5. De organisatie van het onderwijs



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 2 De organisatie van het onderwijs

5. De organisatie van het onderwijs

ROOSTER BIJEENKOMSTEN, STUDIEDAGEN EN VERGADERINGEN BESTUUR SAMENWERKINGSVERBAND, STUURGROEP WSNS, RESONANSGROEP SPOE, ZAT, PCL

Werken met instructieblokken

2. Waar staat de school voor?

Informatieboekje GROEP 3

Onderwijskundig Jaarplan. CBS de Ark September 2013

VALCKESTEYN Beleid Doubleren of Versnellen

Wij hebben de school verdeeld in onderbouw en bovenbouw. Tot de onderbouw horen de groepen 1 t/m 4 en tot de bovenbouw de groepen 5 t/m 8.

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

Welkom bij de informatieavond van groep 7!

Beleid VPCO - Plusklas

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

SCHOOLVERBETERPLAN

Cultuurbeleidsplan

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters:

Protocol doubleren en versnellen

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar

KBS De Loofhut. Nieuwsbrief Schooljaar Maart 2019

6. Ondersteuning voor de leerlingen

JAARPROGRAMMA GROEP 7

Klassenkrant van groep

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

Informatieboekje. Groep 4. Juliana van Stolbergschool

Informatieboekje GROEP 3

Beleid VPCO-Plusklas

Protocol Goed gedrag is onze zorg. Onderdeel: Anti pestbeleid.

Plan van aanpak voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of (hoog)begaafde kinderen

Kleine Gartmanplantsoen RP Amsterdam T info@mocca-amsterdam.nl Stappenplan cultuureducatiebeleid

Schoolondersteuningsprofiel

Voorlichtingsavond groep 3b

VVE protocol. IKC Juliana. Weth. Rebellaan KA Barneveld

KINDEREN DIE MEER KUNNEN

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

Informatieboekje. Groep 4. Juliana van Stolbergschool

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

CKV Festival CKV festival 2012

Informatie bovenbouw Donderdag 29 september: uur

Definitieve versie februari 2015

Informatie middenbouw Donderdag 29 september 2016: uur uur

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar Samenwerkingsschool de Lispeltuut

Technisch lezen Methode: Lijn 3 - Alle letters kennen. - Van deze letters woorden kunnen maken. - Correct en vlot kunnen lezen van. woorden.

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen.

Agenda onderwijsavond bovenbouw

Lesbrief cluster 1/2. Dagindeling. dagkleuren: maandag - rood dinsdag - oranje woensdag - geel donderdag - groen vrijdag - blauw

1. De school uitgangspunten en visie 1.1. VPCBO Ichthus

Schooljaarplan Koning Willem-Alexander

Bij rekenen werken we met de met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster.

Protocol doubleren en versnellen

Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel. Naam School

Pestprotocol Eerste Leidse Schoolvereniging

Sociale veiligheid op school

Gedragsprotocol RKBS De Flamingo

Algemene informatieavond groep 5-6

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Informatieavond groep 5

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Informatie groep 3. Taaktijd

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Anti-pestbeleid KW-school

Docentenhandleiding Educatieprogramma

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs. SWV Unita

2. Het onderwijs De organisatie van de school

Informatiefolder groep 5

Protocol hoogbegaafdheid Protocol Hoogbegaafdheid

(Hoog)begaafde protocol OBS Prins Claus

Informatieboekje Groep 6

Protocol leertijdverkorting

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen.

Informatie. vakgebieden. Groep 6

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Taakspel binnen PBS. Yvette Laman Barbara Janssens 15 november

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Agenda onderwijsavond middenbouw

Informatiefolder groep 3

Informatieavond groep

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Doorgaande lijnen in Voorschoolse voorzieningen PO De Lindenboom

Wat maakt mijn kind allemaal mee op De Fontein. in groep 3?

Inhoud. Veenendaal, Onderwerp: verantwoording van ons onderwijs. Beste ouder(s)/verzorger(s),

Evaluatie Jaarplan Doel (specifiek formuleren)

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Jaarplan Jaarplan

Beleid (hoog)begaafdheid. Hoe gaan we om met begaafde en hoogbegaafde kinderen op De Krommen Hoek

1. Leerlijn taal/spelling implementeren

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

De kern van SWPBS in 6 pijlers: Schoolwide PBS is een: School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) De kern van SWPBS in 6 pijlers: Doel van SWPBS

groep 1 en 2 informatieboekje

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Beleid najaarskinderen in groep ½

Actief burgerschap en sociale integratie

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Protocol. overgang groep 1 2 groep 2 3 en verlengde kleuterperiode

Transcriptie:

5. De organisatie van het onderwijs 5.1 De organisatie van de school De school is verdeeld in onderbouw en bovenbouw. Tot de onderbouw behoren de groepen 1 t/m 4 en tot de bovenbouw de groepen 5 t/m 8. Een school met een grootte als de Van der BrugghenSchool moet zich jaarlijks bezinnen op de verdeling van de leerlingen over de groepen. We stellen ons zelf vragen als: Moet er een combinatieklas gemaakt worden? Kunnen we parallelgroepen vormen? Welke groep moet wat kleiner blijven en welke kan wat groter worden? Ieder jaar opnieuw wordt een zorgvuldige afweging gemaakt. We nemen de bestaande groep daarbij zoveel mogelijk als uitgangspunt. 5.1.1 TOM school Onze school is met ingang van september 2012 een TOM SCHOOL geworden. TOM staat voor Team Onderwijs op Maat. Dit is een onderwijsconcept dat ongeveer 10 jaar geleden ontwikkeld werd. In de afgelopen jaren is dit verder door ontwikkeld. Elke school kiest daarin een eigen variant en legt eigen accenten. Het concept waar wij voor gekozen hebben laat zich het best vergelijken met het Dalton onderwijs en het circuitmodel. Het grote verschil met het Dalton onderwijs is dat dit TOM-model zeer leerkracht gestuurd is. In groep 1/2 wordt de basis gelegd. De werkwijze van de kleuters wordt eigenlijk doorgevoerd naar de hogere groepen. Door het inzetten van de kleine kring/groep, krijgen bv. de kinderen instructie op hun eigen niveau. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 werken s ochtends in circuitvorm. De ochtend wordt verdeeld in vijf blokken van een half uur en ieder blok kiezen de leerlingen een nieuwe activiteit. Dit zijn elke dag dezelfde activiteiten, maar uiteraard steeds met een andere inhoud. De vijf activiteiten zijn: Rekenen Taal/spelling Niet tijdgebonden: Activiteiten waar je langere tijd mee bezig kan zijn. Een biebboek bijvoorbeeld. Wanneer het boek uit is kan je altijd een ander boek pakken. Documentatie is ook iets waar ze langer dan een half uur mee bezig kunnen zijn. Tijdgebonden: Activiteiten die binnen het half uur af moeten zijn: schrijven, de verwerking van aardrijkskunde etc. Speel-leeractiviteiten: Computer en al het materiaal dat wij nu als extra inzetten worden dan structureel ingezet. Binnen het concept Tom werken de kinderen al op hun niveau. Maar om de kinderen vooral zelf te laten verwoorden wat ze nog nodig hebben geven we de kinderen 2 keer in de week de gelegenheid om te werken in het 1

blok speciaal voor mij. De kinderen overleggen met de leerkracht waar hu behoefte ligt om zich in te verdiepen. Dit kan zijn dat een leerling kiest om te werken aan een onderdeel waar hij of zij nog extra stof voor nodig heeft maar het kan ook zijn dat het een onderdeel is waar de leerling al heel goed in is en zich extra in wil verdiepen. Voor de leerling is het van belang dat hij samen met de leerkracht werkt aan zijn eigen leerproces. Iedere activiteit heeft ook een eigen (groeps) tafel, rekenen doe je aan de rekentafel. Al het benodigde materiaal ligt daar ook klaar. In groep 3 t/m 8 werken de leerlingen met een dag- of weektaak (in groep 7 en 8), hierop staat aangegeven welke activiteiten zij die dag/week moeten doen en wanneer zij die dag/ week instructie hebben. Leerlingen plannen zelf de activiteiten maar moeten elke dag een rekenactiviteit, een taalactiviteit, een niet tijdgebonden, een tijdgebonden en een speelleeractiviteit hebben gedaan. TOM maakt het mogelijk om de instructie uiterst effectief te geven. Voor de instructie worden de leerlingen in drie niveaugroepen verdeeld. Het grote verschil bij TOM is dat alle niveaugroepen even lang instructie krijgen, maar dan op een ander niveau (basis, intensief, top). De samenstelling van de instructiegroepen blijft niet het hele jaar hetzelfde. Aan de hand van toetsresultaten en observaties van de leerkracht worden de groepen, in overleg met de intern begeleider, opnieuw ingedeeld. Wanneer de leerkracht instructie geeft werken de overige leerlingen zelfstandig. Wanneer zij vragen hebben kunnen zij deze stellen aan de zogenoemde dobbelsteenkinderen. Deze leerlingen mogen gedurende een dag of week andere leerlingen helpen. Uiteraard loopt de leerkracht regelmatig rondes door de klas om leerlingen verder te helpen. s Middags wordt er weer klassikaal gewerkt en is er vooral tijd voor gym, zwemmen, de zaakvakken en de creatieve vakken. 5.1.2 SWPBS school Schoolwide PBS is een geïntegreerde, schoolbrede en preventieve aanpak, gericht op alle leerlingen. Doel van de methodiek is om een veilig en positief schoolklimaat te creëren dat alle leerlingen in staat stelt om optimaal te profiteren van het geboden onderwijs. Om dit te bereiken maakt PBS gebruik van een combinatie van research based interventies en strategieën, gericht op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag. De methodiek is in de Verenigde Staten en in Noorwegen wetenschappelijk onderzocht en heeft daar haar waarde in de praktijk ruimschoots bewezen. Wanneer PBS op een school is geïmplementeerd, 2

dan hebben de volwassen in en om de school op basis van gemeenschappelijk gedragen waarden hun gedragsverwachtingen geëxpliciteerd en op elkaar afgestemd. Deze gezamenlijke verwachtingen leren zij de leerlingen systematisch aan waardoor de leerlingen beter weten wat er in en om school van hen wordt verwacht en de kans dat zij zich hiernaar gedragen toeneemt. Er ontstaat een veilig, voorspelbaar klimaat waarin pro sociaal en leren bevorderend gedrag systematisch positief wordt bekrachtigd en ongewenst gedrag eenduidig wordt omgebogen. De kern van de PBS aanpak 1.PBS staat voor een schoolbrede aanpak. PBS is een methodiek met een overkoepelende functie. Algemeen bekende preventieprogramma s en methoden met naadloos in de aanpak. 2.Preventie staat centraal Scholen die aan de slag gaan met PBS voeren een preventief beleid binnen de school, gericht op het bevorderen van gewenst gedrag bij alle leerlingen. 3. PBS-scholen maken gedragsverwachtingen concreet, leren gewenst gedrag aan en bekrachtigen dit gedrag systematisch - De school stelt haar basiswaarden vast en vertaalt deze naar concreet gedrag. - Gewenst gedrag wordt structureel aangeleerd, geoefend en herhaald. - Gewenst gedrag wordt systematisch bekrachtigd. - Er zijn duidelijk omschreven consequenties die volgen op het overtreden van gedragsregels. 4. De PBS-school stuurt op data over het gedrag van de leerlingen De school maakt actief gebruik van te kunnen ingrijpen bij problemen, hanteert de school o.a. incidentenregistratie. 5. Er is sprake van partnerschap met ouders en samenwerking met de keten Het samenwerken met de ouders is een belangrijk onderdeel van de methodiek. De school ontwikkelt manieren om een positieve band met de ouders op te bouwen en met hen samen te werken vanuit gezamenlijke waarden en verwachtingen. 6. PBS wordt geborgd met een kwaliteitssysteem Wanneer scholen werken met PBS, is er expliciete aandacht voor het borgen van de kwaliteit van de methodiek na implementatie. Hiertoe wordt een systeem voor certificering van scholen ontworpen. 5.1.3 Dobbelsteenkinderen In groep 1 t/m 8 werken we met dobbelsteenkinderen. Alle kinderen zijn een vergelijkbare uitgangspunten (zoals bijvoorbeeld Taakspel, Kanjertraining, de Vreedzame school en diverse anti-pestprogramma s) passen systematische gegevensverzameling. Om systematisch zicht en toezicht te houden op de ontwikkeling van leerlingen en vroegtijdig paar keer per jaar dobbelsteenkind. Een hulpgroepje dat per week wisselt mag andere kinderen helpen als er vragen of 3

onduidelijkheden zijn. In groep 1 en 2 zijn de hulpjes van de dag ook de dobbelsteenkinderen. Zij dragen de dobbelsteen ketting. Vanaf groep 3 krijgen de dobbelsteenkinderen een echte dobbelsteen. Elke keer als een hulpkind een ander kind heeft geholpen draait hij/zij de dobbelsteen een slag. Als de dobbelsteen op 6 staat, mogen er geen vragen meer worden gesteld. Dit om te voorkomen dat een hulpkind niet meer aan het eigen werk toekomt. 5.2 Schoolplan Eén keer in de vier jaar stellen wij een schoolplan op. Dit is een beleidsplan met een looptijd van 4 jaar. Schooljaar 2015-2016 starten we met een nieuw schoolplan. Hierin staat aangegeven waar wij de komende schooljaren naar toe willen werken. Belangrijk hierin is ook het borgen van eerdere verworvenheden. De komende 4 jaar zullen wij met onze school o.a. werken aan: Invoering van de nieuwe taal- en rekenmethode. Doorgaande lijn verdiepen van technisch lezen naar begrijpend lezen. Hernieuwde visie op WO schrijven. Invoering Engels in de groepen 1/2. Werken met een ondersteuningsteam die vanuit specialisaties een aanbod verzorgen voor leerlingen die een speciale onderwijsbehoefte hebben. SWPBS uitwerken naar een klimaat van talentontwikkeling. Oriëntatie en implementatie leerlijn creatieve vakken. Ontwikkelen van een portfolio. Opzet maken talentontwikkeling. Oriëntatie en keuze m.b.t. 21ste century skills 5.3 Jaarplan 2015-2016 Ieder jaar wordt een deel van het schoolplan uitgewerkt in een jaarplan. Het jaarplan bevat de concrete doelen die we in In dit schooljaar ligt het accent op de volgende onderwerpen: Wij gaan de ateliers verder uitbreiden naar kunstateliers. Binnen de atelierlessen zullen we steeds meer de kerndoelen zoals woordenschat en metriek stelsel verbinden. Het werven en inzetten van specialisten (structureel of in de vorm van workshops). We denken aan bv. native speaker Engels, kookworkshop, dammen/schaken, techniek. Verdiepen en verbinden van Zien en SWPBS. Verdiepen van de instructievaardigheden op de verschillende niveaus. Ontwikkelen portfolio s vanuit de onderwijsbehoefte van de leerlingen. Aanvragen licentie voor SWPBS. 5.4 Lesprogramma groep 1-2 In groep 1-2 wordt de basis gelegd. Zo ligt in groep 1 de nadruk op het wennen aan de school. Er is veel aandacht voor Borgen van ons TOM onderwijs. het betreffende jaar willen bereiken. gewoontevorming, regelmaat, structuur en 4

groepsklimaat. Door het gebruik van dagritmekaarten is het voor de kinderen helder wat er die dag gaat gebeuren. Leren gebeurt vooral door spelen. In groep 2 gaat dit proces gewoon door. Hier kan de rol van de leerkracht meer de sturende kant opgaan. Alles is in deze beide groepen gekoppeld aan thema s zoals de herfst, de post, kleur en vorm, het voorjaar enz. Op een nauwelijks merkbare manier worden de leer- en vormingsgebieden in de thema s aangeboden. Er is veel aandacht voor de voorbereiding op de hoofdvakken taal en rekenen. Deze ontwikkelingsgebieden komen in onze methode Schatkist veel aan de orde. Taal is in de kleutergroepen een belangrijk communicatiemiddel. Door middel van verhalen en gesprekken brengen we het kind in contact met nieuwe gebeurtenissen. Verder is de taal een wezenlijk onderdeel van de intellectuele en emotionele ontwikkeling. Dit komt tot uiting in het spelen in de hoeken, het interactief voorlezen van prentenboeken, activiteiten in de grote en kleine kring, opzeggen van versjes en zingen van liedjes. In de kleuterbouw vindt ook het voorbereidend rekenonderwijs plaats. Het verzamelen, verdelen, tellen en ordenen van hoeveelheden is de basis voor het latere rekenen. Daarnaast krijgen de volgende ontwikkelingsgebieden de aandacht: Sociale en emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Grove motoriek: gymles, constructiemateriaal, knutselen e.d. Fijne motoriek: tekenen, knippen, plakken, kralen rijgen e.d. Zintuiglijke ontwikkeling: puzzels, lotto s, domino, mozaïek en muziek Zelfredzaamheid: aan- en uitkleden voor de gymles e.d. Om tegemoet te komen aan het enthousiasme van het jonge kind starten we onze ochtend/ middag met een speelmoment. De kinderen worden hierdoor uitgenodigd om op een actieve, doelgerichte manier te leren. Er wordt in de kleutergroepen aandacht besteed aan het zelfstandig werken aan de hand van een kies- en planbord. Op speelse wijze leren de kinderen zelf initiatieven te nemen en hun werkjes in te plannen. Ze dragen op deze manier al verantwoordelijkheid. 5

5.5 Lesprogramma groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 komt de leerstof meer en meer per vakgebied aan de orde. De methodes die Alle methodes voldoen aan de door de overheid vastgestelde kerndoelen. wij gebruiken vormen het uitgangspunt. WE GEVEN EEN OVERZICHT: Technisch- en begrijpend lezen Groep 3 Veilig leren lezen Voortgezet technisch lezen Groep 4-8 De methodiek van José Schraven Begrijpend lezen Groep 4-8 Nieuwsbegrip XL Taal Groep 4-8 Staal Spelling Groep 4-8 Staal Rekenen Groep 4-8 Rekenrijk Schrijven Groep 3-8 Pennenstreken Wereldoriëntatie Groep 3-4 Naut, Meander en Brandaan Aardrijkskunde Groep 5-8 Meander Biologie Groep 5-8 Naut Geschiedenis Groep 5-8 Brandaan Verkeer Groep 3-8 Klaar.over! Engels Groep 1-8 Take it easy Sociaal emotionele ontwikkeling Groep 1-8 De Vreedzame School 6

5.6 Vak- en vormingsgebieden 5.6.1 Bijbelonderwijs Voor de Bijbellessen maken wij gebruik van de methode Trefwoord. Deze methode past goed bij de identiteit van de school. Iedere dag biedt de methode een Bijbelverhaal, spiegelverhaal of kringactiviteit aan. Deze zijn thematisch opgebouwd. De kinderen leren hierbij passende liederen. Twee keer per schooljaar vindt er een Bijbels project plaats. Het Bijbels project duurt een week en is in samenwerking met alle scholen van Ichthus. 5.6.2 Bewegingsonderwijs Alle groepen hebben bewegingsonderwijs. Een aantal uur per week hebben wij een vakleerkracht tot onze beschikking. De overige lessen worden gegeven door leerkrachten die bevoegd zijn om bewegingsonderwijs te geven. Kinderen zijn verplicht om gymkleding en gymschoenen te dragen. In groep 1-2 gymmen de kinderen in hun ondergoed en gymschoenen 5.6.3 Zwemonderwijs Aan de kinderen van groep 3 en 4 wordt één keer per twee weken een uur zwemonderwijs aangeboden. Dit vindt plaats in sporthal De Meent. De kinderen kunnen op deze manier hun A/B diploma behalen. Kinderen die al een A- en B diploma hebben kunnen vaardigheidscertificaten halen. 5.6.4 Ergotherapie en De Schrijfvriend Ergotherapie: Op onze school is een ergotherapeut (Monique Walraad) werkzaam. Ergotherapie is een paramedische deskundige in het mogelijk maken van handelen. Kinderen die moeite hebben met allerlei vaardigheden, nog geen goede fijne motoriek ontwikkeld hebben en/of slecht schrijven komen in aanmerking voor ergotherapie. Door de aanwezigheid van een ergotherapeut op school worden problemen al in een vroeg stadium gesignaleerd en opgelost c.q. verminderd. Samen met het voorwaarden nodig zijn, om mee te kunnen doen in de klas. De juiste omstandigheden en eenvoudige hulpmiddeltjes maken namelijk vaak het verschil. Sanne Westland de IB-er coördineert de aanmelding door de leerkracht en/ of ouders. Er wordt een vragenlijst ingevuld, welke als uitgangspunt dient voor nader onderzoek. Er zijn 2 hulpvraag routes School schakelt ergotherapie in bij een korte vraag op handelingsniveau. Observatie en verslag, met adviezen aan de leerkracht over een specifiek kind. In overleg met ouders zo nodig behandeltraject via ziektekostenverzekering. Ouders schakelen ergotherapie direct in, na overleg met Sanne. Verwijsbriefje van huisarts is noodzakelijk. Ergotherapie wordt voor 10 uur vergoed vanuit ziektekostenverzekering doorgaans in natura, soms op restitutiebasis. (gymschoenen blijven op school). kind en de leerkracht wordt gezocht naar welke 7

De Schrijfvriend: We werken vanaf schooljaar 2011-2012 samen met De Schrijfvriend. De Schrijfvriend is een bedrijf dat staat voor kwaliteit in schrijfonderwijs. Er wordt bewust gekeken, naar de juiste liniatuur, waarbinnen de leerling leert schrijven en ook waarmee de leerling schrijft. Op onze school maken we gebruik van verschillende materialen van De Schrijfvriend. Alle leerlingen van groep 3 krijgen bij de start van het schooljaar een Jumbo Grip potlood van Faber Castell. Halverwege het schooljaar krijgen ze een Rollerpen 4 ME of een balpen van Schneider. Deze pen is de vervanger van de vulpen. wanneer de pen door onzorgvuldig gebruik kapot gaat of kwijt raakt, verzoeken we de ouders op school een nieuwe pen aan te schaffen. 5.6.5 Taakspel Het gedrag van kinderen in het kinderen werken geconcentreerd aan hun werk, anderen zijn sneller afgeleid. De één vindt het makkelijk om de instructie te volgen, de ander heeft daar meer problemen mee. Het Taakspel is ontwikkeld om het gedrag van kinderen positief te beïnvloeden. Het is de bedoeling dat kinderen zich beter aan de regels gaan houden met behulp van het Taakspel. De ervaring van Taakspel is dat kinderen taakgerichter werken, minder regelovertredend gedrag laten zien en dat de sfeer in de groep beter wordt. Het Taakspel wordt in de groep gespeeld. Het doel van het Taakspel is dat het taakgerichte gedrag van de leerlingen verbetert en dat regelovertredend gedrag vermindert. Daarnaast heeft het Taakspel tot doel de verlegen/teruggetrokken leerlingen meer te betrekken bij het klassengebeuren. Voorafgaande aan het Taakspel stelt de groep regels op. Dit doet de leerkracht samen met de leerlingen. Deze regels omvatten algemene zich aan de gestelde regels te houden. Voorbeelden van regels zijn: je bent stil, je let op, je bent met je taak bezig, je zorgt dat anderen kinderen hun werk kunnen doen. De leerlingen werken tijdens het Taakspel in kleine teams samen. Ieder team krijgt een aantal gekleurde kaarten. Een kaart wordt weggehaald als een van de teamleden zich niet aan de regels houdt. Het is de bedoeling dat het team kaarten overhoudt, het maakt niet uit hoeveel kaarten. Het feit dat er nog kaarten over zijn wordt beloond. Voorbeelden van beloningen zijn: een compliment van de leerkracht, een sticker op de teamposter. Wanneer een team het Taakspel een aantal keren in de week met succes speelt dan volgt er een weekbeloning, bijvoorbeeld op vrijdagmiddag een kwartier buiten spelen. Bij het Taakspel gaat het erom dat de leerlingen elkaar stimuleren om gewenst gedrag te vertonen. Het Taakspel wordt tijdens de reguliere lessen gespeeld, basisonderwijs kan zeer verschillen. Sommige klassenregels. De kinderen worden gestimuleerd bijvoorbeeld tijdens het zelfstandig werken of 8

tijdens een instructieles. We spelen indien nodig Taakspel in de groepen 3 t/m 8. 5.6.6 Cultuureducatie Door middel van oriëntatie maken kinderen kennis met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld. Het gaat bij kunstzinnige oriëntatie ook om het verwerven van enige kennis van de hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Dit vindt zowel op school plaats, als via regelmatige interactie met de (buiten) wereld. Kinderen leren zich aan de hand van kunstzinnige oriëntatie open te stellen: ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Cultuureducatie is er op gericht bij te dragen aan de waardering van leerlingen voor culturele en kunstzinnige uitingen in hun leefomgeving. Ze leren daarnaast zichzelf te uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen: diverse materialen onderzoeken aan de hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie; ze maken tekeningen en ruimtelijke werkstukken; ze leren liedjes en leren ritme-instrumenten te gebruiken als ondersteuning bij het zingen; ze spelen en bewegen. Waar mogelijk worden daarbij onderwerpen gebruikt die samenhangen met die uit andere leergebieden. Het onderwijs wordt daardoor meer samenhangend en mede daardoor betekenisvoller voor leerlingen. Maar voorop staat natuurlijk de authentieke bijdrage van kunstzinnige oriëntatie aan de ontwikkeling van kinderen. Cultuureducatie richt zich vanouds op zes disciplines: muziek, theater, dans, beeldende kunst, literatuur en audiovisueel (geluid/film/foto/video/nieuwe media). Daarnaast is er de laatste jaren meer aandacht gekomen voor twee nieuwe disciplines; (multidisciplinair). In onze lijn cultuureducatie vinden wij het belangrijk dat de kinderen in aanraking komen met alle acht disciplines. Iedere leerling komt per leerjaar met minstens twee disciplines in aanraking. Bekend worden met de disciplines kan op twee manieren: actief en receptief. Actief houdt in er zelf mee bezig zijn, het zelf doen, het zelf maken. Receptief is worden geconfronteerd met een discipline, het kijken naar een discipline. Wij streven ernaar dat de kinderen in acht jaar iedere discipline actief en receptief beleven. 5.6.7 ICT In iedere groep is een ruim aantal computers aanwezig. Op dit moment werken wij aan de hand van drie leerlijnen: Werken met software waarmee leerstof wordt ze leren de beeldende mogelijkheden van cultureel erfgoed en culturele diversiteit geoefend. (rekenen, spelling, lezen). 9

Werken met een tekstverwerking- en presentatieprogramma (taallesjes, werkstukken) Werken met multimediale informatiebronnen: internet. We hebben de afspraak gemaakt dat internetlessen altijd onder toezicht van de leerkracht gemaakt worden. Daarnaast zijn uit voorzorg bepaalde sites niet toegankelijk. Op onze school werken we in de groepen 1 t/m 8 met een digitaal schoolbord. Het digitale schoolbord heeft het schoolbord in de klas vervangen. Op het scherm wordt met een beamer, die aangesloten is op een computer, beeld geprojecteerd. Er zijn video en audio mogelijkheden. Op de computer is software geïnstalleerd die het bord nog meer mogelijkheden geeft. 5.6.8 Meer- en hoogbegaafde leerlingen Er zijn kinderen die niet voldoende uitdaging vinden in de stof die ze vanuit de methode wordt aangereikt. Binnen het TOM-onderwijs wordt er tegemoet gekomen aan de kinderen die meer nodig hebben. Doordat de groep in 3 instructiegroepen is verdeeld (basis, intensief, top), krijgen de top leerlingen evenveel instructie als overige leerlingen, maar dan wel op hun eigen niveau. Op schoolniveau hebben we afspraken vastgelegd in ons beleidsplan Meer en hoogbegaafde leerlingen. We hebben gemerkt dat deze kinderen zich vaak op hun gemak voelen met taken en opdrachten die op maat zijn. De leerlingen zijn veelal gemotiveerder en voelen zich verantwoordelijker wanneer zij werk krijgen dat meer is afgestemd op hun mogelijkheden. Daarnaast worden zij gestimuleerd om zelfstandig te werken en in een aantal gevallen om samen te werken en te overleggen. Op onze school is een beleidsplan voor Meer en hoogbegaafde leerlingen aanwezig. Wij willen met dit beleidsplan komen tot een doorgaande lijn van vroegtijdige signalering tot een doorgaande begeleiding van begaafde en hoogbegaafde leerlingen. Op onze school maken we gebruik van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH). De eerste stap in het proces van signalering is het verzamelen van informatie. Aan de hand van vragenlijsten (door ouders, leerkrachten en vanaf groep 5 ook door de leerling) proberen we helder te krijgen of een leerling al dan niet in aanmerking komt voor verder diagnostisch onderzoek met betrekking tot meer- en hoogbegaafdheid. Na de afwerking van dit protocol ontvangt de leerkracht adviezen rondom de begeleiding van deze leerlingen. Op onze school is een pluskast aanwezig. In deze kast staan verschillende verrijkende materialen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen (o.a. smart games, ontdekdoos magnetica, 3d puzzels, breinbrekers). 5.6.9 Ichthus Plusklas Binnen onze schoolvereniging hebben we 10

een gezamenlijke plusklas. Deze plusklas draait drie middagen per week (verschillende jaargroepen). De locatie van de plusklas is: PCBS De Ark Salland 2 1274KL Huizen tel. : 035-5266835 In de Plusklas wordt aandacht besteed aan het leren leren (studievaardigheden), het leren denken (logisch denken) en het leren leven (sociale vaardigheden). De leerlingen ontwikkelen goede werk- en leerstrategieën. Ze werken daarvoor aan projecten. Daarbij worden ze bewust gemaakt van hun rol in het leerproces, leren ze hun werk te evalueren, leren ze hun eigen grenzen kennen en krijgen ze kennis van de eigen sterke en zwakke kanten. Kinderen leren gebruik te maken van hun sterke intelligenties. Voor het ontwikkelen van het logisch denken krijgen de kinderen uitdagend materiaal aangeboden zoals denk- en strategiespellen, en technische leermiddelen. De sociale vaardigheden worden ontwikkeld door filosofie, sociaal emotionele spellen, informatie over (hoog-)begaafdheid, ervaringen uitwisselen en het samenwerken. Om te kijken of een leerling in aanmerking komt voor de plusklas, maken we gebruik van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid of indien afgenomen een IQ-test (IQ 130 of hoger). Het DHH gaat uit van de algemene indruk van ouders en leerkracht, vragenlijsten voor ouders en leerkracht en het LOVS (Citotoetsen). N.a.v. deze gegevens wordt er wel/niet doorgetoetst. Uit het doortoetsen blijkt de voorsprong van de leerling en komt de leerling in aanmerking voor een eerste of tweede leerlijn. Leerlingen met het advies tweede leerlijn en een duidelijke hulpvraag komen na overleg van i.b.-er en plusklasbegeleider in aanmerking voor de plusklas. De school omschrijft voor deze leerling haar handelingsverlegenheid. In overleg met de ouders wordt al dan niet overgegaan tot plaatsing. Deze procedure wordt zorgvuldig doorlopen. De ouders verzorgen het vervoer van en naar de plusklas. Voor de ouders van de plusklas is er één keer per jaar een informatieavond. 5.6.10 Sociaal emotionele ontwikkeling Behalve aan de verstandelijke ontwikkeling besteden wij ook veel aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Binnen de school maken wij gebruik van De Vreedzame School. Deze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling wil: de school en klas tot een democratische gemeenschap maken, waarin iedereen (leerlingen, leerkrachten en ouders) zich betrokken en verantwoordelijk voelt. 11

leerlingen meer verantwoordelijk maken, een stem geven, leren op eigen benen te staan. leerlingen leren op een andere manier met conflicten om te gaan. De lessen zijn hierbij niet meer dan een belangrijk hulpmiddel en bieden een kapstok om de inhoud aan te bieden. De leraren geven elke week een les uit de map, het hele jaar door. De lessen zijn belangrijk, maar de toepassing van het gedachtegoed van De Vreedzame School door de groepsleerkracht wordt toegepast op elk moment en in elke situatie. Het leren oplossen van conflicten gebeurt zoveel mogelijk door de kinderen zelf. Als er conflicten dreigen werken we in deze school met de PBS methode stoppraat-loop. Dit wordt in elke groep aangeleerd waardoor kinderen steeds meer leren om samen en soms samen met de leerkracht positief te werken aan het oplossen van een meningsverschil of conflict. 5.6.11 Methodiek Jose Schraven Zo leer je kinderen lezen en spellen José Schraven heeft een preventieve instructiemethodiek ontwikkeld voor het lezen en spellen waarbij het gaat om de keuze van bepaalde oefeningen en de wijze waarop de oefeningen aan de kinderen worden aangeboden en ingeoefend. In groep 1-2 wordt gestart met de voorbereidingen voor groep 3. Zo leren de kinderen minimaal 20 letters met het bij behorende gebaar. Daarnaast leren ze mkm woorden hakken (auditieve analyse: de leerkracht zegt rok en de leerling zegt r o k en maakt een hakgebaar op de knieën) en de woorden plakken (auditieve synthese: de leerkracht zegt rrrrrrrooooooossss en de leerling zegt roos). Voor u als ouder is het belangrijk om te weten dat de letters fonetisch worden uitgesproken ( b spreken we uit als bu ). Een belangrijk uitgangspunt van de methodiek is ordening en structuur. Dit begint al in groep 3 bij het ordenen van de letters (klinker, medeklinker en tweetekenklank). In groep 3 worden de letters op verschillende manieren aangeboden. Zowel visueel (lettersymbool), auditief (letter klank) als motorisch (lettergebaar). Letters beklijven daardoor beter. Oefening baart kunst en dat geldt zeker voor het leren lezen en spellen. Elke dag wordt het lezen en spellen geoefend. Oefeningen die wij extra inzetten voor het leesonderwijs zijn: rijtjes woorden lezen in het woordrijboekje, verhaaltjes lezen en race-lezen (zoveel mogelijk woorden in 15 seconden lezen). In groep 3 worden deze oefeningen dagelijks gedaan en in de hogere groepen minimaal drie keer per week. Ook hier is ordening belangrijk, in het woordrijboekje staat per bladzijde één categorie centraal. Kinderen oefenen gedurende de week een bladzijde met bijvoorbeeld allemaal 12

wachtwoorden (woorden met cht). Door steeds de categorieafspraak te herhalen maken leerlingen als het ware een mapje aan waarin de woorden worden opgeslagen. Wanneer dezelfde categorie bij spelling wordt aangeboden (leerlingen leren het woord dan schrijven) is het mapje al aangemaakt. Het woordrijboekje zetten we in voor het technisch lezen, maar is tegelijkertijd een voorbereiding voor spelling. 5.6.12 Handelingsgericht werken Wat houdt handelingsgericht werken in? Handelingsgericht werken (HGW) beoogt de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding voor alle leerlingen te verbeteren. HGW maakt adaptief onderwijs en doeltreffende leerlingbegeleiding concreet, zodat een schoolteam effectief kan omgaan met verschillen tussen leerlingen. HGW is een planmatige en cyclische werkwijze waarbij onderwijsprofessionals (leerkracht, interne begeleider en leidinggevende) de volgende zeven uitgangspunten toepassen. 1. Kijk naar onderwijsbehoeften: wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te behalen? 2. Afstemming en wisselwerking: het gaat niet alleen om het kind, maar om het kind in wisselwerking met zijn omgeving. Het gaat om deze leerling in deze groep, bij deze leerkracht, op deze school en van deze ouders. Hoe goed is de omgeving afgestemd op wat dit kind nodig heeft? 3. De leerkracht doet ertoe: leerkrachten realiseren passend onderwijs en leveren daarmee een cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van leerlingen op het gebied van leren, werkhouding en sociaal-emotioneel functioneren. 5. Benut het positieve: positieve aspecten van kind, leerkracht, groep, school en ouders zijn van groot belang. Naast problematische aspecten zijn deze nodig om de situatie te begrijpen, ambitieuze doelen te stellen en om een succesvol plan van aanpak te maken en uit te voeren. 5. Werk constructief samen: samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen, ouders, interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren. Dit vergt constructieve communicatie tussen betrokkenen. 6. Werk doelgericht: we formuleren korte- en langetermijndoelen voor het leren, de werkhouding en het sociaal functioneren van de leerlingen. 7. Werk systematisch en transparant: er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, hoe en wanneer. Teamleden zijn open over hun manier van werken en over hun plannen en motieven. 13

5.7 Regels en routines Regels geven aan welk gedrag gewenst is en welk gedrag niet is toegestaan. In elke school en groep is een beperkt aantal regels nodig. Onze schoolregels zijn afgesproken met alle teamleden en ze gelden voor de hele school. De regels vloeien voort uit de cultuur van de school en zeggen iets over de manier waarop we in school met elkaar en de omgeving omgaan. In elke groep besteedt de leerkracht aandacht aan de regels. Vanuit PBS werken wij op een preventieve manier aan het pedagogisch klimaat in de school. We werken vanuit de gedragsverwachtingen die we al school hebben opgesteld en helpen kinderen te ervaren dat we samen werken aan een prettig schoolklimaat. We belonen de kinderen met PBstars en samen met hun leerkracht bepalen ze het doel waarvoor ze sparen in hun groep. We noemen dat de groepsbeloning. Dat kan zijn 5 minuten langer buitenspelen maar ook een dag je knuffel mee mogen nemen. Ook hebben we regelmatig een schoolbeloning. Elke groep bedenkt samen een schoolbeloning en zetten deze op papier door middel van een plaatje en tekst. Eén van de leerlingen uit de groep mag de groep dan vertegenwoordigen in de leerlingenraad. Samen met een leerkracht mogen de kinderen hun suggestie presenteren. De kinderen stemmen dan democratisch door middel van stickers. De schoolbeloning is altijd groep doorbrekend, we bereiken hiermee dat de kinderen zelf ook ervaren hoe fijn het is om mee te werken aan een goede sfeer op school. Voorbeelden van de schoolbeloning zijn: iedereen neemt 1 á 2 stukjes fruit extra mee en we gaan samen picknicken op het plein, samen naar een film kijken voor alle leeftijden, de school wordt dan een soort bioscoop met verschillende films in de lokalen. 5.8 Veiligheidsbeleid We willen dat ieder kind zich veilig en gewaardeerd voelt op onze school. In samenwerking met leerlingen, ouders en leerkrachten willen we werken aan een prettige en vooral veilige sfeer op school. De methode De Vreedzame School levert hier een belangrijke rol in, maar ook goede communicatie is van groot belang. Ondanks de lessen die we wekelijks geven vanuit De Vreedzame School, komt pesten voor. Hiervoor hebben we op onze school een anti-pestprotocol. Hieronder geven we in het kort de belangrijkste stappen aan: Kinderen praten met elkaar het conflict uit volgens de methodiek van PBS Er wordt gewerkt aan een oplossing en er worden afspraken gemaakt. Bij herhaaldelijk ruzie/pestgedrag worden de ouders geïnformeerd. Leveren genoemde punten geen positief resultaat op, volgt er een gesprek 14

met de ouders, worden de consequenties besproken en worden er afspraken gemaakt over gedragsverandering en dit wordt regelmatig geëvalueerd. Ook het team wordt op de hoogte gebracht. Als dit niet afdoende blijkt, worden de ouders voor een nieuw gesprek uitgenodigd. Er wordt een contract opgesteld. Als het pestgedrag aanhoudt, kan deskundige hulp worden ingeschakeld. We denken dan aan de schoolarts van de GGD of Schoolmaatschappelijk werk. In extreme gevallen kan een leerling worden geschorst In extreme gevallen kan school ervoor kiezen om een leerling een time out te geven of te verwijderen (zie wettelijke regels en beleidsafspraken). Pesten gebeurt niet openlijk. Daardoor zijn ouders vaak eerder op de hoogte van pesterijen. We verzoeken u altijd contact op te nemen met de groepsleerkracht bij een vermoeden van pesten. In een vroeg stadium kunnen we er veel aan doen en onnodig verdriet voorkomen. Naast de vele voordelen van internet, e-mail en mobiele telefonie, kleven aan deze producten en diensten ook nadelen. Het komt voor dat er digitaal gepest wordt: pesten op afstand en vaak anoniem. We hebben de afspraak dat digitaal pesten en/of dreigen niet wordt getolereerd. Bij overtreding van deze regel vragen we ouders om belastend bewijsmateriaal aan school te overhandigen. We willen een veilige school zijn voor iedereen. 5.9 Doubleren/versnellen Op onze school hanteren we een protocol doubleren/versnellen. 5.9.1 Doubleren Het protocol doubleren beschrijft de procedure rondom besluitvorming en communicatie met betrekking tot het doubleren. Uitgangspunt is, dat doubleren zo min mogelijk moet voorkomen. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin doublure in het belang van de leerling moet worden overwogen. Het laten doubleren van een leerling is een besluit welke in overleg met ouders/ verzorgers, groepsleerkracht/intern begeleider en directie wordt genomen. De uiteindelijke beslissing wordt genomen door de school. 5.9.2 Versnellen Het protocol versnellen beschrijft de procedure rondom besluitvorming en communicatie met betrekking tot het overslaan van een jaargroep. Uitgangspunt is dat leerlingen niet een groep overslaan, maar zo nodig een eigen leerlijn volgen (verdieping/verbreding van de leerstof). Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin het overslaan van een jaargroep in het belang van de leerling moet worden overwogen. Het besluit een leerling een groep te laten overslaan, is een besluit welk in overleg met ouders/verzorgers, groepsleerkracht/ intern begeleider en directie wordt genomen. De directie is hierin eindverantwoordelijke. 15

Als leidraad gebruiken we hiervoor het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. In de conclusie kan aangegeven worden dat we een traject Vervroegde doorstroming moeten doorlopen. Na afronding van het traject nemen we in overleg met ouders/verzorgers, groepsleerkracht, intern begeleider en directie een besluit. Het is tevens mogelijk om tijdens een schooljaar te versnellen (bv. als een leerling in een combinatiegroep 4/5 zit en tijdens het schooljaar van groep 4 naar 5 gaat en het schooljaar erop naar groep 6). 16