EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13-XII-2006 C(2006) 6784 Betreft : Staatssteun / België - Steunnummer N 621/2006 - Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw Excellentie, Ik heb de eer u mee te delen dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de bovengenoemde steunmaatregel aangezien deze verenigbaar is met het EG Verdrag. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen: 1. PROCEDURE 1. In overeenstemming met Artikel 88 paragraaf 3, heeft de Belgische Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie deze ontwerp maatregel bij de Commissie aangemeld bij brief van 15 september 2006, welke is geregistreerd op 18 september 2006. Bij brief van 12 oktober 2006, geregistreerd op 13 oktober 2006, zijn aanvullende gegevens verstrekt. 2. BESCHRIJVING 2.1. Titel 2. Steun aan investeringen in de omkaderingsector van land- en tuinbouw. 2.2. Budget 3. 15 000 000 voor de periode 2007-2009. Zijne Excellentie de Heer Karel DE GUCHT Ministerie van Buitenlandse Zaken Karmelietenstraat 15 B - 1000 Brussel Commission européenne, B-1049 Bruxelles / Europese Commissie, B-1049 Brussel - Belgium. Telephone: (32-2) 299 11 11.
2.3. Duur 4. 2007-2009 2.4. Begunstigden 5. De begunstigde van de steunmaatregels is de omkaderingssector van de land- en tuinbouw in Vlaanderen. Onder de omkaderingssector wordt verstaan het geheel van bedrijven, verenigingen en instellingen die hetzij als natuurlijk persoon, hetzij als rechtspersoon, een dienstverlenende bijdrage leveren tot de ontwikkeling van de land- en tuinbouwsector of tot de begeleiding van activiteiten op land- en tuinbouwbedrijven. 6. In de juridische basis voor de steunmaatregel is opgenomen dat een maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel van een begunstigde gelegen dient te zijn in het Vlaamse Gewest. Dit betekent volgens de Belgische autoriteiten dat de gesubsidieerde investeringen gelokaliseerd moeten zijn in het Vlaamse Gewest en dit gedurende vooraf bepaalde minimumtermijnen van vijf jaar voor roerende investeringen en 10 jaar voor onroerende investeringen. De Belgische autoriteiten hebben aangegeven dat ook niet-vlaamse onderzoeksinstellingen steun kunnen verkrijgen voor onderzoeksinvesteringen voor zover de onderzoeksactiviteiten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de gesubsidieerde investeringsmiddelen, plaatsvinden in Vlaanderen. 2.5. Maatregel 7. Het doel van de maatregel betreft het verlenen van steun aan investeringen in de omkaderingssector van de land- en tuinbouw in Vlaanderen. Door middel van toegepast en demonstratief onderzoek, gekoppeld aan een efficiënte verspreiding van de kennis, dient de algemene ontwikkeling van de land- en tuinbouwsector in Vlaanderen ondersteund en bevorderd te worden. De mogelijke steunverlening aan Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw wordt beperkt tot investeringen in het kader van onderzoek en ontwikkeling. 8. De informatie verstrekt door de Belgische overheid geeft aan dat de steun onderzoek en ontwikkeling stimuleert bij de begunstigden. 9. De minister bepaalt per oproep de investeringen die in aanmerking komen voor steun. De minimuminvesteringsuitgave om in aanmerking te komen voor steun is 12 500. De maximale investeringsuitgaven die in aanmerking genomen kan worden wordt bepaald per oproep door de minister. 10. De continuïteit van de bedrijvigheid moet aangetoond worden door middel van een bedrijfsinformatieplan. 11. Steun voor onderzoek en ontwikkeling kan gecombineerd worden met andere steunmaatregelen, met uitzondering van de minimis-steun. De totale toegekende steun zal echter beperkt blijven tot de maximale steunintensiteit voor onderzoek en ontwikkeling van 100%. 2
12. De toekenning van de steun zal plaatsvinden via een oproep aan kandidaatbegunstigden tot indiening van een steunaanvraag. 2.6. Juridische basis 13. -Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw. -Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw. 2.7. Steunintensiteit 14. Maximaal 50% van het door de autoriteiten aanvaarde investeringsbedrag. 3. BEOORDELING 3.1. Aanwezigheid van staatssteun 15. Om artikel 87, lid 1, van het Verdrag van toepassing te laten zijn, moeten de maatregelen een economisch voordeel aan een onderneming bieden dat het niet ontvangen zou hebben bij de normale uitoefening van haar bedrijf, moet de steun worden verleend aan bepaalde ondernemingen, moet het voordeel worden verstrekt door een lidstaat of via overheidsmiddelen en moet de steun het handelsverkeer tussen lidstaten kunnen beïnvloeden. 16. Bovengenoemde voorwaarden zijn vervuld bij deze maatregel 1. De maatregel wordt gefinancierd uit staatsmiddelen en begunstigt bepaalde ondernemingen (de omkaderingssector van de land- en tuinbouw) via economische voordelen die zij in het kader van een normale bedrijfsvoering niet zouden hebben ontvangen. Met andere woorden: de maatregel verbetert de mededingingspositie van deze bedrijven ten opzichte van gelijksoortige bedrijven in de Gemeenschap die dit soort steun niet ontvangen. Gezien de bedrijven actief zijn een zeer concurrerende internationale markt is het waarschijnlijk dat de steun de mededinging verstoort en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt 2. 17. De bepalingen van artikel 87(2) en (3) staan echter uitzonderingen toe op het verbod op staatssteun uit artikel 87(1). Gezien de kenmerken van de maatregel is de enige mogelijk toepasbare uitzondering die onder artikel 87(3)(c), waarin steun verenigbaar kan worden geacht met de gemeenschappelijke markt indien de steun de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën vergemakkelijkt, mits de voorwaarden waaronder het 1 In 2004 de waarde van de Belgische agrarische productie was 6,57 miljard Euro. 2 Volgens de Jurisprudentie van het Hof van Justitie is een verbetering van de mededingingspositie van een onderneming als gevolg van staatssteun gewoonlijk het bewijs dat de mededinging met andere ondernemingen die dergelijke steun niet hebben ontvangen, is verstoord, Zaak C-730/97, Jurispr. 1980, blz. 2671, punten 11 en 12. 3
handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijke belang wordt geschaad. 3.2. De van toepassing zijnde juridische basis 18. De maatregel heeft betrekking op onderzoek en ontwikkeling voor de land- en tuinbouw. De Verordening (EG) 1/2004 3 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten is niet van toepassing. Deze verordening omvat namelijk geen onderzoek en ontwikkeling en de steunmaatregel is bovendien niet beperkt tot kleine en middelgrote ondernemingen. De maatregel is daarom onderzocht in het licht van de vereisten uit de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector 4. 19. Volgens paragraaf 17 van de richtsnoeren wordt steun voor onderzoek en ontwikkeling onderzocht aan de hand van de criteria die zijn uiteengezet in de geldende communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling 5 zoals later gewijzigd wat de toepassing ervan in de landbouwsector betreft 6 (hierna te noemen kaderregeling).volgens punt 5.14 van de kaderregeling kan een steunintensiteit tot 100% worden verstrekt indien voldaan wordt aan een viertal voorwaarden. -De steun is van algemeen belang voor de betrokken sector (of subsector) en geeft geen aanleiding tot concurrentievervalsing ten nadele van andere sectoren (of subsectoren). -De informatie wordt bekendgemaakt via gespecialiseerde bladen, wetenschappelijke tijdschriften die ten minste in het hele land of op internet en niet uitsluitend onder de leden van een specifieke vereniging worden verspreid, zodat iedereen die belang kan hebben bij een onderzoekproject, gemakkelijk te weten kan komen dat het project wordt uitgevoerd, en alle belangstellenden op hun verzoek kennis kunnen krijgen van de resultaten van het project. Deze informatie wordt niet later bekendgemaakt dan op het tijdstip waarop informatie terzake aan de leden van een specifieke organisatie kenbaar zou worden gemaakt. -De resultaten van de onderzoekprojecten worden onder gelijke voorwaarden wat betreft kosten en tijdstip ter beschikking gesteld van alle belanghebbende partijen, inclusief de begunstigden van de steun. -De steun voldoet aan de voorwaarden van bijlage II ( Interne steun: grondslag voor vrijstelling van de verlagingsverbintenissen ) bij de Overeenkomst inzake de Landbouw, die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde is gesloten 7. 3 Verordening (EG) Nr 1/2004, PB L 1 van 3.1.2004, blz. 1. 4 PB C 28, 01.02.2000, blz. 2 5 PB C 45 van 17.2.1996, blz. 5. 6 PB C 48 van 13.2.1998, blz. 2. 7 Overeenkomst inzake de Landbouw, die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde is gesloten, PB L 336 VAN 32.12.1994, blz. 24. 4
20. De onderzoekactiviteiten worden uitgevoerd in het algemene belang van de land- en tuinbouwsector zoals aangegeven in paragraaf 7. Volgens de Belgische autoriteiten zal de steun geen aanleiding geven tot concurrentievervalsing ten nadele van andere sectoren. 21. De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat de subsidiabele kosten direct verbonden zijn met onderzoek en ontwikkeling en deze kosten zijn in overeenstemming met Bijlage II van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling. 22. De steunintensiteit van de maatregel zal maximaal 50% bedragen. De totale cumuleerde steun, door het combineren van deze maatregel met steun van andere overheden; zal maximaal 100% bedragen. 23. De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat de onderzoeksresultaten beschikbaar zullen zijn voor alle belanghebbende partijen. 24. De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat de steun voldoet aan de voorwaarden van bijlage II ( Interne steun: grondslag voor vrijstelling van de verlagingsverbintenissen ) bij de Overeenkomst inzake de Landbouw. 25. De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat de selectie van bedrijven, voor zover van toepassing, zal plaatsvinden volgens de relevante communautaire en nationale aanbestedingsregels. 26. In de juridische basis voor de steunmaatregel is opgenomen dat een maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel van een begunstigde gelegen dient te zijn in het Vlaamse Gewest. Dit betekent volgens de Belgische autoriteiten dat de gesubsidieerde investeringen gelokaliseerd moeten zijn in het Vlaamse Gewest en dit gedurende vooraf bepaalde minimumtermijnen van vijf jaar voor roerende investeringen en 10 jaar voor onroerende investeringen. De Belgische autoriteiten hebben aangegeven dat ook niet-vlaamse onderzoeksinstellingen steun kunnen verkrijgen voor onderzoeksinvesteringen voor zover de onderzoeksactiviteiten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de gesubsidieerde investeringsmiddelen, plaatsvinden in Vlaanderen. 27. Om bovenstaande redenen voldoet de aangemelde steunmaatregel aan communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling. 28. De Commissie wenst de Belgische autoriteiten er overigens op te wijzen dat het beleid inzake staatssteun momenteel wordt aangepast. Zodra de nieuwe kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling in werking treedt, moeten de lidstaten bestaande steunregelingen afstemmen op de nieuwe regels. 4. CONCLUSIE 29. Na beoordeling van de aangemelde maatregel in het licht van de geldende staatssteunregels, concludeert de Commissie dat alle relevante voorwaarden voor de toepassing van artikel 87(3)(c) van het EG Verdrag zijn vervuld. In het licht hiervan heb ik de eer u ervan op de hoogte te stellen dat de Commissie heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aangemelde steunmaatregel. 5
30. Mocht deze brief vertrouwelijke gegevens bevatten die niet aan derden mogen worden bekendgemaakt, dan wordt u verzocht de Commissie daarvan uiterlijk 15 werkdagen na de ontvangst ervan in kennis te stellen. Als de Commissie binnen de gestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek ontvangt, neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van deze brief in de authentieke taal op de volgende internetsite: http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/index.htm. Dit verzoek dient per aangetekend schrijven of per fax te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling Directoraat Landbouwwetgeving Kamer: L 130 5/128 B-1049 Brussel (fax (+322) 296 76 72). Met de meeste hoogachting, Voor de Commissie Mariann Fischer Boel Lid van de Commissie 6