INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT BOEKENHELDEN

Transcriptie

1 INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT BOEKENHELDEN Leerlijn Literatuur Thema Identiteit Groep 5 en 6 30 april 2017

2 Cultuuronderwijs op zijn Haags Leerlijn Literatuur Thema Identiteit Groep 5 en 6 30 april 2017 Dit document wordt regelmatig geactualiseerd. Kijk voordat u ermee aan de slag gaat op de nieuwste versie. Informatie voor de leerkracht is opgesteld ter verduidelijking van en aanvulling op de bijbehorende projectbeschrijving. Met beide documenten kunt u zelf uw lessen voorbereiden. Het project kan worden uitgevoerd in maximaal 68 lesuren van 45 minuten. Leerdoelen In hoofdstuk 3 vindt u de leerdoelen. Gezien de vakoverstijgende opzet van dit project, kunt u een aantal van deze doelen ook gebruiken bij het registreren van doelen bij andere leergebieden. Elementen binnen dit project die in andere leergebieden aan de orde komen, kunt u ook terugvinden in hoofdstuk 10 (Nederlandse taal) en in hoofdstuk 11 (Gerelateerde leergebieden). Benodigdheden In hoofdstuk 5 vindt u een lijst met benodigdheden die u kunt gebruiken bij het uitvoeren van dit project. In deze lijst kunt u materialen tegenkomen die niet in de projectbeschrijving staan. Deze extra materialen zijn opgenomen zodat u een keuze kunt maken uit meerdere mogelijkheden. Naast de lijst met benodigdheden vindt u een lijst met bronnen die overeenkomen met de genoemde bronnen in de projectbeschrijving. Didactische werkvormen Bij de beschrijvingen van de didactische werkvormen in hoofdstuk 6 kunt u werkvormen tegenkomen die niet letterlijk terug te vinden zijn in de projectbeschrijving. Ook hier zijn deze extra werkvormen opgenomen zodat u een keuze kunt maken voor de uitvoering van uw lessen. 2

3 Inhoud 1. Korte beschrijving van het project Leerinhouden Leerdoelen ste eeuwse competenties Benodigdheden Didactische werkvormen Projectplanning Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Kunstenaar in de klas Nederlandse taal in het project Gerelateerde leergebieden Bronnen Tijdlijn Beoordelen Promotie Van de Haagse collega s Ouderbetrokkenheid Bijlagen

4 1. Korte beschrijving van het project Het thema van dit project binnen de discipline Literatuur is Identiteit. Onder de titel Boekenhelden gaan de leerlingen op ontdekkingstocht naar de identiteit van helden en antihelden, waarbij de nadruk ligt op boeken. Wat is een (anti)held? Hoe herken je hem? Wat doet hij? Waar vind je hem? Hoe communiceer je met een (anti)held? Hoe word je een held? De leerlingen onderzoeken dit met behulp van voorbeelden van verhalen, gedichten en mailart met verschillende materialen en technieken. Deelopdracht 1: Zelfbouwheld In deelopdracht 1 onderzoeken de leerlingen de overeenkomsten en verschillen tussen helden in boeken en boekbewerkingen op inhoud, vorm en kenmerken. Zij doen dit door te luisteren, te lezen en te kijken. Op basis van dit onderzoek ontwerpen de leerlingen een aansluitschema voor een zelfbouwheld. Vervolgens ontwerpen ze een omslag voorzien van illustratie, titel, auteur en flaptekst. Ze houden hierbij rekening met plaats, inhoud, vorm, formaat en kleur. Deelopdracht 2: Fanmail In deelopdracht 2 onderzoeken de leerlingen het begrip mailart. Ze onderzoeken postverzending en poststukken op mogelijkheden en kenmerken. Ze maken kennis met mailart en kunstenaars die mailart maken. De leerlingen leggen daarbij relaties tussen vorm en boodschap en onderzoeken nieuwe manieren van communicatie. Op basis van dit onderzoek ontwerpen de leerlingen een envelop die de verwondering voor hun held verbeeldt. Ze letten daarbij op identiteit, vorm, kleur, formaat, afzender en geadresseerde. Vervolgens stellen ze een geschreven, getekende of geplakte boodschap aan een held samen, met aandacht voor vorm, inhoud en zeggingskracht. Ze adresseren, frankeren en verzenden de boodschap naar hun held. Deelopdracht 3: Beeldsonnet Ten slotte staat in deelopdracht 3 de antiheld centraal. De leerlingen onderzoeken overeenkomsten en verschillen tussen helden en antihelden. Ze onderzoeken emoties, status, tegenstellingen en mislukkingen. Vervolgens schrijven de leerlingen op basis van hun onderzoek een troostbrief aan een antiheld en houden rekening met emotie, oorzaak en gevolg. Ze verbeelden de identiteit van hun antiheld door het ontwerpen van letters en een eigendomsmerk of ex libris. Hierbij spelen vorm, kleur, inhoud en zeggingskracht een grote rol. De leerlingen presenteren hun gemaakte werk door middel van een slideshow of verfilming van hun heldendicht. Lichaamsuiting, kostuums en rekwisieten zijn hier van groot belang. Leefwereld leerling Ieder kind heeft wel een held. Door helden te onderzoeken, ontdekken ze wat het betekent om een held te zijn en wat daar allemaal bij komt kijken. Professionele kunst Een bezoek aan een museum geeft een kind de mogelijkheid om professionele kunstwerken in het echt te zien. Bovendien ervaart de leerling hoe leuk een museumbezoek kan zijn. Een poetryslamdichter in de klas kan laten zien en vertellen op welke manier hij gedichten presenteert en hoe identiteit een rol speelt bij het maken van zijn werk. Maatschappelijke relevantie/context Het is belangrijk dat kinderen ervaren hoe zij helden kunnen herkennen. Ze leren helden in de samenleving kennen en om antihelden te troosten. Zo ontstaat er meer begrip voor anderen. 4

5 2. Leerinhouden helden, antihelden, pitch, boekbewerkingen, aansluitschema, poetry slam, mailart, communicatie, fanmail, troostbrief, ex libris 3. Leerdoelen Kennisdoelen De leerling: leert zichzelf beter kennen aan de hand van helden in verhalen (algemeen); maakt kennis met het begrip held (zie 1. Introductie, 2.1. Oriëntatie); kent het onderscheid tussen gewone mensen en helden (zie 3.1. Onderzoek); maakt kennis met boekvertaalslagen naar verschillende disciplines (zie 3.1. Onderzoek); maakt kennis met het aansluitschema (zie 3.2. Uitvoeren); maakt kennis met mailart en de betreffende kunstenaars en let op vorm, inhoud en boodschap (zie 4.1. Onderzoek); maakt kennis met antihelden en kent overeenkomsten en verschillen met helden (zie 5.1. Onderzoek); maakt kennis met het ex libris (zie 5.2. Uitvoeren). Vaardigheidsdoelen De leerling: identificeert een held door bevragen, aanwijzingen, verhalen, verwoorden en ontmoeting (zie 1. Introductie, 2.1. Oriëntatie); geeft een overtuigende pitch over zijn held met betrekking tot topkwaliteiten (zie 2.2. Oriëntatie); onderzoekt de overeenkomsten en verschillen tussen helden uit boeken en films (zie 3.1. Onderzoek); ontwerpt een aansluitschema voor een held door te vouwen, te schrijven en te tekenen waarbij gelet wordt op plaats, inhoud, vorm, formaat en kleur (zie 3.2. Uitvoeren); gaat in gesprek met een poetryslamdichter over werk en presentatie (zie 3.3. Presenteren); draagt middels een poetryslam een aansluitschema voor (zie 3.3. Presenteren); legt relaties tussen kunst, helden en communicatie en benoemt mogelijkheden op het gebied van post, en sociale media (zie 4.1. Onderzoek); maakt een mailartenvelop waarbij hij de zeggingskracht van een held verbeeldt. Hij houdt hierbij rekening met identiteit, vorm, kleur, formaat, afzender en geadresseerde (zie 4.2. Uitvoeren); stelt een geschreven, getekende of geplakte boodschap aan een held samen en let op vorm, inhoud en zeggingskracht (zie 4.2. Uitvoeren); adresseert, frankeert en verzendt een boodschap aan een held (zie 4.2. Uitvoeren); presenteert zijn gemaakte werk door fotografie, internet of leporello (zie 4.3. Presenteren); legt relaties tussen verschillende helden, mislukkingen en de tijd en benoemt hierbij identiteit, emotie, kenmerken, oorzaak en gevolg (zie 5.1. Onderzoek); maakt een scène met een confrontatie en een overgang van held naar antiheld (zie 5.1. Onderzoek); schrijft een troostbrief aan een antiheld en houdt rekening met emotie, oorzaak en gevolg (zie 5.2. Uitvoeren); ontwerpt een beginletter van de naam zijn held, die iets zegt over zijn identiteit en let op vorm, kleur en zeggingskracht (zie 5.2. Uitvoeren); 5

6 ontwerpt een eigendomsmerk voor zijn held en let op vorm, kleur, inhoud en zeggingskracht (zie 5.2. Uitvoeren); presenteert zijn gemaakte werk met een slideshow of verfilmd heldendicht met gebruik van kostuums en rekwisieten (zie 5.3. Presenteren). Houdingsdoelen De leerling: stelt zich met alle zintuigen open voor literatuur in diverse (kunstzinnige) literaire uitingen binnen een thema of onderwerp dat aansluit bij zijn belevingswereld in binnen en buitenschoolse activiteiten (algemeen); kan zich bij het experimenteren laten leiden door een manipulerende en onderzoekende houding (algemeen); is trots op zijn resultaten, zowel oriënterend en onderzoekend als uitvoerend (algemeen); heeft een betrokken houding (algemeen); heeft een nieuwsgierige en onderzoekende houding (algemeen); kijkt met aandacht naar voorbeelden uit literaire werken, beeldende kunst en werk van medeleerlingen (algemeen); luistert met aandacht naar ideeën van medeleerlingen (algemeen); neemt actief deel aan de diverse gesprekken gedurende het project (algemeen) ste eeuwse competenties Creativiteit een ondernemende en onderzoekende houding denken buiten de gebaande paden en nieuwe samenhangen zien risico s durven nemen en fouten zien als leermogelijkheden creatieve technieken kennen en hanteren Kritisch denken informatie interpreteren, analyseren en synthetiseren betekenisvolle vragen stellen openstaan voor alternatieve standpunten kritisch reflecteren op het eigen leerproces Communiceren doelgericht informatie uitwisselen communicatieve situaties en technieken hanteren Samenwerken onderhandelen en afspraken maken effectief communiceren rollen (h)erkennen hulp kunnen vragen, geven en ontvangen onderhandelen en afspraken maken functioneren in heterogene groepen Probleemoplossend denken en handelen problemen signaleren, analyseren en definiëren strategieën kennen en hanteren om met onbekende problemen om te gaan Sociale en culturele vaardigheden 6

7 eigen gevoelens kunnen herkennen en gekanaliseerd en constructief kunnen uiten inlevingsvermogen en belangstelling voor anderen tonen 5. Benodigdheden Algemeen klaslokaal schoolplein en/of speellokaal digibord (kleuren)printer digitale foto of filmcamera Introductie verkleedspullen voor de leerkracht als held schrijfgerei brief en envelop van een held aan de groep Oriëntatie diverse boeken over helden (bijvoorbeeld stripboeken) verkleedspullen postervellen stiften Deelopdracht 1 zie bronnen postervellen stiften boek met een duidelijke held, zoals Anansi, Pietje Bell, Pippi Langkous, etc. verkleedspullen, schmink boek De aaibaarheidsfactor van Rudy Kousbroek A4 of A3papier voor de aansluitschema s fineliners grijze tekenpotloden gummen divers presentatiemateriaal Deelopdracht 2 zie bronnen A5enveloppen A5papier (120 grams) of karton stickers, krasletters, poëzieplaatjes zachte kleurpotloden zacht vetkrijt (bijvoorbeeld Pandakrijt) pastelkrijt grijze tekenpotloden stiften stempels stempelkussens oude tijdschriften om uit te knippen behangerslijm in pot met deksel en lijmkwasten scharen 7

8 divers presentatiemateriaal Deelopdracht 3 zie bronnen boek Don Quichot van Miguel de Cervantes boek Het Dierelirium van Javier Suaz (of bekijk het exemplaar op bol.com, zoektermen: dierelirium bol.com) 23rings ruitjespapier multomap A4papier grijze tekenpotloden gummen zachte kleurpotloden zacht vetkrijt (bijvoorbeeld Pandakrijt) pastelkrijt grijze tekenpotloden stiften fineliners scharen verkleedspullen divers presentatiemateriaal 6. Didactische werkvormen Instructievormen themaonderwerp inzichtelijk maken in de klas (algemeen) bezoek culturele instelling (algemeen) kennisquiz (algemeen) leerkracht in spel: leerkracht verkleed als held uit bijvoorbeeld een film of stripboek (zie 1. Introductie) voorbereiden: brief schrijven; de leerkracht schrijft een brief in bijpassende envelop aan de groep uit naam van een held (zie 1. Introductie) een bijzonder poststuk (zie 4.1. Onderzoek) gast in de klas/meetandgreet: uitnodigen van een held (zie 1. Introductie) voorlezen/bekijken: De aaibaarheidsfactor van Rudy Kousbroek, met name het aansluitschema zelfbouwkat laten zien (zie 3.2. Uitvoeren) bekijken/beschouwen: voorbeelden mailart, zie bronnen (zie 4.1. Onderzoek) voorbeelden ex libris, zie bronnen (zie 5.2. Uitvoeren) verzamelen: verschillende soorten gebruikte enveloppen (zie 4.2. Uitvoeren); filmpje maken: van de scènes over helden die geconfronteerd worden met hun fouten (zie 5.1.Onderzoek) van gemaakte letters met lichamen leerlingen, heldendicht (zie 5.3. Presenteren) foto s maken: van gemaakte letters met lichamen leerlingen, heldendicht, zie bronnen (zie 5.3. Presenteren) Interactievormen kunstenaar in de klas: poetryslamdichter (algemeen) (gesloten) vragen stellen: petje oppetje af (algemeen) 8

9 feedback geven: toptiptop (algemeen) vragen stellen: filosofisch gesprek/reflectievragen (algemeen) zoveel mogelijk antwoorden op een vraag: vragen doorgeven (algemeen) heldentop 10: stel met de groep een heldentop 10 samen (zie 2. Oriëntatie) categoriseren: kwaliteiten en kenmerken van de heldentop 10 (zie 3.1. Onderzoek) kringgesprek: de veranderingen bij een boekverfilming (zie 3.1. Onderzoek) het versturen van soorten post (zie 4.1. Onderzoek) over Don Quichot (zie 5.1. Onderzoek) over helden waar dingen zijn misgegaan (zie 5.1. Onderzoek) vertellen/presenteren: over de gemaakte heldenenvelop met boodschap (zie 4.2. Uitvoeren) foto s maken: van de gemaakte enveloppen en het moment waarop ze verstuurd worden (zie 4.2. Uitvoeren) op stap gaan: gemaakte enveloppen op de post doen en foto s maken (zie 4.2. Uitvoeren) overzicht/antiheld: maken van een overzicht met namen, gebeurtenissen en eigenschappen van diverse antihelden, voorafgaand aan stelopdracht troostbrief (zie 5.2. Uitvoeren) Opdrachtvormen heldenpitch: houden van een korte pitch over de kwaliteiten van een held (zie 2.Orientatie) ontwerpen: aansluitschema zelfbouwheld (zie 3.2. Uitvoeren) maken/ontwerpen: een bewerkte envelop waarin de held van de leerling wordt verbeeld en de inhoud van de envelop met een boodschap aan de held (zie 4.2.Uitvoeren) maken/collage: fotocollage van gemaakte foto s van de heldenenveloppen (zie 4.3. Presenteren) maken/website: website maken met foto s gemaakte enveloppen en prikkelende vragen, zie bronnen (zie 4.3. Presenteren) maken/leporello: staande leporello van gemaakte enveloppen, zie bijlage (zie 4.3. Presenteren) stellen/troostbrief: het schrijven van een troostbrief aan een antiheld (zie 5.2. Uitvoeren) tekenen: doorlopende tekening zoals Het dierelirium, zie bronnen en bijlage (zie 5.2. Uitvoeren) typografie/letterontwerp: beginletter ontwerpen van de naam van een held, zie bijlage en bronnen (zie 5.2. Uitvoeren) ontwerpen/ex libris: otwerpen en maken van een ex libris voor een held met verwerking van de naam van de held, zie bronnen (zie 5.2. Uitvoeren) foto s maken: leerlingen maken foto s van de doorlopende tekeningen over helden (zie 5.3. Presenteren) Samenwerkingsvormen heldenonderzoek: naar bewerkingen van helden in bijvoorbeeld films en gedichten (zie 3.1. Onderzoek) hoe kun je in contact komen met je held? (zie 4.1. Onderzoek) helden waarbij dingen zijn misgegaan (zie 5.1. Onderzoek) overzicht van helden uit verschillende categorieën (zie 5.1. Onderzoek) poetry slam: leerlingen dragen aansluitschema s voor aan publiek (zie 3.3. Presenteren); tentoonstelling: gemaakte heldenenveloppen (zie 4.2. Uitvoeren) leporello van gemaakte enveloppen (zie 4.3. Presenteren) foto s van gemaakte doorlopende tekeningen in een slideshow (zie 5.3. Presenteren) presenteren/heldendicht: troostbrieven in de vorm van HELD of TROOST (zie 5.3. Presenteren) leerlingen verkleden zich en vormen letters met hun lichamen, heldendicht, zie bronnen (zie 5.3. Presenteren) 9

10 Spelvormen raadspel/kringgesprek: vertellen over helden zonder de naam te noemen (zie 1. Introductie) scène maken: in groepjes een scène maken over een held die geconfronteerd wordt met zijn fouten (zie 5.1. Onderzoek) 7. Projectplanning Introductie project: Filosofisch gesprek: Deelopdracht 1: Deelopdracht 2: Deelopdracht 3: Dichter/schrijver in de klas: 30 minuten 1530 minuten 120 minuten 120 minuten 120 minuten 60 minuten 8. Bezoek culturele activiteit / culturele activiteit in de school Bij de uitvoering van het project is een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling van grote meerwaarde. Bij elk project is een wisselend aanbod van culturele activiteiten beschikbaar. Raadpleeg de website van CultuurSchakel voor het actuele aanbod of laat u informeren door de culturele instellingen. Bij dit project raden wij u aan om aansluitend op deelopdracht 2 een culturele instelling te bezoeken. In de pilot is samengewerkt met het Museum voor Communicatie aan de hand van een onderwijsprogramma over mailart. Afsluitend, of ter vervanging van deelopdracht 3, bestaat de mogelijkheid om in het Kinderboekenmuseum deel te nemen aan de interactieve tentoonstelling Papiria (zie bijlage 56 Papiria, een bezoek aan het Kinderboekenmuseum). 9. Kunstenaar in de klas Bij de uitvoering van het project kan een kunstenaar betrokken worden. Raadpleeg hiervoor de website van CultuurSchakel. Specifiek voor dit project willen wij u aanbevelen om een van de volgende type kunstenaars uit te nodigen in de klas: een kunstenaar die kunstenaarsboeken maakt, een graficus, een mailart kunstenaar of een schrijver. In de pilot is aansluitend op deelopdracht 1 samengewerkt met dichter en columnist Harry Zevenbergen. Hij is onder andere poetryslam dichter. Hij kan over zijn werk vertellen en de leerlingen tips geven voor hoe zij hun gedichten op een podium kunnen presenteren. Daarnaast is als afsluiting van deelopdracht 3 samengewerkt met acteurs van NTjong van de voorstelling Don Quichot denkt na (zie bijlage, Don Quichot in de klas) en Guido Utermark. Guido Utermark is dichter en mailartkunstenaar en kan inspirerend vertellen over zijn werk. 10. Nederlandse taal in het project Vaktaal begrippenlijst Nederlandse taal Werkwoorden het aansluitschema het omslag poetry slam poetryslamdichter de mailart de boodschap mailartproject de leporello het interview de held(in) de aanwijzing de pitch de held de antiheld heldhaftig de heldendaad herkennen onderscheiden voordragen verzenden communiceren frankeren adresseren troosten 10

11 het ex libris het heldendom oorspronkelijk de oorsprong de bewerking de verfilming de zelfbouwheld het poststuk de envelop de geadresseerde de afzender de emotie de mislukking de tegenslag de confrontatie het eigendomsmerk 11. Gerelateerde leergebieden Taal (woordenschat): vergroten woordenschat Taal (stellen): lijstjes, flaptekst, gedicht, brief, Taal (spreekvaardigheid): verwoorden, voordragen Rekenen en wiskunde: categoriseren Wereldoriëntatie (Geschiedenis): gedichten, boeken, bewerkingen en kunstuitingen uit het verleden Wereldoriëntatie (Aardrijkskunde): herkomst achterhalen en lokaliseren Theater: rollenspel held/antiheld Beeldend: tekenen, ontwerpen, typografie Media: maken website 12. Bronnen webpagina Helden uit de jeugdliteratuur en hun bedenkers (allesopeenrij.nl) Bijlage 56, aansluitschema zelfbouwkat Bijlage 56, lijst van benodigdheden voor de zelfbouwkat Bijlage 56, voorbeeld vouwboekje Bijlage 56, leporello Bijlage 56, zelfbouwwezen Ray Johnson website over Ray Johnson Wikipedia, Ray Johnson Wikipedia, Mail art Meer online voorbeelden van mailart: Ruud Janssen (iuima.org) Litsa Spathi archief van werken van Ruud Janssen en Litsa Spathi (fluxusheilderberg.org) Bijlage 56, Het Dierelirium van Javier Saez (De Harmonie, 2011) Bijlage 56, Heldenalfabet encyclo.nl over heldendicht voorbeeldsite voor een mailartproject op school De aaibaarheidsfactor van Rudy Kousbroek (Augustus, 2010 (1969)) Gezocht van Jet H.H. Crielaard Wikipedia, Fluxus Don Quichot van Miguel de Cervantes voorbeelden van ex librissen (Google Afbeeldingen, ex libris ) 11

12 13. Tijdlijn Prehistorie 50 v. C 3000 v. C. 500 na C nu 14. Beoordelen Voor het beoordelen van de leerlingprestaties kunt u gebruikmaken van het beoordelingsformulier voor de leerkracht. De vier beoordelingscriteria zijn afgestemd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en de uitgangspunten van COH. De leerlingprestaties in het gehele project worden meegenomen in de beoordeling. Voor het gebruik van de formulieren is een korte toelichting beschikbaar. De beoordelingsformulieren voor de leerkracht en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u in de bijlagen van dit document. 15. Promotie Maak foto s/filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp, etc. Nodig publiek uit voor de presentaties. 16. Van de Haagse collega s 17. Besteed voldoende aandacht aan het beschouwen van beeldmateriaal voorafgaand aan het ontwerpen en tekenen van mailart, letters en ex libris. Ouderbetrokkenheid Let op dat u bijtijds begeleiding regelt voor een eventueel museumbezoek. Ouders kunnen worden uitgenodigd bij de presentatie van deelopdracht Bijlagen Het beoordelingsformulier voor de leerkracht en de toelichting op het beoordelingsmodel vindt u op de volgende pagina s. 12

13 Beoordelingsmodel docent In te vullen door de leerkracht Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: ± nvt 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat de samenhang tussen de verschillende fases in het creatief proces Toelichting: Zeggingskracht Resultaat en Presentatie de zeggingskracht van het werk en de wijze van presenteren Toelichting: Reflectie zinvol mondeling/schriftelijk reflecteren op Oriëntatie, Onderzoek, Resultaat & Presentatie Toelichting: Attitude concentratie, doorzettingsvermogen, inzet, nieuwsgierigheid en samenwerking Toelichting: Tops Het volgende is echt goed gegaan: Tip Wat zou kunnen verbeteren:

14 Beoordelingsmodel leerling In te vullen door de leerling Naam leerling: Groep: School: Datum: Discipline: Project: Resultaat en Presentatie Hoe vind je het resultaat en hoe vind je je presentatie ervan? nvt Toelichting: Ik vind het resultaat omdat en de presentatie vind ik omdat Onderzoeken Hoe heb jij je onderzoek aangepakt en in hoeverre is je dat gelukt? nvt Toelichting: Ik heb gekozen voor omdat Reflectie Hoe waren je antwoorden op de reflectievragen? nvt Toelichting: Werkhouding Hoe ging het werken aan je opdracht? nvt Toelichting: Tops en Tips Wat ging erg goed en wat kan beter? Tops: Tips: Extra Is er nog iets wat je wilt opmerken? Wat betekenen de smileys? goed of uitstekend ruim voldoende voldoende nog geen voldoende 14

15 Toelichting op het beoordelingsmodel 1. Samenhang Oriëntatie, Onderzoek en Resultaat Hier beoordeelt u de samenhang tussen de verschillende stappen uit het creatief proces. De leerling heeft zich met de groep georiënteerd op het project, o.a. door deelname aan het filosofisch gesprek. De leerling heeft in totaal drie onderzoekjes uitgevoerd. De leerling heeft een product gemaakt of resultaat bereikt. 2. Zeggingskracht Resultaat en Presentatie Hier beoordeelt u de zeggingskracht van het gemaakte product of het bereikte resultaat. De zeggingskracht wordt bepaald door de combinatie van de keuze en toepassing van de: 1. Betekenis: datgene wat het product uitdrukt, dat wat het betekent: het verhaal/de voorstelling. Het gaat om de betekenis die de leerling wil uitdrukken, maar ook om de betekenis die de beschouwer aan het beeld geeft. 2. Vorm: de vormgevingselementen die het resultaat bepalen: ruimte, kleur, textuur, compositie, vorm(soorten), herhaling, contrast, frasering, articulatie, etc. 3. Materiaal en techniek: het gebruik van de materialen, technieken, apparatuur, voorwerpen, attributen, belichting, geluid, kostuums, grime, decorstukken, instrumenten, etc. 3. Reflectie Bij elke stap van het creatief proces komt reflectie aan bod. Dat kan in de vorm van vragen die de leerling mondeling beantwoordt, een gesprekje of een schriftelijk verslag. Ook de zelfbeoordeling van de leerling kunt u hierin meenemen. 4. Attitude Hier beoordeelt u de verschillende aspecten van de werkhouding van de leerling: de concentratie, het doorzettingsvermogen, de inzet, de nieuwsgierigheid en de mate van samenwerking. 5. Tops Er zijn altijd positieve opmerkingen te plaatsen. Noem er twee. 6. Tip Noteer hier een aandachts of verbeterpunt. Dat kan over alle bovenstaande beoordelingspunten gaan. 15