Jaarverslag 2012. Stichting Pensioenfonds Aviko



Vergelijkbare documenten
2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

VERKORT JAARVERSLAG 2016

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Verkort jaarverslag 2013

Terugblik 2011 in cijfers

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Stichting Pensioenfonds Xerox

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

Stichting Pensioenfonds SABIC

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verkort jaarverslag 2016

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Norit Pensioenfonds

Deelnemersvergadering 17 september 2009

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds Aviko

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Transparantiedocument

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

TRANSPARANTIEDOCUMENT

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

NOTULEN DEELNEMERSVERGADERING VAN DE STICHTING JAN HUYSMAN WZ. FONDS 25 september 2012 Datum : 25 september 2012 Steller : D.W. Slok-Uittenbogaard

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

1 INLEIDING ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie Stichting Pensioenfonds Achmea

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds Koninklijke Cosun

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

FINANCIEEL CRISISPLAN STICHTING PENSIOENFONDS HUNTSMAN ROZENBURG. Bijlage bij de actuariële en bedrijfstechnische nota

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

27 september Deelnemersvergadering

Het bestuur zal het crisisplan jaarlijks evalueren en zo nodig aanpassen.

Verkort jaarverslag 2015

Financieel crisisplan

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. 20 juni 2013

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

10. Goed pensioenfondsbestuur

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Financieel crisisplan Stichting Achmea Algemeen Pensioenfonds Collectiviteitskring Bavaria 2017 Hoofdstukindeling

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. 9 Financieel crisisplan. 9.1 Inleiding. 9.2 Beschrijving crisissituatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Dit jaarbericht is een verkorte en eenvoudiger te lezen versie van het jaarverslag Met het jaarbericht willen we u de gelegenheid bieden om

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Deelnemersvergadering 30 september 2010

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Notulen Kernvergadering St Sportfondsen Pensioenfonds 24 november 2017

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Informatiebijeenkomst

Asset & Liability Management

stichting pensioenfonds wonen

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Communicatiekalender 2017 en 2018

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

Financieel crisisplan. van de

BESTUURSVERSLAG VAN LANSCHOT PENSIOENFONDS 2013: VOORTBOUWEN OP DE INGESLAGEN WEG

Deelnemersbijeenkomsten. Grolsch Pensioenfonds

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Aviko Jaarverslag 2012 Stichting Pensioenfonds Aviko

2

Inhoudsopgave 5 KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS 5 Profiel 5 Organisatie 8 Personalia 9 KERNCIJFERS 10 VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN 12 Reactie van het bestuur op het oordeel van het verantwoordingsorgaan 13 VERSLAG VAN DE VISITATIECOMMISSIE 14 Reactie van het Bestuur op het oordeel van de Visitatiecommissie 16 VERSLAG VAN HET BESTUUR 16 Hoofdlijnen 19 Goed pensioenfondsbestuur 24 Pensioen 27 Beleggingen 34 Financieel 37 Beheersing uitvoeringskosten 40 Actuarieel 42 Risico s 45 Toekomst 47 JAARREKENING 48 Balans per 31 december 2012 49 Staat van baten en lasten over 2012 50 Actuariële analyse van het saldo van baten en lasten over 2012 50 Bestemming van het saldo van baten en lasten over 2012 51 Kasstroomoverzicht over 2012 52 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2012 80 OVERIGE GEGEVENS 80 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten 80 Gebeurtenissen na balansdatum 81 Actuariële verklaring 83 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 85 Begrippenlijst Colofon 3

4

KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS Profiel Stichting Pensioenfonds Aviko (hierna te noemen het Fonds, statutair gevestigd te Breda), is opgericht op 1 januari 2003. De laatste notariële statutenwijziging was op 16 juli 2010. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 20108648. Het Fonds is een ondernemingspensioenfonds en heeft tot doel uitvoering te geven aan de pensioenafspraken zoals deze zijn overeengekomen tussen de aangesloten ondernemingen en de betrokken werknemers. Hiertoe wordt voor een aantal aangesloten ondernemingen en 2.035 verzekerden een totaal van 199 miljoen pensioenvermogen beheerd. Het Fonds heeft de geldende afspraken beschreven in een pensioenreglement en is verantwoordelijk voor de adequate uitvoering daarvan. De pensioenafspraken, ook wel de pensioenovereenkomst genoemd, zijn vervolgens omschreven in de zogenaamde uitvoeringsovereenkomst die is vastgelegd tussen het Fonds en de aangesloten werkgevers. In deze uitvoeringsovereenkomst zijn de financiële kaders waartoe partijen zich hebben verplicht nauwkeurig omschreven. Expliciet is hierin vastgelegd het premiebeleid en het pensioen/toeslagenbeleid waaraan het Fondsbestuur en de werkgevers zich hebben verbonden. Het Fonds is aangesloten bij koepelorganisatie Stichting van Ondernemingspensioenfondsen (OPF), onderdeel van De Pensioenfederatie. Organisatie Bestuur Het bestuur van het Fonds bestaat uit zes leden. Drie leden zijn voor onbepaalde tijd benoemd door de werkgever. Twee leden zijn voor een periode van drie jaar benoemd door de GroepsOndernemingRaad (GOR) van de Aviko-groep en hebben zitting namens de werknemers. Eén lid is gekozen door en uit de groep gepensioneerden voor een periode van drie jaar. De heer H.J.W. Peters is per 1 januari 2012 voor een nieuwe zittingstermijn van drie jaar herbenoemd tot bestuurslid namens de werknemers. Het bestuur van het Fonds heeft de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot de pensioenadministratie en bestuursondersteuning uitbesteed aan een uitvoeringsorganisatie, het Pensioenbureau Cosun. Het vermogensbeheer is uitbesteed aan een fiduciair manager, AXA Investment Managers (AXA IM). Het bestuur is, conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Beleggingscommissie Het bestuur heeft een beleggingscommissie ingesteld. Het betreft een centrale commissie die ook taken uitvoert voor een ander aan Cosun gelieerd pensioenfonds, te weten Stichting Pensioenfonds Koninklijke Cosun. De voornaamste taken van deze commissie zijn het adviseren 5

van de besturen over het strategisch (lange termijn) beleggingsbeleid alsmede het toezicht houden op de controle van de aangestelde fiduciair manager en de beleggingsfondsen waarin wordt belegd. In het beleggingsstatuut is het kader beschreven waarbinnen deze commissie haar taken uitvoert. De commissie komt maandelijks bij elkaar, waarbij intensief met de fiduciair manager wordt gesproken over alle relevante beleggingsvraagstukken alsmede de financiële positie van het Fonds in relatie tot verantwoord risicobeheer van de te beoordelen fondsen. De commissie bestaat uit leden van de besturen van de pensioenfondsen Aviko en Cosun. Daarnaast zijn twee leden die een dienstverband hebben met Cosun aan de commissie toegevoegd. Alle leden hebben stemrecht. Tevens is een externe beleggingsdeskundige benoemd als adviseur zonder stemrecht. Deze beleggingsdeskundige adviseert de commissie bij haar oordeel over alle relevante beleggingsvraagstukken die bij het vermogensbeheer aan de orde komen en over de kwaliteit van de beleggingsondersteuning door de fiduciair manager. Uiteraard blijft het bestuur volledig verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van het Fonds en zijn de vermogens van beide Pensioenfondsen gescheiden. Bij keuzes over het Aviko mandaat beslissen de Aviko beleggingscommissie leden. Via de hierboven beschreven organisatie van de beleggingscommissie wordt kennis gedeeld en werkzaamheden gespreid. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan bestaat uit drie leden: één werkgeversvertegenwoordiger, één vertegenwoordiger namens de werknemers en één vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden. Mevrouw T.M. Kroes is per 1 januari 2012 voor een nieuwe zittingstermijn van drie jaar herbenoemd als lid van het verantwoordingsorgaan namens de werknemers. Het bestuur bespreekt eenmaal per jaar, vóór openbaarmaking van het jaarverslag, het gevoerde beleid en het resultaat daarvan met het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan heeft tot taak een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het gevoerde beleid alsmede beleidskeuzes voor de toekomst. Dit wordt gedaan aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere beschikbare informatie, waaronder de bevindingen van de visitatiecommissie. Het oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, bekendgemaakt en in het jaarverslag opgenomen. Intern toezicht Het bestuur heeft gekozen om het intern toezicht in te vullen door middel van een ad hoc ingestelde visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit drie van het Fonds onafhankelijke leden die door het bestuur worden benoemd. Het bestuur geeft een visitatiecommissie ten minste eenmaal in de drie jaar opdracht het functioneren van (het bestuur van) het Fonds kritisch te bezien, waarbij ten minste de volgende zaken aan de orde komen: het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances binnen het Fonds; het beoordelen van de wijze waarop het Fonds wordt aangestuurd; het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met risico s op de langere termijn. 6

De meest recente visitatie vond plaats in 2012. Het rapport van de visitatiecommissie is besproken in de bestuursvergadering van 11 maart 2013. Uitvoeringsorganisatie De uitvoering van de pensioenregeling en de administratie ervan is opgedragen aan het Pensioenbureau Cosun. De belangrijkste werkzaamheden betreffen: verzekerden-, uitkeringenen financiële administratie, financiële (jaar)verslaglegging, bestuursondersteuning en communicatie. Compliance officer Het bestuur heeft mevrouw mr. E.J.M. Koot medewerkster Juridische zaken Cosun als compliance officer aangesteld. Zij onderzoekt en controleert zo nodig de naleving van de gedragscode en rapporteert hierover aan het bestuur. Overige externe ondersteuning Ten behoeve van de actuariële ondersteuning heeft het Fonds een overeenkomst afgesloten met het actuarieel bureau Mercer (Nederland) B.V. 7

Personalia naar de stand van 31 december 2012 BESTUUR Namens werkgevers J.B.M. van Brandenburg P.H.T. Hendrix P.A. van Tilburg, voorzitter Namens werknemers J.J. Pater, secretaris (tot 01.01.2013) H.J.W. Peters (tot 01.01.2015) Namens pensioengerechtigden J. Zikken (tot 01.01.2014) BELEGGINGSCOMMISSIE A.P.J. Damen (Pensioenfonds Cosun) P.H.T. Hendrix (Pensioenfonds Aviko) A.B. Matser (Cosun Corporate Treasurer) J. Scheper (Pensioenfonds Cosun) P.A. van Tilburg (Pensioenfonds Aviko) C.C.M. Veraart (manager Pensioenbureau) T.A. van de Werken, voorzitter (Pensioenfonds Cosun) A.M. van Nunen (extern adviseur; niet stemgerechtigd) ADVISEREND ACTUARIS Actuarieel bureau Mercer (Nederland) B.V. drs. M.G.A.B. de Wit AAG. CERTIFICEREND ACTUARIS Actuarieel bureau Mercer (Nederland) B.V. drs. E.L. van den Doel, AAG. ACCOUNTANT Ernst & Young Accountants LLP S.B. Spiessens RA PENSIOENBUREAU S.E.M. Bierhoff, medewerker L.J. Luijten, secretaresse E.A. Luijten-Paans, medewerkster C.C.M. Veraart, manager COMPLIANCE OFFICER Mr. E.J.M. Koot VERANTWOORDINGSORGAAN Namens werkgevers O. van der Gronden (tot 01.01.2013) Namens werknemers T.M. Kroes (tot 01.01.2015) Namens pensioengerechtigden H. Stoltenborg (tot 01.01.2014) 8

KERNCIJFERS (Bedragen in duizenden euro s, tenzij anders aangegeven) 2012 2011 2010 2009 2008 Aantallen verzekerden Actieve deelnemers 1) 1.050 1.020 1.021 1.019 1.013 Premievrije deelnemers 647 606 568 519 504 Pensioengerechtigden 338 315 287 276 260 Totaal 2.035 1.941 1.876 1.814 1.777 Reglementsvariabelen Toeslagen inactieven 2) 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,74% Toeslagen actieven 0,50% 1,25% 2,50% 3,00% 2,50% Pensioenuitvoering Feitelijke premie (incl. koopsommen en 9.981 8.523 8.569 8.745 7.078 toeslagen) 3) Kostendekkende premie 9.981 8.523 8.569 9.301 6.632 Pensioenuitvoeringskosten 345 413 350 388 619 Uitkeringen 4.329 3.817 3.635 3.394 3.028 Vermogenssituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen 4) 198.906 171.952 147.321 127.520 115.412 Pensioenverplichtingen 5) 189.003 170.221 140.319 114.713 106.531 Aanwezige dekkingsgraad o.b.v. FTK 6) 105,2% 101,0% 105,0% 111,2% 108,3% Vereiste dekkingsgraad 108,1% 108,0% 107,0% 107,7% 106,0% Saldo baten en lasten 8.173-5.272-5.805 3.926-11.948 Percentage rentetermijnstructuur 2,5% 2,8% 3,4% 3,9% 3,5% Beleggingsportefeuille Vastgoed 5.741 1.870 2.798 2.951 2.173 Aandelen 25.528 16.866 16.297 13.595 7.993 Vastrentende waarden 157.175 141.521 118.655 103.345 93.680 Derivaten 374-264 165-325 325 Overige beleggingen 6.392 6.501 7.094 5.601 5.973 Deposito s/liquide middelen 241 3.729 247 230 5.637 Totaal 195.451 170.223 145.256 125.397 115.781 Beleggingsperformance Beleggingsrendement 12,7% 14,0% 10,8% 4,4% 12,7% 1) 2) 3) 4) 5) 6) Inclusief arbeidsongeschikte deelnemers die een uitkering ontvangen krachtens de WAO of WIA. Deze toeslag wordt weergegeven in het jaar dat deze toeslag is opgenomen in de technische voorziening. Het verschil tussen de feitelijke premie en de kostendekkende premie in 2009 wordt veroorzaakt door een terugbetaling van teveel betaalde premie over 2008. Pensioenvermogen is het totaal van de activa (exclusief herverzekeringsdeel technische voorzieningen en beleggingen voor risico deelnemers) verminderd met overige schulden en overlopende passiva. Per boekjaar 2008 wordt de voorziening voor risico deelnemers niet meer meegenomen in de pensioenverplichtingen. Per boekjaar 2008 wordt de overige voorziening (IPS) niet meer meegenomen in de dekkingsgraad. 9

VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN Uitgangspunt vergadering Het Pensioenfondsbestuur legt verantwoording af over het gevoerde beleid. Beoordeeld wordt of het bestuur bij het nemen van de besluiten en de besturing van het Pensioenfonds op een evenwichtige manier rekening heeft gehouden met de belangen van alle belanghebbenden. Tevens vervult het overleg tussen bestuur en verantwoordingsorgaan een rol bij het verkrijgen van inzicht in de beleidskeuzes voor de toekomst. Beoordelingscriteria Om tot een beoordeling te komen heeft het verantwoordingsorgaan (VO) zich gericht op de volgende zaken: 1. Doel en strategische uitgangspunten. De kerndoelstelling is de toezegging om voor de belanghebbenden te voorzien in een levenslang ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 65 jaar, partnerpensioen, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen. Een deeldoelstelling is het beleggingsrendement (performance vermogensbeheerder) dat moet voorzien in een rendement dat de toeslagen voor de ingegane verplichtingen kan financieren. 2. Het gevoerde beleid. 3. Kostenontwikkeling. 4. Managementrapportage en jaarverslag van het bestuur. 5. Accountants- en actuariële verklaring. 6. Communicatie naar de achterban. Bevindingen Het VO komt, na het bestuur gehoord hebbende, tot de volgende bevindingen: Ad 1: De doelstelling om belanghebbenden te voorzien van een pensioen wordt nog steeds gehaald. Het behaalde beleggingsrendement lag boven de benchmark, maar de totale financiële positie van het Fonds is desondanks ontoereikend om per 1 januari 2013 toeslag te verlenen. Het fonds voldoet per einde boekjaar wel aan de minimale vermogenseis, maar blijft onder het niveau van het Vereist Vermogen. Ad 2: Het VO is van mening dat het bestuur met volle inzet, integer en adequaat het beleid heeft uitgevoerd. Het bestuur anticipeert tijdig op o.a. wetswijzigingen, voorschriften van de toezichthouder en op het functioneren van externe adviseurs. Om de beleggingscommissie beter te laten functioneren wordt een nieuwe beleggingsadviseur ingezet. In 2013 zal fiduciair manager AXA met een aantal andere vermogensbeheerders worden vergeleken om tot de beste match te komen. Tot slot staat het bestuur kritisch tegenover haar eigen functioneren en neemt de aanbevelingen ter harte van externe deskundigen en visitatiecommissie om verder te verbeteren. 10

Ad 3: De totale pensioenuitvoeringskosten zijn t.o.v. 2011 met 29% toegenomen. Deze toename zit volledig in de kosten van het vermogensbeheer. De kosten van het pensioenbeheer zijn gedaald. Ad 4: Het rendement van de beleggingen ad 12,7% is positief beïnvloed door de afdekking van de renterisico's. Exclusief de renteafdekking bedroeg het beleggingsrendement 6,8% versus een benchmarkrendement van 5,3%. Evaluatie heeft uitgewezen dat er ultimo boekjaar 2012 geen sprake meer is van een dekkingstekort. Hiermee is het beoogde resultaat van het korte termijnherstelplan reeds gehaald. Naar verwachting levert ook het lange termijnherstelplan het beoogde resultaat op. Ad 5: Het conceptverslag van de actuaris (Mercer), dat inmiddels goedgekeurd is, besluit met de conclusie dat de vermogenspositie van PF Aviko niet voldoende is vanwege het reservetekort. Het lange termijnherstelplan dat het bestuur heeft opgesteld, voorziet in herstel van dit tekort. In het conceptverslag van de accountant (Ernst & Young) wordt gemeld dat een goedkeurende controleverklaring afgegeven zal worden, mits de jaarrekening ongewijzigd wordt vastgesteld. Ad 6: De communicatie naar de achterban middels nieuwsbrieven en artikelen in het personeelsblad is voldoende geweest. Deelnemers wordt de mogelijkheid geboden zich verder te verdiepen in de pensioenmaterie via de website van Cosun. Het VO concludeert op basis van voorgaande dat het bestuur in 2012 de bestuurstaken op goede wijze heeft vervuld en dat het resultaat sterk verbeterd is t.o.v. het voorgaande jaar. Ultimo 2012 bedraagt de dekkingsgraad 105,2%, waarmee het dekkingstekort is omgezet naar een reservetekort. Deze verbetering is echter voor een groot deel te danken aan een andere waarderingsmethodiek van de pensioenverplichtingen. Daarnaast speelt dat de pensioenregeling aangepast moet worden o.b.v. het landelijk akkoord en dat de werknemersorganisaties amper bewegen in de cao-onderhandelingen. Dit zijn allemaal redenen waardoor het VO zich zorgen blijft maken over de toekomst van PF Aviko. Vervolgens werd hier uitgebreid over gediscussieerd. Conclusie was dat het bestuur voldoende vertrouwen heeft om op de huidige voet verder te gaan. Het bestuur zal met werkgever in gesprek blijven om de uitvoerbaarheid van de regeling te bewaken. Stichting Pensioenfonds Aviko O. van der Gronden Het verantwoordingsorgaan T.M. Kroes 4 juni 2013 H. Stoltenborg 11

Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft kennisgenomen van het verslag van het verantwoordingsorgaan. De financiële situatie van het fonds en de moeizame onderhandelingen van werkgever en bonden over een nieuwe pensioenregeling zijn redenen voor zorg over de toekomst van het fonds voor het verantwoordingsorgaan. Het bestuur onderkent dit en volgt de onderhandelingen tussen sociale partners nauwkeurig en bewaakt dat er een regeling komt die uitvoerbaar is voor het fonds. Het verder denken over de toekomst van het fonds staat op de agenda voor dit najaar. Het bestuur dankt het verantwoordingsorgaan voor haar werkzaamheden. Stichting Pensioenfonds Aviko Het bestuur 12

VERSLAG VAN DE VISITATIECOMMISSIE Samenvattend oordeel visitatiecommissie Stichting Pensioenfonds AVIKO Het bestuur van het Fonds heeft de volgende opdracht geformuleerd in het kader van de visitatie: het beoordelen van de beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances binnen het pensioenfonds; het beoordelen van de wijze waarop het bestuur het pensioenfonds aanstuurt; het beoordelen van de wijze waarop het bestuur omgaat met de risico s op de langere termijn. De door het bestuur benoemde visitatiecommissie bestaat uit de volgende onafhankelijke deskundigen: Dick Slob Johan Scheper Rene Weustenenk De visitatie van het fonds is verlopen volgens een vaste procedure. De commissie heeft eerst een documentenonderzoek uitgevoerd op basis van: a. de notulen van de vergaderingen van het (dagelijks) bestuur, de bestuurscommissies en het verantwoordingsorgaan; b. de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN); c. relevante fondsdocumenten ( o.a. reglementen, uitvoerings- en uitbestedingsovereenkomsten, correspondentie toezichthouders, etc.) d. de jaarverslagen; e. het accountantsverslag; f. de actuariële rapporten g. inrichting en rapportage vermogensbeheer h. risico-identificatie en risicobeheersing. In aanvulling op het documentenonderzoek heeft de visitatiecommissie gesprekken gevoerd met een delegatie van het bestuur van het pensioenfonds, de uitvoeringsorganisatie en het verantwoordingsorgaan. 1.1. Algemeen oordeel De indruk van de visitatiecommissie is in overwegende mate positief. Op basis van het onderzoek is de visitatiecommissie van oordeel dat het bestuur van het fonds de bestuurlijke zaken goed heeft geregeld. Het bestuur geeft zich er rekenschap van dat de afspraken met de werkgever als sponsor ruimte laten voor interpretatie, waarbij voor het voltallig bestuur de belangen van het fonds bepalend zijn. Het bestuur geeft blijk van onafhankelijkheid en is grotendeels ïn control. Aan de noodzakelijke deskundigheid van het bestuur voor dit moment wordt door de commissie niet getwijfeld; de toekomstige ontwikkelingen vragen om een brede kijk en veel invalshoeken. Uit de documenten en gesprekken met het verantwoordingsorgaan blijkt de commissie dat het bestuur over het merendeel van onderwerpen op adequate wijze, gevraagd en ongevraagd, verantwoording aflegt. De risico-analyse, de risicobeheersing en inzet van toepasselijke beheersmaatregelen is naar het oordeel van de commissie risicodekkend. 13

1.2. Belangrijkste aanbevelingen Besteedt concreet aandacht aan draagvlakverbreding, bijvoorbeeld door het formuleren van een visie met daaraan in de tijd gekoppelde acties. Concretiseer de door het Bestuur geuite noodzaak om voldoende deskundigheid binnen Bestuur en Verantwoordingsorgaan te hebben door periodieke toetsing aan de vastgestelde deskundigheidseisen en mogelijk noodzaak tot additionele opleidingsplannen. De visitatiecommissie beveelt dringend aan de uitvoeringsovereenkomst op het onderwerp van verbetering van de financiële positie van het fonds door afspraken met de werkgever en/of sociale partners nadere invulling te geven over de mogelijke afspraken van bijstorting door partijen dan wel anderszins t.b.v. het verbeteren van de financiële positie van het fonds. De huidige omschrijving, dat het bestuur in een dergelijke situatie in overleg zal treden met de werkgever, wordt door de commissie te vrijblijvend geacht. De commissie geeft het bestuur in overweging jaarlijks op basis van de meest recente ontwikkelingen van het fonds en de financiële markten een update c.q. jaarplan voor de beleggingen vast te stellen. Maart 2013 Visitatiecommisse D. Slob J. Scheper R. Weustenenk Reactie van het bestuur op het verslag van de visitatiecommissie De Visitatiecommissie heeft op basis van de Principes van Goed Pensioenfonds bestuur tot taak om zich een oordeel te vormen over de procedures, processen, interne controles, de wijze waarop het Fonds wordt aangestuurd en de wijze waarop het bestuur omgaat met de risico s op langere termijn. Het bestuur heeft met veel interesse kennisgenomen van het oordeel van de Visitatiecommissie over deze zaken. De resultaten van de analyse bevestigen het beeld dat bij het bestuur reeds bestaat over de positie van het Fonds in de wetgeving rond pensioenen. In het mondeling overleg tussen de Visitatiecommissie en het bestuur is een aantal aandachtspunten die de Visitatiecommissie heeft geconstateerd, besproken. Het bestuur neemt zich met betrekking tot de aanbevelingen zo nodig de volgende maatregelen voor, resp. reeds in gang gezette acties worden afgerond. Draagvlakverbreding Het bestuur ervaart dat goed pensioenfondsbestuur tijd en aandacht vraagt van de leden. Tot nog toe worden oplossingen gevonden door samenwerking met het Cosun pensioenfonds zowel met betrekking tot beleggingen als een gedeeld pensioenbureau. Op beleggingsgebeid wordt met fiduciair managment gewerkt omdat de kennis specifiek is, om de control te houden is een extern adviseur benoemd ter ondersteuning van de beleggingscommissie. De kosten van het Aviko pensioen bedragen 4% op de premie terwijl dit voor de zeer grote fondsen 2% bedraagt. Deze extra kosten zijn niet van dien aard dat zeer snel een alternatief gezocht moet worden. Ook de 14

dekkingsgraad is, hoewel zorgelijk, niet zodanig problematisch dat er een noodzaak tot snelle draagvlakverbreding is. Het bestuur heeft draagvlakverbreding wel geagendeerd in het jaarplan 2013 om na te denken wat alternatieven zijn en of hier verder actie opgenomen gaat worden. Toetsing vastgestelde deskundigheid en mogelijke noodzaak tot additionele opleidingsplannen Het bestuur is zich bewust van het belang van voldoende deskundigheid. In 2011 heeft het bestuur haar kennisniveau getest (SPO 1) en actie ondernomen op basis van de uitkomsten door additionele opleidingen te plannen voor bepaalde bestuursleden. Vervolgens zijn recent in 2013 ook de competenties getest en het bestuur zal op basis van de te ontvangen rapportage eventueel benodigde acties ondernemen. Aanpassing uitvoeringsovereenkomst m.b.t. situatie van onderdekking De afspraken in de uitvoeringsovereenkomst geven in een situatie van onderdekking aanleiding tot een overleg met de werkgever om deze te bewegen aanvullende stortingen te doen. Begin 2011 heeft deze situatie zich voorgedaan en heeft de werkgever toegezegd een extra stortingen te doen en zich bereid getoond om, afhankelijk van de te maken CAO afspraken over de bijdrage van actieven, mogelijk meer te doen. Deze afspraak loopt nog steeds en CAO partijen zijn in overleg om de pensioenregeling mogelijk aan te passen. Het bestuur zal zich vervolgens beraden of de nieuwe regeling uitvoerbaar is en of artikel 3 lid 6 in de uitvoeringsovereenkomst aangepast moet worden. Opstellen jaarplan beleggingen Het bestuur heeft kennis genomen van deze aanbeveling. Het huidige proces van vermogensbeheer start met een ALM studie waar het risicoprofiel van het fonds bepaald wordt. Daarmee wordt de strategische beleggingsmix (SAA) bepaald. Vervolgens gaat de vermogensbeheerder de strategische mix vertalen in voorgestelde asset classes en ontstaat een beleggingsmix waarin risico en rendement geoptimaliseerd is. In zeer geregeld (in ieder geval maandelijkse een formele vergadering) overleg tussen beleggingscommissie en vermogensbeheerder worden asset classes besproken en mogelijk uitgebreid of afgestoten en beleggingsfondsen binnen de asset class besproken en al of niet verkocht of uitgebreid of ingekrompen. Het bestuur vindt dat dit proces bevredigend verloopt en dat zij hierdoor in control is van het beleggingsproces (inclusief de rapportages achteraf) en dat gewaarborgd is dat er voldoende snel op veranderende omstandigheden gereageerd kan worden. Een jaarplan beleggingen voegt hier naar de overtuiging van het bestuur niets aan toe. Het Bestuur stelt de positief kritische houding van de Visitatiecommissie zeer op prijs en spreekt haar waardering uit voor de kwaliteit van hun analyse en de constructieve wijze van samenwerking tijdens het onderzoek. Breda, maart 2013 Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Aviko 15

VERSLAG VAN HET BESTUUR Hoofdlijnen Algemeen Het jaar 2012 stond wereldwijd bol van de gebeurtenissen op het politieke vlak, op monetair en economisch gebied. Daarnaast speelden een aantal interne beleidsaangelegenheden. Kernpunten voor ons fonds waren: evaluatie van het korte- en langetermijnherstelplan; de nieuwe waarderingsmethodiek (UFR) die voor de pensioenverplichtingen werd geïntroduceerd alsmede de overgang naar de nieuwe Prognosetafel AG2012-2062; evaluatie van de dienstverlening van de fiduciair manager; opstellen en herijking van de wettelijk voorgeschreven fondsdocumenten. De financiële positie van het Fonds, in termen van dekkingsgraad, steeg in het verslagjaar van 101,0 procent ultimo 2011 naar 105,2 procent ultimo 2012. Herstelplan(nen) Door de stijgende levensverwachting, de daling van de rente en de dalende aandelenkoersen, is het Fonds sinds 31 december 2010 in een situatie van reservetekort gekomen. Doordat de dekkingsgraad onder het Vereist Eigen Vermogen is gedaald, is door het Fonds een langetermijnherstelplan opgesteld. In dit langetermijnherstelplan is een herstelpad aangegeven dat ervoor moet zorgen dat de dekkingsgraad van het Fonds binnen de wettelijk gestelde termijn van 15 jaar uit dit reservetekort komt. Dit langetermijnherstelplan is op 31 maart 2011 ingediend bij DNB. DNB heeft op 6 juni 2011 ingestemd met dit herstelplan. Na verder verslechterende macro-economische en politieke omstandigheden is het Fonds vervolgens per 31 juli 2011 in een situatie van onderdekking terechtgekomen. De dekkingsgraad bedroeg op dat moment 104,1 procent, hetgeen lager is dan het Minimaal Vereist (eigen) Vermogen, t.w. 104,2 procent. Op basis van artikel 140 van de Pensioenwet heeft het Fonds een kortetermijnherstelplan opgesteld. In dit herstelplan is een herstelpad en eventuele maatregelen aangegeven die ervoor moet zorgen dat de dekkingsgraad van het Fonds binnen de wettelijk gestelde termijn van 3 jaar uit deze situatie van onderdekking komt én binnen de wettelijke termijn van 15 jaar uit de situatie van reservetekort komt. Dit kortetermijnherstelplan is samen met een geactualiseerd langetermijnherstelplan op 28 september 2011 ingediend bij DNB. Na toetsing van deze plannen heeft DNB op 19 december 2011 medegedeeld in te stemmen met beide herstelplannen. In de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het Fonds is opgenomen dat het Fonds in een situatie van onderdekking in overleg treedt met de werkgever over te verrichten aanvullende stortingen. Na het ontstaan van de onderdekking per eind juli 2011 heeft dit overleg plaatsgevonden. Gelet op het feit dat de herstelkracht van het Fonds op dat moment voldoende was, was er echter geen concrete bijstortingsvraag. Bij de evaluatie van het herstelplan naar aanleiding van de stand per ultimo 2011, bleek het Fonds echter over onvoldoende herstelkracht 16

te beschikken om binnen de gestelde termijn uit de situatie van onderdekking te komen. Op dat moment is het bestuur opnieuw in overleg getreden met de werkgever over een bijdrage in het tekort. Dit overleg heeft geresulteerd in een toezegging van de werkgever om per eind juli 2014 een aanvullende storting te doen van 0,5 miljoen indien de financiële positie op dat moment niet is verbeterd. Daarnaast zullen de pensioenaanspraken met 1,1 procent worden gekort. Deze afspraken zijn gemaakt op basis van de geprognosticeerde financiële ontwikkeling, waarbij de toenmalige geldende DNB definities zijn gehanteerd. Deze maatregelen zijn begin 2012 gecommuniceerd naar alle betrokkenen. Evaluatie herstelplan Gelet op het van toepassing zijnde herstelplan, heeft het Fonds uiterlijk 8 februari 2013 een evaluatie hiervan moeten indienen bij DNB. In deze evaluatie, wordt het herstelpad, dat opgenomen is in het herstelplan, getoetst en daar waar nodig worden aanvullende maatregelen genomen, om binnen de gestelde termijnen te voldoen aan de eisen die hieraan gesteld zijn. Uit evaluatie blijkt dat er per eind 2012, mede geholpen door de UFR-waarderingsmethodiek voor de pensioenverplichtingen, geen sprake meer is van een dekkingstekort. Er zijn derhalve geen aanvullende maatregelen nodig om per 31 juli 2014 op het Minimaal Vereist Vermogen uit te komen. Naar verwachting zal er bij afloop van het langetermijnherstelplan - eind 2025 - ook geen reservetekort zijn. Beleggingsresultaten Over de gehele beleggingsportefeuille is in 2012 een positief rendement van 12,7 procent behaald. Het positieve resultaat is mede behaald dankzij de afdekking van de renterisico s. De Duration Matching Portfolio (DMP) behaalde als gevolg van de sterk gedaalde rente een rendement van 26,1 procent. Het rendement op de zogenaamde rendementsportefeuille (totale beleggingsportefeuille exclusief renteafdekking) is door de positieve ontwikkeling op de financiële markten uitgekomen op 6,8 procent versus een benchmarkrendement van 5,3 procent. Beide rendementen zijn exclusief valuta-afdekking. Genoemde rendementen zijn exclusief de aan beleggingen toe te rekenen kosten. Het totale fondsrendement, gecorrigeerd voor deze kosten, bedraagt 12,5 procent. In de beleggingenparagraaf wordt een nadere analyse van de beleggingsresultaten gegeven. Toeslagverlening niet-actieven per 1 januari 2013 Het Fonds kent een voorwaardelijke toeslagverlening. Jaarlijks wordt getoetst of de financiële positie van het Fonds voldoende is om, op basis van de richtlijnen voor toeslagverlening, tot toeslagverlening over te gaan. Hierbij geldt dat de toeslag de primaire doelstelling van het Fonds, namelijk het garanderen van de opgebouwde pensioenrechten, niet in gevaar mag brengen. Op basis van de financiële positie van het Fonds en de door het bestuur vastgestelde richtlijnen voor toeslagverlening heeft het bestuur op 3 december 2012 besloten dat per 1 januari 2013 geen toeslag wordt verleend. Het bestuur is hierbij uitgegaan van de RTS zoals vanaf september 2012 voorgeschreven door DNB. 17

ALM-studie Het Fonds streeft naar een stabiele ontwikkeling van zijn financiële positie en een hoge toeslagrealisatie over langere termijn. Het beleggingsbeleid is hier ook op gericht. Om te toetsen of het beleggingsbeleid nog aansluit bij de doelstellingen van het Fonds, wordt periodiek een zogenoemde Asset Liability Management (ALM)-studie uitgevoerd. Een ALMstudie is een analyse van de te verwachten ontwikkelingen in de financiële positie van het Fonds onder diverse (economische) scenario s. Zo wordt onder meer gekeken naar de langetermijneffecten van het huidige beleggings-, premie- en toeslagbeleid van het Fonds, specifieke beleggingsrisico s alsmede aannames met betrekking tot de ontwikkeling van het deelnemersbestand. In september 2012 zijn de resultaten van de ALM-studie besproken. De belangrijkste inzichten die deze studie voor de prognoseperiode 2012 2027 opleverden zijn: o continuering van het huidige beleidskader leidt tot een stijgende tendens van de dekkingsgraad; deze stijgt vanaf een startniveau van 97,5 procent medio 2012 naar gemiddeld 125 procent medio 2027. In deze dekkingsgraadontwikkeling is in aanmerking genomen de bijstortingsmaatregel van 0,5 miljoen medio 2014, zoals in het herstelplan staat er is rekening gehouden met een eenmalige korting van de pensioenaanspraken; o de gemiddelde kostendekkende premie zal in de komende jaren stijgen van 32,5 procent van de salarissom naar gemiddeld ruim 39 procent van de salarissom; o de verwachte toeslagrealisatie voor inactieven is aan het einde van de prognoseperiode gemiddeld 31 procent, dit houdt in dat de pensioenen voor 31 procent zijn gecorrigeerd voor prijsinflatie. DNB hanteert in de praktijk voor de consistentie-eis een norm van minimaal 70 procent toeslagrealisatie. Op grond van deze norm is de verwachte toeslagrealisatie (31 procent) niet consistent met de indexatieambitie. Hierbij zij nog opgemerkt dat in dit percentage een eventuele korting van aanspraken (negatieve indexatie), zoals opgenomen in het herstelplan, reeds is verwerkt. Zowel de huidige premie als de ontwikkeling daarvan zijn voor de werkgever niet aanvaardbaar. Sociale partners zijn daarom in overleg getreden om te komen tot een nieuwe pensioenregeling die ligt op een financieel aanvaardbaar niveau. Het bestuur vertrouwt erop dat partijen vóór eind 2013 afspraken weten te maken die tot consistentie en een gezond vooruitzicht voor het Fonds zullen zorgen. Op het moment dat de nieuwe regeling bekend is, zal het bestuur een nieuwe ALM-studie uitvoeren alsmede een consistentietoets. Herverzekering Het kortlevenrisico en arbeidsongeschiktheidrisico heeft het Pensioenfonds herverzekerd. In verband met het expireren van het contract per 1 januari 2013, is onderzoek uitgevoerd naar de dekkingsvormen en premiestellingen bij verschillende verzekeraars. Na ampele overwegingen is ervoor gekozen om het contract bij Zwitserleven te prolongeren. Hierbij wordt uitgegaan van volledige dekking van eventuele schade met een premiestelling die gebaseerd is op een verkregen winstdelingskorting vooraf. 18

Goed pensioenfondsbestuur Beheerste en integere bedrijfsvoering De STAR-principes voor pension fund governance (PFG) zijn vastgelegd in een wettelijk kader. Het betreft hier de onderdelen zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van het Fonds is gericht op waarborging van een beheerste en integere bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid van een fondsbestuur is juridisch vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Integere bedrijfsvoering houdt onder meer in: adequate administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) en risicobeheersing; analyse en beheersing van integriteitrisico's; voorkomen van belangenverstrengeling; duurzame beheersing van (financiële) risico's; eenmaal per drie jaar een continuïteitsanalyse. Deskundigheidsbevordering De Pensioenwet schrijft voor dat bestuurders van pensioenfondsen een zodanige mate van kennis en ervaring dienen te bezitten dat hieraan waarborgen kunnen worden ontleend voor een behoorlijke en adequate besturing van het pensioenfonds. Het bestuur beschikt over een deskundigheidsplan. Dit plan is zodanig dat het bestuur als collectief over de vereiste deskundigheid beschikt. Bij elke mutatie in het bestuur gaat het bestuur na of die deskundigheid nog steeds aanwezig is. Het op niveau houden van actuele kennis geschiedt veelal door middel van training on the job, congressen en vakliteratuur. Nieuwe leden in het bestuur en het verantwoordingsorgaan worden in de gelegenheid gesteld een basiscursus pensioenen te volgen. Het bestuur heeft in 2011 kennisgenomen van de Beleidsregel deskundigheid van AFM en DNB, waarin naast de bestaande deskundigheidseisen ook eisen aan competenties van de bestuursleden worden gesteld. In vervolg hierop heeft het bestuur in 2012 functieprofielen voor bestuursleden en voorzitter opgesteld. Compliance Allen die verbonden zijn aan de bestuurlijke structuur van het Fonds zijn gehouden aan de gedragscode. De gedragscode van het Fonds geeft voorschriften ter voorkoming van belangenverstrengeling, vermijding van het gebruik van voorwetenschap en het minimaliseren van integriteitrisico s. Zij rapporteren dienaangaande aan de compliance officer of er zich zaken voordoen c.q. zich hebben voorgedaan, waarvan melding is vereist. De compliance officer heeft aan het bestuur meegedeeld dat er zich over het verslagjaar geen zaken hebben voorgedaan die in strijd zijn met de gedragscode. 19

Klachten- en geschillenregeling In artikel 22 van de statuten van het Fonds is een procedure voor geschillen opgenomen. Daarnaast heeft het bestuur op 13 juni 2007 een klachten- en geschillenprocedure vastgesteld. Het Pensioenbureau Cosun is daarbij aangewezen om eventuele klachten c.q. geschillen over de uitvoering van het pensioenreglement in eerste instantie te behandelen. Indien partijen geen overeenstemming bereiken over de oplossing van de klacht c.q. het geschil, wordt de behandeling daarvan door het bestuur overgenomen. In het verslagjaar zijn geen meldingen van klachten en/of geschillen bij het Fonds binnengekomen. Evaluatie functioneren Het bestuur bespreekt jaarlijks zijn eigen functioneren, dat van de door het bestuur ingestelde commissies en het functioneren van de pensioenuitvoeringsorganisatie (Pensioenbureau Cosun). Ook het functioneren van de voorzitter wordt door het bestuur besproken. Aan het Fonds zijn in 2012 geen boetes of dwangsommen dan wel een aanwijzing tot het volgen van een bepaalde gedragslijn opgelegd door één van de toezichthouders (DNB of AFM). Ook is er geen bewindvoerder aangesteld. Risicomanagement Het bestuur is zich bewust van het almaar toenemende belang van risicobeheersing. Met name om de gevolgen van financiële risico s zoveel mogelijk te beheersen, heeft het bestuur een uitgebreide risicoanalyse uitgevoerd. De uitgevoerde systematiek is overeenkomstig de analyses zoals deze door DNB in haar risicogebaseerd toezicht worden uitgevoerd. Door middel van deze risicoanalyse is op een gestructureerde wijze in beeld gebracht in hoeverre onder meer de strategie, het beleid, de activiteiten, de interne processen en de interactie van pensioenfondsen met de buitenwereld kunnen leiden tot risico s. Tevens is in beeld gebracht in welke mate deze risico s door het Fonds zelf wordt onderkend en vervolgens door middel van maatregelen worden beheerst. Nevenactiviteiten van het Fonds Het Fonds oefent geen nevenactiviteiten uit. Uitbesteding Administratie en bestuursondersteuning Pensioenbureau Cosun legt jaarlijks verantwoording af aan het bestuur over de uitvoering zoals verwoord in de met haar afgesloten uitbestedingsovereenkomst. Deze verantwoording vond op 28 januari 2013 plaats. De dienstverlening is naar tevredenheid van het bestuur verlopen. 20

Beleggingen Fiduciair manager AXA IM rapporteert de beleggingscommissie maandelijks schriftelijk over de behaalde resultaten. Daarnaast vindt minimaal eens per kwartaal mondelinge en schriftelijke rapportage aan de beleggingscommissie plaats, waarbij o.a. performance, strategie, visie en outlook per beleggingsfonds aan de orde komen. De bestuursvertegenwoordigers in de beleggingscommissie rapporteren vervolgens aan het gezamenlijke bestuur. AXA IM verstrekt het Fonds jaarlijks een zogenaamde SSAE 16-rapportage. Door middel van deze rapportage vormt het bestuur zich een oordeel over de kwaliteit van de beheersingsmaatregelen die AXA IM heeft getroffen. Het bestuur heeft een onafhankelijke organisatie, i.c. State Street, aangesteld als bewaarbank van het Fonds. State Street verstrekt het Fonds jaarlijks een rapportage op basis van ISAE 3402/SSAE 16. Daarnaast heeft het bestuur WM Company (onderdeel van State Street) ingeschakeld voor de overall onafhankelijke performancemeting van het Fonds. Oordeel kwaliteit van de beheersingsmaatregelen Na bestudering van de stukken zijn er geen noemenswaardige afwijkingen tussen het raamwerk en de richtlijnen geconstateerd. Communicatie Het bestuur heeft een communicatieplan opgesteld waarin de beleids- en uitvoeringsuitgangspunten van het Fonds zijn opgenomen. Het bestuur ziet toe op de uitvoering van dit plan. Met dit plan voldoet het Fonds aan de eisen zoals gesteld in de Pensioenwet. Uniform Pensioenoverzicht Het Uniform PensioenOverzicht (UPO) is gezamenlijk door de belangenorganisaties van pensioenfondsen en verzekeraars ontworpen om deelnemers op een eenduidige manier jaarlijks te informeren over hun huidige en toekomstige pensioensituatie. Het UPO geeft de deelnemers inzicht in hun inkomen bij pensionering, bij arbeidsongeschiktheid en het pensioen voor nabestaanden bij overlijden. Het UPO is in september 2012 verzonden naar alle actieve deelnemers. Ook de premievrijen hebben in het verslagjaar een UPO ontvangen. Informatiebrieven over herstelplan(nen) In het kader van het korte- en langetermijnherstelplan waarin het Fonds verkeert, heeft het bestuur alle (gewezen) deelnemers en gepensioneerden door middel presentaties en een brief geïnformeerd over de stand van zaken binnen het Fonds. Overige informatie(verplichtingen) Pensioengerechtigden ontvingen naast de fiscale jaaropgave conform de Pensioenwet informatie over wijzigingen ten aanzien van de pensioenuitkering, zoals toeslagverlening en wettelijke inhoudingen. 21

Alle werknemers van Aviko B.V. in Nederland ontvangen twee keer per jaar het Personeelsblad Aviko Info. In dit blad staat ook van het bestuur van het Fonds een artikel, dat ingaat op actualiteiten en/of onderwerpen binnen de pensioenregeling. Website Reglementen, statuten, jaarverslagen en informatie over de dekkingsgraad van het Fonds zijn openbaar beschikbaar via de website van Cosun: www.cosun.nl/over cosun/pensioenfondsen, in het menu kan er dan gekozen worden voor Stichting Pensioenfonds Aviko. Toezicht AFM op informatievoorziening De AFM ziet toe op de informatievoorziening van pensioenfondsen aan deelnemers. De AFM beoordeelt of de informatievoorziening tijdig, duidelijk en begrijpelijk is. De tijdigheid is de meest concrete voorwaarde, die ook het best constateerbaar is. Bestuurdersaansprakelijkheidsrisico Feitelijk is het bestuurdersaansprakelijkheidsrisico géén risico dat het Fonds raakt. Het gaat hier immers om de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuursleden, nadat het Fonds op zijn aansprakelijkheid is aangesproken, dan wel indien de aansprakelijkheidsclaim volledig zou moeten worden geweten aan de bestuursleden persoonlijk. Dit laatstgenoemde risico wordt betrekkelijk gering geacht, vanwege zaken als getoetste betrouwbaarheid, bewezen integriteit, geen persoonlijke belangen voor het bestuurderscollectief, geen beleggingshandelingen door bestuursleden en tot slot de zorgvuldige totstandkoming van bestuursbesluiten. Desalniettemin is een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten ter vermindering van dit risico. Bestuursaangelegenheden Bestuur Vergaderingen Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Aviko kwam in 2012 tien keer bijeen. Daarnaast kwamen vertegenwoordigers van het bestuur één keer bijeen met het verantwoordingsorgaan. Naast de periodiek terugkerende onderwerpen, heeft het bestuur onder meer aandacht besteed aan de volgende zaken: herstelmogelijkheden financiële positie; lange- en kortetermijnherstelplan; communicatie over financiële positie met verzekerden en aangesloten ondernemingen; beleid m.b.t. afdekking renterisico, securities lending en verantwoord beleggen; opstellen investment beliefs; opstellen crisisplan; overgang naar Prognosetafel AG2012-2062; 22

prolongatie herverzekeringscontract; invoering UFR-methodiek t.b.v. waardering pensioenaanspraken; bespreken uitkomsten self assessment AFM; bespreken uitkomsten ALM-studie en noodzakelijke maatregelen; toeslagverlening inactieven per 1 januari 2012; herijking formele fondsdocumenten; evaluatie dienstverlening fiduciair manager; opdracht aan de visitatiecommissie; functieprofielen bestuurders en voorzitter; hoofdlijnennotitie herziening FTK pensioenen; bezetting uitvoeringsorganisatie. Compliance officer De compliance officer is niet bekend met feiten c.q. zaken die niet overeenstemmen met de gedragscode van het Fonds. 23

Pensioen De pensioenregeling van de aangesloten ondernemingen die het Fonds uitvoert, betreft een geïndexeerde middelloonregeling en heeft het karakter van een Uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Kenmerken regeling In het jaar 2012 zijn de pensioenafspraken tussen werkgever en werknemers ongewijzigd gebleven, zodat het reglement ongewijzigd is uitgevoerd. De kenmerken van de basispensioenregeling per 1 januari 2012 zijn in onderstaande tabel weergegeven: PENSIOENSYSTEEM Geïndexeerde middelloonregeling PENSIOENLEEFTIJD 65 jaar, met mogelijkheid tot vervroeging PENSIOENGEVEND SALARIS 13 maal het per 1 januari geldende vaste periodesalaris, vermeerderd met ploegentoeslag, vakantietoeslag, consignatietoeslag en toeslag i.v.m. bijzondere arbeidstijden. FRANCHISE 14.873,- PENSIOENGRONDSLAG Pensioengevend salaris minus franchise OPBOUWPERCENTAGE 2,19% NABESTAANDENPENSIOEN TIJDELIJK NABESTAANDENPENSIOEN EIGEN BIJDRAGE 35% van ouderdomspensioen 11% van het pensioensalaris, gemaximeerd op 6.752,- Bepaald in van toepassing zijnde CAO of arbeidsvoorwaardenregeling Toeslagbeleid Deelnemers Jaarlijks per 1 januari, worden de tot die datum opgebouwde pensioenaanspraken onvoorwaardelijk geïndexeerd met de loonindex, te weten 2 procent in 2012. In het kader van de onderhandelingen over een nieuwe pensioenregeling zijn sociale partners echter overeengekomen om hierop een korting van 1,5 procent toe te passen. De deelnemers zijn hierover schriftelijk geïnformeerd. Betreffende toeslagverlening valt onder de toeslagcategorie F2 van de toeslagenmatrix zoals gepubliceerd door DNB in de beleidsregel toeslagenmatrix van 26 februari 2007. Dit houdt in dat: de toeslag onvoorwaardelijk wordt toegekend; het Fonds geen geld heeft gereserveerd om de pensioenopbouw in de toekomst te verhogen; het Fonds de toekomstige verhogingen uit extra pensioenpremies betaalt. Arbeidsongeschikten De pensioengrondslagen van deelnemers die premievrije deelneming wegens arbeidsongeschiktheid genieten, worden jaarlijks per 1 januari onvoorwaardelijk met de loonindex geïndexeerd. Hierbij zij opgemerkt dat voor het jaar 2012 een eenmalige korting van 24

1,5 procentpunt is toegepast. Deze toeslagverlening valt onder de toeslagcategorie F2 van de toeslagenmatrix zoals gepubliceerd door DNB in de beleidsregel toeslagenmatrix van 26 februari 2007. Dit houdt in dat: de toeslag onvoorwaardelijk wordt toegekend; het Fonds geld heeft gereserveerd om de opgebouwde pensioenen in de toekomst te verhogen. Pensioengerechtigden en Slapers Op de opgebouwde pensioenrechten van pensioengerechtigden en op de opgebouwde pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers ( slapers ) wordt jaarlijks op 1 januari een toeslag verleend van in beginsel maximaal de prijsindex. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks of en in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Er wordt hiervoor niet gereserveerd uit de premies, oftewel: de premie is geen financieringsmiddel om de toeslagen te kunnen betalen. Uitgangspunt voor de toeslagverlening op de aanspraken van de inactieven is de staffel die het bestuur als leidraad hanteert. In de besluitvorming zal echter nooit sprake zijn van automatische toepassing hiervan. De staffel is als volgt opgesteld: 0 procent toeslagverlening bij een dekkingsgraad onder 115 procent; 25 procent toeslagverlening als de dekkingsgraad tussen de 115 en 120 procent ligt; 50 procent toeslagverlening als de dekkingsgraad tussen de 120 en 130 procent ligt; 75 procent toeslagverlening als de dekkingsgraad tussen de 130 en 140 procent ligt; 100 procent toeslagverlening als de dekkingsgraad boven de 140 procent ligt met de mogelijkheid tot inhaaltoeslag. Op basis van een in 2012 uitgevoerde studie geldt ten aanzien van het toeslagbeleid dat voor de komende 15 jaar naar verwachting gemiddeld tussen de 25 procent en 35 procent van de prijsindex zal worden toegekend. Samenvattend kan worden gesteld dat het toeslagbeleid voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers te typeren is conform categorie D1 van de toeslagenmatrix zoals gepubliceerd door DNB in de beleidsregel toeslagenmatrix van 26 februari 2007. Dit houdt in dat: toeslagverlening voorwaardelijk is; toezegging zoveel mogelijk gekoppeld wordt aan de prijsontwikkeling; er geen reserve wordt aangehouden voor toekomstige toeslagverlening; toeslagverlening gefinancierd wordt uit overrendementen. Verwachte wijzigingen komend jaar Gelet op het pensioenakkoord en de verwachte veranderingen in de wetgeving hieromtrent, is pensioen en de pensioenregeling, ook in 2013 onderwerp van overleg tussen de CAO-partijen. Eventuele wijzigingen hieruit voortkomend zullen worden verwerkt in het pensioenreglement. 25

Mutatieoverzicht deelnemers Het aantal actieve deelnemers van het Fonds is met bijna 3 procent gestegen ten opzichte van 2011. Het aantal personen met premievrije aanspraken steeg met bijna 7 procent. Het aantal uitkeringsgerechtigden steeg met meer dan 7 procent. Actieve deelnemers MANNEN VROUWEN TOTAAL Aantal op 31 december 2011 848 172 1.020 Nieuwe toetredingen 82 16 98 Overleden -5 0-5 Gepensioneerd -16-2 -18 Vertrokken met Premievrije aanspraken -36-9 -45 Aantal op 31 december 2012 873 177 1.050 Premievrije deelnemers MANNEN VROUWEN TOTAAL Aantal op 31 december 2011 481 125 606 Wegens vertrek 36 9 45 Overleden -2 0-2 Gepensioneerd -2 0-2 Waardeoverdracht 0 0 0 Naar actief 0 0 0 Afkoop 0 0 0 Aantal op 31 december 2012 513 134 647 Pensioengerechtigden MANNEN VROUWEN WEZEN TOTAAL Aantal op 31 december 2011 191 107 17 315 Gepensioneerd 18 2 0 20 Weduwen 0 8 0 8 Overleden -9-2 0-11 Einde/ingang recht 0 0 6 6 Afkoop 0 0 0 0 Aantal op 31 december 2012 200 115 23 338 26

Beleggingen Strategische uitgangspunten Toeslagen kunnen slechts dan gerealiseerd worden als de aangroei van de beleggingen gemiddeld hoger is dan de aangroei van de nominale verplichtingen. Hogere ambities kunnen alleen worden behaald met hogere beleggingsrisico s. De strategische en zo nodig tactische keuzes op dit vlak zijn de verantwoordelijkheid van het bestuur. Het bestuur heeft besloten een deel van de beschikbare middelen zodanig te beleggen, dat de effecten van rentemutaties op de waardering van de pensioenverplichtingen door overeenkomstige waarderingseffecten op de bezittingen verkleind worden. De feitelijke afdekking van deze rente-effecten gebeurt door het beleggen in zogenaamde renteswaps, waarmee per einde verslagjaar circa 73,3 procent van het renterisico op de verplichtingen is afgedekt. Hierbij zij opgemerkt dat het hiervoor genoemde percentage is gebaseerd op afdekking van het economische risico, zijnde het risico dat voortvloeit uit het veranderen van de waarde van de verplichtingen door veranderingen in de marktrente (zonder UFR). Afdekking wordt bereikt door te beleggen in de AXA IM Horizon Funds die uitsluitend bestaan uit renteswaps en geldmarktinstrumenten. Deze renteswaps vormen de zogenaamde Duration Matching Portfolio (DMP). De overige beschikbare middelen zijn belegd in een zogenaamde rendementsportefeuille, met een wereldwijd gespreide belegging in obligaties en aandelen. Deze laatste portefeuille is bedoeld om rendementen te genereren, die uitstijgen boven de hierboven omschreven risicovrije marktrente van de verplichtingen, met als doel de geformuleerde toeslagambitie mogelijk te maken. Vermogensbeheer Het feitelijke vermogensbeheer wordt uitgevoerd door middel van fiduciair management en is uitbesteed aan AXA Investment Managers (AXA IM). Op basis van de door het bestuur goedgekeurde risicoprofielen en beleggingsspreiding heeft AXA IM, in samenwerking met de beleggingscommissie, invulling gegeven aan de beleggingen. Op periodieke basis vindt overleg plaats over de performance van de onderliggende beleggingsfondsen en hun vermogensbeheerders in vergelijking met de marktontwikkelingen, de zich wijzigende risicoprofielen, de visie met betrekking tot de ontwikkeling van diverse economische parameters, etc. De beleggingscommissie rapporteert op alle vergadermomenten van het bestuur over de beleggingsresultaten. Beleggingsklimaat Financiële markten 2012 Het jaar 2012 begon met oplopende financiële stress en een afnemend producentenvertrouwen. De stress op de obligatiemarkten van Spanje en Italië bereikte een hoogtepunt sinds de crisis, en er werd openlijk getwijfeld aan de houdbaarheid van de EMU als geheel. Sinds de Europese Centrale Bank (ECB) in het derde kwartaal aan de markt heeft bekendgemaakt als achtervang voor eurolidstaten op te treden, is de stress op de financiële markten aanzienlijk gedaald. Dit heeft de risicobereidheid onder beleggers in de tweede helft van dit jaar aanzienlijk vergroot. 27