Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift tegen toekenning vergoeding van planschade betreffende het perceel Verlengde Groenestraat 33

Transcriptie

1 Openbaar Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift tegen toekenning vergoeding van planschade betreffende het perceel Verlengde Groenestraat 33 Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Bij brief van 8 juni 2010, ingekomen 9 juni 2010, hebben de heer A.A.J. van den Dungen en mevrouw C. Kingma een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van 30 maart 2010, verzonden op 29 april Bij brief van 9 juni 2010 hebben bezwaarmakers nog twee toelichtingen op hun bezwaarschrift ingezonden. In het bestreden besluit heeft het college aan bezwaarmakers naar aanleiding van hun verzoek van 28 augustus 2008 een vergoeding van planschade toegekend van , = te vermeerderen met de wettelijke rente. In dit besluit is afgeweken van het advies van de externe deskundige, Adviesbureau Van Montfoort te Amersfoort. Deze adviseerde een vergoeding van planschade toe te kennen van , = met wettelijke rente. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. G140, Ton van der Heijden, 2786 Datum ambtelijk voorstel 18 april 2011 Registratienummer D *D * Paraaf akkoord Datum Ter besluitvorming door het college 1. Bezwaren gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen; 2. Aan bezwaarmakers een vergoeding van planschade toe te kennen van , - te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2008 tot aan de dag der voldoening. 3. Op het te vergoeden bedrag in mindering te brengen de al ter zake uitgekeerde vergoeding van planschade van , = vermeerderd met de wettelijke rente. 4. Het nog te vergoeden bedrag aan planschade, vermeerderd met de wettelijke rente, vast te stellen op ,20. waarbij de wettelijke rente is berekend over de periode van 29 augustus 2008 tot 1 juni 2011, de vermoedelijke datum van voldoening. Leidinggevende mr. S. Visser, G140 Programmamanager P. Oomens Programmadirecteur B. Drummen Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Bestuursagenda Besluit B&W d.d. 17 mei 2011 nummer: 3.15 Confo rm advies Aanhou den Anders, nl. Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc

2 1 Probleemstelling Om een woongebouw voor studenten en een onderwijsgebouw mogelijk te maken op de voormalige ijsbaanlocatie op de hoek Heyendaalseweg/Prof. Bellefroidstraat zijn twee planologische wijzigingen doorgevoerd in de vorm van vrijstellingen ex artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De eerste planologische wijziging betreft de bij besluit van 14 mei 2007 aan de SSHN verleende vrijstelling voor de bouw van 195 studentenunits met bijbehorende voorzieningen. De tweede planologische wijziging betreft de bij besluit van 13 juli 2007 aan Stichting ROC Nijmegen verleende vrijstelling voor de realisatie van een onderwijsgebouw. Verzoekers, menen door deze planologische wijzigingen nadeel te ondervinden en hebben een verzoek om vergoeding van planschade ingediend. Naar aanleiding van dit verzoek is door het college aan Adviesbureau Van Montfoort verzocht om ter zake advies uit te brengen. Dit adviesbureau adviseert een vergoeding van planschade toe te kenen van , = te vermeerderen met de wettelijke rente. Bij besluit van 30 maart 2010 heeft het college een vergoeding toegekend van , = te vermeerderen met de wettelijke rente. Bij brief van 8 juni 2010, ingekomen 9 juni 2010, hebben de heer A.A.J. van den Dungen en mevrouw C. Kingma een bezwaarschrift ingediend tegen dit besluit van 30 maart 2010, verzonden op 29 april Bij brief van 9 juni 2010 hebben bezwaarmakers nog twee toelichtingen op hun bezwaarschrift ingezonden. 2 Juridische aspecten Het bestreden besluit is genomen conform de Procedureregeling planschadevergoeding In dit kader is over het verzoek advies ingewonnen van een externe onafhankelijke deskundige, Adviesbureau Van Montfoort te Amersfoort. In het bestreden besluit wordt afgeweken van het door de deskundige uitgebrachte advies, in die zin dat op grond van nog niet benutte bouwmogelijkheden en een opwaardering van de omgeving het te vergoeden bedrag aan planschade door het college is verminderd en is vastgesteld op , = te vermeerderen met de wettelijke rente. Tegen deze vermindering van de te vergoeden planschade richt zich het bezwaarschrift. 3 Doelstelling Het na een volledige heroverweging van het bestreden besluit van 30 maart 2010 nemen van een beslissing op het bezwaarschrift. 4 Argumenten In het kader van de bezwaarschriftenprocedure dient er een volledige heroverweging van het bestreden besluit plaats te vinden. Aan het bestreden besluit ligt het advies van adviesbureau Van Montfoort ten grondslag. De bezwaren betreffen: 1. Het college wijkt op eigen houtje af van het door het Adviesbureau Van Montfoort uitgebrachte advies om een vergoeding toe te kennen van , =. 2. Het college suggereert dat in het adviesrapport geen of onvoldoende rekening is gehouden met nog niet geheel gerealiseerde bouwmogelijkheden. Dit standpunt wordt door het college niet ondersteund met feiten. Bezwaarmakers verwijzen naar passages in het adviesrapport waaruit naar hun mening het tegendeel blijkt. 3. Het college brengt eigenmachtig en niet beargumenteerd een willekeurig bedrag in mindering. 4. Er is geen bewijs voor de stelling dat 175 m2 van de 298 m2 bebouwd is en 123 m2 niet. De mogelijke bouwhoogte bedraagt 8 meter.

3 2 5. Het college heeft de schadevergoeding in mindering gebracht vanwege de opwaardering van de omgeving zonder aan te geven waaruit de opwaardering bestaat en in welke mate. 6. Het argument dat de schadevergoeding kan worden verminderd door het voornemen om leibomen te planten ter vermindering van de visuele hinder is een oneigenlijk argument. 7. De zinsnede in het voorstel het is op zijn plaats een lager bedrag te vergoeden dan in het advies is vermeld is weinig verhullend. Bezwaarmakers zijn van mening dat het niet aan de orde is wat de gemeente op zijn plaats vindt, maar dat besluitvorming dient plaats te vinden op basis van een advies dat door een onafhankelijke, erkende, door de gemeente ingeschakelde adviseur is uitgebracht. 8. Bezwaarmakers achten het verbazingwekkend dat het 20 maanden duurt om te komen tot een besluit dat een zo slecht beargumenteerde afwijking inhoudt van het advies en dat flagrant in strijd is met jurisprudentie. Met betrekking tot deze bezwaren wordt het volgende opgemerkt: Bezwaren 1, 2, 3 en 4 In het besluit van 30 maart 2010 om een planschadevergoeding toe te kennen van , = vermeerderd met de wettelijke rente wordt afgeweken van het advies van het adviesbureau. Naar opvatting van het college was door het adviesbureau onvoldoende rekening gehouden met de nog resterende niet benutte bouwmogelijkheden en de opwaardering van de omgeving. Uit nader onderzoek is gebleken dat het college is uitgegaan van een niet geheel juiste weergave van de situatie. Zoals bezwaarmaker terecht in zijn bezwaarschrift stelt heeft het college uitsluitend het transformatorhuisje tot de gerealiseerde bouwoppervlakte gerekend en niet de bebouwde oppervlakte als gevolg van de tuinhuisjes, tuinschuren, kweekbakken, kassen en overdekte fietsenhokken. De bouwmogelijkheden waren ten volle benut. Een vermindering van het te vergoeden bedrag vanwege het niet benut zijn van de bouwmogelijkheden met een oppervlakte van 123 m2 en een hoogte van 8 meter is dan ook niet aan de orde. Bezwaar 5 Dit bezwaar betreft de opwaardering van de omgeving. De opmerking van bezwaarmakers dat in het bestreden besluit niet wordt uiteengezet waarom er sprake kan zijn van een opwaardering van het perceel is juist. Bij nader inzien is deze stellingname ook niet te rechtvaardigen. Naar huidige opvatting is van opwaardering geen sprake. Deze vermeende opwaardering is ten onrechte op de schadevergoeding in mindering gebracht. Bezwaar 6 Het argument dat vergoeding van planschade kan worden verminderd door het planten van bomen kan op zich juist zijn. Door het planten van (lei)bomen kan er sprake zijn van een afname van de visuele hinder. In dit geval kan het planten van (lei)bomen niet worden gebruikt bij de beoordeling of er sprake is van planschade. Bij de beoordeling van mogelijke planschade dient er immers een vergelijking tussen twee planologische regiems plaats te vinden. Het voornemen om leibomen te planten is niet in het nieuwe planologische regiem opgenomen en kan dan ook geen deel uit maken van de planologische vergelijking. Dit bezwaar is gegrond.

4 3 Bezwaar 7 De uitdrukking op zijn plaats wordt door bezwaarmakers negatief opgevat. De zinsnede heeft tot doel om tot uitdrukking te brengen dat, als er sprake zou zijn van nog resterende bouwmogelijkheden en er zou nog sprake zijn van een opwaardering van de omgeving, het terecht zou zijn dit in mindering te brengen op de schadevergoeding. Zoals hiervoor al is opgemerkt zijn beide in mindering te brengen factoren niet aanwezig. Voorts wordt opgemerkt dat het wel degelijk ter zake doet wat het college er van vindt. Het college heeft de opdracht verstrekt aan een onafhankelijke en erkend deskundige om een advies over het verzoek uit te brengen. Dit advies is ook uitgebracht. Vervolgens is het aan het college om al dan niet het advies op te volgen. Indien het college wenst af te wijken van het advies kan dit slechts indien goed gemotiveerd. Naar huidige opvatting is het college bij het bestreden besluit op het onderdeel van motivering tekort geschoten. Bezwaar 8 Het is juist dat de termijn voor het nemen van een beslissing op het verzoek ver is overschreden. Conclusie Alles overwegende wordt de opvatting van het adviesbureau gedeeld dat de bouwmogelijkheden van de SSHN als gevolg van de toegepaste vrijstelling een voor bezwaarmakers ongunstige wijziging van het planologische regiem tot gevolg hebben. De planologische wijziging heeft een nadelige invloed op de waarde van het perceel van bezwaarmakers. Verwezen wordt naar het door de onafhankelijke adviseur Van Montfoort uitgebrachte advies. Het in mindering gebrachte bedrag van , = op het door de adviseur genoemde schadebedrag van , = is niet op juiste gronden geschied en is niet terecht. Dit leidt tot de conclusie dat de bezwaren gegrond zijn en dat het bestreden besluit dient te worden herroepen. 5 Klimaat Niet van toepassing 6 Financiën Het nog te vergoeden bedrag is na aftrek van de al vergoede planschade , = te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2008 tot aan de dag der voldoening. Deze rente is geraamd op 1178,20. De grond is destijds verkocht door de gemeente. In de planexploitatie is een voorziening getroffen, waaruit het schadebedrag van ,20 kan worden betaald. Het te belasten deelproduct is G AG F Communicatie Bezwaarmaker wordt van het bestreden besluit in kennis gesteld door verzending van bijgevoegde conceptbrief. 8 Uitvoering en evaluatie Zie 7. 9 Risico s Door bezwaarmakers kan binnen zes weken na het bekend maken van het besluit beroep tegen het besluit worden ingesteld bij de rechtbank te Arnhem.

5 4 Bijlagen: Verzoek Beschikking Verslag hoorzitting Ter inzage: Dossier