duit de verf! Zwolle Aanpassen Herontwikkeling Kraanbolwerk Stedenbouwkundig Februari 2011

Vergelijkbare documenten
Ontwikkelingsvisie. Noordereiland & Burgemeester Drijbersingel, Zwolle. DeZwarteHond.

kraan KRAANBOLWERK 8011 Zwolle Het industriele verleden is de inspiratiebron voor een nieuwe toekomst

Het dozijn van Sluiseiland, Vianen. Beeldkwaliteitscriteria voor Sluiseiland in 12 afspraken

Beeldkwaliteit Gebouwde omgeving Sfeer Materialisering Kleur

WAGENINGEN, DE MOUTERIJ STEDENBOUWKUNDIG PLAN & BEELDKWALITEIT 21 JUNI 2016

KRAANBOLWERK 8011 Zwolle

Den Helder Stadshart 77

Park van buijsen pijnacker-nootdorp. Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding

Bijlage 1 Beschrijving verloop ontwikkeling stedenbouwkundig plan herontwikkeling Riethorst

rhenen schets-museumkwartier deel 1

RUIMTELIJKE ANALYSE. Historische route

1. Centrale entree pui met trap. 2. Bomen en 3. Haag. 4. De penanten bij de oprit. 5. De vijver

een breed gedragen alternatief Haarlem 1 december 2013

Schelphoek waar cultuurhistorie alsnog Victorie behaalde

uitwerking deelgebied Dordrecht Weeskinderendijk

Den Helder Stadshart 47

WELSTANDSBEOORDELINGEN STADSBOUWMEESTER A M E R S F O O R T. Verslag d.d

catharinahof eindhoven Hoge mate van detaillering onderstreept uniek stedelijk woongebied

3 augustus woningen in groenzone

eemhaven amersfoort Eén haven, twee kades: herinrichting zet Eemhaven op de kaart

Belcanto. ontspannen stedelijkheid

Naar een bereikbaar en leefbaar Stompwijk. Weergave inloopbijeenkomst 18 mei 2015

INHOUDELIJKE TOELICHTING

Costerweg 65 Wageningen

Stedenbouwkundige analyse

Beeldkwaliteitsplan Herontwikkeling Brinkstraat 16 Oud Borne (voormalig terrein Morselt)

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Stedenbouwkundig ontwerpen

Datum AAB NL Beeldkwaliteit ontwerp

Beeldkwaliteitplan t GIJMINK

Nieuwe bestemming voor Ooglijdersgasthuis

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Concept voorontwerp Jaarbeursplein. 27 maart 2013

Park Krayenhoff Uithoorn

NOORDWIJKERHOUT BEELDKWALITEITPLAN PARKPLEIN DE ZILK (CONCEPT) 01 FEBRUARI 2018

Datum: 25 januari 2015 Onderwerp: aanvraag omgevingsvergunning Hoofdstraat 146 nr. HZ_WABO

Nieuwerkerk aan den IJssel - project 312 Rijskade. stedenbouwkundige randvoorwaarden 4 maart 2008 project nummer: 71032

In de Eykmanlaan Visie zijn t.a.v. de openbare ruimte de volgende uitgangspunten relevant:

Vrije kavels, Westbroek 2 E INFORMATIEAVOND BELANGSTELLENDEN

Beeldkwaliteitplan Heerenveen-Midden Tellegebied Herontwikkeling scholenlocatie Tussen Meineszstraat en Coehoorn van Scheltingaweg

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

HOGER BOUWEN IN PURMEREND (1 e aanzet)

nieuwsbrief Waarom deze

Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep

De Wederik. Herontwikkeling woningbouw - Stedenbouwkundig plan Ontwerp

Veld 5. Vragen en antwoorden n.a.v. informatieavond d.d. 16 maart 16.

VERKAVELING EN BEELDKWALITEIT. 5 Woningen Rietbaan te Huissen

Blok 4 August Allebéplein

Stedenbouwkundige en architectonische toelichting ( )

Projectnummer: Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing. Opdrachtgever : de Eekelaar NV Baarleseweg RH Chaam

HERONTWIKKELING MOLENWAL

BEOORDELINGSCRITERIA WELSTAND. Algemeen

Samenvatting Stedenbouwkundig plan

BORGSTEDE EN OMGEVING

Piet Hein kavel te Goes

Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht. December 2008

Cuijk - De Valuwe. Openbare ruimte De Valuwe

beeldkwaliteitsplan HERINVULLING LOCATIE ST. JOSEPHSCHOOL

Jeroen de Boer Jelmer van der Zweep Nynke Telgenhof Ylze Lindeboom. NB: het ontwerp en financiele haalbaarheid is niet getoetst door Woonservice.

HilberinkboscH architecten Wamberg sM - berlicum t woningen De Hoef Rosmalen 206

Tevoren meegegeven uitgangspunten De gymzaal en buitensportfaciliteit zijn als randvoorwaarde meegegeven voor de ontwikkeling van

GEMEENTE GRAVE. Ontwerp Beeldkwaliteitsplan Ligplaats woonboot Nieuwe Haven Grave

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Harelbeke. Beeldkwaliteitsplan voor het centrum en ontwerp voor het Marktplein.

Gemeente Haaksbergen. Gebiedsvisie Buurserstraat/Julianastraat

bijzonder woonmilieu in historisch perspectief

duit de verf! Zwolle Kraanbolwerk Beeldkwaliteitplan Aanpassen Februari 2011

Raadsstuk. 1. Het college stelt het voorstel aan de raad vast. De raad der gemeente Haarlem besluit:

Aanleiding door de ordrachtgeverscombinatie

Inspraaknota herontwikkeling Bovenkerkweg 35A-37

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Inhoudsopgave. 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5

t bouwhuis enschede Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug

Aanvullende aanwijzingen en randvoorwaarden voor het deelplan In de Luwte II - Drachtstervaart

ESSE ZOOM LAAG NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS

BEELDKWALITEITPLAN DRIELANDEN WEST FASE 1

Hoogbouw Effect Rapportage Oostenburg Amsterdam. 9 maart 2015

Gebied 12 Elst Centrum

D A M C E N T R U M B E E L D K W A L I T E I T. o k t o b e r

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer

strijp R eindhoven Van industrieterrein tot groenstedelijk woonmilieu

(Nieuw Borne, Oost Esch, Tuinstad, Singelwonen, Bornsche Beekpark, De Veste, Landgoed Wildiek en Piepersveldweg 5)

Stedenbouwkundige Uitgangspunten

AANVULLING BEELDKWALITEITSPLAN OLDEBROEK-WEST II (HOGEKAMP)

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

KANAALZONE. ALKMAAR Ontwikkelbeeld. overdie DE ONTWERPOPGAVEN VOOR DEELGEBIED OVERDIE

Reactie KCAP op opmerkingen van de Participatiegroep

Hof van Delden een groen kloppend hart voor een levende stad

Datum: 26 mei 2015 Nummer: Onderwerp: Nota van Uitgangspunten locatie Eurowerft Noord te Denekamp

BEELDKWALITEITS PLAN DE ERVEN TE ROCKANJE GEMEENTE WESTVOORNE OKTOBER 2017

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen

Holleweg. Speelterrein. Burg. Smeetsstraat. Bronkboomstraat. 6 bouwkavels. Bronkboomstraat. Munstergeleen

ontwerpvoorstel aan de raad

Ben jij klaar voor Sprokkelenburg?

URHAHN STEDENBOUW EN STRATEGIE MAART 2016 BKP AMERSFOORTSESTRAATWEG

Notitie Ontwerp Notitie Beeldkwaliteitsparagraaf Gasteren Bosakkers 3 e fase

Villa van Wanrooij - Geffen Ontwerpboek December 2010

Burgemeester Tjeerdvan der Zwan opent de bijeenkomst en heet iedereen welkom.

Transcriptie:

duit de verf! Zwolle Herontwikkeling Kraanbolwerk Stedenbouwkundig Herontwikkeling Aanpassen Kraanbolwerk plan november Van verffabriek 2011 naar kleurrijke woonomgeving Februari 2011

Weet je wat jij moet doen Je moet me kussen in het donker, in het donker vlakbij waar het water stroomt en lang ook moet je me kussen tot we allebei naar adem snakken en dan moet je naar me kijken en mijn hand vastpakken en iets zeggen dat je hebt gedroomd en mij daarin een plaatsje geven en steeds mijn naam uitspreken en zeggen dat je me altijd al zocht maar steeds de weg kwijtraakte of naar school moest of je had een baan, vrienden, er was ineens een feest, je weet toch er kwam van alles tussen en dan neem je me mee naar het donker vlakbij waar het water stroomt. Hier dus. Hier moet je me kussen. Ester Naomi Perquin 2 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Stedenbouwkundig plan Kraanbolwerk november 2011 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 3

Noordereiland 4 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Inhoudsopgave 1. Inleiding 7 2. Procesverantwoording 9 2.1 Opgave 2.2 communicatietraject 3. Het Kader 13 4. Ontwerpuitgangspunten 17 5. Beleidsaspecten 33 6. Het ontwerp 39 7. Concept Beeldkwaliteitsplan 57 8. Uitwerkingsaspecten 71 8.1 Civieltechnisch 8.2 Technisch programma van eisen 8.3 Milieu 8.4 Verkeer 8.5 Groen / water / ecologie Bijlage: Urban Fabric, Paul Meurs (2008) - Cultuurhistorische verkenning en analyse Kraenbolwerk Rapportage Doelgroepen De queeste naar het optimale hoogtesilhouet. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 5

Kraanbolwerk in de jaren '30 6 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

1 Inleiding Voor u ligt het stedenbouwkundig plan Kraanbolwerk, november 2011. De ontwikkeling van dit project is mede mogelijk gemaakt door de inzet van verschillende overheidspartijen die geld beschikbaar hebben gesteld om dit bijzonder stukje Dit plan is het vervolg op het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) Schaepman uit 2004, de randvoorwaarden die zijn vastgelegd in de grondexploitatie en de bijlage Herontwikkeling Kraanbolwerk, van verffabriek naar kleurrijke woonomgeving, februari 2011. inzicht Expertisecentrum Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon (038) 498 23 99 Fax (038) 498 20 41 www.zwolle.nl Zwolle te ontwikkelen. Door deze inzet en de medewerking van de eigenaar van de grond, Schaepman lakfabrieken B.V, kwam er ruimte om het project verder uit te werken. Het stedenbouwkundig plan is in samenwerking met de ontwikkelende partij, AM, is opgesteld. "In dit Stedenbouwkundig plan worden velerlei 'technische' aspecten behandeld. Dat kan niet anders. Situering gebouwen en hun hoogtes en beeldkwaliteit, de structuur van de openbare ruimte en hoe te parkeren, al die zaken moeten worden uitgezocht en bepaald. Belangrijk maar uiteindelijk gaat het er om een omgeving te maken waar mensen op een prettige wijze kunnen wonen, werken en In het Stedenbouwkundig plan worden de ruimtelijke mogelijkheden uiteengezet. Hoofdstuk 2 gaat in op de opgave en het beoogde resultaat van de herontwikkeling van het Kraanbolwerk. Hoofdstuk 3 beschrijft het kader en de uitgangspunten. Hoofdstuk 4 gaat nader in op de ontwerpuitgangspunten die in hoofdstuk 5 worden vertaald naar het stedenbouwkundig ontwerp. In hoofdstuk 6 wordt een eerste aanzet gegeven voor het beeldkwaliteitplan. Het beeldkwaliteitplan wordt in het bestemmingsplan verder uitgewerkt. Schaepman Stedenbouwkundig Programma van Eisen Versie revisie 04 Datum april 2004 Stedenbouwkundig programma van eisen Schaepman 2004 ontspannen. En een stedelijke invulling die de bezoekers van de stad aangenaam verrast en gastvrij verwelkomt. Waar tot voor kort verfblikken stonden opgestapeld, brandt straks 's avonds licht achter de ramen en spelen kinderen op het plein of zit het stelletje uit het gedicht op een bankje duit de verf! Herontwikkeling Kraanbolwerk Van verffabriek naar kleurrijke woonomgeving Februari 2011 Zwolle te kussen aan de kade. Dan en pas dan hebben we het goed gedaan". Herontwikkeling Kraanbolwerk, Van verffabriek naar kleurrijke woonomgeving, februari 2011' Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 7

Beeldcollage van het Kraanbolwerk, deels uit het cultuur-historisch onderzoek van Urban Fabric 8 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

2 Procesverantwoording 2.1 Opgave Met het verplaatsen van de fabriek Schaepman en de herontwikkeling van de locatie naar een woongebied ter grootte van 1 hectare ontstaat de kans voor de binnenstad van Zwolle om te voorzien in centrumstedelijk wonen: het Kraanbolwerk. Bij de ontwikkeling van dit gebied zijn verschillende partijen betrokken waaronder de eigenaar het bedrijf Schaepman, grondeigenaar De Vries, AM (onderdeel van BAM) en de gemeente Zwolle. In 2010 is na intensief overleg tussen de partijen toegewerkt naar een voorovereenkomst waarin de uitgangspunten en condities zijn verwerkt waardoor de ontwikkeling van het Kraanbolwerk mogelijk wordt. Door de raad is in februari 2011 het raadsvoorstel ontwikkeling Kraanbolwerk vastgesteld. Hierbij is de voorovereenkomst en het financiële kader in de vorm van de grondexploitatie vastgelegd. Het daarbij gevoegde stedenbouwkundige model geeft een richting voor de planontwikkeling waarbij wordt uitgegaan van een woningbouwprogramma van circa 111 appartementen en circa 43 grondgebonden woningen. Een marktanalyse heeft aan de basis gestaan van het Stedenbouwkundig plan. Het ontwikkelen van het Kraanbolwerk is een voor de binnenstad grote ontwikkeling waarbij circa 150 woningen gebouwd kunnen worden voor ruim 300 bewoners. Het Stedenbouwkundig plan is een vervolg op een lang proces. Op basis van het vastgestelde SPvE Schaepman uit 2004 zijn varianten uitgewerkt waardoor al veel kennis is opgedaan over de (on-)mogelijkheden van deze plek. In dit stedenbouwkundig plan is gezocht naar evenwicht tusssen de gewenste ruimtelijke kwaliteit, de vraag uit de markt en specifiek de beoogde doelgroepen en de economische haalbaarheid. De financiële middelen zijn bepaald door de vastgestelde grondexploitatie en de voorovereenkomst die met de verschillende partijen is afgesproken en de economische situatie. Vanuit de marktanalyse (zie bijlage) wordt aangegeven dat de locatie Kraanbolwerk zich goed leent voor de bouw van een binnenstadprogramma variërend van middeldure en dure koopappartementen en grondgebonden stadswoningen. Door de variatie in het plan wordt op verschillende doelgroepen gemikt. Op basis van een doelgroepenanalyse zijn uitgangspunten geformuleerd die kunnen bijdragen aan het voor deze doelgroep gewenste woonklimaat. Naast het financiële kader en de marktanalyse is een groot aantal ruimtelijke uitgangspunten en thema s benoemd die ook zijn weergegeven in het projectplan 'Herontwikkeling Kraanbolwerk, van verffabriek tot kleurrijke woonomgeving'. Dit projectplan is ter kennisgeving bij het raadbesluit van februari 2011 gevoegd. Hierin wordt de locatie Kraanbolwerk beschreven en worden de uitgangspunten voor de ontwikkeling benoemd. 2.2 Communicatietraject Het Kraanbolwerk is voor de stad een zeer beeldbepalende locatie in de binnenstad en een van de grote ontwikkellocaties aan het Waterplein. College en raad hechten veel waarde aan de mening van de Zwollenaren gezien het unieke stukje van de stad. De opgave was de communicatie dusdanig te organiseren dat alle belanghebbenden voldoende geïnformeerd zijn en / of voldoende in de gelegenheid gesteld zijn om ideeën in te brengen of te reageren op voorstellen. Tevredenheid over de wijze van informeren en een positief imago over de gebiedsontwikkeling waren de belangrijkste communicatiedoelstellingen. Het op verschillende manieren visueel inzichtelijk presenteren van de plannen was daarvoor een belangrijke voorwaarde. Het opstellen van het stedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitplan is een cruciale fase in de planvorming. De basis voor het communicatietraject is neergelegd in een communicatieplan dat is vastgesteld door het college. Het communicatieplan bestrijkt de periode van de planvorming en de uitvoering. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 9

Excursie 14 mei 2011 'cool / uncool' Informatiebijeenkomst juni 2011 Dobbelmanterrein, Nijmegen Sonja Paauw: 'Cool, er wordt geleefd' Meer beelden: Hessenberg, Nijmegen Reinier Mulder: 'Uncool, te weinig gedaan met de openbare ruimte' Doesburg Ronald van Vliet: 'Cool, mooi voorbeeld als voortzetting bebouwing Thorbeckegracht. Schaal van dit project als geheel spreekt aan, uitvoering van de ramen niet. Metselwerk onder goot wel http://www.zwolle.nl/wonen-leven/bouwen-wonen/projecten-bouwen-wonen/kraanbolwerk/enquete-1.htm Schets Klankbordgroeplid Elte de Vries Kraanbolwerk en sociale media 10 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Klankbordgroep Een klankbordgroep, bestaande uit omwonenden, een enkele potentiële bewoner voor Kraanbolwerk en vertegenwoordigers van diverse belangenorganisaties heeft tijdens vier bijeenkomsten, met AM en de gemeente, meegedacht over het Stedenbouwkundig plan en de beeldkwaliteit en gereageerd op concrete voorstellen. Door de kennis, ideeën en inzichten van belanghebbenden in de klankbordgroep te betrekken in de planvorming wordt de kans op een beter plan verhoogd en ontstaat er meer begrip voor ieders belangen. Ter inspiratie is door de projectorganisatie een excursie georganiseerd naar vergelijkbare projecten in Nijmegen en Doesburg. Diverse raadsleden waren daarbij aanwezig. Aan de deelnemers is gevraagd onderdelen van deze reeds uitgevoerde plannen te fotograferen die hen aanspraken ( cool ) of juist tegenstonden ( uncool ) om dit tijdens vervolgbijeenkomsten van tekst of commentaar te voorzien. Door met elkaar in gesprek te gaan en beelden met elkaar te vergelijken ontstond er op deze manier een gezamenlijk gewenst toekomstbeeld over de beeldkwaliteit. Het resultaat van de bijeenkomsten is dat er wel een zekere consensus is ontstaan over de beeldkwaliteit, maar dat de verdeeldheid binnen de klankbordgroep over het Stedenbouwkundig plan op onderdelen groot blijft. Met name het bouwvolume (te massaal en te hoog) blijft punt van discussie. Over de halfverdiepte parkeergarage en daarmee deels opgetilde maaiveld waren de meningen verdeeld. Ook over de noodzaak van een bewandelbare kade langs de kop kwam geen eensluidend advies. Een aantal wensen van een deel van de klankbordgroep is in het plan niet overgenomen door gemeente en AM omdat deze ingrijpende consequenties voor het hele stedenbouwkundig plan zou hebben en de financiële haalbaarheid van het plan te zeer onder druk zou zetten. Wijkplatform Binnenstad Tijdens de informatiemarkt op het Wijkplatform Binnenstad op 25 mei konden bezoekers op panelen inzicht krijgen in de planvorming, vragen stellen aan de plannenmakers en eventueel reageren op de conceptplannen. Informatiebijeenkomst Op 28 juni 2011 is een informatiebijeenkomst gehouden waar voor zo n zestig belangstellenden de plannen zijn gepresenteerd. Een grote maquette bood inzicht, niet alleen in de Kraanbolwerkplannen, maar ook in de plannen in de directe omgeving rond het zogenoemde Waterplein, de Kamperpoort met het Katwolderplein en de Roelenweg- Oost locatie. Website met enquête De website vormt de basis voor de informatieverstrekking naar geïnteresseerden en belanghebbenden buiten de klankbordgroep. Op de website zwolle.nl/kraanbolwerk wordt het concept stedenbouwkundig plan toegelicht aan de hand van veel tekeningen, schetsen en een 3D-filmpje. Daarnaast is er informatie te vinden over de historie van het gebied. Bezoekers van de site konden, gedurende drie weken in juni, in een enquête hun mening geven over de plannen en de beeldkwaliteit. De website is zeer goed bezocht. Meer dan zesduizend mensen hebben een of meerdere pagina's bekeken. De gemiddelde tijd dat de site bekeken werd lag gemiddeld boven de twee minuten. Driekwart van de mensen die de enquête hebben ingevuld reageerden positief op de plannen. Kritische geluiden waren er ook; het totale volume wordt als te groot ervaren en de toren aan de Friesewal als te hoog. Sociale media Twitter en Facebook zijn ingezet om mensen te verwijzen naar de website en te enthousiasmeren om hun mening te geven over de plannen in de enquête. Publiciteit Er is behoorlijk veel publiciteit gegenereerd rond de planvorming. De Stentor heeft uitgebreid verslag gedaan van de presentatie tijdens het wijkplatform Binnenstad en daarna meegewerkt aan het regelmatig attenderen van lezers op de website met de enquête. Verschillende persberichten zijn uitgebracht tot aan de zomer hebben er vrijwel wekelijks artikelen in Wijzer, Stentor en Swollenaer gestaan. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 11

Kraanbolwerk en omliggende projecten De Thorbeckegracht als versteend deel Zwarte Water Hoofdentrees van Zwolle Het Waterplein als kruispunt Zwarte Water en Stadsgracht 12 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

3 Het Kader Iedereen uit de stad en de regio kent het Kraanbolwerk. Misschien niet onder die naam, maar wel als de Schaepmanfabriek. Het is een prominente plek in de binnenstad, niet te missen. De kans doet zich voor dat hier op korte termijn mensen zullen wonen, werken, wandelen en bovenal genieten. Aan het beeld van Zwolle kan een nieuw en betekenisvol icoon worden toegevoegd. Het is voor de maat en schaal van de binnenstad een majeure ontwikkeling. Gelukkig is er inmiddels door velen over deze plek nagedacht; een cumulatie van kennis van de plek en wat het zou kunnen worden. In 2004 is door de gemeenteraad het SPvE Schaepman vastgesteld. Tussen toen en nu is er uiteraard veel gebeurd. Inzichten zijn gerijpt, gewijzigd en voor een deel hetzelfde gebleven. De motie van de gemeenteraad dd. 7 februari 2011 is als randvoorwaarde meegenomen. De opgave is om het Kraanbolwerk te ontwikkelen tot een hoogwaardig binnenstedelijk woonmilieu. Passend binnen de historische context (aanwijzing beschermd stadsgezicht) en de context van de plannen in de directe omgeving (Waterplein). Natuurlijk moet het een mooi plan worden met aansprekende architectuur en aantrekkelijke openbare ruimte. Gezien de ervaring van voorgaande studies en de veranderde economische situatie is het van groot belang dat het plan aansluit op de woningmarkt. De (financiële) haalbaarheid hangt daar van af. Het stedenbouwkundig plan moet daarom voldoen aan een aantal door de markt aangegeven en financiële randvoorwaarden: De locatie moet een bepaalde verdiencapaciteit hebben. Deze vertaalt zich in het aantal te realiseren woningen: circa 110 appartementen en 45 grondgebonden woningen. Het totale bouwvolume komt hiermee op circa 23.000 m2 bruto vloeroppervlak ; De locatie wordt in drie fasen ontwikkeld. Elke fase moet een marktconforme differentiatie kennen in appartementen en grondgebonden woningen; De stallinggarage wordt halfverdiept aangelegd waarbij de bovenkant maximaal 1,20 m boven de kades uitsteekt. De garage wordt mechanisch geventileerd. De bouw gebeurt in twee fasen. Een geheel verdiepte stallinggarage is financieel onmogelijk; Het plan moet voldoen aan de woonwensen van de toekomstige doelgroepen. Om die goed in beeld te krijgen is, in opdracht van AM, door een extern bureau daar onderzoek naar verricht. De resultaten van dat onderzoek worden onderschreven door geconsulteerde Zwolse makelaars. Het doelgroepenonderzoek is te lezen in bijlage 2; Gezien de onderzochte bodemverontreiniging zal een groot deel van de locatie gesaneerd moeten worden. Deze randvoorwaarden leggen een stevige claim op de planvorming. Daar staat tegenover dat nu duidelijker is voor wie gebouwd gaat worden en dat ten opzichte van eerdere plannen het aantal m2 bebouwing is teruggebracht van 27.500 naar 23.000 m2 bvo. Dat geeft richting en lucht. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 13

Maquette Kraanbolwerk 14 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Cultuurhistorie en relatie beschermd stadsgezicht In januari 1993 is de binnenstad, en dus ook het gebied Schaepman ministerieel aangewezen als beschermd stadsgezicht. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht (11 juni 2001) is door de gemeenteraad de locatie Schaepman uit het bestemmingsplan gehaald. Dit betekent dat voor het nog op te stellen bestemmingsplan Kraanbolwerk onderbouwd moet worden hoe om te gaan met de cultuurhistorische waarden van deze locatie. In de tekst behorende bij de ministeriële aanwijzing staat niets vermeld over de locatie Schaepman. zichten en dergelijke wordt in de volgende hoofdstukken beschreven. Om die cultuurhistorische waarden van het Kraanbolwerk te kunnen bepalen is in 2008 in opdracht van de BAM een cultuurhistorische verkenning en analyse uitgevoerd door Urban Fabric. Het doel is om de waarde en betekenis van het gebied in kaart te brengen. Dit is gebeurd in drie stappen: een analyse van het stadsdeel (de locatie als onderdeel van de fortenkroon), een waardestelling van de bestaande gebouwen en een gedetailleerd onderzoek naar het fabrieksgebouw de Volharding en het bedrijfscomplex van Schaepman. Het rapport is opgenomen als bijlage. De aanbevelingen uit dit onderzoek zijn nagenoeg integraal in het Stedenbouwkundig plan overgenomen. Het onderzoek heeft zijn waarde bewezen als belangrijke inspiratiebron. De relatie van het plangebied met de binnenstad qua hoogtes, Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 15

1. Hoogte accenten op tweede rij vanaf waterplein 2. Evenwichtige hoogtes op eerste rij 3. Open zicht op water en groen 4. Maaiveld op twee niveau's, zicht op water, over water 16 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

4 Ontwerpuitgangspunten De bouwstenen voor het ontwerp. De eerste stedenbouwkundige vragen zijn altijd: waar hoort het bij? en wat is de identiteit?. Voor het Kraanbolwerk lijkt dat eenvoudig: de historische binnenstad. Nader inzoomend hoort het ook bij de collectie bolwerken die de stad rijk is. Maar ook bij het Noordereiland met zijn eigenheid en sfeer. En ook bij de andere locaties die in de nabije omgeving in ontwikkeling zijn met als gemeenschappelijk speelveld Het Waterplein. En het Kraanbolwerk kent uiteraard ook zijn eigen geschiedenis, als industriegebied en handelskade. Kortom, op de vraag waar hoort het bij? is geen pasklaar antwoord te geven. Een precieze analyse en waardering moet leiden tot een stelsel van ontwerpuitgangspunten; de bouwstenen voor het ontwerp. Het Kraanbolwerk vraagt om een genuanceerd stedenbouwkundig plan. Om een plan dat zich op subtiele wijze invoegt in het rijke cultuurhistorisch erfgoed van de stad. Het Waterplein Eigenlijk is het Waterplein een verkeerde naam. Het is geen plein. Het is een speelveld waarop ontwikkelingen plaats vinden. Het is voor velen niet nieuw dat in de directe omgeving meer plannen worden voorbereid. Om de samenhang van deze projecten te bepalen, hebben in november 2009 de 'Waar hoort het bij?' ontwerpers van de verschillende projecten, onder leiding van de gemeentelijk stedenbouwkundige, zich gebogen over deze opgave. De resultaten van dit overleg zijn verwerkt in een verslag en hoe dit heeft uitgewerkt wordt hier behandeld. De studentenwoningen en de zorgvoorziening aan de Burgemeester Roelenweg en Pannekoekendijk zijn ontworpen als vier pakhuisachtige gebouwen van zeven en negen lagen hoog. Ze zijn gericht op de aanliggende straten en opgezet rondom een semi-openbare tuin met daaronder een halfverdiepte parkeergarage. Voor het Katwolderplein is het van belang te weten dat een negen lagen hoog pakhuis aan het Zwarte Water staat en daar ook op is gericht. Haaks op de Pannekoekendijk en kijkend over de Achtergracht staat een zeven lagen hoog pakhuis. Het hogere pakhuis staat ten opzichte van de binnenstad achter de bomen bij de brug, het lagere staat meer zichtbaar aan de Achtergracht (met zeven lagen even hoog als de Zwanenburg). Deze plek maakt onderdeel uit van het rivieroevergebied langs het Zwarte Water, waar voor de aanleg van de stadsgracht ook het Noordereiland deel van uit maakte. Bij het Katwolderplein worden op dezelfde wijze de hoogtes geordend. Deze locatie maakt deel uit van de Kamperpoort en definieert de rand van de wijk. Ook hier Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 17

5. De vier cadeaus aan de stad, betekenisvolle nieuwe pleinen en parken 6. Een opbouw met panden 18 7. De wandeling verbeteren, verhogen verblijfskwaliteit Bolwerken van Zwolle Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

komt een hoogteaccent (10 lagen, 30 meter). Deze is meer naar achteren gesitueerd en staat dus ook op de tweede rij. Op die manier vindt er een geleidelijke overgang plaats van gevels aan de straat naar hoogteaccenten daarachter en wordt zo de relatie naar de binnenstad ruimtelijker en zachter. Overigens komt dit overeen met de positie van de Peperbus; die staat ook niet op de rand maar in de binnenstad. Dit ontwerpuitgangspunt is ook aangehouden voor het Kraanbolwerk; een hoogteaccent is mogelijk maar wel op de tweede rij en aan de Friesewal. De hoek Pannekoekendijk Katerdijk markeert de entree van de stad en verdient architectonisch veel aandacht maar is niet meer de plek van het hoogteaccent. De hoogte is nu achttien meter en komt zo overeen met de hoogtes van het Kraanbolwerk aan de zijde van de Thorbeckegracht. Zo wordt samenhang aangebracht tussen deze zo totaal verschillende projecten. Een ander uitgangspunt is dat alle projecten als het ware een cadeau moeten geven aan de stad. Een cadeau in de vorm van een bijzondere openbare ruimte; dat kan een plein zijn, een hof of een tuin. Dat laatste zoals in het plan voor de Roelenweg. In het stedenbouwkundige plan voor het Kraanbolwerk is het voorstel van de Volharding een hof te maken met instandhouding van de voorgevel, een deel van de bouwmassa en constructieve details. De echo van het gebouw en het hof verankeren de plek zo in de tijd; de ziel van het plan. Met het Katwolderplein wordt een nieuw plein toegevoegd aan de stad, met betekenis als uitloper van de binnenstad en verrijking van de Kamperpoort. Met de Rodetorenbrug wordt dit plein verbonden met de openbare ruimtes van de historische binnenstad. Al deze projecten hebben het water als bindend element. Het wordt daarom ook het waterplein genoemd. Het water geeft ruimte, ervaring en dynamiek. De dynamiek en de ervaring van het water maakt deze plek zeer speciaal. Hier staat de stad al eeuwenlang in contact met de buitenwereld. Er werd handel gedreven. Veerboten voeren op Amsterdam. Oude foto s en schilderijen laten zien dat vroeger alle oevers werden gebruikt voor scheepvaart en handel. Die dynamiek is nu overgenomen door auto s, fietsers, voetgangers, bussen en pleziervaart. Het waterplein is nog steeds de plek waar je de stad binnenkomt; alle routes voor alle soorten verkeer komen hier bij elkaar. De rand van de middeleeuwse stad opent zich via de bolwerken naar het westen. Dat extraverte karakter is een kwaliteit en bijzonder ten opzichte van de overige meer introverte bolwerken met daarachter, veilig verscholen, de middeleeuwse stad. Het Katwolderplein kan deze kwaliteit sterker maken; door het iets verhoogde plein, door variatie in bebouwing en hoogtes en dat er s avonds licht brandt en mensen lopen. Door vanaf het plein ruimtes tussen de bebouwing open te houden ontstaan er zichtrelaties naar binnen en naar buiten. Onlangs is de collectie bolwerken van Zwolle opgenomen in de canon van de Nederlandse ruimtelijke ordening. Als exemplarisch voorbeeld van een duurzaam groen/stedelijk woonmilieu in een historische setting. De historische binnenstad is natuurlijk prachtig, maar wat Zwolle uniek maakt is de gaafheid van de vestingstad. Ieder bolwerk heeft een eigen karakter en sfeer en met elkaar vormen ze toch een eenheid. Met de herontwikkeling van het Kraanbolwerk wordt deze collectie voltooid. Speciale aandacht vraagt de continuïteit van het groen aan beide kanten van het water. Het groene karakter staat rondom het waterplein hier en daar onder druk. Vanwege het vele verkeer en de ruimte die dat vraagt en door het harde industriële karakter. Dat laatste is natuurlijk onderdeel van de identiteit van de plek. De plek waar straks mensen wonen, winkelen, lopen en fietsen. Uitgangspunt is dan ook de kades en oevers op een passende wijze te voorzien van bomen en ander groen zodat het geheel wat zachter wordt, beter aansluit op de overige bolwerken en de groene singelgracht versterkt. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 19

Koopmanshuizen - factoorpanden Continue vernieuwing door de eeuwen heen: handel - bedrijvigheid - industrie - plek nieuwe functies Koopmanshuizen - factoorpanden - industriele complexen - nieuwe type gebouwen Industriele complexen Verschillen in grootte, korrel en hoogte en expressie smal - breed - groot losstaand Beeld van fijnzinnig en gedecoreerd naar kloek en stoer. Nieuwe type gebouwen 20 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Resumerend wordt bij de projecten rondom het Waterplein gestuurd op de volgende ruimtelijke aspecten: 1. Hoogteaccenten tot 30 meter op de tweede rij; 2. Evenwichtige hoogtes (16 tot 20 meter) voor de bebouwing op de eerste rij; 3. Open zicht op het water en het groen 4. Geterrasseerd maaiveld 5. Toevoegen nieuwe openbare ruimtes in de vorm van een plein, een hof en park 6. Een wereld van panden 7. Verbeteren van de openbare ruimtes tussen de projecten ten faveure van het verblijven. handelsactiviteiten die al op het Noordereiland plaatsvonden in de vorm van koopmanshuizen en factoorpanden. Ook nu lenen de bolwerken van het Noordereiland zich voor grotere nieuwe functies zoals het theater De Spiegel. De ruimtelijke opbouw van het Noordereiland kenmerkt zich door smallere grachtenpanden en factoorpanden langs de Thorbeckegracht en naar achteren en op het Kraanbolwerk grotere, robuuste bouwmassa s als herinnering aan het industriële verleden. Het Kraanbolwerk onderscheidt zich van de andere bolwerken omdat hier bebouwing op de kop vanuit de kade oprijst. ontwikkeling van de bolwerken en dit deel van de binnenstad. Was het Noordereiland de aangewezen plek om overlastgevende functies te huisvesten, nu zijn en worden deze functies verdrongen ten gunste van aantrekkelijk wonen in historische context. Uitgangspunt is de ruimtelijke opbouw zoals die door de eeuwen heen gestalte heeft gekregen vast te houden; de logica van de plek. De bebouwing op het Kraanbolwerk kent variatie in bebouwing; in grootte, hoogte, korrel, breedte en expressie. Met architectuur die verwijst naar handel, bedrijvigheid en industrie van het Noordereiland. Met gebouwen die individueel afleesbaar zijn. De collectie bolwerken Na het slechten van de vestingwerken midden negentiende eeuw kon Zwolle zich ruimtelijk en economisch openen naar haar omgeving. De twaalf bolwerken transformeerden naar woongebieden in een parkachtige setting en naar handel en industrie. Dat laatste geldt voor vijf bolwerken op het Noordereiland. De ruimte die vrijkwam, werd benut voor nieuwe functies als tuchthuis, gasfabriek, ambachtschool, manege en allerlei vormen van industrie. Grotere gebouwen en gebouwcomplexen. Een nieuwe maat en schaal werd aan de stad toegevoegd. Het stadsbeeld wijzigde indringend. De functies waren een logische voortzetting van de De identiteit van het Noordereiland laat zich lezen als een continue verandering door de eeuwen heen. Van handel en bedrijvigheid naar industrie en nieuwe stedelijke functies en wonen: Van koopmanshuizen en factoorpanden naar industriële complexen en nieuwe gebouwtypes Van verschillen in grootte, hoogte, korrel en expressie Van fijnzinnig en gedecoreerd naar kloek en stoer. Geleidelijk aan wordt het wonen de hoofdfunctie voor het Noordereiland. Een vanzelfsprekende stap in de Uitgangspunten: Bebouwing die oprijst vanuit de kade; Variatie in bebouwing; Architectuur die verwijst naar handel, bedrijvigheid en industrie. Robuust en stevig en subtiel en gevoelig als de koopmanshuizen en factoorspanden aan de Thorbeckegracht Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 21

De meanderende rivier Thorbeckegracht; de meander wordt ruimte en plek. De handelskade De rooilijnen 22 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

De meanderende rivier Zwolle is een waterstad; het water heeft de stad gevormd. Dat geldt ook voor de Thorbeckegracht. De Thorbeckegracht (destijds Nije Graven genoemd) is aangelegd om het water te verwerken dat vanuit het Sallandse achterland in steeds grotere hoeveelheden naar de stad kwam stromen. De rivier meandert en die meander is nog terug te zien in het bochtige verloop van de kademuren en de rooilijnen. De bebouwingswand aan de noordzijde buigt mee met de kade maar de breedte van de kade is niet constant. De ruimte is langgerekt zonder eindeloos te zijn. Je bent binnen maar eigenlijk ook buiten. Dat buiten zijn wordt versterkt door het zicht over het water heen naar het landschap aan weerszijden van de binnenstad. Aan het uiteinde van de Thorbeckegracht heeft het Noordereiland een kenmerkende trompetvorm. De stad opent zich naar buiten. Deze trompetvorm is uitgangspunt bij de herontwikkeling. De rooilijn van de Thorbeckegracht moet deze vorm volgen en dus iets wijken. Aan beide uiteinden van de Thorbeckegracht staat bebouwing aan de kade. Dit versterkt het gevoel van binnen zijn zonder het zicht op het landschap te blokkeren; het interieur van de stad. Belangrijk is dat er een zichtlijn is tussen de bebouwingswand en het bouwblok aan de kade naast de zichtlijn over het water naar het landschap. Uitgangspunten: Trompetvorm rooilijn met zichtlijn langs bebouwingswand naar buiten; Markeren uiteinde door middel van losstaand gebouw aan de kade. De vorm van het bolwerk In de 19e eeuw was voor de handel behoefte aan meer strekkende meters kade. Daarom is toen de ruitvorm van het bolwerk aangepast. De terugspringende ravelijn naast het bolwerk werd gelijk getrokken met het bolwerk: de Friesewal. Anders dan de Thorbeckegracht is deze kade ontworpen. De bebouwing aan de kade was forser en hoger (o.a. de Volharding). De rooilijn is minder gedefinieerd. De bebouwing staat niet op een lijn en de wand is niet continu. De handelskade maakt deel uit van de historie van de stad. Terugbrengen van de oorspronkelijke ruitvorm van het bolwerk zou een deel van de Zwolse geschiedenis uitwissen. Kleine sprongen in de rooilijn van de Frieswal hebben als bijkomend voordeel dat de zon zijgevels aanlicht en zo de sfeer van deze noordgevel en het verblijven op de kade aangenamer maakt. Deze observaties leiden tot een aantal uitgangspunten voor de bebouwing aan de Friesewal: Handhaven van de handelskade; Verspringende rooilijn; Kloeke en brede gebouwen als de Volharding met verschillen in hoogtes; Handhaven van een deel van de massa van de Volharding, en de footprint inzichtelijk houden; Haaks op de kades Kenmerkend voor het Noordereiland zijn de smalle straten en stegen haaks op de Thorbeckegracht zoals de Spinhuisbredehoek, de Posthoornbredehoek en de Kanonsteeg. Plek voor eenvoudige woningen voor neringdoenden (zie bijlage 1). De verschillen in ervaring van de openbare ruimte zijn bijkans extreem; van zicht op het verre landschap tot de stilte van een steeg. Deze kwaliteit, van verschillen in ervaring, wordt ook ingezet op het Kraanbolwerk door smalle straten en een hof te maken tussen de Thorbeckegracht en de Friesewal. Uitgangspunten: Toevoegen van nieuwe verbindingen tussen Thorbeckegracht en Friesewal Verstiltheid en rust door samenhang in de bebouwing en bestrating. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 23

De stegen De steeg Derde Bredehoek Kloeke bouwblokken, fijne parcellering en losse gebouwen De Volharding aan de Friesewal Erfgoed 24 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Cultuurhistorisch erfgoed Over het cultuurhistorisch erfgoed is hierboven al het een en ander aangehaald. Kort samengevat: robuuste gebouwen die op het water zijn gericht, de industriële sfeer op de kop, verspringende rooilijn en forsere bouwvolumes aan de Friesewal, een gepaste beëindiging van het bebouwingsritme langs de Thorbeckegracht (bestaande uit een golvende rooilijn met factoorpanden en koopmanshuizen), en een structuur van stegen haaks op de gracht als rijgdraden die verschillende onderdelen van het plan met elkaar verbinden. Voor de Volharding zijn in het rapport van Urban Fabric twee opties aangegeven. Ten eerste: behoud en herbestemming van het pand als geheel; dit stelt eisen aan het aard en gebruik en heeft consequenties voor de exploitatie van het gehele gebied. De tweede optie: behoud van de gevel aan de Friesewal en voelbaar houden van de maat en schaal van de Volharding aan de kade. Zo ontstaat van afstand een ruimtelijke en historische gelaagdheid. In het ontwerp is de tweede optie als uitgangspunt aangehouden. En wel omdat er gesaneerd moet worden; handhaven van de gehele Volharding de stallinggarage praktisch en financieel onmogelijk maakt. Er is onderzocht hoe om te gaan met de voorgevel van de Volharding. Slopen en herbouwen met oorspronkelijke materialen of laten staan en later opnemen in een nieuw bouwkundig geheel. De tweede optie is het uitgangspunt. Consequentie is dat de gevel een aantal jaren gestut zal moeten worden. De verwachting is dat het pand op staal is gefundeerd. In dat geval zal te zijner tijd de gevel op dezelfde wijze moeten worden gefundeerd als de aanliggende bebouwing. Technisch en financieel is dat oplosbaar, doch is niet zonder risico. Het interieur van de Volharding bestaat uit een bijzondere houten kapconstructie en het gebouw wordt gedragen door genagelde gietijzeren kolommen. Uitgangspunt is deze architectonische kenmerken een plek te geven in het Stedenbouwkundig plan en in de architectuur. De overige bebouwing wordt in het rapport van Urban Fabric laag gewaardeerd. De waardering zit meer in de stedenbouwkundige setting. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat het voormalige ABTB-complex gedeeltelijk is gefundeerd op de kademuur. Gebruikelijk in die tijd, maar daarop is de kademuur niet berekend en gebouwd. Het ABTB-complex vertoont aan de waterzijde over de gehele lengte scheurvorming. Noodconstructies houden het gebouw overeind. Gelet op deze aspecten is sloop onvermijdelijk. Uitgangspunten: Behoud van de voorgevel en de maat en schaal van de Volharding voelbaar houden; Bijzondere architectonische details van de Volharding opnemen in stedenbouwkundigplan; Sloop van de overige bebouwing. Stadsbeeld en bouwhoogtes Het stadsbeeld aan de Thorbeckegracht wordt bepaald door bouwblokken met een hoogte variatie van twee tot vier lagen met kap. Dit is ook het uitgangspunt bij het beëindigen van de wand aan de westzijde. Aan de westkop van de kades komen hogere bouwhoogtes voor. Losstaande gebouwen die refereren aan het robuuste industriële landschap. Qua hoogte variëren deze gebouwen tussen 5, 6 en 7 lagen. De analyse van het Waterplein heeft aangetoond dat aan de oostzijde van de Friesewal een hoger gebouw mogelijk is. Uitgangspunt is een geleding in twee opgaande volumes, beiden beëindigd met een steile kap met twee lagen. De goothoogte bevindt zich op laag acht. Dit hogere en in zijn vorm markante gebouw staat ruimtelijk gesitueerd in de knik van de Achtergracht. Een bijzondere plek met voldoende maat en ruimte om zich heen. Met de Zwanenburg en het studentenhuis aan de Pannenkoekendijk (beiden zeven lagen) wordt dit deel van de Achtergracht ruimtelijk bepaald. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 25

Stedenbouwkundig concept 26 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Onderzocht is hoe deze hoogte zich manifesteert aan de routes naar en in de stad: Het gebouw is zichtbaar de binnenstad komend vanaf de Dijkstraat maar onder een hoek en dus niet frontaal en dominant. In die zin neemt het een vergelijkbare positie in als de Spiegel bij de Stenen Pijp. De toneeltoren van de Spiegel is 26 meter, vergelijkbaar met acht lagen. De Spiegel (en voorheen de gasfabriek) hebben laten zien dat hogere gebouwen achter de bebouwingswand van de Thorbeckegracht ruimtelijk goed inpasbaar zijn; Komend vanaf de Burgemeester Roelenweg toont het gebouw zich ook overhoeks en zijn het vooral de twee kappen die het beeld dragen; Vanuit woonstraten in Dieze of straten in de binnenstad is het gebouw niet zichtbaar en heeft het dus geen nadelige effecten. Vanaf de nieuwe Rodetorenbrug verrijzen de kappen boven de rest van de bebouwing uit. Ze geven zo de totale compositie diepte en gelaagdheid. Er is ook ruimtelijk onderzocht wat het zou betekenen als het hoogteaccent gesitueerd zou worden op de kop van het Kraanbolwerk, ter plaatse van het Schaepmancomplex. Historisch een verdedigbare plek, want hier stond voorheen een bouwmassa van 28 m hoog. Toch is dit niet als uitgangspunt genomen omdat het te dominant wordt. Helemaal in relatie tot de andere projecten rondom het Waterplein. Een bouwmassa op deze plek in zes lagen (achttien meter) harmonieert beter in het geheel. Het zorgt voor een evenwichtige en harmonieuze opbouw van de massa s aan weerszijden van het water en maakt zo een mooie wand naar het Rode Torenplein. In de massaopbouw van het Kraanbolwerk is als uitgangspunt gekozen dat sprongen in hoogtes bij voorkeur twee lagen moeten zijn. Kleinere hoogteverschillen maken dat de bouwmassa s 'verklonteren' en het geheel massaler oogt dan het in werkelijkheid is. De historische binnenstad is een stad van kappen. Dit dakenlandschap kent overwegend zadeldaken in allerlei variaties. Zo is dat ook op het Noordereiland. Dit geldt vooral voor de smallere koopmanswoningen, maar ook voor de bredere factoorshuizen. Deze hebben naast zadeldaken ook schilddaken. De grote pakhuizen op de kop van het Kraanbolwerk hadden een bijzonder fraaie kap in een kruisvorm met een fronton. De Volharding is de laatste getuigenis van deze robuuste bouwvorm. Ondanks dat de binnenstad vele vormen van kappen kent, oogt het geheel toch harmonieus en samenhangend. Dat heeft vooral te maken met de beperking in de variatie dakhellingen. De meestertimmerman gebruikte eenvoudige geometrische principes om een dak te construeren. Hij maakt daarbij gebruik van de gulden driehoeken 3:4:5 (stadshuizen) en 5:12:13 (kerken en openbare, bijzondere gebouwen). Deze driehoeken werden zowel staand als liggend toegepast met als resultaat een beperkt hellingrepertoire van vier soorten hellingen die goed zijn te combineren: 23, 37, 53 en 67 graden. Uitgangspunt is dan ook dat op het Kraanbolwerk wordt gebouwd met kappen met deze hellingen. Voor gebouwen die refereren aan het industriële verleden kan een uitzondering worden gemaakt. In hoofdstuk 6 beeldkwaliteit wordt dit toegelicht. Uitgangspunten: Doorgaande bebouwing wand Thorbeckegracht twee tot vier lagen met kap Op de kop losstaande en hogere bebouwing met wisselende hoogtes tot zeven lagen; Het hoogste gebouw aan de Friesewal (acht lagen met twee lagen in steile kap); Sprongen in hoogtes minimaal twee lagen; Alle gebouwen krijgen een kap, uitzonderingen daargelaten. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 27

Referentiebeeld Raambuurt Deventer Referentiebeeld Nieuw Leyden Referentiebeeld, Nijmegen Referentiebeeld Delftse stoep, Nijmegen 28 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

Stadsplattegrond en openbare ruimte Kenmerkend voor dit deel van het Noordereiland zijn twee typen ruimtes, de kades en de smalle dwarsstraten. De doorlopende kades zijn de Friesewal en de Thorbeckegracht met op de westkop losse gebouwen op de kades. De kromming van de rooilijn aan de westkop van de Thorbeckegracht is daarbij de verbijzondering. De tweede type ruimte zijn de smalle dwarsstraten waarlangs bebouwing is gesitueerd. Door deze dwarsstraten ontstaan er zichtlijnen van kade naar kade. Bepalend voor de sfeer en het karakter van de openbare ruimte is de inpassing van de halfverdiepte stallinggarage. De maximale hoogte ten opzichte van het nieuwe maaiveld ( 2,10m. + N.A.P.) bedraagt 1,20 m. Met dit hoogteverschil kun je van het lage niveau op het hogere kijken. Het hoogteverschil wordt daardoor niet ervaren als een muur of een barrière. Het aangebrachte hoogteverschil refereert naar het typische van de bolwerken (zie Badhuiswal, Eekwal en Suikerberg). De rand van de stallinggarage wordt ten opzichte van de bestaande kades naar binnen gesitueerd. Voor de Thorbeckegracht betekent dit dat de ruimte wordt opgedeeld in twee niveaus; een deel op het niveau van de bestaande kade langs het water en een hoger deel langs de bebouwingswand. De rand van de stallinggarage aan de Friesewal komt achter de voorgevel van de Volharding te liggen. Aan het eind van de Friesewal wordt het hoogteverschil tussen beide niveaus overbrugd door middel van een hellingbaan en trap. Ook op de kop van het Kraanbolwerk ligt de rand van de garage terug. Belangrijk uitgangspunt is dat de stallinggarage niet als dusdanig te zien is. De garage wordt als vanzelfsprekend geïntegreerd met de inrichting van de openbare ruimte of met de bebouwing. Uitgangspunt is dat er drie nieuwe verbindingen komen tussen beide kades: een smalle steeg of gang op de grens van het terrein van Lenderink, een hof ter plaatse van de Volharding en een straatje van vijf a zes meter breed op de kop van het Kraanbolwerk. Ter plaatse van de doorsteek bij de Volharding aan de Thorbeckegracht is er de mogelijkheid van een daghorecavoorziening in de vorm van een klein paviljoen met terras op het niveau van de lage kade. Het maken van doorzichten naar en zichtlijnen op de kop naar het water toe is een belangrijk uitgangspunt. In het verlengde van de bebouwingswand aan de Thorbeckegracht kun je met een trap naar de bestaande kade afdalen. Dit sluit aan op het historische feit dat hier vroeger ook een trap was. Doordat de garage terug ligt, is het mogelijk om op deze markante plek een boom te planten. Uitgangspunt is dat de kades op passende wijze worden voorzien van beplanting. Vooral de verblijfskwaliteit van de Thorbeckegracht vraagt veel zorg en aandacht. Goed gelegen op de zon en met een mooi uitzicht op het water en de binnenstad is dit de uitgelezen plek om te wandelen en om op een terras of met je geliefde op een bank te zitten. Naar verwachting zullen ook gezinnen met kinderen het Kraanbolwerk een prettige plek vinden om te wonen. Vandaar dat ruimte gereserveerd moet worden voor een veilige en beschutte speelplek van 100 tot 500m2 voor kinderen tot 6 jaar. Een plek in het bouwblok ligt meer voor de hand dan aan een kade. De precieze afmeting van de speelplek en de te plaatsen speeltoestellen worden bepaald nadat de bewoners bekend zijn. De inrichting zal met hun inbreng worden besproken. Voor het autoverkeer is het mogelijk in één richting rond te rijden; van de Friesewal door het straatje op de kop en dan via de Thorbeckegracht naar de Dijkstraat. De entree van de parkeergarage bevindt zich in het hogere gebouw aan de Friesewal. Na deze entree wordt de kade eenrichtingverkeer. De bestaande parkeerplaatsen aan de Friesewal worden deels gehandhaafd. Behalve deze komen er geen parkeerplaatsen in de openbare ruimte. De profielen van de kades en straten zijn afgestemd op hulpdiensten en vuilniswagens. De exacte hoogtes van kades en straten worden in het openbare ruimteplan bepaald. Uit een overleg met de woonbootbewoners aan de Friesewal is gebleken dat deze opteren voor een andere ligplaats en wel aan de overzijde van de Achtergracht. Dit in verband Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 29

Principe doorsnede Kraanbolwerk 30 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

met de schaduwwerking van de geplande bebouwing. Voor de boten is bezonning essentieel, in de winter eigenlijk nog belangrijker dan in de zomer in verband met tegengaan van vocht. De mogelijkheden hiervoor worden nu onderzocht. De bestrating, verlichting, straatmeubilair en huisvuilverzamelplekken zijn van het standaard kwaliteitniveau van de binnenstad. Op termijn zal voordat met het ontwerp van de openbare ruimte wordt begonnen, een specifiek Programma van Eisen Openbare Ruimte worden opgesteld waarin alle aspecten meer uitputtend en preciezer worden benoemd en vastgelegd, de Zwolse Gehandicaptenraad zal hierbij betrokken worden. Uitgangspunten: Maximaal 1,20 meter hoogteverschil tussen bestaande kades en verhoogd maaiveld; De stallinggarage wordt zodanig geïntegreerd dat deze niet zichtbaar is vanuit de openbare ruimte; Er komen drie verbindingen tussen beide kades; Het maken van doorzichten en zichtlijnen vanuit de kop naar het water en het groen; De kades voorzien van bomen en inrichten als onderdeel van het woongenot; Een speelplek van 100 tot 500 m2 voor kinderen tot 6 jaar; Éénrichtingverkeer; Entree stallinggarage aan de Friesewal en zoveel mogelijk aan oostzijde plangebied; Handhaven deel parkeerplaatsen aan waterkant Friesewal, zie beleidsaspecten verkeer en parkeren, hoofdstuk 7. Bouwblok en gebouw Ook hier zijn twee kenmerkende typen te onderkennen. Het eerste is een gesloten bouwblok met doorlopende bebouwing (rooilijn) langs de kades en bebouwing langs de dwarsstraten. Het gesloten bouwblok vormt de stedenbouwkundige eenheid maar niet de architectonische eenheid. Deze wordt gevormd door de individuele panden met een verschillende korrelgrootte en architectuur (brede factoorpanden, smalle koopmanshuizen en het pand Lenderink als rijksmonument). Het tweede type wordt gevormd door losse gebouwen op de westkop van het Noordereiland met elk hun eigen architectuur met als bijzonderheid dat de gebouwen doorlopen tot aan de kademuur. Uitgangspunten: Doorlopende bebouwing langs kades en dwarsstraten; Losse gebouwen op de kop; Individualiteit panden. Gebouw en omgeving Bij het gesloten bouwblok heeft ieder pand (woning) een duidelijke voor- en achterkant. Aan de voorkant hebben de woningen op de begane grond een actieve en levendige plint, hogere begane grondlaag (stoepen en trappen). Bij de losse gebouwen zijn er alleen maar voorkanten die of grenzen aan de kade of aan het water. Uitgangspunt is zo veel mogelijk voordeuren aan straat. Dat geldt ook voor de appartementen. De woningen op de begane grond krijgen een eigen voordeur. Voor de leefbaarheid en de sfeer van de openbare ruimte is dit essentieel. Wonen is de hoofdfunctie, maar door zowel wonen en werken mogelijk te maken in het gebied en met name aan de Thorbeckegracht zijn zowel bij aanvang van het project als op termijn wel mogelijkheden voor functiemenging. Deze mogelijkheid wordt in het bestemmingsplan opgenomen. Hierdoor is ruimte om het plan met de tijd te laten meegroeien en te veranderen met de dynamiek van de tijd. Eveneens is er ruimte voor een daghoreca in het stedenbouwkundigplan aan de Thorbeckegracht opgenomen. Uitgangspunten: Zoveel mogelijk voordeuren aan straat; Actieve en levendige plint met hogere begane grondlaag aan de Thorbeckegracht. Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 31

32 Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk

5 Beleidsaspecten Archeologie, monumenten en cultuurhistorie Dit gebied beslaat het terrein tussen de Thorbeckegracht, Schuttevaerhaven, Friesewal en de Kanonsteeg. De Friese wal maakte oorspronkelijk deel uit van een zeventiende eeuws verdedigingswerk en ontleent zijn naam aan de beurtschepen op Friesland die daar aan de kade liggen. De fabrieksgebouwen van Schaepman aan de Thorbeckegracht zijn onderkelderd. Verder liggen in de lakstokerij vier lakputten. Op de plek van de onderkelderde fabrieksgebouwen en de lakputten is de archeologische verwachtingswaarde 0%. Voor het overige gedeelte van het terrein geldt een waarde van 50% en 100%. Het eerste deel met een waarde van 50% betreft het gebied tussen de Thorbeckegracht en het deel van het terrein van Schaepman. Op het oudste kadastrale minuutplan uit 1832 zijn hier een voormalige blauwververij en een pakhuis gesitueerd. Op de plek van deze gebouwen is een opgraving noodzakelijk. Het overige deel dient door middel van een archologisch proefonderzoek onderzocht te worden. Het tweede deel van het terrein van Schaepman heeft een archeologische waarde van 100% en betreft het gebied tussen het jonge kantoorcomplex van Schaepman en de Kanonsteeg. Hier lag een aantal pakhuizen met achtererven. Later zijn hier oude fabrieksgebouwen van Schaepman herrezen waaronder het gebouw de Volharding. Dit terrein dient archeologisch onderzocht te worden. Binnen het plangebied bevinden zich geen aangewezen monumenten. Het gebied kent wel een rijke historie en eigenheid. Conform het Zwolse monumentenbeleid, dat is gericht op de instandhouding van historisch waardevolle objecten, complexen, openbare ruimte en stedenbouwkundige en landschappelijke structuren, wordt hiermee in het plan rekening gehouden. Voor de bepaling van de aanwezige cultuurhistorische waarden en hoe daar mee om te gaan in het ontwerp wordt verwezen naar het rapport van Urban Fabric. De aanbevelingen uit dit onderzoek zijn nagenoeg integraal in het stedenbouwkundig plan overgenomen. Het onderzoek heeft zijn waarde bewezen als belangrijke inspiratiebron. Verkeer en parkeren De locatie Schaepman ligt binnen het 30km/u gebied binnenstad. Het gebied wordt vanaf de Dijkstraat ontsloten via de Friesewal en de Thorbeckegracht. Toen de Schaepmanlocatie, Lenderink en de Vries nog in bedrijf waren, was de bereikbaarheid van deze locatie voor zwaar verkeer problematisch. De verkeersbewegingen straks worden veroorzaakt door de bouw van de circa honderdvijftig woningen. Dit genereert een hoeveelheid autobewegingen die vergelijkbaar is met een rustige woonstraat en past dus in het 30 km/u regime. De Friesewal en de aansluiting van de Friesewal op de Dijkstraat kan deze toename van het autoverkeer met de huidige inrichting prima verwerken. Temeer daar bij de verkeersknip op het Rode Torenplein de hoeveelheid doorgaand verkeer via de Dijkstraat aanzienlijk is afgenomen. Uitgangspunt is dat de entree van de stallinggarage ontsloten is op de Friesewal. Na deze entree wordt de route éénrichting, tegen de klok in. De Dijkstraat is in het GVVP aangewezen als vervoersas voor de bus, hoofdfietsroute en secundaire ontsluitingsroute voor de binnenstad vooral bestemd voor bevoorradend verkeer. Bovendien functioneert de Dijkstraat als looproute van de parkeeraccommodaties buiten de gracht naar de binnenstad. Het gebied moet voldoende bereikbaar zijn voor brandweer, overig vrachtverkeer (zoals verhuiswagens) en de vuilnisophaaldienst. Het parkeren moet voldoen aan de parkeernorm zoals die is opgenomen in het bouwbesluit. De norm is duur segment. Het Kraanbolwerk wordt zoveel mogelijk autoluw. Behalve de bestaande parkeerplaatsen aan de Friesewal zijn er verder geen parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Programma Kraanbolwerk is een goede plaats voor horeca dankzij de ligging aan het water. Alleenstaande daghoreca zonder eigen aantrekkingskracht (locatie, specifieke doelgroepen en aanbod) kan het moeilijk krijgen, omdat de locatie buiten de loop ligt. De gedachte om ambachten mogelijk Stedenbouwkundig plan - Kraanbolwerk 33