INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT VAN ALLE MARKTEN THUIS

Transcriptie

1 INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT VAN ALLE MARKTEN THUIS Leerlijn Theater Thema Onze Stad Groep 3 en 4 20 maart 2017

2 Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Theater Thema Onze Stad Groep 3 en 4 20 maart 2017 Dit document wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op voor de nieuwste versie. Informatie voor de leerkracht is opgesteld ter verduidelijking van en aanvulling op de bijbehorende projectbeschrijving. Met beide documenten kunt u zelf uw lessen voorbereiden. Het project kan worden uitgevoerd in maximaal 68 lesuren van 45 minuten. Leerdoelen In hoofdstuk 3 vindt u de leerdoelen. Gezien de vakoverstijgende opzet van dit project, kunt u een aantal van deze doelen ook gebruiken bij het registreren van doelen bij andere leergebieden. Elementen binnen dit project die in andere leergebieden aan de orde komen, kunt u ook terugvinden in hoofdstuk 10 (Nederlandse taal) en in hoofdstuk 11 (Gerelateerde leergebieden). Benodigdheden In hoofdstuk 5 vindt u een lijst met benodigdheden die u kunt gebruiken bij het uitvoeren van dit project. In deze lijst kunt u materialen tegenkomen die niet in de projectbeschrijving staan. Deze extra materialen zijn opgenomen zodat u een keuze kunt maken uit meerdere mogelijkheden. Naast de lijst met benodigdheden vindt u een lijst met bronnen die overeenkomen met de genoemde bronnen in de projectbeschrijving. Didactische werkvormen Bij de beschrijvingen van de didactische werkvormen in hoofdstuk 6 kunt u werkvormen tegenkomen die niet letterlijk terug te vinden zijn in de projectbeschrijving. Ook hier zijn deze extra werkvormen opgenomen zodat u een keuze kunt maken voor de uitvoering van uw lessen. 2

3 Inhoudsopgave 1. Korte beschrijving van het project Leerinhouden Leerdoelen ste eeuwse competenties Benodigdheden Didactische werkvormen Projectplanning Kunstenaar in de klas Nederlandse taal in het project Gerelateerde leergebieden Bronnen Tijdlijn Beoordelen Promotie Van de Haagse collega s Ouderbetrokkenheid Bijlagen

4 1. Korte beschrijving van het project In het project Van alle markten thuis, ontdekken de leerlingen de markt. De leerlingen onderzoeken de markt door middel van zintuigelijke waarnemingen, het afnemen van interviews en het bedenken van een fictieve markt. Met gebruik van stem, lichaam, zintuigen, geluid en improvisatie ontdekken, imiteren en spelen de leerlingen gedragingen en stemgebruik van de markt. Deelopdracht 1: Geuren en kleuren van de markt In deelopdracht 1 doet de leerling onderzoek naar markten in verschillende landen. Hij onderzoekt met zijn zintuigen verschillende smaken en geuren, maakt een kleurrijke collage van verschillende categorieën koopwaar en tekent een marktkraampje. Vervolgens ontdekt de leerling gedragingen en stemgebruik passend bij de markt door middel van stemoefeningen, uitbeelden, inleven en een zintuigenspel. Deelopdracht 2: Zo klinkt de markt In deelopdracht 2 doet de leerling onderzoek naar de Haagse markt. Hij bezoekt de Haagse Markt, maakt een gericht boodschappenlijstje en leert afdingen. De leerling onderzoekt wie er werken op de markt en stelt een vragenlijst samen voor een interview met een marktkoopman. Vervolgens maakt de leerling een soundscape aan de hand van een geluidsopname van de markt of leert om een verzonnen taal te spreken (de zogenaamde jabbertalk ) en presenteert dit aan publiek door een geluidenkoor of een tentoonstelling. Deelopdracht 3: Magische markt In de laatste deelopdracht ervaart de leerling een fictieve magische markt door te improviseren en het imiteren van bestaande situaties. Ook houden ze een dialoog naar aanleiding van het afgenomen interview. Vervolgens maakt en bedenkt hij een scène bij een bestaande of fictieve markt of improviseert hij met gebruik van jabbertalk. De leerling presenteert dit middels een eigen georganiseerde schoolmarkt, een ervaringstheater of een magische theatermarkt. Leefwereld leerling: Het is belangrijk dat jonge kinderen leren om verschillende gedragingen te herkennen bij zichzelf en anderen. Dit geeft ze meer grip en begrip over zichzelf en de wereld om hen heen. Jonge kinderen leren door te bewegen. Met allerlei spelvormen ontdekken de leerlingen hoe ze hun lijf en zintuigen kunnen gebruiken. Professionele kunst: Door een theatervoorstelling te bekijken en/of de workshop te volgen, ervaren de leerlingen hoe het is om op te gaan in een voorstelling. Ook leren ze hoe een voorstelling gemaakt wordt, hoe een theater eruitziet en wat er allemaal te vinden is in een theater. Maatschappelijke relevantie/context: Zelf ervaren wat bepaalde gedragingen inhouden, maakt dat leerlingen meer begrip krijgen voor hoe anderen zich gedragen. Ze leren zich daarmee te vereenzelvigen. Dat is een belangrijk onderwerp vanuit burgerschap. 2. Leerinhouden Het inleven in een rol, presenteren, diverse theatrale middelen zoals improvisatie, zelf scènes bedenken, klanktheater en klankdecor, diverse theatrale spelvormen zoals concentratiespelen, zintuigenspelen, improvisatiespelen, imitatiespel, begeleid spel en uitbeeldspel. 4

5 3. Leerdoelen Kennisdoelen De leerling: kent en herkent verschillende geuren, smaken en kleuren (zie 1. Introductie, 3.1. Onderzoek); kent het verschil tussen een product kopen op de markt, in de supermarkt of op het internet (zie 1. Introductie); kent de diverse culturele achtergronden van zichzelf, zijn medeleerlingen en hun families (zie 2.2. Oriëntatie); maakt kennis met diverse markten in verschillende landen (zie 2.2. Oriëntatie, 3.1. Onderzoek); kent de regels van de Haagse markt, weet wie er werkzaam zijn en wat er verkocht wordt (zie 4.1. Onderzoek) maakt kennis met een professional die vertelt over zijn theatervak (zie 4.2. Uitvoeren); kent manieren om een markt aantrekkelijk te maken voor publiek (zie 5.3. Presenteren). Vaardigheidsdoelen De leerling: vergelijkt diverse markten uit verschillende landen en benoemt kenmerken (zie 3.1. Onderzoek); proeft en ruikt geblinddoekt verschillende producten en benoemt wat het zijn (zie 3.1. Onderzoek); categoriseert koopwaar en maakt een kleurrijke collage (zie 3.1. Onderzoek); tekent een marktkraam en beeldt uit wat er te koop is (zie 3.1. Onderzoek); oefent met articuleren: luid en duidelijk spreken en verstaanbaar fluisteren in diverse speloefeningen (zie 3.2. Uitvoeren); oefent het gebruik van zijn zintuigen en beeldt voorwerpen uit in diverse speloefeningen (zie 3.2. Uitvoeren); verzint een verhaal en vertelt dit aan publiek (zie 3.2. Uitvoeren); prijst een voorwerp aan als marktkoopman en let daarbij op articulatie, volume en zintuigelijke omschrijvingen (zie 3.3. Presenteren); maakt een gericht boodschappenlijstje voor de markt (zie 4.1. Onderzoek); oefent omgangsregels op de markt in spelvorm (zie 4.1. Onderzoek); stelt een vragenlijst op voor een interview met een marktkoopman en speelt dit uit voor publiek (zie 4.1. Onderzoek, 5.1. Onderzoek); bezoekt de Haagse markt en benoemt koopwaar, geluiden, kleuren, geuren en interviewt een marktkoopman (zie 4.1. Onderzoek); imiteert geluiden en beeldt situaties uit van de markt en de stad en vertelt en presenteert deze aan publiek (zie 4.2. Uitvoeren, 4.3. Presenteren); verzint en hanteert een neptaal om te communiceren (zie 4.2. Uitvoeren); verzorgt een rondleiding, schrijft teksten en vertelt bij een eigen tentoonstelling over de markt (zie 4.3. Presenteren); onderzoekt de werking van een fictieve markt in diverse spelvormen (zie 5.1. Onderzoek); improviseert en speelt aan de hand van een gegeven opdracht en gestelde eis (zie 5.1. Onderzoek); imiteert en speelt gedragingen aan de hand van bestaande situaties (zie 5.1. Onderzoek); speelt marktkoopman op een eigen markt naar aanleiding van een spannende situatie en ontwerpt en maakt benodigdheden (zie 5.3. Presenteren); laat publiek de markt ervaren aan de hand van smaak, geur, geluid en kleur (zie 5.3. Presenteren); laat publiek de markt ervaren aan de hand van ervaringen als verhaal, dans en beleving (zie 5.3. Presenteren). 5

6 Houdingsdoelen De leerling: kijkt en luistert met aandacht naar presentaties van medeleerlingen (algemeen); accepteert en respecteert meningen, ideeën en gevoelens van anderen over zijn eigen spel (algemeen); kan zich binnen de context van het onderwerp/thema openstellen voor dramatisch spel in binnen en buitenschoolse activiteiten met al zijn zintuigen (algemeen); kan zijn persoonlijke ervaringen uit het dagelijks leven vertalen naar spelsituaties (algemeen); kan onder begeleiding meegaan in het spelidee van een ander (algemeen); kan onder begeleiding improviseren op spelimpulsen (algemeen); kan de spelelementen wie, wat, waar en wanneer in spel vormgeven (algemeen); kan alleen of samen met zijn klasgenootjes (eenvoudige) spelsituaties, rollen en verhalen spelen (algemeen); kan actief meespelen met diverse dramatische werkvormen (algemeen) ste eeuwse competenties Creativiteit een ondernemende en onderzoekende houding denken buiten de gebaande paden en nieuwe samenhangen zien risico s durven nemen en fouten zien als leermogelijkheden Kritisch denken informatie interpreteren, analyseren en synthetiseren betekenisvolle vragen stellen openstaan voor alternatieve standpunten Communiceren doelgericht informatie uitwisselen communicatieve situaties en technieken hanteren Samenwerken rollen (h)erkennen hulp kunnen vragen, geven en ontvangen open en positieve houding voor andere ideeën onderhandelen en afspraken maken effectief kunnen communiceren Probleemoplossend denken en handelen problemen signaleren, analyseren en definiëren Sociale en culturele vaardigheden eigen gevoelens kunnen herkennen en gekanaliseerd en constructief kunnen uiten inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen tonen 5. Benodigdheden Algemeen klaslokaal of speellokaal muziekinstallatie/digibord digitaal foto en filmtoestel (kleuren)printer diverse verkleedspullen en attributen 6

7 Introductie zie bronnen kleurrijke lappen, geurrijke kruiden e.d., verzameld door de leerlingen om samen een marktkraampje in te richten boek: Afrika achter het hek van Bart Moeyaert en Anna Höglund (zie bronnen) Oriëntatie zie bronnen postervellen stiften oude tijdschriften om uit te knippen scharen lijm voor papier: behangerslijm in een pot met deksel + lijmkwast Deelopdracht 1 zie bronnen boeken over etenswaren op de markt boeken op diverse soorten markten geprinte foto s van diverse markten over de wereld blinddoek verschillende producten om te proeven woordkaartjes met verschillende smaken: zoet, zuur, zout, bitter, scherp, vet, enz. schilderpapier (niet te dun en niet te glad) A4 of A3tekenpapier (niet te dun en niet te glad) verf (acryl of plakkaat) kwasten mengbakjes potten water (voor het uitspoelen van de verfkwasten en bij wisseling van kleur) verfschorten/oude overhemden oude tijdschriften om uit te knippen scharen grijze tekenpotloden lijm voor papier: behangerslijm in een pot met deksel + lijmkwast zachte kleurpotloden pastelkrijt zachte waskrijtjes (of Pandakrijt) woordkaartjes met afbeeldingen van diverse soorten fruit diverse voorwerpen voor zintuigenspel de marktkoopman slaapt en het voorwerp meegebrachte allerlekkerste en allermooiste voorwerpen van de leerlingen Deelopdracht 2 zie bronnen versje Handjeklap postervellen stiften schrijfgerei zachte kleurpotloden oude tijdschriften om uit te knippen scharen lijm voor papier: behangerslijm in een pot met deksel + lijmkwast geluidsopname apparatuur presentatiemateriaal naar keuze voor de tentoonstelling over de markt prints van gemaakte foto s 7

8 Deelopdracht 3 zie bronnen verschillende hoeden een toverstokje (bijvoorbeeld een drumstokje) spiegel tassen met spullen om een eigen marktkraam in te richten namaakgeld bij zelf maken namaakgeld: (gekleurd) dik tekenpapier, stiften, zachte kleurpotlodenscharen, beeldmateriaal van geld boek: Afrika achter het hek van Bart Moeyaert en Anna Höglund tekenen magische spullen: (gekleurd) dik tekenpapier, stiften, zachte kleurpotloden, scharen presentatiemateriaal naar keuze voor theatrale schoolmarkt of zintuigenmarkt of magische theatermarkt 6. Didactische werkvormen Instructievormen themaonderwerp inzichtelijk maken in de klas (algemeen) kennisquiz (algemeen) voorbereiden/verzamelen: kleurrijke lappen, geurige kruiden en specerijen, exotische voorwerpen (zie 1. Introductie) beeldmateriaal bekijken: filmpjes over de Haagse Markt en fragment over culturele achtergrond, zie bronnen (zie 1. Introductie); markten in India, zie bronnen (zie 3.1. Onderzoek); treintje markt Thailand, zie bronnen (zie 5.1. Onderzoek) voorlezen/bekijken: boek Afrika achter het hek, zie bronnen (zie 1. Introductie) vertellen/bespreken: verhaal 1938Haagse markt, zie bronnen (zie 2. Oriëntatie) op stap: naar een echte markt, bijvoorbeeld de Haagse markt of een markt in de buurt van de school (zie 4.1. Onderzoek) geluidsopname/op stap : geluiden van de markt opnemen (zie 4.1. Onderzoek) filmen/op stap: interviewende leerlingen op de markt (zie 4.1. Onderzoek) filmen: kunstenaar in de klas (zie 4.2. Uitvoeren) beluisteren: geluidsopname van het marktbezoek, of zie bronnen (zie 4.2. Uitvoeren) Interactievormen (gesloten) vragen stellen: petje oppetje af (algemeen) feedback geven toptiptop: (algemeen) vragen stellen: filosofisch gesprek/reflectievragen (algemeen) inrichten klaslokaal: een kleur en geurrijk marktkraampje (zie 1. Introductie) gast in de klas: een familielid van een van de leerlingen die komt vertellen over zijn culturele achtergrond (zie 2. Oriëntatie) bespreken/lijst maken: culturele achtergronden van leerlingen (2. Oriëntatie); wat gaan we kopen op de markt?; maken boodschappenlijstje (zie 4.1. Onderzoek) kringgesprek/voorkennis: over de markt (zie 3.1. Onderzoek) kringgesprek: meegebrachte voorwerpen (zie 3.3. Presenteren); onderhandelen en afdingen (zie 4.1.Onderzoek); wie werken er allemaal op de markt? (zie 4.1. Onderzoek) zintuigenspel: smaak en geur (zie 3.1. Onderzoek) bespreken/op stap: geluiden, geuren en kleuren op de markt (zie 4.1. Onderzoek) kunstenaar in de klas: stemacteur, hoorspelregisseur, geluidsontwerper of componist (zie 4.2. Uitvoeren) presenteren/tentoonstelling: marktkraampjes, geluidsopname, foto s, filmpjes, interviews, enz. (zie 4.3. Presenteren) brainstormen/theatrale schoolmarkt: ideeën verzamelen, keuzes maken, voorbereiden presentatie (zie 5.3. Presenteren) 8

9 presenteren/theatrale schoolmarkt: laten zien van alle onderdelen die aan de orde zijn geweest in deelopdracht 1 t/m 3, gekoppeld aan inzamelen goed doel (zie 5.3. Presenteren) brainstorm/zintuigenmarkt: ideeën verzamelen, keuzes maken, voorbereiden van presentatie (zie 5.3. Presenteren) presenteren/zintuigenmarkt: een markt waar bezoekers met ogen dicht ervaren (zie 5.3. Presenteren) brainstorm/magische theatermarkt: ideeën verzamelen, keuzes maken, voorbereiden de presentatie presenteren/magische theatermarkt: kraampjes met ervaringen i.p.v. producten (zie 5.3. Presenteren) Opdrachtvormen maken/collage: verschillende categorieën aan koopwaar (zie 3.1. Onderzoek) maken/tekenen: marktkraampje met producten (zie 3.1. Onderzoek); namaakgeld (zie 5.1. Onderzoek); magische spullen (zie 5.2. Uitvoeren) verzamelen: leerlingen nemen het allerlekkerste en/of het allermooiste mee van huis (zie 3.3. Presenteren) interview/vragen bedenken: vragen stellen aan de mensen die op de markt werken (zie 4.1. Onderzoek); vragen bedenken voor de kunstenaar in de klas (zie 4.2. Uitvoeren) interview/uitvoeren: in tweetallen een marktkoopman interviewen (zie 4.1. Onderzoek); aan kunstenaar in de klas (zie 4.2. Uitvoeren) jabbertalk: het verzinnen van een neptaal (zie 4.2. Uitvoeren) presenteren/marktkrant: een krant met gemaakte foto s tekeningen, interviews, enz. (zie 4.3. Presenteren) scène maken/mijn marktkraam: op basis van spullen voor een marktkraampje wordt een scène bedacht (zie 5.2. Uitvoeren) Samenwerkingsvormen zie spelvormen Spelvormen warmingup/energiespel: fruitshake (zie 3.2. Uitvoeren) concentratiespel: geen ja, geen nee (zie 3.2. Uitvoeren) stemoefening/luid en duidelijk: spreken met harde stem (zie 3.2. Uitvoeren) stemoefening/articulatie: tongbrekers (zie 3.2. Uitvoeren) stemoefening/verstaanbaar fluisteren: fluisterend roddelen (zie 3.2. Uitvoeren); kringspel/zintuigen: de marktkoopman slaapt (zie 3.2. Uitvoeren) uitbeelden/het voorwerp: voorwerpen uitbeelden (zie 3.2. Uitvoeren) inleefspel/goed liegen: lekker vies (zie 3.2. Uitvoeren) presenteren/aanprijzen: meegebrachte voorwerpen aanprijzen (zie 3.3. Presenteren) versje: handjeklap met bewegingen (zie 4.1. Onderzoek) uitbeelden/afdingen: oefenen met afdingen (zie 4.1. Onderzoek) interview uitspelen: vraaggesprek oefenen in tweetallen (zie 4.1. Onderzoek) soundscape: geluiden van de markt nadoen (zie 4.2. Uitvoeren) jabbertalk: laten horen van bedachte neptaal (zie 4.2. Uitvoeren) presenteren/geluidenkoor: geluiden en verhalen over de markt (zie 4.3. Presenteren) warmingup/uitbeelden: uitbeelden met behulp van een toverstokje (zie 5.1. Onderzoek) transformatiespel/toverhoedenkraam: verschillende personages m.b.v. verschillende hoeden (zie 5.1. Onderzoek) improvisatie/gekkenspullenkraam: vreemde koopwaar, verkoper en klanten (zie 5.1. Onderzoek) improvisatie/koop bij mij: verkopen en aanprijzen van spullen in een marktkraam (zie 5.1. Onderzoek) imiteren/ik doe iets na: imiteren van gedrag van mensen op de markt (zie 5.1. Onderzoek); 9

10 dialoog/hééé koopman: gemaakte interviews worden uitgespeeld in dialoog (zie 5.1. Onderzoek); improvisatie/op de markt in het buitenland: inzet van jabbertalk (zie 5.2. Uitvoeren); scène maken/magische markt: op basis van het boek Afrika achter het hek, zie bronnen (zie 5.2. Uitvoeren). 7. Projectplanning Introductie project: Filosofisch gesprek: Deelopdracht 1: Deelopdracht 2: Deelopdracht 3: 30 minuten 15 minuten 90 tot 120 minuten 90 tot 120 minuten 90 tot 120 minuten 8. Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Bij de uitvoering van het project is een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling van grote meerwaarde. Bij elk project is een wisselend aanbod van culturele activiteiten beschikbaar. Raadpleeg de website van CultuurSchakel voor het actuele aanbod of laat u informeren door de culturele instellingen. 9. Kunstenaar in de klas Bij de uitvoering van het project kan een kunstenaar betrokken worden. Raadpleeg hiervoor de website van CultuurSchakel. 10. Nederlandse taal in het project Vaktaal begrippenlijst Nederlandse taal Werkwoorden het klankbad het klankdecor het kostuum de rekwisieten de soundscape de geluidsopname de stemacteur de hoorspelregisseur de geluidsontwerper de componist de improvisatie de jabbertalk (neptaal) het ervaringstheater het geluidenkoor het kruid, de kruiden het specerij, de specerijen kleurrijk geurrijk exotisch het reclamebord de bewegwijzering de klank de geur de textuur de ervaring de culturele diversiteit de culturele achtergrond de tongbreker het dialoog de antiekmarkt het product de koopwaar de marktkoopman de originaliteit de zintuigen: voelen, proeven, horen, zien, ruiken het interview het standbeeld onderhandelen verleiden aanprijzen overtuigen afdingen interviewen luisteren ruiken zien proeven voelen improviseren imiteren concentreren uitbeelden 10

11 11. Gerelateerde leergebieden Taal (stellen): bedenken van verhalen, schrijven van korte teksten en woorden Taal (woordenschat): nieuwe woorden leren Taal (spreekvaardigheid): uitleggen, vertellen Beeldende vorming: tekenen Dans: bewegen op geluiden en bij verhalen Muziek: diverse liedjes zingen Wereldoriëntatie (aardrijkskunde): markten op de wereld Rekenen en wiskunde: rekenen met geld 12. Bronnen verhaal: 'Met oma naar de markt' van Anne de Vries boek: Afrika achter het hek van Bart Moeyaert en Anna Höglund (Singel Uitgevers, 2000) fragment YouTube over Afrika achter het hek informatie over De Haagse markt verhaal 1938Haagse markt uit het boekje De Haagse Canon (blz. 96) van A.C. van Gaalen en G.E. Mahieu (Lakerveld, 2006) Afbeeldingen van markten in India (Google Afbeeldingen) het spel Tongbrekers van uitgeverij Dubbelzes geluiden op de markt: geluidvannederland.nl en SoundCloud treintje markt Thailand (Reisjunk.nl, zie onderaan de pagina) 13. Tijdlijn Prehistorie 50 v. C 3000 v. C. 500 na C nu 14. Beoordelen Voor het beoordelen van de leerlingprestaties kunt u gebruikmaken van het beoordelingsformulier voor de leerkracht. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerlingprestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor het gebruik van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De beoordelingsformulieren voor de leerkracht en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u in de bijlagen van dit document. 15. Promotie Stel ouders op de hoogte van het bezoek aan de markt of van het bezoek van de (stem)acteur, hoorspelregisseur, geluidsontwerper/componist aan de klas. Maak foto s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite/klassenapp, etc. 11

12 16. Van de Haagse collega s Begin tijdig met het verzamelen van spullen (zie benodigdheden). Vraag hierbij hulp aan ouders en vraag rond bij collega s 17. Ouderbetrokkenheid Vraag de ouders te helpen bij het inrichten van het marktkraampje. Laat ouders of grootouders in de klas iets vertellen over hun culturele achtergrond. Nodig ouders uit om te helpen bij de eindpresentaties. Laat ouders begeleiden bij het bezoek aan een voorstelling en/of het bezoek aan de markt. 18. Bijlagen Het beoordelingsformulier voor de leerkracht en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u op de volgende pagina s. 12

13 Beoordelingsmodel docent In te vullen door de leerkracht Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: ± nvt 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat de samenhang tussen de verschillende fases in het creatief proces Toelichting: Zeggingskracht Resultaat en Presentatie de zeggingskracht van het werk en de wijze van presenteren Toelichting: Reflectie zinvol mondeling/schriftelijk reflecteren op Oriëntatie, Onderzoek, Resultaat & Presentatie Toelichting: Attitude concentratie, doorzettingsvermogen, inzet, nieuwsgierigheid en samenwerking Toelichting: Tops Het volgende is echt goed gegaan: Tip Wat zou kunnen verbeteren:

14 Toelichting op het beoordelingsmodel 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat Hier beoordeelt u de samenhang tussen de verschillende stappen uit het creatief proces. De leerling heeft zich met de groep georiënteerd op het project, o.a. door deelname aan het filosofisch gesprek. De leerling heeft in totaal drie onderzoekjes uitgevoerd. De leerling heeft een product gemaakt of resultaat bereikt. 2. Zeggingskracht Resultaat en Presentatie Hier beoordeelt u de zeggingskracht van het gemaakte product of het bereikte resultaat. De zeggingskracht wordt bepaald door de combinatie van de keuze en toepassing van de: 1. Betekenis: datgene wat het product uitdrukt, dat wat het betekent: het verhaal/de voorstelling. Het gaat om de betekenis die de leerling wil uitdrukken, maar ook om de betekenis die de beschouwer aan het beeld geeft. 2. Vorm: de vormgevingselementen die het resultaat bepalen: ruimte, kleur, textuur, compositie, vorm(soorten), herhaling, contrast, frasering, articulatie, etc. 3. Materiaal en techniek: het gebruik van de materialen, technieken, apparatuur, voorwerpen, attributen, belichting, geluid, kostuums, grime, decorstukken, instrumenten, etc. 3. Reflectie Bij elke stap van het creatief proces komt reflectie aan bod. Dat kan in de vorm van vragen die de leerling mondeling beantwoordt, een gesprekje of een schriftelijk verslag. Ook de zelfbeoordeling van de leerling kunt u hierin meenemen. 4. Attitude Hier beoordeelt u de verschillende aspecten van de werkhouding van de leerling: de concentratie, het doorzettingsvermogen, de inzet, de nieuwsgierigheid en de mate van samenwerking. 5. Tops Er zijn altijd positieve opmerkingen te plaatsen. Noem er twee. 6. Tip Noteer hier een aandachts of verbeterpunt. Dat kan over alle bovenstaande beoordelingspunten gaan. 14