p t" c!! HOLLAND ZUID

Vergelijkbare documenten
INGEKOMEN 1 8 liov Verzenddatum '1 7 NOV Paraaf P- *

Paraaf Provinciesecretaris

''TuiD^^^^'^^^ Resultaten uitvoering Wro. 5 planmonitor 1 juli 2010 t/m 30 juni Augustus 2011 Provincie Zuid-Holland

GEKOMEN 1 6 Kt»" Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van de Verordening advisering planschadeverzoeken Zuid- Holland.

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

BM NGEKOMEN 1 9 MEI MEI 2010 Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 18 mei 2010 Nee. Paraaf Provinciesecretaris

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

2 5 MEI MEI Paraaf Provinciesecretaris. Voorstel van GS aan PS: vaststellen van bijgaande stukken op basis van Asv

LI 9 JUN Onderwerp Herontwikkelen Suikerfabriek terrein en bedrijfsterreinprogrammering Hoeksche Waard

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Verzenddatum 2 7 NOV Paraaf ProyinqBSecretaris

NGEKQMEN O 6 M. 2010

Verzenddatum 2 6 OK I Paraaf Provinciesecretaris

SML Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

201 1 om uur. Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris Ff v,kw

NGEKOMEN 1 2 MEI 2010

5 minuten versie voor Provinciale Staten

SML NGEKOMEN 0 3 DEC Paraaf Provinciesecretaris

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Verzenddatum - 4 SEP 20. Onderwerp zienswijze op concept ontwikkelstrategiekader Oude Rijnzone

INGEKOMEN 0 8 DEC Verzenddatum - 8 DEC Paraaf Provinciesecretaris

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Verzenddatum 2 1 MRT Z013. Paraaf Provinciesepröaris. Onderwerp Aangaan overeenkomst HOV-NET Zuid-Holland Noord met Oegstgeest

5 minuten versie voor Provinciale Staten

INGEKOMEN 2 5 JAN Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris lluou^y

5 minuten versie voor Provinciale Staten

^'vrr^t^ HOLLAND ZUID

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

BM Aug. tm. Paraaf Provinciesecretaris. Onderwerp Motie 151 d.d Vermindering papierverbruik en documenten

1 9 JUN Paraaf Provinciesw^ewm

Verzenddatum 1 9 APR^OIZ. 'ovlnciesecretaris. Onderwerp ontwerp 8e tranche Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (PMV)

2 4 APR Paraaf Provinci. Onderwerp Brief aan de Stuurgroep Westlandse Zoom over glascompensalie Kwintsheul-Noord

5 minuten versie voor Provinciale Staten

SML10-26 NGEKOMEN 1 6 «2010. Bijlagen Voordracht verzamelbesluit Incidentele subsidie e lijnsondersteuningsinstellingen

NGEKOMEN 2 2 APR Verzenddatum 2 2 APR Paraaf Provinciesecretaris

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten

De Kadernota raakt alle beleidsterreinen van de provincie.

ParaaTPfovInclesecretaris

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Gedeputeerde Staten. De colleges van Burgemeester en Wethouders van de Gelderse gemeenten. 22 oktober

a. Europeeslnationaallprovinciaal wettelijk en beleidskader

GEKOMEN 2 3 %&#T 2 2 MRT Onderwerp Rapportage wachtlijsten en vraag-aanbod jeugdzorg Zuid-Holland 2010 vierde kwartaal

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Verzenddatum >1 2 SEP iesecretans. Onderwerp Bestuurlijke overeenkomst RijnlandRoute tussen Ministerie van l&m en Provincie Zuid-Holland

Verzenddatum 2 6AUG Paraaf Provinc. étaris. Onderwerp Voorbereidingsbesluit vervanging Steekterbrug te Alphen aan den Rijn.

Behandelend ambtenaar: W. Ubachs Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Murk, PJCM digitaal

provincie jjqlland ZUID

Raadsvergadering. 6juli 2015

Verzenddalum 2 O DEC Paraaf Provin^ Ondenwerp Motie 218 Rotterdam se baan provinciale structuurvisie en verordening ruimte

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Ontwerpbesluit. Toelichting

HOLLAND. Gedeputeerde Staten. De gemeenteraden en de colleges van Burgemeester en Wethouders van alle gemeenten in Zuid-Holland

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/

GS brief aan Provinciale Staten

NGEKOMEN 1 9 FEB GWM Onderwerp Behandelvoorstel motie 168 Recreatievisie Goeree-Overflakkee

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch

BM NGEKOMFN 1 9 OKT Verzenddatum 1.J. UiVi. I. U -J - Geheim Nee. Paraaf Provinciesecretaris

2 2 MEI Paraaf Provin. Ondenwerp Beleidsregel Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland 2013

Verzenddatum 2 7NOV 2. Paraaf Provinoii. etaris

TRENDANALYSE BEOORDELING RUIMTELIJKE PLANNEN Datum 15 maart 2011

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten Rib-nr

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

1 7 SEP, 2009 GWM Paraaf Provinciesecretaris 17 augustus 2009

Begrotingswijziging. Portefeuillehouder

Verzenddatum 2 5 SEP Paraaf Provjnc. etans

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016

Procesconvenant ruimtelijke ordening Zuid-Holland

Verzenddatum 1 3 MRT 2013 Geheim Nee. Paraaf Provincies^retaris

2 5 NOV Paraaf Provinciesecretaris

5 minuten versie voor Provinciale Staten

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

Verzenddatum 2 4 SEP 201. Paraaf Provin

5 minuten versie voor Provinciale Staten

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad,

Briefing vervolgvoorstel Plussenbeleid. 8 februari 2017

SML10-42 NGEKQMEN 2 3 APR Verzenddatum. Onderwerp Ter kennisneming: Stand van zaken implementatie Wet ambulancezorg

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan 'De Utrecht' Datum voorstel: 4 februari 2014 Vergaderdatum: 25 februari 2014 Registratienr.

SML * f APf. Zfffff APR Onderwerp Kwaliteitsinformatie Jeugdzorg Zuid-Holland en resultaten Uitvoeringsprogramma Jeugd 2008

Verzenddatum. Verzenddatum

Onderwerp Deregulering afgeven (algemene) verklaring van geen bedenkingen weigeren omgevingsvergunning - Besluitvormend

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het daarbij behorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden.

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG juni 2014 Toelichting correctieve

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

GEMEENTE WESTLAND RAADSVOORSTEL

GS brief aan Provinciale Staten

ry ' HOLLAND pzh-2oo9-i (

5 Hmlnuten verste Provincials

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Tekst inspreekbeurt voor de Commissie Samen Wonen, 7 september 2017

Voorstel raad en raadsbesluit

Verzenddatum O 9 OKT Paraaf Provin. retaris. Onderwerp Zienswijze op NRD van het PlanMER Structuurvisie Windenergie op Land

[N.v.t.] : Burgemeester en Wethouders [N.v.t.] Uiterste behandeldatum (+ reden)

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA

Transcriptie:

p t" c!! HOLLAND ZUID INGEKOMEN DEC. 9 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Ruimte en Wonen Registratienummer PZH-9-77457 (DOS-9-57) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Q. DcC. /. u U J Geheim Ite&t^h&f '9 Nee Portefeuillehouder Veldhuijzen, G Paraaf Provinciesecretaris frlvl^us Termijn Niet van toepassing Onderwerp Resultaten uitvoering Wro - e monitor januari -juni 9 Bijlagen Resultaten uitvoering Wro.doc Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van de motie Monitoring Bestemmingsplannen (6 juni 8). Onderwerp in kort bestek Op juli 8 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Voorafgaand hieraan is door PS de motie "monitoring bestemmingsplannen" aangenomen. Hierin is aan GS de opdracht gegeven om elk ruimtelijk plan (bestemmingsplan en projectbesluit) te toetsen aan provinciale ruimtelijke belangen en naar aanleiding hiervan tijdig gebruik te maken van het instrumentarium uit de Wet ruimtelijke ordening. Ook is door PS opdracht gegeven om periodiek geïnformeerd te worden over het aantal reacties, de inhoud hier van en de tijdigheid van de ingediende reacties. Het betreft hier vooroverlegreacties ex artikel.. Bro, zienswijzen ex artikel.8 lid 4 Wro en reactieve aanwijzingen ex artikel.8 lid 6 Wro. De voorliggende rapportage is het vervolg op de eerste rapportage inzet Wro instrumenten. Deze rapportage betrof de inzet van het instrumentarium in de periode van juli 8 t/m december 8. De thans voorliggende rapportage betreft het tijdvak januari 9 t/m juni 9. In de rapportage is zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve analyse opgenomen. Hierbij wordt een beeld gegeven van de hoeveelheid ruimtelijke plannen die is beoordeeld, een beeld gegeven van de mate van inzet van instrumentarium. Specifiek wordt ingezoomd op de inhoud van de gegeven reacties, onderverdeelt naar een aantal beleidsvelden. /

pr vmcie HOLLAND ZUID De volgende conclusies worden uit de rapportage getrokken: In absolute zin is het aantal plannen (WRO / Wro) gelijk gebleven; Er is een forse toename van het aantal plannen dat is afgehandeld onder de werking van de Wro. Dit is ook niet meer dan logisch; De tijdigheid van de afhandeling blijft een aandachtspunt. Positief is dat de afhandeling van voorontwerpplannen steeds sneller gaat. Dit hangt ook samen met de wens om met name te investeren in het vooroverleg. Geconstateerd kan worden dat dit steeds beter gaat. Minder positief is het feit dat er een toename is van het aantal ontwerpplannen waarop niet tijdig wordt gereageerd. Nadere bestudering van de plannen waar het hier om gaat heeft uitgewezen dat er geen provinciale belangen zijn geschaadt. Het is echter van belang deze tendens te keren, daar het niet reageren in de ontwerpfase kan betekenen dat de provincie geen mogelijkheid meer heeft om in een later stadium een aanwijzing te geven dan wel in beroep te gaan. GS hebben aan de ambtelijke organisatie inmiddels opdracht gegeven tot het inrichten van een adequaat termijnbewakingssysteem. Overigens wordt opgemerkt dat in de meeste gevallen tijdig is gereageerd. De hoeveelheid voorontwerpplannen die strijdig zijn met het provinciaal beleid neemt af. Dit duidt er op dat er op betere wijze rekening wordt gehouden met het provinciaal beleid. De afname vormt een impuls om nog meer te investeren in het voortraject, om zo de provinciale belangen in een vroegtijdig stadium geborgd te krijgen in gemeentelijke plannen en zo min mogelijk gebruik te hoeven maken van het juridisch instrumentarium. Er is nog geen gebruik gemaakt van de reactieve aanwijzing dan wel het indienen van beroep, alle vastgestelde plannen passen binnen het provinciaal beleid; Het aantal gemaakte opmerkingen is in absolute zin in de voorontwerpfase fors afgenomen, in de zienswijzen is het aantal opmerkingen juist toegenomen. De toename komt doordat er in de e helft 8 nog niet zo veel ontwerpplannen gemaakt waren. De toename is dan ook niet meer dan logisch; Het merendeel van de opmerkingen die gemaakt worden (zowel in het vooroverleg als in de zienswijzen) hebben betrekking op de beleidsvelden milieu, water en cultuurhistorie.. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Het interimbeleid Wro, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte geldt als provinciaal beleidskader. b. Relatie andere interne beleidsterreinen Nee. c. Relatie externe partijen Nee. /

provincie H o L L A N D ZUID. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis De staten hebben op 6 juni de motie Monitoring bestemmingsplannen aangenomen waarin zij vragen om geinformeerd te worden over de verankering van het interimbeleid in gemeentelijke bestemmingsplannen. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsmonitoring en - evaluatie In bijgaande monitor wordt een overzicht gegeven van de verankering van het interim-beleid in gemeentelijke bestemmingsplannen voor de periode vanaf januari 9 tot en met juni 9. c. Vervolgprocedure Over 6 maanden zal een nieuwe rapportage monitoring bestemmingsplannen worden aangeboden. Deze rapportage zal de periode juli 9 tot en met december 9 omvatten. 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) Het voorstel heeft geen financiële consequenties. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon 69 J.C. WaSSenS Kamer A9 /

p ZUID HOLLAND Resultaten uitvoering Wro e planmonitor januari t/m juni 9 november 9 Provincie Zuid-Holland

. Inleiding Op juli 8 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Voorafgaand hieraan is door Provinciale Staten de motie "monitoring bestemmingsplannen" aangenomen. Hierin is aan GS de opdracht gegeven om elk ruimtelijk plan (bestemmingsplan en projectbesluit) te toetsen aan provinciale ruimtelijke belangen en naar aanleiding hiervan tijdig gebruik te maken van het instrumentarium uit de Wet ruimtelijke ordening. Het interimbeleid Wro, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte geldt hierbij als toetsingskader. Ook is door PS opdracht gegeven om periodiek geïnformeerd te worden over het aantal reacties, de inhoud hier van en de tijdigheid van de ingediende reacties. Het betreft hier vooroverlegreacties ex artikel.. Bro, zienswijzen ex artikel.8 lid 4 Wro en reactieve aanwijzingen ex artikel.8 lid 6 Wro. De voorliggende rapportage is het vervolg op de eerste rapportage inzet Wro instrumenten. Deze rapportage betrof de inzet van het instrumentarium in de periode van juli 8 t/m december 8. De thans voorliggende rapportage betreft het tijdvak januari 9 t/m juni 9. De rapportage is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk is een kwantitatieve analyse opgenomen. Hierbij wordt enerzijds een beeld gegeven van de hoeveelheid ruimtelijke plannen die is beoordeeld en anderzijds een beeld gegeven van de mate van inzet van instrumentarium. In hoofdstuk wordt een kwalitatieve analyse weergegeven. Daarbij wordt specifiek ingezoomd op de inhoud van de gegeven reacties, onderverdeelt naar een aantal beleidsvelden. In hoofdstuk 4 worden de relevante conclusies samengevat en worden aanbevelingen gegeven om de monitoring van ruimtelijke plannen verder te verfijnen.

Kwantitatieve analyse In dit hoofdstuk wordt een kwantitatieve analyse gegeven van het aantal plannen dat is beoordeeld. Daarbij wordt ingegaan op het aantal plannen, in hoeverre een plan past binnen het provinciaal beleid en tenslotte de afhandelingsstatistieken (binnen welke termijn worden plannen afgehandeld). Daarbij wordt elke keer een onderscheid gemaakt tussen voorontwerpplannen, ontwerpplannen en vastgestelde plannen.. Aantal ingekomen plannen Soort plan Plannen zonder Plannen met Totaal provinciaal belang provinciaal belang 9-8 - 8-8- 9-9- Voorontwerpplannen 7 87 75 87 Ontwerpplannen 7 55 6 Vastgestelde plannen Totaal 9 9 9 9 Toelichtina Geconstateerd kan worden dat het aantal plannen dat beoordeeld is is toegenomen (een stijging met circa 65%). Enerzijds komt dit doordat er nu ook plannen voorliggen die onder de Wro vastgesteld zijn, anderzijds is er ook een toename te zien van (voor)ontwerpplannen. Samenvattend kan worden gesteld dat er een toename is van het aantal ruimtelijke plannen dat in procedure is gebracht onder de Wro. Overigens staat daar tegenover dat het aantal plannen dat onder de oude WRO is afgehandeld is afgenomen. Dit waren er in 8 nog 79, tegenover 86 in de eerste helft van 9. De totale planvoorraad was daarmee 48 in de tweede helft van 8 tegenover 45 in de eerste helft van 9 en is daarmee ongeveer gelijk gebleven.. Afhandelingsstatistieken Soort plan BK 8-9 8-9 - HnHs 8- UiSï^H 9 - Voorontwerpplannen 77% 8% 9% 97% 9% % Ontwerpplannen 97% 88% n.v.t. n.v.t. % % Vastgestelde % % n.v.t. n.v.t. % % plannen Toelichting: Waar het gaat om een tijdige afhandeling kan worden geconstateerd dat de vastgestelde en voorontwerpplannen relatief goed en tijdig worden afgehandeld en dat hierin ook een stijgende lijn is te zien. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat het aantal ontwerpplannen dat niet tijdig wordt beoordeeld is toegenomen, voornamelijk door administratieve oorzaken. Als gevolg van de wijze waarop de provincie schriftelijk in kennis wordt gesteld duurt het vaak te lang voor we daadwerkelijk op de hoogte zijn van de ter inzagelegging van een ontwerpbestemmingsplan.

Daarnaast komt het een enkele keer voor dat een plan wel tijdig is beoordeeld maar dat in het systeem niet is opgenomen dat er geen sprake is van strijdigheid met het interimbeleid. De stijging in termijnoverschrijdingen is reden om te bezien hoe sneller en efficiënter in beeld kan worden gebracht of een zienswijze moet worden ingediend, zodat bij de volgende rapportage de afhandeling van ontwerpbestemmingsplannen weer is verbeterd. In de aanbevelingen wordt hier nader op ingegaan. Overigens wordt opgemerkt dat de plannen waarbij te laat is gereageerd geen provinciaal belang omvatten en dat er derhalve geen sprake is van overschrijdingen die gevolgen hebben voor onderdelen van het provinciaal ruimtelijk beleid. Derhalve is er inhoudelijk niets fout gegaan.. Inhoud plannen Soort plan Voorontwerppiannen Ontwerpplannen Vastgestelde plannen Passend binnen provinciaal beleid 8-- 9-- Aantal % Aantal % 7 45 6% 7% % 5 76 59% 69% % Strijdig met provin jaeeiitrarssfm 8-- 9 - Aantal % Aantal % 48 64% 6 4% 7 7% 4 % % % Toelichtinc V- Geconstateerd kan worden dat vooral in de voorontwerpplannen een positieve verschuiving is waar te nemen waar het gaat om de vraag of het plan past binnen het provinciaal beleid. Meer dan de helft van de beoordeelde plannen past binnen het provinciaal beleid, tegenover een derde in de tweede helft van 8. Daar staat een lichte daling van de ontwerpplannen tegenover, dit verschil is echter zeer klein. Uit de volgende monitor zal moeten blijken of er daadwerkelijk sprake is van een tendens.

. Gemeentelijke plannen: kwalitatief In dit hoofdstuk wordt een kwalitatieve analyse gegeven van de plannen die zijn beoordeeld. Daarbij wordt eerst ingegaan op het vooroverleg en daarna op de zienswijzen ex artikel.8 lid 4 Wro. Aangezien er geen aanwijzingen zijn gegeven wordt dit verder achterwege gelaten. Inhoud vooroverleg Streekplan - Contouren Streekplan - Overig Economie Mobiliteit Landelijk Gebied Milieu Water Cultuurhistorie ^Frnn Aantal ««" 4 4 5 6.:'v % 5 9 5 Aantal 4 7 'Mi-Mi 6 4 Totaal 7 7 Toelichting: Verreweg de meeste opmerkingen hebben betrekking op de aspecten water, milieu en cultuurhistorie. Overigens is, met uitzondering van het aspect cultuurhistorie, geen grote verschuiving waar te nemen. Voor wat betreft de overige beleidsvelden evenals de relatie met het streekplan is het aantal opmerkingen verhoudingsgewijs gelijk gebleven. Wel kan worden geconstateerd dat het aantal gemaakt opmerkingen in absolute zin flink is gedaald, met uitzondering van het beleidsveld cultuurhistorie.

Inhoud zienswijzen M litsj jf-i' Streekplan - Contouren Streekplan - Overig Economie Mobiliteit Landelijk Gebied Milieu Water Cultuurhistorie Overige opmerkingen E& Aantal 5 8 K^S^I % 6 6 6 6 5 5 Aantal 5 7 5 lmi % 8 9 6 9 Totaal 66 Toelichting: Wat het meest in het oog springt, is dat het aantal gemaakt opmerkingen is verdubbeld. Dit past ook in het beeld dat het aantal ingebrachte zienswijzen is toegenomen. Overigens heeft onder meer te maken met het feit dat in een aantal gevallen procesopmerkingen zijn gemaakt met betrekking tot het overslaan van het vooroverleg. Daarnaast is het aantal gemaakte opmerkingen met betrekking tot de beleidsvelden milieu, water en cultuur in absolute zin toegenomen. In relatieve zin zijn de percentages ongeveer gelijk gebleven.

4. Conclusies en aanbevelingen 4. Conclusies Op basis van de hoofdstukken en kan het volgende worden geconcludeerd: In absolute zin is het aantal plannen (WRO / Wro) gelijk gebleven; Er is een forse toename van het aantal plannen dat is afgehandeld onder de werking van de Wro. Dit is ook niet meer dan logisch; De tijdigheid van de afhandeling blijft een aandachtspunt. Bij de voorontwerpplannen is een toename van het aantal tijdige reacties waarneembaar, bij de ontwerpplannen een afname. Onder aanbevelingen wordt hier nader op ingegaan; De hoeveelheid voorontwerpplannen die strijdig zijn met het provinciaal beleid neemt af. Dit duidt er op dat er op betere wijze rekening wordt gehouden met het provinciaal beleid. De afname vormt een impuls om nog meer te investeren in het voortraject; Er is nog geen gebruik gemaakt van de reactieve aanwijzing dan wel het indienen van beroep, alle vastgestelde plannen passen binnen het provinciaal beleid; Het aantal gemaakte opmerkingen is in absolute zin in de voorontwerpfase fors afgenomen, in de zienswijzen is het aantal opmerkingen juist toegenomen. De toename komt doordat er in de e helft 8 nog niet zo veel ontwerpplannen gemaakt waren. De toename is dan ook niet meer dan logisch; Het merendeel van de opmerkingen die gemaakt worden (zowel in het vooroverleg als in de zienswijzen) hebben betrekking op de beleidsvelden milieu, water en cultuurhistorie. 4. Aanbevelingen Op basis van de conclusies kunnen twee aanbevelingen worden gedaan:. Zorg voor een betere bewaking van de termijn, met name waar het gaat om ontwerpplannen;. Borduur voort op de tendens dat er steeds minder voorontwerpplannen zijn die strijdig zijn met het provinciaal beleid. Ad. Ad. In het kader van de formele ruimtelijke procedure is het ontwerpplan cruciaal. Als in die fase geen zienswijze wordt ingediend bestaan er, uitzonderingen daar gelaten, geen mogelijkheden meer om in te grijpen indien er sprake is van strijdigheid met het provinciaal ruimtelijk beleid. De tendens dat er meer ontwerpplannen over de termijn gaan moet dus worden omgebogen. In de werkwijze van de ambtelijke organisatie zal hiervoor een en ander worden aangepast. Uit de volgende monitor zal moeten blijken hoe effectief deze aanpassingen zijn. Uit het feit dat de voorontwerpplannen minder vaak strijdig zijn met het provinciaal beleid kan worden geconcludeerd dat het goed vormgeven van het vooroverleg resultaten op kan leveren. Of er sprake is van een positieve tendens zal moeten blijken uit een volgende monitor, feit is wel dat nu het moment is om nog meer dan voorheen te investeren in het voortraject. Juist in het voortraject horen overheden met elkaar in discussie te gaan, om zo te voorkomen dat overheden met elkaar in een juridisch traject belanden. Dit is overigens ook overeenkomstig de bestuurlijke wens om met name aan de voorkant van het ruimtelijk proces in discussie te gaan met andere overheden. Aanbevolen wordt daarom nog meer te sturen op proactief handelen in het voortraject, zowel bestuurlijk als ambtelijk.