De school Missie Visie

Vergelijkbare documenten
t Kraaienest School Ondersteunings Profiel (SOP) VSO t Kraaienest Brasserskade NC Nootdorp tel

Overzicht vakgebieden ZML SO en subdoelen & koppeling leerlijnen SO & VSO

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding

leerlijnenpakket VSO 2012

- Aan het eind van deze fase is niveau 1F bereikt

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

Leerroute 3 en 4. Modules met bijbehorende vakken/vakomschrijving Kerndoelen 1

Schoolondersteuningsprofiel t Kraaienest (V)SO. t Kraaienest is een (V)SO-school voor zeer moeilijk lerenden (ZML).

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

Typering van de vakken die binnen het profiel Cognitief ZML en PRO worden aangeboden

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

2. Waar staat de school voor?

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso

3 De visie van de Prinses Julianaschool

(V)SO t Kraaienest. School Ondersteunings Profiel (SOP) (V)SO t Kraaienest. Brasserskade NC Nootdorp tel

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo entree. april 2016

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, 16+ (begeleid) werk, inburgering

Schoolgids

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 2, jaar vmbo basis

ontwikkelingsperspectief

Ouderavond Ordening en Ontwikkeling

Schets onderwijsprogramma en lessentabel. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016

Schets van het onderwijsprogramma Route 2, jaar vmbo basis

PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT. Alphons Laudyschool

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

7. Hoe werken we op school

7. Hoe werken we op school

KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE. Uitdaging Beweging Perspectief

Technisch lezen Methode: Lijn 3 - Alle letters kennen. - Van deze letters woorden kunnen maken. - Correct en vlot kunnen lezen van. woorden.

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Visiedocument. Actief Burgerschap. Januari 2010

Basisschool 't Maxend, Nistelrode, Ouders

...paspoort naar grenzeloos onderwijs...

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Informatie basisschool Pius X Jordaansingel 20 Haaksbergen

Borgloschool, locatie Groenewold, Deventer, Ouders

Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht Godelindeschool Hilversum

Locatie Buitenbaan Je doet ertoe!

De Schoolwerkplaats school van nu

Oudertevredenheidspeiling 2015

SCHOOLMAGAZINE

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Presentatie tijdens lesjes middag. De Vos: jouw slimste keuze!

Onderwijsgemeenschap Titus Brandsma, Hengelo, Ouder vragenlijst oktober 2014 De Akker

Welkom op de informatie-avond!

Het beleidsplan cultuureducatie

Actief burgerschap en sociale integratie

JAARPROGRAMMA GROEP 7

OPBRENGSTEN LEERLINGENZORG

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Visio Onderwijs Rotterdam

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Agenda onderwijsavond middenbouw

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

Informatieboekje groep 4 schooljaar

Externe benchmark Aantal scholen: 692 Benchmark cijfer scholen Hoogste cijfer scholen Laagste cijfer scholen Cijfers Ouders Mariaschool 2016

Agenda onderwijsavond bovenbouw

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Dynamica Onderwijs

Visie (Pedagogisch werkplan)

Vragenlijst ouders. Uitslagen Vragenlijst. CBS De Stifthorst

VISIESTUK ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Portalis, locatie Groningen (Portalis Onderwijs en Arbeidstoeleiding)

Leerroutedocument. Leerroute 5

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Dynamica Onderwijs

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

Kwaliteitsvragenlijst

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN

Quickscan voor personeel

Schoolondersteuningsprofiel 2.0

Openbare basisschool De Windhoek Abtslaan SL Terheijden

Uitstroombrochure. Arbeidstoeleiding VSO. Uitstroombrochure Bernardusschool

1 Hier staan wij voor

Uitgangspunten van de Koningin Julianaschool

ACTIEF BURGERSCHAP & SOCIALE INTEGRATIE. Visie. Actief Burgerschap & Sociale Integratie

ONDERWIJS MAAK JE SAMEN SCHOOLPLAN LIGHT. Het meest compacte schoolplan gericht op duurzame organisatieontwikkeling. Een product van: SCHOOLPLAN LIGHT

Ouderbeleidsplan. Sbo de Bonte Vlinder. September 2014

oudervragenlijst 2014

PrOmotie, Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs

Kiezen, ontdekken & doen!

Informatieboekje Marcusschool

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 BASISSCHOOL DE HORST

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. De Ark

Schoolgids Deel b VSO De Triviant

Tussenschoolse opvang

De Vogelveste. speciale school voor basisonderwijs

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Aanbod burgerschap en sociale integratie

Overgangsprotocol VPCO

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Transcriptie:

Voorwoord Goed onderwijs is van groot belang voor de ontwikkeling van uw kind. Naast de basisvaardigheden als taal, lezen en rekenen, krijgen ook andere ontwikkelingsaspecten volop de aandacht. Deze gids geeft u een overzicht van alle activiteiten op t Kraaienest, (V)SO-school voor zeer moeilijk lerenden. Een veilig en stimulerend pedagogisch klimaat is noodzakelijk voor de ontwikkeling van uw kind. Als leerlingen graag naar school gaan, komen ze beter tot ontwikkeling. Ons streven is dan ook dat ieder kind zich thuis voelt op onze school. We vinden een goede betrokkenheid van de ouders bij de school belangrijk. Daarom informeren wij u regelmatig over de gang van zaken op school door middel van een informatieavond, oudergesprekken, nieuwsbrieven en informatie en verslagjes op de website. Wij vinden het fijn als ouders bereid zijn om met praktische activiteiten te ondersteunen. Al deze contacten dragen bij aan de prettige en open sfeer die wij op onze school nastreven. De algemene informatie geldt zowel voor de SO-, als voor de VSO-afdeling. Voor beide afdelingen is een apart hoofdstuk waarin de onderwijsinhoud wordt beschreven. Deze schoolgids geeft veel praktische informatie en wordt jaarlijks, in opdracht van het bestuur, opnieuw aangepast en vastgesteld. De MR leest de schoolgids en geeft goedkeuring voordat deze gepubliceerd wordt. De schoolgids wordt gepubliceerd op onze website. Ouders en andere belangstellenden kunnen op verzoek de schoolgids toegestuurd krijgen. Ons bestuur en de inspectie van het onderwijs ontvangen eveneens een exemplaar van deze schoolgids. Mocht u na lezing van deze gids behoefte hebben aan meer of andere informatie, dan zijn wij u graag van dienst. Voor wensen of suggesties kunt u contact opnemen met de directeur van de school. 1

De school Missie Het is onze taak om zeer moeilijk lerende kinderen en jongeren voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. We nemen hun mogelijkheden en talenten als uitgangspunt, leren hen om te gaan met hun beperking en zorgen waar nodig voor compensatiemogelijkheden. Visie t Kraaienest kenmerkt zich door kleinschaligheid en een veilige, gestructureerde, maar ook uitdagende leeromgeving. Leerlingen krijgen de mogelijkheid zich vanuit een respectvolle omgeving in eigen tempo en op eigen wijze te ontwikkelen. We gaan uit van de eigenheid en het kunnen van de leerling. Zelf ervaren en zelf doen zijn belangrijke aspecten binnen het zich ontwikkelen tot zelfredzaamheid. Het is belangrijk dat leerlingen een zelfbeeld ontwikkelen en daar vanuit keuzes kunnen maken en reële doelen kunnen stellen. Op 't Kraaienest worden leerlingen gemotiveerd, uitgedaagd en positief benaderd. Samenwerking staat centraal. Communicatieve en sociale vaardigheden spelen hierin een grote rol en krijgen daarom veel aandacht. Goed contact met ouders is een voorwaarde om tot optimale ontwikkeling te komen. Door samen te werken ondersteunen school en ouders elkaar. Wederzijds respect, openheid en vertrouwen vormen hierbij de basis. We werken vanuit het ontwikkelingsperspectief van de leerling en de leerlijnen voor het ZML-onderwijs. Dit maakt dat we de leerling goed kunnen volgen, maar ook duidelijke doelen kunnen stellen. Naast de bestaande SO-afdeling zal de VSO-afdeling van t Kraaienest zich de komende jaren ontwikkelen tot een volwaardige vestiging. De onderwijsinhoud en de stages zullen verder uitgewerkt worden. Doel is participatie in arbeid 2

(beschut werk of werk/arbeidsinpassing). Incidenteel naar zal nog uitstroom plaatsvinden naar dagbesteding (arbeidsmatige activiteiten of belevingsgerichte activiteiten). De algemene werknemersvaardigheden staan centraal. Daarnaast krijgen de domeinen wonen, vrije tijd en burgerschap ook veel aandacht. Onder invloed van technologie verandert onze maatschappij. Dit vraagt om andere, nieuwe competenties. Naast taal en rekenen en de kernvakken, zijn de competenties samenwerken, creativiteit, ICT-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van belang. Onze focus ligt op communicatie, sociale vaardigheden en ICT-geletterdheid. Als een leerling goed kan communiceren en omgaan met anderen en ICT-geletterd is, zal hij beter voorbereid de maatschappij in gaan. ICT kan juist voor deze doelgroep ondersteunend zijn. Het team zal hierin een coachende en ondersteunende rol spelen en de ontwikkelingen op dit gebied volgen. Onze slogan is: Speciaal voor jou! Hiermee willen we aangeven dat we de leerling centraal stellen; met zijn/haar eigenheid, mogelijkheden en talenten. Ook willen we ermee laten zien dat we een speciale school zijn, die leerlingen zo goed als mogelijk voorbereidt op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Levensbeschouwing 't Kraaienest valt onder het bestuur van Lucas Onderwijs te Den Haag. Het bestuur van Lucas Onderwijs bestuurt scholen met een verschillende levensbeschouwelijke grondslag. Onze school valt onder algemeen bijzonder onderwijs en is niet gebonden aan levensbeschouwingen of maatschappelijke stromingen. Voor toelating als leerling speelt de godsdienstige of kerkelijke achtergrond geen rol. De school kent dan ook, evenals de samenleving, een in dit opzicht multiculturele populatie. Binnen ons onderwijs besteden we aandacht aan de verscheidene godsdiensten. We vinden het belangrijk om leerlingen in de dagelijkse omgang met elkaar te 3

wijzen op normen en waarden als verdraagzaamheid, respect voor elkaar en het helpen van elkaar. Ligging van de school t Kraaienest ligt aan de Brasserskade 4 te Nootdorp op Buurtschap Craeyenburch, vlakbij de stadsdelen Ypenburg, Brassershout en Leidschenveen. Rondom de school liggen de gebouwen en groenvoorzieningen van stichting Ipse de Bruggen. Wij kunnen gebruikmaken van voorzieningen als het zwembad, de kinderboerderij, de medische dienst en het restaurant. De school is per openbaar vervoer vanuit Den Haag goed te bereiken met tramlijn 15 en vanuit Delft en Leidschendam met tramlijn 19 (halte Scholekstersingel). De school is sinds 2013 gehuisvest in een nieuw gebouw, samen met het kinderdienstencentrum KleurRijk. Het adres van de school is gelijk aan dat van Ipse de Bruggen: Brasserskade 4 in Nootdorp. Op het terrein worden voor intern gebruik eigen straatnamen gehanteerd. Het adres van onze school op het terrein is Voorstraat 27. Schoolsituatie De school heeft een SO-afdeling en een VSO-afdeling. De SOafdeling bestaat uit 5 groepen. De VSO-afdeling is in augustus 2013 gestart met één onderbouwgroep en heeft in schooljaar 2015-2016 twee onderbouwgroepen en één middenbouwgroep. De gemiddelde groepsgrootte is 12. De leeftijd van de leerlingen ligt momenteel tussen de 4 en 16 jaar. De VSOafdeling zal de komende jaren groeien tot een volwaardige VSO-school. Een leerling kan geplaatst worden als hij een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) heeft die is afgegeven door het samenwerkingsverband van de gemeente waar de leerling 4

woont. Hoe deze verklaring moet worden aangevraagd leest u verderop in deze gids. Groepsindeling De verdeling van de leerlingen over de groepen is in eerste instantie gebaseerd op leeftijd: in principe komt ieder kind bij leeftijdgenoten in de klas. Daarnaast kan de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind een rol bij de indeling spelen. De leerlingen stromen aan het einde van een schooljaar niet automatisch door. Dit kan dus betekenen dat uw kind 2 of 3 jaar in dezelfde groep zit. De groepsbezetting De groepsbezetting ziet er dit schooljaar als volgt uit: Groep OA Leerkracht(en): Monique Ruijgrok (ma,wo,do,vr) Ellen ten Brummelhuis (di) Onderwijsassistent(en): Jolenta de Bruijn (ma,di,do,vr) Henna Friebel (wo*) Groep MA Leerkracht(en): Christa van Kuijen (ma,di,wo) Brigitte Smits (do,vr) Onderwijsassistent(en): Myrna den Drijver (ma,di) Angelique Seuren (wo,do,vr) Groep OB Leerkracht(en): Joyce Spies (ma,di,wo) Reny Bijsterbosch (do,vr) Onderwijsassistent(en): Sanne Verbaan (ma,di,wo) Astrid Spigt (do,vr) Groep MB Leerkracht(en): Ellen ten Brummelhuis (ma) Gwanita Pilon (di,wo,do,vr) Onderwijsassistent(en): Marjan vd Vorm (ma,wo,do,vr) Astrid Spigt (di) 5

Groep BB Leerkracht(en): Lucie Lindeman (ma-vr) Onderwijsassistent(en): Debby van de Graaf (ma,di,vr) Henna Friebel (wo*) Myrna den Drijver (do) Groep VSO-OB Leerkracht(en): Ton v Diepen (ma,di,wo*,do,vr) Liesbeth König (wo*) Groep VSO-OA Leerkracht(en): Esther Smits (ma,di,wo,do) Ellen ten Brummelhuis (vr) Groep VSO-MA Leerkracht(en): Liesbeth König (ma,di) Mandy Wijler (wo,do,vr) *om de week Lia van der Ende is de eerste periode van het schooljaar met ziekteverlof. Naast de teamleden in de groepen zijn er collega s met andere taken: Monique Ruijgrok Ton van Diepen Christa van Kuijen Maarten Bak: Renate in t Veen: Henna Friebel: Kitty de Jong: Sabijn Louisse: Ahmad Vahedi: Ingeborg van Wel: teamleider SO-afdeling teamleider VSO-afdeling onderwijsondersteuning op het KDC gymleerkracht, praktijkvakken VSO: ICT, Groen, Techniek leraarondersteuner VSO praktijkvak VSO: koken leraarondersteuner VSO zorgcoördinator gedragskundige conciërge directeur Schooltijden maandag 08.45-15:00 uur dinsdag 08.45-15:00 uur woensdag 08.45-12.30 uur donderdag 08.45-15:00 uur vrijdag 08.45-15:00 uur 6

Pauzes De tijden van de ochtendpauzes zijn afgestemd op de roosters binnen de gehele school. Alle leerlingen hebben tussen de middag een half uur pauze: van 12.00-12.30 uur of van 12.30-13.00 uur. De leerlingen van de SO-afdeling eten in de groep met de klassenleiding. Ze spelen ook een half uur buiten. De leerlingen van de VSO-afdeling hebben een half uur pauze, zodat ze kunnen lunchen en naar de kantine kunnen gaan. De oudste onderbouwgroep, de midden- en bovenbouwgroepen en de VSO-groepen hebben per schooljaar tenminste 1000 lesuren. Voor de jongste leerlingen van de onderbouw geldt een andere urentabel. Zij hebben per jaar minimaal 880 uren les, wat inhoudt dat zij een aantal woensdagen vrij zijn (zie bijlage 2). Het onderwijs We geven onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen. Dit geeft aan: de school is bedoeld voor leerlingen die onoverkomelijke moeite hebben met de eisen die het (speciaal) basisonderwijs stelt. Het onderwijs stemmen we af op de mogelijkheden van de leerling, rekening houdend met zijn specifieke kenmerken. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is het werken volgens een ontwikkelingsperspectief, gekoppeld aan het groepsplan. Bij alle vakken geldt dat het aanbod primair gericht is op de praktijk: wat kan de leerling ermee in zijn latere leven? De leerlingen kunnen een ononderbroken ontwikkelingsproces doorlopen. Er wordt veel tijd uitgetrokken voor het zoeken naar de leermogelijkheden van de leerlingen en het verbeteren daarvan. Ieder kind werkt volgens een individueel ontwikkelingsperspectief en leerlingplan, met daarin vermeld de doelen voor het komende schooljaar en de jaren erna. We gaan bij het schrijven van het ontwikkelingsperspectief uit van de beginsituatie van de individuele leerling. 7

Dat wat het kind nodig heeft, bepaalt de keuze van de leerstof, de vorm waarin het wordt aangeboden en de wijze waarop dit gebeurt. Het zoeken naar en verbeteren van de leermogelijkheden is specialistenwerk. Omdat het leren de leerlingen niet gemakkelijk afgaat, is het extra van belang om te zorgen voor een goede sfeer en een uitdagende leeromgeving. De leerlingen hebben er grote moeite mee om zich nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken. Velen hebben al ontmoedigende ervaringen achter de rug. Desondanks vindt de school, dat men de leerlingen mag vragen om te presteren. We overvragen de leerlingen natuurlijk niet, maar vragen wel. Het één en ander dient wel op een prettige en kindvriendelijke manier plaats te vinden. De leerlingen moeten graag naar school gaan. De ontwikkeling van een zeer moeilijk lerend kind verloopt vaak onregelmatig. Het kind kan op het ene vlak heel snel iets begrijpen, terwijl andere dingen onbegrijpelijk blijven. De vorderingen per vak en per kind verschillen sterk. Daarnaast is de wijze waarop leerlingen leren onderling ook zeer wisselend. De één is ingesteld op kijken, de ander op luisteren, een derde op voor- en nadoen. Wat andere leerlingen spelenderwijs leren, moet een zeer moeilijk lerend kind echt aangeleerd worden. Bij deze leerlingen verloopt de ontwikkeling heel anders dan bij leeftijdsgenoten zonder verstandelijke beperking en blijft de ontwikkeling op een lager niveau. Zo kan een kind bijvoorbeeld moeite hebben met de: spraak- / taalontwikkeling schoolse vaardigheden (lezen en rekenen) sociale vaardigheden concentratie spel motoriek praktische vaardigheden 8

Wij begeleiden de leerlingen bij het verwerven van kennis en vaardigheden, zodat zij later als volwassenen, sociale mensen kunnen worden met een zo groot mogelijk niveau van zelfstandigheid. Dit is een voorwaarde om de leerlingen voor te bereiden op datgene wat hen in de maatschappij te wachten staat. Er wordt leerlingen dus geen recht gedaan als leerstof klassikaal aangeboden wordt. Pedagogisch klimaat De sfeer binnen school is heel belangrijk. De basishouding van de teamleden naar de leerlingen toe kenmerkt zich door vertrouwen te geven, respect te hebben en hen serieus te nemen in hun problematiek. Wij proberen een accepterend klimaat en een positieve instelling ten aanzien van de leerlingen te hebben. In een goede, warme sfeer kunnen leerlingen zich het best ontwikkelen. Op school gaan we uit van de positieve ontwikkelingsmogelijkheden van een kind. Het is belangrijk om te kijken naar wat een kind wel kan en daar de aandacht op te vestigen. Hierdoor ontstaat een positieve benadering van het kind, waardoor het zich veilig en geaccepteerd voelt. De ontplooiing van de individuele leerling staat centraal, maar ook het kunnen functioneren in een groep, daar deel van kunnen uitmaken en rekening met elkaar leren houden. Binnen het pedagogisch klimaat is aandacht voor normen en waarden en het ontwikkelen van respect voor de ideeën, opvattingen en overtuigingen van anderen. De school wil veiligheid bieden, een plek waar je je thuis voelt, waar structuur geboden wordt en je weet waar je aan toe bent. Leerlingen die gedijen binnen een goed pedagogisch klimaat, gaan graag naar school, zijn plezierig in de omgang en ervaren regels en aanwijzingen als natuurlijk en zinvol. Onze school staat voor de volgende waarden en wil dit ook met én naar ouders en leerlingen uitdragen: openheid, positiviteit, eigenheid, veiligheid, respect, ontwikkeling, integriteit en samenwerking. 9

De schoolregels We hanteren algemene gedragsregels, schoolpleinregels en regels die specifiek zijn voor een bepaalde groep. De groepsregels hangen zichtbaar in het lokaal. Hiernaast gelden op onze school de volgende regels die van belang zijn voor thuis: de mobiele telefoon wordt op school uitgezet (school is niet aansprakelijk bij verlies, diefstal of schade) geen snoep, frisdank, chips, enz. meenemen naar school een jarige mag op school trakteren en de klassen rond met een traktatie vrijdag is voor de SO-afdeling speelgoed-dag: iets kleins van huis meenemen mag (school is niet aansprakelijk bij verlies, diefstal of schade aan meegenomen speelgoed) geen geld mee naar school nemen. De leerlingen van de VSO-afdeling mogen wel geld meenemen om tussen de middag iets te kopen in de kantine Veiligheid Kinderen brengen een groot gedeelte van de dag door op school om te leren, maar ook om te spelen en te sporten. Veiligheid op school is een gezamenlijke verantwoordelijkheid; 10

van de directie, de leerkrachten, de medezeggenschapsraad, de ouders en de leerlingen. Veel veiligheidsaspecten zijn vastgelegd in wetten. De wet verplicht de school aan veiligheidseisen te voldoen om ongelukken te voorkomen. Veiligheid begint bij het regelmatig controleren van het schoolgebouw en het schoolplein. Belangrijk is de controle van de materiële stand van zaken op school. Maar het gaat ook over het gedrag en de afspraken van de aanwezigen in de school en de samenwerking tussen betrokkenen. De school heeft een veiligheidsplan, waarin diverse protocollen en afspraken zijn te vinden. Te denken valt aan het ontruimingsplan, het protocol medisch handelen, het gedragsprotocol, de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Jaarlijks wordt een veiligheidsverslag geschreven door de directeur en besproken in de MR. Verbeterpunten die uit dit plan volgen leiden tot een veiligere school. Kwaliteit Ons schoolplan 2015-2019 beschrijft, binnen de kaders van het Strategisch beleidsplan van Lucas Onderwijs, onze kwaliteit, onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar. Het schoolplan functioneert daardoor als een verantwoordingsdocument (wat beloven we?) naar de overheid, het bevoegd gezag en de ouders en als een planningsdocument (wat willen we wanneer verbeteren?) voor de planperiode 2015-2019. Op basis van ons vierjarige Plan van Aanpak stellen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan op. In het jaarverslag blikken we in juni van elk schooljaar terug: we kijken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Het jaarverslag is op te vragen bij de directie van de school. Naast het schoolplan en de jaarplannen werken we aan de kwaliteit van de school door de opbrengsten, het zorgbeleid en de veiligheid elk schooljaar te evalueren. De evaluatie geeft weer verbeterpunten voor het beleid. We gaan daarbij steeds uit van 11

de PDCA-cyclus van Demming (Plan-Do-Check-Act). Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen. We werken met de kwaliteitskaarten van Cees Bos. Deze kaarten formuleren ambities op diverse beleidsterreinen. Het biedt ook de mogelijkheid om de ambities te toetsen door het uitzetten van diverse vragenlijsten onder de leerlingen, de ouders en het team. Zo wordt elke twee jaar een algemene vragenlijst en een vragenlijst ten aanzien van de sociale veiligheid onder leerlingen, ouders en teamleden uitgezet. De verbeterpunten zijn vervolgens weer terug te vinden in de jaarplannen. In mei 2015 is een vragenlijst bij de teamleden afgenomen. De school scoorde gemiddeld een 8! De teamleden geven de volgende beoordeling: Schoolklimaat: goed Onderwijsleerproces: ruim voldoende Informatie en communicatie: voldoende Arbeidsomstandigheden: ruim voldoende. Ook de intervisie met andere ZML-scholen zorgt voor verbeteren van de kwaliteit. Zo heeft de directeur zitting in twee intervisiegroepen van ZML-directeuren in de regio. Onze school is ook te vinden op de volgende site: www.scholenopdekaart.nl. Dit is een gezamenlijke site van de scholen zelf. Als scholen vinden we het belangrijk om een goed beeld te geven van het onderwijs; over hoe het praktisch en inhoudelijk is ingericht en wat de resultaten zijn. Op die manier bieden we openheid aan u als ouders en heeft u de mogelijkheid om hierover met ons in gesprek te gaan. Meerwaarde van de site is dat scholen veelzijdige informatie tonen en dit allemaal op dezelfde manier doen. Daardoor is het mogelijk om de informatie van bijvoorbeeld onze school te vergelijken met het gemiddelde van andere, vergelijkbare, scholen. Net even anders is de website van Speciaal Onderwijs in de regio Den Haag: er zijn meerdere scholen in de regio Den Haag die speciaal onderwijs aanbieden voor leerlingen tussen de 4 en 12

20 jaar oud. Op deze site vindt u een totaal overzicht van deze scholen; voor alle leerlingen die gewoon 'net even anders' zijn. Per school ziet u waar ze zitten, wat voor onderwijs ze bieden en hoe u direct met hen in contact kunt komen. De site is te vinden op: www.net-even-anders.net. Op deze site vindt u ook de schoolondersteuningsprofielen van onze beide afdelingen. In deze profielen beschrijven we in het kort wat voor school we zijn, hoe de school georganiseerd is en aan welk type kind we onderwijs kunnen bieden. Inspectie Onze school houdt zich aan de eisen van de Inspectie van het Onderwijs voor wat betreft wet- en regelgeving. In november 2013 bezocht de inspectie de SO-afdeling voor een pilotonderzoek naar de sociale kwaliteit. Het doel van de pilot was een beter beeld te krijgen van de sociale kwaliteit van het onderwijs in Nederland. De inspecteur gaf aan dat zij erg tevreden was over het pedagogisch handelen en de veiligheid binnen de school. De inspectie heeft aanbevelingen gegeven ten aanzien van het meer systematisch volgen en evalueren van de ontwikkeling van de leerlingen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Op 11 maart 2014 heeft de inspecteur de VSO-afdeling bezocht voor een nulmeting. Met de nulmeting vormde de inspectie zich een beeld van het recent gestarte onderwijs op de afdeling VSO. Hierbij richtte de inspectie zich met een beperkte set indicatoren op mogelijke risico s in de naleving van wettelijke voorschriften en de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie schreef op basis van haar bezoek een rapport van bevindingen. De inspecteur was tevreden over de gedegen opzet van de VSO-afdeling. In november 2014 volgde een kwaliteitsonderzoek. De inspecteur heeft gekeken naar de roosters, de inhoud van het onderwijs, de veiligheid, de kwaliteitszorg, de leerlingenzorg en de bevoegdheden van de teamleden. Ze heeft aan de hand van alle documenten, klassenbezoeken en gesprekken zich een oordeel gevormd. De VSO-afdeling kreeg een basisarrangement. Het positieve oordeel van de inspectie op de diverse beleidsterreinen van de VSO-afdeling geeft de school 13

informatie over de beleidsterreinen van de SO-afdeling, die hetzelfde is ingericht. Ook deze afdeling kan de genoemde terreinen als voldoende ontwikkeld beschouwen. De inspectieverslagen zijn te vinden op onze site en op de site van de inspectie. De leerstof SO-afdeling Zintuiglijke en motorische ontwikkeling Leerlingen oefenen zich in het goed leren waarnemen: begrijpen wat je ziet, hoort en voelt, maar ook in het handig worden met je handen en de rest van je lichaam. Vooral voor de jongere leerlingen is dit een belangrijk onderdeel. In de onderbouw wordt om deze reden ook nog sensopathisch materiaal aangeboden (zoals zand, klei, scheerschuim, bonen of macaroni). Voor de oefeningen in de fijne motoriek, visuele ontwikkeling en auditieve ontwikkeling is veel spelmateriaal aanwezig. Deze ontwikkeling komt ook uitgebreid aan de orde bij bewegingsonderwijs, zwemmen en bij de creatieve vakken. Sociale en emotionele ontwikkeling Bij zeer moeilijk lerende leerlingen zien we dat de sociaalemotionele ontwikkeling een grote achterstand laat zien ten opzichte van leeftijdgenoten. Daarbij is er ook vaak een discrepantie tussen de sociale ontwikkeling en de emotionele ontwikkeling. Omdat het gedrag van de leerling zeer bepalend is voor het welbevinden van de leerling zelf, maar ook voor de groepsprocessen en het klimaat binnen de school, wordt er veel aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Leerlingen laten onderling ook grote verschillen zien in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit komt door de grillige ontwikkelingsprofielen en de bijkomende stoornissen die de leerlingen hebben. Het vergroten van weerbaarheid, zelfredzaamheid, flexibiliteit, sociaal besef, zelfbeeld, eigenwaarde en zelfrespect, zijn doelen die we voor elke leerling op zijn of haar eigen niveau nastreven. Het kunnen beschikken over voldoende talige begrippen speelt hierbij een 14

grote rol. Als een kind te weinig taalbegrippen gebruikt, worden gevoelens niet of nauwelijks herkend of verwerkt. Daarom is ondersteunende communicatie belangrijk voor sommige leerlingen. Het doel voor elke leerling is dat het, met behoud van het gevoel voor zelfvertrouwen en zelfwaardering, om leert gaan met de eigen mogelijkheden en beperkingen. Daarbij is het van groot belang dat de leerlingen leren omgaan met anderen. We gebruiken de methode STIP (Sociale Training In Praktijk). Deze methode is bedoeld voor zeer moeilijk lerende kinderen van 4-20 jaar. Uiteindelijk heeft STIP tot doel dat leerlingen zich sociaal gedragen in maatschappelijke situaties zoals op school, op het werk en in de vrije tijd. Naast deze methode wordt elke situatie tijdens de les of tijdens het buiten spelen gebruikt om te leren. Dit gebeurt door situaties uit te spelen of uit te praten. Ook de gedragsregels spelen een grote rol in het waarborgen van de sociale veiligheid. Spelontwikkeling Leerlingen ontwikkelen tijdens hun spel. Op school zijn ze met allerlei activiteiten bezig. Ze bewegen, praten, zingen, bouwen, etc. Wij spelen daarop in door ervoor te zorgen dat er veel materiaal is waarvan de leerlingen leren. Ook praten wij veel met hen over allerlei onderwerpen, zodat ze woorden en zinnen leren, goed leren spreken en verstaanbaar zijn. We stimuleren onze leerlingen zich te ontwikkelen op de volgende gebieden: actief zijn en initiatieven nemen communiceren samen spelen en samen werken verkennen van de wereld probleemoplossend denken zelfsturing zelfstandigheid 15

Leren leren Leren leren is een vakoverstijgende leerlijn en komt in alle vakken gedurende de dag terug. De leerlingen leren plannen, organiseren, zelfstandig werken en te reflecteren op hun eigen werkwijze. Ook leren ze samen te werken en hulp te vragen. We bouwen de vaardigheden hierin langzaam aan op en houden rekening met de individuele verschillen tussen de leerlingen. Omgaan met media en technologische hulpmiddelen In iedere groep zijn computers en IPads aanwezig, waar de leerlingen mee leren omgaan. Enerzijds wordt de computer of IPad als leermiddel gebruikt: de leerlingen oefenen reken- of leesvaardigheden in. Anderzijds is het ook een middel om bijvoorbeeld informatie te leren zoeken, leren samen te werken of creativiteit te bevorderen. In alle groepen wordt ook gebruik gemaakt van een digitaal schoolbord. Er ontstaan veel mogelijkheden als het digitale schoolbord in combinatie met de Ipads wordt gebruikt. We merken dat leerlingen gemotiveerd zijn om te leren via een IPad. We worden door bureau KEii begeleid in het werken met tablets in de klassen. We hanteren een protocol voor veilig computergebruik. Ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit De leerlingen leren zich in de ruimte (binnen en buiten) oriënteren en verplaatsen. Deze leerlijn wordt binnen verschillende vakken uitgevoerd, maar komt vooral ook voor tijdens diverse activiteiten, zoals het lopen naar het plein of de gymzaal. We streven er naar om de leerling zo zelfstandig mogelijk te laten bewegen en oriënteren. Nederlandse taal Het vakgebied Nederlandse taal krijgt veel aandacht binnen het rooster. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen en er aan deel te nemen, is het nodig om de taal te leren gebruiken. Dit betekent: leren praten (taalproductie), leren begrijpen (taalbegrip), maar ook de taal adequaat kunnen inzetten (communicatieve wederkerigheid) en dus een 16

gesprekje kunnen voeren en communicatief weerbaar zijn. Al deze aspecten zijn belangrijk, maar kosten in de ontwikkeling van onze leerlingen veel tijd. Soms is een doel niet haalbaar en zoeken we naar compensatiemogelijkheden. De communicatie wordt bij veel leerlingen ondersteund door (klank)gebaren en pictogrammen. Oefenmomenten kennen we in de vorm van klassengesprekken, taalspelletjes en de lessen van mondelinge taal. Liedjes, versjes en rijmpjes en diverse spelletjes stimuleren eveneens taal en denken. We werken met de methode Fototaal. Dit is een methode voor moeilijk lerende kinderen voor het verwerven van vaardigheden op het gebied van mondelinge taal. De activiteiten en de materialen sluiten aan bij de belevingswereld en de leeftijd van de kinderen door te werken met foto s die gemaakt worden met de leerlingen. Bovendien is het met Fototaal altijd mogelijk om aan te sluiten bij het niveau van een kind. Fototaal biedt lesactiviteiten en materialen voor alle niveaus van de leerlijnen. Lezen Lezen is belangrijk. Als kinderen kunnen lezen, hebben ze toegang tot geschreven informatie bij de andere vakken, maar ook toegang tot alles wat te lezen is in de wereld om hen heen. Door het lezen ontstaat meer taalbegrip en wordt de wereld van het kind groter. Door het begrijpend lezen in de hogere groepen leert de leerling strategieën om teksten te begrijpen. We werken ook aan het voorbereidend lezen door middel van de volgende activiteiten: prentenboeken bekijken, naar een verhaal luisteren, rijmen en spelenderwijs de letters leren kennen. We gebruiken de methode Veilig Stap voor Stap. We ondersteunen de letters met klankgebaren. Om vast te stellen of een kind aan lezen toe is, gebruiken we het toetspakket Beginnende geletterdheid. Aan leerlingen die al verder gevorderd zijn in het leesonderwijs wordt ook begrijpend lezen en spelling aangeboden. Voor begrijpend lezen gebruiken we in de hogere groepen de teksten van Nieuwsbegrip zodat de leerlingen betrokken worden bij het dagelijkse nieuws, maar dan wel op eigen niveau. Voor spelling gebruiken we de methode Zelfstandig Spellen. 17

Schrijven De schrijfgevoeligheid komt vaak wat later dan lezen. Schrijven wordt dan ook vooral gebruikt als ondersteuning van het leesproces. Als aanvankelijk lezen over gaat in voortgezet technisch lezen, dan krijgt ook het schrijven meer aandacht. We werken met de methode Schrijven leer je zo! Kinderen leren gemakkelijker schrijven als ze een schrift leren dat ze dagelijks om zich heen zien: het blokschrift. De methode biedt spelenderwijs de eenvoudige vormen van het blokschrift aan. Het doel van Schrijven leer je zo! is elk kind een goed leesbaar handschrift te leren dat er verzorgd uitziet en dat in een vlot tempo geschreven kan worden. Rekenen en wiskunde In de onderbouw ligt de nadruk op het voorbereidend rekenen en het getalbesef. Bij het voorbereidend rekenen is het doel de betekenis van (hoeveelheids-) begrippen aan te leren. Het zelf doen is daarbij erg belangrijk. Het handelen staat centraal; het onder woorden brengen is een belangrijk hulpmiddel voor kinderen die moeilijkheden ondervinden met het rekenen. Er is veel aandacht voor het verkrijgen van inzicht in de structuur van de getallen. In de midden- en bovenbouw gaat het vooral om de rekenbewerkingen. Naast de bewerkingen is ook het praktisch omgaan met geld, tijd en meten ingeroosterd. De methodes die we bij het rekenen gebruiken zijn: De Rekenboog, Maatwerk en Met sprongen vooruit. 18

Oriëntatie op mens en wereld Wij willen onze leerlingen breed ontwikkelen. Wereldoriëntatie komt op school aan de orde bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, biologie, gezond gedrag en verkeer. In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke (leef)omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Zij oriënteren zich ook op de wereld: dichtbij en veraf, toen en nu. De leerlingen leren allereerst hun eigen wereld (ver)kennen. De onderwerpen uit dit vak zijn bij de jongste kinderen voornamelijk afkomstig uit de belevings- en ervaringswereld van de leerlingen. Waar het de school om gaat, is dat de leerling verder leert kijken dan het eigen gezin, de familie, de wijk of de woonplaats. Oudere leerlingen leren zich oriënteren op een andere tijd (geschiedenis) en op een andere ruimte (aardrijkskunde) en een andere omgeving (natuur). Zo wordt uitbreiding gegeven aan onderwerpen zoals wonen, voeding en kleding, onder andere door het kijken naar schooltelevisieprogramma s en het jeugdjournaal. We gebruiken ook veel educatief beeldmateriaal van internet. Binnen deze leerlijn valt ook burgerschap en integratie. Hierbij gaat het vooral om leerlingen te ontwikkelen tot kritisch- 19

democratische burgers. Het is belangrijk dat de leerlingen een zo reëel mogelijk zelfbeeld ontwikkelen, leren omgaan met hun mogelijkheden en rekening houden met hun beperkingen. Weerbaarheid is hierbij erg belangrijk, maar dat is niet voor al onze leerlingen gemakkelijk. Er zijn natuurlijk leerlingen die aangewezen blijven op de zorg en bescherming door ouders/verzorgers. Burgerschapsvorming moet niet als een apart vak worden gezien. Het is een vanzelfsprekend onderdeel van meerdere vakken. Een en ander komt tot uiting in de manier waarop wij onze regels hebben vormgegeven. We begeleiden onze leerlingen in: hun groei naar een zo groot mogelijke zelfredzaamheid de ontwikkeling van vertrouwen in zichzelf en elkaar. Niet wat je bent, maar wie je bent en hoe je bent als medemens is belangrijk; ieder mag zichzelf zijn met al zijn mogelijkheden en beperkingen. de ontwikkeling van het besef dat mensen elkaar nodig hebben, veel voor elkaar kunnen betekenen. de ontwikkeling van het besef dat je niets kunt bereiken zonder je er voor in te spannen. Kunstzinnige oriëntatie Kunstzinnige en culturele aspecten spelen een grote rol in de ontwikkeling van onze leerlingen. Het waarderen van mooie beelden of geluiden, maar ook het uiten door middel van beeld, klank of beweging kan bij onze leerlingen zelf verrassend aanwezig zijn. Bij beeldende vorming leren leerlingen hun ideeën en ervaringen uit te drukken in een werkstuk. Dit kan een tekening zijn, maar ook een werkstuk van papier, hout of klei. Ze leren de verschillende materialen te gebruiken en toe te passen. Ook leren ze om een mening te vormen: wat vind ik mooi? De leerlingen zijn doorgaans graag met een werkstuk bezig en kunnen hun creativiteit kwijt. Het maken van een werkstuk leent zich bij uitstek als verwerkings- of belevingsmogelijkheid bij de andere vakken. 20

Naast beeldende vorming behoort muziek en bewegen ook tot kunstzinnige oriëntatie. Leerlingen leren zingen, muziek maken, muziek te luisteren, te ervaren en te bewegen op muziek. Ook hierin speelt het plezier een grote rol. Ook dramatische vorming valt onder kunstzinnige oriëntatie. Leerlingen leren toneelstukjes spelen en doen-alsof-situaties herkennen. Ook kunnen ze door middel van drama zichzelf uiten. Iedere groep heeft minstens één keer per schooljaar een culturele les in de vorm van een uitstapje naar een museum, een voorstelling of een les door een externe gegeven. Bewegen Bewegingsonderwijs zorgt ervoor dat leerlingen leren deelnemen aan bewegingsactiviteiten en dit als vrijetijdsbesteding leren waarderen. Het is daarbij belangrijk dat leerlingen hun motorische vermogen leren ontwikkelen, kunnen omgaan met de eigen motorische (on)mogelijkheden en ook het samen bewegen ontwikkelen. Leerlingen leren zich zelfstandiger te gedragen als ze vertrouwd raken met hun eigen bewegingsmogelijkheden. Zo leren ze omgaan met dagelijkse obstakels zoals drempels, zware deuren en trappen. Gymlessen staan voor alle groepen twee maal per week op het rooster en worden grotendeels verzorgd door onze vakleerkracht: Maarten Bak. De gymlessen worden op maandag-, dinsdag-, donderdag- of vrijdagochtend gegeven. Behendigheid geeft een gevoel van veiligheid en zekerheid. De leerling krijgt meer zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen stimuleert tot verdere ontwikkeling. Het oefenen van alledaagse bewegingen heeft extra de aandacht. Aan spel is niet alleen veel vreugde te beleven, maar ook leren de leerlingen om volgens regels met elkaar om te gaan. Andere onderdelen van het bewegingsonderwijs zijn: 21

Bewustwording van het eigen lichaam Oriëntatie in de ruimte Concentratie en ontspanning Samen spelen / samenwerken Voor de gymlessen hebben de leerlingen een T-shirt, gymbroek en gymschoenen nodig. Denk eraan dat uw kind de gymschoenen zelf aan en uit moet trekken; klittenband is daarom prettig. Tijdens de gymlessen mogen de leerlingen geen sieraden dragen. Behalve gymlessen krijgen alle schoolgroepen van de SOafdeling ook één keer per week zwemles. Dit gebeurt in het zwembad van zorginstelling Ipse de Bruggen onder verantwoordelijkheid van personeel van de afdeling Beweging van Ipse de Bruggen. Voor het zwemmen is zwemkleding nodig; voor de meisjes is een badpak verplicht, dus geen bikini. De zwemkleding blijft op school. Niet vergeten deze te merken! Voor de jongste leerlingen is het prettig als u op deze dag uw kind makkelijke kleding aandoet. Het is de doelstelling van de school, dat elke leerling in eerste instantie de gelegenheid wordt geboden om te spelen, te oefenen en zich vrij te gaan voelen in het water. De leerstof VSO-afdeling De VSO-afdeling is onderverdeeld in drie bouwen: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. In de onderbouw ligt het accent vooral op de leergebiedspecifieke doelen en kennismaking met de praktijkvakken. In de middenbouw, die in augustus 2015 van start is gegaan, ligt het accent op de algemene vaardigheden en de stages. De bovenbouw richt zich op de transitie naar dagbesteding of arbeid. 22

De Wet kwaliteit (V)SO heeft 3 uitstroomprofielen gedefinieerd: Vervolgonderwijs Leerlingen in dit uitstroomprofiel worden geacht in staat te zijn een diploma voortgezet onderwijs te behalen. Het onderwijs is inhoudelijk geënt op het reguliere onderwijs en is gericht op een doorstroom naar vervolgonderwijs of op terugstroom van de leerling naar het regulier voortgezet onderwijs. t Kraaienest biedt dit uitstroomprofiel niet aan. Arbeidsmarkt(gericht) Bij leerlingen in dit uitstroomprofiel wordt ingeschat dat zij toeleidbaar zijn naar loonvormende arbeid, maar niet in staat zullen zijn een volledig diploma vo of mbo-1 te behalen. Binnen dit uitstroomprofiel onderscheiden we: arbeid in een regulier bedrijf, in combinatie met landelijk erkend(e) certificaat/certificaten arbeid in een regulier bedrijf, zonder certificaten (beschermde) arbeid in sociale werkvoorziening Een leerling met dit uitstroomprofiel volgt arrangement Extra of Basis. Voor uitleg over de arrangementen: zie kopje Uitstroomprofielen en arrangementen. Dagbesteding Leerlingen in dit uitstroomprofiel worden vanuit het VSO toegeleid naar een voorziening voor dagbesteding. Er wordt een onderscheid gemaakt naar: arbeidsmatige dagbesteding belevingsgerichte dagbesteding Een leerling met dit uitstroomprofiel volgt arrangement Zeer intensief of Intensief. 23

Leergebiedoverstijgende kerndoelen We werken aan 11 leergebiedoverstijgende kerndoelen, onderverdeeld in vier thema's: Leren leren Leren taken uitvoeren Leren functioneren in sociale situaties Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief De leergebiedoverstijgende kerndoelen richten zich op het functioneren van jongeren in de contexten leren, werken, burgerschap, wonen en vrije tijd. Deze kerndoelen kunnen de gehele periode van het VSO bestrijken. De leergebiedoverstijgende kerndoelen zijn hetzelfde voor de uitstroomprofielen arbeidsmarkt en dagbesteding. De mate van zelfstandigheid en planmatigheid die bij elk kerndoel nagestreefd kan worden en het type en de hoeveelheid ondersteuning die nodig is, zullen per uitstroomprofiel, maar ook per leerling sterk variëren. Vaak zal bij de concretisering van een kerndoel in leeractiviteiten maatwerk nodig zijn. Soms zal duidelijk zijn dat een leerling het maximum haalbare bij een kerndoel heeft bereikt en zal de aandacht uitgaan naar uitbreiding op andere (compenserende) gebieden. 24

Leergebiedspecifieke kerndoelen Bewegen en sport Gymlessen staan twee maal per week op het rooster en worden verzorgd door onze vakleerkracht: Maarten Bak. We leren de leerling deel te nemen aan activiteiten uit verschillende bewegingsgebieden en spelgebieden. Inzicht en acceptatie van eigen mogelijkheden krijgt de aandacht. Ook de vrijetijdsbesteding gaat een rol spelen. We denken mee met de mogelijkheden voor leerlingen om buiten schoolverband deel te nemen aan bewegings- en sportactiviteiten. Voor de gymlessen hebben de leerlingen een T-shirt, gymbroek en gymschoenen nodig. Daarnaast een washand, handdoek en deodorant om zich na de gymles op te frissen. We besteden aandacht aan de persoonlijke hygiëne na het sporten. Regelmatig organiseren we samen met Team4Talent op de vrijdag sport na schooltijd. Culturele oriëntatie en creatieve expressie Leerlingen oriënteren zich op het sociaal-culturele aanbod in de omgeving en nemen deel aan culturele activiteiten. De leerling leert vaardigheden waarmee hij zich creatief en kunstzinnig kan en wil uiten, passend bij zijn eigen mogelijkheden, talenten en voorkeuren. Hierbij kan gedacht worden aan expressie met materialen, maar ook tekenen, handvaardigheid, dramatische vorming, zingen en muziek. Leerlingen leren hun eigen werk te presenteren en erover te communiceren. Het praktijkvak Techniek zal grotendeels worden ingevuld met activiteiten uit dit vakgebied. Er zal in kleine groepjes gewerkt worden in het technieklokaal. We gebruiken de methode WerkPortfolio. Engels Engels is geen verplicht vak voor leerlingen met het uitstroomprofiel dagbesteding. Voor het uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht is het onderwijsaanbod erop gericht dat leerlingen op een eenvoudig niveau zich te kunnen voorstellen en vragen kunnen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens. Leerlingen leren vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen. De toepassingsgebieden sluiten 25

zoveel mogelijk aan op de leefwereld van de leerlingen. We gebruiken de methode Engels vooraf. Rekenen We werken met de methodes Regenboog, Maatwerk, Met sprongen vooruit en Startrekenen Vooraf en Startrekenen Instap. Leerlingen hebben de mogelijkheid om te werken richting 1F. Dit betekent dat zij werken richting het niveau van eind groep 8. De doelen van rekenen zullen echter altijd binnen het totale ontwikkelingsperspectief bekeken worden: de niveaus van de diverse vakken dienen zo homogeen mogelijk te zijn. De volgende onderdelen komen terug binnen de leerlijn: optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen, schattend rekenen, de rekenmachine, verhoudingen, meten van tijd (klokkijken en kalendergebruik) en gewicht en lengte, ruimtelijke oriëntatie en geldrekenen. De theorie die gegeven wordt tijdens de lessen in de groep zal tijdens de praktijklessen steeds terugkomen. Tijdens het praktijkvak Koken zal er bijvoorbeeld worden betaald bij het boodschappen doen, er moet kooktijd berekend worden en er moeten ingrediënten afgemeten worden. Ook in de kantine leren de leerlingen het geldrekenen toe te passen. Mens en maatschappij Binnen deze leerlijn leert de leerling belangrijke dingen die nodig zijn om te functioneren als mens in de maatschappij: het kopen, de rol als consument, het verplaatsen binnen het verkeer enzovoorts. De betekenis van werk en vrijetijdsbesteding krijgt een belangrijke rol. De doelen krijgen een plaats binnen de theoretische vakken, maar ook binnen de praktijkvakken. We gebruiken diverse schooltv-programma s en verwerkingsmogelijkheden, waaronder het Jeugdjournaal en de jeugdverkeerskrant van 3vo. 26

Mens, natuur en techniek Deze leerlijn is samen te vatten in: het zorgdragen voor jezelf en je omgeving. Het leren koken, leren schoonmaken, jezelf verzorgen, de omgeving (dieren en planten) leren kennen en verzorgen, maar ook technisch onderhoud en veiligheid en milieu zijn terug te vinden in de theoretische vakken, maar vooral binnen de praktijkvakken Techniek, Koken, Huishoudkunde en Groen. We gebruiken voor de praktijkvakken de methode WerkPortfolio, maar ook andere ondersteunende methoden en programma s. Mondelinge en schriftelijke taal Het is belangrijk dat de leerling zich adequaat leert te uiten, maar ook actief leert te luisteren. Het voeren van een gesprek over een bepaald onderwerp is het te bereiken doel. Om dit te bereiken werken we aan de zinsbouw, de woordvorming, het vragen stellen, denkrelaties, zins- en verhaalbegrip, articulatie en de passieve en actieve woordenschat. We proberen zoveel mogelijk uit te gaan van reële en actuele situaties. We gebruiken hiervoor onder andere Nieuwsbegrip en Jeugdjournaal. Ook de schriftelijke taal blijft een rol spelen binnen het VSO. Technisch lezen blijft de aandacht houden, want het is van groot belang dat de leerling zelfstandig informatie tot zich kan nemen. Het begrijpen van informatie krijgt aandacht, zowel binnen de theorie, als binnen de praktijk. Begrijpend lezen, spellen en stellen krijgt op eigen niveau de aandacht. We gebruiken de methode Nieuwsbegrip, Stenvert Taal en Stenvert Spelling, Veilig Leren Lezen en Via Vooraf. Leerlingen hebben, net zoals bij rekenen, de mogelijkheid om te werken richting 1F. Dit betekent dat zij werken richting het niveau van eind groep 8. De doelen zullen echter altijd binnen het totale ontwikkelingsperspectief bekeken worden: de niveaus van de diverse vakken dienen zo homogeen mogelijk te zijn. 27

Voorbereiding op dagbesteding en arbeid We zijn al vroeg in het VSO ons aan het voorbereiden op de toekomst van de leerling. Het is daarom van groot belang tijdig te beginnen met het verkennen van wat de leerling goed kan en leuk vindt om te doen. Het creëren van een beeld van de eigen mogelijkheden is een belangrijk doel. We streven ernaar dat elke leerling algemene competenties ontwikkelt voor het uitvoeren van werk en activiteiten, zoals het leren samenwerken en overleggen, het leren opvolgen van instructies, het leren organiseren, het leren omgaan met tegenslag en werkdruk. We gebruiken tijdens het praktijkvak Arbeidstraining materialen van Zedemo om diverse motorische en arbeidsmatige vaardigheden te trainen. Het digitale portfolio speelt ook een grote rol in de voorbereiding op dagbesteding en arbeid. Praktijkvakken De volgende praktijkvakken worden aangeboden op de VSOafdeling. Er wordt ook aangegeven door wie het vak gegeven wordt en waar het gegeven wordt: ICT meester Maarten - mediatheek Huishoudkunde eigen leerkracht VSO-huiskamer Techniek meester Maarten - technieklokaal Groen meester Maarten buiten Koken juf Henna keuken Arbeidstraining eigen leerkracht lokaal arbeidstraining De praktijkvakken vinden plaats in groepen van 4 leerlingen. Portfolio We werken op de VSO-afdeling met een digitaal portfolio, het zogenaamde E-portfolio van OBA-Milestones. Dit is een computerprogramma dat speciaal ontwikkeld is voor de leerlingen in het VSO en Praktijkonderwijs. Met foto s en korte filmpjes kunnen leerlingen zich presenteren. Het digitaal portfolio is in beheer van de leerlingen zelf en wordt gedurende 28

de schoolperiode ingevuld. Door portfoliogegevens te verzamelen en mee te nemen naar vervolgonderwijs, arbeidsbemiddeling en werk is het mogelijk het eigen leerproces te sturen en voort te bouwen op reeds behaalde vaardigheden en competenties. Een voordeel van het werken met een online portfolio is dan ook dat er een uitgebreid beeld ontstaat van de eigen vaardigheden. Hierdoor wordt de mogelijkheid geboden om werkelijk invloed uit te oefenen op het eigen leerproces en dit te laten zien aan anderen. Dit blijkt als stimulans te werken voor de leerling en werkzoekenden: het wordt iets van jezelf om trots op te zijn. Dit instrument is voor de leerlingen ook hun rapportage van het schooljaar naar hun ouders toe. Van elk praktijkvak staat er een verslag in waarin de leerling ook zelf een evaluatie schrijven. Deze verslagen met bijbehorende evaluatie worden tijdens de gespreksavond aan het einde van het schooljaar door de leerling zelf aan de ouders gepresenteerd. Ouders hebben tevens een meekijkaccount voor thuis. Stages De (school) interne stages starten in augustus 2015 voor de leerlingen van de middenbouw. De interne stage omvat dagelijkse en wekelijkse werkzaamheden binnen de school (het gebouw) die uitgevoerd worden in kleine groepjes onder begeleiding van een teamlid. Hiervoor wordt een stagerooster gemaakt, waarop iedere leerling kan zien op welke dag hij stage heeft. Binnen de stagedag worden de volgende activiteiten uitgevoerd: - Koffie / thee rondbrengen - Boodschappen doen - Koken - Kantine - Schoonmaken / de was - Administratie / bibliotheek - Groen 29

De stageactiviteiten worden uitgebreid beschreven in de taakbeschrijving, zo nodig met ondersteuning van pictogrammen en/of foto s. De taakbeschrijving wordt uitgebreid van tevoren besproken met de leerlingen en de activiteiten worden stapsgewijs ingeoefend. Doel is de algemene werknemersvaardigheden en de sociale vaardigheden op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen. De nabespreking van de stage is van groot belang: zo leert de leerling reflecteren en zicht krijgen op zijn eigen vaardigheden. Ook kunnen er hierdoor nieuwe inzichten of nieuwe persoonlijke doelstellingen ontstaan. Reflectie vindt ieder week plaats door middel van het invullen en bespreken van een reflectieformulier. Aandachtspunten komen in de groep weer aan de orde en kunnen daar weer extra worden geoefend. Daarnaast is er op het einde van een periode (12 weken) een beoordeling aan de hand van een gesprek en een beoordelingsformulier. Er zijn drie beoordelingsperioden in een jaar. De externe groepsstages starten in januari 2016. Hierbij gaan de leerlingen in groepjes onder begeleiding van een VSOteamlid stage lopen op het terrein van Ipse de Bruggen. In ruil voor werkzaamheden kunnen leerlingen op deze manier onder begeleiding in aanraking komen met verschillende werkomgevingen in verschillende sectoren en andere aspecten van toekomstig werk. De uitwerking van de externe groepsstages start in augustus 2015. Bedrijfsbezoeken In de middenbouw gaan leerlingen regelmatig met hun leerkracht op bezoek bij bedrijven in de omgeving. Het doel hiervan is de diverse sectoren te leren kennen, maar ook kennis te maken met de werkzaamheden die uitgevoerd worden binnen deze sectoren. Op deze manier vormen de leerlingen zich een beeld van wat ze leuk vinden om te doen en van datgene wat de arbeidsmarkt hen kan bieden. Maar ook 30

vormen ze zich een beeld van de vaardigheden die daarvoor nodig zijn en wat ze nog moeten leren. Kantine Vier keer per week is tussen de middag tijdens de pauze een half uur de kantine geopend. Leerlingen van de middenbouw leren hier binnen hun stage onder begeleiding een aantal (ook zelfgemaakte) etenswaren te verkopen. Ze leren met geld om te gaan, zichzelf te presenteren en producten te presenteren. Ook wordt hiervoor door een leerkracht, samen met de leerlingen, boodschappen gedaan. De andere leerlingen kunnen iets kopen en leren hierdoor ook weer diverse vaardigheden. Passend Onderwijs en leerlingenzorg Op 1 augustus 2014 is de nieuwe wetgeving met betrekking tot passend onderwijs van kracht geworden. Het doel van Passend Onderwijs is om ieder kind een passende onderwijsplek aan te kunnen bieden. In de praktijk zal dit voor de meeste kinderen het reguliere onderwijs zijn, zo nodig met extra ondersteuning, maar waar nodig kan dit ook een speciale lesplaats zijn. Tot 1 augustus 2014 werden de gelden voor deze extra ondersteuning (voorheen rugzak) of voor plaatsing in het speciaal onderwijs aangevraagd bij het Regionaal Expertise 31