2 e termijnrapportage 2015 MGR Regio Rijk van Nijmegen
2 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding... 5 2 Regioplatform voor afstemming en overleg... 6 3 Rapportage Werkbedrijf... 7 3.1 Terugblik: de eerste vijf maanden... 8 4 Wat hebben we gerealiseerd?... 11 4.1 Kandidaten uit de Participatiewet naar werk... 11 4.2 Actieve bedrijven... 13 4.3 Kandidaten op leerwerkplekken... 14 4.4 Opgehaalde vacatures... 15 4.5 Jongeren naar werk en terug naar onderwijs... 16 4.6 Invulling banenafspraak... 17 5 Realisatie tot en met de tweede termijn... 18 6 Risico s... 20 Bijlage 1 Financiën... 21 Bijlage 2 Bestandsontwikkeling Participatiewet... 23 Bijlage 3A: Kandidatenbestand arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen... 24 Bijlage 3B Uitstroom naar werk arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen 24
Samenvatting In deze tweede termijnrapportage 1 informeren we uw raden over de ontwikkelingen binnen de MGR. De begroting van de MGR, die in november door ons Algemeen Bestuur is vastgesteld en aan uw raden is aangeboden, dient daarvoor als basis. De rapportage gaat kort in op de ontwikkelingen binnen de MGR als samenwerkingsplatform. De nadruk ligt op de ontwikkelingen en de resultaten van de module Werkbedrijf. Ontwikkelingen binnen de MGR als regionaal samenwerkingsplatform De platformfunctie van de MGR begint steeds meer vorm te krijgen. Er zijn verdere stappen gezet in de inrichting van de MGR. In dat kader is in april aan de raden een voorstel aangeboden tot het wijzigen van de juridische regeling voor de MGR. Met die wijzigingen wordt onder meer geregeld dat de SW wordt toegevoegd aan het Werkbedrijf en wordt ICT als module in de MGR opgenomen. Over deze voorstellen heeft de agendacommissie, samen met het Dagelijks Bestuur van de MGR, een raadsconferentie georganiseerd. In deze bijeenkomst zijn de raden geïnformeerd over de voorstellen die voorlagen en de stappen die de komende maanden gezet gaan worden. Ontwikkelingen en resultaten module Werkbedrijf Het Werkbedrijf is vijf maanden operationeel en sinds 18 mei werkt iedereen (Werkbedrijf en UWV) vanuit dezelfde locatie aan de Nieuwe Dukenburgeweg. In deze rapportage informeren we u over de resultaten van het Werkbedrijf in de periode van maart, april en mei. Als het relevant is zullen we hierbij ook de resultaten van het UWV betrekken. Er is de afgelopen maanden hard gewerkt om de achterblijvende resultaten uit de eerste rapportage te verbeteren. De resultaten van maart, april en mei zijn dan ook verbeterd vergeleken ten opzichte van de eerste twee maanden, toen veel energie gestoken moest worden in het inrichten van de organisatie en systemen. Uitstroom Participatiewet naar Werk De uitstroom uit de Pwet naar werk was in de eerste maanden al hoger dan begroot, die lijn houden we vast. We liggen met een uitstroom van 418 personen op koers om de doelstelling van 1000 mensen die uitstromen naar werk in 2015 te realiseren. Leerwerkplekken Tot en met 31 mei 2015 zijn er 950 kandidaten begeleid op een leerwerkplek. Hiermee lopen we in ruime mate voor op onze doelstelling. Opgehaalde vacatures We merken dat de omslag die het Werkbedrijf wil maken naar meer focus op de werkgever tegelijkertijd vereist dat we onze kandidaten goed in beeld houden. Door de hogere instroom aan kandidaten dan begroot levert dat extra druk op in de uitvoering. Veel capaciteit is dan ook uitgegaan naar het plaatsen 1 De eerste rapportage noemden we een kwartaalrapportage. We spreken nu over termijnrapportages, omdat de termijn waarover we rapporteren niet identiek is aan een kwartaal. Deze tweede termijn rapportage rapporteert over de eerste vijf maanden van het jaar 2015, en in het bijzonder over de maanden maart, april en mei.
4 van kandidaten op de opgehaalde vacatures. Dit is terug te zien in de uitstroomcijfers. We zijn er dan ook in geslaagd om 39% van de vacatures in te vullen. Tegelijkertijd zien we dat het aantal opgehaalde vacatures achterblijft bij de begroting. Jongeren naar werk en terug naar school Jongeren (27) vormen een van de doelgroepen waar het werkbedrijf extra prioriteit aan geeft. In de periode tot 30 april zijn 165 jongeren uitgestroomd naar werk en 18 jongeren teruggegaan naar school. Banenafspraak Onze regio heeft in het kader van de banenafspraak als indicatieve opgave van het Rijk gekregen om in 2015 en 2016 in totaal 305 extra banen bij bedrijven te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Het is met name aan de werkgevers om hiervoor ook de banen aan te leveren. Het Werkbedrijf ondersteunt hierin, samen met UWV, door de kandidaten in beeld te brengen en geschikte kandidaten aan te dragen. De SAR is bezig met het opstellen van een campagneplan rondom de baanafspraak, om zo een extra impuls te geven aan meer werk voor mensen met een arbeidsbeperking. We slagen er goed in om geschikte kandidaten uit het doelgroepregister aan te leveren voor door werkgevers aangemelde banenafspraakvacatures. Tot en met mei dit jaar zijn 74 kandidaten met een arbeidsbeperking aan de slag gegaan op een garantiebaan bij een regulier bedrijf. Daarbij is het 15 maal voorgekomen dat een werkgever uit eigen intiatief een vacature meldde voor een kandidaat van de banenafspraak. 14 van deze 15 banenafspraakvacatures hebben we ingevuld. Werken in werksoorten We hebben de afgelopen maanden flink geïnvesteerd in de dienstverlening aan werkgevers en de kandidaten, ondermeer door het uitvoeren van een aantal pilots. Een uitkomst hiervan is dat we vanaf juni werken georganiseerd naar werksoorten. Een werksoort is bijvoorbeeld logistiek of detailhandel. In deze structuur leren onze medewerkers de specifieke vraag op de arbeidsmarkt kennen en kunnen zij hun netwerk van werkgevers in de regio beter onderhouden en uitbreiden. Door het werken in werksoorten kunnen we vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen en zoveel mogelijk mensen aan een passende baan helpen.
5 1 Inleiding Voor u ligt de tweede termijnrapportage van de MGR Regio Rijk van Nijmegen. Met dit document rapporteren we over de ontwikkelingen binnen de MGR in de maanden maart, april en mei van 2015, zowel financieel als inhoudelijk. De begroting van de MGR, die in november door ons algemeen bestuur is vastgesteld en aan uw raden is aangeboden, dient daarvoor als basis. De MGR is zowel een uitvoeringsorganisatie, als een platform voor regionaal overleg. In het kader van deze uitvoeringstaak, is 1 januari 2015 de eerste module van de MGR van start gegaan: het Werkbedrijf. Afgesproken is dat bij deze taak prioriteit ligt in de eerste periode. Met het Werkbedrijf worden door de deelnemende gemeenten, het SW bedrijf Breed, het UWV en andere organisaties de handen ineen geslagen om de doelstellingen uit de Participatiewet te realiseren. Een bijzonder samenwerkingsverband omdat hiermee het afbreken van de schotten tussen de verschillende regelingen, wordt doorvertaald naar de uitvoeringsorganisatie. Het jaar 2015 staat voor het Werkbedrijf in het teken van de bouw en inrichting. Dit betekent dat dit jaar gewerkt wordt aan de integratie van Breed in het Werkbedrijf, dat het personeel geplaatst wordt en dat de gezamenlijke uitvoering van start gaat. Het proces om dat te realiseren vraagt nog wel om instemming van de betrokken partijen (colleges, raden en medezeggenschap). Het is echter een proces: nog niet alles stond per 1 januari 2015 en ook nog niet alles zal in de uitvoering volledig functioneren per 1 januari 2016. In hoofdstuk 3 van deze rapportage beschrijven wij wat we in de afgelopen maanden op dit gebied hebben gerealiseerd. Ook het verder opzetten van de MGR en vormgeven van de platformfunctie zijn echter belangrijk en mogen niet worden vergeten. Alle gemeenten staan voor grote opgaven door decentralisaties in het sociaal domein, bezuinigingsdoelstellingen en zich veranderende verhoudingen tussen lokaal bestuur en plaatselijke samenleving. Samenwerking tussen gemeenten is essentieel om hier op een goede manier vorm aan te kunnen geven. Daarom besteden wij in deze termijnrapportage, net als in de eerste, aan beide onderdelen van het takenpakket aandacht, waarbij met name gefocust wordt op het Werkbedrijf. Dit is conform de keuzes die zijn gemaakt bij de begroting voor 2015.
6 2 Regioplatform voor afstemming en overleg In het koersdocument In een goede relatie geef je elkaar de ruimte staat een aantal principes gedefinieerd voor regionale samenwerking. Principes die tot stand gekomen zijn na een traject van ruim twee jaar met raden en colleges: 1) Samenwerking haalt het maximale uit de uitvoering; 2) Samenwerking laat beleid een lokale aangelegenheid; 3) Samenwerking levert geen bestuurlijke drukte op; 4) Samenwerking gaat uit van ontkokering en integraliteit. Het Werkbedrijf staat als eerste module van de MGR voor de uitdaging vorm te geven aan de eerste twee principes. Over de stappen die hierin zijn gezet in de afgelopen drie maanden kunt u lezen in de volgende hoofdstukken. Het is aan de MGR om invulling te geven aan de laatste twee principes. Wat hebben we gedaan? De afgelopen maanden hebben we gezien dat de platformfunctie van de MGR steeds meer haar plek begint in te nemen. Zo zijn we bezig geweest om verdere stappen te zetten in de inrichting van de MGR. In dat kader is in april aan de raden een voorstel aangeboden tot het wijzigen van de juridische regeling voor de MGR. Met die wijzigingen wordt onder meer geregeld dat de SW wordt toegevoegd aan het Werkbedrijf en wordt ICT als module in de MGR opgenomen. Het vaststellen van de wijzigingen in de MGR is een bevoegdheid van de colleges en raden en formeel heeft de MGR daarin dan ook geen rol. We hebben echter wel gezien dat het voorbereiden van de voorstellen en de door te voeren wijzigingen op een goede manier in het bestuur van de MGR kan worden vormgegeven, zodat regionale afstemming heeft plaatsgevonden alvorens de colleges een besluit nemen. Daarnaast heeft de agendacommissie, samen met het Dagelijks Bestuur van de MGR, een raadsconferentiegeorganiseerd over deze voorstellen. Dit is een goedbezochte bijeenkomst geweest, waar de raden zijn geïnformeerd over de voorstellen die voorlagen en de stappen die de komende maanden gezet gaan worden. Door deze samenwerking tussen de agendacommissie, het bestuur van de MGR, de colleges en de raden kunnen we gezamenlijk tot goede resultaten komen, zoals de afgelopen periode is gebleken. Een ander voorbeeld van het steeds meer functioneren als platform, is het feit dat het algemeen bestuur van de MGR de afgelopen maanden ook is gebruikt als gremium voor afstemming op thema s die niet tot de uitvoering van de MGR behoren. Zo hebben in het bestuur gesprekken plaatsgevonden over het doelgroepenvervoer ten behoeve van afstemming tussen de colleges in het Rijk van Nijmegen, alvorens of nadat met de regio Arnhem het gesprek is gevoerd. Hoewel op die manier de platformfunctie zich ook organisch reeds ontwikkeld, vinden we het belangrijk om met elkaar en de raden uit te spreken hoe we deze taak van de MGR willen gaan invullen. Hiervoor is in de afgelopen maanden een notitie voorbereid, die op korte termijn wordt besproken in het algemeen bestuur. Op basis van deze opiniërende nota willen we het gesprek aangaan met de colleges en de raden in de regio. In afstemming met de agendacommissie wordt dit proces op een goede manier vormgegeven. Dat zal in de tweede helft van dit jaar gaan plaatsvinden.
7 3 Rapportage Werkbedrijf Inhoud van deze termijnrapportage In deze termijnrapportage kunt u lezen waarmee we aan de slag zijn gegaan en wat we gerealiseerd hebben. De termijn waarover wordt gerapporteerd is: maart, april en mei 2015. We geven inzicht in de volgende zeven punten: 1. terugblik: de eerste vijf maanden 2. de uitstroom naar werk 3. actieve werkgevers 4. het aantal mensen begeleid op leerwerkplekken 5. het aantal opgehaalde en ingevulde vacatures 6. jongeren aan het werk en terug naar school 7. invulling van de banenafspraak In hoofdstuk zes vindt u een nadere specificatie van het onderdeel Financiën. In samenspraak met ons bestuur en raden werken we de informatiebehoeften verder uit. We stellen hiervoor een informatieprotocol vast. In dit Informatieprotocol worden (nadere) afspraken gemaakt over de verantwoordingscyclus en de kritieke prestatie indicatoren van het Werkbedrijf. De deelnemende gemeenten wordt, voorafgaand aan de vaststelling van het informatieprotocol door het algemeen bestuur, gevraagd hun zienswijze hierop te geven. Wat is in deze termijnrapportage nog niet meegenomen? De resultaten van het Werkbedrijf met betrekking tot de maat en/of het meerwerk voor de deelnemende gemeenten zijn in deze rapportage niet meegenomen. De dienstverleningsovereenkomsten hierover moeten op het moment van opstellen van deze rapportage nog worden afgesloten. We verwachten dit voor de meeste gemeenten net voor het zomerreces te kunnen doen. In de volgende termijnrapportage streven we ernaar ook over deze afspraken te rapporteren. In de onderhavige rapportage staat nog geen andere informatie over het aantal kandidaten dat actief benaderd wordt voor de dienstverlening door het Werkbedrijf. Ook wat betreft dit onderdeel geldt dat we ernaar streven dit wel in de eerstvolgende termijnrapportage op te nemen.
8 3.1 Terugblik: de eerste vijf maanden Pilot werkgeversdienstverlening & kandidaatsbenadering De bedrijfsdienstverlening vervult een prominente rol binnen de dienstverlening van het Werkbedrijf. Dit vraagt om een nieuwe manier van werken en klanten benaderen. Om hier ervaring mee op te doen is het Werkbedrijf begin dit jaar gestart met twee pilots: pilot werkgeversdienstverlening en pilot kandidaatsbenadering. Eind mei zijn de pilots formeel afgerond. De opgedane ervaring uit beide pilots wordt nu breed uitgezet binnen de uitvoeringsorganisatie, daar waar mogelijk samen met het UWV en Breed. Voor 2015 is een overzicht van activiteiten en doelen opgesteld met betrekking tot de doorontwikkeling van de bedrijfsdienstverlening. Enkele voorbeelden hiervan zijn: trainingsprogramma t.b.v. deskundigheidsbevordering, wijkgericht werken (opzetten van actiecentra), de pilot flexwerk en een advertentiecampagne. Er is gekozen om de medewerkers uit beide pilots te verdelen over de nieuwe teams. Deze teams worden ingericht op basis van werksoorten. Hiermee wordt in juni gestart. Dit wordt hieronder toegelicht. Werken in werksoorten Het Werkbedrijf kiest ervoor om teamgericht te werken op basis van werksoorten om zo een betere aansluiting tussen vraag en aanbod creëren. Een werksoort is een verzameling van functies/ werkzaamheden die een logische samenhang hebben binnen min of meer hetzelfde werksegment. We sluiten hierbij aan bij de verdeling van werksoorten zoals Breed deze ook gebruikt. Dit zijn bijvoorbeeld Groen, grijs en buiten, Schoonmaak en Productie, magazijn en logistiek. Hier kiezen we voor omdat: Bemiddelen eenvoudiger is indien er wordt gewerkt met werksoorten. Beschikbaar werk en beschikbare kandidaten zijn beter te vinden en de match is kansrijker; Extra focus als je werkt vanuit je specialiteit; Frictieproblemen tussen vraag en aanbod komen snel in beeld komen; We activiteiten inrichten op werksoorten waardoor maatwerk ontstaat, b.v. groepstrainingen en matchmomenten. Instroom kandidaten Werkbedrijf Bij de start van het Werkbedrijf is een keuze gemaakt om de nieuwe instroom van kandidaten te bemiddelen naar werk. Gemeenten sturen hun nieuwe bijstandsgerechtigden (met arbeidspotentie) naar het Werkbedrijf. Het blijkt dat dit aantal kandidaten hoger is dan geraamd. Op jaarbasis zijn we uitgegaan van circa 2000 kandidaten. In de eerste vijf maanden zijn 1347 kandidaten door de deelnemende gemeenten aangemeld bij het Werkbedrijf. Als we dit aantal extrapoleren naar het hele jaar komen we uit op ruim 3200 kandidaten. Dit zijn er aanzienlijk meer dan voorzien. Het Werkbedrijf bedient nu alle kandidaten die worden aangemeld. Daarbij zien we ook dat de kandidaten die zich melden vaak een moeilijker bemiddelbare groep is. Dit geldt zowel voor de groep jongeren (meer jonggehandicapten) als de groep 27+. Het gevolg hiervan is dat het Werkbedrijf meer inzet op de kandidaatsbenadering dan verwacht, wat in zekere zin ten koste van de andere twee functies: de bedrijfsdienstverlening en de verbindingsfunctie.
9 De Bestuurscommissie Werk heeft besloten om vooralsnog in te blijven zetten op de kandidaatsbenadering voor de nieuwe instroom. Juist omdat dit één van de prioritaire doelgroepen is. In overleg met de deelnemende gemeenten zal extra aandacht worden besteed aan het scherper beoordelen of de nieuwe instroom arbeidspotentie heeft. Daarnaast zal het Werkbedrijf zich beraden op slimme en kortdurende interventies voor de werkfitte nieuwe instroom. Stuurgroep Arbeidsmarkt Rijk van Nijmegen (SAR) De samenwerking in de Stuurgroep Arbeidsmarkt Rijk van Nijmegen heeft op 21 april officieel vorm gekregen met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst. Doel is om binnen twee jaar 305 2 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking in te vullen. Het Werkbedrijf heeft de opdracht gekregen om hiermee aan de slag te gaan. Dit doen we uiteraard samen met het UWV, Breed en werkgevers in de regio. De eerste stappen zijn gezet: er ligt een marktbewerkingsplan, in juli wordt het campagneplan werkgeversoffensief baanafspraak vastgesteld door de SAR en de eerste bijeenkomsten voor en door werkgevers over de baanafspraak zijn gepland. Aan de slag met de baanafspraak! De SAR is bezig met het opstellen van een campagneplan rondom de baanafspraak, om zo een extra impuls te geven aan meer werk voor mensen met een arbeidsbeperking. In mei heeft een groep werkgevers, medewerkers van het WerkBedrijf, Breed en FNV tijdens een inspirerende brainstorm een eerste aanzet voor het campagneplan gemaakt. Op dit moment wordt het plan verder uitgewerkt zodat de SAR hier in juli een besluit over kan nemen en kunnen we na de zomer van start. Overigens staat het Werkbedrijf natuurlijk niet stil als het gaat om de baanafspraak; in gesprekken met werkgevers komt het ter sprake, er is aandacht voor op de website, in de brochure van het WerkBedrijf en tijdens bijeenkomsten. Eén van de projecten die nu is opgestart is het programma Werkgevers gaan inclusief. Eind juni vindt er een kickoff bijeenkomst plaats voor werkgevers bij NEC over de baanafspraak. Hierna krijgen enthousiaste werkgevers het aanbod om in drie workshops met elkaar verder te onderzoeken waarom ze ruimte willen maken voor mensen met een beperking, waar in hun bedrijf geschikte werkplekken te vinden of te vormen zijn en hoeveel banen zij denken de komende jaren beschikbaar te kunnen maken voor de doelgroep. Deze netwerkaanpak wordt gefinancierd vanuit de extra middelen die het Rijk hiervoor beschikbaar heeft gesteld. Jongerenteam Het Werkbedrijf heeft ervoor gekozen om vooralsnog ook op de nieuwe locatie op de Nieuwe Dukenburgseweg de open inloop voor jongeren in stand te houden. In paragraaf 4.5 is opgenomen hoeveel jongeren de eerste maanden zijn uitgestroomd naar werk en terug naar onderwijs zijn geleid om alsnog een startkwalificatie te halen. We merken dat de doelgroep die zich meldt bij het jongerenloket zwaarder wordt (o.a. de jonggehandicapten en het aantal vluchtelingen neemt toe). 42% van de jongeren die zich in 2015 gemeld hebben bij het jongerenloket heeft een uitkering aangevraagd. Over heel 2014 was dit 38%. We investeren fors aan de voorkant om instroom bij het jongerenloket te voorkomen. We proberen vanuit de scholen (PRO/VSO en de Entree opleiding bij het ROC) jongeren al te bemiddelen naar werk (of indien 2 Dit aantal is een indicatieve opgave van het Rijk, gebaseerd op een aantal kengetallen van de Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen
10 niet haalbaar dagbesteding) om te voorkomen dat ze in een uitkering terecht komen. Waar nodig wordt een indicatie baanafspraak aangevraagd of vindt een verdiepende diagnose door arbeidsdeskundigen plaats. Integratie Breed In het integratie en inrichtingsplan Daadwerkelijk in Bedrijf, vastgesteld door algemeen bestuur op 11 februari 2015 is onder meer beschreven hoe de integratie van Breed in het Werkbedrijf per 1 januari 2016 vormgegeven wordt. Het inrichtingsplan ligt nu voor ter advisering aan de Ondernemingsraad van Breed en de BOR van de deelnemende gemeenten van het werkbedrijf. Verwacht wordt dat het plan voor de zomer 2015 definitief kan worden vastgesteld. Arbeidsmatige dagbesteding Begin dit jaar werkten er 365 kandidaten op een arbeidsmatige dagbestedingsplek. Cijfers over de huidige aantallen zijn nog niet beschikbaar, naar verwachting informeren we u daar in volgende termijnrapportage over. In het Samenwerkingsteam is de toeleidingprocedure uitgewerkt. Bij twijfel over de inzet van arbeidsmatige dagbesteding en/of onduidelijkheid over de meest geschikte werkplek voor de kandidaat wordt een oriëntatiefase gestart. In deze fase kan een kandidaat bij één of meerdere aanbieders gedurende een aantal weken meedraaien. De toeleidingsprocedure dient nog verder te worden ingebed in het netwerk van wijkteams, scholen en medewerkers van het Werkbedrijf. Aankomende periode wordt hier aandacht aan besteed door het organiseren van informatiebijeenkomsten. Voor het zomerreces wordt in de Bestuurscommissie Werk de uitwerking van de Percelenregeling besproken en vastgesteld.
11 4 Wat hebben we gerealiseerd? Vooraf: economie en arbeidsmarkt Het UWV rapporteerde in mei 3 dat de Nederlandse economie weer aan het groeien is en het dat het consumentenvertrouwen is toegenomen. In de meeste sectoren is sprake van banengroei. In een aantal sectoren is echter nog sprake van banenkrimp. Die is het sterktste aan de orde in de sector Zorg & Welzijn. Zorg & Welzijn biedt met ruim 35.000 banen een kwart van de werkgelegenheid in onze regio. Samen met de sector Onderwijs is Zorg & Welzijn zwaarder vertegenwoordigd in onze regio dan landelijk gemiddeld. Dit zorgt ervoor dat de werkgelegenheid minder gevoelig is voor conjunctuur maar extra gevoelig is voor overheidsbeleid en demografische ontwikkelingen. 4.1 Kandidaten uit de Participatiewet naar werk In de begroting is afgesproken dat we minimaal dezelfde uitstroom naar werk realiseren die de regio vorig jaar realiseerde. De doelstelling voor 2015 is gesteld op 1.000 kandidaten die naar werk uitstromen bij reguliere bedrijven. We liggen hiervoor goed op koers. Dit is te zien in de onderstaande grafiek, die de regionale uitstroom uit de Participatiewet naar werk weergeeft. Grafiek: Uitstroom uit de Participatiewet naar werk 2015 4 1.000 800 600 400 200 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Realisatie 93 189 288 358 418 Begroot 83 167 250 333 417 500 583 667 750 833 917 1.000 Bron: Bureau Inkomen regiogemeenten 3 Duiding arbeidsmarktontwikkelingen, UWV, mei 2015. 4 Sommige cijfers over de eerste 2 maanden in deze tweede termijnrapportage kunnen afwijken van de cijfers uit de eerste termijnrapportage. Dit komt door mutaties die gemeenten met terugwerkende kracht doorvoeren en hebben dus geen effect op het totaal resultaat.
12 In onderstaande tabel is de uitstroom naar werk uit de Participatiewet gespecificeerd per gemeente. We constateren dat de uitstroom goed in lijn ligt met de resulataten tot en met mei van vorig jaar. De gemeente Wijchen blijft echter achter in cijfers van uitstroom naar werk. Het Werkbedrijf is samen met de gemeente Wijchen aan het onderzoeken of dit te maken heeft met de wijze van registratie of dat er andere oorzaken aan ten grondslag liggen. Tabel: Uitstroom uit de Participatiewet naar werk gespecificeerd per gemeente 2015/01 2015/02 2015/03 2015/04 2015/05 2015/06 2015/07 2015/08 2015/09 2015/10 2015/11 2015/12 2015 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Real. Doel Nijmegen 75 79 77 58 44 333 Wijchen 4 3 2 3 12 Groesbeek 3 3 11 4 4 25 Beuningen 5 8 2 1 10 26 Druten 4 1 1 6 Heumen 2 3 3 2 10 Mook en Mid. 2 1 3 6 Uitstroom uit de PW gemeenten 93 96 99 70 60 418 Realisatie cumulatief 93 189 288 358 418 Begroot 83 167 250 333 417 500 583 667 750 833 917 1.000 1.000 Bron: Bureau Inkomen regiogemeenten In bijlage 3a vindt u een overzicht kandidatenbestand van de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. In bijlage 3b vindt u een overzicht van de uitstroom naar werk van de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen (het UWV en Werkbedrijf Rijk van Nijmegen).
13 4.2 Actieve bedrijven In de vorige rapportage hebben we gerapporteerd over het aantal bedrijfscontacten. Bedrijfscontacten an sich zeggen onvoldoende over de kans op een succesvolle plaating. Juist duurzame samenwerkingsrelaties tussen Werkberdrijf en werkgevers liggen hieraan ten grondslag. In deze termijnrapportage kiezen we er daarom voor om het aantal actieve bedrijven weer te geven. Hiermee bedoelen we werkgevers waarmee het Werkbedrijf intensief samenwerkt bij het plaatsen van kandidaten op een werkplek of leerwerkplek. Deze rapportage en de definitie van onze prestaties zijn in ontwikkeling. In de komende periode onderzoeken we hoe we deze indicator nog kunnen aanvullen of verfijnen. Onderstaande tabel geeft het aantal actieve bedrijven weer onderverdeeld naar werksoort. Het werkbedrijf werkt met 904 bedrijven intensief samen bij het plaatsen van kandidaten op een werkplek of leerwerkplek. Tabel: Aantal actieve bedrijven ingedeeld naar werksoort Aantal 1. Techniek, Reparatie en Montage 154 2. Groen en Grijs 76 3. Schoonmaak 34 4. Verkoop, Begeleiden en Verzorgen, Horeca en Catering 226 5. Administratie 95 6. Toezicht en Beheer 28 7. Productie, Magazijn en Logistiek 90 8. Nog niet toegewezen aan werksoorten 201 Totaal aantal actieve bedrijven 904 Bron: Matchine
14 4.3 Kandidaten op leerwerkplekken Kandidaten die nog een tussenstap nodig hebben voordat zij betaald werk kunnen verrichten plaatsen we op leerwerkplekken. Zij werken met behoud van uitkering om werkervaring op te doen, hun werknemersvaardigheden te verbeteren, zich te oriënteren of arbeidsritme op te doen. De leerwerkplekken vullen we zoveel mogelijk in bij reguliere werkgevers, omdat de werkvloer voor de meeste mensen de beste plek is om zich te ontwikkelen. De doelstelling is om in 2015, 1.000 kandidaten te begeleiden op een leerwerkplek. Tot en met mei 2015 zijn er 950 kandidaten begeleid op een leerwerkplek. Dit betreft het aantal kandidaten op een lopende leerwerkplek (648) plus het aantal kandidaten dat nieuw gestart is op een leerwerkplek (302). Het aantal ligt nu al dichtbij de doelstelling van 1.000 doordat we sinds de start op 1 januari meer mensen op een leerwerkplek begeleiden dan waar we vanuit waren gegaan. Wanneer we het aantal kandidaten in begeleiding op 31 mei 2015 (rekeninghoudend met tussentijdse inen uitstroom) doortrekken naar het eind van het jaar verwachten we in 2015 uiteindelijk 1.400 kandidaten te begeleiden op een leerwerkplek. Tabel: Totaal aantal kandidaten begeleid op een leerwerkplek (lwp) 2015 1115 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Real. Doel Leerwerkplekken 648 79 50 83 56 34 950 in begeleiding cum. 648 727 777 860 916 950 1.000 Bron: GWS Werkbedrijf
15 4.4 Opgehaalde vacatures In het kader van de bedrijfsdienstverlening haalt het Werkbedrijf vacatures op bij werkgevers. We zoeken vervolgens naar passende kandidaten om te plaatsen en zo de vraag naar arbeidskracht van de werkgever in te vullen. We streven ernaar 40% van de vacatures in te vullen. Dit betekent dat we voor een match niet alleen de vraag naar personeel van de werkgever moeten kennen, maar ook de kandidaten en hun mogelijkheden. In het richten van onze inspanningen gaat het erom hierin de balans in te vinden. We zien nu dat het aantal opgehaalde vacatures achterblijft bij het aantal dat we begroot hebben. Tegelijkertijd lopen we op koers met het aantal kandidaten dat uitgestroomd is naar betaalde arbeid. Ook is het vacaturebestand groter dan de vacatures die het Werkbedrijf ophaalt en moeten vacatures aansluiten op het kandidatenbestand. We onderzoeken daarom in hoeverre deze indicator de prestatie juist uitdrukt en hoe we deze nog kunnen aanpassen of verfijnen. Dit zal opgenomen worden in het informatieprotocol. Het aantal opgehaalde en ingevulde vacatures in onderstaande grafiek en tabel geven de aantallen exclusief de vacatures van het UWV weer. Het Werkbedrijf plaatst ook kandidaten op vacatures van het UWV, deze aantallen zijn bij de berekening van het invullingspercentage niet meegenomen. Grafiek: Aantal opgehaalde vacatures bij werkgevers 2.000 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Realisatie cum. 84 158 264 319 355 Begroot 158 317 475 633 792 950 1.108 1.267 1.425 1.583 1.742 1.900 Bron: Matchine vacatures Tabel: Invullingspercentage opgehaalde vacatures 2015 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Real. Doel Opgehaalde vacatures cum. 84 158 264 319 355 Ingevulde vacatures cum. 37 68 111 133 139 Vervullingspercentage 44% 43% 42% 42% 39% 40%
16 4.5 Jongeren naar werk en terug naar onderwijs In de begroting zijn jongeren als prioritaire doelgroep benoemd. In deze termijnrapportage geven we extra aandacht aan de resulaten met betrekking tot de kandidaten die het Werkbedrijf bedient onder de 27 jaar. Uitstroom naar werk, school/opleiding vanuit de Participatiewet De doelstellingen voor 2015 zijn gesteld op 525 jongeren die naar werk uitstromen en 150 jongeren die naar school/opleiding uitstromen. Deze doelstellingen komen voort uit het ambitiedocument van het Jongerenteam en zijn vastgesteld door het regionale bestuursteam jeugdwerkloosheid. Tot en met april 5 dit jaar zijn er 165 jongeren vanuit de Participatiewet uitgestroomd richting werk en 18 jongeren richting school of opleiding. Hiermee loopt het jongerenteam iets achter op op de doelstelling. Dit is als volgt te verklaren. Door de aantrekkende economie lukt het hoogopgeleide jongeren steeds beter zelfstandig werk te vinden. Zij doen dan ook minder dan vorig jaar een beroep op het jongerenteam. Tegelijkertijd melden zich vanwege de intrede van de Participatiewet jongeren met een arbeidsbeperking die voorheen de Wajong instroomden. We zien dus dat het nu een zwaardere groep betreft met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Tabel: Uitstroom naar werk van jongeren (27) uit de Participatiewet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 2015 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Real Doel Regulier werk 63 35 29 38 165 525 Realisatie cumulatief 63 98 127 165 Begroot cumulatief 55 97 140 180 225 270 315 355 400 440 485 525 525 Tabel: Uitstroom naar school/opleiding van jongeren (27) uit de Participatiewet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 2015 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Real Doel School / opleiding 8 9 1 18 150 Realisatie cumulatief 8 17 17 18 Begroot cumulatief 8 16 22 27 32 37 42 62 105 140 145 150 150 Preventieve uitstroom naar werk en school Sinds januari 2015 hebben 1.124 jongeren zich gemeld bij het jongerenteam van het Werkbedrijf. Tot en met mei zijn er tijdens de zoekperiode 75 jongeren uitgestroomd naar werk en 5 jongeren uitgestroomd naar school/opleiding. Doordat zij in de zoekperiode zijn uitgestroomd (voor instroom in de Participatiewet) is voorkomen dat zij in de uitkering stroomden. 5 In verband met de overgang naar een ander registratiesysteem zijn er op het moment van schrijven van deze rapportage nog geen cijfers over mei beschikbaar.
17 4.6 Invulling banenafspraak In het sociaal akkoord van 11 april 2013 hebben het kabinet en sociale partners afgesproken dat werkgevers extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In totaal gaat het landelijk om 125.000 extra banen die in 2026 gerealiseerd moeten zijn; 100.000 in de marktsector en 25.000 bij de overheid. Voor de arbeidsmarkt regio Rijk van Nijmegen is het doel 305 extra banen tot en met 2016. Dit is een gezamenlijke inspanning van werkgevers, UWV en Werkbedrijf. Het gaat hier om extra banen ten opzichte van de peildatum 1 januari 2013. Het Werkbedrijf streeft ernaar om alle aangemelde baanafspraakvacatures te vervullen met kandidaten uit het doelgroepenregister. De kandidaten die in aanmerking komen voor de banenafspraak staan in het doelgroepenregister opgenomen. Het doelgroepregister van arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen is ruim gevuld. Eind mei hebben we 684 kandidaten in beeld. Deze kandidaten zijn onlangs gezien of gesproken en we kennen hun competenties en begeleidingsbehoeften. Met andere woorden: we kunnen ze snel matchen op een banenafspraakvacature. In de tabel ziet u het aantal geplaatste kandidaten uit het doelgroepenregister. Tot en met mei zijn in onze regio 74 kandidaten geplaatst op een baan volgens de Wet Banenafspraak. Tabel: Kandidaten in beeld & aantal kandidaten geplaatst tm 022015 tm 052015 tm 82015 tm 122015 tm 022016 tm 052016 tm 82016 tm 122016 Real. Kandidaten in beeld nvt 684 684 Plaatsingen nvt 74 74 Realisatie cumulatief nvt 74 74 Bron: UWV/WBRN 14 van 15 actief aangemelde banenspraak vacatures ingevuld Van de 74 plaatsingen is het 15 keer voorgekomen dat een werkgever zelf actief aangaf een vacature in te willen vullen met een kandidaat met een indicatie banenafspraak. Van die 15 keer zijn we er 14 keer in geslaagd hier daadwerkelijk een passende kandidaat uit het doelgroepenregister te plaatsen. Voor de overige geldt dat Werkbedrijf en UWV bestaande vacatures uit eigen beweging invullen met kandidaten uit het doelgroepenregister. We kunnen geen uitspraak doen over de vraag of daarmee extra banen zijn gecreëerd. Het ministerie van SZW houdt de stand bij met als nulmeting de situatie van 1 januari 2013.
18 5 Realisatie tot en met de tweede termijn Onderstaand treft u een samenvatting van de begroting, realisatie en verwachte afwijking voor 2015. Baten 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Overheidsbijdragen en subsidies 22.594.000 234.000 11.247.004 22.779.000 49.000 Totalen baten 22.594.000 234.000 11.247.004 22.779.000 49.000 Lasten 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Programmalasten 13.089.000 234.000 2.898.408 13.274.000 49.000 Personele lasten 7.423.000 252.214 7.423.000 0 Afschrijvingen 72.000 72.000 Huisvestingslasten 578.000 578.000 Overige kosten 1.432.000 174.065 1.432.000 Totalen lasten 22.594.000 234.000 3.324.687 22.779.000 49.000 De afwijking van 49.000 komt voort uit het feit dat Het Rijk een korting heeft doorgevoerd op de Wet Langdurige Zorg (wlz). Dit betekent dat er in 2015 in totaal 49.000, minder beschikbaar is voor de arbeidsmatige dagbesteding. De meerwerkafspraken én de afname van het reintegratiebudget zorgt per saldo voor een stijging van lasten en baten van 234.000: het Werkbedrijf ontvangt in 2015 596.000 aan extra middelen ten gevolge van meerwerkafspraken met de gemeenten Wijchen, Druten en Groesbeek. In de Meicirculaire 2015 heeft het Rijk de actuele budgetten voor reintegratie bekend gemaakt. Per saldo wordt het budget van de deelnemende gemeenten verlaagd van 14,412 mln naar 14,049 mln: een daling van 363.000. De afname van het budget 2015 hangt samen met de eerder aangekondigde uitname uit het reintegratiebudget van de middelen voor keuringen door het UWV. Voor onze regio betekent dit een afname van 396.000. Vervolgens is er 33.000 aan indexering aan het budget reintegratie toegevoegd. Deze middelen zijn nog niet binnen de begroting 2015 van de MGR regio Rijk van Nijmegen geraamd. Hiervoor wordt een voorstel aan het bestuur met begrotingswijziging voorbereid. De baten bestaan uit bijdragen van gemeenten en het Rijk. De realisatie van de baten ligt in lijn met het schema van de geplande ontvangsten. De realisatie van de uitgaven van het Werkbedrijf blijven achter ten opzichte van de begroting doordat de deelnemende gemeenten het personeel dat werkzaam is voor het Werkbedrijf nog moeten factureren aan het Werkbedrijf c.q. de gefactureerde kosten nog niet zijn verwerkt. Daarnaast heeft de gemeente Nijmegen de kosten voor het gastheerschap en huisvestingslasten nog niet in rekening gebracht. In de eerste termijn rapporteerden wij dat de overige bestedingen (denk aan de uitgaven voor de Verbindingsfunctie) nog relatief laag zijn. In de tweede termijn signaleren we een stijging van deze uitgaven, maar niet in het tempo en op het niveau dat we de begrote uitgaven volledig zullen realiseren. Wij verwachten derhalve niet alle middelen te gaan inzetten in 2015. Maar het is nu nog te vroeg om op basis van realisatiecijfers t/m periode 5 hier concrete bedragen te noemen. Dit hangt mede samen met
19 het feit dat er instrumenten worden ingezet voor kandidaten met een doorlopend karakter in 2016. De verplichtingen die op het budget 2015 drukken en in 2016 worden gerealiseerd moeten eerst op basis van inzicht in de productiecijfers in beeld worden gebracht. Dit inzicht, dat we nu aan het opbouwen zijn, zal ons in de volgende termijn rapportages een solidere basis voor een eindejaarsresultaat geven. We verwachten het volledige budget dat beschikbaar is voor de Huisvestingslasten te gaan inzetten in 2015. Huisvesting valt onder het Gastheerschap. De overige kosten bestaan onder andere uit de automatiserings en transitie en promotiekosten. We verwachten geen overschrijdingen bij deze budgetten. Specificatie van de cijfers treft u aan in bijlage 1.
20 6 Risico s De inventarisatie van risico s heeft tot doel om verantwoording af te leggen over en inzicht te geven in de risico s die voor het Werkbedrijf (zowel procesmatig als voor het bedrijf zelf) van belang zijn. Het is essentieel dat de risicoparagraaf voldoende vooruitkijkt naar toekomstige risico s in beleid, uitvoering en de gevolgen ervan voor de middelen. De risicoparagraaf geeft informatie over de houdbaarheid van de strategie voor de komende periode. In deze paragraaf worden de grootste risico s benoemd. Verslechtering uitstroomcijfers De transitie naar het nieuwe Werkbedrijf, mag niet ten koste gaan van de uitstroomcijfers. Deze beweging kan elders in de gemeentelijke organisaties namelijk extra kosten opleveren (inkomensdeel: uitkeringsverstrekking). Deelnemende gemeenten maken individueel afspraken met het Werkbedrijf over de te leveren prestaties en leggen deze vast in een samenwerkingsovreenkomst en het Werkbedrijf heeft de inspanningsverplichting deze prestaties te realiseren. Tijdens een uitvoeringsperiode vindt er terugkoppeling plaats tussen het Werkbedrijf en de deelnemende gemeente over de realisatie. Op het moment dat er grote afwijkingen zijn tussen de afspraken en de realisatie, komt dit in eerste instantie aan de orde in dit overleg. De afspraken die het Werkbedrijf met de deelnemende gemeenten maakt en de prestatierealisatie van het Werkbedrijf per gemeente, zijn transparant. Als blijkt dat er grote verschillen zitten tussen de realisatie van het Werkbedrijf en de prestaties van de vroegere gemeentelijke afdelingen Werk, dan wordt dit onderwerp geagendeerd in de bestuurscommissie Werk (met de portefeuillehouders portefeuillehouders Werk). De regio hanteert op dat moment een solidariteitsprincipe, waarbij het uitgangspunt is dat compensatie in principe gerealiseerd wordt door extra inspanning van het Werkbedrijf. Systematiek Gemeentefonds De rijksoverheid overweegt de uitvoeringskosten (deels) mee te laten lopen onder de systematiek van het Gemeentefonds. Nadeel van die keuze is dat in tegenstelling tot nu de budgetten niet veranderen ten tijde van bijvoorbeeld crisis, terwijl het aantal uitkeringsgerechtigden op zo n moment wel stijgt. Afbouw Participatiebudget Tenslotte bestaat het toekomstige risico dat de rijksoverheid besluit het Participatiebudget verder af te bouwen. Op dat moment ontstaat er frictie, omdat de formatie niet meer gedekt kan worden met de participatiebudgetten. Dit is een reden om te werken met een flexibele schil.
21 Bijlage 1 Financiën Baten Baten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Participatie 14.017.000 33.000 7.206.444 14.050.000 Inkomensdeel (Ideel) 281.000 269.820 281.000 Inkomensdeel beschut (Ideel) 259.000 259.000 Meerwerk Nijmegen 2.853.000 1.426.250 2.853.000 Meerwerk regio 596.000 596.000 Arbeidsmatige dagbesteding 3.689.000 1.844.400 3.640.000 49.000 Bijdrage gemeenten transitie 500.000 500.090 500.000 Extra middelen Rijk 600.000 600.000 Verhoging Pbudget (Adviezen UWV) 395.000 395.000 Overheidsbijdragen en subsidies 22.594.000 234.000 11.247.004 22.779.000 49.000 Programmalasten Lasten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Verbindingsfunctie Verbindingsfunctie loonkostensubsidie 540.000 10.043 540.000 Verbindingsfunctie 2.000.000 348.986 2.000.000 Verplichtingen 3.315.000 1.665.646 3.315.000 Meerwerk Nijmegen Materiele kosten 195.000 195.000 Begeleiding prestarters 160.000 160.000 Verbinding 1.471.000 1.471.000 Meerwerk Regio Druten 40.000 40.000 Wijchen 150.000 150.000 Groesbeek 406.000 406.000 Maatwerkbudget Regio Materiele kosten 54.000 33.000 87.000 Verbinding 670.000 670.000 Arbeidsmatige dagbesteding 3.689.000 873.733 3.640.000 49.000 Extra middelen Rijk 600.000 600.000 Adviezen UWV 395.000 395.000 Doorbelaste pers lstn aan programma's Programmalasten 13.089.000 234.000 2.898.408 13.274.000 49.000
22 Personele lasten Lasten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Management en leiding 504.000 117.670 235.340 268.660 Primair proces 4.631.000 82.044 6.364.460 1.733.460 Maatwerk regio 300.000 300.000 Meerwerk Nijmegen 1.027.000 1.027.000 Meerwerk Wijchen 52.500 Meerwerk Groesbeek Meerwerk Druten Ondersteunende functies PIOFACH 928.000 790.200 137.800 Kwaliteit / contractbeheer Personele voorzieningen 33.000 33.000 Doorbelasting aan programmalasten Personele lasten 7.423.000 252.214 7.423.000 0 Afschrijvingen Lasten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Investering inrichting pand 49.000 49.000 Kapitaallasten lening 23.000 23.000 Afschrijvingen 72.000 72.000 Huisvestingslasten Lasten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Huisvesting 488.000 488.000 Facilitaire voorzieningen 90.000 90.000 Huisvestingslasten 578.000 578.000 Overige lasten Lasten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Automatisering 699.000 16.726 699.000 Promotiekosten 133.000 62.276 133.000 Transitiekosten 500.000 88.510 500.000 Overig 100.000 6.552 100.000 Totaal Overige 1.432.000 174.065 1.432.000 Kosten Gastheerschap Lasten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking PIOFACH 928.000 77.333 790.200 137.800 Licenties en opslag 187.000 15.583 0 187.000 Huisvesting 578.000 48.167 578.000 Generieke applicaties en doc.info 512.000 42.667 512.000 Totaal 2.205.000 183.750 0 2.067.200 137.800 Investeringen pand Dukenburgseweg Lasten Begroot 2015 Begr mut Realisatie Prognose Verwachte afwijking Bedrag inclusief BTW 1.416.914 118.076 682.076 1.416.914 Bedrag exclusief BTW 1.171.000 97.583 563.699 1.171.000
23 Bijlage 2 Bestandsontwikkeling Participatiewet Grafiek: Ontwikkeling klantenbestand Pwet maart tot en met mei 2014 18,0% 16,0% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% 2,0% Nijmegen Wijchen Groesbeek Beuningen Druten Heumen Mook en Mid. Totaal mrt 0,6% 1,9% 5,9% 12,0% 1,9% 6,3% 0,0% 1,6% apr 2,0% 2,1% 6,6% 15,1% 1,0% 10,1% 0,0% 3,0% mei 2,1% 3,8% 6,2% 16,3% 0,5% 12,2% 0,0% 3,2% Grafiek: Ontwikkeling klantenbestand Pwet maart tot en met mei 2015 18,0% 16,0% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% 2,0% 4,0% Nijmegen Wijchen Groesbeek Beuningen Druten Heumen Mook en Mid. Totaal mrt 2,0% 4,8% 2,6% 1,0% 2,0% 1,9% 0,0% 3,2% apr 2,7% 5,1% 3,6% 2,5% 1,2% 1,9% 0,0% 3,9% mei 3,0% 4,9% 4,4% 0,5% 2,0% 3,4% 0,0% 4,1%
24 Bijlage 3A: Kandidatenbestand arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen In onderstaande tabel vindt u de totale omvang van kandidaten binnen de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. Aantallen Participatiewetkandidaten 8.000 Huidig aantal mensen met een swindicatie op wachtlijst 175 (waarvan 100 met arbeidsvermogen) Huidige wswers (zijn aan het werk) 2.300 Jongeren met arbeidsbeperking (nieuwe instroom) 300 (waarvan 250 met arbeidsvermogen) Aantal Wajongers (bij UWV) 5.556 Aantal wwers 8.900 Bijlage 3B: Uitstroom naar werk arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen De afgelopen vijf maanden zijn er 2.480 kandidaten uitgestroomd richting werk vanuit de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. 418 kandidaten vanuit de Participatiewet, 1.986 kandidaten vanuit de WW en 76 kandidaten vanuit de WIA/Wajong. Cirkeldiagram: Aantallen uitstroom vanuit de uitkering vanwege werk tot en met mei 2015 76 418 WW Participatiewet WIA / Wajong 1.986