STAD TONGEREN SECTORAAL B.P.A. ZONEVREEMDE BEDRIJVEN

Transcriptie

1 Provincie: Limburg Arrondissement: Tongeren Gemeente: Tongeren Dossiernr: 04014/12 Augustus 2006 STAD TONGEREN SECTORAAL B.P.A. ZONEVREEMDE BEDRIJVEN fase II STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ONTWERP Opdrachtgever Stadsbestuur Tongeren Maastrichterstraat Tongeren Libost-Groep nv. Ontwerp- en adviesbureau afdeling ruimtelijke planning Vestiging Hasselt Vestiging Vlaams Brabant Herckenrodesingel Hasselt Domeinstraat 11A 3010 Kessel-Lo tel: 011/ fax: 011/ tel: 016/ fax: 016/ infra@libost-groep.com vlaamsbrabant@libost-groep.com

2 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 2/43 Sectoraal B.P.A. Zonevreemde Bedrijven fase II 1 ste voorontwerp 2 de voorontwerp 3 de voorontwerp 4 de voorontwerp 1 ste ontwerp 2 de ontwerp GEMEENTE ADVISEREND BESTUUR GECORO OPENBAAR ONDERZOEK opgem. overgem. goedgek. overgem. plenaire overgem. behandeld opening sluiting Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad om gevoegd te worden bij de beraadslaging in zitting van:. Op bevel DE SECRETARIS DE BURGEMEESTER Rik Vliegen Patrick Dewael (wnd) Carmen Willems Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van:. tot: Op bevel DE SECRETARIS DE BURGEMEESTER Rik Vliegen Patrick Dewael (wnd) Carmen Willems Gezien en goedgekeurd om gevoegd te worden bij de beraadslaging van de gemeenteraad in zitting van: Op bevel DE SECRETARIS DE BURGEMEESTER Rik Vliegen Patrick Dewael (wnd) Carmen Willems Voor eensluidend afschrift van het aan het openbaar onderzoek onderworpen origineel Op bevel DE SECRETARIS DE BURGEMEESTER Rik Vliegen Patrick Dewael (wnd) Carmen Willems

3 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 3/43 Inhoudsopgave DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN... 8 ART. 1 GRENS VAN HET BIJZONDER PLAN VAN AANLEG... 8 ART. 2 BESTAANDE TOESTAND... 8 ART. 3 BEPLANTINGEN BESTAANDE BEPLANTING NIEUWE AANPLANTINGEN... 8 ART. 4 WATERINFILTRATIE EN BUFFERING ART. 5 AFSLUITINGEN... 9 ART. 6 ARCHITECTURAAL VOORKOMEN... 9 ART. 7 PUBLICITEIT... 9 ART. 8 OVERGANGSMAATREGELEN...10 DEEL 2: SPECIFIEKE BESTEMMINGS-, INRICHTINGS- EN BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN PER BEDRIJF...11 TIMMERMANS NV...11 ART. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID AARD VAN DE ACTIVITEIT EN DE BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...11 ART. 10 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID BESTEMMING INRICHTING...12 ART. 11 ZONE VOOR VOORTUINEN BESTEMMING INRICHTING...13 ART. 12 ZONE VOOR GROENBUFFER BESTEMMING INRICHTING...13 ART. 13 ZONE NON-AEDIFICANDI...14 DELVEAUX METAALWERKEN...15 ART. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID AARD VAN DE ACTIVITEIT EN DE BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...15 ART. 10 ZONE VOOR BEDRIJFSWONING AARD VAN DE ACTIVITEIT EN BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...16 ART. 11 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID BESTEMMING...17

4 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 4/ INRICHTING...17 ART. 12 ZONE VOOR VOORTUINEN BESTEMMING INRICHTING...18 ART. 13 ZONE VOOR GROENBUFFER BESTEMMING INRICHTING...18 ART. 14 ZONE VOOR AGRARISCH GEBIED BESTEMMING...19 KOSLOWSKI...20 ART. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID AARD VAN DE ACTIVITEIT EN DE BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...20 ART. 10 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID BESTEMMING INRICHTING...21 ART. 11 ZONE VOOR VOORTUINEN BESTEMMING INRICHTING...22 ART. 12 ZONE VOOR GROENBUFFER BESTEMMING INRICHTING...22 SCHRIJNWERKERIJ D HUYS...24 ART. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID AARD VAN DE ACTIVITEIT EN DE BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...24 ART. 10 ZONE VOOR BEDRIJFSWONING AARD VAN DE ACTIVITEIT EN BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...25 ART. 11 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID BESTEMMING INRICHTING...26 ART. 12 ZONE VOOR VOORTUINEN BESTEMMING INRICHTING...27 ART. 13 ZONE VOOR GROENBUFFER BESTEMMING INRICHTING...27 ART. 14 ZONE VOOR TUINEN BESTEMMING...28 CONSTRUCTIES PHILLIPPE...29 ART. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID AARD VAN DE ACTIVITEIT EN DE BESTEMMING...29

5 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 5/ BEBOUWING EN INRICHTING...29 ART. 10 ZONE VOOR BEDRIJFSWONING AARD VAN DE ACTIVITEIT EN BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...30 ART. 11 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID BESTEMMING INRICHTING...31 ART. 12 ZONE VOOR VOORTUINEN BESTEMMING INRICHTING...32 ART. 13 ZONE VOOR GROENBUFFER BESTEMMING INRICHTING...32 ART. 14 ZONE VOOR TUINEN BESTEMMING INRICHTING...33 LOVERIX...34 ART. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID AARD VAN DE ACTIVITEIT EN DE BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...34 ART. 10 ZONE VOOR BEDRIJFSWONING AARD VAN DE ACTIVITEIT EN BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...36 ART. 11 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID BESTEMMING INRICHTING...37 ART. 12 ZONE VOOR TUINEN BESTEMMING INRICHTING...37 ART. 13 ZONE VOOR GROENBUFFER BESTEMMING INRICHTING...38 REYNDERS...39 ART. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID AARD VAN DE ACTIVITEIT EN DE BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...39 ART. 10 ZONE VOOR WONEN HALFOPEN BEBOUWING AARD VAN DE ACTIVITEIT EN BESTEMMING BEBOUWING EN INRICHTING...40 ART. 11 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID BESTEMMING INRICHTING...40 ART. 12 ZONE VOOR GROENBUFFER BESTEMMING...41

6 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 6/ INRICHTING...41 DEEL 3: TERMINOLOGIE...42

7 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 7/43 De documenten van dit BPA bestaan uit de volgende delen : 1. Startnota 2. Plan Bestaande Toestand 3. Bestemmingsplan 4. Stedenbouwkundige voorschriften 5. Memorie van Toelichting 6. Behandeling bezwaren openbaar onderzoek Dit BPA vervangt delen van het reeds goedgekeurde BPA zonevreemde bedrijven MB dd Revisie Opmerking A Voorontwerp mei 2005 B Ontwerp april 2006 C Ontwerp - aanpassingen ontwerp augustus 2006

8 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 8/43 DEEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN art. 1 GRENS VAN HET BIJZONDER PLAN VAN AANLEG Deze grens van het BPA duidt het gedeelte van het grondgebied aan, onderworpen aan de voorschriften van het bijbehorend plan. De geldende reglementering en besluiten blijven van toepassing voor zover zij niet door onderhavige voorschriften gewijzigd worden. art. 2 BESTAANDE TOESTAND Het plan bestaande toestand omvat de actuele toestand en de activiteiten op de percelen opgenomen in of grenzend aan het BPA. art. 3 BEPLANTINGEN 3.1 Bestaande beplanting Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor zover dit uitdrukkelijk nodig is voor het oprichten van gebouwen en het nemen van toegangen tot die gebouwen, om veiligheidsredenen of voor een gezond groenbeheer. De waardevolle streekgebonden hoogstambomen dienen optimaal behouden te blijven ongeacht de bestemmingszone waarin ze voorkomen, of gecompenseerd te worden indien behoud niet mogelijk is. Om het behoud te verzekeren moeten bij elk werk volgende bescherming - en voorzorgsmaatregelen steeds in acht worden genomen : Er mogen geen inritten of toegangen worden voorzien ter hoogte van de bestaande hoogstambomen in de horizontale projectie van de boomkruin; Bestaande inritten mogen behouden blijven, maar moeten bij wijziging herleid worden tot een breedte van 4 m; Alle nutsvoorzieningen moeten worden voorzien onder deze opritten; Op alle bouwaanvragen moeten de bestaande bomen met hun juiste plaats vermeld worden, evenals de grootte van de kruinprojectie; Tijdens de uitvoeringswerken dienen de nodige beschermende maatregelen genomen te worden; Er mogen géén takken worden verwijderd, materiaal of grond tijdelijk gestapeld, met zwaar materieel rondgereden worden of sleuven worden gegraven binnen de horizontale projectie; Er mag géén bouwafval worden gestort of afvalwater worden geloosd in de wortelzone; Bij eventuele beschadiging moet de wonde glad gesneden worden en ingestreken worden met beschermende en/of ontsmettende middelen; Indien in de buurt wordt bemaald en in een droogteperiode van méér dan 14 dagen tijdens het groeiseizoen werken worden uitgevoerd, dient er voldoende water aan de boom te worden gegeven (afhankelijk van het volume). 3.2 Nieuwe aanplantingen De voorgeschreven beplantingen zullen bestaan uit inheemse bomen en struiken, welke eigen zijn aan de streek. Een aantal uitheemse soorten hebben zich door de eeuwen heen echter aangepast aan onze streken en landschappen en maken dus deel uit van ons cultuurland. De keuze van beplantingen moet in de bouwaanvraag aangegeven en gemotiveerd worden. Alle onbebouwde delen van de zone voor lokale bedrijvigheid die gedurende langer dan 2 jaar niet gebruikt worden voor de bedrijvigheid, zullen eveneens beplant worden met inheemse soorten. Groendaken en daktuinen zijn toegelaten op platte en licht hellende daken.

9 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 9/43 Bij het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning zullen steeds de nodige lasten en voorwaarden opgelegd worden om de realisatie van de vereiste aanplantingen te garanderen. Het betreft hier alle beplantingen, ongeacht de zone waarin ze zich bevinden. art. 4 WATERINFILTRATIE EN BUFFERING. Om geen bijkomend afvoerdebiet te laten ontstaan door het omzetten van onverharde oppervlakten in verharde ondoordringbare oppervlakten binnen het BPA moeten waar nodig maatregelen voor waterinfiltratie of waterberging voorzien worden. Voor daken en verharde oppervlakken die onder toepassing vallen het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de vaststelling van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, moet aan de normen van deze verordening voldaan worden. Voor bestaande en nieuw aan te leggen openbare wegenis en eventueel andere bestaande daken en verharde oppervlakken, voor de daken op percelen kleiner dan 3 are, voor de verharde oppervlakken kleiner dan 200m² en de andere uitzonderingen die opgenomen zijn in deze stedenbouwkundige verordening, moet de maximaal mogelijke afkoppeling, infiltratie en buffering van water nagestreefd worden binnen het globale concept voor het project. Dit wil zeggen dat een gescheiden stelsel moet aangelegd worden voor de nieuwe infrastructuur en maximaal nagestreefd voor de bestaande. Desgevallend moet hierbij rekening gehouden worden met potentiële vervuiling van het water. Indien geen hergerbruik van regenwater mogelijk is, wordt in eerste instantie de maximale infiltratie van hemelwater afkomstig van dakwater beoogd, afhankelijk van de infiltratiecapaciteit van de grond en in tweede instantie de eventuele infiltratie en buffering van hemelwater afkomstig van andere verharde oppervlakken. De normen zijn minimaal de normen beschreven in code voor goede praktijk voor het aanleggen van rioleringen (omzendbrief van 16 juli 1996). art. 5 AFSLUITINGEN Terreinafsluitingen worden in draad en/of hout uitgevoerd, in combinatie met een haag of met klimplanten (in inheemse soorten). Andere materialen zijn niet toegelaten. Een afsluiting mag maximaal 2.20m hoog zijn. art. 6 ARCHITECTURAAL VOORKOMEN De architectuur van elke constructie of groep van constructies zal in harmonie zijn met de bebouwing van de directe omgeving en zal op zichzelf een harmonisch geheel vormen. Men dient met een hedendaagse (moderne) kwalitatieve architectuur te streven naar een karaktervol geheel waarbij zowel het materiaalgebruik, de vormgeving, het volume als de detaillering op elkaar zijn afgestemd. art. 7 PUBLICITEIT Publiciteit is toegelaten onder de volgende voorwaarden: Gevelreclame op het bedrijfsgebouw, en/of reclameborden op palen of gelijkaardige steunen, is toegelaten: op minimum drie meter van de laterale perceelsgrenzen met een maximumhoogte van 4m met een maximumoppervlakte van 3m² Het aanbrengen van publiciteit - of uithangborden boven op de daken van de gebouwen is verboden.

10 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 10/43 art. 8 OVERGANGSMAATREGELEN Voor zover ze de kwaliteit en het harmonisch beeld van de onmiddellijke omgeving niet schaden en de verdere realisatie van het BPA niet in het gedrang brengen, mogen, tenzij anders vermeld : bestaande wettelijk vergunde bestemmingen en activiteiten die niet beantwoorden aan de bestemmingsvoorschriften van voorliggend BPA behouden blijven binnen het bestaande hiervoor vergunde bouwvolume; aan bestaande, wettelijk vergunde gebouwen die niet beantwoorden aan de bebouwingsvoorschriften van het voorliggende BPA onderhouds-, herstellings- en verbouwingswerken worden uitgevoerd voor zover ze beperkt blijven tot de bestaande omvang van het bouwvolume. Bij afbraak, vernieuwbouw of verbouwing met volumewijziging dient de bebouwing in overeenstemming te worden gebracht met de voorschriften van dit BPA. Voor de bestaande bebouwing die buiten de aangeduide zones voor bebouwing zijn gesitueerd, zijn slechts instandhoudingwerken toegelaten, tenzij anders vermeld. Bij afbraak, verbouwing en wederopbouw moet de nieuwbouw beantwoorden aan de bijhorende voorschriften van het BPA binnen de betreffende bestemmingszone.

11 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 11/43 DEEL 2: SPECIFIEKE BESTEMMINGS-, INRICHTINGS- EN BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN PER BEDRIJF TIMMERMANS NV art. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID 9.1 Aard van de activiteit en de bestemming Deze zone is voorbehouden voor de bestendiging en uitbreiding van het bestaande bedrijf. De toegelaten activiteiten hebben een lokaal karakter en mogen de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Werkplaats en/of atelier Opslagruimte Laad -en losruimte Parkeer- en manoeuvreerruimte Kantoor Toonzaal Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening Nieuwe activiteiten of bedrijvigheid mogen voor de omgeving niet meer hinder veroorzaken dan de bestaande met inbegrip van water -, bodem - en luchtverontreiniging, geluidshinder, stofhinder, stank, trillingen, stralingen en mogen eveneens geen abnormaal brandgevaar inhouden. Noch afvalstoffen, noch grondstoffen, niet-afgewerkte en afgewerkte producten mogen gestort of gestapeld worden in open lucht op deze delen die van het openbaar domein en de aanpalende private percelen zichtbaar zijn. 9.2 Bebouwing en inrichting Inplanting De bebouwing wordt voorzien binnen de grafisch aangeduide zone voor lokale bedrijvigheid. De niet-bebouwde delen van deze zone dient verhard worden, richten zich naar de voorschriften van de niet-bebouwde zone in functie van lokale bedrijvigheid. Men moet ervan uitgaan dat aan het bestaande maaiveld zo weinig mogelijk wordt veranderd en dat het verschil in hoogtepeil van het gelijkvloers van de constructie t.o.v. dit maaiveld tot een minimum wordt beperkt. Bij elke aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning dient een terreininrichtingsplan gevoegd te worden, met weergave van de gebouwen, de parkeervoorzieningen, in - en uitritten, de verhardingen en de aanplantingen met de plantensoorten, hun aantal en maat. De woning die binnen deze zone voorzien mag worden, moet harmonische geïntegreerd zijn in het volume van de bedrijfsgebouwen.

12 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 12/43 Bebouwings- en vloeroppervlakte De verhouding tussen de oppervlakte van de footprint van de bebouwing (B) en de oppervlakte van de bestemmingszone (T) is max. gelijk aan 0,8 en de verhouding tussen het bruto vloeroppervlak (V) van de gebouwen en de oppervlakte van de bestemmingszone (T) is eveneens 0,8. Maximale bouwhoogte ten opzichte van het maaiveld gegeven door de Maastrichtersteenweg is 1 bouwlaag.. Hoogte en dakvorm Het profiel van de bestaande bebouwing is maatgevend voor de vernieuwing van de bestaande constructies en voor een eventuele uitbreiding. In dit laatste geval dient het dwarsprofiel van de bestaande bebouwing doorgetrokken te worden. Uitzonderingen kunnen toegestaan worden over beperkte oppervlakte indien deze om technische redenen zijn vereist. De maximale hoogte tot de dakrand of kroonlijst van de bedrijfsgebouwen bedraagt echter 6m. De dakvorm is vrij. Bij hellende daken mag de nokhoogte niet hoger zijn dan 8m. Materialen De architectuur moet in harmonie zijn met de omgeving, zowel wat de vorm, de aard en de kleuren van de materialen betreft en doet geen afbreuk aan de waardevolle elementen in de omgeving. Het gebruik van esthetisch verantwoorde materialen en eenvormigheid in het materiaalgebruik staan centraal. Andere constructies De vaste afvalstoffen mogen niet op het terrein worden gestort maar zullen op reglementaire wijze worden verwijderd. Elke rommelige aanblik (schroot, puinhopen, wrakken,enz.) vanaf de grenzen van het perceel, dienen aan het oog onttrokken te worden door een aangepaste architectuur, beplanting en eventueel in een speciaal daartoe voorziene inrichting ondergebracht te worden. art. 10 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID 10.1 Bestemming De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Circulatieruimte Laad - en losruimte Parkeer- en manoeuvreerruimte Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening 10.2 Inrichting Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten.

13 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 13/43 Op de delen die zichtbaar zijn van op het openbare domein en de aanpalende private percelen mag er niet gestapeld of gestockeerd worden in open lucht. Elke rommelige aanblik vanaf de grenzen van het perceel, dient aan het oog onttrokken te worden. Waar deze zone raakt aan de zone voor groenbuffer en/of zone voor voortuinen, moet de inrichting van die delen van de onbebouwde zone i.f.v. lokale bedrijvigheid die niet als dusdanig gebruikt worden, zich richten naar de voorschriften van deze zones. Ze moeten daarbij als één landschappelijk geheel bekeken worden. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden. art. 11 ZONE VOOR VOORTUINEN 11.1 Bestemming Deze zone is bestemd voor de inrichting van een representatieve voortuinstrook. De aanplanting van bomen, struiken en kruidachtigen is verplicht. De beplanting heeft een esthetische functie en draagt bij tot een kwalitatief aantrekkelijk straatbeeld. De inrichting van inritten, toegangen en parkeerplaatsen is toegelaten binnen de gestelde inrichtingsvoorwaarden. De toegang tot het bedrijf moet via deze zone vanaf de Viséweg gebeuren Inrichting De voortuin dient over heel de zone als een harmonisch geheel voor te komen en voor minimum 60% van de oppervlakte beplant te worden. Bij de plantenkeuze dient voldoende aandacht geschonken te worden aan de zichtbaarheid bij het uitrijden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden. Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. Het stapelen of stockeren van materialen in deze zone is eveneens niet toegelaten. Indien deze zone grenst aan een zone voor groenbuffer, dient de inrichting van beide zones landschappelijk als één geheel bekeken worden. Doorheen deze zone mogen maximaal twee toegangen gerealiseerd worden in functie van de ontsluiting van de zone voor lokale bedrijvigheid art. 9.A. De breedte van een toegang doorheen deze zone bedraagt maximum 6m. art. 12 ZONE VOOR GROENBUFFER 12.1 Bestemming Deze bufferzone heeft een esthetische en afschermende functie. Om deze functie ten volle te kunnen vervullen, mag deze enkel doorbroken worden op die plekken zoals aangeduid op het bestemmingsplan Inrichting Opbouw buffer

14 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 14/43 De bufferzone is verplicht op de aangeduide plaatsen. De omvang ervan is af te lezen op het bestemmingsplan. Om de afschermende functie ten volle te kunnen vervullen, moet de beplanting een dichte structuur hebben. Deze buffer is permanent en gelaagd: Permanent: de buffer vormt een aaneengesloten geheel. Gelaagd: er worden verschillende lagen onderscheiden die in elkaar overgaan: een bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. Indien de buffer smaller is dan 1m, zal een haagafsluiting of draadafsluiting begroeid met klimplanten voorzien worden als groenscherm. De hoogte ervan is beperkt tot 2.20m, behalve waar het groenscherm tegen de gevel van de bedrijfsgebouwen aangeplant wordt. In dat geval is de gevelhoogte maatgevend. Beplanting De landschappelijke waarde van deze zones zal verhoogd worden door het gebruik van streekeigen groen en in harmonie met de omringende begroeiing. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten. Constructies In deze zone is elke constructie en het stapelen van materialen verboden. Realisatie Deze zone dient verplicht aangelegd te worden bij de eerste aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning. De beplanting in deze zone gebeurt bovendien uiterlijk in het tweede plantseizoen dat volgt op het in voege treden van het NAKIJKEN DRO artikel 105) art. 13 ZONE NON-AEDIFICANDI De eerste 21m vanuit de straatas van de Maastrichtersteenweg zijn een erfdienstbaarheid voor de primaire categorie II. In deze zone geldt een bouwverbod. Voor de bestaande bebouwing die binnen de grafisch aangeduide zone is gesitueerd, zijn enkel instandhoudingswerken toegelaten. De functies die gelegen zijn in deze zone blijven bestaan zolang ze de aanleg van de primaire weg II niet bemoeilijken. Binnen deze zone langs de Maastrichtersteenweg is het niet toegestaan om een toegang tot de bedrijfsterreinen te realiseren.

15 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 15/43 DELVEAUX METAALWERKEN art. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID 9.1 Aard van de activiteit en de bestemming Deze zone is voorbehouden voor de bestendiging en uitbreiding van het bestaande bedrijf. Bij stopzetting van deze activiteiten of een deel van deze activiteiten zijn binnen deze zone enkel ambachtelijke activiteiten als nieuwe bedrijvigheid mogelijk. De toegelaten activiteiten hebben een lokaal karakter en mogen de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Werkplaats en/of atelier Opslagruimte Laad -en losruimte Parkeer en manoeuvreerruimte Aanhorigheden bij bedrijvigheid Kantoor Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening Nieuwe activiteiten of bedrijvigheid mogen voor de omgeving niet meer hinder veroorzaken dan de bestaande met inbegrip van water-, bodem- en luchtverontreiniging, geluidshinder, stofhinder, stank, trillingen, stralingen en mogen eveneens geen abnormaal brandgevaar inhouden. Noch afvalstoffen, noch grondstoffen, niet-afgewerkte en afgewerkte producten mogen gestort of gestapeld worden in open lucht op deze delen die van het openbaar domein en de aanpalende private percelen zichtbaar zijn. 9.2 Bebouwing en inrichting Inplanting De bebouwing wordt voorzien binnen de grafisch aangeduide zone voor lokale bedrijvigheid. Een uitbreiding ten opzichte van de bestaande bedrijfsgebouwen is enkel mogelijk indien deze samen met een verbetering van de welstand van de bestaande gebouwen plaatsvindt. De uitbreiding heeft enkel tot doel een efficiëntere bedrijfsorganisatie te bewerkstelligen zonder dat dit een ruimtelijk tastbare schaalvergroting tot gevolg heeft. De niet-bebouwde delen van deze zone die verhard worden, richten zich naar de voorschriften van de niet-bebouwde zone in functie van lokale bedrijvigheid. Men moet ervan uitgaan dat aan het bestaande maaiveld zo weinig mogelijk wordt veranderd en dat het verschil in hoogtepeil van het gelijkvloers van de constructie t.o.v. dit maaiveld tot een minimum wordt beperkt. Bij elke aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning dient een terreininrichtingsplan gevoegd te worden, met weergave van de gebouwen, de parkeervoorzieningen, in - en uitritten, de verhardingen en de aanplantingen met de plantensoorten, hun aantal en maat.

16 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 16/43 Hoogte en dakvorm Het profiel van de bestaande bebouwing is maatgevend voor de vernieuwing van de bestaande constructies en voor een eventuele uitbreiding. De maximale hoogte tot de dakrand of kroonlijst van de bedrijfsgebouwen bedraagt echter 6m vanaf het maaiveld. De dakvorm is vrij. Bij hellende daken mag de nokhoogte niet hoger zijn dan 8m. Materialen De architectuur moet in harmonie zijn met de omgeving, zowel wat de vorm, de aard en de kleuren van de materialen betreft en doet geen afbreuk aan de waardevolle elementen in de omgeving. Het gebruik van esthetisch verantwoorde materialen en eenvormigheid in het materiaalgebruik staan centraal. Andere constructies De vaste afvalstoffen mogen niet op het terrein worden gestort maar zullen op reglementaire wijze worden verwijderd. Elke rommelige aanblik (schroot, puinhopen, wrakken,enz.) vanaf de grenzen van het perceel, dienen aan het oog onttrokken te worden door een aangepaste architectuur, beplanting en eventueel in een speciaal daartoe voorziene inrichting ondergebracht te worden. art. 10 ZONE VOOR BEDRIJFSWONING 10.1 Aard van de activiteit en bestemming Deze zone is voorbestemd voor de exploitatiewoning bij het bedrijf. Hoofdbestemming Nevenbestemming Wonen in halfopen bebouwing Kantoor i.f.v. lokale bedrijvigheid Minimum 75% van de gebouwde vloeroppervlakte van de bebouwing moet voor wonen gebruikt worden. Slechts één grondgebonden woongelegenheid in halfopen bebouwing is toegestaan. Maximum 25% van de gebouwde vloeroppervlakte in deze zone mag als kantoorfunctie gebruikt worden Bebouwing en inrichting Inplanting De bebouwing dient voorzien te worden binnen de grafisch aangeduide zone. Er mag slechts 1 wooneenheid gerealiseerd worden in deze zone, met en volume van maximaal 1000m³. Binnen deze zone moet er een visueel en waar mogelijk ruimtelijk samenhangend volume gerealiseerd worden met de zone voor lokale bedrijvigheid. De niet-bebouwde delen van deze zone die verhard worden moeten gebruikt en ingericht worden als tuin en/of koer bij de woonfunctie en in die hoedanigheid visueel geïntegreerd worden met de aansluitende niet-bebouwde zones van het perceel. Hoogte en dakvorm Het bestaande gebariet van de woning dient behouden te worden. Voor minstens 1,90m dient op het gabariet van de naastliggende woning aangesloten te worden in geval van uitbreiding. Dakkapellen zijn toegestaan over een lengte van maximaal 40% van de gevellengte.

17 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 17/43 Materialen De architectuur moet in harmonie zijn met de omgeving, zowel wat de vorm, de aard en de kleuren van de materialen betreft en doet geen afbreuk aan de waardevolle elementen in de omgeving. Het gebruik van esthetisch verantwoorde materialen en eenvormigheid in het materiaalgebruik staan centraal. Onechte, nabootsende materialen zijn niet toegestaan. Het aantal materialen voor de gevels van het bouwvolume moet beperkt zijn tot één hoofdmateriaal en twee bijkomende materialen. Andere constructies Binnen deze zone zijn geen andere constructies dan behorende tot de bedrijfswoning toegelaten. art. 11 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID 11.1 Bestemming De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Circulatieruimte Laad - en losruimte Parkeer- en manoeuvreerruimte Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening 11.2 Inrichting Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten. Op de delen die zichtbaar zijn van op het openbare domein en de aanpalende private percelen mag er niet gestapeld of gestockeerd worden in open lucht. Elke rommelige aanblik vanaf de grenzen van het perceel, dient aan het oog onttrokken te worden. Waar deze zone raakt aan de zone voor groenbuffer en/of zone voor voortuinen, moet de inrichting van die delen van de onbebouwde zone i.f.v. lokale bedrijvigheid die niet als dusdanig gebruikt worden, zich richten naar de voorschriften van deze zones. Ze moeten daarbij als één landschappelijk geheel bekeken worden. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden. art. 12 ZONE VOOR VOORTUINEN 12.1 Bestemming Deze zone is bestemd voor de inrichting van een representatieve voortuinstrook. De aanplanting van bomen, struiken en kruidachtigen is verplicht. De beplanting heeft een esthetische functie en draagt bij tot een kwalitatief aantrekkelijk straatbeeld. De inrichting van inritten, toegangen en parkeerplaatsen is toegelaten binnen de gestelde inrichtingsvoorwaarden.

18 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 18/ Inrichting De voortuin dient over heel de zone als een harmonisch geheel voor te komen en voor minimum 60% van de oppervlakte beplant te worden. Bij de plantenkeuze dient voldoende aandacht geschonken te worden aan de zichtbaarheid bij het uitrijden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden. Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. Het stapelen of stockeren van materialen in deze zone is eveneens niet toegelaten. Indien deze zone grenst aan een zone voor groenbuffer, dient de inrichting van beide zones landschappelijk als één geheel bekeken worden. Doorheen deze zone mag slechts 1 toegang gerealiseerd worden. De breedte van een toegang doorheen deze zone bedraagt maximum 6m. art. 13 ZONE VOOR GROENBUFFER 13.1 Bestemming Deze bufferzone heeft een esthetische en afschermende functie. Om deze functie ten volle te kunnen vervullen, mag deze enkel doorbroken worden op die plekken zoals aangeduid op het bestemmingsplan Inrichting Opbouw buffer De bufferzone is verplicht op de aangeduide plaatsen. De omvang ervan is af te lezen op het bestemmingsplan. Om de afschermende functie ten volle te kunnen vervullen, moet de beplanting een dichte structuur hebben. Deze buffer is permanent en gelaagd: Permanent: de buffer vormt een aaneengesloten geheel. Gelaagd: er worden verschillende lagen onderscheiden die in elkaar overgaan: een bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. Indien de buffer smaller is dan 1m, zal een haagafsluiting of draadafsluiting begroeid met klimplanten voorzien worden. De hoogte ervan is beperkt tot 2.20m, behalve waar het groenscherm tegen de gevel van de bedrijfsgebouwen aangeplant wordt. In dat geval is de gevelhoogte maatgevend. Beplanting De landschappelijke waarde van deze zones zal verhoogd worden door het gebruik van streekeigen groen en in harmonie met de omringende begroeiing. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten. Constructies In deze zone is elke constructie en het stapelen van materialen verboden. Realisatie

19 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 19/43 Deze zone dient verplicht aangelegd te worden bij de eerste aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning. De beplanting in deze zone gebeurt bovendien uiterlijk in het tweede plantseizoen dat volgt op het in voege treden van het BPA. art. 14 ZONE VOOR AGRARISCH GEBIED 14.1 Bestemming Deze zone is bestemd voor landbouwactiviteiten in de ruime zin. In deze zone mogen enkel enkel de voor landbouw noodzakelijke gebouwen bevatten: de woning voor exploitanten, voor zover deze integraal deel uitmaakt van een leefbaar bedrijf en/of paraagrarische bedrijven.

20 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 20/43 KOSLOWSKI art. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID 9.1 Aard van de activiteit en de bestemming Deze zone is voorbehouden voor de bestendigen van het bestaande bedrijf. Een uitbreiding van de bedrijvigheid is niet toegestaan. Bij stopzetting van deze activiteiten of een deel van deze activiteiten zijn binnen deze zone enkel ambachtelijke activiteiten als nieuwe bedrijvigheid mogelijk. De toegelaten activiteiten hebben een lokaal karakter en mogen de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Werkplaats en/of atelier Opslagruimte Laad -en losruimte Parkeer- en manoeuvreerruimte Aanhorigheden bij bedrijvigheid Kantoor Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening Nieuwe activiteiten of bedrijvigheid mogen voor de omgeving niet meer hinder veroorzaken dan de bestaande met inbegrip van water-, bodem- en luchtverontreiniging, geluidshinder, stofhinder, stank, trillingen, stralingen en mogen eveneens geen abnormaal brandgevaar inhouden. Noch afvalstoffen, noch grondstoffen, niet-afgewerkte en afgewerkte producten mogen gestort of gestapeld worden in open lucht op deze delen die van het openbaar domein en de aanpalende private percelen zichtbaar zijn. 9.2 Bebouwing en inrichting Inplanting De bebouwing wordt voorzien binnen de grafisch aangeduide zone voor lokale bedrijvigheid. De niet-bebouwde delen van deze zone die verhard worden, richten zich naar de voorschriften van de niet-bebouwde zone in functie van lokale bedrijvigheid. Men moet ervan uitgaan dat aan het bestaande maaiveld zo weinig mogelijk wordt veranderd en dat het verschil in hoogtepeil van het gelijkvloers van de constructie t.o.v. dit maaiveld tot een minimum wordt beperkt. Bij elke aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning dient een terreininrichtingsplan gevoegd te worden, met weergave van de gebouwen, de parkeervoorzieningen, in - en uitritten, de verhardingen en de aanplantingen met de plantensoorten, hun aantal en maat. Hoogte en dakvorm Het profiel van de bestaande bebouwing is maatgevend voor de vernieuwing van de bestaande constructies en voor een eventuele uitbreiding. De maximale hoogte tot de dakrand of kroonlijst van de bedrijfsgebouwen bedraagt echter 6m vanaf het maaiveld. De dakvorm is vrij. Bij hellende daken mag de nokhoogte niet hoger zijn dan 8m.

21 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 21/43 Materialen De architectuur moet in harmonie zijn met de omgeving, zowel wat de vorm, de aard en de kleuren van de materialen betreft en doet geen afbreuk aan de waardevolle elementen in de omgeving. Het gebruik van esthetisch verantwoorde materialen en eenvormigheid in het materiaalgebruik staan centraal. Andere constructies De vaste afvalstoffen mogen niet op het terrein worden gestort maar zullen op reglementaire wijze worden verwijderd. Elke rommelige aanblik (schroot, puinhopen, wrakken,enz.) vanaf de grenzen van het perceel, dienen aan het oog onttrokken te worden door een aangepaste architectuur, beplanting en eventueel in een speciaal daartoe voorziene inrichting ondergebracht te worden. art. 10 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID 10.1 Bestemming De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Circulatieruimte Laad - en losruimte Parkeer- en manoeuvreerruimte Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening 10.2 Inrichting Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten. Op de delen die zichtbaar zijn van op het openbare domein en de aanpalende private percelen mag er niet gestapeld of gestockeerd worden in open lucht. Elke rommelige aanblik vanaf de grenzen van het perceel, dient aan het oog onttrokken te worden. Waar deze zone raakt aan de zone voor groenbuffer en/of zone voor voortuinen, moet de inrichting van die delen van de onbebouwde zone i.f.v. lokale bedrijvigheid die niet als dusdanig gebruikt worden, zich richten naar de voorschriften van deze zones. Ze moeten daarbij als één landschappelijk geheel bekeken worden. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden. art. 11 ZONE VOOR VOORTUINEN 11.1 Bestemming Deze zone is bestemd voor de inrichting van een representatieve voortuinstrook. De aanplanting van bomen, struiken- en kruidachtigen is verplicht. De beplanting heeft een esthetische functie en draagt bij tot een kwalitatief aantrekkelijk straatbeeld.

22 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 22/43 De inrichting van inritten, toegangen en parkeerplaatsen is toegelaten binnen de gestelde inrichtingsvoorwaarden Inrichting De voortuin dient over heel de zone als een harmonisch geheel voor te komen en voor minimum 60% van de oppervlakte beplant te worden. Bij de plantenkeuze dient voldoende aandacht geschonken te worden aan de zichtbaarheid bij het uitrijden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden. Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. Het stapelen of stockeren van materialen in deze zone is eveneens niet toegelaten. Indien deze zone grenst aan een zone voor groenbuffer, dient de inrichting van beide zones landschappelijk als één geheel bekeken worden. Doorheen deze zone mag slechts 1 toegang gerealiseerd worden. De breedte van een toegang doorheen deze zone bedraagt maximum 6m. art. 12 ZONE VOOR GROENBUFFER 12.1 Bestemming Deze bufferzone heeft een esthetische en afschermende functie. Om deze functie ten volle te kunnen vervullen, mag deze enkel doorbroken worden op die plekken zoals aangeduid op het bestemmingsplan Inrichting Opbouw buffer De bufferzone is verplicht op de aangeduide plaatsen. De omvang ervan is af te lezen op het bestemmingsplan. Om de afschermende functie ten volle te kunnen vervullen, moet de beplanting een dichte structuur hebben. Deze buffer is permanent en gelaagd: Permanent: de buffer vormt een aaneengesloten geheel. Gelaagd: er worden verschillende lagen onderscheiden die in elkaar overgaan: een bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. Indien de buffer smaller is dan 1m, zal een haagafsluiting of draadafsluiting begroeid met klimplanten voorzien worden. De hoogte ervan is beperkt tot 2.20m, behalve waar het groenscherm tegen de gevel van de bedrijfsgebouwen aangeplant wordt. In dat geval is de gevelhoogte maatgevend. Beplanting De landschappelijke waarde van deze zones zal verhoogd worden door het gebruik van streekeigen groen en in harmonie met de omringende begroeiing. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten. Constructies In deze zone is elke constructie en het stapelen van materialen verboden.

23 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 23/43 Realisatie Deze zone dient verplicht aangelegd te worden bij de eerste aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning. De beplanting in deze zone gebeurt bovendien uiterlijk in het tweede plantseizoen dat volgt op het in voege treden van het BPA.

24 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 24/43 SCHRIJNWERKERIJ D HUYS art. 9 ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVIGHEID 9.1 Aard van de activiteit en de bestemming Deze zone is voorbehouden voor de bestendiging en uitbreiding van het bestaande bedrijf. Bij stopzetting van deze activiteiten of een deel van deze activiteiten zijn binnen deze zone enkel ambachtelijke activiteiten als nieuwe bedrijvigheid mogelijk. De toegelaten activiteiten hebben een lokaal karakter en mogen de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Werkplaats en/of atelier Opslagruimte Laad -en losruimte Parkeer en manoeuvreerruimte Aanhorigheden bij bedrijvigheid Kantoor Toonzaal Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening Nieuwe activiteiten of bedrijvigheid mogen voor de omgeving niet meer hinder veroorzaken dan de bestaande met inbegrip van water-, bodem- en luchtverontreiniging, geluidshinder, stofhinder, stank, trillingen, stralingen en mogen eveneens geen abnormaal brandgevaar inhouden. Noch afvalstoffen, noch grondstoffen, niet-afgewerkte en afgewerkte producten mogen gestort of gestapeld worden in open lucht op deze delen die van het openbaar domein en de aanpalende private percelen zichtbaar zijn. 9.2 Bebouwing en inrichting Inplanting De bebouwing wordt voorzien binnen de grafisch aangeduide zone voor lokale bedrijvigheid. Een uitbreiding ten opzichte van de bestaande bedrijfsgebouwen is enkel mogelijk indien deze samen met een verbetering van de welstand van de bestaande gebouwden plaatsvindt. De uitbreiding heeft enkel tot doel een efficiëntere bedrijfsorganisatie te bewerkstelligen zonder dat dit een ruimtelijk tastbare schaalvergroting tot gevolg heeft. De niet-bebouwde delen van deze zone die verhard worden, richten zich naar de voorschriften van de niet-bebouwde zone in functie van lokale bedrijvigheid. Men moet ervan uitgaan dat aan het bestaande maaiveld zo weinig mogelijk wordt veranderd en dat het verschil in hoogtepeil van het gelijkvloers van de constructie t.o.v. dit maaiveld tot een minimum wordt beperkt. Bij elke aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning dient een terreininrichtingsplan gevoegd te worden, met weergave van de gebouwen, de parkeervoorzieningen, in - en uitritten, de verhardingen en de aanplantingen met de plantensoorten, hun aantal en maat. Hoogte en dakvorm

25 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 25/43 Het profiel van de bestaande bebouwing is maatgevend voor de vernieuwing van de bestaande constructies en voor een eventuele uitbreiding. De maximale hoogte tot de dakrand of kroonlijst van de bedrijfsgebouwen bedraagt echter 6m vanaf het maaiveld. De dakvorm is vrij. Bij hellende daken mag de nokhoogte niet hoger zijn dan 8m. Materialen De architectuur moet in harmonie zijn met de omgeving, zowel wat de vorm, de aard en de kleuren van de materialen betreft en doet geen afbreuk aan de waardevolle elementen in de omgeving. Het gebruik van esthetisch verantwoorde materialen en eenvormigheid in het materiaalgebruik staan centraal. Andere constructies De vaste afvalstoffen mogen niet op het terrein worden gestort maar zullen op reglementaire wijze worden verwijderd. Elke rommelige aanblik (schroot, puinhopen, wrakken,enz.) vanaf de grenzen van het perceel, dienen aan het oog onttrokken te worden door een aangepaste architectuur, beplanting en eventueel in een speciaal daartoe voorziene inrichting ondergebracht te worden. art. 10 ZONE VOOR BEDRIJFSWONING 10.1 Aard van de activiteit en bestemming Deze zone is voorbestemd voor de exploitatiewoning bij het bedrijf. Hoofdbestemming Nevenbestemming Wonen in open bebouwing Kantoor i.f.v. lokale bedrijvigheid Minimum 75% van de gebouwde vloeroppervlakte van de bebouwing moet voor wonen gebruikt worden. Slechts één grondgebonden woongelegenheid in open bebouwing is toegestaan. Maximum 25% van de gebouwde vloeroppervlakte in deze zone mag als kantoorfunctie gebruikt worden Bebouwing en inrichting Inplanting De bebouwing dient voorzien te worden binnen de grafisch aangeduide zone. Er mag slechts 1 wooneenheid gerealiseerd worden in deze zone, met en volume van maximaal 1000m³. Binnen deze zone moet er een visueel en waar mogelijk ruimtelijk samenhangend volume gerealiseerd worden met de zone voor lokale bedrijvigheid. De niet-bebouwde delen van deze zone die verhard worden moeten gebruikt en ingericht worden als tuin en/of koer bij de woonfunctie en in die hoedanigheid visueel geïntegreerd worden met de aansluitende niet-bebouwde zones van het perceel. Hoogte en dakvorm Het bestaande gebariet van de woning dient behouden te worden. Voor minstens 1,90m dient op het gabariet van de naastliggende woning aangesloten te worden in geval van uitbreiding. Dakkapellen zijn toegestaan over een lengte van maximaal 40% van de gevellengte.

26 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 26/43 Materialen De architectuur moet in harmonie zijn met de omgeving, zowel wat de vorm, de aard en de kleuren van de materialen betreft en doet geen afbreuk aan de waardevolle elementen in de omgeving. Het gebruik van esthetisch verantwoorde materialen en eenvormigheid in het materiaalgebruik staan centraal. Onechte, nabootsende materialen zijn niet toegestaan. Het aantal materialen voor de gevels van het bouwvolume moet beperkt zijn tot één hoofdmateriaal en twee bijkomende materialen. Andere constructies Binnen deze zone zijn geen andere constructies dan behorende tot de bedrijfswoning toegelaten. art. 11 ONBEBOUWDE ZONE I.F.V. DE LOKALE BEDRIJVIGHEID 11.1 Bestemming De volgende bestemmingen zijn toegelaten: Hoofdbestemming Nevenbestemming Circulatieruimte Laad - en losruimte Parkeer- en manoeuvreerruimte Opslag in open lucht Hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening 11.2 Inrichting Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten. Op de delen die zichtbaar zijn van op het openbare domein en de aanpalende private percelen mag er niet gestapeld of gestockeerd worden in open lucht. Elke rommelige aanblik vanaf de grenzen van het perceel, dient aan het oog onttrokken te worden. Waar deze zone raakt aan de zone voor groenbuffer en/of zone voor voortuinen, moet de inrichting van die delen van de onbebouwde zone i.f.v. lokale bedrijvigheid die niet als dusdanig gebruikt worden, zich richten naar de voorschriften van deze zones. Ze moeten daarbij als één landschappelijk geheel bekeken worden. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden.

27 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 27/43 art. 12 ZONE VOOR VOORTUINEN 12.1 Bestemming Deze zone is bestemd voor de inrichting van een representatieve voortuinstrook. De aanplanting van bomen, struiken en kruidachtigen is verplicht. De beplanting heeft een esthetische functie en draagt bij tot een kwalitatief aantrekkelijk straatbeeld. De inrichting van inritten, toegangen en parkeerplaatsen is toegelaten binnen de gestelde inrichtingsvoorwaarden Inrichting De voortuin dient over heel de zone als een harmonisch geheel voor te komen en voor minimum 60% van de oppervlakte beplant te worden. Bij de plantenkeuze dient voldoende aandacht geschonken te worden aan de zichtbaarheid bij het uitrijden. De materialen die voor verharding gebruikt worden, zijn bij voorkeur waterdoorlatend. Beton, asfalt, klinkers, kasseien, grind of steenslag kunnen eveneens gebruikt worden. Het gebruik van puin en afbraakmateriaal als verharding is uitgesloten. Het parkeren binnen deze zone moet landschappelijk geïntegreerd worden. Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden. Het stapelen of stockeren van materialen in deze zone is eveneens niet toegelaten. Indien deze zone grenst aan een zone voor groenbuffer, dient de inrichting van beide zones landschappelijk als één geheel bekeken worden. Doorheen deze zone mag slechts 1 doorgang gerealiseerd worden naar de achterliggende zone voor lokale bedrijvigheid of de onbebouwde ruimte in functie van lokale bedrijvigheid. De breedte van een toegang doorheen deze zone bedraagt maximum 6m. art. 13 ZONE VOOR GROENBUFFER 13.1 Bestemming Deze bufferzone heeft een esthetische en afschermende functie. Om deze functie ten volle te kunnen vervullen, mag deze enkel doorbroken worden op die plekken zoals aangeduid op het bestemmingsplan Inrichting Opbouw buffer De bufferzone is verplicht op de aangeduide plaatsen. De omvang ervan is af te lezen op het bestemmingsplan. Om de afschermende functie ten volle te kunnen vervullen, moet de beplanting een dichte structuur hebben. Deze buffer is permanent en gelaagd: Permanent: de buffer vormt een aaneengesloten geheel. Gelaagd: er worden verschillende lagen onderscheiden die in elkaar overgaan: een bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. Indien de buffer smaller is dan 1m, zal een haagafsluiting of draadafsluiting begroeid met klimplanten voorzien worden. De hoogte ervan is beperkt tot 2.20m, behalve waar het groenscherm tegen de gevel van de bedrijfsgebouwen aangeplant wordt. In dat geval is de gevelhoogte maatgevend. Beplanting

28 Sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven fase II, gemeente Tongeren pagina 28/43 De landschappelijke waarde van deze zones zal verhoogd worden door het gebruik van streekeigen groen en in harmonie met de omringende begroeiing. Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten. Constructies In deze zone is elke constructie en het stapelen van materialen verboden. Realisatie Deze zone dient verplicht aangelegd te worden bij de eerste aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning. De beplanting in deze zone gebeurt bovendien uiterlijk in het tweede plantseizoen dat volgt op het in voege treden van het BPA. art. 14 ZONE VOOR TUINEN 14.1 Bestemming Deze zone is uitsluitend bestemd voor private tuinen. In deze zone moeten de bestaande boomgaard en weiden maximaal behouden blijven. Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgericht worden.