ENDOCRIENE URGENTIES. D.C. Knockaert Algemene interne geneeskunde Uz Leuven April 2004



Vergelijkbare documenten
ENDOCRIENE URGENTIES. Diabetische keto-acidose

Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling.

Endocriene Urgenties. C. De Block UA & UZA H. Demey - UZA I. Demeyer OLVZ Aalst

Hyperglycemischeketoacidosebij hoogzwangere.

Diabe&sche ketoacidose. Diana Jansen, ANIOS IC 6 maart 2015

Hyperglycemie Keto-acidose

Ketoacidose: caveats en pitfalls

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy

Elektrolytstoornis tijdens ALS. samenstelling: Pim Keurlings, arts SEH

Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma...

MANAGEMENT VAN DIABETES KETO-ACIDOSE (DKA)

Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven

Hypoglycemie. < 60 mg/dl = hypo Symptomen: Beven Zweten Duizelig Vlekken zien Honger Hoofdpijn, moeheid Bleek zien Karakterveranderingen.

Casus 5. Kavita Ramdien, Rob Vermond, Jurre Stens

Valérie s. Tips&Tricks #5. Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom

BIJNIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove

Levensbedreigende hyponatriëmie. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing)

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname

Osmo- en volumeregulatie

Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen.

ENDOCRIENE URGENTIES. Introductie. E. DHONDT, Med Maj

VERSIE DIABETESPROGRAMMA MIDDEN-BRABANT

Presentatie Casus 1b. Victoria Janes & Yvonne Poel

Een verhit postoperatief beloop

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Polytrauma: de triade des doods. Dr. Tom Declercq AZ St. Jan Brugge Anesthesie Reanimatie

Diabetes Mellitus rondom een operatie: wat moeten we ermee?

Kliniek endocrinologie. Dirk Vanderschueren

Acute electrolytstoornissen. Hyperkalemie. Hyperkalemie assessment. Intake 17/04/2013. K meq/l

Femke Gresnigt SEH-arts KNMG OLVG Amsterdam Lid sectie toxicologie NVSHA Bestuurslid NVSHA portefeuille Opleiding & Onderwijs

ZUURBASE. Praktisch bekeken

Methanol intoxicatie. Published on Medics4medics.com ( Home > Toxicologie > Methanol. Methanol intoxicatie

Een ernstige metformine intoxicatie

Bloedgasanalyse. Doelstelling. Bloedgasanalyse. 4 mei 2004 Blad 1. Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht. Zuur base evenwicht Oxygenatie

ph pco 2 po 2 BE SaO2

Belangenverstrengeling. Acute Diabeteszaken Wat zien we op de SEH en wat zijn de valkuilen. Drie valkuilen bij Comorbiditeit

(On)zin van diabetes behandeling bij ouderen

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

bloedgassen Snelle interpretatie

Protocol Ontregelde Diabetes Mellitus Patiënt

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. Natriumchloride 4.0 g 4.0 g Kaliumchloride 2.0 g 2.0 g

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven

Some like it cold Koelen na CPR op IZ

Zuur Base evenwicht en interpretatie van de bloedgassen. Dr Rudi Beckers Spoedgevallendienst

Dr. G. Dewinter POSTOPERATIEVE COMPLICATIES. 1)Cardiovasculaire complicaties:

Workshop Toxicologie Casuistiek. PAO Labdag 4 december 2014 Inge van Berlo

Hypokaliëmie op de spoedgevallendienst

Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen. Diabetes type 1 bij kinderen 28/01/2019

Zuur-base evenwicht Intoxicaties. J.G. van der Hoeven UMC St Radboud, Nijmegen

Richtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock. Medische protocollencommissie Intensive Care

Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015

De P, RR, adh,t, en vochtbalans

Bijlage III. Amendementen in relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken

Marjolein Emons. DEFG=don t ever forget glucose! SEH-arts UMC St. Radboud, 28 juni 2010

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten

De (vergiftigde) patiënt in shock. Prof.dr. Jan Meulenbelt 24 juni 2011 UMC Utrecht

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Als je diabetes hebt en ziek wordt

POSTOPERATIEVE VERWIKKELINGEN. Dr. Ives Hubloue Dienst Intensieve Geneeskunde Academisch Ziekenhuis V.U.B.

Natrium Chloride 0,9 %, oplossing voor infusie Natriumchloride

Bronchoscopie: voorbereiding en nazorg. Ingel Demedts, MD, PhD Longarts, Dienst Longziekten UZ Gent Eindejaarsmeeting BVP La Hulpe, 30 november 2008

Eerste hulp bij ketonen

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. dantroleennatrium

- acute digitalis effecten (verhoogde waarden bij kinderen of bij bewuste overdosering)

BE HOT: COOL DOWN. Gerjon Loop Special Care midden Limburg 25 januari 2007

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Diabeteszorg aan het eind van het leven.geen Standaard. Casuïstiek Nr. 1. Vervolg. Casuïstiek Nr. 2. Vervolg

Hypo? De behandeling van hypoglycemie 28/01/2019. Hyperglycemie > 150 mg/dl. Hypoglycemie < 70 mg/dl

Richtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock volwassenen. Medische protocollencommissie Intensive Care

Hypoglycemie bij kinderen en adolescenten met diabetes mellitus

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts

Metabole acidose. Bob Zietse 15 december 2016

Belangrijke veiligheidsinformatie over dapagliflozine alleen voor diabetes type 1

DIABETISCHE NEFROPATHIE

Reanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc

Bloedgassen en Zuur-Base Evenwicht. M.J. Nouwen anesthesioloog i.o. St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein

1/05/2011. Inleiding. LLL Symposium Stress en substraatmetabolisme

Aanpassen van insuline: moeilijke situaties

Middelenmisbruik en crisis

Traumatisch schedelhersenletsel

Arteriële Hypertensie

Leefregels en voorlichting bij chronische nierschade. Welkom bij workshop 3 leefregels en voorlichting bij chronische nierschade

Een onverwachte hypo bij een 13 jaar oude kater

Endocriene urgenties

Bijnierinsufficiëntie Dr. Marion Blonk, endocrinoloog H. Hartziekenhuis Mol. donderdag

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose

Di a b e t i s c h e k e t o a c id o s e:

Analyse van het Z-B evenwicht Stewart methodiek

Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis

Addiphos Samenvatting van Product Kenmerken

Endocriene neveneffecten van nieuwe antitumorale therapie Brugge 05/10/2017 Symposium Oncologie HABO, AZ colloquia A.

ACUTE VERWARDHEID NIET ALTIJD DEMENTIE 10 en 12/11/2015

Disclosure belangen spreker Individualisering van dialysevloeistof voor hemodialyse. Nierinsufficientie. Nierinsufficientie

Een druppel teveel. Perioperatief vochtbeleid bij kinderen. Pediatric Autumn Seminar, 29 november 2014, Nieuwegein Gersten Jonker, anesthesioloog

Dr. Jenny Buijtels, specialist interne geneeskunde

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN ml oplossing bevat: Natriumchloride Anhydrische glucose (als glucose monohydraat, 55,0 g) ph = 4,5 ± 1,0.

Intoxicaties met drugs Presentatie voor Minisymposium drugsgerelateerde incidenten Trimbos

Transcriptie:

ENDOCRIENE URGENTIES D.C. Knockaert Algemene interne geneeskunde Uz Leuven April 2004

Diabetische keto-acidose definitie: - ernstige diabetesonregeling met deshydratie en acidose glycemie > 250 mg % ph < 7,2 HCO3 < 15 meq/l ketonurie > 5 mmol/l - coma < 10 %; 20 % hebben een volledig normaal bewustzijn! oorzaken: infectie (50 %), onvoldoende insulinetoediening (10 %), CVA, myocardinfarct (5 %), trauma (2 %), geen duidelijke oorzaak (30 %), mortaliteit < 5 % (door de uitlokkende ziekte of door hersenoedeem) kinderen hebben een duidelijk hoger risico!!!

Diabetische keto-acidose Fysiopathologie Het ernstig (absoluut of relatief) insulinetekort en de overmaat contra-regulerende hormonen (glucagon, cortisol, catecholamines, groeihormoon) leidt tot 1) verminderde glucoseopname (spier en vetcel) 2) verhoogde glucose output uit de lever ( door glycogenolysis en gluconeogenesis) osmotische diurese deshydratatie 3) verhoogde lipolyse en ketogenesis acidose verhoogde - catecholamineproduktie - cortisolproduktie

Diabetische keto-acidose Symptomen polyurie, polydipsie, (vermagering, anorexie) deshydratatie, tachycardie, hypotensie nausea, braken, buikpijn Kussmaulse ademhaling (ph 7,2) bewustzijn: varieert van normaal (20 %) tot coma (10 %) en correleert best met osmolaliteit soms hypothermie tekens van uitlokkende factor NB: - meestal verloop over dagen tot weken bij nieuwe diabeticus - verloop over enkele uren bij behandelde diabeticus

Diabetische keto-acidose Laboratoriumbevindingen glycemie ph, pco 2, HCO 3 Na: nl of glucose 100 mg/dl ~ Na 1,6 meq/l K: nl of : vaak : (daalt snel tijdens therapie) P: (daalt snel tijdens therapie) anion gap osmolaliteit lactaat licht (forse stijging bij alcoholabusus) Mg amylasen vaak ketonemie en ketonurie

Diabetische keto-acidose: therapie 1. Volumeexpansie en correctie waterdeficit - volumedeficit meestal ± 100 ml/kg (6 l); - berekening deficit: 1-290 X TBW osmol pt - snelheid van volumecorrectie is afhankelijk van BD (hartdebiet), deshydratatie graad, cardiale toestand, leeftijd - keuze van de vloeistof (NaCl 0,9 %, NaCl 0,45 %) is functie van BD (hartdebiet) maar colloïeden niet gebruiken (dus cristalloïeden en geen colloïeden in deze setting; colloïeden verergeren de reeds aanwezige hyperosmolaliteit nog)

Diabetische keto-acidose: therapie 1) Volumeexpansie en correctie waterdeficit a) initieel NaCl 0,9 % tot bloeddruk normaal is en diurese > 30 ml/h 1e liter over een half uur à 2 uur, 2e en 3e liter over de volgende 1-4 u b) NaCl 0,45 % of 0,9 % na correctie hypotensie en op gang komen van diurese 125 à 200 ml/u of meer c) glucose 5 % of zelfs 10 % als glycemie < 250 mg %: 150 à 200 ml/u tot ketosis verdwenen is en patiënt kan eten ter preventie van hypoglycemie en voor correctie van het waterdeficiet

Diabetische keto-acidose: therapie 2) Insuline: Lage dosis insulinetherapie: - voordelen lage dosis: minder risico voor hypoglycemie en hypokaliëmie - nadelen lage dosis: geen insulinereserve bij technische fout in pompsysteem bij overschakelen naar s.c. toediening bij insulineresistentie adsorptie aan de leidingen en reservoir (weinig belangrijk bij geconcentreerde oplossingen)

Diabetische keto-acidose: therapie 2) Insuline: in princiepe intraveneus - IV bolus 0,1 E/kg is standaard - continu infuus : 0,1 E/kg/u (geconcentreerde oplossing 50 E in50 ml, infuusleiding flushen met 10 cc; geen albumine toevoegen) dosis verdubbelen indien glycemie na 1 tot 2 u niet daalt, dosis verhogen indien glycemie daling < 10 % u, verlagen zo te snelle daling als glycemie daalt tot 250 mg %: insulinedosis aanpassen (2 à 3 E/u) en glucose 5 % of 10 % toevoegen tot de acidose gecorrigeerd is (bij ernstige acidose insulinedosis hoog houden en glucose 10 % toevoegen) - bij overschakelen naar s.c. toediening, infuus nog een half uur laten lopen na de s.c. injectie - idealiter daalt de glycemie met 10%/uur

3) Kalium: Diabetische keto-acidose: therapie - deficit bedraagt ongeveer 5 à 8 meq/kg - 70 % van de toegediende dosis gaat urinair verloren - steeds sterke daling bij behandeling door shift naar intracellulair (nog meer uitgesproken bij bicarbonaattoediening) - indien geen nierinsufficiëntie onmiddellijk starten met substitutie van zodra insuline gegeven wordt - 20 à 40 meq/u in functie van kaliëmie K: > 5 meq/l : 0 meq/u 4-5 meq/l : 20 meq/l 3-4 meq/l : 30 meq/u < 3 meq/l : 40 meq/u - bij nierinsufficiëntie geen kalium tenzij K < 3, dan 10 meq/u

Diabetische keto-acidose: therapie 4) Bicarbonaat: enkel te overwegen bij ph < 6.9 80 à 100 meq over 1/2 u (0,5 L NaHCO3 1/6 m, liefst geen hypertoon 0,8 molair NAHCO3 ); eventueel te herhalen Nadelen bicarbonaat: meer uitgesproken hypokaliemie (meer shift) paradoxale cerebrale en intracellulaire respiratoire acidose omdat CO 2 veel sneller dan bicarbonaat diffundeert 5) Fosfaat nut niet bewezen (hersel 2,3 DPG gehalte?) te overwegen bij fosfaat < 1 mg % maximum 40-60 mmol/24 u (= 2-3 amp. Na of KPO4 500) nadeel: risico voor hypocalcemie

Diabetische keto-acidose: therapie 6) Mg? 3 g MgSO 4 IV over 15 tot 30 min meerdere keren per dag bij ritmestoornissen cave accumulatie bij nierinsufficiëntie 7) supportieve maatregelen: te overwegen zuurstof maagsonde blaassonde CVD monitoring bij cardiale patiënt anti-infectieuze therapie LMWH profylactisch

Diabetische keto-acidose: complicaties Shock: hypovolemisch (septisch, cardiaal) Infectie: sepsis, pneumonie (aspiratie), urinair Longoedeem Thrombose: veneus, arterieel (CVA, hartinfarct) Hersenoedeem: vooral bij kinderen en jonge volwassenen met nieuw ontdekte diabetes meestal fataal ontstaat klassiek enkele uren na start behandeling R/ Mannitol 1,5 g/kg over 30 tot 60 minuten te herhalen (dexamethasone): verlaten (hyperventileren): verlaten

Diabetische keto-acidose Laboratorium controleschema: (in functie van de ernst en de ervaring van de behandelaar) glycemie om het uur of 2 uur K om het uur eerste 3 uur nadien om de 2 à 4 uur iono, Ca, P, creatinine, anionengap om de 2 à 4 u bloedgaswaarden om het uur eerste 2-3 u, nadien om de 2 à 6 u osmolaliteit om de 6 u ketonen urine om de 6 u bloeddruk, pols, temperatuur, ademfrequentie, urinedebiet/u ECG monitoring

Hyperosmolair non-ketotisch hyperglycemisch coma vooral bij ouderen meestal met een duidelijke stressfactor infectie, infarct, CVA soms door medicatie uitgelokt: - diphantoïne - steroiden - diuretica, hogere mortaliteit (o.a. door thrombose) dan bij ketoacidose ± 10-20 %

Hyperosmolair non-ketotisch hyperglycemisch coma: fysiopathologie Er is slechts een relatief insulinedeficit met daardoor een verschillend effect op suiker en vetmetabolisme verminderde opname van glucose in de weefsels verhoogde glucoseproduktie in de lever osmotische diurese deshydratie toenemende prerenale nierinsufficiëntie, (nierinsufficiëntie versterkt de hyperglycemie door verminderd renaal suikerverlies) de lipolyse in vetweefsel blijft beperkt (relatief insulinetekort) de hepatische ketogenese is geremd (relatief insulinetekort) geen keto-acidose

Hyperosmolair non-ketotisch hyperglycemisch coma: symptomen vaak over dagen tot weken evoluerend polyurie anurie deshydratatie hypotensie bewustzijnsvermindering soms focale neurologische symptomen (epilepsie, hemiparese)

Hyperosmolair non-ketotisch Laboratoriumgegevens hyperglycemisch coma glycemie (600 mg/dl en hoger) maar HCO 3 > 15 meq/l en ph > 7,2 Na (laag) - nl - (bereken de factor pseudohyponatremie!) K: laag nl hoog creatinine osmolaliteit (>350)

Hyperosmolair non-ketotisch hyperglycemisch coma: therapie correctie van volume- en waterdeficit - NaCl 0,9 % tot bloeddruk normaal is en diurese > 30 ml/u (meerdere liters in de eerste uren ook bij bejaarden!), geen colloieden - NaCl 0,45 % cave hartdecompensatie CVD monitoring insuline: cfr. keto-acidose maar daarmee meestal te snelle glycemiedaling ( insulinedosis reduceren tot 0,05 E/kg ipv 0,1 E/kg en bij glycemie < 250 mg/dl insuline eventueel stoppen, of maximaal maar 1-2 E/h) kalium: langduriger maar minder intense correctie vaak is er nierinsufficientie, er is minder shift (geen acidose) fosfaat: indien lager < 1 mg % LMWH obligaat (preventieve dosis of zelfs enkele dagen full dosis) behandeling onderliggende factoren

Hyperosmolair non-ketotisch hyperglycemisch coma: complicaties CVA - myocardinfarct flebothrombose - longembool ritmestoornissen aspiratiepneumonie routinematig thrombosepreventie en zelfs full therapie overwegen overweeg antibiotica

Hypoglycemie: oorzaken Insuline in onaangepaste dosis Sulfonylureum derivaten accumulatie bij leverlijden, bij nierlijden na vermagering interferentie met eiwitbinding door geneesmiddelen zoals sulfamiden, salicylaten, coumarine, probenicid Meglinides (repaglinide, novonorm ) Alcohol Salicylaatintoxicatie Ic antiaritmica (flecainide) intoxicatie (sulfonylureum-like effect) Insulinoma Paraneoplastisch Addison, hypofysaire insufficiëntie, hypothyroïdie, ernstig leverlijden, nierinsufficiëntie (plus insuline of orale antidiabetica), erfelijke vetzuuroxidatie stoornissen, malaria (quininetherapie)

Hypoglycemie: symptomen zeer variabel neuroglucopene symptomen:- aberrant gedrag - bewustzijnsvermindering - epilepsie - hemibeeld (pseudo-cva beeld) * afhankelijk van de graad van hypoglycemie adrenerge symptomen: - beven - zweten - palpitaties - angst * afhankelijk van de snelheid van de glycemiedaling ze kunnen gemaskeerd worden door beta-blockers hypothermie

Hypoglycemie: diagnose Glycemie Bij onduidelijke etiologie: bepaling van insuline C peptide cortisol groeihormoon sulfonylureumdosering

Hypoglycemie: Behandeling bolus glucose 50 % 50 ml (25 g glucose) glucose 10 % 500 ml over 1 uur of sneller (glucagon 1 mg) IV effect binnen 1 minuut IM effect na 8-10 minuten werkingsduur 15-30 minuten observatie tot patiënt normaal gegeten heeft; ontslag mits mogelijkheid van toezicht; instructies voor preventie recidief * bij sulfonylureum geïnduceerde hypoglycemie: glucose 10 à 20 % infuus (150 ml/u) i.p.v. 5 à 10 %; eventueel hydrocortisone, uitzonderlijk diazoxide (hyperstat ) of octreotide (sandostatine) 24 tot 48 uur observatie * bij alcohol geïnduceerde hypoglycemie:, glucose 10 à 20 %, (glucagon is ineffectief omdat er weinig glycogeenreserve is) zeker 24 u observatie

Addisoncrisis: oorzaak Meestal stress geïnduceerd (infectie, chirurgie, trauma, ) klassieke primaire Addison (auto-immuun, tbc, CMV en andere infecties, bijniermeta s, bijnierbloeding o.a. bij sepsis en anticoagulantia, medicatie zoals aminogluthetemide,, adrenoleukodystrofie, ) onvoldoende substitutie plots stoppen steroïdenbehandeling laattijdig (tot 1 jaar!) na stop langdurige corticoidentherapie medicamenteuze interferentie met het metabolisme van cortisol (rifampicine, ketoconazole, etomidaat ) of de cortisolreceptor (megestrol) hypofysaire Addison (postpartum, hypofysetumor,..) congenitale synthesestoornis (kinderen)

Addisoncrisis Kliniek moeheid, spierzwakte, vermagering apathie, verwardheid nausea, braken, buikpijn koorts orthostatisme, deshydratatie: enkel bij primaire Addison shock (pigmentatie): enkel bij lang evoluerende primaire Addison

Addisoncrisis Laboratoriumbevindingen hyponatremie (inappropriate ADH secretie door wegvallen van de inhibitie van cortisol) hyperkaliemie (niet bij secundaire Addison) hypoglycemie (hypercalcemie) lichte nierfunctiebeperking lichte acidose (eosinofilie en lymfocytosis)

Addisoncrisis Diagnose plasmacortisol (bij stress >25-35µg/dl) plasma ACTH korte ACTH test (250µg synacthen en cortisol na 0, 30 & 60 min.) aldosterone plasma renine-activiteit (24 u cortisol excretie urinair)

Addisoncrisis: Therapie * hormoonsubstitutie hydrocortisone (Solucortef ) en niet een predniso(lo)ne prepraraat! 100-200 mg bolus 100 mg/8 u gedurende 24-48 u reduceren tot 50 à 25 mg/8 u op dag 2 à 4 p.o.: hydrocortisone of cortisone-acetaat (20 mg-10 mg) + eventueel 9 alpha fluorohydrocortisone 50 à 100 µg/d * volumeëxpansie 0,9 % NaCl: 500 à 1000 ml/u, tot BD nl * glucose 5 % gezien de neiging tot hypoglycemie gluc 5 %, NaCl 0,9 % oplossing * behandeling van de uitlokkende factor * monitoring van Na, K, Ca, glycemie

Thyreotoxische storm Zeer zeldzaam. Hyperthyroidie gedecompenseerd door uitlokkende factor chirurgie bevalling na radioactief jodium intercurrerende ziekte (infectie, thrombose, ) iodiumtoediening (IV contrast; geneesmiddelen; cordarone) thyroïditis onbekend

Thyreotoxische storm Symptomen hyperthyroïdie: vermagering, eetlust, diarree, zweten, beven, palpitaties (vaak VKF) oogsymptomen schildklier steeds hyperthermie (tot 41 C en meer) centraal neurologische afwijkingen: agitatie - delirium stupor - coma cardiaal: ritmestoornissen - hartdecompensatie - shock vaak leverafwijkingen

Thyreotoxische storm Diagnose: bepaling van T4, T3, TSH D.D.: serotonine syndroom feochromocytoma amfetamine intoxicatie cocaïne intoxicatie B1 deficiëntie (beri-beri hart met alcohol ontwenningsverschijnselen) (maligne neuroleptica syndroom)

Thyreotoxische storm: Behandeling Supportief A. Afkoelen (ijszakken, maagspoeling met ijswater, koelmatras,.) geen salicylaten, wel paracetamol (steroïden) (eventueel centrale thermoregulatie inhibitie) largactil 25 à 50 mg/4 à 6 u dolantine 25 à 50 mg/4 à 6 u barbituraten curariseren

Thyreotoxische storm: Behandeling B. Cardiovasculair volumeëxpansie onder CVD monitoring (tot 4 à 5 l/24 u) β blockers: zeker bij jongeren en bij duidelijke stressfactor (o.a. postoperatief), Inderal : cavé bij ouderen 1 mg Iv te herhalen om de 5 min tot pols, daarna infuus 5 à 10 mg/u oraal 40 mg/6 u verdubbelen om de 3 à 6 u tot effect (300 à 400 mg/d) Seloken of Tenormin 2 à 5 mg IV te herhalen geen diuretica! C. O 2 D. Antibiotica: meestal empirisch breed spectrum E. Anticoaguleren? risico embolen arterieel (VKF), veneus

Thyreotoxische storm: Behandeling Endocrien: 1)remmen van de hormoon synthese, 2) de hormoon secretie en 3) van de perifere conversie van T4 naar het actieve T3 PTU: 600 mg oplaaddosis (= 12 co!), nadien 200 à 300 mg/6 u via maagsonde, eventueel strumazol 60 mg oplaaddosis, nadien 3 x 20 mg/24u: remming van de hormoon synthese en igv PTU ook de conversie van T4 naar T3 jodium (1 u na PTU) p.o.( lugol druppels (1 dr =8 mg) 10 dr/6 u of I.V.( Na of Kl 1 g om de 8 à 12 u): remt de hormoonsecretie kalium of natrium perchloraat (1 g/d in meerdere giften weken lang): remt I uptake en zo de hormoonsynthese Na ipodate (biloptine caps 500 mg) 0,5 tot 2 g (weken lang): remt I uptake en de perifere conversie corticoiden: hydrocortisone 100 mg/8 u: remt de perifere conversie (lithium): lithiumcarbonaat 500 mg gevolgd door 250 mg/6 u(plasmaspiegel 0,5 à 1 meq/l) (cholestyramine, cholestipol, plasmaferese, resin hemoperfusie??)

Cordarone hyperthyroïdie type 1: door I 2 excess (meestal bij onderliggende multinodulaire goiter) behandeling: klassiek type 2: door thyroiditis: (lekken van T4 & T3) klassieke therapie is ineffectief R/ prednisone 0,5 mg/kg; eventueel chirurgie

Myxoedeem coma zeldzaam extreme vorm van hypothyroidie uitgelokt door infectie, infarct, CVA, medicatie, chirurgie de thermoregulatie is gestoord door het verminderd metabolisme gedaalde lichaamstemperatuur vasoconstrictie plasmavolume hartfrequentie cardiac output er is steeds bewustzijnsvermindering

Myxoedeem coma Symptomen hypothermie bewustzijnsdaling bradycardie hypotensie

Myxoedeem coma * Laboratoriumbevindingen hyponatremie hypoglycemie hypoventilatie * ECG: lage voltages en bradycardie

Myxoedeem coma Diagnose T4, T3, TSH steeds cortisol bepalen

Myxoedeem coma: behandeling Supportief meestal intubatie en vaak beademing cardiovasculair * voorzichtige volumeëxpansie * liefst geen vasopressoren passieve externe opwarming + infuusverwarmer glucose hyponatremie: spontaan laten corrigeren! antibiotica: vaak geen diuretica (bij oedeem) lavementen (megacolon) thrombosepreventie

Myxoedeem coma: behandeling Endocrien a) schildklier T4: 300 µg/m2 (500 µg); liefst IV nadien 50-100 µg/d IV tot orale therapie mogelijk wordt T3? (de noodzaak dit te gebruiken of toe te voegen aan T4 wordt niet als standaard beschouwd) - monotherapie: 30-100 µg IV dag 1 nadien 30-50 µg/d - associëren aan T4 bij blijvend coma? 5-30 µg b) preventie van bijnierfalen hydrocortisone 100 mg/8 u tot bijnierinsufficientie uitgesloten is

Feochromocytoma Voorkomen zeer zeldzaam frequente bevinding bij MEN2 syndroom, Von Recklinghausen type 1 en Von Hippel-Lindau Kliniek pallor, palpitations, (high blood) pressure, perspiration, pain (headache) (de 5 p s!) contraststof of medicatie geïnduceerde hypertensie opstoten!

Feochromocytoma Therapie regitine (fentolamine) 1 à 10 mg IV nadien 0,25 tot 1 mg/minuut + eventueel ß blocker: Seloken 5-10 mg IV Tenormin 5-10 mg IV trandate (labetolol) - 20 mg bolus over 1 tot 5 min te herhalen tot effect, nadien onderhoudsdosis 10-100 mg/h (dibenyline, minipress, Ca entry blockers en ACE inhibitoren)