, maar ook niet afwachten tot andere in actie komt) o We gaan kleine gemeentes helpen hun werk te organiseren o We gaan goed contact houden met de clusters en beide kanten op vragen uitwisselen Bij de tweede interviewronde werd nog steeds om een nadrukkelijker rol van de provincie geroepen. o 2.9.17 De provincie zou naar mijn inzicht hierin een duidelijker regisserende rol moeten aannemen en de kaders moeten schetsen waar de ruimtelijke ontwikkeling in plaats moet vinden. (belang) o 2.9.19 Ik vind dat we moeten proberen de Provincie er nog nadrukkelijker bij te betrekken. Nu is alleen de gedeputeerde water erbij betrokken, maar op een gegeven moment krijg je ook te maken met ruimtelijke ordeningsaspecten. Het moet dus wat sterker neergezet worden tegenover de Provincie Het is eigenlijk van twee kanten werken: investeren in het proces van onderop en het verhaal steviger neerzetten richting de Provincie en het Rijk. (bestuurder) Het project management trekt als conclusie: o het moet helder worden wie de opdrachtgever is en wie WaalWeelde trekt (de provincie). Bij de derde interviewronde kijken de geïnterviewden vooral terug, maar ook op dat moment zien ze de rol van de provincie nog niet zo sterk, maar is de verwachting er wel: o 3.9.33 Tot dusver zijn ze onzichtbaar geweest, vanaf april willen ze intensiever betrokken zijn. Ik merk dat de provincie de kat uit de boom heeft gekeken. Het is me ontgaan dat de provincie echt iets wilde met WaalWeelde. (Bestuurder) o 3.9.63 Pas een aantal maanden geleden heeft de provincie zich bereid verklaard om te gaan trekken aan WaalWeelde, zij het niet

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 17 / 94 als omwisselmaatregel. Dit was echt een belangrijke stap. Dit zou een slag kunnen zijn naar echte geïntegreerde realisatie, met verschillende partijen samen uit te voeren projecten. (Rijkswaterstaat) Het project management trok de volgende conclusie: o Het klopt, ook dat de provincie bestuurlijk niet actief was. Het komt overeen met hoe we het nu aan willen pakken: regierol voor de provincie. 5. Rol van clusters en cluster facilitatoren In de eerste interviewronde werd nog niet zo op de rol van de clusters en de clusterfacilitatoren gereflecteerd. Dat was ook nog pril. Eén cluster had al wel (twee) clusterbijeenkomsten gehad, maar dat gold niet voor de andere clusters. Waar de clusterbijeenkomsten geweest waren, waren de respondenten positief over de clusters en was het de respondenten ook helder dat er facilitatoren waren, maar nog niet helemaal wat hun rol was: o 1.6.1 De clusterindeling is een goede werkwijze voor gemeenten omdat ze zich hierbij meteen iets kunnen voorstellen. (bedrijf) o 1.6.4 Er waren wel andere externen (facilitatoren). Die hielden alles helemaal open. Wat hun rol precies was, was voor ons niet duidelijk. (bedrijf) o 1.6.5 We hadden als gemeenten het idee dat we bij de hand genomen zouden worden. Maar WaalWeelde straalt juist uit: gemeente kom maar op. Er is echter wel gecommuniceerd dat de gemeenten goed begeleid zouden worden. Dat is wel jammer. Het loopt nu en het gaat een stuk beter. Dat komt allemaal wel goed. (beambte) Het project management trok de conclusie dat het indelen in clusters positief werkte, dat er meer facilitering van de provincie verwacht werd en dat ze de gemeentes zou helpen hun werk te organiseren. Bij de tweede interviewronde was het positieve idee over het indelen in clusters niet veranderd, maar waren respondenten nog niet zo positief over het functioneren. o 2.6.12 Ik zit nooit bij clusters. Ik vermoed dat daar nu nog niets gebeurt. Een cluster kan daar wel helpen. Het is heel nuttig dat gemeenten met elkaar praten. (bedrijf) o 2.6.23 Ik had van jullie verwacht dat de ondersteuners van het cluster het bindmiddel zijn tussen burgers, beambten, bestuurders en bedrijven. Er gaat nu veel aandacht naar het bestuur en de contacten naar het bedrijfsleven zijn er niet. Als kleine gemeente hebben we een beperkte capaciteit. Het verbaast me wel dat ze dat niet hebben opgepakt. Ik had verwacht dat ze dat gedaan zouden hebben. ( beambte) Het project management benoemt als aandachtspunt dat de facilitatoren niet genoeg hebben kunnen verbinden, dat de cluster bijeenkomsten tot nu toe teveel een gemeentelijk feestje van wethouders zijn geweest en dat er méér beambten en méér bedrijven en belangenorganisaties in de clusterbijeenkomsten moeten gaan participeren en er ook méér capaciteit voor ondersteuning moet komen. Bij de derde interviewronde blijken de clusters behoorlijk veel opgeleverd te hebben en de facilitatoren daar ook een belangrijke rol in gespeeld te hebben. Het project management is echter niet onverdeeld enthousiast over alles.

18 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 o 3.6.42 We hebben veel aan de facilitatoren, want zonder hen kunnen we niets, dat kan ik niet met eigen ambtenaren. De meerwaarde van de facilitatoren ligt in de kennis van zaken, over hoe bedrijven en burgers denken, en de inrichting van de processen. (bestuurder) o 3.6.46 Er is vanuit het WaalWeeldemanagent weinig sturing geweest in de richting van de clusterfacilitatoren. Aangezien het allemaal ervaren mensen zijn, hebben ze allemaal hun eigen aanpak en visie, hierdoor zijn de clusters ook uit elkaar gegroeid, dit is een keerzijde. (Radboud Universiteit) Het project management maakte o.a. de volgende observaties/trok de volgende conclusies: o Door de gekozen insteek binnen de clusters, staat of valt het project met de wethouders. o Facilitatoren waren belangrijk voor het resultaat. o Met meer geld was er een betere aansturing mogelijk geweest. 6. Rol van Rijkswaterstaat In de eerste interviewronde kwam de rol van Rijkswaterstaat slechts zijdelings aan de orde, waarbij wel haar specifieke verantwoordelijkheid en rol erkend werd. o 1.5.11 We zijn altijd kritisch omgegaan met WaalWeelde en zijn dat nog steeds. De periode om het plan te ontwikkelen is veel te kort. We zijn er geen voorstander van als het leidt tot het afschaffen van kribverlaging. Wij willen geen medeverantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid, dat is iets voor de waterbeheerder en RWS. (beambte) o 1.9.11 In de uitwerking moeten allerlei besluiten worden genomen waarbij Rijkswaterstaat eigenlijk de trekker zou moeten zijn. Daar hoort ook onteigenen bij, dat kun je niet aan de deelnemende gemeenten of regio s overlaten. (beambte) Het project management heeft bij de bespreking geen conclusies geformuleerd t.a.v. de rol van Rijkswaterstaat. Bij de tweede interviewronde kwam de rol van Rijkswaterstaat wat nadrukkelijker aan de orde. Ook de spanning tussen de doelen van de Programma Directie Ruimte voor de Rivier en die van WaalWeelde werd benoemd. o 2.9.22 Een project waar ik tijdens het opstellen van het PKB bij betrokken was, strandde vanwege de strenge beleidslijn in het PKB. Het voorgestelde project had niet de vereiste riviergebonden functie. Rijkswaterstaat zit in WaalWeelde nog steeds aan tafel en dat betekent dat de beleidslijn van Rijkswaterstaat nog steeds meegenomen wordt. Dat is een beperking omdat in onze beide projecten een uitbreiding wordt gerealiseerd die niet riviergebonden is. Beide projecten komen niet verder omdat zij niet in overeenstemming zijn met de beleidslijn van Ruimte voor de Rivier. Om dat voort te kunnen zetten, zou er een go moeten komen vanuit Ruimte voor de Rivier. (beambte) o 2.9.24 Rijkswaterstaat is altijd een koninkrijk geweest. Maar door de Ecologische Hoofdstructuur moeten ze groene partijen dulden. Rijkswaterstaat heeft er een hele kluif aan om onderdeel te worden van de Nederlandse maatschappij. Ze hebben de weg nog niet gevonden. Ze hebben een klinische manier om met het water om te

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 19 / 94 gaan. Wat ze doen is een goed vertrekpunt, ware het niet dat je meer rekening moet houden met wat er achter de dijken gebeurd. (bedrijf) o 2.9.27 Rijkswaterstaat wordt een stuk enthousiaster over WaalWeelde als het PKB-Ruimte voor de Rivier als uitgangspunt wordt genomen en niet als schietschijf. (belang) Het project management formuleert als aandachtspunt dat de rol van Rijkswaterstaat in RWs beter moet. Bij de derde interviewronde is de rol van Rijkswaterstaat nog nadrukkelijker aan de orde gekomen, ook doordat een directeur van Rijkswaterstaat Oost Nederland zelf is geïnterviewd. o 3.9.39 Aan de ene kant heeft de Tweede Kamer besloten over de Planologische Kernbeslissing (PKB) en moet RWS dit als uitvoeringsorganisatie gewoon uitvoeren. Tegelijkertijd zit ik in de initiatiefgroep van WaalWeelde, een club mensen die iets anders willen. Dat brengt mij in een dubbele positie. Ik wil eigenlijk niet dat het initiatiefgroep heet, ik kan niet het initiatief nemen van maatregelen waarvoor de Kamer een ander besluit heeft genomen. (Rijkswaterstaat) o 3.9.46 RWS geeft structureel niet thuis, eigenlijk zou je ze bij de clusterbijeenkomsten willen hebben, daar worden keuzen voor projecten gemaakt, ze zijn er niet. Ook bij de ontwikkelgroep (30-40 deskundigen bij elkaar) kwamen ze niet. (Radboud Universiteit) o 3.9.47 Wij kunnen het gewoon niet bemensen, we hebben er geen opdracht voor om dat te doen. Als iemand bij RWS komt met een vraag, zijn ze altijd bereid om die te beantwoorden. Maar om mee te draaien in groepen, zeker in deze toch wat kritische positie. Dat hebben we niet gewild. (Rijkswaterstaat) o 3.9.52 De houding van Rijkswaterstaat noem ik tweeslachtig, aangezien men wel projecten/plannen toetst maar zich naar gemeenten toe passief opstelt. (Bestuurder) o 3.9.58 Sinds februari gaat het contact van Rijkswaterstaat met de provincie wel goed. De staatssecretaris heeft WaalWeelde recentelijk een parel genoemd. Het is nog niet zwart-op-wit dat RWS gaat meedoen met de clusterbijeenkomsten, maar er wordt gewerkt aan een samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie en RWS. (Radboud Universiteit) o 3.9.62 RWS houdt haar kruit droog, hetgeen zich slecht verhoudt met de Watervisie. Ze moeten gaan deelnemen, anders moeten ze straks weer gaan roepen: Geen gezeik aan mijn dijk. (Leven met Water) Het project management herkende bij de bespreking de spagaat van Rijkswaterstaat, maar trok tijdens de bespreking geen verdere conclusies. Overall conclusie van het project management t.a.v. het proces binnen WaalWeelde De eindconclusie van het WaalWeelde project management is dat de insteek van de 4B s en het open plan proces van WaalWeelde wel een goede is geweest, maar dat het proces om meer grip vraagt. Het proces moet zowel bottom-up als top-down zijn.

20 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 Mening van het project management over de rol van de leergeschiedenis Begin december heeft Hans Hufen, lid van het WaalWeelde leergeschiedenis team twee leden van het WaalWeelde projectmanagement (Daphne Willems, oorspronkelijk lid van het management team vanuit de Radboud en Henk de Hartog, projectleider namens de provincie Gelderland Universiteit) met de volgende vraag benaderd: In hoeverre heeft de leergeschiedenis het WaalWeelde projectmanagement geholpen het WaalWeelde proces bij te sturen? Het antwoord was dat zij de leergeschiedenis zagen als een, door de citaten en kolommen, consumentvriendelijk, snel toegankelijk, tot de verbeelding sprekend, prettig en waardevol hulpmiddel voor het management, dat soms ook tot concrete vervolgacties aanleiding was. De leergeschiedenis was een thermometer, een APK die een aardig overzicht van de stand van zaken geeft. Aandachtspunten die voor het projectmanagement uit de leergeschiedenis naar voren kwamen waren: Het proces gaat stroperig. Participatie van de 4 B s is beperkt. Helder kader is gewenst. Stevige regierol is nodig. Effect van specifieke hulpmiddelen. In het voorjaar van 2008 heeft het adviesbureau Boer & Croon in opdracht van de provincie Gelderland een onderzoek gedaan naar de inrichting van het vervolgproces WaalWeelde. In een aantal interviews zijn zij tot vergelijkbare conclusies gekomen als het WaalWeelde projectmanagement trok uit de leergeschiedenisrondes. Het is moeilijk aan te geven wat het effect van de één en wat het effect van de ander is geweest op de koerswijziging die opgetreden is. Wel is duidelijk dat de conclusies dezelfde kant op wezen en elkaar versterkt hebben. Mening van de auteur over de rol van de leergeschiedenis: Hieronder lopen we de mogelijke effecten van de leergeschiedenis langs per thema: 1. (alternatief) voor kribverlaging Hierin heeft de leergeschiedenis wel als thermometer gewerkt. Het werd duidelijk hoe dit wel of niet leefde bij de respondenten en het projectmanagement heeft hier actie op kunnen nemen en ook genomen (in de communicatie). Mogelijk is het projectmanagement ook hierdoor zelf meer bewust geworden van het effect van wel of niet inzetten op alternatief voor kribverlaging. 2. Betrokkenheid 4b s Ook hierin heeft de leergeschiedenis als thermometer gewerkt, alleen was het projectmanagement niet erg bij machte hier wat aan te doen, lees: de 4b s meer bij het project (doen) betrekken. Er werden in de eerste twee rondes wel allerlei voornemens uitgesproken, maar daar zijn er niet veel van uitgevoerd, waarschijnlijk vooral door capaciteitsgebrek, maar mogelijk ook door de (gebrekkige) positie van de provincie, de sterkere en onafhankelijke positie van de clusterfacilitatoren en de sterke positie van de wethouders. Daarin is WaalWeelde dus heel goed geslaagd: het betrekken van de wethouders. De conclusies/verklaringen van het projectmanagement voor het minder betrokken zijn van burgers dat het aan de wethouders ligt of dat het voor burgers alleen werkt als het om concrete zaken gaat, lijkt te gemakkelijk. Het heeft ook te maken met het niet vanaf het begin hier volop op inzetten.

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 21 / 94 3. Overkoepelende visie en ontwikkelgroep Vanaf het begin werd in de leergeschiedenis interviews om een overkoepelende visie en een ondersteunende ontwikkelgroep gevraagd. Daar is laat op in gezet, waarschijnlijk ook vanwege gebrek aan capaciteit, net als bij het vorige punt. 4. Provincie als regisseur Ook dit punt is vroeg in de leergeschiedenis rondes naar voren gekomen en heeft flink de wind in de rug gekregen door het rapport van Boer & Croon. 5. Clusters en facilitatoren De leergeschiedenis thermometer gaf voor dit punt goed aan wat de temperatuur was t.a.v. de clusters: van aarzelend positief naar negatief over het functioneren, naar uiteindelijk resultaat opleverend met kanttekeningen. Met de kritiek punten heeft het projectmanagement niet veel kunnen doen, behalve ideeën vormen over de vervolgfase. 6. Rol Rijkswaterstaat Volgens de respondenten zou Rijkswaterstaat meer kunnen meewerken met een regioproces als WaalWeelde. De spagaat waarin Rijkswaterstaat zit wordt herkend door het projectmanagement, maar het lijkt dat het projectmanagement er meer aan doet boven-over (via de Prins van Oranje en de Staatssecretaris) dan rechtstreeks naar de belangrijke regionale spelers van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat zelf lijkt zich ook niet veel gelegen te laten liggen aan de opvatting van de omgeving over haar rol, hoewel er hoop blijft dat zij in het vervolg beter mee kan doen. Conclusies van de auteur t.a.v. het proces van WaalWeelde, gebaseerd op de leergeschiedenis: Het loont de moeite om vanaf het begin in te zetten op betrokkenheid van alle 4 B s, rekening houdend met een lang proces waarbij niet alle vier de B s vanaf het begin even betrokken zullen zijn. Daar is een specifiek procesontwerp voor nodig, en ook de mogelijkheid om dit regelmatig bij te stellen. WaalWeelde heeft laten zien hoe je succesvol de wethouders van verschillende gemeentes, zelfs van verschillende kanten van de rivier, de gelegenheid kunt bieden om met elkaar te praten en plannen te maken. Ook heeft WaalWeelde laten zien hoe bedrijven de ruimte gegeven kan worden bij die planvorming betrokken te raken. Het is ook duidelijk geworden dat daarvoor facilitatoren op de grond die specifieke kennis en vaardigheden hebben, onpartijdig zijn en voldoende tijd hebben, essentieel zijn. Het is daarbij wel van belang dat de communicatie tussen facilitatoren en het centrale plan niveau gewaarborgd is. Sterke centrale regie is bij een complex proces als WaalWeelde hard nodig. Visie en kaderontwikkeling op centraal niveau is onontbeerlijk voor een goed proces op cluster niveau. Daar is ook op centraal niveau voldoende capaciteit voor nodig.

22 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 WaalWeelde heeft de mogelijkheden en beperkingen van een aantal instrumenten laten zien: WaalWeelde website (wiki), inspiratie atlas, digitale ontwerptafel. Deze instrumenten zijn in principe nuttig, maar dienen wel op de goede manier ingezet te worden en zijn niet in alle gevallen nuttig. De rol van Rijkswaterstaat moet helderder worden in gebiedsprocessen waarbij zij zelf niet de regie heeft. Dat is vooral een zaak van Rijkswaterstaat zelf, maar ook voor haar omgeving. Conclusies van de auteur t.a.v. de leergeschiedenis: De leergeschiedenis heeft geholpen bij het zichtbaar maken van de complexiteit van het maken van een samenhangend plan voor de Waal. De leergeschiedenis zoals toegepast is een nuttig instrument voor de projectleiding om te zien hoe bijgestuurd kan worden.

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 23 / 94 III Leeswijzer Leergeschiedenis WaalWeelde Het leergeschiedenis team, bestaande uit Hans Hufen van QA+, Liesbeth Halbertsma als leergeschiedenis expert en Bouke Ottow van WINN, heeft de interviews geanalyseerd op thema s. Het hiernavolgende citaten-met-commentaarverslag is een resultaat van die analyse. De thema s De thema s volgen uit het Procesplan WaalWeelde (concept oktober 2006). In dat procesplan wordt uiteengezet hoe de opzet van het project is en wat door het projectteam belangrijk gevonden wordt. De thema s manifesteerden zich in mindere of meerdere mate bij de analyse van de interviews. Voor de relevante citaten uit de interviews presenteren we relevante citaten uit het procesplan ter introductie van het thema. We hebben in dit verslag van de drie rondes dezelfde nummering en formulering van de thema s aangehouden. Na de eerste ronde hebben we een tiende thema toegevoegd: werkproces. De kolommen In de rechter kolom van de tabel staan de relevante citaten uit de 3 x 10 interviews. In de linker kolom staan samenvattende opmerkingen van het leergeschiedenisteam. De citaten zijn per ronde en per thema doorlopend genummerd. Op die manier heeft elk citaat een uniek nummer, wat verwijzing naar citaten vergemakkelijkt. Conclusies van het projectteam WaalWeelde Na elke ronde heeft het projectteam WaalWeelde de uitkomsten van de betreffende interview ronde van de leergeschiedenis besproken en leer/aandachtspunten benoemd en conclusies getrokken. Deze leer/aandachtspunten en conclusies staan in een laatste tabel na elk van de drie citaten-met-commentaar-verslagen.

24 / 94 Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008

Deltares-Rapport T2466.01 Leergeschiedenis WaalWeelde 2007-2008 25 / 94 1 Leergeschiedenis ronde 1 1.1 De ronde 1 (maart/april 2007) interview citaten per thema Thema 1. Aanleiding Na de perioden van hoogwater en de dreigende overstromingen in 1993 en 1995 heeft de Rijksoverheid nieuw beleid ontwikkeld voor de rivierveiligheid. De Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB RvR) geeft invulling aan dit nieuwe beleid. In de afgelopen jaren is er een regio-proces geweest waarbij veel partijen betrokken zijn geweest en dat uiteindelijk een regio-advies opgeleverd heeft. Door geldgebrek zijn veel aspecten van dat regio-advies niet in het uiteindelijke voorkeuradvies terecht gekomen. In de PKB is voor de Waal kribverlaging gepland. effectief, maar met weinig ruimtelijk kwalitatieve meerwaarde. WaalWeelde zoekt naar een methode om het draagvlak te vergroten door de koppeling te leggen tussen rivierveiligheid, ruimtelijke kwaliteit en economische groei en door alle partijen in alle fasen te betrekken. (Uit paragraaf 1.2 in het procesplan WaalWeelde, blz.2) Rivierveiligheid is vanwege de situaties in 93 en 95 echt belangrijk. 1.1.1 Ik was als loco burgemeester verantwoordelijk voor de evacuatie van Tiel. Ik weet wat de dreiging van de rivier kan zijn. Ik heb het ook gevoeld. Ik wil aan veiligheid niet tornen. In 1993 stond het water hoger dan ik me kon herinneren. (bestuurder) 1.1.2 In 1995 dreigden de dijken door te breken, net zoals bij Echteld aan de overkant. De veiligheid achter de dijken is de eerste prioriteit. We waren gedwongen om het gebied te verlaten. De evacuatie werkte motiverend om verdergaande maatregelen te nemen. (beambte) De uitkomsten van de PKB, zoals kribverlaging, zijn zo slecht nog niet. 1.1.3 In 1995 heeft in het gebied geen evacuatie plaats gevonden en men heeft geen acute dreigingen ervaringen. Mede door de lage prioriteit heeft de gemeente de betrokkenheid bij het PKB Ruimte voor de Rivier uitbesteed. Ik vind helemaal niets van het PKB Ruimte voor de Rivier maar ik ben er niet negatief over. (beambte) 1.1.4 De uitkomsten van het PKB Ruimte voor de Rivier voor de Waal zijn voorlopig heel positief. d.w.z., de dijkverleggingen die zijn opgenomen. De kribverlaging is voor het Rivierengebied evenzeer een uitermate goede zaak. (burger/belangengroep) 1.1.5 Wij waren tevreden over de uitkomsten van het PKB. Meer in het bijzonder met de keuze voor