Alles over de was. Johanna Wegter ; Magda Matoren; Jacqueline Gall. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Johanna Wegter ; Magda Matoren; Jacqueline Gall 03 november 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Sorteren van de was. De was voorbereiden Wassymbolen Kleding mooi en fris houden in de was Op welke temperatuur moet je wassen? Welk wasmiddel gebruik je? Hoeveel wasmiddel moet je gebruiken? Wasmachine instellen Na de was? Strijken! Opvouwen van de was. De test! Klaar?! Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Deze wiki bestaat uit opdrachten over de was. Deze wiki heeft de volgende doelen: Ik kan wasetiketten lezen, interpreteren en er naar handelen. Ik kan de was sorteren. Ik kan een wasbehandeling uitvoeren. Ik kan de was strijken, vouwen en opbergen. Bij deze wiki gebruik je het bronnenboekje dat je van je docent hebt gekregen. In dit bronnenboekje staat de theorie, op alfabetische volgorde en de werkkaarten. Als je klaar bent klik je op "volgende" en je komt bij de volgende opdracht. Je maakt deze wiki alleen maar sommige praktijkopdrachten doe je in een groepje. Succes met de opdrachten! Sorteren van de was. Voorbereiden van de was. Lees in je bronnenboekje de theorie Voorbereiden van de was. Op welke drie dingen moet je letten bij het sorteren van de was. De was voorbereiden Pagina 2

4 De was voorbereiden. Wat doe je met de was voor je de was in de wasmachine gooit? Noem minimaal 3 dingen. Wassymbolen Pagina 3

5 Wassymbolen Kijk goed naar het was etiket. Zoek op wat de symbolen op dat etiket betekenen. Gebruik hiervoor je bronnenboekje. Pagina 4

6 Kleding mooi en fris houden in de was Chantal is 17 jaar oud. Ze staat bekend als de beauty queen. Chantal vindt het daarom ook erg Pagina 5

7 belangrijk om er goed verzorgd uit te zien. Ze verkleedt zich minimaal 1 keer per dag. Ze gooit dan ook haar kleding meteen in de was. Jan daarentegen vindt het erg overdreven om kleding zo snel in de was te gooien. Jan vindt dat je kleding toch ook wel even kunt luchten. Chantal vindt dit maar een vies idee! Wat vind jij? Wat vind jij van het idee van Jan? Jan en Chantal zijn broer en zus van elkaar. Jan werkt in een garage. Hij heeft speciale werkkleding. Chantal zorgt voor veel wasgoed. Het kan wel eens voorkomen dat haar kleding bij de werkkleding van Jan terechtkomt in de was. Er kan dan weleens wat fout gaan. Wat gebeurt er met de was als... Lees in je bronnenboekje de theorie Voorbereiden van de was. Wat gebeurt er in de volgende situaties? Kies uit deze opties: Krimpt Wordt roze Stinkt Wordt grauw De situatie is: Er zit een rood t-shirt bij de was. Je wast een wollen trui op een hoge temperatuur De lichte en de donkere was zijn samen in de machine gegaan Je hebt 's ochtends gewassen en je haalt de was pas 's avonds uit de wasmachine Op welke temperatuur moet je wassen? Chantal geeft veel geld uit aan haar kleding. Ze is mede daarom erg zuinig op haar kleding. Ze wil daarom ook graag zelf haar kleding wassen. Maar hoe werkt de wasmachine en hoe sorteert ze de was. Lees de theorie Voorbereiden van de was nog een keer, als dat nodig is. Pagina 6

8 Hoe moet Chantal haar kleding wassen. Geeft bij elk kledingstuk aan of het bonte was, licht bonte was, witte was of handwas is. Sleep het juiste woord naar de soort was. Blauwe spijkerbroek = Licht gekleurd ondergoed = Bh's = Roze zijden blouse = Witte lakens = Beschikbare keuzes: Handwas, Licht bonte was, Handwas, Bonte was, Witte was Op welke temperatuur moet Chantal haar kleding wassen. Welke temperatuur hoort bij welke was? Geef aan welke temperatuur bij welke was hoort. Kies uit koud, handwarm, 30 C of 60 C. Sleep het juiste woord naar de ssoort was. Blauwe spijkerbroek Licht gekleurd ondergoed Bh's Lichte t-shirts Roze zijden blouse Witte lakens Beschikbare keuzes: 30 graden, 30 graden, 60 graden, handwarm, koud, 30 graden Welk wasmiddel gebruik je? Pagina 7

9 Chantal wil haar kleding wassen. Hiervoor moet ze natuurlijk ook weten welk wasmiddel ze moet gebruiken. Welk wasmiddel is geschikt voor haar kledingstukken. Er zijn veel verschillende soorten wasmiddelen. Je hebt kleurwasmiddelen, wasmiddelen voor de witte was en fijnwasmiddelen. Verder is er nog onderscheid tussen poeder en vloeibare wasmiddelen. En al deze wasmiddelen zijn samengesteld uit verschillende grondstoffen met bepaalde eigenschappen. Lees in je bronnenboekje de theorie Wasmiddelen. Welk begrip hoort bij de omschrijving? Hier onder staan een aantal beschrijvingen. Welke begrip hoort bij welke beschrijving? Kies uit: Geurstoffen Waterontharders Zuurstofbleekmiddelen Zeolieten Oppervlakteactieve stoffen Enzymen Sleep het begrip naar de juiste beschrijving. Verwijderen bloedvlekken, een aantal soorten voedselvlekken, vlekken door transpiratievocht en ontlasting. Zorgen ervoor dat de vlekken oxideren. Laten de was lekker ruiken. Houden kalkdeeltjes uit het water zwevend Verwijderen het vuil uit de kleding en ze houden het vuil in het water vast Wateronthardende stoffen in een wasmiddel Beschikbare keuzes: Zeolieten, Oppervlakteactieve stoffen, Waterontharders, Enzymen, Geurstoffen, Zuurstofbleekmiddelen Pagina 8

10 Welk wasmiddel kan Chantal het beste gebruiken? Chantal weet nu welk kledingstuk bij welke soort was het hoort. Ook weet ze nu op welke temperatuur ze kan wassen. Maar nu moet Chantal nog weten welk wasmiddel ze het best kan gebruiken. Lees in je bronnenboekje de theorie Werking van het wasmiddel. Vul in welk wasmiddel Chantal het best kan gebruiken achter het soort kledingstuk. Kies uit: hoofdwasmiddel witte was hoofdwasmiddel gekleurde was fijnwasmiddel Blauwe spijkerbroek Licht gekleurd ondergoed Bh's Lichte t-shirts Roze zijden blouse Witte lakens Beschikbare keuzes: hoofdwasmiddel witte was, hoofdwasmiddel gekleurde was, hoofdwasmiddel gekleurde was, fijnwasmiddel, hoofdwasmiddel gekleurde was, Fijnwasmiddel Hoeveel wasmiddel moet je gebruiken? Chantal is bijna klaar om de wasmachine aan te zetten. Ze heeft het wasgoed gesorteerd, ze weet op welke temperatuur ze moet wassen en ze weet welk wasmiddel ze moet gebruiken. Maar hoeveel wasmiddel ze moet gebruiken weet ze nog niet. Jij gaat Chantal helpen bij de dosering. De juiste dosering. Vaak staat op de verpakking van een wasmiddel een tabel. Hoeveel wasmiddel je gaat gebruiken is Pagina 9

11 afhankelijk van de hardheid van het water in jouw omgeving. Kijk goed naar onderstaande tabel: WATERHARDHEID: ZACHT GEMIDDELD HARD GEWICHT licht vuile was 40 gr 40 gr 40 gr 5 kilo gemiddeld vuile was 60 gr 80 gr 100 gr 5 kilo sterk vuile was 80 gr 100 gr 120 gr 5 kilo zeer vuile was 100 gr 130 gr 160 gr 5 kilo Chantal woont in een gebied met hard water. Chantal heeft veel wasgoed. Het is zeker 5 kilogram. Het wasgoed is behoorlijk vuil. Hoeveel gram wasmiddel moet Chantal gebruiken voor deze wasbeurt? Wasmachine instellen Chantel weet nu hoeveel wasmiddel ze moet gebruiken maar hoe werkt de wasmachine? Ze wil graag weten hoe de wasmachine werkt. Jan wil ook graag weten hoe de wasmachine werkt. Deze opdracht is een rollenspel en ga je samen met nog twee klasgenoten doen. Lees in het bronnenboekje de werkkaart Wasmachinewas. Bestudeer hoe de wasmachine werkt. Vraag waar nodig uitleg aan je docent. Wanneer jullie goed weten hoe de wasmachine werkt gaan jullie een rollenspel spelen. Lees in het bronnenboekje de werkkaart Hoe doe je een rollenspel. Eén van jullie speelt de rol van Chantal. Eën van jullie speelt de rol van Jan. En de derde observeert. Hij/zij kijkt hoe het gaat. Pagina 10

12 Chantal gaat aan Jan uitleggen hoe de wasmachine werkt. Zorg er voor dat alle spullen die je daarvoor nodig hebt klaarliggen. Jullie doen dit rollenspel drie keer, zodat je allemaal de rol van Chantal, Jan en degene die observeert hebt gehad. Evalueer hierna met je groepsgenoten. Hoe ging het toen jij de instructies gaf? Maak een verslag van het rollenspel toen jij de rol van Chantal was. Beschrijf hierin hoe je vond om instructies te geven. Kon je duidelijk maken hoe de wasmachine werkt? Vond Jan jouw instructies duidelijk, begreep hij alles? Wat vond de observator van het rollenspel? Had hij/zij nog tips voor je? Lever het verslag in bij je docent. Na de was? Chantal heeft de was gewassen in de wasmachine. Ze gaat de was nu in de droger doen. Maar wat voor een droger heeft ze eigenlijk. Lees in je bronnenboekje de theorie Wasdroger. Bekijk de wasdroger bij jullie op school. Welke wasdroger? Welke wasdroger hebben jullie op school? Condensdroger Blower Strijken! Pagina 11

13 Zo de was is gewassen en gedroogd. Maar Chantal heeft een mooi tafellaken dat gestreken moet worden. Lees in je bronneboekje de theorie Strijken. Wat heb je nodig? Wat heb je nodig om het tafellaken te kunnen strijken? Je gaat het tafellaken strijken. Lees de werkkaart Strijken van platgoed. Bekijk hierna het instructiefilmpje. En volg de stappen zoals hieronder staan vermeld. Zet nu alle benodigdheden klaar. Zet de strijkplank op de juiste hoogte. Zet de strijkbout op de juiste warmte. Warm de strijkbout voor. Vul deze met water als het een stoomstrijkijzer is. Strijk het tafellaken zoals je dat hebt gezien in het filmpje. Vouw het laken op. Haal de stekker uit de strijkbout. Ruim de strijkbout en de strijkplank op. Pagina 12

14 Veel succes met het strijken! Opvouwen van de was. Chantal is bijna klaar met de was. Het enige wat ze nog moet doen is de was opvouwen. Ze heeft een paar t-shirt die ze netjes opgevouwen wil hebben. Jij gaat haar daarbij helpen. Lees de werkkaart was opvouwen in je bronnenboekje. Vraag aan je docent om een aantal t-shirts. Je kunt nu gaan oefenen. Maak van het resultaat een foto of vraag je docent of een medeleerling om het resultaat te checken. Succes! Pagina 13

15 De test! Om te kijken of je de opdrachten van dit onderwerp, Alles over de was, goed gemaakt hebt en de theorie begrepen hebt, ga je de test maken. Hiervoor mag je NIET je bronnenboekje gebruiken. Succes met de vragen van de test! Wat betekenen deze was symbolen. Wat betekent dit label? Vul de ontbrekende woorden in op de stippellijnen. Kies uit de woorden die achter de zin staan. Pagina 14

16 De schorten mogen gestreken worden op temperatuur. lage - hoge De schorten mogen gewassen worden op graden De schorten mogen in de wasdroger. wel - niet Wat gaat er mis met deze was? Wat gaat er mis met de was in onderstaande situaties? Kies uit: krimpt stinkt wordt roze 1: Er zit een rood T-shirt bij de witte was. 2: Je bent vergeten dat je een was had aangezet. Je haalt de was pas de volgende dag uit de wasmachine. 3: Je wast een wollen vest op 60 graden. Hoeveel wasmiddel moet je gebruiken? Chantal gaat de was doen voor haar oma. Op de verpakking van het wasmiddel staat deze tabel: Waterhardheid: zacht gemiddeld hard De was is licht vuil. 30 gram 35 gram 40 gram De was is gemiddeld vuil. 40 gram 45 gram 50 gram De was is sterk vuil. 80 gram 90 gram 100 gram De was is zeer vuil. 100 gram 120 gram 140 gram De oma van Chantal woont in een gebied met hard water. De was is licht vuil. Hoeveel gram wasmiddel moet Chantal gebruiken voor deze wasbeurt? gram Wat moet je strijken? Welke stukken van het schone wasgoed moeten gestreken worden? Pagina 15

17 Kies alle stukken die gestreken moeten worden. a. Blouses b. Sokken c. Nette broeken d. Ondergoed e. Handdoeken Wat zijn de voor- en nadelen van een droger? Wat zijn de voor- en nadelen van een wasdroger? Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit de woorden die achter de zin staan. Een wasdroger zorgt ervoor dat de was. droogt. langzaam snel Een wasdroger gebruikt energie. veel weinig Textiel sneller in een wasdroger. kreukt - slijt Pagina 16

18 Klaar?! Als het goed is heb je nu de volgende dingen geleerd: Ik kan wasetiketten lezen, interpreteren en er naar handelen. Ik kan de was sorteren. Ik kan een wasbehandeling uitvoeren. Ik kan de was strijken, vouwen en opbergen. Dan ben je klaar! Ik zeg WASSEN maar! Pagina 17

19 Antwoorden Voorbereiden van de was. Lees in je bronnenboekje de theorie Voorbereiden van de was. Op welke drie dingen moet je letten bij het sorteren van de was. 1 De kleur van het wasgoed. 2 De soort textiel waarvan het wasgoed is gemaakt. 3 De wassymbolen op het behandelingsetiket (temperatuur). In het bronnenboekje staan deze 3 dingen genoemd. Zoek het maar eens op. De was voorbereiden. Wat doe je met de was voor je de was in de wasmachine gooit? Noem minimaal 3 dingen. 1 De zakken leeghalen. 2 De ritssluitingen dichtdoen. 3 Donkere, bonte spullen zoals spijkerbroeken en sweatshirts binnenstebuiten keren. 4 Textiel met een print binnenstebuiten keren. 5 Eventueel moeilijk te verwijderen vlekken vooraf met een speciaal vlekkenmiddel behandelen. Al deze dingen staan in je bronnenboekje. Wassymbolen Kijk goed naar het was etiket. Zoek op wat de symbolen op dat etiket betekenen. Gebruik hiervoor je bronnenboekje. Pagina 18

20 Handwas Niet drogen in de wasdroger. Strijken op lage temperatuur. Niet chemisch reinigen. Wat vind jij? Wat vind jij van het idee van Jan? Je hebt je eigen antwoord ingevuld. Maar alleen kleding luchten is niet voldoende. Wat gebeurt er met de was als... Lees in je bronnenboekje de theorie Voorbereiden van de was. Wat gebeurt er in de volgende situaties? Kies uit deze opties: Krimpt Wordt roze Stinkt Wordt grauw De situatie is: Pagina 19

21 Er zit een rood t-shirt bij de was. Je wast een wollen trui op een hoge temperatuur De lichte en de donkere was zijn samen in de machine gegaan Je hebt 's ochtends gewassen en je haalt de was pas 's avonds uit de wasmachine Juist antwoord: Lees in je bronnenboekje de theorie Voorbereiden van de was. Wat gebeurt er in de volgende situaties? Kies uit deze opties: Krimpt Wordt roze Stinkt Wordt grauw De situatie is: Er zit een rood t-shirt bij de was.wordt roze Je wast een wollen trui op een hoge temperatuurkrimpt De lichte en de donkere was zijn samen in de machine gegaanwordt grauw Je hebt 's ochtends gewassen en je haalt de was pas 's avonds uit de wasmachinestinkt Hoe moet Chantal haar kleding wassen. Geeft bij elk kledingstuk aan of het bonte was, licht bonte was, witte was of handwas is. Sleep het juiste woord naar de soort was. Blauwe spijkerbroek = Bonte was Licht gekleurd ondergoed = Licht bonte was Bh's = Handwas Roze zijden blouse = Handwas Witte lakens = Witte was Welke temperatuur hoort bij welke was? Geef aan welke temperatuur bij welke was hoort. Kies uit koud, handwarm, 30 C of 60 C. Sleep het juiste woord naar de ssoort was. Blauwe spijkerbroek30 graden Licht gekleurd ondergoed 30 graden Bh's handwarm Lichte t-shirts30 graden Roze zijden blouse koud Pagina 20

22 Witte lakens 60 graden Welk begrip hoort bij de omschrijving? Hier onder staan een aantal beschrijvingen. Welke begrip hoort bij welke beschrijving? Kies uit: Geurstoffen Waterontharders Zuurstofbleekmiddelen Zeolieten Oppervlakteactieve stoffen Enzymen Sleep het begrip naar de juiste beschrijving. Verwijderen bloedvlekken, een aantal soorten voedselvlekken, vlekken door transpiratievocht en ontlasting.enzymen Zorgen ervoor dat de vlekken oxideren.zuurstofbleekmiddelen Laten de was lekker ruiken.geurstoffen Houden kalkdeeltjes uit het water zwevendwaterontharders Verwijderen het vuil uit de kleding en ze houden het vuil in het water vastoppervlakteactieve stoffen Wateronthardende stoffen in een wasmiddelzeolieten Welk wasmiddel kan Chantal het beste gebruiken? Chantal weet nu welk kledingstuk bij welke soort was het hoort. Ook weet ze nu op welke temperatuur ze kan wassen. Maar nu moet Chantal nog weten welk wasmiddel ze het best kan gebruiken. Lees in je bronnenboekje de theorie Werking van het wasmiddel. Vul in welk wasmiddel Chantal het best kan gebruiken achter het soort kledingstuk. Kies uit: hoofdwasmiddel witte was hoofdwasmiddel gekleurde was fijnwasmiddel Blauwe spijkerbroek hoofdwasmiddel gekleurde was Licht gekleurd ondergoed hoofdwasmiddel gekleurde was Bh's Fijnwasmiddel Lichte t-shirts hoofdwasmiddel gekleurde was Roze zijden blouse fijnwasmiddel Witte lakens hoofdwasmiddel witte was Pagina 21

23 De juiste dosering. Vaak staat op de verpakking van een wasmiddel een tabel. Hoeveel wasmiddel je gaat gebruiken is afhankelijk van de hardheid van het water in jouw omgeving. Kijk goed naar onderstaande tabel: WATERHARDHEID: ZACHT GEMIDDELD HARD GEWICHT licht vuile was 40 gr 40 gr 40 gr 5 kilo gemiddeld vuile was 60 gr 80 gr 100 gr 5 kilo sterk vuile was 80 gr 100 gr 120 gr 5 kilo zeer vuile was 100 gr 130 gr 160 gr 5 kilo Chantal woont in een gebied met hard water. Chantal heeft veel wasgoed. Het is zeker 5 kilogram. Het wasgoed is behoorlijk vuil. Hoeveel gram wasmiddel moet Chantal gebruiken voor deze wasbeurt? 120 Welke wasdroger? Welke wasdroger hebben jullie op school? Condensdroger Blower Wat heb je nodig? Wat heb je nodig om het tafellaken te kunnen strijken? Juist antwoord: Pagina 22

24 Wat heb je nodig om het tafellaken te kunnen strijken? strijkplank strijkijzer (alternatieven: stoomstrijkijzer, stoom strijkijzer) strijkgoed (alternatieven: tafellaken, wasgoed) Wat betekenen deze was symbolen. Wat betekent dit label? Vul de ontbrekende woorden in op de stippellijnen. Kies uit de woorden die achter de zin staan. De schorten mogen gestreken worden op temperatuur. lage - hoge De schorten mogen gewassen worden op graden De schorten mogen in de wasdroger. wel - niet Pagina 23

25 Juist antwoord: Wat betekent dit label? Vul de ontbrekende woorden in op de stippellijnen. Kies uit de woorden die achter de zin staan. De schorten mogen gestreken worden op lage temperatuur. lage - hoge De schorten mogen gewassen worden op 30 graden De schorten mogen niet in de wasdroger. wel - niet Wat gaat er mis met deze was? Wat gaat er mis met de was in onderstaande situaties? Kies uit: krimpt Pagina 24

26 stinkt wordt roze 1: Er zit een rood T-shirt bij de witte was. 2: Je bent vergeten dat je een was had aangezet. Je haalt de was pas de volgende dag uit de wasmachine. 3: Je wast een wollen vest op 60 graden. Juist antwoord: Wat gaat er mis met de was in onderstaande situaties? Kies uit: krimpt stinkt wordt roze 1: Er zit een rood T-shirt bij de witte was.wordt roze 2: Je bent vergeten dat je een was had aangezet. Je haalt de was pas de volgende dag uit de wasmachine.stinkt 3: Je wast een wollen vest op 60 graden.krimpt Hoeveel wasmiddel moet je gebruiken? Chantal gaat de was doen voor haar oma. Op de verpakking van het wasmiddel staat deze tabel: Waterhardheid: zacht gemiddeld hard De was is licht vuil. 30 gram 35 gram 40 gram De was is gemiddeld vuil. 40 gram 45 gram 50 gram De was is sterk vuil. 80 gram 90 gram 100 gram De was is zeer vuil. 100 gram 120 gram 140 gram De oma van Chantal woont in een gebied met hard water. De was is licht vuil. Hoeveel gram wasmiddel moet Chantal gebruiken voor deze wasbeurt? gram Juist antwoord: Pagina 25

27 Chantal gaat de was doen voor haar oma. Op de verpakking van het wasmiddel staat deze tabel: Waterhardheid: zacht gemiddeld hard De was is licht vuil. 30 gram 35 gram 40 gram De was is gemiddeld vuil. 40 gram 45 gram 50 gram De was is sterk vuil. 80 gram 90 gram 100 gram De was is zeer vuil. 100 gram 120 gram 140 gram De oma van Chantal woont in een gebied met hard water. De was is licht vuil. Hoeveel gram wasmiddel moet Chantal gebruiken voor deze wasbeurt? 40gram Wat moet je strijken? Welke stukken van het schone wasgoed moeten gestreken worden? Kies alle stukken die gestreken moeten worden. 1. Blouses 2. Sokken 3. Nette broeken 4. Ondergoed 5. Handdoeken Wat zijn de voor- en nadelen van een droger? Wat zijn de voor- en nadelen van een wasdroger? Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit de woorden die achter de zin staan. Een wasdroger zorgt ervoor dat de was. droogt. langzaam snel Een wasdroger gebruikt energie. veel weinig Pagina 26

28 Textiel sneller in een wasdroger. kreukt - slijt Juist antwoord: Wat zijn de voor- en nadelen van een wasdroger? Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit de woorden die achter de zin staan. Een wasdroger zorgt ervoor dat de was snel. droogt. langzaam snel Een wasdroger gebruikt veel energie. veel weinig Textiel slijt sneller in een wasdroger. kreukt - slijt Pagina 27

29 Over dit lesmateriaal Colofon Pagina 28

30 Pagina 29

31 Pagina 30

32 Pagina 31

33 Pagina 32

34 Pagina 33

35 Pagina 34

36 Pagina 35

37 Pagina 36

38 Pagina 37

39 Pagina 38

40 Pagina 39

41 Pagina 40

42 Pagina 41

43 Pagina 42

44 Pagina 43

45 Pagina 44

46 Pagina 45

47 Pagina 46

48 Pagina 47

49 Pagina 48

50 Methode Mixed van ThiemeMeulenhoff PrPAhVkIsAKHcaUCqgQ_AUIBygC#imgrc=NX6YapQqn4GnvM%3A Naamsvermelding 3.0 Nederlands lic onder de voorwaarde van naamsverm Auteurs Johanna Wegter ; Magda Matoren; J Laatst gewijzigd 03 november 2016 om 16:37 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onde Pagina 49 het werk te delen - te kopiëren te geven via elk medium of be het werk te bewerken - te remi Alles over de afgeleide was. werken te maken voor alle doeleinden, inclusief

51 Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Zorg en welzijn breed; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Pagina 50