1. De leerkrachten zijn gemakkelijk bereikbaar om problemen te bespreken. 2. De behaalde punten op toetsen worden mij zeer regelmatig meegedeeld.

Transcriptie

1 ORGANISATORISCH 1. De leerkrachten zijn gemakkelijk bereikbaar om problemen te bespreken. ZEER ON De behaalde punten op toetsen worden mij zeer regelmatig meegedeeld. ZEER ON De directeur is gemakkelijk te contacteren. ZEER ON 1

2 4. Dit is een school waar met de wensen van de ouders rekening wordt gehouden. ZEER ON 5. Op school zijn er vlotte contacten tussen leerkrachten en leerlingen. ZEER ON Op school zijn er vlotte contacten tussen secretariaat en leerlingen. ZEER ON 25 2

3 7. Op school zijn er vlotte contacten tussen secretariaat en ouders. ZEER ON 8. Dit is een nette school. ZEER ON 9. De school houdt voldoende rekening met de mening van de leerlingen. ZEER ON 3

4 10. De school is budgetvriendelijk. ZEER ON PEDAGOGISCH 11. In de klas van mijn zoon/dochter is er genoeg aandacht voor de begeleiding van leerlingen met leermoeilijkheden. ZEER ON Ik ben tevreden over de extra mogelijkheden voor meer getalenteerde leerlingen. ZEER ON 4

5 13. De leerkrachten die lesgeven aan mijn zoon/dochter zijn vooral gemotiveerde leerkrachten. ZEER ON 14. Er is voldoende aandacht voor culturele activiteiten. ZEER ON De leerlingen krijgen voldoende uitleg van de leerkrachten over hun rapportcijfers. ZEER ON 25 5

6 16. Op deze school leert men zelfstandig werken. ZEER ON 17. Deze school stimuleert creativiteit bij de leerlingen. ZEER ON 18. De school besteedt voldoende aandacht aan persoonlijkheidsvorming. ZEER ON 25 6

7 19. De onthaalperiode tijdens de eerste schooldagen droeg effectief bij tot een vlotte overgang. ZEER ON De middagactiviteiten dragen hun steentje bij tot het scheppen van een positief schoolklimaat. ZEER ON 21. Ik vind het belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan het gebruik van computers en internet. ZEER ON 25 7

8 22. Ik vind het belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan sport. ZEER ON 23. De leerkrachten van mijn zoon/dochter zijn voldoende soepel in het aanbieden van inhaallessen. ZEER ON 24. Ik vind het belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan studiebegeleiding. ZEER ON 8

9 NIVEAU ONDERWIJS 25. Ik ben voldoende op de hoogte van wat mijn zoon/dochter wordt aangeleerd. ZEER ON 26. Ik ben tevreden over wat mijn zoon/dochter leert. ZEER ON 27. Ik ben voldoende geïnformeerd over de lessen van mijn zoon/dochter. ZEER ON 9

10 28. Ik ben op de hoogte van de manier van lesgeven. ZEER ON 29. Ik ben tevreden over de manier van lesgeven. ZEER ON 30. De school levert voldoende inspanningen om de leerlingen een werkmethode aan te leren. ZEER ON 10

11 ORDE 31. Er is voldoende aandacht voor orde in de klas. ZEER ON Er is voldoende controle op afwezigheden van leerlingen. ZEER ON Ik ken de bepalingen van het schoolreglement. ZEER ON 11

12 34. Ik ben tevreden over de aandacht voor waarden en normen. ZEER ON 35. Ik vind dat er duidelijke afspraken zijn waaraan de leerlingen zich moeten houden. ZEER ON 36. Ik vind de bepalingen van het schoolreglement te streng. ZEER ON 12

13 37. Mijn zoon/dochter voelt zich veilig op school. ZEER ON 38. In de klas van mijn zoon/dochter passen de leerkrachten de regels iedere dag op dezelfde manier toe. ZEER ON KEUZE VOOR DE SCHOOL Een van de factoren die een rol speelde bij mijn schoolkeuze was 39. De positieve commentaar over de school in mijn kennissenkring. ON 13

14 40. De duidelijkheid van de gegevens in de schoolbrochure. ON 41. Het neutrale karakter van de school, eigen aan het GO! ON De reclame in de lokale kranten. ON

15 43. Het advies van de leerkracht van de vorige school. ON Het feit dat mijn zoon/dochter absoluut naar dezelfde school wou als zijn/haar vrienden. ON Het feit dat ik dicht bij de school woon. ON

16 46. Het feit dat de school gemakkelijk bereikbaar is met het openbaar vervoer. ON 47. De veilige schoolomgeving. ON 48. Het positieve beeld dat de website van de school gaf. ON

17 49. Het feit dat ik een leerkracht persoonlijk ken. ON Het feit dat ik er vroeger zelf naar school ging. ON De campusgedachte. ON

18 52. Dat op de opendeurdag duidelijke informatie werd gegeven. ON 53. Dat ik op de opendeurdag een positieve, open sfeer kon opsnuiven. ON Het aanbod van verschillende godsdiensten. ON

19 55. De organisatie van de voor- en naschoolse opvang op de school/campus. ON De diversiteit binnen de school. ON BESLUIT 57. In mijn persoonlijke contacten laat ik mij positief uit over de school. ZEER ON

20 58. Mijn keuze voor deze school is een goede beslissing gebleken. ZEER ON 59. Mijn zoon/dochter voelt zich thuis op school en gaat dus graag naar school. ZEER ON 25 20