Pagina 1 van 6 Van den Vonder Marcel BVBA Landmeter-Expert LAN 04 1075 Erkend Vastgoedmakelaar B.I.V.206045 Kantoor: 2235 Hulshout Grote Baan 134 Kantoor: 2220 Heist-op-den-Berg 21 mei 2013 Leopoldlei 3A Kantoor: 3461 Bekkevoort Tiensebaan, 95 Tel. : 0476/ 77 92 91 Fax: 016/ 77 96 23 E-mail: info@marcelvandenvonder.be Webstek: www.marcelvandenvonder.be Dossier nr.: 2013-481. GOEDGEKEURDE VERKAVELINGVERGUNNING: NR. V 2013/05 VAN 03/09/2013 Betreft: aanvraag verkavelingvergunning voor 1 kavel (lot 1) geschikt voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning inzake gronden gelegen te 3473 Kortenaken (Waanrode), Blijstraat (tussen huis nr. 26 en 28); de achterliggende landbouwgrond (lot 1A) blijft zijn huidige bestemming behouden. Kadastraal: 5 e afd. sectie B nr. 11C en 13D. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN:
Pagina 2 van 6 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING VOOR KAVEL 1: 4.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Er zijn meer dan voldoende voorzieningen in de onmiddellijke omgeving die langsheen de Blijstraat hoofdzakelijk bebouwd is met een vrijstaande eengezinswoningen. Verkeersgenererende activiteiten zijn hier ongewenst; gezien de landelijke ligging is het op deze plaats niet gewenst meergezinswoningen toe te laten. Daarom wordt geopteerd voor eengezinswoningen. Voorzieningen voor een inwonende hulpbehoevenden zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwoningen wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Enkel een vrijstaande eengezinswoning, met inbegrip van een zorgwoning, wordt toegelaten. Bij een beëindiging van een eventuele zorgsituatie (zorgwoning) dient de effectieve bestemming als eengezinswoning aangehouden te worden. 1.1.B. NEVENBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Woningsplitsing is niet toegelaten, evenals nevenbestemmingen vreemd aan de woonfunctie zelf. Er worden geen andere functies, complementair aan het wonen, toegelaten zoals kantoorfunctie, vrij beroep, handel, horeca, dienstverlening en ambacht. 1.2. BESTEMMING BIJGEBOUW(EN) Het concept van deze verkaveling is dusdanig dat de bijgebouwen binnen de zone voor binnenplaatsen en tuinen dienen gebouwd te worden; dit om in deze landelijke omgeving een optimale benutting van de tuin te garanderen. Hierdoor is het mogelijk om de tuin eveneens te kunnen gebruiken voor het houden van allerlei dieren. Volgende bestemmingen zijn toegelaten: tuinhuis, stallen, bergplaatsen, poolhouse en/of afzonderlijke garages waarvan de gezamenlijke oppervlakte 40m² niet overschrijdt; op te richten na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. 1.3. BESTEMMING NIET BEBOUWD GEDEELTE Binnen de verkaveling wordt bewust geopteerd voor een dieptewerking ten voordele van de privacy. Immers, door de zijdelingse grenzen tussen de kavels hard te definiëren, door voldoende diepe tuinen mogelijk te maken, kan de woning optimaal geënt worden op haar tuin zonder dat de privacy in het gedrang komt. Bouwvrije voortuinstrook: diepte = ong. 19,40m zoals aangeduid is op het plan. 1. bebouwing: behoudens afsluitingen, zoals voorzien in art. 3.4, zijn alle constructies in de voortuin verboden met inbegrip van de hellende op- en afritten. 2. welstand: behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Uit veiligheidsredenen mogen de beplantingen gelegen in de strook tot op 12m uit de as van de weg niet hoger zijn dan 0,80m. Bouwvrije zijtuinstroken: breedte= min. 3m gemeten vanaf de zijdelingse perceelsgrenzen en verder zoals aangeduid is op het plan.
Pagina 3 van 6 1. Bebouwing: behoudens de afsluitingen, zoals voorzien in art. 3.5 zijn alle constructies verboden met inbegrip van de hellende op- en afritten. 2. VOORSCHRIFTEN GEBOUWEN VOOR KAVEL 1: 2.1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 2.1.A. TYPOLOGIE Binnen de verkaveling wordt gekozen voor het type 'open bebouwing'. Open bebouwing zoals weergegeven op het verkavelingplan. 2.1.B. INPLANTING De inplanting wordt weergegeven op het plan; van deze inplanting kan niet afgeweken worden omdat zijn plaats gekozen is in functie van de omliggende bebouwing. Op het verkavelingsplan wordt de zone voor het hoofdgebouw vastgesteld : max. 15 meter diep gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn; de diepte van de verdieping mag max. 12m bedragen. De totale bouwbreedte mag max. 7,20m bedragen op de voorgevelbouwlijn en max. 8,36m op de achtergevelbouwlijn; de min. bouwbreedte= 7m; verder binnen de bouwstrook zoals aangeduid is op het plan. De voorgevel is gericht naar de voorgevelbouwlijn, één zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw, met inbegrip van de uitsprongen, kan worden ingeschreven moet samenvallen met de voorgevelbouwlijn. De achtergevel is ten opzichte van de voorgevelbouwlijn voorzien op min. 8m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook aangeduid op het plan. 2.1.C. BOUWVOLUME Het volume van het hoofdgebouw is afgestemd op de bestaande bebouwing in de omgeving. en GABARIT Bouwhoogte: gemeten van het grondpeil tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek: maximum 6,00m voor hoofdgebouwen onder hellend dak en max. 6,50m voor gebouwen onder plat dak. VLOERPEIL Max. 0.40 meter boven het huidig grondpeil. PEIL 58.10 2.1.D. VERSCHIJNINGSVORM Er wordt in het concept erg veel belang gehecht aan het kader waarbinnen de woningen tot stand kunnen komen. Dat betekent dat initiatief tot het creëren van architectuur de drijfveer zal zijn om deze GEVELMATERIALEN Voorgevels: alle gevels in gevelbaksteen, natuursteen of bepleistering; eventueel te combineren met hout, natuursteen of metaal: op voorwaarde dat deze te combineren materialen een maximum oppervlakte van 25% per geveloppervlak niet
Pagina 4 van 6 verkaveling tot een kwalitatieve woonomgeving te laten worden. Het concept van de verkaveling is dusdanig dat binnen een minimum aan grenzen een maximum aan architecturale vrijheid wordt voorzien. Het residentieel karakter van de verkaveling zal hoe dan ook door materiaalgebruik onderstreept worden. overschrijden. Voor bedekking schuine daken: pannen, (kunst)leien, zink, koper. DAKVORM Vrij te kiezen met een helling tussen 0 en 45 ; plat dak is toegelaten. ZONNEPANELEN en/of ZONNEBOILERS: Zijn toegelaten. 2.2. VOORSCHRIFTEN BIJGEBOUW(EN) 2.2.A. INPLANTING, BOUWVOLUME EN WELSTAND DER GEBOUWEN: De strook voor binnenplaatsen en tuinen Op het verkavelingplan wordt de strook voor binnenplaatsen maakt het mogelijk de afzonderlijke en tuinen voorzien tussen de strook voor hoofdgebouwen en bijgebouwen in de tuin te voorzien; deze de achterste perceelsgrens, zijnde de grens tussen het gebouwen dienen uitsluitend de landelijke woongebied met landelijk karakter en het agrarisch gebied. behoeften aan tuinhuis, stallen, poulhouse, 1. bebouwing: bergplaatsen, garages, poolhouse, bergplaatsen en garages. Het houden van tuinhuisjes en hokken waarvan de gezamenlijke dieren kan in deze omgeving een oppervlakte 40m² niet overschrijdt; op te richten na of aanvulling zijn voor het behouden van de gelijktijdig met het hoofdgebouw. Er mogen maximaal landelijke omgeving. 2 afzonderlijke bijgebouwen opgericht worden (met Het is de bedoeling deze bijgebouwen op te inbegrip van eventuele tuinhuisjes). richten met duurzame materialen in 2. plaatsing der gebouwen: gevel gericht naar het dezelfde stijl als het hoofdgebouw; het hoofdgebouw op min. 10m uit de achtergevelbouwlijn; oprichten van allerlei diverse kleinere overige gevels: op 3m afstand van de zijdelingse hokken met verschillende materialen moet perceelsgrenzen en op 3m afstand van de grens geweerd worden, vandaar dat er max. 2 tussen het woongebied met landelijk karakter en het afzonderlijke bijgebouwen mogen opgericht agrarisch gebied. worden. 3. bouwhoogte: max. 3m gemeten vanaf het grondpeil tot de bovenkant van de deksteen; nokhoogte maximum 5m. 4M 4. welstand der gebouwen: a. dakvorm: plat dak of schuin dak met een max. helling van 45. = als hoofdgebouw b. materialen: alle gevels in gevelbaksteen of sierbepleistering in lichte kleur, eventueel te combineren met hout, metaal of natuursteen op voorwaarde dat deze te combineren materialen de maximum oppervlakte van 25% van de totale geveloppervlakte niet overschrijdt. Voor de bedekking van de schuine daken: pannen, (kunst)leien, zink, koper en metalen; ofwel dakvilt voor flauw hellende of platte daken. c. aanleg van de strook: het niet bebouwd gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en dusdanig gehandhaafd. 2.2.B. VERSCHIJNINGSVORM Dit hoeft geen toelichting. De hoofd- en afzonderlijke bijgebouwen moeten eenzelfde architecturaal geheel vormen. 2.3. VOORSCHRIFTEN DUURZAAM BOUWEN EN KWALITEITSASPECTEN
Pagina 5 van 6 De uiteindelijke bouwaanvraag dient te voldoen aan het Besluit van de Vlaamse Regering van 01.10.2004 inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen, gescheiden lozing van afval- en hemelwater. Bijkomend worden er maatregelen getroffen inzake de aan te leggen verhardingen. Alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten (max. 30 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is. Zaken inzake duurzaamheid die volgen uit het verkavelingconcept en niet moeten vastgelegd worden in de voorschriften zijn het zongericht bouwen. 3. NIET-BEBOUWD GEDEELTE VOOR KAVEL 1: 3.1. RELIEFWIJZIGINGEN Het gaat om een zeer vlak terrein, waar reliëfwijzigingen niet wenselijk zijn. Reliëfwijzigingen worden niet toegestaan, uitgezonderd de aanleg van een openlucht zwembad. 3.2. VERHARDINGEN Het is de bedoeling het groene karakter van de verkaveling te bewaren. Buiten de bouwzones dient de tuin effectief als dusdanig ingericht te worden met groenaanplantingen. Alle verhardingen die worden aangebracht rondom de woning, zijnde de strikt noodzakelijke toegang(en) tot de woning en een eventuele oprit moeten uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen. Een eventueel terras achter de woning van maximaal 30m², moeten uitgevoerd worden in waterdichte materialen om plaatselijke infiltratie van het hemelwater in de bodem maximaal mogelijk te maken. 3.3. INRICHTINGSELEMENTEN Het groene karakter dient optimaal bewaard te worden. zie 2.2.A a. tuinhuisjes: in afwijking op voorgaande bepalingen is een houten tuinhuisje toegestaan onder de volgende voorwaarden: zie 2.2.A. * met een nokhoogte van maximum 3m. * met een maximum bebouwde oppervlakte van 12m², op te richten op minimum 2m uit de perceelsgrenzen en op 5m uit de achtergevelbouwlijn. b. één openlucht zwembad per kavel is toegestaan onder volgende voorwaarden: * maximaal 50m² groot. * op 2m van de perceelsgrenzen en op minimum 5m uit de achtergevel bouwlijn. 3.4. AFSLUITINGEN
Pagina 6 van 6 Teneinde voldoende privacy te kunnen Gezien de grote diepte van de voortuinstrook kan tot 12m bekomen kunnen de kavels afgesloten gemeten van uit de wegas van de Blijstraat een afsluiting worden met voldoende hoge afsluitingen. toegestaan worden met een maximale hoogte van 0,80m; voor het overige deel van het terrein mogen de afsluitingen tot max. 2m hoogte uitgevoerd worden. De afsluitingen zullen bestaan uit een levendige haag en/of uit een paal met draadafsluiting voorzien van een horizontale dwarsplaat van max. 0,40m hoogte. 3.5. AUTOGARAGES EN/OF CARPORTS IN DE BOUWVRIJE ZIJTUINSTROKEN Het oprichten van garages en/of carports in In de bouwvrije zijtuinstroken mogen geen constructies de bouwvrije zijtuinstroken zijn niet opgericht worden. toegelaten.