INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT WONEN IN GEDICHTEN

Transcriptie

1 INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT WONEN IN GEDICHTEN Leerlijn Literatuur Thema onze stad Groep 78 april 2017

2 Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Literatuur Thema onze stad Groep 78 april 2017 Dit document wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op voor de nieuwste versie. Informatie voor de leerkracht is opgesteld ter verduidelijking van en aanvulling op de bijbehorende projectbeschrijving. Met beide documenten kunt u zelf uw lessen voorbereiden. Het project kan worden uitgevoerd in maximaal 68 lesuren van 45 minuten. Leerdoelen In hoofdstuk 3 vindt u de leerdoelen. Gezien de vakoverstijgende opzet van dit project, kunt u een aantal van deze doelen ook gebruiken bij het registreren van doelen bij andere leergebieden. Elementen binnen dit project die in andere leergebieden aan de orde komen, kunt u ook terugvinden in hoofdstuk 10 (Nederlandse taal) en in hoofdstuk 11 (Gerelateerde leergebieden). Benodigdheden In hoofdstuk 5 vindt u een lijst met benodigdheden die u kunt gebruiken bij het uitvoeren van dit project. In deze lijst kunt u materialen tegenkomen die niet in de projectbeschrijving staan. Deze extra materialen zijn opgenomen zodat u een keuze kunt maken uit meerdere mogelijkheden. Naast de lijst met benodigdheden vindt u een lijst met bronnen die overeenkomen met de genoemde bronnen in de projectbeschrijving. Didactische werkvormen Bij de beschrijvingen van de didactische werkvormen in hoofdstuk 6 kunt u werkvormen tegenkomen die niet letterlijk terug te vinden zijn in de projectbeschrijving. Ook hier zijn deze extra werkvormen opgenomen zodat u een keuze kunt maken voor de uitvoering van uw lessen. 2

3 Inhoudsopgave 1. Korte beschrijving van het project Leerinhouden Leerdoelen... 5/ ste eeuwse competenties Benodigdheden... 7/8 6. Didactische werkvormen... 8/9 7. Projectplanning Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Kunstenaar in de klas Nederlandse taal in het project Gerelateerde leergebieden Bronnen Tijdlijn Beoordelen Promotie Van de Haagse collega s Ouderbetrokkenheid Bijlagen

4 1. Korte beschrijving van het project Het thema van dit project binnen de discipline Literatuur is Onze Stad. Onder de titel Wonen in gedichten gaan leerlingen op ontdekkingstocht naar gedichten met als onderwerp wonen. Waarbij de nadruk ligt op de structuur, vorm en inhoud. De leerlingen onderzoeken dichtvormen, structuren, metra, en rijm. Het project brengt de grafische vormgevingskant van literatuur in beeld. De leerlingen duiken diep in de gedichten en maken het figuurlijk en letterlijk plekken om in te wonen. Hoe zou je kunnen wonen in een gedicht? In welk gedicht zou je willen wonen? Deelopdracht 1: Stadslimerick In deelopdracht 1 onderzoeken de leerlingen dichtvormen op inhoud, structuur, metrum en rijm. De limerick wordt als basis gebruikt om te onderzoeken welk woorden er rijmen op diverse plaatsnamen. Vervolgens schrijven de leerlingen een eigen limerick waarin ze een personage en plaatsnaam verwerken. Deze limerick verwerken ze in een ruimtelijke vorm door de letters, woorden en regels te structureren als bouwstenen, ramen en deuren. de limericks worden als beeld bekeken en maken een skyline van de dichtregels. Deelopdracht 2: Poëzie makelaar In deelopdracht 2 onderzoeken de leerlingen het verhuizen in gedichten. Ze kijken naar voorbeelden van advertenties van makelaarskantoren en onderzoeken het makelaarsberoep. Ze beschrijven zelf hun favoriete woning met een mindmap en schrijven naar aanleiding hiervan een liefdesgedicht over de woning. Vervolgens tekenen de leerlingen een plattegrond van de woning waarbij dichtregels uit hun zelfgeschreven gedicht de lijnen vormen. In de rol van makelaar organiseren ze een open gedichtendag waar de woninggedichten gekocht kunnen worden met dichtregels als betaalmiddel. Deelopdracht 3: gedichtenspel In deelopdracht 3 onderzoeken de leerlingen dichters die genoemd worden in straatnamen en in Monopoly. Vervolgens zoeken de leerlingen gedichten als onderdeel van het bordspel, ontwerpen ze een betaalmiddel voor het spel en bedenken geschikte vragen voor vragenkaartjes. In een competitie spelen de leerlingen het spel met een literaire prijs voor de winnaar. Leefwereld leerling Dit project sluit aan bij de leefwereld van de leerling doordat de structuur van een gedicht wordt benaderd als een woordbeeld. Onder andere door gedichten ruimtelijk vorm te geven. Ook de inzet van poëzie als basis voor spel haakt aan op de belevingswereld. Professionele kunst Een bezoek aan een museum geeft een kind de mogelijkheid om professionele kunstwerken in het echt te zien. Bovendien ervaart de leerling hoe leuk een museumbezoek kan zijn. Een dichter in de klas kan laten zien en vertellen op welke manier hij dicht en hoe hij de stad en zijn gedichten visueel benadert door middel van zijn werk. Maatschappelijke relevantie/context Het is belangrijk dat kinderen ervaren hoe zij kunnen omgaan met gedichten. Ze ervaren op een creatieve manier naar gedichten te kijken en er een andere vorm aan te geven. Zo ontwikkelen ze een bredere kijk op gedichten en literatuur. 2. Leerinhouden Dichtvormen, gedichten schrijven, gedichtenwoning, limericks, skyline, makelaardij, woningplattegrond, gedichtenspel, dichtersnamen, bordspel, ruimtelijk vormgeven, tekenen, onderzoeken. 4

5 3. Leerdoelen Kennisdoelen: De leerling: maakt kennis met het onderwerp wonen en verhuizen in gedichten (zie 1. Introductie, 2.2. Oriëntatie, 3.2. Uitvoeren, 4.1. Onderzoek); maakt kennis met variaties op eenzelfde gedicht (zie 2.2. Oriëntatie); kent verschillen tussen liedteksten en gedichten (zie 3.1. Onderzoek); kent het begrip limerick (zie 3.2. Uitvoeren); maakt kennis met de makelaardij (zie 4.1. Onderzoek); maakt kennis met de herkomst en betekenis van stratennamen in Den Haag (zie 5.1. Onderzoek). Vaardigheidsdoelen: De leerling: relateert gedichten aan tijd en plaats (zie 2.2. Oriëntatie); onderzoekt dichtvormen op inhoud, structuur, rijm en ritme (zie 3.1. Onderzoek); verzint rijmwoorden op plaatsnamen (zie 3.1. Onderzoek); schrijft een limerick met een personage en/of een plaats (zie 3.2. Uitvoeren); verwerkt een limerick in ruimtelijke vorm en structureert letters en regels met behulp van collage of schildertechniek (zie 3.2. Uitvoeren); vormt met dichtregels een Skyline en illustreert personage, omgeving en gebeurtenissen (zie 3.2. Uitvoeren); voegt ruimtelijke werkstukken samen tot een concreet geheel en let op zeggingskracht (zie 3.3. Presenteren); leert bronnenonderzoek te doen op basis van verschillende onderzoek vragen (zie 3.1., 4.1., 5.1. Onderzoek); stelt met zijn klasgenootjes een onderzoekwand samen (zie 3.1., 4.1., 5.1. Onderzoek); schrijft een gedicht waarin je kunst wonen op basis van kenmerken en eigenschappen van zijn ideale woning (zie 4.1. Onderzoek); tekent een plattegrond op basis van dichtwoorden en regels uit een eigen gedicht en let op plaatsing van de tekst (zie 4.2. Uitvoeren); licht zijn woninggedicht toe in de rol van makelaar en gebruiken dichtregels als betaalmiddel (zie 4.3. Presenteren); ontwerpt een uitnodiging voor een presentatie met datum, tijd, locatie en makers (zie 4.3., 5.3. Presententeren); zoekt gedichten van dichters naar wie straten zijn vernoemd (zie 5.2. Uitvoeren); bedenkt een geschikt betaalmiddel om te handelen in gedichten bij een bordspel (zie 5.2. Uitvoeren); bedenkt vragen over dichters voor een bordspel (zie 5.2. Uitvoeren); maakt een rolverdeling bij het maken van verschillende onderdelen van een bordspel (zie 5.2. Uitvoeren); speelt een competitie rondom een spel en hanteert hierbij de spelregels (zie 5.3. Presenteren). Houdingsdoelen De leerling: stelt zich met alle zintuigen open voor literatuur in diverse (kunstzinnige) literaire uitingen binnen een thema of onderwerp dat aansluit bij zijn belevingswereld in binnen en buitenschoolse activiteiten (algemeen); kan zich bij het experimenteren laten leiden door een manipulerende en onderzoekende houding (algemeen); is trots op zijn resultaten, zowel oriënterend en onderzoekend als uitvoerend (algemeen); heeft een betrokken houding (algemeen); 5

6 4. heeft een nieuwsgierige en onderzoekende houding (algemeen); kijkt met aandacht naar voorbeelden uit literaire werken, beeldende kunst en werk van medeleerlingen (algemeen); luistert met aandacht naar ideeën van medeleerlingen (algemeen); kan taken verdelen en een specifieke rol op zich nemen (algemeen) neemt actief deel aan de diverse gesprekken gedurende het project (algemeen). 21 ste eeuwse competenties Creativiteit een ondernemende en onderzoekende houding denken buiten de gebaande paden en nieuwe samenhangen zien risico s durven nemen en fouten zien als leermogelijkheden creatieve technieken kennen en hanteren Kritisch denken informatie interpreteren, analyseren en synthetiseren betekenisvolle vragen stellen openstaan voor alternatieve standpunten kritisch reflecteren op het eigen leerproces Communiceren doelgericht informatie uitwisselen communicatieve situaties en technieken hanteren Samenwerken onderhandelen en afspraken maken effectief communiceren rollen (h)erkennen hulp kunnen vragen, geven en ontvangen onderhandelen en afspraken maken functioneren in heterogene groepen Probleemoplossend denken en handelen problemen signaleren, analyseren en definiëren strategieën om met onbekende problemen om te gaan kennen en hanteren Sociale en culturele vaardigheden eigen gevoelens kunnen herkennen en gekanaliseerd en constructief kunnen uiten inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen tonen Digitale geletterdheid Mediawijsheid; bewust en kritisch omgaan met media Informatiebehoefte signaleren en analyseren, relevante informatie zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken 5. Benodigdheden Algemeen: klaslokaal schoolplein en/of speellokaal digibord (kleuren)printer digitale foto/film camera Introductie: 6

7 zie bronnen een huissleutel postervellen stiften Oriëntatie: zie bronnen Deelopdracht 1: zie bronnen en bijlagen schrijfgerei (eventueel voor iedere leerling een eigen poëzie schrift gedurende dit project) strookjes papier of karton voor onderzoekwand en rijmwand postervellen stiften schoenendozen, petflessen, melkpakken enz. voor gebouwen kleine breekmesjes LET OP: zorg voor mesjes met een stop i.v.m. de veiligheid sterke lijm behangerslijm in potten met deksel lijmkwasten scharen oude tijdschriften om uit te knippen gekleurd papier acrylverf mengbakjes kwasten potten water voor het uitspoelen van kwasten eventueel verfschorten divers gekleurd tape (smal) eventueel watervaste stiften om te limerick mee op de gebouwen te schrijven A3tekenpapier (niet te dun en niet te glad zachte kleurpotloden grijze tekenpotloden Deelopdracht 2: zie bronnen en bijlagen schrijfgerei voorbeelden van te koop advertenties van huizen met hun beschrijvingen postervellen stiften A3tekenpapier (niet te dun en niet te glad) zachte tekenpotloden grijze tekenpotloden karton of dik papier voor bordjes te koop, te huur en woningbouw plakband of buddies eventueel verkleed kleding voor de presentatie Deelopdracht 3: zie bronnen en bijlagen postervellen stiften A4tekenpapier (niet te dun en niet te glad) voor geld en kaartjes spel zachte kleurpotloden 7

8 scharen schrijfgerei spelregels Alleen in mijn gedichten kan ik wonen (zie bijlage) ingelijste versie van het gedicht Woninglooze van Slauerhoff 6. Didactische werkvormen Instructievormen thema onderwerp inzichtelijk maken in de klas (algemeen); bezoek culturele instelling (algemeen); kennisquiz (algemeen); filmen/fotograferen: fotografeer en/of film zoveel mogelijk tijdens de diverse opdrachten (algemeen) lezen/bespreken: muurplaat met gedicht van Ingmar Heytze, zie bronnen (zie 1. Introductie); huissleutel in combinatie met dichtregel Alleen in mijn gedichten kan ik wonen uit het gedicht Wooningloze Jan Jacob Slauerhoff, zie bronnen (zie 1. Introductie); het gedicht De Dapperstraat J.C. Bloem en de variant op het gedicht van de Haagse dichter Adriaan Bontebal De Paulus Potterstraat, zie bronnen (zie 2. Oriëntatie); bekijken/bespreken: de Dapperstraat en de Paulus Potterstraat via Google Maps naar aanleiding van de twee gelezen gedichten, zie bronnen (zie 2. Oriëntatie); de versvorm Limerick, zie bijlage 7 en 8 en bronnen (zie 3.2. Uitvoeren); voorbeelden van Trashtown, zie bronnen (zie 3.2. Uitvoeren); de herkomst en betekenis van straatnamen in Den Haag en het spel Monopolie, zie bronnen (zie 5.1. Onderzoek); bespreken/beschouwen: de skyline van Cecilie Bjørgås Jordheim, zie bronnen (zie 3.2. Uitvoeren). Interactievormen kunstenaar in de klas (algemeen); (gesloten)vragen stellen: petje oppetje af (algemeen); feedback geven toptiptop: (algemeen); vragen stellen: filosofisch gesprek/reflectievragen (algemeen); zo veel mogelijk antwoorden op een vraag: vragen doorgeven (algemeen); lezen/bespreken: een aantal gedichten in variatie op het gedicht De Dapperstraat J.C. Bloem, zie bronnen (zie 2. Oriëntatie); gedicht De huizen in de binnenstad Willem Wilmink, zie bronnen (zie 4.1. Onderzoek); onderzoekwand/vragenwand: richt een muur in met daarop de onderzoeksvragen uit de projectbeschrijving aangevuld met zelf bedachte vragen. Op deze muur kunnen ook de antwoorden op de vragen worden weergegeven. (zie 3.1. Onderzoek); rijmwoordenwand: richt een muur in met daarop rijmwoorden die bedacht zijn tijdens de onderzoekfase (zie 3.1. Onderzoek); voordragen: geschreven limericks (zie 3.2. Uitvoeren); bekijken/bespreken: gemaakte film van de wandeling door de gemaakte stad (zie 3.3. Presenteren); huizen die te koop staan en hun beschrijvingen, zie bijlage 7 en 8 en bronnen (zie 4.1. Onderzoek); Opdrachtvormen rijmen: rijmwoorden bedenken n.a.v. plaatsnamen, zie de dichtvorm van een limerick (zie 3.1. Onderzoek); stellen: limerick schrijven met dier of persoonsnaam, of plaats of straatnaam (zie 3.2. Onderzoek); een liefdesgedicht bij de mindmap over het favoriete huis (zie 4.1. Onderzoek); maken/ruimtelijk: een gebouw van kosteloos materiaal met daarop de geschreven limerick (zie 3.2. Uitvoeren); maken/plat: maken van een skyline met geschreven limerick met daarbij een tekening (zie 3.2. Uitvoeren); een plattegrond van het favoriete huis waarbij de lijnen bestaan uit 8

9 geschreven tekst uit het liefdesgedicht (zie 4.2. Uitvoeren); huizen maken van gevonden gedichten, zie bijlage (zie 5.2. Uitvoeren); fotograferen: laat de leerlingen foto s maken van de gemaakte stad waarbij het standpunt steeds anders is (zie 3.2. Uitvoeren, 3.3. Presenteren); filmen: film de gemaakte stad alsof er doorheen gelopen wordt (zie 3.3. Presenteren); mindmap: kenmerken en eigenschappen van je favoriete huis (fantasie of werkelijkheid) (zie 4.1. Onderzoek); uitnodigingen/posters maken: voor de gedichtendag (zie 4.3. Presenteren); spelcompetitie Alleen in mijn gedichten kan ik wonen (zie 5.3. Presenteren). Samenwerkingsvormen bronnen onderzoek: naar diverse dichtvormen (zie 3.1. Onderzoek) straatnamen Den Haag (zie 5.1. Onderzoek); gedichten zoeken (zie 5.2. Uitvoeren); samenstellen/vormgeven: het samenstellen van alle limerick gebouwen tot een stad (zie 3.2. Uitvoeren); presenteren: stadstafel met gemaakte limerick gebouwen met een naam voor de stad (zie 3.3. Presenteren); expositie van alle limerick skylines naast elkaar (zie 3.3. Presenteren); ophangen voor het raam van gemaakte plattegronden en liefdesgedichten met bordjes te koop, te huur en woningruil (zie 4.2. Uitvoeren); gedichtendag (zie 4.3. Presenteren); spelen van het spel met publiek en/of feestelijke uitreiking winnaar Alleen in mij gedichten kan ik wonen (zie 5.3. Presenteren); spel maken: rolverdeling bij het afmaken van het spel Alleen in mijn gedichten kan ik wonen, zie bijlage (zie 5.2. Uitvoeren). Spelvormen poëziemakelaartje: verkopen van gedichten met zelfbedachte dichtregels (zie 4.3. Presenteren); spel spelen: Alleen in mijn gedichten kan ik wonen (zie 5.3. Presenteren). 7. Projectplanning Introductie project: Filosofisch gesprek: Deelopdracht 1: Deelopdracht 2: Deelopdracht 3: Dichter/schrijver in de klas: 30 minuten 1530 minuten minuten (afhankelijk van een bezoek aan een culturele instelling en/of kunstenaar in de klas) minuten (afhankelijk van een bezoek aan een culturele instelling en/of kunstenaar in de klas) 90 minuten 60 minuten 8. Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Bij de uitvoering van het project is een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling van grote meerwaarde. Bij elk project is een wisselend aanbod van culturele activiteiten beschikbaar. Raadpleeg de website van Cultuur Schakel voor het actuele aanbod of laat u informeren door de culturele instellingen. 9. Kunstenaar in de klas Bij de uitvoering van het project kan een kunstenaar betrokken worden. Raadpleeg hiervoor de website van Cultuur Schakel. 9

10 10. Nederlandse taal in het project Vaktaal Begrippenlijst Nederlandse taal Werkwoorden de muurplaat de dichtregel het personage het gedichtvariant de dichtvorm het ritme het metrum de limerick de dichtbouw de reportage de stadstafel de dichtbundel het liefdesgedicht de gedichtenbeschrijving de open gedichten dag het woninggedicht de dichtersnamen de boekenbon de literaire prijs het vakantiehuis de bouwstenen de Skyline de gebeurtenis het stadsbeeld de leesbaarheid de hoogbouw de laagbouw het stadskenmerk de binnenstad de makelaar het makelaarskantoor de oppervlakte de ligging de locatie de woningruil de hypotheek de huur de realiteit het betaalmiddel het bod het bordspel de vernoeming de competitie de uitreiking de uitnodiging rijmen schrijven tekenen aanprijzen huren kopen verkopen overschrijven kopiëren uitnodigen handelen 11. Gerelateerde leergebieden Taal (woordenschat): vergroten woordenschat Taal (stellen): schrijven gedichten, beschrijvingen, uitnodigingen Taal (spreekvaardigheid): verwoorden, presenteren, voordragen Taal (leesvaardigheid): lezen van gedichten Rekenen: structureren, rekenen met geld (zie spel) Wereldoriëntatie (Geschiedenis): gedichten uit het verleden Wereldoriëntatie (Aardrijkskunde): lokaliseren dichters, stadsinrichting, plattegronden Beeldend: ruimtelijk werk, collage maken, schilderen Theater: rollenspel makelaar 12. Bronnen Gedicht over wonen van Ingmar Heytze: Wooningloze (1941) van Jan Jacob Slauerhoff. De Dapperstraat van J.C. Bloem: Paulus Potterstraat van Adriaan Bontebal: variaties op het gedicht van J.C. Bloem. ritme of metrum: 10

11 Limerick schrijven: Trashtown van Nico Lootsma: Skyline van Cecilie Bjorgas Jordheim: De huizen in de binnenstad (1969) van Willem Wilmink Poëziespel: Jet H.H. Crielaard 13. Tijdlijn Prehistorie 3000 v. C v. C 500 na C nu 14. Beoordelen Voor het beoordelen van de leerling prestaties kunt u gebruikmaken van het beoordelingsformulier voor de leerkracht en leerling. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerling prestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor het gebruik van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De beoordelingsformulieren voor leerkracht en leerling en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u in de bijlagen van het document Informatie voor de leerkracht. 15. Promotie Aansluitend op deelopdracht 2 kunnen ouders en medeleerlingen uitgenodigd worden voor een open poëziedag als in 'open huizendag'. De gedichten en de plattegronden die de leerlingen maken kunnen bekeken worden en gekocht worden met dichtregels van de kopers. Voorafgaand aan deze activiteit moeten uitnodigingen verstuurd worden met daarop duidelijk geformuleerd dat alleen betaald kan worden met dichtregels. 16. Van de Haagse collega s Geef de leerlingen de mogelijkheid een onderzoekwand samen te stellen van alle vragen en ontdekkingen tijdens dit project. 17. Ouderbetrokkenheid Let op dat u bijtijds begeleiding regelt voor een eventueel museumbezoek. Nodig ouders uit voor de presentaties 11

12 18. Bijlagen Bijlage 1: Limerick Bijlage 2: Makelaarsetalage Bijlage 3: Zo maak je een huis van een gedicht Bijlage 4: Spelregels Alleen in mijn gedichten kan ik wonen Bijlage 5: Benodigdheden spel Het beoordelingsformulier voor de leerkracht vindt u op pagina 21. Het beoordelingsmodel voor de leerling vindt u op pagina 22, gevolgd door de toelichting op het beoordelingsmodel op pagina

13 Beoordelingsmodel In te vullen door de leerkracht Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: ± nvt 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat De samenhang tussen de verschillende fases in het creatief proces Toelichting: Zeggingskracht Resultaat en Presentatie De zeggingskracht van het werk en de wijze van presenteren Toelichting: Reflectie Zinvol mondeling/schriftelijk reflecteren op Oriëntatie, Onderzoek, Resultaat en Presentatie Toelichting: Attitude Concentratie, doorzettingsvermogen, inzet, nieuwsgierigheid en samenwerking Toelichting: Tops Het volgende is echt goed gegaan: Tip Wat zou kunnen verbeteren: 13

14 Beoordelingsmodel In te vullen door de leerling Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: Resultaat en Presentatie Hoe vind je het resultaat en hoe vind je je presentatie ervan? nvt Toelichting: Ik vind het resultaat , omdat en de presentatie vind ik , omdat Onderzoeken Hoe heb jij je onderzoek aangepakt en in hoeverre is je dat gelukt? nvt Toelichting: Ik heb gekozen voor omdat, Reflectie Hoe waren je antwoorden op de reflectievragen? nvt Toelichting: Werkhouding Hoe ging het werken aan je opdracht? nvt Toelichting: Tops en Tips Wat ging erg goed en wat kan beter? Tops: Tips: Extra Is er nog iets wat je wilt opmerken? Wat betekenen de smileys? goed of uitstekend ruim voldoende voldoende nog geen voldoende 14

15 Toelichting op het beoordelingsmodel 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat Hier beoordeelt u de samenhang tussen de verschillende stappen uit het creatief proces. De leerling heeft zich met de groep georiënteerd op het project, o.a. door deelname aan het filosofisch gesprek. De leerling heeft in totaal drie onderzoekjes uitgevoerd. De leerling heeft een product gemaakt of resultaat bereikt. 2. Zeggingskracht Resultaat en Presentatie Hier beoordeelt u de zeggingskracht van het gemaakte product of het bereikte resultaat. De zeggingskracht wordt bepaald door de combinatie van de keuze en toepassing van de: 1. Betekenis: datgene wat het product uitdrukt, dat wat het betekent: het verhaal/de voorstelling. Het gaat om de betekenis die de leerling wil uitdrukken, maar ook om de betekenis die de beschouwer aan het beeld geeft. 2. Vorm: de vormgevingselementen die het resultaat bepalen: ruimte, kleur, textuur, compositie, vorm(soorten), herhaling, contrast, frasering, articulatie, etc. 3. Materiaal en techniek: het gebruik van de materialen, technieken, apparatuur, voorwerpen, attributen, belichting, geluid, kostuums, grime, decorstukken, instrumenten, etc. 3. Reflectie Bij elke stap van het creatief proces komt reflectie aan bod. Dat kan in de vorm van vragen die de leerling mondeling beantwoordt, een gesprekje of een schriftelijk verslag. Ook de zelfbeoordeling van de leerling kunt u hierin meenemen. 4. Attitude Hier beoordeelt u de verschillende aspecten van de werkhouding van de leerling: de concentratie, het doorzettingsvermogen, de inzet, de nieuwsgierigheid en de mate van samenwerking. 5. Tops Er zijn altijd positieve opmerkingen te plaatsen. Noem er twee. 6. Tip Noteer hier een aandachts of verbeterpunt. Dat kan over alle bovenstaande beoordelingspunten gaan. 15