BIJLAGE AANVRAAG VERKAVELINGVERGUNNING:

Transcriptie

1 Pagina 1 van 6 Van den Vonder Marcel BVBA Landmeter-Expert LAN Erkend Vastgoedmakelaar B.I.V Kantoor: 2235 Hulshout Grote Baan 134 Kantoor: 2220 Heist-op-den-Berg 12 juli 2016 Leopoldlei 3A Kantoor: 3461 Bekkevoort Tiensebaan, 95 Tel. : 0476/ Fax: 016/ info@marcelvandenvonder.be Webstek: Dossier nr.: Dossier gemeente 2016/28 Vraag tot verkavelingvergunning VERGUND in zitting v/h Schepencollege van 29 nov BIJLAGE AANVRAAG VERKAVELINGVERGUNNING: Betreft: aanvraag verkavelingsvergunning voor 2 kavels, geschikt voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning, gelegen te 2220 Heistop-den-Berg, Zonnedauwlei 20 mits afbraak van de bestaande woning met bijgebouwen; het dieperliggend resterend deel van perceel nr. 348L blijft behouden en wordt niet in de verkaveling opgenomen. Kadastraal: 1 e afd. sectie D deel nr. 348L. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN: DOSSIER GEMEENTE 2016/28/mro DOOR DE GEMEENTELIJK STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR IN ROOD AANGEPAST OP 14 NOVEMBER 2016

2 Pagina 2 van 6 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELING- VERGUNNING 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMD VOOR KAVEL NR. 1 en 2: 1.1. BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Er zijn meer dan voldoende voorzieningen Uitsluitend een vrijstaande eengezinswoning is toegelaten met in de onmiddellijke omgeving die inbegrip van zorgwoningen. hoofdzakelijk bebouwd is met vrijstaande Bij een beëindiging van een eventuele zorgsituatie (zorgwoning) dient de effectieve bestemming als eengezinswoning eengezinswoningen. Verkeersgenererende activiteiten zijn hier aangehouden te worden. ongewenst; gezien de ligging is het op deze plaats niet gewenst gekoppelde of meergezinswoningen toe te laten. Daarom wordt geopteerd voor een vrijstaande eengezinswoning. Voorzieningen voor een inwonende hulpbehoevenden zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwoningen wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 1.1.B. NEVENBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Woningsplitsing evenals nevenbestemmingen zijn niet toegelaten. Woonsplitsing of nevenbestemmingen zijn niet toegelaten BESTEMMING BIJGEBOUW(EN) Het concept van deze verkaveling is dusdanig dat de afzonderlijke bijgebouwen binnen de zone voor bijgebouwen dienen gebouwd te worden; dit om in deze landelijke omgeving een optimale benutting van de tuin te garanderen. Hierdoor is het mogelijk om de tuin eveneens te kunnen gebruiken voor het houden van allerlei dieren. Lot 2 ligt gedeeltelijk in een overstromingsgevoelig gebied. De bebouwing en verharding dient tot een minimum beperkt te worden. Daarom is het belangrijk om een beperking op te leggen inzake maximale bebouwin (bijgebouwen). Lot 1: Volgende bestemmingen zijn toegelaten: tuinhuis, stallen, bergplaatsen, poolhouse en/of afzonderlijke garages waarvan de gezamenlijke oppervlakte max. 75m² niet mag overschrijden; op te richten na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. De inplanting vidnt plaats zoals aangeduid op het in rood aangepast verkavelingsplan. In de bijgebouwen mag er geen woonentiteit gecreëerd worden. Houten tuinhuizen tot maximaal 21m² ook toegestaan Lot 2 Enkel houten tuinhuizen tot maximaal 21m² toegestaan BESTEMMING NIET BEBOUWD GEDEELTE Binnen de verkaveling wordt bewust geopteerd voor een dieptewerking ten voordele van de privacy. Immers, door de zijdelingse grenzen tussen de kavels hard te definiëren kan de woning optimaal geënt Bouwvrije voortuinstrook: diepte gemeten vanaf de ontworpen rooilijn= min. 8m en verder zoals aangeduid is op het verkavelingplan. 1. bebouwing: behoudens afsluitmuurtjes in gevelsteen, waarvan de hoogte, behoudens de posten naast de

3 Pagina 3 van 6 worden op haar tuin zonder dat de privacy in het gedrang komt. ingangen, 0,40 meter niet overschrijdt, zijn alle constructies in de voortuin verboden met inbegrip van de hellende op- en afritten. 2. welstand: behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Bouwvrije zijtuinstrook: breedte= min. 3m gemeten vanaf de zijdelingse perceelsgrenzen, verder zoals aangeduid op het plan. 1. bebouwing: behoudens de afsluitingen, zoals voorzien in art. 3.4 zijn alle constructies verboden met inbegrip van de hellende op- en afritten. 2. VOORSCHRIFTEN GEBOUWEN VOOR KAVEL NR. 1 en 2: 2.1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 2.1.A. TYPOLOGIE Binnen de verkaveling wordt gekozen voor het gegeerde type ' open bebouwing'. Open bebouwing zoals weergegeven op het verkavelingplan. 2.1.B. INPLANTING De inplanting der gebouwen, zoals aangeduid op het verkavelingsontwerp, kan niet gewijzigd worden. Op het verkavelingsplan wordt de zone voor het hoofdgebouw vastgesteld: max. 15 meter diep gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, gesitueerd op min. 14m uit de as van de Zonnedauwlei en op min. 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen; verder binnen de bouwstrook zoals aangeduid is op het plan. De voorgevel is gericht naar de voorgevelbouwlijn, één zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw, met inbegrip van de uitsprongen, kan worden ingeschreven moet samenvallen met de voorgevelbouwlijn. De achtergevel is ten opzichte van de voorgevelbouwlijn voorzien op min. 8m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook aangeduid op het plan. 2.1.C. BOUWVOLUME Het volume van het hoofdgebouw is afgestemd op de bestaande bebouwing in de omgeving; de kroonlijsthoogte is gebracht tot 6,50m om de bouwheer toe te laten te voldoen aan de hogere eisen inzake isolering der gebouwen. 2.1.D. VERSCHIJNINGSVORM en GABARIT Bouwhoogte: voor het hoofdgebouw: gemeten van het trottoirniveau ter hoogte van de rand van de weg tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek: maximum 6,50m voor de voorgevel en max. 11m voor de nokhoogte. Voorgevelbreedte: voor het hoofdgebouw: minimum 7m en maximum zoals aangeduid op het plan. Bouwdiepte: max. 15m voor het hoofdgebouw; de verdieping mag max. 12m bedragen. VLOERPEIL Max meter boven straatniveau.

4 Pagina 4 van 6 Er wordt in het concept erg veel belang gehecht aan het kader waarbinnen de woningen tot stand kunnen komen. Dat betekent dat initiatief tot het creëren van architectuur de drijfveer zal zijn om deze verkaveling tot een kwalitatieve woonomgeving te laten worden. Het concept van de verkaveling is dusdanig dat binnen een minimum aan grenzen een maximum aan architecturale vrijheid wordt voorzien. Het residentieel karakter van de verkaveling zal hoe dan ook door materiaalgebruik onderstreept worden. GEVELMATERIALEN Voorgevels: alle gevels in gevelbaksteen of bepleistering; eventueel te combineren met hout, natuursteen of metaal, op voorwaarde dat deze te combineren materialen een maximumoppervlakte van 25% per gevelvlak niet overschrijden. Voor bedekking schuine daken: pannen, (kunst)leien, metalen platen. Fotovoltaïsche zonnepanelen en/of zonneboilers zijn toegelaten. DAKVORM Voor het hoofdgebouw: vrij te kiezen binnen het minimale en maximale bouwvolume; plat dak is toegelaten; gebogen dakvorm is verboden VOORSCHRIFTEN BIJGEBOUW(EN) 2.2.A. INPLANTING, BOUWVOLUME EN WELSTAND DER GEBOUWEN: De strook voor bijgebouwen maakt het mogelijk de afzonderlijke bijgebouwen in de tuin te voorzien; deze gebouwen dienen uitsluitend de landelijke behoeften aan tuinhuis, stallen, bergplaatsen, poolhouse en garages. Het houden van dieren kan in deze omgeving een aanvulling zijn voor het behouden van de landelijke omgeving. Het is de bedoeling deze bijgebouwen op te richten met duurzame materialen in dezelfde stijl als het hoofdgebouw; het oprichten van allerlei diverse kleinere hokken met verschillende materialen moet geweerd worden, vandaar dat er max. 2 afzonderlijke bijgebouwen mogen opgericht worden. Op het verkavelingplan wordt de strook voor binnenplaatsen en tuinen voorzien tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel. Het in rood aangepast verkavelingsplan is van toepassing Lot 1: 1. bebouwing: bergplaatsen, garages, pollhouse, tuinhuisjes en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte max. 75m² mag bedragen; op te richten na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. Er mogen maximaal 2 afzonderlijke bijgebouwen opgericht worden buiten de hierna vermelde inrichtingselementen zoals voorzien in art plaatsing der gebouwen: gevel gericht naar het hoofdgebouw op min. 10m van uit de achtergevelbouwlijn; overige gevels: op min. 3m afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen en achteraan begrend tot op 47m diepte gemeten vanaf de ontworpen rooilijn. 3. bouwhoogte: max. 3m gemeten vanaf het grondpeil tot de bovenkant van de deksteen, de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek; nokhoogte maximum 5m. 4. welstand der gebouwen: a. dakvorm: plat dak of schuin dak met een max. helling van 45 ; voor bijgebouwen op de perceelsgrens: verplicht plat dak. b. materialen: alle gevels in gevelbaksteen, hout of sierbepleistering in lichte kleur, eventueel te combineren met hout, metaal of natuursteen op voorwaarde dat deze te combineren materialen de maximum oppervlakte van 25% van de totale geveloppervlakte niet overschrijdt. Voor de bedekking van de schuine daken: pannen, (kunst)leien, zink, koper en metalen; ofwel dakvilt voor flauw hellende of platte daken. Daarnaast zijn ook houten tuinhuizen toegestaan: met een nokhoogte van maximum 3m met een bebouwde oppervlakte van maximum 12m², op te richten op minimum 2m uit de zijdelingse perceels-

5 Pagina 5 van 6 grenzen, op min. 3m uit de achterste perceelsgrens en op minimum 5 meter uit de achtergevelbouwlijn OF met een nokhoogte van maximum 3m met een bebouwde oppervlakte van maximum 21m², op te richten op minimum 3 meter uit de perceelsgrenzen en op minimum 10 meter uit de achtergevelbouwlijn. LOT 2 Enkel houten tuinhuizen toegestaan met een nokhoogte van maximum 3m met een bebouwde oppervlakte van maximum 12m², op te rechten op minimum 3m uit de linker perceelsgrens (omwille van de ligging van een scheidingsgracht ter hoogte van de perceelsgrens), min. 2 m uit de rechter perceelsgrens, min. 3 meter uit de achterste perceelsgrens en op minimum 5 meter uit de achtergevelbouwlijn OF met een nokhoogte van maximum 3m met een bebouwde oppervalte van maximum 21m², op te rechten op minimum 3 meter uit de perceelsgrenzen en op minimum 10 meter uit de achtergevelbouwlijn. aanleg van de strook: het niet bebouwd gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en dusdanig gehandhaafd. 2.2.B. VERSCHIJNINGSVORM Dit hoeft geen toelichting. De hoofd- en afzonderlijke bijgebouwen moeten eenzelfde architecturaal geheel vormen. Voor tuinhizen kan ook hout toegestaan worden VOORSCHRIFTEN DUURZAAM BOUWEN EN KWALITEITSASPECTEN De gewestelijke verordening hemelwater moet uiteraard nageleefd worden. Bijkomend worden er maatregelen getroffen inzake de aan te leggen verhardingen. Zaken inzake duurzaamheid die volgen uit het verkavelingconcept en niet moeten vastgelegd worden in de voorschriften zijn het zongericht bouwen. Alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen achter de woning toegelaten (max. 30 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is. Het afstromend hemelwater (niet-waterdoorlaatbare oppervlakte i.c. het terras, overloop regenwaterput) moet worden geïnfiltreerd en/of- wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat gebufferd. De bufferingsvoorwaarden die van toepassing zijn voor de infiltratievoorziening: 250m3/ha verharde oppervakte 3. NIET-BEBOUWD GEDEELTE VOOR KAVEL NR. 1 en 2: 3.1. RELIEFWIJZIGINGEN Het gaat om een zeer vlak terrein, waar reliëfwijzigingen niet wenselijk zijn. Er mogen geen terreinophogingen gebeuren waardoor het niveau van het terrein hoger zou komen dan het straatniveau. Er mogen bovendien geen terreinophogingen gebeuren

6 Pagina 6 van 6 waardoor het niveau hoger wordt gebracht dan de aanpalende percelen. Reliëfwijzigingen worden slechts zeer beperkt toegestaan mits deze degelijk gemotiveerd zijn; bv. voor de aanleg van een open lucht zwembad. Er mogen geen terreinophogingen gebeuren behalve de terreinophogingen ter hoogte van de bouwstrook voor hoofdgebouwen (maximaal tot het straatniveau 3.2. VERHARDINGEN Het is de bedoeling het groene karakter van de verkaveling te bewaren. Buiten de bouwzones dient de tuin effectief als dusdanig ingericht te worden met groenaanplantingen. Alle verhardingen die worden aangebracht rondom de woning, zijnde de strikt noodzakelijke toegang(en) tot de woning en een eventuele oprit moeten in waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden. Een eventueel terras achter de woning van maximaal 30m², mag uitgevoerd worden in waterdichte materialen mits deze afwatert naar de tuin en er een plaatselijke infiltratie van het hemelwater in de bodem mogelijk is INRICHTINGSELEMENTEN Het groene karakter dient optimaal bewaard te worden. De voorschriften i.v.m. houten tuinhuizen zijn terug te vinden onder art. 2.2 Volgende constructies zijn toegelaten: a. tuinhuisjes: in afwijking op voorgaande bepalingen is een houten tuinhuisje toegestaan onder de volgende voorwaarden: * met een nokhoogte van maximum 3m: * met een bebouwde oppervlakte van 12m², op te richten op minimum 2m uit de perceelsgrenzen en op 5 meter uit de achtergevelbouwlijn. b. één openluchtzwembad is toegestaan onder volgende voorwaarden: * maximaal 50m² groot. * op min. 3 2m van de perceelsgrenzen en op minimum 5m uit de achtergevel bouwlijn AFSLUITINGEN Teneinde voldoende privacy te kunnen bekomen kunnen de kavels afgesloten worden met voldoende hoge afsluitingen. Tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn kan een afsluiting toegestaan worden met een maximale hoogte van 0,80m; voor het overige deel van het terrein mogen de afsluitingen tot max. 2m hoogte uitgevoerd worden. De afsluitingen zullen bestaan uit een levende haag en/of uit een paal met draadafsluiting voorzien van een horizontale dwarsplaat van max. 0,40m hoogte AUTOGARAGES IN DE BOUWVRIJE ZIJTUINSTROKEN De mogelijkheid tot het oprichten van garages en carports in de bouwvrije zijtuinstroken kunnen niet toegestaan worden. De oprichting van garages en/of carports in de bouwvrije zijtuinstroken zijn niet toegelaten.