Wat maakt mijn kind allemaal mee in groep 1-2?

Transcriptie

1 Wat maakt mijn kind allemaal mee in groep 1-2? Informatieavond 1 september 2016

2 2

3 Het werken in de groepen 1 en 2 Dagindeling o Binnenkomst: Bij binnenkomst om uur kijken de kinderen naar de dagritmekaarten. Als de kringkaart vooraan hangt, dan nemen de kinderen plaats in de zithoek. Er mag een boek worden gelezen of rustig worden gepraat. Hangt de kaart van de keuzeles vooraan dan start om uur meteen de keuzeles. o Keuzeles : Tijdens deze les kunnen de kinderen onbeperkt gebruik maken van alle hoeken en materialen (vrij initiatief). o Keuzeles met opdracht : De kinderen krijgen een verplichte opdracht m.b.t. een techniek-, knutselactiviteit of het werken met ontwikkelingsmaterialen. Vrijwel elke week zijn er voor de kinderen 1 of meerdere verplichte opdrachten. Soms worden er één of meerdere hoeken gesloten of mag er tijdelijk met bepaalde ontwikkelingsmaterialen niet gespeeld worden. Op dat moment is er een beperkt aanbod. Soms wilt u de leerkracht iets vragen of zeggen. Bij urgente zaken moet u dit zeker doen. Wilt u vragen of opmerkingen die niet direct van toepassing zijn voor die dag, na schooltijd bespreken? Er kan dan ook een afspraak gemaakt worden. Daarnaast is er de mogelijkheid opmerkingen en bijzonderheden in het mededelingenschriftje in de klas te schrijven. Wij vinden een goed contact met u heel belangrijk, maar willen er s morgens zoveel mogelijk voor de kinderen zijn. Dagopening o Kinderen van de dag: Elke dag zijn er 2 kinderen de kinderen van de dag. Deze kinderen mogen o.a. naast de leerkracht op de bank zitten, voor in de rij staan bij het naar huis / buiten/ speellokaal gaan, krijgen het eerst een beurt bij activiteiten en mogen de leerkracht helpen. Speciale taken zodat zij in het zonnetje staan. o We wensen elkaar goedemorgen. De namen van de kinderen worden gelezen. We hebben aandacht voor absenten. o Godsdienst: In alle groepen maken we gebruik van de thematische godsdienstmethode Trefwoord. Wij willen de kinderen kennis laten maken met de Bijbelverhalen. Voor de groepen 1 en 2 zijn er 2 vertellingen per week. De dag na de vertelling wordt het verhaal door de kinderen terug verteld en houden we een evaluerend gesprek. Als gebed variëren we met verschillende vormen: opzeggen van een gebed, zingen van een gebed, kinderen mogen zelf bidden of geven zelf aan waarvoor we bidden. o We zingen (Bijbelse) liederen. o We besteden aandacht aan het dagverloop, het weer, de seizoenen, de dagen van de week, etc.. Dit doen we om kinderen bewust te maken van de tijdscyclus. 3

4 Spelen en werken Na de kring gaan we spelen en werken in de klas, dit doen we rondom een thema. Spelen doen we in de hoeken of aan tafel. Wij hebben een bouwhoek, een huishoek, een computerhoek, een leeshoek en nog veel meer Uw kind kan schilderen op een verfbord of tekenen op het krijtbord. Ook kun je nog spelen met de zandtafel die soms een watertafel is. Knutselen doen wij aan tafel, we maken de mooiste kunstwerken! Daarnaast is er de mogelijkheid om met letters en cijfers bezig te zijn. Gedurende het schooljaar maken de kinderen kennis met de verschillende letters en zijn we bezig met klanken en lettergrepen. Eten en drinken Het eten en drinken vindt gezamenlijk plaats in de kring. Op de maandag, woensdag en vrijdag eten wij fruit. Op de andere dagen mag het iets anders zijn. Tussen de middag hebben de kinderen een halfuurtje pauze en spelen zij buiten. Bij slecht weer blijven wij binnen en mogen de kinderen kleuren in hun eigen kleurboek. Daarna eten we gezamenlijk in de klas. Tussen de middag lunchen wij met de kinderen in de groep. De kinderen nemen brood en drinken mee en nuttigen dit op een vast moment aan tafel. Bewegingsonderwijs Het bewegingsonderwijs staat elk dagdeel op het rooster. Er wordt op het schoolplein of in het speellokaal bewogen. De ene week staat groot materiaal klaar, de andere week spelen we met klein materiaal, zoals hoepels, pittenzakken, kleine en grote ballen. Ook is er in de gymzaal de ruimte om te dansen. Dagsluiting De dag wordt in de zithoek afgesloten. We evalueren aan de hand van de dagritmekaarten: Wat hebben we gedaan en hoe is dat gegaan? De dag wordt afgesloten met een gebed, opzegversje of een lied. 4

5 Thema s Iedere periode werken we met een thema. Het werken met een thema vergroot de betrokkenheid van de kinderen. De ervaring en de belevingswereld van de kinderen staan centraal. Er wordt daarom veel projectmatig gewerkt, waarin de leerlijnen voor kleuters verweven zitten. De leerkrachten spelen in op de belevingswereld van het kind en praten met de kinderen over hun interesses. Rondom deze interesses worden de thema s gekozen. De leerlijnen voor 4-6 jarigen omvatten de volgende ontwikkelingsgebieden: Morele ontwikkeling: Ervaren wat zinvol, mooi, goed en waar is, regels en afspraken naleven en waarderen, zich oriënteren op waarden en normen. Godsdienstige ontwikkeling: verwonderd zijn over de schepping, stil worden, een religieuze verbondenheid ervaren, stilstaan bij levenservaringen, vertrouwd worden met het christelijke geloof, vertrouwd worden met christelijke gebruiken, rituelen en symbolen en vertrouwd worden met religieuze verscheidenheid. Ontwikkeling van de zelfsturing: zelfredzaamheid, keuzes maken, plannen maken, iets te weten komen, een taak begrijpen, volhouden en afmaken, problemen oplossingsgericht aanpakken, eigen werk evalueren, aandachtig en geconcentreerd bezig zijn, gemotiveerd zijn, initiatief nemen en om hulp kunnen vragen. Muzische ontwikkeling: Muzisch omgaan met: lichaamshouding, bewegingen, geluiden, muziek, materialen, beelden en spelend uitbeelden. Motorische ontwikkeling: Ontwikkelen van de grove motoriek en de fijne motoriek. Zintuiglijke ontwikkeling: Ontdekken van de functies van de zintuigen, nauwkeurig waarnemen: kijken, luisteren, voelen, ruiken, proeven. Denkontwikkeling: Inzichten verwerven over natuur, techniek, mens en samenleving, nieuwsgierigheid bevorderen, voorspellingen maken, onderzoekend nagaan of voorspellingen kloppen. 5

6 Rekenontwikkeling: Kenmerken van kleur en nuances, vorm, classificeren, grootte, seriëren, vergelijken, tellen, getallen, meten en wegen. Taalontwikkeling: Opdrachten begrijpen, verhalen begrijpen en na kunnen vertellen (evt. visueel ondersteund), genieten van verhalen, uitbreiden van de woordenschat en zinsbouw, durven spreken, naar elkaar luisteren, klanken en lettergrepen onderscheiden, rijmen, begrijpen van pictogrammen en kennismaken met de geschreven taal. Vanaf het schooljaar krijgen alle leerlingen van groep 1 tot en met 8 het vak Engels. Hiervoor maken we gebruik van de methode Groove.me. Dit is een digibord lesmethode Engels voor groep 1 t/m 8, waarbij muziek de basis is van alle lessen. In de lessen wordt het thema van het liedje gebruikt om leerlingen Engels te leren, daarbij komen alle vaardigheden aan bod. De lessen beperken zich niet tot alleen de woorden uit het liedje, maar worden uitgebreid met woorden passend bij het thema. Werken aan het 4 sporenbeleid Wij vinden het belangrijk dat ieder kind uniek is. Ook binnen ons onderwijs willen we hier zoveel mogelijk vorm aan geven. Daarom zijn we volop in ontwikkeling binnen onze manier van werken. In iedere groep wordt gewerkt met een contract voor verschillende vakken en gebieden. Om zo optimaal mogelijk tegemoet te komen aan de behoeften van kinderen proberen we op de verschillende vakgebieden de kinderen in te delen in 4 sporen; rood, blauw, oranje en groen. Verder differentiëren we op het gebied van inhoud door verdieping en herhaling en op het gebied van hoeveelheid. Deze indeling evalueren we regelmatig, waardoor kinderen in een ander spoor ingedeeld kunnen worden tijdens het schooljaar. Werken met contracten Op een contract staan verschillende afbeeldingen. Deze afbeeldingen geven de opdrachten weer voor de kinderen in een bepaalde periode (meestal een week). Soms kunnen de kinderen uit verschillende opdrachten kiezen, ze plakken dan zelf een afbeelding in een leeg vakje op het contract. De kinderen hebben een eigen contract. Per kind of groepje kinderen wordt gekeken welke vaardigheden nog extra geoefend moeten worden of op welke manier een kind extra uitgedaagd kan worden, hier wordt het contract op gebaseerd. 6

7 Aan het begin van de week wordt met de kinderen het contract besproken. Voor de kinderen is het op deze manier duidelijk wat er van hen verwacht wordt. Bovenstaande vergroot de betrokkenheid van de kinderen. Door gebruik te maken van het contract leren de kinderen zelfstandig hun werk te plannen. In het begin biedt de leerkracht hierbij,indien nodig, ondersteuning. Na het maken van een opdracht wordt er geëvalueerd door een gezichtje in te kleuren onder de afbeeldingen van het contract. Evaluatie van het contract groen: oranje: rood: de opdracht vond ik leuk/ de opdracht vond ik een beetje de opdracht vond ik makkelijk leuk/ een beetje moeilijk niet leuk/ te moeilijk Nadat het kind de opdracht(en) geëvalueerd heeft, bespreekt de leerkracht samen met het kind hoe het ging en vraagt naar de beleving van het kind. In de groepen 3 tot en met 8 wordt ook met contracten gewerkt. Door hier in groep 1 en 2 mee te beginnen maken de kinderen alvast kennis met het zelfstandig plannen, uitvoeren en evalueren van hun werk. De overgang van groep 2 naar groep 3 wordt door deze doorgaande lijn vergemakkelijkt. 7

8 Sociaal-emotionele ontwikkeling Om kinderen een beter inzicht te laten krijgen in intermenselijke relaties en de gevolgen van het eigen (sociaal) handelen, leren we de kinderen te handelen vanuit de 7 gewoonten. Eerst begrijpen, dan begrepen worden, Denk win-win en Samen is beter (Synergie) zijn de drie gewoonten die hierbij centraal staan. In het Mission Statement van de groep staat wat de leerlingen, passend bij hun leeftijd en ontwikkeling, afspreken over gewenst gedrag. Ons gedragsprotocol is leidend (ter inzage op ). Met behulp van het leerlingvolgsysteem Looq in volgen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen en worden waar nodig interventies ingezet. Tijdens het implementatie traject van The Leader in Me werken we aan een doorgaande leerlijn voor sociaal-emotionele ontwikkeling op De Fontein. 8