Revisie heupprothese bij infectie. Two stage en One stage operatie

Transcriptie

1 Revisie heupprothese bij infectie Two stage en One stage operatie

2 Inhoud Inleiding 3 Reden voor de operatie Infectie 3 Informatie over de eerste operatie 4 De operatie 4 Risico s van de operatie 5 Na de operatie 5 Ontslag 6 Leefregels 7 Poliklinische controle 7 Informatie over de tweede operatie 8 Heropname - de operatie 8 Ontslag 8 Leefregels 8 Poliklinische controle 9 Registratie van operatiegegevens 9 2

3 Inleiding U ontvangt deze informatie omdat u een bewezen infectie heeft van uw heupprothese of omdat hiervoor een sterke verdenking bestaat. In overleg met uw arts is besloten om dit te behandelen in de Sint Maartenskliniek. In deze folder krijgt u meer informatie over reden van de operatie, de opname, de ingreep en de herstelperiode. Reden voor operatie - Infectie U heeft een heupprothese. Er kunnen na verloop van tijd problemen ontstaan met een prothese. Deze problemen kunnen verschillende oorzaken hebben. Eén van deze oorzaken kan een infectie zijn. Infectie Een infectie is besmetting van het lichaam of een deel daarvan met een ziekteverwekkende (pathogene) micro-organismen. Als symptomen kunnen de volgende kenmerken optreden: - Plaatselijke (lokale) infecties: roodheid, zwelling, (druk)pijn, pusvorming - Lichamelijke (systemische) infecties: koorts, koude rillingen, zweten, ziek gevoel, uitputting Het is mogelijk dat er door uw voorgeschiedenis en/of klachten gedacht wordt aan een infectie van de prothese. Dan zullen wij altijd aanvullend onderzoek doen naar een eventuele verwekker (bacterie) van de infectie. Aanvullend onderzoek Het aanvullende onderzoek kan bestaan uit bloedonderzoek, een punctie (er wordt vocht uit het gewricht gehaald en op kweek gezet) of biopten (via een kijkoperatie worden stukjes weefsel afgenomen rondom het gewricht en op kweek gezet). Als uit het aanvullend onderzoek blijkt dat er een infectie aanwezig is, dan krijgt u een behandeladvies. 3

4 Operatie Two stage Soms is het noodzakelijk om de prothese te verwijderen, waarna een tussenliggende periode volgt waarin u geen of een tijdelijke prothese (spacer) heeft en uitgebreid behandeld wordt met antibiotica. Deze periode duurt meestal ongeveer twee maanden. Hierna wordt beoordeeld of u in aanmerking komt voor reïmplantatie van een nieuwe, definitieve prothese. Deze behandeling wordt een Two stage (twee stappen) revisie operatie genoemd. Two stage verwijst naar de twee operaties: 1. Het verwijderen van de prothese 2. Reïmplantatie van de definitieve prothese. Uitzondering One stage operatie Een uitzondering op de bovengenoemde behandeling wordt gemaakt als er een bacterie wordt gekweekt die bijzonder goed met antibiotica te behandelen is. Als we zo n goed te behandelen bacterie aantreffen in een gewricht met goede huidbedekking en goede doorbloeding bij een gezonde patiënt, kan gekozen worden voor slechts één operatie. Tijdens deze operatie wordt de prothese verwijderd, er worden weefselkweken afgenomen en de nieuwe prothese wordt direct geplaatst. We noemen dit een one stage revisie operatie. Op de volgende pagina s leest u meer informatie over de operaties. Informatie over de eerste operatie De eerste operatie Om het gewricht te bereiken zal de operateur een snede maken in het oude litteken. Eerst zal de oude prothese verwijderd worden en worden weefselkweken afgenomen. Meestal wordt dan een tijdelijke prothese (spacer) geplaatst, bestaande uit cement met antibiotica. Bij speciale, moeilijk te behandelen bacteriën of als uw huidbedekking ter plaatse niet goed is, wordt wel eens besloten dat er geen spacer wordt geplaatst. Indien er een one stage revisie operatie is afgesproken wordt tijdens deze operatie direct de nieuwe prothese geplaatst. 4

5 Risico s van de operatie Na het verwijderen van de prothese en eventueel na het plaatsen van de spacer zal het gewricht vaak niet pijnloos zijn. Realiseert u zich dat ook bij deze ingreep een kans bestaat op een complicatie (infectie, nabloeding, zenuwletsel). De kans hierop is iets groter dan bij de eerste gewrichtsvervangende prothese. Daarnaast is het revalidatietraject lang. Na de operatie Verkoeverkamer en PACU In principe gaat u na de ingreep naar de verkoeverkamer en daarna terug naar de verpleegafdeling. Het kan ook zijn dat u na de ingreep naar de Post Anesthesia Care Unit (PACU) gaat. Dit is afhankelijk van uw lichamelijke conditie. De anesthesist meldt u dit, indien mogelijk, tijdens het pre-operatief onderzoek. Op de PACU vindt de eerste uren intensieve bewaking en controle plaats. U verblijft daar in principe één nacht. Zodra u voldoende hersteld bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Pijnstilling De eerste dagen na de operatie wordt er gezorgd voor een goede pijnstilling (zie folder Pijn en pijnbehandeling na de operatie ). Na de operatie heeft u een infuus. Soms krijgt u tijdelijk een blaaskatheter zodat uw urine vanzelf wordt opgevangen. Bloedverdunnende middelen Enkele uren na de operatie begint u met het toedienen van bloedverdunnende middelen met injecties. U krijgt hierover instructies op de afdeling van de verpleegkundige. Bloedverdunnende middelen gaan de vorming van stolsels in de bloedvaten (zoals bij trombosebeen) tegen. Bij een two stage revisie blijft u de injecties toedienen tot de heroperatie. Na het herplaatsen van de prothese blijft u de injecties toedienen tot en met 4 weken postoperatief. Bij een one stage revisie dient u de injecties toe tot en met 4 weken na de operatie. 5

6 Antibiotica Na de operatie heeft u standaard antibiotica totdat de uitslag van de weefselkweken bekend is. Aan de hand van de uitlag van de kweken wordt bepaald welke antibiotica het beste bij u past. Dit zal voorgeschreven worden voor 6 weken of 3 maanden. De meeste antibiotica worden in pilvorm gegeven maar sommige antibiotica moet via een lange lijn/ infuus gegeven worden. Deze lange lijn wordt een Picclijn genoemd en zal door de anesthesioloog aangebracht worden in uw bovenarm tijdens de opname. Zie ook de folder Antiobiotica bij infectie. Fysiotherapie De eerste dag na de operatie helpt de fysiotherapeut u uit bed en in de stoel en leert u hoe u dit zelfstandig kunt gaan doen. Daarnaast gaat u verder met de looptraining. U mag vaak maar gedeeltelijk belasten. Hoeveel u mag belasten zal de fysiotherapeut aangeven. Meestal leert u lopen met 2 elleboogkrukken. De looptraining zult u dagelijks verbeteren/uitbreiden onder leiding van uw fysiotherapeut. De wond Na de operatie wordt een pleister aangebracht op de wond. Het is belangrijk dat de wond afgedekt blijft totdat hij droog is, daarom blijft de pleister ongeveer vijf dagen zitten De wond wordt gehecht met niet oplosbare hechtingen of nietjes. De hechtingen/nietjes kunnen 14 dagen na de operatie verwijderd worden. Dit kan op de Sint Maartenskliniek gebeuren of dit kan in overleg met de zaalarts ook door de huisarts gedaan worden. Het ontslag na eerste operatie De verwachte opnameduur is 5 tot 10 dagen, dit is afhankelijk van de uitslag van de weefselkweken die genomen zijn en is mede afhankelijk van uw herstel. De zaalarts of verpleegkundige bespreekt met u wanneer u na de operatie naar huis mag. U gaat met antibiotica naar huis. Van de zaalarts/verpleegkundige krijgt u duidelijk uitleg over de mogelijke bijwerkingen van de antibiotica en bij welke verschijnselen u contact moet opnemen. 6

7 Tijdens de opname wordt er afgesproken voor hoe lang u antibiotica moet gebruiken en wanneer de heroperatie (het plaatsen van een nieuwe prothese) ongeveer moet plaatsvinden. Leefregels na eerste operatie Lees ook de folder Leefregels na ontslag. U kunt niet meteen alles zelf. Tot de tweede operatie mag u het geopereerde been gedeeltelijk belasten. Bepaalde bewegingen zijn voor het gewrichtskapsel belastend. Het gewrichtskapsel is nog niet zo sterk en moet de spacer op de plaats houden. U mag niet autorijden, fietsen en sporten en u zal met krukken moeten lopen tot aan de volgende operatie. Bewegingen die u niet mag maken tot de volgende operatie: - Het geopereerde been naar binnen draaien; - Het kruisen van uw benen (het over elkaar slaan van de benen). Dit geldt altijd, of u nu zit, staat of ligt. - De heup verder buigen dan 90 (verder dan een haakse hoek tussen romp en bovenbeen); - Combinaties van bovenstaande 3 bewegingen maken. Poliklinische controle na eerste operatie Twee weken na de operatie komt u op de acute zorgpoli voor het verwijderen van de hechtingen en wondcontrole. Een week voor de heroperatie komt u op de polikliniek voor controle op de infectiepoli bij een arts-assistent, physician assistant orthopedie of orthopeed. Er wordt een controle röntgenfoto gemaakt en er wordt bloed geprikt. 7

8 Informatie over de tweede operatie Heropname / de tweede operatie Bij de two stage operatie wordt u weer opgenomen voor het verwijderen van de spacer en het herplaatsen van de prothese. Tijdens de operatie zullen er weer weefselkweken worden afgenomen. Aan de hand van de uitslag van de kweken zal worden bepaald welke antibiotica u moet gebruiken en voor hoe lang controle afspraken worden gemaakt op de infectiepoli. Voor de heropname geldt over het algemeen dezelfde informatie als voor de eerste opname met betrekking tot risico s, pijnstilling, bloedverdunnende middelen, antibiotica, fysiotherapie, de wond. Deze informatie kunt u nog eens teruglezen onder Risico s van de operatie en Na de operatie op pagina 5 en 6. Het ontslag na tweede operatie De verwachte opnameduur is 5 tot 10 dagen, dit is afhankelijk van de uitslag van de weefselkweken die genomen zijn en is mede afhankelijk van uw herstel. De zaalarts of verpleegkundige bespreekt met u wanneer u na de operatie naar huis mag. U gaat met antibiotica naar huis. Van de zaalarts/verpleegkundige krijgt u duidelijk uitleg over de mogelijke bijwerkingen van de antibiotica en bij welke verschijnselen u contact moet opnemen. Tijdens de opname wordt er afgesproken voor hoe lang u antibiotica moet gebruiken. Leefregels na tweede operatie Lees ook de folder Leefregels na ontslag en de folder Adviezen na een totale heupprothese. U kunt niet meteen alles zelf. U mag het been gedeeltelijk of volledig belasten. Bepaalde bewegingen zijn voor het gewrichtskapsel belastend. Het gewrichtskapsel is nog niet zo sterk en moet de heupprothese op de 8

9 plaats houden. U mag tot de eerste controle niet autorijden, fietsen en sporten en zal de eerste tijd met krukken moeten lopen. Bewegingen die u de eerste 8 weken niet mag maken - Het geopereerde been naar binnen draaien; - Het kruisen van uw benen (het over elkaar slaan van de benen). Dit geldt altijd, of u nu zit, staat of ligt. - De heup verder buigen dan 90 (verder dan een haakse hoek tussen romp en bovenbeen); zie ook foto 1. - Combinaties van bovenstaande 3 bewegingen maken. Poliklinische controle na tweede operatie Twee weken na de operatie komt u op de acute zorgpoli voor het verwijderen van de hechtingen en wondcontrole. Daarna volgt de reguliere controle 6-8 weken na de operatie en 2 weken na het stoppen van de antibiotica. Registratie van operatiegegevens Uw operatiegegevens worden opgenomen in de landelijke 'Registratie Orthopedische Implantaten' onder vermelding van uw burgerservicenummer. Door registratie van deze gegevens kunnen we een beter beeld krijgen van de levensduur van protheses. Hiermee kunnen we de kwaliteit van zorg verder verbeteren. Als u bezwaar heeft tegen registratie van uw gegevens in dit register, maak dit dan kenbaar bij uw behandelend arts. 9

10 Sint Maartenskliniek De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. U kunt op verschillende locaties in het land bij ons terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel. Doordat we ons volledig richten op aandoeningen aan het houding- en bewegingssysteem is onze ervaring en kennis groot. We staan dan ook bekend als een vooraanstaand ziekenhuis dat in de behandeling gebruikmaakt van de laatste inzichten. Op onze onderzoeksafdeling ontwikkelen we nieuwe behandelmethoden en doen we onderzoek naar het effect ervan. De Sint Maartenskliniek beschikt verder onder meer over een gespecialiseerde apotheek en een pijnbehandelcentrum. Bij de Sint Maartenskliniek staat de patiënt centraal. U wordt persoonlijk benaderd, deskundig begeleid en u kunt rekenen op onze uitgebreide voorzieningen. Wij staan klaar om u gastvrij te ontvangen. Voor meer informatie over onze behandelingen en een overzicht van al onze behandellocaties, kunt u terecht op onze website 10

11 11

12 Meer informatie of vragen Colofon Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met: Orthopedisch consulenten via (024) Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. Orthopedie Februari 2017 Bestelcode Bezoekadres Hengstdal 3, 6574 NA Ubbergen (bij Nijmegen) Postadres Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen Telefoon (024) Internet