Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM

Vergelijkbare documenten
Beleggingsbeleid 2018 Brand New Day PPI

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

Seminar beleggen voor uw pensioen

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

Allianz Pensioen Lifecycles

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

UW MENSEN, UW kapitaal. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

Achmea life cycle beleggingen in beeld

Achmea life cycle beleggingen

ALLIANZ PENSIOEN LIFECYCLES. Samenstelling en beleggingsschema s actieve en passieve lifecycles

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Persoonlijk Pensioen Plan

Beleggingsupdate Allianz Pensioen

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Informatie Pensioen Profiel beleggen en Vrij beleggen. Ingangsdatum 1 januari 2018 Versie 10 juli 2017

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2015

Informatie beleggingsfondsen Werknemers Pensioen. Ingangsdatum 1 januari 2017 Versie

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2015

STICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND. Performancevergelijking PCN - ABP februari 2017

Allianz Nederland Levensverzekering N.V. Allianz Pensioen. Alles over uw beleggingsmogelijkheden

Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds

Vermogensbeheer Ontzorgt de klant

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Risico pariteit Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Benchmark Benchmark matching portefeuille. Benchmark matching portefeuille

Seminar Beleggen voor uw pensioen. 21 juni 2018

Generali beleggingsmogelijkheden Generali pensioen

Levensloop Rendement Bouw

Informatie beleggingsfondsen per 30 juni 2016

INFORMATIE BELEGGINGS FONDSEN WERKNEMERS PENSIOEN

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer

Beleggingsmogelijkheden Bruto Flexioen

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Vermogensbeheerrapportage

Einddatumgericht Beleggen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Levensloop Rendement

DC in een Notendop. Versie 17 januari 2015

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Robeco Flexioen FLEXIBEL INDIVIDUEEL PENSIOEN

We zijn daarbij uitgegaan van de onderstaande keuzes en bijbehorende kosten:

Populair beleggingsplan

Allianz Nederland Levensverzekering N.V. Allianz Pensioen. Alles over uw beleggingsmogelijkheden

Stichting Personeelspensioenfonds APG. Onderbouwing beleggingsbeleid Nettopensioenregeling aan prudent person regel

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Beleggingsaanbod a.s.r. Presentatie Astra Zeneca 27 oktober 2015

Fondskeuze Zelf Beleggen Pensioen Continu Plan

Einddatumgericht Beleggen

Allianz Direct Ingaand Keuze Pensioen

Informatie beleggingsfondsen per 31 december 2014

Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Beleggingsfondsen d.d. 1 december 2015

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

Op weg naar individueel vermogensbeheer

Bijlage 1 Verklaring inzake beleggingsbeginselen

BI CARMIGNAC PATRIMOINE

LifeCycle Prestatie Pensioen

Impact overstap van vaste mix op lifecycle mix November 2016

Beleggen in het Werknemers Pensioen

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

SFS Aanvullend Privé Pensioen Aandelenfonds

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

ALLIANZ EINDDATUMGERICHT BELEGGEN. Een goede balans tussen rendement en risico

DIT DOCUMENT IS BELANGRIJK EN VEREIST UW ONMIDDELLIJKE AANDACHT.

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring van beleggingsbeginselen

Allianz Netto Pensioen Voor elke smaak een krachtige oplossing. Factsheet 2018

Beleggingsmogelijkheden Netto Flexioen

Beleggingsupdate Allianz Pensioen

S&V Reflector. Buy Low - Sell High. Praktische handvatten voor het beleggingsplan

Vermogensbeheer Ontzorgt de klant

Strategic Allocation Funds (SAF) Een alles-in-één propositie voor pensioenbeleggingen

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

Grip op pensioen: Hoe halen uw werknemers het beste uit hun pensioenregeling? Wet verbeterde premieregeling nader toegelicht

Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Gasunie

Populair beleggingsplan

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

DIT DOCUMENT IS BELANGRIJK EN VEREIST UW ONMIDDELLIJKE AANDACHT.

HorizonBeleggen, ProfielBeleggen en VrijBeleggen. De beleggingsmogelijkheden van Zwitserleven.

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

De Vries Investment Services, Voor objectief en onafhankelijk beleggingsadvies

Essentiële Beleggersinformatie

Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Addendum bij het Prospectus van het ASN Beleggingsfondsen N.V.

Verklaring van Beleggingsbeginselen. Joachim Aelvoet CBFA

Waarom onze beleggingsstrategie staat als een huis

Informatie Care IS Beleggingsportefeuille

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

Risicoprofielen. Het belang van een passend risicoprofiel. HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1

Brochure. Beleggingsbeleid

Praktijkcase netto-pensioen. Kennismaken met het pensioenstelsel van de toekomst

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM Verklaring inzake beleggingsbeginselen nettopensioenregeling Amstelveen, juni 2019 N méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm

Inhoud 1 Inleiding P 2 Beleggen volgens het life-cycleprincipe Q 2.1 Variabel of vast nettopensioen Q 2.2 Samenstelling mixfondsen in de opbouwfase (tot aan pensioendatum) Q 2.3 Samenstelling fondsen vanaf tien jaar voor pensioendatum S 2.4 Overige beleidsmatige uitgangspunten U 2.5 Beleggingscyclus U O méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm

1 Inleiding Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (verder te noemen: Verklaring) beschrijft in vogelvlucht de uitgangspunten van het beleggingsbeleid horende bij de netto pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM. Met name de verschillen met de Verklaring inzake beleggingsbeginselen van de basispensioenregeling worden hierin belicht. De Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM is een ondernemingspensioenfonds dat als doelstelling heeft het efficiënt en effectief uitvoeren van de pensioenregelingen die zijn overeengekomen tussen de partijen in het arbeidsvoorwaardelijk overleg. Het bestuur tracht de doelstelling te behalen door een solide financieel beleid te voeren. Bovendien toetst het bestuur of arbeidsvoorwaardelijke afspraken in overeenstemming zijn met wet- en regelgeving en uitvoerbaar zijn. De Verklaring is als bijlage bij de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM opgenomen. De Verklaring wordt herzien als er een belangrijke wijziging in het beleggingsbeleid optreedt. De Verklaring wordt beschikbaar gesteld op de website van het pensioenfonds. P méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm

2 Beleggen volgens het life-cycleprincipe Er wordt voor de deelnemers aan de nettopensioenregeling belegd volgens het life-cycleprincipe. Dat wil zeggen dat naarmate de deelnemer dichter bij de pensioengerechtigde leeftijd komt het risico van de beleggingen wordt aangepast aan het gewenste risico in de uitkeringsfase. De deelnemer heeft de keuze om na pensionering een vaste uitkering te krijgen buiten het pensioenfonds of te blijven doorbeleggen binnen het fonds. Wanneer een deelnemer kiest om te blijven doorbeleggen in het fonds zal de hoogte van de uitkering meebewegen met het behaalde rendement op de beleggingsportefeuille. 2.1 Variabel of vast nettopensioen 2.1.1 Keuze variabel of vast nettopensioen voor de deelnemer De individuele deelnemer heeft een wettelijk keuzerecht tussen een vast en variabel. De deelnemer dient tien jaar voor de pensioendatum de keuze te maken om het netto kapitaal bij pensionering aan te wenden voor een variabele uitkering dan wel voor een vaste uitkering. Indien een deelnemer ervoor kiest om voor te sorteren op een vaste uitkering, dan kiest deze - in afwijking van de doorbeleggingsmix die gericht is op de door het fonds uit te keren variabele uitkering - voor een beleggingsmix die gericht is op de (t.z.t.) inkoop van de vaste uitkering buiten het fonds. Geeft de deelnemer tien jaar voor pensionering geen keuze door, dan geldt de vaste uitkering als default. De keuze voor een vaste of variabele uitkering kan op ieder moment worden gewijzigd. Uiterlijk twee maanden voor pensionering dient de deelnemer zijn definitieve keuze voor een vaste of variabele uitkering door te geven. Doet de deelnemer dit niet, dan wordt de laatst bekende keuze uitgevoerd. Bij de keuze voor een vaste uitkering wordt in de laatste tien jaar van de opbouwfase een combinatie van een risicoarm matchingfonds en een risicovoller mixfonds gebruikt waarbij bij het naderen van de uitkeringsfase steeds meer belegd wordt in het matching fonds. Het matchingfonds is vooral bedoeld voor behoud van waarde terwijl het mixfonds vooral gericht is op het halen van rendement. Wanneer voor een variabele uitkering wordt gekozen, gaat het om een combinatie van het doorbeleggingsfonds en een mixfonds., 2.1.2 Keuzevrijheid in de opbouwfase In de opbouwfase wordt keuzevrijheid geïntroduceerd door het aanbieden van meerdere mixfondsen (meer defensief, meer offensief), naast het default mixfonds. Initieel wordt alleen de keuze geboden voor een meer defensief en een meer offensief mixfonds, waarbij de deelnemer maandelijks een wijziging door kan geven welke met ingang van het eerstvolgende beleggingsmoment na verwerking van de keuze (begin van de volgende maand) wordt verwerkt. 2.2 Samenstelling mixfondsen in de opbouwfase (tot aan pensioendatum) De beleggingen van het mixfonds zijn gericht op vermogensgroei op de lange termijn. Hierbij zijn daarom beleggingscategorieën opgenomen met een aantrekkelijk verwacht rendement. De samenstelling van het mixfonds is in tabel 2.1 weergegeven. Tabel 2.1. Samenstelling huidige mixfondsen in de opbouwfase van de nettopensioenregeling Beleggingscategorie Huidige allocatie Mix standaard Mix defensief Mix offensief Inflation linked bonds (ILB s) - 10,0% - Staatsobligaties 20+ - 15,0% - Q méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm

Investment grade credits 20,0% 15,0% 10,0% High-yieldobligaties 10,0% 5,0% 10,0% Emerging-Market-Debtobligaties in Amerikaanse dollars 5,0% 5,0% 5,0% Emerging-Market-Debtobligaties in locale valuta 5,0% 5,0% 5,0% Aandelen wereldwijd developed Large- en midcap 25.0% 18.8% 27.5% Aandelen wereldwijd developed Small-cap 8.3% 6.3% 9.2% Aandelen Minimum volatility 9.7% 7.2% 10.7% Aandelen opkomende markten 7.0% 5.2% 7.6% Beursgenoteerd vastgoed 10,0% 7,5% 15,0% Totaal portefeuille 100% 100% 100% 2.2.1 Inflation linked bonds (mixfonds defensief) Dit deel van het mixfonds defensief bestaat uit relatief veilige en langlopende beleggingen in inflation linked staatsobligaties. In tabel 2.2 zijn de streefgewichten van de ILB-portefeuille opgenomen. Doelstelling is om gediversifieerd in de meest solide ontwikkelde landen te beleggen, die inflation linked staatsobligaties uitgeven. Tabel 2.2. Streefgewichten ILB-portefeuille 1 Land Streefgewicht Australië 12,5% Canada 5,0% Frankrijk 15,0% Duitsland 22,5% Zweden 10,0% Verenigd Koninkrijk 10,0% Verenigde Staten 25,0% 2.2.2 Staatsobligaties 20+ (mixfonds defensief) Binnen dit deel van het mixfonds defensief wordt er belegd in euro staatsobligaties. Zoals weergegeven in tabel 2.3 gaat het daarbij om zeer lange nominale Franse, Duitse, Nederlandse en Oostenrijkse obligaties de vier landen die op dit moment het veiligst geacht worden binnen het eurogebied en die ook zeer lange obligaties uitgeven. Uit hoofde van debiteurendiversificatie is er voor gekozen de totale belegde hoofdsom voor alle landen min of meer gelijk te kiezen. De grote landen Frankrijk en Duitsland krijgen daarbij een iets groter gewicht dan de kleinere landen Nederland en Oostenrijk. Zo is er sprake van een goed gediversifieerde 20+ portefeuille. Van ieder land in de pool zullen bij aanvang de twee langste leningen worden gekocht, opdat sprake is van enige spreiding per land. Verder zal bij herbeleggingen steeds de alsdan langste lening worden aangekocht. Doelstelling is om in relatief solide landen te beleggen met ten minste een AA-rating. Tabel 2.3 Landenverdeling Euro 20+ portefeuille Land Streefgewicht Frankrijk 30% Duitsland 30% Nederland 20% Oostenrijk 20% Totaal 100% 1 Gedurende het beleggingsjaar zal de portefeuille aan deze gewichten worden aangepast. R méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm

2.2.3 Investment grade credits Binnen dit deel van de mixfondsen wordt belegd in nominale leningen aan bedrijven uit wereldwijde ontwikkelde marken met een hoge credit rating (ten minste BBB-). 2.2.4 High-yieldobligaties Dit deel van de mixfondsen bestaat uit nominale leningen aan bedrijven met een sub-investment grade rating (lager dan BBB-). Dit zorgt, ook gecorrigeerd voor verwachte defaults, voor een hoger verwacht rendement dan op investment grade credits. 2.2.5 Emerging-Market-Debtobligaties in Amerikaanse dollars Binnen dit deel van de mixfondsen vallen leningen aan overheden uit landen in opkomende economische regio s uitgegeven in Amerikaanse dollars. 2.2.6 Emerging-Market-Debtobligaties in locale valuta Binnen dit deel van de mixfondsen vallen leningen aan overheden uit landen in opkomende economische regio s uitgegeven in locale valuta. 2.2.7 Aandelen wereldwijd ontwikkelde mid- & largecap Binnen dit deel van de mixfondsen vallen wereldwijde ontwikkelde mid- en largecapaandelen. Er wordt belegd in aandelen van grote en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelde markten. Voor dit deel van de portefeuille geldt de MSCI World Standard index als benchmark. 2.2.8 Aandelen wereldwijd ontwikkelde small-cap Binnen dit deel van de mixfondsen vallen wereldwijde ontwikkelde small-capaandelen. Er wordt belegd in kleinere ondernemingen in de ontwikkelde markten vergeleken met wereldwijd ontwikkeld mid- en large-cap. Voor dit deel van de portefeuille geldt de MSCI World Smallcap-index als benchmark. 2.2.9 Aandelen Minimum volatility Binnen dit deel van de mixfondsen vallen wereldwijde aandelen met een laag risico. Dit zijn wereldwijde aandelen met een lage volatiliteit. Voor dit deel van de portefeuille geldt de MSCI ACWI IMI Minimum Volatility index als benchmark. 2.2.10 Aandelen opkomende markten Dit deel van de mixfondsen bestaat uit opkomende marktenbeleggingen. Voor deze portefeuille geldt als benchmark de MSCI EM IMI index. Hier wordt belegd in large-, en mid- en smallcapaandelen. 2.2.11 Beursgenoteerd vastgoed Dit deel van de mixfondsen bestaat uit beursgenoteerde vastgoedbeleggingen in Europa, Noord- Amerika en Azië Pacific, volgens een verhouding van 2:2:1. 2.3 Samenstelling fondsen vanaf tien jaar voor pensioendatum Zoals beschreven in paragraaf 2.1.1, kan een deelnemer kiezen tussen een variabel en vast pensioen op pensioendatum. Om er voor te zorgen dat de beleggingsmix voor iedereen goed aansluit bij de beoogde uitkeringsvorm, vraagt het pensioenfonds tien jaar voor de pensioendatum alvast uit welke uitkeringsvorm de deelnemer uiteindelijk ambieert: vast of variabel, waarbij variabel default is. Indien een deelnemer ervoor kiest om voor te sorteren op een vaste uitkering, dan kiest deze in afwijking van de beleggingsmix die gericht is op de variabele uitkering, voor een beleggingsmix die gericht is op de (t.z.t.) inkoop van de vaste uitkering buiten het fonds. De deelnemer kan eerder gemaakte keuzes op ieder moment (tot twee maanden voor de pensioendatum) herzien. Hieronder wordt de samenstelling van het doorbeleggingsfonds en matchingfonds verder uitgewerkt. S méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm

2.3.1 Samenstelling van het doorbeleggingsfonds (bij keuze voor variabele uitkering) De beleggingen van het doorbeleggingsfonds zijn gericht op vermogensgroei met beperkter risico. Hierbij zijn daarom naast beleggingscategorieën met een aantrekkelijk verwacht rendement ook beleggingscategorieën met een matchingkarakter opgenomen. De samenstelling van het doorbeleggingsfonds is in tabel 2.4 weergegeven. Tabel 2.4 Samenstelling doorbeleggingsfonds nettopensioenregeling 2017-2018 Beleggingscategorie Allocatie 2017-2018 Inflation linked bonds 20,0% Staatsobligaties 20+ 5,0% Staatsobligaties 10+ 5,0% Aandelen ontwikkelde markten 22,5% Aandelen opkomende markten 7,5% Beursgenoteerd vastgoed 10,0% Investment grade credits 10,0% High-yieldobligaties 10,0% Emerging-Market-Debtobligaties in Amerikaanse dollars 5,0% Emerging-Market-Debtobligaties in locale valuta 5,0% Totaal 100% Staatsobligaties 10+ De euro 10+ Staatsobligatiepool belegt in staatsobligaties van Oostenrijk, Finland, Frankrijk, Duitsland en Nederland conform de verdeling in tabel 2.5. Tabel 2.5 Landenverdeling Euro 10+ portefeuille Land Streefgewicht Frankrijk 30% Finland 5% Duitsland 35% Nederland 20% Oostenrijk 10% Totaal 100% Voor de beschrijving van de andere beleggingscategorieën in tabel 2.4, zie paragraaf 2.2. De beleggingen van het doorbeleggingsfonds worden ook beheerd door een combinatie van actieve en passieve managers. Binnen het fonds wordt geen tactische assetallocatie toegepast. Al met al is er sprake van een bescheiden hoeveelheid actief management. De ex-ante tracking error zal naar verwachting maximaal 2% bedragen. 2.3.2 Samenstelling van het matchingfonds (bij keuze voor een vaste uitkering) Het matchingfonds belegt thans voor 100% in de 20+ Euro Staatsobligatiepool van Blue Sky Group zoals beschreven in paragraaf 2.2.2. Het matchingfonds wordt beheerd op basis van buy-and-hold waarbij obligaties vervangen worden wanneer de resterende looptijd korter wordt dan twintig jaar. De deelnemer loopt hier geen additioneel risico door actief beheer. T méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm

2.4 Overige beleidsmatige uitgangspunten 2.4.1 Het herbalanceringsbeleid. Er wordt maandelijks geherbalanceerd. 2.4.2 Beleggingsbeleid liquiditeiten Voor operationele redenen mogen liquiditeiten aangehouden worden op een rekening courant. 2.4.3 Valuta-afdekking Het valutarisico wordt niet afgedekt binnen de beleggingen in de nettopensioenregeling. De externe managers van de wereldwijde creditsportefeuille hebben een euro-hedged benchmark. 2.4.4 Renteafdekking Het renterisico wordt gedeeltelijk afgedekt door het matchingfonds. Deze afdekking is hoger wanneer gekozen is voor een vaste dan voor een variabele uitkering. Per deelnemer wordt er in de cycle rekening gehouden met de pensioendatum. Wanneer een deelnemer kiest voor een vaste uitkering, zal op pensioendatum een vaste uitkering aangekocht moeten worden. Hierdoor loopt een deelnemer renterisico op. Het matchingfonds belegt volledig in 20+ euro staatsobligaties. Dat betekent, dat in de tien jaar voorafgaand aan pensionering, wanneer de beleggingen naar de matchingportefeuille verschuiven, steeds meer van renterisico dat samenhangt met de aankoop van een vaste uitkering wordt afgebouwd. 2.4.5 Securities lending Securities lending is toegestaan binnen de pools van Blue Sky Group. 2.4.6 Tactisch beleid Tactisch beleid is binnen het mixfonds en binnen het matchingfonds niet toegestaan. Ook zal er tussen het mixfonds en het matchingfonds geen tactisch beleid worden gevoerd. 2.5 Beleggingscyclus De verschillende onderdelen van de totstandkoming van de strategische beleggingsportefeuille, alsmede de monitoring en evaluatie daarvan vormen onderdeel van een periodieke beleggingscyclus. Deze beleggingscyclus omvat in ieder geval de volgende onderdelen: J Jaarlijkse bespreking en goedkeuring van het beleggingsplan; J Maandelijkse herbalancering. J Periodieke evaluatie beleggingsbeleid en life-cycle. 2.5.1 Periodieke beoordeling Het bestuur van het pensioenfonds beoordeelt periodiek - of de structuur van de life-cycle heroverweging behoeft, - of de samenstelling van het fonds met langlopende obligaties nog optimaal is afgestemd op prijsontwikkeling van het netto pensioen dat wordt ingekocht, - of de samenstelling van het mixfonds nog optimaal is. Hierbij zal het bestuur de rendementsverwachtingen van de verschillende categorieën beoordelen maar ook de bijbehorende risico s. U méåëáçéåñçåçësäáéöéåçméêëçåééähij msl^_qklomnvlàìåálîéêëáénukm