Pretransplantatie-onderzoek van de niertransplantatiekandidaat



Vergelijkbare documenten
De donkere kant van transplantatie. Programma. Stelling. Dialyse is een prima alternatief voor transplantatie. Situatie in Nederland

Het pretransplant bilan

Wachtlijst transplantatie ja nee in voorbereiding

Deze pagina bevat links binnen de CVRM keten voor de zorgverleners.

Patiënten met DM type I moeten vroegtijdig worden verwezen in verband met een mogelijke nier-pancreas transplantatie.

Atriumfibrilleren Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant

Kanker en diabetes Introductie. Co-morbiditeit. Kanker en comorbiditeit. Kanker en diabetes

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine

Protocollen screenen en opwerken van de transplantatiekandidaat:

Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017

H Niertransplantatie

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners

Cinacalcet versus parathyroidectomie voor phpt na niertransplantatie

De gidsbijprostaatkanker -Uroloog Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

Huisarts en nieren. Dr Stein Bergiers 23 mei 2017

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Indicatorensets Meetbaar Beter

Kandidaat nier- of nierpancreastransplantatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld

Ulcus cruris venosum. Otto Dankerlui Dermatoloog

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary

Transplantatie bij een maligniteit in de voorgeschiedenis. Papendal 2018 Marije Baas

CVRM in N.Kennemerland

Patiëntenbetrokkenheid bij medische beslissingen. Vragenlijst bij inclusie.

Claudicatio intermittens

CASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein.

INTERLINE CARDIOLOGIE 2014 februari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Primaire preventie HVZ

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten Versie mei 2016

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten Versie mei 2016

Factsheet Indicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2009

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013

Actieve opvolging bij prostaatkanker : Wat en voor wie? Dr. Christophe Ghysel. Urologisch Centrum Noord West-Vlaanderen.

Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC

Informatie avonden CVRM ketenzorg in de regio GHO-GO. 16 en 23 januari 2017 Botterstraat Huizen

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006

VSV Achterhoek Oost Protocol Antistolling

Perioperatieve Cardiale Complicaties. BJ Amsel 12 januari 2008

NOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog

Richtlijnen voor tromboseprofylaxie

KWETSBARE OUDEREN IN HET ZIEKENHUIS HOE VOORKOMEN WE COMPLICATIES?

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015

RTA CVRM Regio Oss-Uden-Veghel ZH Bernhoven - ZorggroepSynchroon. Regionale Transmurale afspraak CVRM. Doel: Waarom?

De patholoog en de marges

Cardio-oncologie. Hartfalen en chemotherapie. dr. M.L. (Louisa) Antoni aios cardiologie LUMC. Geen disclosures

SCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP

Handleiding voeding. Voor de zorgprogramma s: DM2 CVRM COPD. Meditta Zorg B.V.

Perifeer Arterieel Vaatlijden en het Aneurysma Aortae Abd.

NOAC BEHANDELING EN BEGELEIDING. Stappenplan (uitgebreide versie) Stap Verantwoordelijk Opmerkingen. HA / Specialist

Chronische Nierschade

leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

CVRM: patiënten selectie en registratie!! cvrm(anagement!!) Registratie Maak een (verbeter)plan!!

Laboratoriumbepalingen en periodiek onderzoek bij stabiele dialysepatiënten, 2016

INFORMATIE VOOR HUISARTS Preoperatieve Consultatie AZ Jan Portaels

Hart & Vaten. Hóe houdt u ze gezond? E. Olde Bijvank, cardioloog 24 mei 2016

De oudere patiënt met comorbiditeit

SAMENVATTING. Cervixcarcinoom

BIJLAGE VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT HET VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL TE IMPLEMENTEREN DOOR DE LIDSTATEN

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg

Indicatorensets Meetbaar Beter

Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk

Robot geassisteerde laparoscopische radicale prostatectomie (RALP) VUmc

NFU Symposium Mind the gap; Effectieve inzet va interne audits

If Yes, date of informed consent: d d m m m y y y y

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

SCHEMA CVR SECUNDAIRE PREVENTIE

Kanker en Voeding. een Alpe D HuZes/KWF leerstoel. Ellen Kampman, 14 mei 2014

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Mammacarcinoom en erfelijkheid. Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud

Etalagebenen. Dokter op Dinsdag 25 november R.F.F. van den Haak vaatchirurg

Het Hepatitis probleem in NL

CVRM onderwijs 17 april Vaatchirurgie

Richtlijn Q koorts. versie Jeroen Bosch Ziekenhuis. Richtlijn Q koorts

Auteur(s): B. Smit Titel: C.V.A. Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Inhoud Presentatie. Femke Mensen, diëtist. Definitie voedingstoestand

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

PROTOCOL RIJBEWIJSKEURING CBR

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus

Voetscreening. Auwerx Evy, Verpleegkundige hemodialyse Jessa ziekenhuis Campus Virga Jesse

Zorgproces HVZ. identificatie. Anamnese/ probleeminventarisatie. Gedeelde besluitvorming / Individueel Zorgplan. Follow up

Transmurale zorg: hoe organiseer je dat? Dr. A.G. Lieverse - internist Máxima Medisch Centrum, Eindhoven

Onze partners Symposium Chronische Nierschade 29 oktober 2012

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM

Mijn kind is te dik Oorzaak, gevolg en behandeling. Rintveld, Altrecht

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers

Programma. Atriumfibrilleren (AF) Ketenzorg. Welkom en inleiding NHG standaard AF. Hoofdbehandelaar 1 e en 2 e lijn 2014

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Peer Review. Hartrevalidatie

Tumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Bijlage III. Aanpassingen aan relevante rubrieken van de samenvatting van de productkenmerken en bijsluiters

Beleid levermetastasen Colorectaal Carcinoom EMBRAZE REGIO

INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Transcriptie:

Pretransplantatie-onderzoek van de niertransplantatiekandidaat Richtlijnen UMC St Radboud; 10 augustus 2012. UMC St Radboud 1 100812

1. Cardiologische screening Verwijzing naar een cardioloog alleen voor hoog risicogroepen. Hoog risicogroep zijn patiënten met een of meer van de volgende kenmerken: - Symptomen van cardiale ziekte (m.n. angina pectoris, hartfalen, kleplijden), - Cardiale ziekte in de voorgeschiedenis (myocardinfarct, cardiologische of cardiochirurgische interventie, atriumfibrilleren, eerdere afwijkingen bij echocardiografie), - Perifeer vaatlijden (TIA, CVA, vaatinterventie), - Diabetes mellitus, tenzij met zekerheid bekend is dat D.M. korter dan 5 jaar bestaat, - Beperkte inspanningstolerantie (niet in staat om twee trappen op te lopen). Afhankelijk van de fysieke conditie van patiënt kan als screeningstest voor myocardischemie een fietstest of een thalliumscintigraftie / dobutamine stress echo worden gebruikt. Bij patiënten op de wachtlijst die op basis van bovenstaande criteria cardiologisch gescreend zijn, moet het onderzoek in principe eens in de twee jaar worden herhaald. 2. Obesitas Van internistische kant is een verhoogde BMI geen absolute contra-indicatie voor niertransplantatie, De chirurg moet per geval beoordelen of een operatie technisch uitvoerbaar is met aanvaardbaar risico s op complicaties. Ruwweg kan gesteld worden dat een transplantatie bij een BMI > 35 kg/m 2 niet kan. Bij een BMI tussen 30 en 35 kg/m 2 wordt eerst gewichtsreductie aanbevolen, en vindt na een half jaar herevaluatie door de chirurg plaats. 3. Secundaire hyperparathyreoïdie Voor patiënten met een chronische nierinsufficientie (inclusief dialysepatienten) moet de NFN Richtlijn mineraal- en botstoornis 2010 worden gevolgd. Dit betekent dat het PTH < 9 maal de bovengrens van normaal dient te zijn. Cinacalcet kan zowel vóór als na de transplantatie veilig worden voorgeschreven. Wanneer er op het moment van transplantatie (of vlak daarvoor bij een geplande transplantatie) sprake blijkt te zijn van een ongecontroleerde hyperparathyreoidie (laatst bekende PTH > 9 maal de bovengrens van normaal; in de praktijk meestal > 60 pmol/l), gelden de volgende overwegingen: als de hyperparathyreoidie in principe makkelijk reversibel zal zijn (bijv. kort bestaand, laag serum calcium), kan de transplantatie doorgaan, als er naast de hyperparathyreoidie ook een hypercalciemie (gecorrigeerd calcium > 2,8 mmol/l) of een ernstige hyperfosfatemie (fosfaat > 2,5 mmol/l) bestaat, wordt de transplantatie in principe geannuleerd. Bij de transplantatievoorbereiding gelden in principe dezelfde overwegingen. Een patiënt kan niet als transplantabel worden aangemeld wanneer er een ongecontroleerde hyperparathyreoidie bestaat. Er moet eerst intensievere behandeling of parathyroidectomie plaatsvinden. UMC St Radboud 2 100812

4. Maligniteit a) Aan niertransplantatiekandidaten wordt geadviseerd om zich te laten screenen op maligniteiten van mammae, cervix en colon overeenkomstig de landelijke richtlijnen voor de normale bevolking. b) Bij mannelijke kandidaten ouder dan 50 jaar of met een positieve familie-anamnese voor prostaatcarcinoom, het PSA laten bepalen. c) Indien een kandidaat voorafgaande aan een transplantatie al een maligniteit heeft gehad, moet er in het algemeen een ziektevrij interval in acht worden genomen. Bij succesvolle behandeling van de volgende maligniteiten geldt geen wachttijd: niet invasief plaveisel- of basaalcelcarcinoom van de huid. Bij succesvolle behandeling van de volgende maligniteiten geldt een wachttijd van twee jaar: uteruscarcinoom cervixcarcinoom testistumor coloncarcinoom schildkliertumor gelokaliseerd mammacarcinoom in situ melanoom longtumor Voor het prostaatcarcinoom geldt: Bij een in opzet curatieve behandeling van een carcinoom met: Gleason score 6, en T 2, en tumorvrije snijvlakken: wachttijd 6 maanden, Gleason score > 6, of T > 2, of aangedane snijvlakken: wachttijd 3 jaar. Bij een patiënt waarbij active surveillance wordt toegepast voor non-significant cancer, dient voor een transplantatie eerst een curatieve behandeling te worden uitgevoerd. Voor het niercelcarcinoom geldt: Na radicale chirurgie met: Tumordiameter < 4 cm, Fuhrman graad II en tumorvrije snijvlakken: wachttijd 2 jaar Fuhrman graag > II of aangedane snijvlakken: wachttijd 3 jaar Tumordiameter > 4 cm: wachttijd 5 jaar Voor blaastumoren geldt: Na volledige behandeling met TURT: Niet spierinvasief, met of zonder blaasspoelingen, reguliere follow-up met cystoscopie, en recidieffrequentie < 1x per jaar: wachttijd 2 jaar Recidieffrequentie > 1x per jaar: wachttijd verlengen om beloop te beoordelen Wel spierinvasief of carcinoma in situ (aparte groeiwijze): wachttijd 5 jaar Bij alle andere maligniteiten moet in overleg met het transplantatiecentrum de wachttijd worden vastgesteld. De recidiefkans binnen een bepaalde follow-up periode is daarbij leidend (zo lang de recidiefkans boven de 10% per jaar is wordt een transplantatie over het algemeen ontraden). UMC St Radboud 3 100812

5. Hepatitis B en C Omdat de leverenzymen geen goede maat zijn voor de mate van leverschade moet er laagdrempelig een leverbiopsie worden verricht. Bij de behandeling van virale hepatitis altijd overleggen met hepatoloog. HBsAg-positief of anti-hcv positief Bepaal PCR Indien positief Indien negatief* Leverbiopsie Niertransplantatie Cirrhose Milde afwijkingen * Bij eerdere behandeling van hepatitis moet ook bij negatieve PCR een biopt overwogen worden om mate van chronische schade te beoordelen. Geen geïsoleerde niertx Antivirale therapie i.o.m. hepatoloog vóór evt. niertx 6. Perifeer vaatlijden a) Aanvullend onderzoek van het arteriële vaatstelsel (Duplex iliacale vaten) in de volgende gevallen: claudicatio intermittens, eerdere vaatproblematiek in het aorto-iliacale traject, eerdere transplantatie aan de zijde waar nieuwe transplantatie gepland wordt, slecht voelbare liespulsaties, vermoeden op hypoplasie of anomalie van iliacaal vaatstelstel bij paraplegie of uitgebreide aangeboren afwijkingen. b) Aanvullend onderzoek van het veneuze iliacale systeem (duplex) in de volgende gevallen: eerder een femoraliscatheter gehad, eerdere trombose van bekkenvenen, eerdere transplantatie aan zijde waar nieuwe transplantatie gepland wordt, vermoeden op hypoplasie of anomalie van iliacaal vaatstelstel bij paraplegie of uitgebreide aangeboren afwijkingen. UMC St Radboud 4 100812

7. Verdere screening Varicella Zoster serologie. Indien negatief dan wordt vaccinatie aanbevolen HIV-serologie. Bij adequate anti HIV-therapie en een niet detecteerbare virale load is transplantatie mogelijk. CMV-serologie. EBV-serologie. Indien de ontvanger negatief is dan moet er gewezen worden op de kans op een PTLD (tussen de 5 en 10%). Het gebit moet gesaneerd zijn en halfjaarlijks gecontroleerd. Serologie op Strongyloides bij langdurig (1 maand) verblijf in de tropen Er is geen indicatie voor het routinematig verrichten van: Mantoux-test Parvovirus serologie X-OPG X-BOZ Echo abdomen UMC St Radboud 5 100812