Cognitie bij bipolaire stoornissen 19-06-2018 Dimence refereermiddag psychologische interventies. Susan Zyto, Klinisch neuropsycholoog
Inhoud Cognitief functioneren: definitie en meetinstrumenten Cognitie bij BD Oorzaken cognitieve beperkingen Psycho-sociaal functioneren Functionele remediatie
Cognitie Cognitie is het vermogen tot het (leren) kennen, het denken Een cognitieve stoornis is een probleem met het denken Moeite met werk, huishouden, hobby, relatie
Cognitief functioneren Geheugen Planning/executieve functies Aandacht Taal Snelheid Sociale cognitie IQ
Redenen voor een neuropsychologisch onderzoek bij bipolaire stoornissen Begrijpen waarom het functioneren in het dagelijks leven verminderd is. Passen de cognitieve problemen bij de bipolaire stoornis? Rekening houden in de psychologische behandeling (met verminderde opnamecapaciteit, minder plannings-vermogen en een lager denktempo.
Cognitieve piramide
Bij BD
Verbaal geheugen Definitie: Verwerken, opslaan en terughalen van verbale informatie voor meer dan enkele minuten Dagelijkse activiteiten: Informatie uit een gesprek onthouden 15 woordentaak -rij woorden -5 keer aanbieding + reproductie -20 minuten: uitgestelde reproductie + herkenning gast huis strand dweil cel tekst bar zucht held vlaai kus mug prent rook kamp
Executieve functies (EF) Definitie: Organiseren en controleren van gedrag, regels toepassen
Voorbeelden tests EF
Werkgeheugen (onderdeel EF) Definitie: online houden van relevante informatie en deze informatie manipuleren Dagelijkse activiteiten: een gesprek voeren, telefoonnummer, repeteren Voorbeeld: Letter Number Sequencing: Cijferreeksen: K3B4 R8C3G5 3195
Sociale cognitie Het geheel van denkprocessen, die ten grondslag liggen aan het verwerken van sociale en emotionele informatie Emotieherkenning en Theory of Mind
Cognitief functioneren bij BD Cogni&ef)func&oneren)bij)de)bipolaire)stoornis) - (volgehouden) aandacht - geheugen - verminderde inhibitie - planning - stemmingscongruente bias? - geheugen - aandacht - executieve functies - stemmingscongruente bias - woordvloeiendheid - negatieve feedback Met dank aan dr N. Jabben
Euthyme/stabiele fase 40-60% cognitieve stoornissen in euthyme fase (Burdick et al., 2014; Martino et al., 2014; Cullen et al., 2016) Risicofactoren: Chroniciteit Ziekteduur Aantal doorgemaakte stemmingsepisoden Somatische comorbiditeit Psychose risico Familiaire belasting voor EPA Lager niveau premorbide IQ
Cognitieve stoornissen bij euthyme Geen volledig symptomatisch en functioneel herstel (Tohen et al. 2003) Cognitieve beperkingen tijdens remissie voornamelijk in (Bora et al. 2009): Aandacht Verbaal leren Executief functioneren Met 0,5-1 s.d. beneden het gemiddelde
Socialecognitie? Echte stoornissen of voortkomend uit NC? Impact op dagelijks leven? 1 e graadsfamilie iets minder goed in ToM (Bora et al., 2017)
Martino, 2017
Neurobiologie/pathofysiologie Depressie & manie PFC, amygdala & hippocampus Prefrontale cortex Ventromediale en orbitofrontale netwerk Cortico-thalamischtriatale-limbische circuit Hypoactiviteit Afname inhiberende functie PFC Disregulatie: Gedrag Cognitie HPA-as MRI Volume afname: Orbitofrontale cortex Anterior cingulate Nucleus caudates Putamen Hippocampus Toename cortisol gehalte Lange termijn toxiciteit
Invloed psycho-sociaal functioneren Symptomatologie en cognitieve dysfunctie hebben directe invloed op (Martinez-Aran et al. 2007; Bowie et al. 2010; Burdick et al. 2010; Depp et al. 2012 ): Sociaal functioneren Beroepsmatig functioneren Zelfstandig functioneren
Herstel na eerste opname manie (Tohen et al., 2000)
Cognitief functioneren in relatie tot manische episodes (Hellvin et al., 2012)
Subgroepen (Burdick et al., 2014)
Oorzaken cognitieve stoornissen Neuroprogressie? Omgekeerd verband? Endofenotype? Co-morbiditeit?
Oorzaken I: Neuroprogressie Neuroprogressie hypothese en stagering Beïnvloeden voornamelijk manische episodes (Robinson and Ferrier, 2006 ; Kapczinski et al., 2009, 2014; Vieta et al., 2011)
Neuroprogressie/stagering (Sole et al., 2017)
Stagering in relatie tot psycho-sociaal functioneren (Grande et al., 2014) Door biomarkers: Oxidatieve stress, neuro-inflammatie, - BDNF?
Oorzaken II: Omgekeerd verband Meer manische periodes gaat gepaard met meer cognitieve stoornissen maar...ernstigere cognitieve stoornissen kunnen de oorzaak zijn voor meer manische episodes. Longitudinele studies (tot 6 jaar): Cognitieve stoornissen zijn stabiel (Samamé et al., 2014;Martino et al., 2018) Maar al behoorlijk veel episodes achter de rug Neuroprogressie in een subgroep, geen regel (Passos et al., 2016)
Oorzaken III: Endofenotype Cognitieve stoornissen als uitdrukking van genetische kwetsbaarheid voor BD Al in ontwikkeling aanwezig (Bora et al., 2017) Eerstegraads familie: geheugen, tempo en werkgeheugen, alleen subgroep BD met globale stoornissen (Russo et al., 2017)
Oorzaken IV: Co-morbiditeit, interactie Cognitieve stoornissen gerelateerd aan somatische co-morbiditeit, hypothyreoïdie, andere psychiatrie, medicatie-gerelateerd, alcohol? Grotere cognitieve stoornissen gerelateerd aan minder trouwheid aan medicatie? Of minder van psycho-educatie kunnen leren meer manische episodes?
Verschillen BD I en BD II? Weinig verschillen in cognitieve status en psycho-sociaal functioneren (50% is beperkt, 12% ernstig). Subgroepen: (Sole et al., 2016)
Neuro-Inflammatie? Negatieve associaties tussen ontstekingsmarkers en algemene cognitieve vaardigheden (Hope, 2015) Ondersteunen het idee van neuro-inflammatie als oorzaak voor cognitieve stoornissen Cytokinen (Misiak, 2017) Versnelde veroudering (Rizzo et al., 2014)
(Leboyer et al., 2011) Can bipolar disorder be viewed as a multi-system inflammatory disease?
Medicatie effecten-lithium Geen effect op cognitie (LopezVJaramillo et al. 2010) Kleine negatieve effecten (Wingo et al. 2009): Verbaal geheugen Snelheid van informatieverwerking Beschermend effect? neuroprotectief Cognitieve functie behoud bij Lithium monotherapie (Sabatar, 2016): Auditief korte en lange termijn geheugen Aandacht Bevordering BDNF belangrijk voor leren en overleving cellen bescherming hippocampus lange termijn gebruik (Simonetti et al., 2016)
Vervolg medicatie Benzodiazepinen: Negatieve invloed op: geheugen Tempo Anti-convulsiva: Negatieve invloed op: Visueel korte termijn geheugen Werkgeheugen Executief functioneren (Sabater 2016) Anti-psychotica: Negatievere effecten op de cognitie vergeleken met lithium en anti-convulsiva Poly-farmacie: Negatieve invloed op: Geheugen Tempo
Functionele remediatie Interventie bedoeld om het verschil tussen syndromale remissie en functionele remissie te verminderen. Gericht op verbetering van het psycho-sociaal functioneren. Niet gericht op stemmingsstoornis of het trainen van cognitieve vaardigheden. Psycho-educatie over cognitieve problemen, oefeningen en strategieën om daarmee om te gaan. Technieken uit de revalidatie.
Functionele remediatie (Torrent et al., 2013)
Follow-up na 1 jaar (Bonnin et al., 2015)
Functionele remediatie Inzicht en acceptatie Externe- en interne hulpmiddelen voor het geheugen. Rol van aandacht, herhaling, het ordenen en opdelen Gebruik van hulpmiddelen als agenda s en notitieblokjes Algemene planningsaanpak Dag- en weekplanning
FR programma
Hoe werkt het geheugen? ZINTUIGEN WERKGEHEUGEN LANGE TERMIJN GEHEUGEN 1. opnemen 2. Bewaren
Interne strategiee n Aandacht: Een ding tegelijk! Bepaal of je gestoord wilt worden! Kijk uit voor wegdwalen. Tijd: neem genoeg tijd om de informatie door te nemen Herhalen: herhaal de informatie Knopen: Doet het je ergens aan denken? Kun je het daarmee vastknopen? Ordenen: Informatie die bij elkaar horen. Boodschappen lijst in categorieen. Vooruitkijken/Terugkijken: Alvast iets klaarleggen om het niet later te vergeten. Teruglopen in gedachten naar een bepaalde situatie.
Oefening: onthouden van een gesprek
Algemene planningsaanpak (APA) Wat is het doel? Welke stappen zijn nodig? Wat heb ik daarvoor nodig? Wat is de tijdsduur?
Algemene planningsaanpak (APA)
Oefening: Planning feest Maak een planning voor een verjaardagsfeest
Toekomstig onderzoek A combined group and individual functional remediation blended care program for patients with unipolar recurrent depression or bipolar-i disorder; A pilot study. In samenwerking prof. dr. R. Kupka en dr. S. Schouws (GGZinGeest, VU)
Take home message Tot 60% van de ptn met BD houden cognitieve stoornissen in de stemmingsstabiele fase Cognitieve stoornissen voorspellen een slechter psycho-sociaal functioneren Cognitieve stoornissen zijn gerelateerd aan verminderde therapietrouw Cognitieve problemen kan leiden tot het minder goed aanslaan van een behandeling/psycho-educatie Cognitieve stoornissen horen bij de endofenotype/ onstekingsmechanismen/stress op het brein en komt alleen in kleine mate door medicatie