Operatie van instabiele schouder. Kapselplastiek

Transcriptie

1 Operatie van instabiele schouder Kapselplastiek

2 In overleg met de orthopedisch chirurg heeft u besloten tot een schouderoperatie, ook wel kapselplastiek genoemd. Door u goed voor te bereiden op de ingreep kunt u bijdragen aan een vlot herstel. Het lezen van deze folder kan u daarbij helpen. De schouder De schouder is een kogelgewricht dat bestaat uit een kop en een kom. De kop is relatief groot, de kom relatief klein. Dit maakt de schouder een zeer beweeglijk gewricht. Het betekent echter ook dat het gewricht van nature enige speling vertoont. Voor een goede stabiliteit (het in de kom blijven zitten) is het gewricht voorzien van een stevige omhulling van bindweefselbanden (het kapsel) en spieren. Tevens is het kleine kommetje omgeven door een randje van kraakbeen (het labrum) dat bijdraagt aan de stabiliteit. Bij een zogenaamde schouderluxatie (het uit de kom schieten van de schouder, door een ongeval, soms ook spontaan) worden kapsel en spieren uitgerekt en scheurt het labrum af. In sommige gevallen geneest dit niet vanzelf en blijft de schouder instabiel. Dat wil zeggen dat hij spontaan bij bepaalde bewegingen helemaal of gedeeltelijk uit de kom kan gaan. Dit is pijnlijk en op den duur geeft dit beschadiging van het gewricht. Dit is de reden dat de orthopedisch chirurg u adviseert een stabiliserende operatie uit te laten voeren. Voordat tot een dergelijke ingreep wordt besloten, is soms eerst een kijkoperatie (artroscopie) nodig om te beoordelen hoe uitgebreid de beschadiging precies is. Welke verdoving? Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Een kapselplastiek wordt onder algehele narcose uitgevoerd, vaak gecombineerd met regionale anesthesie. De regionale verdoving zorgt ervoor dat u na de operatie minder pijn heeft. Over de wijze van verdoving leest u meer in de folder Anesthesiologie van het Maasziekenhuis Pantein. Tijdens het preoperatief spreekuur, ter voorbereiding op de operatie, kunt u uw keuze met de anesthesioloog bespreken. 2

3 Opname en verblijf in het ziekenhuis Voorbereiding De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u nuchter moet blijven. Wij raden u ook aan gedurende 24 uur vóór uw opname geen alcohol te gebruiken en niet te roken, ook niet gedurende de dag van de operatie. Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u voor u naar het ziekenhuis komt te douchen of te baden, eventuele nagellak te verwijderen en geen crème of make-up te gebruiken. Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. Heeft u de dag voor de ingreep griep, koorts of een infectie? Neemt u dan contact op met uw behandelend arts via de poli Orthopedie. Deze bekijkt of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken. Volgt u verder de instructies en voorbereidingen op, zoals afgesproken met uw behandelend arts en de anesthesioloog (zie ook de folder Anesthesiologie ). In de folder Wegwijzer bij opname leest u meer over de opname en de voorbereiding hierop. Medicatie Tijdens het preoperatief spreekuur vertelt de anesthesioloog u welke medicijnen u mag doorgebruiken en met welke u tijdelijk dient te stoppen. Bloedverdunners zoals clopidogrel (Plavix ), dipyridamol (Persantin ), acenocoumarol (Sintrommitis ) of fenprocoumon (Marcoumar ) moeten enkele dagen voor de operatie worden gestopt. Acetylsalicylzuur (Ascal, Acetosal ) mag u gewoon blijven gebruiken. De dag van opname Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip in het ziekenhuis bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Deze stelt u een aantal vragen en beantwoordt mogelijke vragen van u. Tussen de aankomst op de afdeling en de operatie moet u enige tijd wachten. Wij proberen deze tijd zo kort mogelijk te houden. U kunt wat lezen of televisie kijken. Wij vragen u om de afdeling niet meer te verlaten. 3

4 De operatie Ongeveer een half uur voordat de ingreep plaatsvindt, komt de verpleegkundige bij u met een operatiejasje. Voordat u zich omkleedt, raden wij u aan nog even naar het toilet te gaan. Als u het operatiejasje aantrekt, kleedt u zich eerst helemaal uit. U mag uw onderbroek aanhouden. U trekt het jasje aan en neemt plaats in bed. Als u nog sieraden of contactlenzen draagt, doet u die nu uit. U krijgt nu de premedicatie (dit is voorgeschreven door de anesthesioloog). Meestal is dit een combinatie van een pijnstiller en een slaaptablet. De verpleegkundige brengt u in bed naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Hier krijgt u een muts op om uw haren te bedekken. Van hieruit gaat u naar de operatiekamer waar u vanaf uw bed plaats neemt op een operatiebed. U krijgt een molton deken over u heen gelegd. Als het mogelijk is, wordt de instabiele schouder met behulp van een kijkoperatie (artroscopie) gestabiliseerd. De orthopedisch chirurg maakt twee sneden, één aan de voorzijde en één aan de achterzijde. Is een kijkoperatie niet mogelijk, dan maakt de orthopedisch chirurg aan de voorzijde van de schouder een grotere huidsnede. De orthopedisch chirurg maakt de pees aan de voorkant van de schouder los en opent het schouderkapsel. Er zal dan een botblokje met pees op de voorzijde van de beschadigde schouderkom worden vastgeschroefd. De wond wordt weer gesloten, meestal met oplosbare hechtingen. Daarna wordt een speciaal schouderverband aangelegd, zodat u de arm niet kunt bewegen. Dit verband blijft meestal drie tot zes weken zitten en moet enkele malen worden verschoond. Het operatiegebied kan zo goed genezen. Na de operatie Via de uitslaapkamer (verkoeverkamer) gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Een verpleegkundige voert de wondcontrole uit en u krijgt wat te eten en te drinken. Bij pijn kunt u gerust om een pijnstillend middel vragen. Na de operatie heeft u een infuus. Als u weer in staat bent om zelf te drinken en eventueel wat te eten en u voelt zich goed, dan wordt het infuus gewoonlijk verwijderd. Meld aanhoudende misselijkheid of pijn bij 4

5 de verpleegkundige. Afhankelijk van de afspraken en het verloop van uw herstel mag u snel weer uit bed. Wanneer u een drain in de wond heeft, wordt deze meestal op de eerste of tweede dag verwijderd. Tijdens de visite geeft de orthopedisch chirurg u informatie over het verloop van de operatie, de nazorg en het ontslag. Na drie weken mag u onder begeleiding van de fysiotherapeut gaan oefenen. Adviezen voor thuis Het is belangrijk dat het verband goed blijft zitten. Beweeg daarom uw arm niet te veel. U mag het verband af doen om te douchen. Laat met douchen uw arm afhangen. U zult de eerste tijd nog niet kunnen werken. Meestal kunt u na ongeveer 8 weken na de ingreep weer gaan werken. Wanneer u uw werk weer kunt hervatten, kunt u het beste met de orthopedisch chirurg bespreken tijdens de poliklinische controle. Complicaties en risico s Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er soms toch nog complicaties optreden, zoals: een nabloeding een infectie trombose de schouder kan stijf worden Te verwachten resultaten Na de operatie zal de schouder veel steviger zijn en in principe niet meer uit de kom gaan. Wel kunt u nog enige maanden wat pijnklachten of stijfheid blijven houden. Het opnieuw optreden van instabiliteit is zeldzaam. In die gevallen is een hersteloperatie meestal wel mogelijk. 5

6 Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis? In de volgende gevallen dient u met de behandelend arts contact op te nemen: bij een infectie (roodheid van de wond) bij koorts bij zwelling bij ernstige pijn Wanneer zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neem dan contact op met de poli Orthopedie, via (0485) Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met Spoedeisende Hulp op het toestel (0485) Poliklinische controle Drie tot vier weken na de ingreep vindt de poliklinische controle plaats, op advies van uw arts. Soms is er een tweede controle nodig, als de genezing nog niet optimaal is. U gaat ook wekelijks op controle bij de gipsverbandmeester. Relevante websites Sint Maartenskliniek De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. U kunt op verschillende locaties in het land bij ons terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel. Doordat we ons volledig richten op aandoeningen aan het houding- en bewegingssysteem is onze ervaring en kennis groot. We staan dan ook bekend als een vooraanstaand ziekenhuis dat in de behandeling gebruikmaakt van de laatste inzichten. Op onze onderzoeksafdeling ontwikkelen we nieuwe behandelmethoden en doen we onderzoek naar het effect ervan. De Sint 6

7 Maartenskliniek beschikt verder onder meer over een gespecialiseerde apotheek en een pijnbehandelcentrum. Bij de Sint Maartenskliniek staat de patiënt centraal. U wordt persoonlijk benaderd, deskundig begeleid en u kunt rekenen op onze uitgebreide voorzieningen. Wij staan klaar om u gastvrij te ontvangen. Voor meer informatie over onze behandelingen en een overzicht van al onze behandellocaties, kunt u terecht op onze website 7

8 Meer informatie of vragen Colofon Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, stelt u deze dan aan uw behandelend arts of neemt u contact op met de Sint Maartenskliniek via telefoonnummer (024) Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. Orthopedie. Juni 2017 Bestelcode Bezoekadres Dokter Kopstraat 1, 5835 DV Beugen Postadres Postbus 55, 5830 AB Boxmeer Telefoon (024) Internet