SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen. Dit examen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. Het aantal te behalen punten is 100. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie door u genoemde redenen beoordeeld. Lever beide exemplaren van het examenpapier in. Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. Motiveer altijd uw antwoord, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd. Schrijf zo duidelijk mogelijk. Schrijf met een blauw- of zwart schrijvende pen. De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn: Woordenboek Niet-programmeerbare rekenmachine SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 8
2016 NGO-ENS B / 8
Opgave 1 (totaal te behalen punten: 20) Manders BV is een aanbieder van product A. De collectieve vraag en aanbod van product A en de kostenstructuur van Manders BV zijn hieronder weergegeven. Marktevenwicht Kostenstructuur Manders BV MK MK GTK 10 q a GTK q v GO p A = = GO B q 4.000.000 10.000.000 q 5.000 10.000 Legenda: p = prijs x 1,- MK = marginale kosten GTK = gemiddelde totale kosten GO = gemiddelde opbrengst Op de collectieve markt zijn vraag en aanbod weergegeven door de vergelijkingen: qv = - 10p + 100 qa = 5p + 40 q (in de vergelijking) = aantal eenheden x 100.000 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Van welke marktvorm is sprake bij aanbieder Manders? Motiveer uw antwoord. De lijn AB in het linkerdeel van de grafiek geeft onder meer de gemiddelde opbrengst aan. (6 punten) Welke twee grootheden kunnen naast GO aan de lijn AB en op de verticale as van de kostenstructuur worden toegevoegd? Motiveer uw antwoord. (6 punten) Hoeveel bedragen de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid op de markt van product A? Laat uw berekening zien. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 3 / 8
Vraag 4 Realiseert Manders BV bij de gegeven marktprijs een winst of een verlies? Motiveer uw antwoord. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 4 / 8
Opgave 2 (totaal te behalen punten: 20) Vraag 5 Vraag 5a Vraag 5b Vraag 6 Vervolg case Vraag 7 Vraag 8 Vraag 8a Vraag 8b De groei van de nationale productie is niet elk jaar even hoog. De veranderingen in het groeipercentage van de productie vormen de conjunctuurbeweging. Hoge en lage groeipercentages wisselen elkaar af en vormen de conjunctuurgolf. De conjunctuurgolf beweegt zich als het ware om een denkbeeldige lijn. Hoe wordt de denkbeeldige lijn genoemd ten opzichte waarvan de conjunctuurgolf zich beweegt? Hoe wordt deze lijn gedefinieerd? Noem vier conjunctuurindicatoren aan de hand waarvan de economische activiteit van een land kan worden gemeten. De schommelingen in de economische groei kunnen tot een ongewenst effect leiden als deze te groot of te klein zijn. De overheid kan met haar economisch beleid invloed uitoefenen op de conjunctuur in het land. (6 punten) Noem drie instrumenten die de overheid kan gebruiken om invloed op de conjunctuur uit te oefenen. (6 punten) (3 punten) Wat is een anticyclisch begrotingsbeleid? (3 punten) Geef drie redenen waarom het in de praktijk niet eenvoudig is om een anticyclisch begrotingsbeleid uit te voeren. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 5 / 8
Opgave 3 (totaal te behalen punten: 20) Vraag 9 Vraag 9a Vraag 9b Vervolg case: Vraag 10 Vraag 10a Vraag 10b Vervolg case: Vraag 11 Vraag 12 Door internationalisering en globalisering is de beleidsvrijheid van nationale overheden afgenomen. De toename van het internationale verkeer heeft het belang van internationale samenwerking doen toenemen. Noem vier vormen van regionale economische integratie. Geef een korte beschrijving van de vier bij vraag 9a genoemde vormen van regionale economische integratie. De comparatieve kostentheorie vormt de basis voor een krachtig pleidooi voor vrijhandel. De internationale handel leidt volgens deze theorie tot een stijging van de mondiale welvaart. Beschrijf de theorie van de comparatieve kostenverschillen. Noem twee oorzaken voor het ontstaan van comparatieve kostenverschillen. De internationale handel leidt tot grensoverschrijdende geldstromen. Deze geldstromen worden geregistreerd op de betalingsbalans. Een belangrijk onderdeel van de betalingsbalans is de lopende rekening. Een overschot op de lopende rekening wordt meestal positief beoordeeld, omdat dit kan worden beschouwd als het resultaat van een sterke concurrentiepositie. Wanneer is er bij een overschot op de lopende rekening geen sprake van een sterke concurrentiepositie? Welke invloed heeft het saldo van de lopende rekening op de rente? SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 6 / 8
Opgave 4 (totaal te behalen punten: 20) Vraag 13 Vraag 13a Vraag 13b Vraag 14 Vervolg case: Vraag 15 Vraag 16 Vraag 16a Vraag 16b Voor het berekenen van de geldhoeveelheid in enge en ruime zin van een land per 31 december 2015 zijn de volgende gegevens bekend: bedragen x 1 miljard Bankbiljetten in omloop 76 Munten in omloop 7 Chartale kassen van de geldscheppende instellingen 10 Girale tegoeden van het publiek 482 Deposito s met een looptijd tot 2 jaar en in handen van het publiek 545 Spaargeld en schuldbewijzen met een looptijd tot 2 jaar in handen van het publiek 70 Wat wordt bedoeld met de geldhoeveelheid in enge zin? Wat wordt bedoeld met de geldhoeveelheid in ruime zin? (6 punten) Hoeveel bedraagt de geldhoeveelheid in ruime zin per 31 december 2015? Laat uw berekening zien. Financiële instellingen, zoals onder meer banken, maken deel uit van het financieel systeem van een economie. Bij banken wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire banken. Waarop is het onderscheid tussen primaire en secundaire banken gebaseerd? Leg uit wat geldschepping op basis van wederzijdse schuldaanvaarding inhoudt. Welke balansposten wijzigen als gevolg van wederzijdse schuldaanvaarding? SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 7 / 8
Opgave 5 (totaal te behalen punten: 20) Van de economie over 2015 van een land is het volgende gegeven (bedragen x 1 miljard): Netto binnenlands product tegen factorkosten 320 Afschrijvingen van bedrijven 30 Afschrijvingen overheid 15 Kostprijsverhogende belastingen 50 Kostprijsverlagende subsidies 10 Vraag 17 Vraag 18 Vraag 19 Vervolg case: Hoe groot is het netto binnenlands product tegen marktprijzen? Laat uw berekening zien. Hoe groot is het bruto binnenlands product tegen factorkosten? Laat uw berekening zien. Hoe kan met behulp van het bruto binnenlands product (BBP) het bruto nationaal inkomen (BNI) worden berekend? Op basis van het kringloopmodel kan de volgende vergelijking worden opgesteld: (S-I) + (B-O) = (X-M) particulier spaarsaldo overheidsspaarsaldo uitvoersaldo Vraag 20 Vraag 20a Vraag 20b S = besparingen I = investeringen B = belastingen O = overheidsuitgaven X = export M = import Leg uit wat de gevolgen zijn voor de rente en de lopende rekening als de particuliere besparingen lager zijn dan de investeringen. Wat houdt multiplierwerking van de bestedingen in? Einde examen SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 8 / 8