BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND PRIMAIR ONDERWIJS WALCHEREN Plaats : Vlissingen Bestuursnummer : 21627 Samenwerkingsverband : PO2901 Onderzoek uitgevoerd op : 10 juni 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op 19 september 2014 Documentnummer: 4395554
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij de vereniging Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren (werknaam Samenwerkingsverband Kind op 1). Binnen de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen vormen 10 schoolbesturen met in totaal 55 vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten, op volgorde van versiedatum en voor zover relevant voor dit onderzoek: - Statuten (notariële acte d.d. 29 oktober 2013); - Ondersteuningsplan Kind op 1 (versie 8, april 2014); - Meerjarenbegroting (versie juni 2014) - Website: www.swvkindop1.nl (geraadpleegd op 6 juni 2014); - Kengetallen samenwerkingsverband (www.passendonderwijs.nl, geraadpleegd op 6 juni 2014). Hierna vond op 10 juni 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - een presentatie kreeg van het samenwerkingsverband over de context van het samenwerkingsverband en de onderwerpen uit het ondersteuningsplan; - een gesprek voerde met leden van de ondersteuningsplanraad en de projectleider passend onderwijs van de drie gemeenten; Pagina 3 van 11
- een gesprek voerde met de twee schoolbestuurders speciaal (basis)onderwijs; - een gesprek voerde met het bestuur met speciale aandacht voor onder andere de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en het management van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag. Pagina 4 van 11
2. BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn Het Samenwerkingsverband Kind op 1 heeft een duidelijk inhoudelijke insteek, die leidend is bij de onderwijskundige en bestuurlijke vormgeving van passend onderwijs. De schoolbesturen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor een passend onderwijsarrangement voor iedere leerling. Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid leidt tot onderlinge solidariteit en betrokkenheid bij de vormgeving van passend onderwijs. De naam van het verband Kind op 1 brengt tot uitdrukking waar het accent van het samenwerkingsverband ligt. Ook de inrichting van een Kinderraad, die twee keer per jaar bijeenkomt en meedenkt over de inhoud van het ondersteuningsplan en de invulling van passend onderwijs, laat zien dat het samenwerkingsverband kinderen serieus neemt. Vanaf 2011 werken de schoolbesturen toe naar passend onderwijs. Doordat het samenwerkingsverband samenvalt met het samenwerkingsverband WSNS (Weer Samen Naar School) Walcheren, aangevuld met één nieuw bestuur basisonderwijs en één nieuw bestuur speciaal onderwijs, bouwt het voort op de verworvenheden van het WSNSsamenwerkingsverband. Besturen en scholen kennen elkaar en werken al langer samen vanuit eenzelfde visie. Dit vormt een mooi vertrekpunt voor verdere samenwerking. Ook de financiële uitgangspositie is redelijk gunstig. Het samenwerkingsverband kent een kleine vereveningsopdracht (- 4.000). De deelnamepercentages aan speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so) en het percentage leerlingen met een rugzakje (leerling gebonden financiering, lgf) ligt ongeveer rond dat van gemiddeld Nederland. Ontwikkelingen kunnen daardoor geleidelijk uitgevoerd worden; rigoureuze veranderingen zijn niet nodig. Bestuur en personeel maken zich wel zorgen over het behoud van de nu aanwezige expertise in het speciaal (basis)onderwijs van met name de ambulante diensten. Daarnaast leidt ook de krimp in de regio tot zorgen over het behoud van expertise, het voortbestaan van scholen en de grenzen aan de mogelijkheden van basisscholen om leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften op te vangen. Het samenwerkingsverband heeft daarom het niveau van de basisondersteuning bewust niet te hoog gelegd. Op basis van de schoolondersteuningsprofielen is de basisondersteuning vastgelegd op het niveau dat op de meeste scholen aanwezig is. Vanuit de schoolondersteuningsprofielen is duidelijk met welke ondersteuningsvragen scholen op dit moment nog moeite hebben. Die vormen de ontwikkelpunten voor de toekomst. Het samenwerkingsverband wil de omslag maken van slagboomdiagnostiek naar handelingsgericht ondersteunen. Vijf jaar geleden zijn de basisscholen gestart met handelingsgericht werken. De scholen gaan verder met dit traject. Het aanvragen van extra ondersteuning en plaatsing in het so en sbo zal ook vanuit deze systematiek vorm krijgen. De stappen in het traject van aanvragen en toekennen van arrangementen heeft het samenwerkingsverband uitgewerkt. Trajectbegeleiders gaan scholen tijdelijk ondersteunen bij de nieuwe aanpak. Het eerste jaar is een overgangsjaar. De instanties die vanuit WSNS-middelen ontvingen voor personele inzet blijven deze ook in 2014/2015 ontvangen. Ook de rugzakjes, die voor oktober 2013 toegekend zijn, lopen door. De meerjarenbegroting is uitgewerkt. De onderdelen waarop het samenwerkingsverband gaat monitoren zijn benoemd. De bijbehorende instrumenten zijn nog niet voorhanden. Wel is voor het samenwerkingsverband Pagina 5 van 11
duidelijk dat gemaakte afspraken niet vrijblijvend zijn. Schoolbesturen gaan elkaar hierop aanspreken. Het samenwerkingsverband informeert via verschillende kanalen ouders en leraren over de veranderingen die passend onderwijs met zich meebrengt. De projectleider passend onderwijs van de drie gemeenten is gedurende het gehele proces als toehoorder bij de kernwerkgroep aanwezig geweest. Passend onderwijs en de transitie jeugdzorg lopen in tijd niet parallel. De visie van gemeente en onderwijs op onderwijs en jeugdzorg liggen echter wel in elkaars verlengde. De intentie is om de afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg te versterken. Dit is in het op overeenstemming gericht overleg vastgelegd. Het samenwerkingsverband voert tevens overleg met het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. Op Zeeuws niveau zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met cluster 1 en 2 en het werkverband epilepsie. 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband telt acht schoolbesturen, waaronder twee schoolbesturen van het speciaal (basis)onderwijs. Het samenwerkingsverband bestaat uit het voormalige samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS), uitgebreid met twee schoolbesturen (één basisonderwijs, één speciaal onderwijs). Vanaf 2011 loopt het voorbereidingstraject voor passend onderwijs. De schoolbesturen vinden elkaar in de wijze waarop zij inhoudelijk willen werken aan het realiseren van passend onderwijs in de regio. Het kind staat centraal. Vandaar ook de naam Kind op 1. De rechtspersoon Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Walcheren is op 29 oktober 2013 opgericht. Als bestuursmodel is gekozen voor de verenigingsvorm met een algemene vergadering, een bestuur en een coördinator. Het bestuur en de algemene vergadering hebben ieder tien leden. Elk schoolbestuur is vertegenwoordigd in het bestuur met één stem. De leden van het bestuur zijn tevens de vertegenwoordigers van de leden van de vereniging in de algemene vergadering. De algemene vergadering fungeert als toezichthoudend orgaan. Door de gekozen uitwerking van het bestuursmodel houdt de algemene vergadering toezicht op zichzelf. Het is de vraag of intern toezicht op deze manier objectief en effectief kan worden uitgevoerd. Met de kernwerkgroep is hierover gesproken. De kernwerkgroep geeft aan nu vooral belang te hechten aan de directe betrokkenheid van de schoolbesturen. De coördinator is belast met de dagelijkse leiding. Het bestuur functioneert als intern toezichthouder ten aanzien van de coördinator. In het ondersteuningsplan zijn de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende organen helder beschreven. Het samenwerkingsverband heeft geen personeel in dienst. Het zal werken met detachteringsovereenkomsten. Doordat de schoolbesturen elkaar al kenden en al langer met samenwerkten, is de start van het samenwerkingsverband vlot verlopen. De koers die uitgezet is binnen WSNS, krijgt binnen passend onderwijs een vervolg. De verschillende partners zien in passend onderwijs kansen om effectiever en efficiënter samen te werken. Een gezamenlijke visie, samenwerking en onderlinge solidariteit vormen de basis onder het verband. De keuze voor het expertisemodel sloot hier bij aan. Handelingsgericht werken en ondersteunen staan centraal bij de uitwerking van passend onderwijs. In het activiteitenplan heeft het samenwerkingsverband de plannen beschreven hoe het hieraan gaat werken. Pagina 6 van 11
Het samenwerkingsverband beschikt over een uitgewerkte meerjarenbegroting. 2.3 Ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. In deze paragraaf beschouwt de inspectie de ontwikkeling, de opbouw en de inhoud van het ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband heeft het conceptondersteuningsplan voor 1 februari 2014 naar de ondersteuningsplanraad gestuurd. Het op overeenstemming gericht overleg (oogo) met de gemeenten heeft daaraan voorafgaand plaatsgevonden. De ondersteuningsplanraad heeft ingestemd met het conceptplan. Het ondersteuningsplan is 3 april 2014 vastgesteld door het bestuur. Het bestuur zal ondersteuningsplan, indien nodig, na één jaar bijgestellen. Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen heeft opgenomen in het ondersteuningsplan en, voor zover hieronder vermeld, nog nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1 Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 18a Wpo lid 7, 9, 10) De ondersteuningsplanraad bestaat uit tien leden: vijf ouders en vijf personeelsleden, afkomstig uit de tien besturen. De procedure om tot de keuze van een lid voor de ondersteuningsplanraad te komen, verschilde per bestuur. De kernwerkgroep heeft de oprichting van de ondersteuningsplanraad voorbereid. De leden van de raad zijn betrokken bij het conceptondersteuningsplan toen het al redelijk vorm had gekregen. De ondersteuningsplanraad heeft met het bestuur de inhoud van het plan bediscussieerd. Dit heeft geresulteerd in enkele bijstellingen en de afspraak dat ook op verzoek van de ondersteuningsplanraad het plan na één jaar bijgesteld kan worden. Bijzonder is dat het samenwerkingsverband een Kinderraad heeft ingericht waarin acht leerlingen van verschillende scholen zitting hebben. De kernwerkgroep is zeer te spreken over de heldere inbreng van de kinderen en hun ideeën over goed onderwijs en goede leraren. Het samenwerkingsverband wil kinderen serieus nemen zowel bij de vormgeving van het beleid als bij de ondersteuningstrajecten. De Kinderraad is een mooi instrument om kinderen te betrekken bij passend onderwijs. Het samenwerkingsverband voert overleg met drie gemeenten. De gemeenten hebben een projectleider passend onderwijs aangesteld. De projectleider is bij alle bijeenkomsten van de kernwerkgroep aanwezig als toehorend lid. De afstemming tussen het beleid van het samenwerkingsverband en de gemeenten blijft daardoor voortdurend gewaarborgd. Het oogo is binnen de Regionaal Educatieve Agenda (REA) van de drie gemeenten meegenomen. In samenspraak met de gemeenten zijn ontwikkelpunten benoemd voor de komende periode. De intentie is om onder andere de afstemming onderwijs jeugdzorg en de monitoring van thuiszitters gezamenlijk op te pakken. Daarnaast zullen vanuit Porthos (samengaan WMO, CJG) deskundigen deelnemen aan het Loket dat de aanvragen voor onderwijsarrangementen gaat beoordelen. Het niet parallel lopen van de tijdslijnen voor passend onderwijs en de transitie jeugdzorg ervaren de gemeenten en het samenwerkingsverband als lastig. Pagina 7 van 11
Het samenwerkingsverband primair onderwijs heeft overleg gevoerd met het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs op Walcheren en in de Oosterschelderegio en met het landelijk samenwerkingsverband van reformatorische scholen primair onderwijs. Op Zeeuws niveau zijn afspraken gemaakt met cluster 1 en 2 en het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 18a Wpo lid 8a) Het samenwerkingsverband heeft in het ondersteuningsplan de standaarden voor basisondersteuning beschreven. Uitgangspunt hierbij vormt het handelingsgericht werken. Het niveau van basisondersteuning is mede bepaald op basis van de ondersteuningsprofielen van de scholen. Het samenwerkingsverband kiest voor een ambitieus maar ook reëel niveau. De lat ligt hierbij hoger dan het basisarrangement van de inspectie. De scholen hebben aan de hand van teamgesprekken, de beoordeling van leraarcompetenties en casuïstiekbesprekingen hun schoolondersteuningsprofiel vastgesteld. Dit heeft geresulteerd in lijvige beschrijvingen van de scholen. Hieruit blijkt dat nog niet alle basisscholen kunnen voldoen aan het niveau van de gestelde basisondersteuning. Scholen en hun besturen zijn verantwoordelijk voor de versterking hiervan. Zij nemen de verdere versterking van handelingsgericht werken op in hun jaarplannen. De huidige ondersteuningsprofielen geven volgens het samenwerkingsverband te weinig houvast bij het maken van een match tussen onderwijsbehoeften van een kind en de mogelijkheden van een school. Het samenwerkingsverband gaat hierbij uit van het HOT-model (Handelingsgericht Ondersteuning Toewijzen). In het HOT-model ligt de nadruk op gesprekken van de trajectbegeleider met leerlingen, leraren, intern begeleiders en ouders waarin de onderwijsbehoeften van het kind en de ondersteuningsbehoeften van de leraar verkend worden. Het samenwerkingsverband denkt dat deze gesprekken zullen bijdragen aan de versterking van handelingsgericht ondersteunen en begeleiden door de scholen. De gesprekken en de monitorgegevens (ondersteuningsaanvragen) zullen informatie opleveren over het al dan niet voldoen van scholen aan de basisondersteuning en de noodzaak voor verdere professionalisering. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 18a Wpo lid 8b) Het samenwerkingsverband heeft in grote lijnen de visie op en de stappen leidend naar de toekenning van extra ondersteuning uitgewerkt. Het samenwerkingsverband kiest voor het expertisemodel. Het Loket behandelt de ondersteuningsaanvragen van scholen en bepaalt of en welke extra ondersteuning of welk arrangement nodig is. Handelingsgericht werken vormt hierbij het uitgangspunt. Denken in ondersteuningsbehoeften van leerlingen en leraren komt in de plaats van denken in kindkenmerken. Dit betekent dat het samenwerkingsverband arrangementen of extra ondersteuning niet vanuit vaste criteria toekent. Trajectbegeleiders vanuit het Loket gaan (tijdelijk) scholen helpen bij het zich eigen maken van het handelingsgericht werken. De trajectgebeleider leidt, indien nodig, de aanvraag voor extra ondersteuning door naar het Loket. Een vaste werkwijze zorgt ervoor dat de procedure inzichtelijk is en de besluiten te verantwoorden zijn. Het Loket zal maandelijks aan de coördinator en het bestuur rapporteren over het aantal aanvragen en toekenningen. Op deze manier houdt het samenwerkingsverband de vinger aan de pols zodat het bestuur tijdig actie kan ondernemen als een te groot beroep gedaan wordt op de financiële middelen van het verband. Voor leerlingen die al voor oktober 2013 leerlinggebonden financiering (een rugzak) hadden, blijft komend schooljaar alles bij het oude. Bij de nieuwe aanvragen en de rugzakjes Pagina 8 van 11
toegekend na oktober 2013 treedt de nieuwe aanpak in werking en bekijkt het samenwerkingsverband welk arrangement het meest passende is. 4 Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 18a Wpo lid 8c,8d, 11 en 12 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) Ook bij het bepalen van de toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs (so) en speciaal basisonderwijs (sbo) vindt een omslag plaats: van slagboomdiagnostiek naar handelingsgericht ondersteuning toewijzen. Net als bij het toekennen van extra ondersteuning gebruikt het samenwerkingsverband hierbij geen vaste criteria. Ondersteuningsbehoeften van leerlingen en leraren staan centraal. Wanneer het Loket besluit dat er een plaatsing nodig is, behandelt de tlv-commissie (toelaatbaarheidsverklaring) het dossier. Deze commissie besluit namens het samenwerkingsverband over de plaatsing op het so of sbo. Het ondersteuningsplan beschrijft de samenstelling van de tlv-commissie, de wettelijke termijnen en de mogelijkheden voor bezwaar. Procedures en beleid rondom terug- en overplaatsing en herindicatie zijn nog niet of slechts beperkt uitgewerkt. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 18a Wpo lid 8e) In het ondersteuningsplan zijn de te bereiken kwantitatieve en kwalitatieve resultaten globaal beschreven. Om houvast te kunnen bieden bij de monitoring en activiteitenplanning is een verdere concretisering van de doelen nodig. De kernwerkgroep geeft aan hiermee bezig te zijn. Het samenwerkingsverband heeft inhoudelijke en financiële kengetallen vastgesteld, die het jaarlijks in kaart wil brengen en waarover het zal rapporteren. Ook de tevredenheidsmetingen bij ouders en scholen zullen hierbij meegenomen worden. Het samenwerkingsverband heeft een eerste activiteitenplan voor dit schooljaar en een tweede voor volgend schooljaar opgesteld. Deze plannen geven sturing aan de ontwikkeltrajecten. Het samenwerkingsverband zal de doelmatige inzet van de ondersteuningsmiddelen monitoren. Het samenwerkingsverband oriënteert zich momenteel op geschikte monitorinstrumenten. De inspectie benadrukt het belang van goede monitoring en de verdere uitwerking hiervan. Het bestuur geeft aan dat binnen het samenwerkingsverband besturen gewend zijn afspraken te maken, informatie over scholen te delen en elkaar te bevragen en aan te spreken. Besturen zijn gewend constructief met elkaar samen te werken. Tijden kunnen veranderen. Het is daarom ook zinvol om afspraken te maken over te ondernemen acties/sancties als schoolbesturen hun afspraken niet nakomen. 6 Informeren ouders (Artikel 18a Wpo lid 8f) Het samenwerkingsverband heeft een website waar ouders terecht kunnen voor informatie over passend onderwijs. Ook nieuwsbrieven en flyers worden ingezet om ouders en leraren te informeren over de aanstaande veranderingen. Daarnaast houdt de coördinator de verschillende kringen op de hoogte van de ontwikkelingen en blijven schoolbesturen hun scholen informeren. Toch geven de leden van de ondersteuningsplanraad aan dat bij sommige ouders en leraren nog veel onduidelijkheid bestaat over passend onderwijs en dat dit tot onrust leidt. Anderen weten hun weg naar de beschikbare informatie goed te vinden en voor een groot deel is het ver van mijn bed, maar leidt het ook niet tot zorgen over de toekomst. Pagina 9 van 11
7 Bekostigingsaspecten (Artikel 18a Wpo lid 8g t/m j) De vereveningstaakstelling bedraagt voor dit samenwerkingsverband circa 4.000 negatief. Het bestuur heeft een beleidsrijke meerjarenbegroting opgesteld die inzicht geeft in de besteding van de middelen. De meerjarenbegroting geeft in het eerste jaar een negatief resultaat weer. Het bestuur geeft aan dit te dekken met de middelen die de aangesloten schoolbesturen als buffer inleggen bij de start van het samenwerkingsverband. De demografische krimp in de regio zorgt voor druk op de financiën van de schoolbesturen. De meerjarenbegroting geeft ook aan hoe het bestuur om wil gaan met de krimp en tussentijdse groei van so en sbo. Het samenwerkingsverband gaat ervan uit dat het deelnamepercentages so en sbo niet gaan stijgen. Het is wel van belang afspraken te maken hoe eventuele overschrijding van de ondersteuningsmiddelen bekostigd gaan worden. Het streven is de bestaande expertise in so, sbo en basisschool te behouden en mogelijk op andere plekken in te zetten. De match tussen aanwezige en benodigde expertise is het samenwerkingsverband aan het maken. In het samenwerkingsverband bestaan zorgen over het behoud van expertise van het so en sbo, met name van de ambulante diensten. De medewerkers vanuit de ambulante diensten zullen in eerste instantie nog binnen het samenwerkingsverband werkzaam zijn, maar de toekomst is onzeker. Eén bestuur voor speciaal onderwijs heeft al een sociaal plan opgesteld, terwijl het andere bestuur een deel van het personeel in het risicodragend deel van de formatie heeft geplaatst. Het samenwerkingsverband verdeelt de middelen op basis van het expertisemodel. Indien scholen naast de basisondersteuning extra ondersteuning nodig hebben, dan dienen ze een ondersteuningsvraag in bij het Loket. Het Loket beoordeelt vervolgens de ondersteuningsaanvraag. Indien het Loket de ondersteuningsaanvraag goedkeurt, krijgt het schoolbestuur de benodigde middelen. Het bestuur van het samenwerkingsverband dient nog een monitor te ontwikkelen die de besteding van de middelen bijhoudt. Het bestuur geeft aan de bestedingen via uitputtingsrapportages één keer per maand bij te houden. Op deze manier heeft het bestuur voldoende tijd om bij te sturen indien dit nodig zou zijn. In overeenstemming met het ondersteuningsplan geeft de meerjarenbegroting een redelijk mate van inzicht in de inzet van de middelen door het samenwerkingsverband (of de afzonderlijke schoolbesturen) met het oog op doelstellingen gericht op het waarborgen en zo nodig verbeteren van de basisondersteuning. Pagina 10 van 11
3. REACTIE VAN HET BESTUUR Het bestuur deelt in zijn reactie d.d. 10 september 2014 mee dat het verslag recht doet aan de ontwikkeling van het samenwerkingsverband. Betreffende de inhoud neemt het samenwerkingsverband over dat het nog gericht beleid rondom terugplaatsing, overplaatsing en herindicatie moet vastleggen. Ook neemt het bestuur het advies over om afspraken vast te leggen over het elkaar in de vereniging aan te spreken wanneer afspraken niet worden nagekomen. Voor de volgende versie van het ondersteuningsplan zal het bestuur zich beraden op het verder concretiseren van zijn doelen gekoppeld aan het kwaliteitssysteem. Op termijn zal het bestuur zich opnieuw beraden op het bestuursmodel. Een zinvol, werkbaar en juridisch houdbaar model blijft daarbij het streven. Pagina 11 van 11