Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden
|
|
- Dries van den Broek
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden DEEL C Bijlagen Junior adviseurs Periode Paulien Luijten 8 April September 2002 Ivy Pot Christiane Thiem In opdracht van Sara de Vries Dolinda van der Meer Academisch Ziekenhuis Groningen Senior adviseur Inge Vromen Opleiding Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam
2 Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Gebaseerd op De Schakel Evaluatielijst Algemene Arbeidsvaardigheden B. Soogelee Vijverdal, Maastricht DEEL C Bijlagen Junior adviseurs Periode Paulien Luijten 8 April September 2002 Ivy Pot Christiane Thiem In opdracht van Sara de Vries Dolinda van der Meer Academisch Ziekenhuis Groningen Senior adviseur Inge Vromen Opleiding Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam
3 INHOUDSOPGAVE Bijlage 1: Rumba-regels Bijlage 2: Tabel van de drie fasen van de IRB Bijlage 3: Stroomschema van de drie fasen van de IRB Bijlage 4: MOHO Bijlage 5: CMOP Bijlage 6: Concept Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Bijlage 7: Begeleidende brief bij vragenlijst Vooronderzoek Bijlage 8: Vragenlijst Vooronderzoek Bijlage 9: Deelnemers Vooronderzoek Bijlage 10: Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen Bijlage 11: Supported Empolyement Bijlage 12: Deelnemers Pilotstudy Bijlage 13: Evaluatie-instrument cliënt Bijlage 14: Evaluatie-instrument therapeut
4 Bijlage 1 RUMBA regels
5 RUMBA-regels Het formuleren van afspraken en kwaliteitseisen vraagt enige accuratesse. Hiervoor kan het beste een hulpmiddel worden gebruikt, dit helpt om concreet uiting te geven aan datgene wat de projectgroep met elkaar wil en kan bereiken. De projectgroep heeft ervoor gekozen om voor het beschrijven van de criteria de RUMBA regels te hanteren. Dit omdat deze duidelijke richtlijnen geven waaraan een criterium moet voldoen. De Rumba-regel: Relevant: Relevant- de eis moet betrekking hebben op het onderwerp c.q. het afgebakende deel ervan. Doorgaans is dit geen probleem. Uitvoerbaar (in de zin van haalbaar en bereikbaar): Understandable- de eis moet begrijpelijk zijn voor alle betrokken partijen. Meetbaar: Measurable- de eis moet meetbaar zijn in de praktijk dit wil zeggen concreet te tellen en waar te nemen. Begrijpelijk: Behavioral- de eis moet in termen van waarneembar gedrag van de betrokken partijen worden uitgedrukt. Actief en waarneembaar gedrag: Attainable- de eis moet bereikbaar haalbaar en realistisch zijn voor de betrokken partijen 1. Tips die kunnen helpen bij het zo zuiver mogelijk te formuleren van de eisen: Vraag je steeds af of het niet voldoen aan de eis die je formuleert, betekent dat er sprake is van slechte kwaliteit. Zo nee; dan is de eis een holle frase en kun je hem net zo goed weglaten. Stel geen eisen waarin je iets niet moet doen dit is vaak later moeilijk toetsbaar. Vermijd woorden als behoren, dienen en moeten in een eis, een eis impliceert dat al een moeten. Kwaliteit is voldoen aan gestelde eisen en eisen is doen wat je moet doen. Vermijd eveneens woorden als draagt zorg voor, ziet erop toe dat, houd rekening met. Ga na of een eis niet meer dan een gedraging of actie bevat Meervoudige eisen moeten worden opgesplitst. De eis moet voldoende bepaald zijn, waarmee wordt bedoeld dat uit de eis moet blijken wie iets doet waar en wanneer en hoe. Het ontbreken van deze elementen leidt later bij het opstellen van het toetsinstrument tot extra discussie. Voorkom dat bij een eis komt de staan niet van toepassing bij de toetsing, dit betekent dat de eis niet relevant is. Vermijd termen als onvoldoende en voldoende, zoveel mogelijk en zonnodig, hiermee wordt de eis afgezwakt en makkelijker te interpreteren. Beperk je tot de hoofdlijnen die je in een eis wilt stellen. Schrijf niet in een eis dat iemand zorg draagt of verantwoordelijk is voor een eis. Uit een eis moet blijken wat iemand concreet doet. Ga na wat de frequentie is van het voorkomen van de eis. Eisen waaraan maar incidenteel aan voldaan hoeft te worden maken het opnemen ervan in een eisen programma minder waardevol. Veel voorkomende fouten bij het opstellen van eisen zijn: Onvoldoende duidelijk en concreet zijn geformuleerd; Onvoldoende in waarneembaar gedrag zijn beschreven; Onvoldoende bepaald zijn (hoe, wie, wat, waar en wanneer); Onvoldoende uitvoerbaar; Niet gericht geëvalueerd of getoetst kunnen worden. 1 In de literatuur wordt gesproken van (afdelings-)medewerkers. De projectgroep heeft in het kader van dit afstudeerproject dit veranderd in betrokken partijen.
6 Bijlage 2 Tabel IRB
7 Activiteiten van de hulpverlener in de drie fasen van het rehabilitatie proces Diagnostiek Het stellen van een rehabilitatie doel: Doelvaardigheid beoordelen Een band scheppen met de cliënt Persoonlijke criteria opsporen Alternatieve omgevingen beschrijven Een doel kiezen Functionele diagnostiek: Onmisbare praktische vaardigheden inventariseren Het gebruik van praktische vaardigheden beschrijven Het vaardigheidsfunctioneren beoordelen De cliënt coachen Hulpbronnen diagnostiek: Onmisbare hulpbronnen definiëren Het gebruik van hulpbronnen beschrijven Aanwezige hulpbronnen beoordelen De cliënt coachen Vaardigheidsontwikkeling: Prioriteiten stellen Doelen formuleren Interventies plannen: Vaardigheidsles geven Stappenplan vaardigheidstoepassing maken Tijdpad voor elke interventie maken Verantwoordelijkheden benoemen Hulpbron ontwikkeling: Prioriteiten stellen Doelen formuleren Interventies plannen: Hulpbronnen coördineren Hulpbronnen ontwikkelen Tijdpad voor elke interventie maken Verantwoordelijkheden benoemen Vaardigheidsles: Inhoud schetsen Les voorbereiden Stappenplan vaardigheidstoepassing maken Cliënt coachen Stappenplan vaardigheidstoepas-sing maken: Hindernissen opsporen Stappenplan ontwikkelen Uitvoering ondersteunen Hulpbronnen coördineren: Cliënten verwijzen Problemen oplossen Gebruiksplan maken Hulpbronnen aanpassen: Bereidheid tot veranderen beoordelen Functioneren evalueren Verandering voorstellen Advies geven Training geven Planning Interventies
8 Bijlage 3 Stroomschema IRB
9 De drie fasen in het rehabilitatie proces 1. Doelvaardigheid beoordelen Doel stellen Functionele diagnostiek Hulpbronnen diagnostiek 2. Planning 3. Vaardigheids les 3. Hulpbron creëren Stappenplan vaardigheids toepassing Hulpbron verkrijgen Hulpbron gebruiken
10 Bijlage 4 Model Of Human Occupation
11 MOHO Het Model Of Human Occupation beschrijft hoe individuen activiteiten kiezen, organiseren en uitvoeren. Het richt zich daarbij zowel op kenmerken van het individu als op omgevingsfactoren die keuzes voor gedrag beïnvloeden. Het model is gebaseerd op de systeem theorie, om de complexiteit en flexibiliteit van het handelen te verklaren. Het Model Of Human Occupation beschouwt de mens als een open systeem dat is opgebouwd uit drie subsystemen: 1. Het wil-subsysteem; 2. Het gewenning-subysteem; 3. Geest-brein-lichaam uitvoering-subsysteem; Deze drie subsystemen vormen tezamen het menselijk systeem. Het wil-subsysteem verklaart de motivatie voor handelen en beschrijft hoe de keuzes voor activiteiten voor korte en lange termijn tot stand komen. De structuur van het wil-subsysteem is samengesteld uit: Persoonlijke effectiviteit: welk beeld heeft iemand van zijn eigen mogelijkheden; Waarden: wat vindt iemand belangrijk; Interessen: wat vindt iemand leuk. Het proces van het wil-subsysteem verloopt volgens anticiperen, ervaren, kiezen en interpreteren. Het gewenning-subsysteem verklaart patronen in dagelijks handelen, door middel van rollen en gewoonten. Het geeft de structuur weer die in het handelen is ontstaan door herhaling. De structuur van het gewenning-subsysteem wordt gevormd door: Gewoonten: latente neigingen tot gedrag die ontstaan door herhaling van gedrag, zogenaamde gewoontepatronen; Geïnternaliseerde rollen: sociale identiteit en daaraan verbonden verplichtingen, zogenaamde rolbeschrijvingen; Het proces van het gewenning-subsysteem vindt plaats op twee tijdschalen: 1. Vorming van gedrag in het dagelijks leven met behulp van gewoontepatronen en rolbeschrijvingen; 2. Vorming en verandering van gewoonten en rollen in de loop van tijd. Het geest-brein-lichaam uitvoering-subsysteem bevat de capaciteiten van geest, hersenen en lichaam die het uitvoeren van handelingen mogelijk maken. Het wordt gevormd door denkpatronen en lichaamsstructuren. De componenten van het uitvoering-subsysteem zijn: Het bewegingsapparaat; Het zenuwstelsel; Het hart-longstelsel; Symbolische denkbeelden. Het uitvoeren van handelingen komt voort uit gezamenlijke actie van alle elementen van dit subsysteem, in samenwerking met de andere subsystemen, volgens de eisen van de taak en in de context van de omgeving.
12 De invloed van de omgeving op het handelen Handelen wordt dynamisch samengesteld uit bijdragen van het menselijk systeem, de taak en de omgeving waarin het handelen plaatsvindt. Mens Taak Handelen Omgeving De omgeving beïnvloedt het handelen globaal op twee manieren: 1. Toestaan: de omgeving biedt verschillende mogelijkheden voor gedrag en vrijheid om te kiezen; 2. Vereisen: de omgeving verwacht of vraagt bepaalde vormen van handelen. Een dysfunctie in het handelen manifesteert zich op het raakvlak van de drie subsystemen en de omgeving. Kielhofner definieert een disfunctie in handelen als een probleem in het kiezen, organiseren of uitvoeren van handelingen ten gevolge van een stoornis of beperking. De rol van elk subsysteem bij dysfunctie in het handelen kan sterk variëren, afhankelijk van de aard van de stoornis of beperking en de levensstijl van de persoon. Het begrijpen van dysfunctie in het handelen van iemand met een beperking vereist een beoordeling van de levenssituatie van de persoon, om te bepalen of en op welke manieren het handelings- of activiteitenpatroon van de persoon dysfunctioneel is. Hiervoor is het noodzakelijk te begrijpen welke componenten van het menselijk systeem en de omgeving bijdragen aan de dysfunctie van het handelen. Visie op het handelen Doelgericht handelen is een belangrijke activiteit van de mens. Dit omvat zowel serieuze, productieve bezigheden en activiteiten als ontspannende, creatieve en feestelijke activiteiten. Kielhofner onderscheidt drie subsystemen, zie boven, die bijdragen aan de wijze waarop de mens zijn handelen organiseert en er patronen voor ontwikkelt. Allereerst komt handelen tot stand op basis van gemaakte keuzes die de mens maakt, die aansluiten op motieven van de mensen die bepalend zijn voor de eigen identiteit. Ten tweede komen in het handelen van mensen bepaalde wetmatigheden en patronen voor, gewoonten. Ten derde komt in het handelen competentie tot uitdrukking. Dit laatste hangt samen met het scala van fysieke en mentale vaardigheden die de mens nodig heeft in activiteiten, taken of rollen. Visie op stoornis,beperking en handicap Om een verstoring in het handelen van mensen te kunnen begrijpen, is het nodig de samenhang tussen de drie subsystemen in wisselwerking met de omgevingsfactoren te bekijken. Alhoewel het dysfunctioneren voor ieder mens anders gedefinieerd kan worden, is het zinvol om een model te kunnen hanteren teneinde het handelen van mensen in activiteiten taken of rollen de stoornis of te verwachten beperking te kunnen analyseren. Het Model Of Human Occupation biedt een methodiek voor dit proces in de ergotherapie. De mate waarin het wil-subsysteem van invloed is op een verstoring in het handelen hangt nauw samen met de aard van de stoornis beperking of handicap. Tevens is het wil-
13 subsysteem van grote invloed op het proces van aanpassing aan of het hanteren van de stoornis of beperking. Een stoornis of beperking kan op verschillende manieren het gewenning-subsysteem beïnvloeden. Het betekent vaak dat gewoonten en levensstijl aangepast moeten worden, activiteiten in een taak of rol moeten anders worden georganiseerd, wat van invloed is op gewoontepatronen. Verandering in rollen en gewoonten hebben consequenties voor sociaal - culturele omgeving van de mens. Opvattingen over invulling van rollen en gewoonten hangen doorgaans nauw samen met verwachtingen en eisen van de persoon zelf en met die van de omgeving. Verandering betekent dan ook een herdefiniëring van de positie van de persoon in zijn omgeving. Stoornissen of beperkingen in het uitvoering-subsysteem kunnen sensomotorische vaardigheden, communicatieve en interactieve vaardigheden beïnvloeden en vice versa. Tevens is spraken van compensatoire mogelijkheden: een motorische stoornis kan gecompenseerd worden door communicatieve vaardigheden in het uitvoeren van activiteiten. In de fysieke en sociale omgeving is sprake van een veelheid van natuurlijke, fysieke sociaal, bouwkundige, juridische en politieke factoren die een belemmerende invloed hebben op het functioneren van een persoon met een stoornis of beperking.
14 Bijlage 5 Canadian Model of Occupaiotnal Performance
15 CMOP Het Canadian Model of Occupational Performance werd in de jaren tachtig ontwikkeld in Canada. Het is uit een samenwerking van het door de Canadian Association of Occupational Therapists en de Departement of National Health and Welfare ontstaan. Het CMOP lijkt op het model van Reed & Sanderson en is gebaseerd op het client centered thinking. Spirituality is toegevoegd omdat de auteurs meenden dat het kern van het menselijk bestaan is. Aan het model liggen voornamelijk humanistische en ontwikkelingstheorieën ten grondslag. Als onderbouwing van het model worden vijf elementen genoemd: 1. De unieke waarde van ieder individu; 2. De holistische visie op de mens; 3. Het model van menselijk handelen; 4. Het therapeutisch gebruik van activiteiten; 5. Het ontwikkelingsstadia van de mens (kind, adolescent, jongvolwassene, volwassene, oudere). De aspecten van het individu, zijn vaardigheden, zijn rollen in de drie gebieden (zelfredzaamheid, ontspanning en productiviteit) en de omgeving waarin dat plaatsvindt, staan met elkaar in verband. Als een van deze factoren veranderd, veranderd het handelen. (Law, e.a., 1990) Visie op het handelen Om goed zicht te krijgen op het handelen van mensen, is het belangrijk om rekening te houden met de individuele rollen van mensen, de omgeving de context waarin het handelen plaatsvindt en de ervaringen van mensen. Tevens dient als uitgangspunt voor het handelen, het ontwikkelingsstadium waarin de mens op dat moment verkeert. Visie op stoornis, beperking en handicap Het model gaat uit van de samenhang van mentale, fysieke spirituele en sociale aspecten in relatie tot de omgeving en het verband tussen betekenisvolle activiteiten en gezondheid. De indeling stoornis beperking handicap wordt niet gebruikt. (Kinébanian en Thomas, 1999) Als ergotherapeut moet je cliënten niet meer behandelen maar krijg je een andere rol. Het gaat nu om: Coachen; Begeleiden; Onderwijzen; Aanmoedigen; Samenwerken; Reflecteren. Het gaat erom dat de cliënt in staat wordt gesteld om zijn eigen problemen op te lossen. De therapeut moet dus niet zelf met oplossingen komen. De cliënt moet voorgelicht worden over alle eventuele oplossingen die er zijn, cliënten zijn vaak niet op de hoogte van alle mogelijkheden, deze moet de therapeut bieden zodat de cliënt een weloverwogen keuze kan maken. De samenhang met het model CMOP en het instrument COPM is in onderstaand schema verwerkt.
16 The Canadian Model of Occupational Performance Occupational performance is comprised of self care, productivity and leisure. Occupational performance is an experienced phenomenon, rather than a observed phenomenen. Occupational performance is influencde by roles and by the environment. Occupational performance is a feature of humans regardless of age, gender or diasbility. Occuaptional performance includes both performance itself and satisfaction with perfromance. Implications for the Canadian Occupational Performance Model The COPM is made up of three sections: selfcare, productivity and leisure. The COPM asks clients to report on Occupatioal performance issues, does not seek to externally validate or substantiate self-reports. Clients identify issues in Occupational performance on the COPM Clients rate their problems in terms of importance Clientsself rate their level of functioning on the COPM. Using the COPM, an issue is identified by a client because to unmet role expectaations or environmental demands which interfere with succesful completion of an occupation. The COPM can be applied to all clients, although the approach may have to be modified to accommodate some individuals. The COPM results in two types of scores: performance and satisfaction.
17 Bijlage 6 Concept Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden
18 Amsterdam, 3 juli 2002 Naam geadresseerde Adres Postcode woonplaats Betreft: Pilotstudy Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden In opdracht van Dolinda van der Meer (Academisch Ziekenhuis Groningen.) Beste therapeut Hierbij ontvangt u de benodigde stukken voor de pilotstudy Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden. Deze is gepland tussen en In deze periode wordt het concept ingevuld door 35 cliënten die deelnemen aan een arbeidsintegratietraject, van 10 verschillende GGz-instellingen in Nederland. Wanneer er gewerkt is met het instrument, wordt door zowel de client als therapeut het evaluatieformulier ingevuld. Als de therapeut tijdens de pilotstudy meerdere keren met het instrument werkt, hoeft het evaluatieformulier maar 1 keer ingevuld te worden. Het is wenselijk direct na het werken met het instrument, het evaluatieformulier in te vullen. De evaluatieformulieren kunnen naar onderstaand postadres worden opgestuurd: C. Thiem, Plantage 100, 1015 TB te AMSTERDAM Mochten er vragen zijn, zijn wij te bereiken volgens onderstaand schema. U kunt bellen tussen en uur s ochtends. Jaarweek 29 Jaarweek 30 Jaarweek 31 Jaarweek juli Ivy Pot juli Paulien Luijten 29 juli 2 augustus Christiane Thiem 5 9 augustus Sara de Vries Bij voorbaat dank, Paulien Luijten, Ivy Pot, Christiane Thiem & Sara de Vries Junior adviseurs Hogeschool van Amsterdam, Instituut Ergotherapie & Inge Vromen Senior adviseur Hogeschool van Amsterdam, Instituut Ergotherapie
19 Handleiding Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden Inleiding Het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden bestaat uit drie delen: Een cliëntversie; Een therapeutversie; Het formulier prioriteiten en doelen. Met het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden kan zowel cliënt 2 als therapeut 3, in overleg, op elk moment van de behandeling, het niveau van de vaardigheden ten behoeve van arbeid 4 inventariseren en/of evalueren. Doel Inschatten van het vaardighedenniveau van de cliënt ten aanzien van arbeid. Doelgroep Het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden wordt gebruikt door en voor cliënten met een psychiatrisch achtergrond in de leeftijd van 18 tot 60 jaar, die deel nemen aan een arbeidsintegratietraject. Ontwikkeling In 1994 is de lijst Evaluatie Algemene Arbeidsvaardigheden ontwikkeld door B. Soogelee. De lijst heeft als doel een zo realistisch mogelijke inschatting te maken van eigen mogelijkheden en vaardigheden op het sociaal emotioneel gebied. In januari 2002 is door P. Meerbeek en M. de Jong, in het afstudeerproject Inventarisatie en advies van assessment instrumenten, onderzoek gedaan naar het gebruik van assessment instrumenten door ergotherapeuten in de psychiatrie in Nederland. P. Meerbeek en M. de Jong kwamen tot twee conclusies: De lijst Evaluatie Algemene Arbeidsvaardigheden ontwikkelt door B. Soogelee, wordt het meest gebruikt in Nederland; De lijst Evaluatie Algemene Arbeidsvaardigheden ontwikkelt door B. Soogelee, is aan verbetering toe. De vraag naar verbetering van de lijst Evaluatie Algemene Arbeidsvaardigheden, heeft geleid tot het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden ontwikkeld door P. Luijten, I. Pot, C. Thiem en S. de Vries. Het nieuwe instrument is gebaseerd op literatuur- en praktijkonderzoek. De projectgroep heeft zoveel mogelijk gebruik gemaakt van recente bronnen en daarnaast een praktijkonderzoek verricht. Er is contact gezocht met verschillende GGz-instellingen door heel Nederland. Deze inventarisatie heeft geleid tot 12 deelnemende instellingen aan de pilotstudy ten behoeve van het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden. Daarnaast hebben een aantal beroepsbeoefenaren hun deskundigheid aan de projectgroep ter beschikking gesteld. De conceptversie wordt in de periode van 15 juli tot 12 augustus door de 12 deelnemende instellingen afgenomen en geëvalueerd door middel van een evaluatie instrument, opgesteld door de projectgroep. Aan de hand van de evaluatiegegevens stelt de projectgroep de uiteindelijke versie van het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden op. 2 Onder cliënten verstaat de projectgroep ook deelnemers, patiënten en klanten. 3 Onder therapeuten verstaat de projectgroep ergotherapeuten, arbeidstherapeuten, trajectbegeleiders en werkbegeleiders. 4 Onder arbeid verstaat de projectgroep zowel onbetaalde als betaalde arbeid.
20 Gebruik van de lijst De opbouw van het instrument Het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden bestaat uit drie delen: Een cliëntversie; Een therapeutversie; Het formulier prioriteiten en doelen. Het doel van een therapeut en cliënt versie is dat beiden onafhankelijk van elkaar het instrument kunnen invullen om vervolgens de discrepanties en voor de cliënt belangrijke items bespreken. Het formulier prioriteiten en doelen heeft als doel om een totaal overzicht te krijgen van prioriteiten van de cliënt en de doelen waaraan gewerkt gaat worden. Cliëntversie: 1 Algemene gegevens, 2 Open vragen over: Werkverleden; Toekomst ideeën; Aandachtspunten. 3 Onderwerpen arbeidsvaardigheden. Therapeutversie: 1 Algemene gegevens. 2 Onderwerpen Arbeidsvaardigheden. 3 Overzicht open vragen. Formulier prioriteiten en doelen: 1 Algemene gegevens. 2 Prioriteiten en doelen. 3 Afspraken. Werkwijze en instructie voor het afnemen De therapeut geeft een korte uitleg aan de cliënt over het invullen van de cliëntversie Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden. Naast de algemene gegevens en open vragen zijn er 16 onderwerpen die de cliënt kan beantwoorden. De therapeut geeft vooraf aan dat als er een item mogelijk niet van toepassing is voor de cliënt hij deze kan overslaan, dit om de eventuele weerstand van de cliënt zoveel mogelijk te voorkomen. In totaal zijn er 16 onderwerpen die betrekking hebben op arbeidsvaardigheden. Bij elk onderwerp wordt er een korte uitleg gegeven om het onderwerp te verduidelijken en is er ruimte voor toelichting. De ruimte voor toelichting mag maar hoeft niet gebruikt worden. Achter elk onderwerp staan de volgende antwoordmogelijkheden De antwoordmogelijkheden zijn: 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. In de antwoordmogelijkheden wordt gesproken van ondersteuning. Ondersteuning is vragen of opmerkingen maar ook het voordoen of meedoen aan de activiteit.
21 Ten aanzien van de antwoordmogelijkheden zijn er de volgende aandachtspunten: Per onderwerp is slechts één antwoord mogelijk, dit antwoord wordt door het omcirkelen in het desbetreffende hokje aangegeven. Maak de cliënt erop attent dat hij/zij niet te lang nadenkt over een antwoord, elk antwoord is goed als het maar een eigen mening is van de cliënt. De ingevulde cliëntversie en therapeutversie dienen als basis voor een bespreking waaruit de prioriteiten en doelen voor de komende periode opgesteld worden. Aan de hand van de ingevulde versies maakt de cliënt keuzes welke onderwerpen voor hem/haar de grootste prioriteit hebben. Op basis van de prioriteiten stelt de cliënt met ondersteuning van de therapeut de doelen op voor de komende periode. Er worden concrete afspraken gemaakt over de termijn van het behalen van de doelen. Ook worden er afspraken gemaakt over welke verantwoordelijkheid een ieder heeft in het behalen van de doelen. Instructies Het instrument wordt door de therapeut en cliënt doorgenomen. De therapeut geeft uitleg over de antwoordmogelijkheden De therapeut vraagt of de cliënt voldoende informatie heeft om het instrument in te kunnen vullen. De cliënt en therapeut maken een afspraak met welke uitgangssituatie het instrument Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden wordt ingevuld. De cliënt en therapeut vullen hun eigen versie individueel in. De cliënt en therapeut maken een afspraak op welk moment de ingevulde versies besproken worden. De cliënt en de therapeut bespreken de ingevulde versies en vergelijken de uitkomsten van de cliënt -en therapeutversie. De cliënt stelt de prioriteiten en doelen op in samenwerking met de therapeut deze worden ingevuld op het formulier prioriteiten en doelen. Er worden afspraken gemaakt over de komende periode van het arbeidsintegratietraject en deze worden ingevuld op het formulier prioriteiten en doelen. Tijdsduur De tijdsduur van de cliëntversie en therapeutversie zal minuten in beslag nemen. De tijdsduur van het opstellen van prioriteiten en doelen is divers en afhankelijk van cliënt en therapeut. Aandachtspunten De cliënt moet stabiel zijn, er zijn situaties waarbij de cliënt mogelijk te labiel of in de war is om het instrument in te vullen. Het instrument kan dan confronterend zijn voor de cliënt. Als een item mogelijk niet van toepassing is voor de cliënt mag deze overgeslagen worden. Dit om de weerstand van de cliënt zoveel mogelijk te voorkomen. Stel een evaluatie moment vast wanneer het instrument opnieuw wordt ingevuld om de voortgang te bekijken. Als de cliënt het moeilijk vindt om antwoorden op te schrijven kan hij /zij eventueel deze tijdens de bespreking mondeling toelichten.
22 Cliënt Vertrouwelijk Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden Naam: Geboortedatum: Therapeut: Datum: Doel: Uitgangssituatie: Inventarisatie Evaluatie Verleden Heden Werkverleden Werkervaring; Functie/Taken: Werktijden: Arbeidsjaren: Wat vind / vond je prettig aan het werk; Wat vind / vond je minder prettig aan het werk;
23 Arbeidsvaardigheden De volgende 16 onderwerpen gaan over je arbeidsvaardigheden. Onder elk onderwerp wordt een korte uitleg gegeven om het te verduidelijken. Bij elk onderwerp is er ruimte voor een toelichting, maar je hoeft niet bij elk onderwerp een toelichting te schrijven. In de antwoordmogelijkheden wordt gesproken van ondersteuning. Dit kunnen vragen, opmerkingen of het voordoen of meedoen aan een activiteit zijn. Achter elk item staan 4 hokjes weergegeven met de volgende antwoordmogelijkheden: 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. Omcirkel het hokje van je keuze. Per uitspraak is slechts één antwoord mogelijk. Denk niet te lang na over een antwoord. Elk antwoord is goed als het maar je mening is. Als een uitspraak niet voor jou van toepassing is, mag je deze overslaan. 1. Ik neem initiatieven Ik begin aan een nieuwe taak. Ik start met een taak zonder dat ik afwacht wat anderen gaan doen. 2. Ik toon interesse Ik sta open voor wat ik niet ken en weet. Ik stel vragen aan anderen. 3. Ik toon verantwoordelijkheid Ik maak mijn taken af. Ik werk nauwkeurig. 4. Ik zoek uitdaging Ik kies activiteiten die nieuw voor mij zijn.
24 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. 5. Ik ben flexibel Ik pas mij aan in verschillende situaties. Ik kan omgaan met verandering. 6. Ik kan feedback geven Ik spreek iemand aan op zijn gedrag. Ik geef anderen een compliment. Ik geef kritiek aan anderen. 7. Ik kan feedback ontvangen Als iemand mij aanspreekt op mijn gedrag, kan ik daar mee omgaan. Ik probeer te werken aan de kritiek die ik ontvang. Ik accepteer complimenten die ik ontvang. 8. Ik kan plannen Ik deel mijn werkzaamheden zo in dat ik onder tijdsdruk kan werken. Ik neem regelmatig pauze tijdens het werk. 9. Ik kan omgaan met stress Als ik onder druk sta, voer ik werkzaamheden uit met dezelfde zorgvuldigheid.
25 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. 10. Ik kan met anderen samenwerken Ik kan een taak samen met iemand uitvoeren. Ik overleg met anderen over de taak. 11. Ik kan hulp geven en aanbieden Als iemand mij om hulp vraagt, geef ik het. Als ik zie dat ik iemand kan helpen, bied ik het aan. 12. Ik kan hulp vragen Als het nodig is, vraag ik om hulp. Ik vraag niet om meer hulp dan nodig is. 13. Ik kan mij concentreren Ik houd mijn aandacht bij de taak. Als ik afgeleid word door mijn omgeving maak ik mijn taak af. Ik richt mijn aandacht op een taak zonder afgeleid te worden. 14. Ik ben assertief Ik kom voor mezelf op. Ik geef mijn mening. Ik spreek mensen aan om een praatje te maken.
26 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. 15. Ik kan mondeling communiceren Ik spreek duidelijk en correct Nederlands. Ik pas mijn taalgebruik aan de situatie aan (praatje maken of bespreking). 16. Ik kan schriftelijk communiceren Ik schrijf duidelijk en correct Nederlands. Ik pas mijn schrijfstijl aan, aan de ontvanger (vriend, baas). Mijn belangrijke sterke punten uit de onderwerpen Mijn belangrijke zwakke punten uit de onderwerpen
27 Toekomst Heb je een idee wat voor soort werk je zou willen doen? Hoeveel uur zou je willen werken: Per week: Dag(en) Per dag: Uur Anders nl: Je voorkeur: Samen werken met anderen Alleen werken Anders nl: Wanneer denk je te kunnen beginnen? Aandachtspunten Is er iets speciaals waar anderen rekening mee moeten houden? Heb je lichamelijke klachten?
28 Therapeut Vertrouwelijk Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden Cliënt: Geboortedatum: Therapeut: Datum: Doel: Uitgangssituatie Inventarisatie Evaluatie Verleden Heden In de cliëntversie zijn naast de arbeidsvaardigheden ook open vragen gesteld ten aanzien van het werkverleden. Hieronder staan de open vragen van de cliënt weergegeven: Werkverleden 1 Werkervaring; Functie/Taken: Werktijden: Arbeidsjaren: 2 Wat vind / vond je prettig aan het werk. 3 Wat vind / vond je minder prettig aan het werk.
29 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. Arbeidsvaardigheden De volgende 16 onderwerpen gaan over arbeidsvaardigheden. Bij elk onderwerp wordt een korte uitleg gegeven om het te verduidelijken. Bij elk onderwerp mag je een toelichting schrijven, maar dat hoeft niet. In de antwoordmogelijkheden wordt gesproken van ondersteuning. Dit kunnen vragen, opmerkingen of het voordoen of meedoen aan een activiteit zijn. Achter elk item staan 4 hokjes weergegeven met de volgende antwoordmogelijkheden: 1 Ik doe dit niet, zelfs niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. Omcirkel het hokje van de gemaakte keuze. Per uitspraak is slechts één antwoord mogelijk. Als een uitspraak voor de cliënt niet van toepassing is, mag je deze overslaan. 1 De cliënt neemt initiatieven Begint aan een nieuwe taak. Start met een taak zonder dat hij/zij afwacht wat anderen gaan doen. Toelichting 2 De cliënt toont interesse Staat open voor wat hij/zij niet kent en weet. Stelt vragen aan anderen. 3 De cliënt toont verantwoordelijkheid Maakt zijn/haar taken af. Werkt nauwkeurig. 4 De cliënt zoekt uitdaging Kiest activiteiten die nieuw voor hem/haar zijn. Toelichting
30 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. 5 De cliënt is flexibel Past zich aan in verschillende situaties. 6 De cliënt kan feedback geven Spreekt iemand aan op gedrag. Geeft een compliment aan anderen. Geeft kritiek aan anderen. 7 De cliënt kan feedback ontvangen Als iemand hem/haar aanspreekt op gedrag, kan hij/zij daar mee omgaan. Probeert te werken aan de kritiek die hij/zij ontvangt. Accepteert de complimenten die hij/zij ontvangt. 8 De cliënt kan plannen Deelt werkzaamheden zo in dat hij/zij onder tijdsdruk kan werken. Neemt regelmatig pauze tijdens het werk. 9 De cliënt kan omgaan met stress Als hij/zij onder druk staat, voert hij/zij werkzaamheden uit met dezelfde zorgvuldigheid.
31 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. 10 De cliënt kan met anderen samenwerken Kan een taak samen met iemand uitvoeren. Kan overleggen met anderen over de taak. 11 De cliënt kan hulp geven en aanbieden Als iemand om hulp vraagt, geeft hij/zij het. Als hij/zij ziet dat hij/zij iemand kan helpen, biedt hij/zij het aan. 12 De cliënt kan hulp vragen Als het nodig is, wordt om hulp gevraagd. Vraagt niet om meer hulp dan nodig is. 13 De cliënt kan zich concentreren Houdt aandacht bij de taak. Kan bij afleiding door de omgeving de taak afmaken. Richt zijn/haar aandacht op een taak zonder afgeleid te worden. 14 De cliënt is assertief Komt voor zichzelf op. Geeft zijn/haar mening. Spreekt mensen aan om een praatje te maken.
32 1 Ik doe dit niet, ook niet met ondersteuning. 2 Ik doe dit met veel ondersteuning. 3 Ik doe dit met weinig ondersteuning. 4 Ik doe dit zonder ondersteuning. 15 De cliënt kan mondeling communiceren Spreekt duidelijk en correct Nederlands. Past zijn/haar taalgebruik aan de situatie aan (praatje maken of bespreking). 16 De cliënt kan schriftelijk communiceren Schrijft duidelijk en correct Nederlands. Past de schrijfstijl aan, aan de ontvanger (vriend, baas). In de cliëntversie zijn naast de arbeidsvaardigheden ook open vragen gesteld ten aanzien van het sterke punten en zwakke punten. Hieronder staan de open vragen van de cliënt weergegeven: 1 Mijn belangrijke sterke punten uit de onderwerpen. 2 Mijn belangrijke zwakke punten uit de onderwerpen. Toekomst 1 Heb je een idee wat voor soort werk je zou willen doen? 2 Hoeveel uur zou je willen werken: Per week: Per dag: Anders nl: Dag(en) Uur 2 Je voorkeur: Samen werken met anderen Alleen werken Anders nl: 4 Wanneer denk je te kunnen beginnen? Aandachtspunten 1 Is er iets speciaals waar anderen rekening mee moeten houden? 2 Heb je lichamelijke klachten?
33 Cliënt en Therapeut Vertrouwelijk Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden Cliënt: Geboortedatum: Therapeut: Datum: Prioriteiten en doelen De cliënt maakt keuzes voor items die voor hem de hoogste prioriteit hebben, hierbij uitgaande van de bespreking van de cliënt -en therapeutversie. Uit deze prioriteiten stelt de cliënt met ondersteuning van de therapeut, doelen op voor de komende periode. Prioriteiten Doelen voor de komende periode 1 Doelen: Termijn: Uitvoeren door: Afspraken Eventuele toelichting: Volgende bespreking:
34 Bijlage 7 Begeleidende brief Vooronderzoek
35 Amsterdam, 18 november 2002 Naam geadresseerde Adres Postcode woonplaats Betreft: Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden in opdracht van Dolinda van der Meer (Academisch Ziekenhuis Groningen) Beste, Bedankt voor uw snelle reactie. Meerdere instellingen hebben positief gereageerd op de vraag om mee te werken aan het praktijkonderzoek van de vernieuwde lijst. Het praktijkonderzoek is gepland van tot en met In deze periode moet het concept ingevuld worden door +/- 35 verschillende cliënten die deelnemen aan het arbeidsintegratietraject. Dit betekent dat het aan het begin of in een latere fase van het arbeidsintegratietraject gebruikt kan worden. Het bijbehorend evaluatieinstrument om het concept te toetsen, dient daarbij ingevuld te worden door de cliënt en de therapeut / trajectbegeleider. Vanaf 12 augustus gaan wij de aangeleverde gegevens verwerken. Door de vele reacties moeten wij een keuze maken in de instellingen die mee gaan doen aan de pilotstudy Als voorbereiding op deze keuze hebben wij een vragenformulier opgesteld. Hieruit willen wij een beeld krijgen van de instellingen, het gebruik van de lijsten en het aantal cliënten waarvan u verwacht dat zij van de lijst Assessment Algemene Vaardigheden gebruik maken. Het is niet perse noodzakelijk dat u 5 cliënten aanbiedt, gezien de vakantietijd zal dit niet overal mogelijk zijn. Bijgevoegde vragenlijst graag uiterlijk 14 juni naar ons terugsturen of mailen, Zodat wij in de week van 17 tot 21 juni contact met u kunnen opnemen over de geselecteerde instellingen voor de pilotstudy Bij voorbaat dank, Paulien Luijten, Ivy Pot, Christiane Thiem & Sara de Vries Junior adviseurs Hogeschool van Amsterdam, Instituut Ergotherapie & Inge Vromen Senior adviseur Als u nog vragen heeft kunt u contact opnemen via onderstaande adressen: hva_azg_psic@hotmail.com Schriftelijk: C.Thiem Plantage Kerk 1000 AA Amsterdam Telefonisch: ma t/m vrij uur Ivy: Paulien:
36 Bijlage 8 Vragenlijst Vooronderzoek
37 Vragenlijst Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Naam instelling Adres Postcode Telnummer -adres Contactpersoon Werktijden Bereikbaar op Evt. geplande vakantie 1. Met welke doelgroep(en) werkt u met de arbeidsrehabilitatie? Ziektebeelden Persoonlijkheidsstoornis Angststoornis Stemmingsstoornissen Dissociatieve stoornis Schizofrenie en andere psychotische stoornissen Anders n.l Leeftijd jaar jaar jaar jaar Behandeling / Klinische behandeling Begeleiding Deeltijdbehandeling Begeleidingsinstelling Anders nl. Werkverleden 0 jaar 0-1 jaar 1-3 jaar 4 jaar en langer 2. Hoeveel ergotherapeuten, trajectbegeleiders en /of arbeidstherapeuten zijn er werkzaam binnen de arbeidsrehabilitatie in uw organisatie of meer 3 Hoeveel clienten verwacht u in jaarweek 29 t/m 32 voor het invullen van de lijst (15 juli tot en met 12 augustus)?
38 4 Werkt u binnen de afdeling met (een) specifieke methodiek(en)? Zo ja, welke? IRB SRH Suported Employment Anders n.l 5 Wanneer is er een start gemaakt met bovengenoemde methodiek(en) 6 Maakt u gebruikt van lijsten die specifiek gericht zijn op arbeidsvaardigheden? Nee Ja, welke lijst(en).. 7 In welke fase van het arbeidsrehabilitatietraject gebruiken u en de client de lijst(en) 8 Wie vult de lijst in? De client De therapeut Client en therapeut gezamenlijk Client en therapeut beiden Anders n.l. 9 Tijdens de eerste contactmomenten is naar voren gekomen dat de lijst algmene arbeidsvaardigheden binnen instellingen vaak aangepast gebruikt worden of dat er de wens is naar een aangepaste lijst. Ja, de lijst is aangepast; op de volgende punten: Nee, maar de lijst moet aangepast zijn; op de volgende punten: Als u een aangepaste lijst heeft zou u deze willen meesturen? Graag uiterlijk 14 Juni terugsturen. Bij voorbaat bedankt
39 Bijlage 9 Deelnemers Vooronderzoek
40 Deelnemers Vooronderzoek In totaal hebben 10 instellingen de vragenlijst van het vooronderzoek teruggestuurd. De volgende therapeuten hebben meegewerkt aan dit vooronderzoek: 1. Det Nederhof Symfora groep, Lokatie Zon & Schild, Amersfoort 2. Gabe de Vries Academisch Medisch Centrum, Amsterdam 3. Anton Schokker APZ Drenthe Plan Support, Assen 4. Danielle Lebon Sociaal Psychiatrisch Centrum, onderdeel Vijverdal, Maastricht 5. Dinand Brons Sint Lucas Andreas ziekenhuis, Amsterdam 6. Theo Blom Robert Fleury Stichting, Leidschendam 7. Jeroen Wonders GGz s Hertogenbosch 8. Corrie Gramser & Marleen Pinkhaar De Meergaard, Almere 9. Cilla de Haan GGZ NHN Circuit de Dijk, Heiloo 10. Emilie Klerkx GGZ-MB Centrum voor Reabilitatie, Tilburg
41 Bijlage 10 Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen
42 Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen is ontwikkeld vanuit het gedachtegoed van de Individuele Rehabilitatie Benadering. De methodiek van het SRH wordt een basismethodiek genoemd. Het is een basismethodiek omdat de methodiek de basis vormt voor het handelen van de professional. Het is tevens een procesmethodiek omdat het handen en voeten geeft aan een rehabilitatieproces. De methodiek richt zich op het systematisch en toekomstgericht ondersteunen van een cliënt en diens omgeving. De methodiek geeft vorm aan drie dimensies van de integrale rehabilitatiebenadering: relatie, handeling en tijd. Gezien de complexiteit van de problematiek, de langdurigheid van de hulpverlenersrelatie en het eigenaardige van herstelprocessen, is het niet eenvoudig dit proces op een systematische wijze vorm te geven. De methodiek van het SRH helpt de professional hierbij. In de methodiek wordt zestal fasen onderscheiden: 1. Kennismakingsfase / oriëntatie 2. Inventarisatie en analyse fase 3. Doelstellingsfase 4. Planningsfase 5. Uitvoeringsfase 6. Evaluatie en terugkoppelingsfase In ieder fase worden bepaalde activiteiten uitgevoerd en stappen gezet. Tevens zijn er voor ieder fase hulpmiddelen beschikbaar, zoals checklists, vragenlijsten en werkbladen. Het SRH wordt gebruikt om: De relatie met de cliënt en diens sociaal netwerk vorm te geven, Individuele en systeemgerichte zorgactiviteiten vorm te geven, Een aangepast milieu vorm te geven, Een sociaal netwerk te ondersteunen of te versterken. Daar waar de meest traditioneel hulpverlenersprocessen aangestuurd worden door een probleem, stoornis of klacht, kent het SRH een anders geordende sturingstructuur. Centraal hierin staat de kwaliteit van leven van de cliënt. Vanuit de beperkingen van de kwaliteit van leven kunnen hulp-, ondersteunings- of ontwikkelingsvragen voortkomen. Deze kunnen te maken hebben met: De (op handhaving of ontwikkeling gerichte) wens van de cliënt, De psychosociale kwetsbaarheid van de cliënt, De kwaliteit van het sociale milieu binnen de GGz, Het sociale netwerk van de cliënt. In het SRH gaan ze primair uit van de wens en de zorgvraag van de cliënt. Het is een wensen vraaggestuurde benadering. Een probleem wordt gezien als een belemmering die het realiseren van die wens in de weg staat. In de methodiek leidt een wens tot een algemeen doel en een belemmering tot een specifiek doel. Vervolgens worden doelstellingen en activiteiten bepaald. Een ander kenmerk van de methodiek is dat zij een werkbaar kader biedt om specifieke benaderingen en werkwijzen een plek te geven. In deze methodiek wordt ook uitgegaan van een actieve participatie van de cliënt. Daar waar de cliënt (nog) niet in staat is tot deze participatie, moet er alles aan gedaan worden om deze participatie te bevorderen. (Wilken & den Hollander, 1999; Scriptie SRH, Arntz et al, 2000)
43 Bijlage 11 Supported Employment
44 Supported Employment (SE) Supported Employment betekent letterlijk: ondersteund werken, maar Supported Employment betekent meer. Het begrip staat voor een pakket aan maatregelen dat zowel gericht is op het bieden van ondersteuning tijdens het werken als op de fasen die daaraan vooraf gaan. De begeleiding en ondersteuning zijn bedoeld voor de persoon met een handicap en voor de werkgever. Het is afkomstig uit de Verenigde Staten. Supported Employment is gericht op een snelle plaatsing in de gewenste werksituatie. Het train-thenplace principe wordt verlaten voor de place-then-train aanpak. Bij Supported Employment gaat men ervan uit dat voor een belangrijk deel pas in de echte werksituatie blijkt wat de deelnemer kan en welke mogelijkheden de werksituatie biedt. Voorafgaand aan de plaatsing vindt een eerste inschatting van de arbeidsmogelijkheden van de deelnemer plaats. Een zogenaamde jobcoach werkt een tijdlang mee met de deelnemer, geeft hem de nodige ondersteuning, zoekt uit aan welke vaardigheden het de deelnemer nog ontbreekt en traint hem ter plekke. Ook de geschiktheid van de werksituatie en de steun die in de omgeving gemobiliseerd kan worden, wordt onderzocht. Tevens onderzoekt men de matching, ofte wel de aansluiting tussen persoon en gewenste werksituatie. (Notermans,1998.) Supported Employment heeft vier kenmerken: 1. het is gericht op regulier werk, 2. op snelle plaatsing in de gewenste werksituatie, 3. training en coaching ter plekke, 4. ondersteuning als het nodig is. Danley en anderen schrijven in effective psychiatric rehabilitation, 1992 hoe zij het Supported Employment model geïntegreerd hebben met de Individuele Rehabilitatie Benadering. Zij noemen het model de choos-get-keep benadering. De choose fase komt overeen met de matching fase uit de Supported Employment de fase waarin wordt gezocht in welke werkomgeving de deelnemer kan en wil werken. De get fase komt overeen met de fase van het verwerven van een baan. De keep fase komt overeen met het trainen van vaardigheden die nodig zijn om het werk te kunnen blijven doen en het mobiliseren van de benodigde steun in de werkomgeving. Danley en haar collegae geven aan dat het Supported Employment model, oorspronkelijk vooral ingezet voor mensen met een verstandelijke handicap, aangepast moet worden voor deelnemers met een psychiatrisch achtergrond. Het eerste verschil met het traditionele is dat Supported Employment er door de deelnemers keuzes moeten worden gemaakt met betrekking tot de gewenste werkomgeving. Het tweede verschil is dat de supervisie en begeleiding op afstand dienen plaats te vinden, aangezien veel deelnemers niet akkoord gaan met een begeleider op de werkplek. Mede door verschillen is een erg snelle plaatsing in het geval van deelnemers met een psychiatrische achtergrond minder makkelijk te realiseren dan bij andere groepen. De choose periode kan zeker 6 maanden duren onder andere omdat meerdere try-outs van banen nodig zijn. (Ketelaars & Weeghel, 1994)
45 Bijlage 12 Deelnemers Pilotstudy
46 Deelnemers Pilotstudy In totaal hebben 12 instellingen het evaluatie-instrument teruggestuurd. De volgende therapeuten hebben meegewerkt aan de pilotstudy: 1. Dolinda van de Meer & Team Arbeidstherapie Academisch Ziekenhuis Groningen, afdeling arbeidstherapie 2. Det Nederlof Symfora groep, Lokatie Zon & Schild, Amersfoort 3. Gabe de Vries Academisch Medisch Centrum, Amsterdam 4. Anton Schokker APZ Drenthe Plan Support, Assen 5. Danielle Lebon Sociaal Psychiatrisch Centrum, onderdeel Vijverdal, Maastricht 6. Dinand Brons Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam 7. Theo Blom Robert Fleury Stichting, Leidschendam 8. Jeroen Wonders GGz s Hertogenbosch 9. Corrie Gramser & Marleen Pinkhaar De Meergaard, Almere 10. Cilla de Haan GGZ NHN Circuit de Dijk, Heiloo 11. Emilie Klerkx GGZ-MB Centrum voor Reabilitatie, Tilburg 12. Lilly Buurke Duin & Bosch, Lokatie Werktrainingsproject, Hoorn
47 Bijlage 13 Evaluatie-instrument cliënt
48 Cliënt Evaluatie Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden Datum: M / V Leeftijd: Evaluatie van de cliëntversie IAA Hoeveel tijd heb je nodig gehad om het in te vullen? Vind je het instrument: moeilijk in te vullen, want: makkelijk in te vullen, want: anders nl: Zijn de vragen duidelijk? Ja: Nee, welke: Anders nl: In de antwoordmogelijkheden wordt gesproken van ondersteuning zou je hier liever een ander woord willen zien, namelijk: Hulp Begeleiding Anders nl: Vind je de lijst overzichtelijk? Ja, want: Nee, want: Anders nl: Had je genoeg schrijfruimte? Zou je het nog een keer willen gebruiken? Reden? Heb je nog tips?
49 Datum: M / V Leeftijd: Evaluatie van het formulier prioriteiten en doelen Hoeveel tijd heb je nodig gehad om het formulier prioriteiten en doelen in te vullen? (Inclusief de bespreking hiervan met therapeut.) Zou je het formulier prioriteiten en doelen een volgende keer willen gebruiken? Reden? Heb je nog tips? Bedankt voor je medewerking! Afstudeergroep Hogeschool van Amsterdam, Instituut ergotherapie Paulien Luijten, Ivy Pot, Christiane Thiem, Sara de Vries
50 Bijlage 14 Evaluatie-instrument therapeut
51 Therapeut Evaluatie Inventarisatie Algemene Arbeidsvaardigheden Beste therapeut, Graag het evaluatieformulier vóór 12 augustus 2002 opsturen aan volgende adres: C. Thiem, Plantage Kerklaan 10-3, 1018 TA Amsterdam. Alvast bedankt! Cliëntversie Zijn er in de cliëntversie onderwerpen die overbodig zijn of ontbreken? Welke: Zijn er onderwerpen in de cliëntenversie die je zou willen veranderen? Welke: Denk je in de toekomst gebruik te maken van de cliëntversie? Waarom: Is het instrument geschikt om meerdere keren bij dezelfde cliënt te gebruiken om het arbeidsvaardigheden niveau in te schatten? Waarom: In de antwoordmogelijkheden wordt gesproken van ondersteuning zou je liever een ander woord zien, namelijk: Hulp Begeleiding Anders nl: Therapeutenversie Zijn er in therapeutenversie onderwerpen die overbodig of ontbreken? Welke: Zijn er onderwerpen in de therapeutenversie die jij zou willen veranderen? Welke?
52 Denk je in de toekomst gebruik te maken van de therapeutversie? Waarom: Is er voldoende schrijfruimte voor de toelichting? Is het instrument overzichtelijk en aantrekkelijk om in te vullen? Sluiten de antwoordmogelijkheden aan op de vragen? Zijn de onderwerpen concreet omschreven? Hoe lang ben je bezig geweest met het invullen van de lijst? Formulier doelen en prioriteiten Zijn er in het formulier onderwerpen die overbodig of ontbreken? Welke: Zijn er onderwerpen in het formulier die je zou willen veranderen? Welke:
53 Denk je in de toekomst gebruik te maken van het formulier? Waarom: Andere vragen Is de handleiding duidelijk en concreet omschreven, ontbreken of zijn er onderwerpen overbodig? Acht je het instrument geschikt om meerdere keren te gebruiken bij dezelfde cliënt om het arbeidsvaardigheden niveau in te schatten? Heb je nog suggesties voor verbetering? Bedankt voor de medewerking! Afstudeergroep Hogeschool van Amsterdam, Instituut ergotherapie Paulien Luijten, Ivy Pot, Christiane Thiem, Sara de Vries
Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden
Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden DEEL A Het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Junior adviseurs Periode Paulien Luijten 8 April 2002 27 September 2002 Ivy Pot Christiane Thiem In
Nadere informatieInhoud. Persoonlijk-professionele hulpverlening. Een integrale rehabilitatiebenadering. Ten geleide...11. Voorwoord...15.
Inhoud Ten geleide...11 Voorwoord...15 Hoofdstuk 1 Een integrale rehabilitatiebenadering 1.1 Een korte historie...19 1.2 De rehabilitatiebenadering: een rijke vijver...21 1.3 Definities en richtingen...23
Nadere informatieRehabilitatie Wizard
Rehabilitatie Wizard Versie 2015 De Rehabilitatie Wizard is een hulpmiddel bij het toepassen van de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). Om de IRB te kunnen toepassen is scholing, training en werkbegeleiding
Nadere informatieMOHO EN DE MOHOST. Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam
MOHO EN DE MOHOST Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam EEN MODEL is een vereenvoudigde weergave van een theorie - verbanden worden
Nadere informatieManual: handleiding opstarten Skills Lab
Manual: handleiding opstarten Skills Lab Dit is een handleiding voor professionals die zelf een Skills Lab willen starten. Skills Lab wil de werkmogelijkheden voor mensen met ASS vergroten door hen te
Nadere informatiePAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk
PAS Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk Handleiding Deel B Handleiding Adviesgroep ErgoJob Auteurs: Senioradviseur: In opdracht van: Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha
Nadere informatieOmgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks
Omgaan met stemmen horen Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks Hoort stemmen horen bij de Psychiatrie? Ja? Nee? JA Want: Het betreffen vocale, audiatieve hallucinaties. 85 % van de Mensen met een dissociatieve
Nadere informatieINTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme
INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij
Nadere informatieSlaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan
De Meetlat IPS Met dit instrument waardeert u de competenties voor uzelf op een meetlat. In feite gaat u na welke competenties u reeds verworven hebt en welke u nog moet ontwikkelen om een bekwaam IPS
Nadere informatieHandleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)
Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten
Nadere informatieIdentificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek
Screening van de individuele dienstverlener in de pijler advies / advies Internationaal ondernemen / strategisch advies in het kader van de maatregel kmo-portefeuille Sjabloon van het onderzoeksverslag
Nadere informatieAssessment Algemene Arbeidsvaardigheden
Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden DEEL B Theoretische onderbouwing bij de ontwikkeling van het instrument Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden Junior adviseurs Periode Paulien Luijten 8 April
Nadere informatieSW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan
Nadere informatieArbeidsrevalidatie. Huizen en Almere
Arbeidsrevalidatie Huizen en Almere Arbeidstraining bij De Trappenberg is voor werknemers met chronische pijnklachten aan het houdings- en bewegingsapparaat zonder duidelijke oorzaak, al dan niet gecombineerd
Nadere informatie360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal
360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:
Nadere informatieDe VrijBaan Vragenlijst (Algemeen)
De VrijBaan Vragenlijst (Algemeen) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld als gevolg van een gezondheidsprobleem,
Nadere informatieRAPPORT CLIËNTAUDIT 2013 / 2014. BLIK op WERK KEURMERK. CV Match VOF. 1 Inhoudsopgave
Casenummer BOW RAPPORT CLIËNTAUDIT 2013 / 2014. BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie
Nadere informatiePersoonlijke rapportage van B. Smit
Persoonlijke rapportage van B. Smit P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl
Nadere informatieBijlage 1 Matching profielen van werknemer en werk
Bijlage 1 Matching profielen van werknemer en werk bij Aanvraag Jobcoach Waarom dit formulier? De jobcoach vult dit formulier in om de coachingsdoelen vast te kunnen stellen. Het formulier bestaat uit
Nadere informatieExpertisecentrum Begeleid Leren. Succesvol studeren met steun voor (jong)volwassenen met een psychiatrische aandoening
Expertisecentrum Begeleid Leren Succesvol studeren met steun voor (jong)volwassenen met een psychiatrische aandoening Expertisecentrum Begeleid Leren Ê Succesvol studeren met steun voor (jong)volwassenen
Nadere informatieMultidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013
Multidisciplinaire richtlijn Werk en Ernstige Psychische Aandoeningen Kick off MMMensen met mogelijkheden 10 oktober 2013 Ellen Otto & Daniëlle van Duin Kenniscentrum Phrenos Ontwikkeling Richtlijn Achtergrond
Nadere informatieAppraisal. Datum:
Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.
Nadere informatieFormat voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster
Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar
Nadere informatieRAPPORT CLIËNTAUDIT 2011 / BLIK op WERK KEURMERK. Psychologenpraktijk Timmermans- Raaijmakers. 1 Inhoudsopgave
RAPPORT CLIËNTAUDIT 2011 / 2012 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid
Nadere informatievaardigheden - 21st century skills
vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met
Nadere informatiePortfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring
Portfolio voor medewerkers Natuurlijk leren Parels ontstaan door schuring Authentiek leiderschap Pedagogische tact Ruimte geven Hoge verwachtingen Authentiek contact! Ik heb zelfvertrouwen. Ik heb hoge
Nadere informatieSCOL Sociale Competentie Observatielijst. Analyse doelen Jonge kind
SCOL Sociale Competentie Observatielijst Analyse doelen Jonge kind Maart 2013 Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan
Nadere informatieProjectmatig creëren Stappen en richtlijnen om een project mee te doorlopen
Projectmatig creëren Stappen en richtlijnen om een project mee te doorlopen Inleiding Bij het doorlopen van een project komt er een hele berg informatie binnen en dat wordt verwerkt. Om dat ordelijk te
Nadere informatieParticipatie in rollen. De cliënten die van de Awbz naar de Wmo gaan. Overzicht. Mensen met beperkingen participeren in de wijk (en daar buiten)
Maatschappelijke participatie, stigma en openheid Overzicht Maatschappelijke Participatie Participatie door rehabilitatie Openheid Lies Korevaar Groningen, 27 januari 2015 Afsluiting De cliënten die van
Nadere informatieProfiel personal coach WelSlagen Diversiteit
Datum 23-07- 2012 Versie: 1.0 Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Inleiding: De personal coach wordt ingezet om deelnemers van WelSlagen Diversiteit met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt
Nadere informatieSPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL
SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL Heb je plezier in je werk? Dat is een vraag die regelmatig wordt gesteld. Is je antwoord ja, dan is de kunst dit zo te houden. Als je nee zegt, is het zinvol na te gaan waar
Nadere informatieKNLTB Stappenplan. beleidsplan tennisvereniging X
KNLTB Stappenplan beleidsplan tennisvereniging X Inleiding Iedere verenigingsbestuurder weet in het achterhoofd dat het belangrijk is om beleidsmatig en doelgericht te werken. Toch komen de meeste verenigingsbestuurders
Nadere informatieCompetency Check. Datum:
Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.
Nadere informatieIRB in de Sociale Verslavingszorg. Eerste ervaringen. Cees Witsenburg
IRB in de Sociale Verslavingszorg. Eerste ervaringen. Cees Witsenburg 1 Uit de missie van Brijder: De wensen en mogelijkheden van onze patiënten, hun omgeving en onze expertise vormen de bouwstenen van
Nadere informatieVan huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie
Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,
Nadere informatieSUCCESVOL STUDEREN MET AUTISME?
SUCCESVOL STUDEREN MET AUTISME? BEGELEID LEREN FEITEN Circa 15% van de studenten heeft 1 of meer somatische of psychische beperkingen Onderzoek naar studenten met een handicap in het Hoger Onderwijs, Verweij
Nadere informatieProject Start Up Wat is het? Wie nemen er deel? Wanneer kies je voor een PSU? Hoe werkt het?
Project Start Up Wat is het? De Project Start Up (PSU) is een krachtige interventie bij aanvang van het project. De PSU is een workshop waarin je de belangrijke aspecten van het project met elkaar inventariseert
Nadere informatieINFORMATIE VOOR CURSISTEN DÉ SPECIALIST IN NAZORG!
INFORMATIE VOOR CURSISTEN DÉ SPECIALIST IN NAZORG! 1 Copyright MHS-04042018 Behoudens uitzonderingen door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht,
Nadere informatieCompetentiescan Klant exemplaar
Naam klant: Geboortedatum: Datum rapportage: Naam begeleider: Competentiescan Klant exemplaar Dit project wordt mede gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds www.werkeenzorgminder.nl Instructie invullen
Nadere informatieSamen Sterk naar Werk
Meedoen in de maatschappij is voor iedereen belangrijk. Zeker ook voor mensen met een beperking. Door (weer) actief mee te doen, wordt de stap naar betaald werk kleiner. Mensen voelen zich gezonder. Daardoor
Nadere informatieWerken met een beperking
Meedoen in de maatschappij is voor iedereen belangrijk. Zeker ook voor mensen met een beperking. Door (weer) actief mee te doen, wordt de stap naar betaald werk kleiner. Mensen voelen zich gezonder. Daardoor
Nadere informatieDe VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)
De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld
Nadere informatieSPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11
SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11 SPEELWIJZE Werkplezier Spel Heb je plezier in je werk? Dat is een vraag die regelmatig wordt gesteld. Is je antwoord ja, dan is de kunst dit zo te houden.
Nadere informatieRAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. AOB Compaz B.V. 1 Inhoudsopgave
RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid
Nadere informatieLespakket. Jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen: transitie naar volwassenheid en werk
Lespakket Jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen: transitie naar volwassenheid en werk Lineke Verhoef Natascha van Schaardenburgh Joan Verhoef Sander Hilberink Les 1 Jongvolwassenen met chronische
Nadere informatieRapport: Delegeren is te leren.
Rapport: Delegeren is te leren. Ingrid Jeuring, trainer, coach, spreker 1 Delegeren is te leren. Allereerst bedankt voor het downloaden van dit rapport. Het betekent dat je open staat voor ontwikkeling
Nadere informatieFunctiebeschrijving. Applicatiebeheerder. Graad B1-B3
Functiebeschrijving Applicatiebeheerder Graad B1-B3 1 1 Applicatiebeheerder 1.1 Rol Als applicatiebeheerder ben je het aanspreekpunt voor het ontwerp, beheer en de instandhouding van de toegewezen applicaties.
Nadere informatieINTRODUCTIE PERSOONLIJKE GEGEVENS. Naam: Leeftijd: Geslacht: m / v. Begindatum:
Naam Datum: INHOUDSOPGAVE 1. Introductie 2. Persoonlijke gegevens 3. Rapportage kwaliteit van leven 4. Persoonlijke ontwikkeling plan (POP) 5. Competenties waar nu aan wordt gewerkt 6. Binnen de stichting
Nadere informatieDe 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE
Lid en Nederlandse vertegenwoordiger van de European Union of Supported Employment De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Competenties van de jobcoach NVS/EUSE bestaan uit de integratie van Kennis,
Nadere informatieKies Actief Rapportage van Femke Peeters
Kies Actief Rapportage van Femke Peeters De huidige school van Femke Peeters Summa College Eindhoven Eindhoven Huidige opleiding: MBO, klas 3, richting Economie Kies Actief Geef richting aan je loopbaan!
Nadere informatieWerkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen
Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie Het ervaringsgericht evalueren gebeurt bij voorkeur door een gesprek in een groep. Mensen vertellen hun verhaal over het van tevoren vastgestelde evaluatieonderwerp.
Nadere informatiePuberbrein als Innovatiekans. Beschrijving van de 4 basiscompetenties
Puberbrein als Innovatiekans Beschrijving van de 4 basiscompetenties Samenwerken Plannen en organiseren Omgaan met (onverwachte) veranderingen Reflecteren Toelichting beschrijving van de basiscompetenties
Nadere informatieKennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema
Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) Definitie consensus groep EPA¹ - Sprake van psychische stoornis
Nadere informatieSW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf
SW-B-K1-W3 (C) Versterkt de eigen kracht van de groep Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt
Nadere informatieBUE Feedbackgevers LK
BUE 2014 - Feedbackgevers LK Bottom-up Evaluatie: Kwaliteit van leidinggeven De leidinggevende kwaliteiten van je chef Via deze vragenlijst kan je je mening geven over de wijze waarop je chef zijn of haar
Nadere informatieRapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:
Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties
Nadere informatie2
2 Inhoud 3 o o o 4 o o 5 6 7 1 8 a. 9 b. 10 11 12 a. b. 13 14 15 Soort informatie IQgegevens (IQ < 70) Eventueel: naam van document waarin de gevraagde informatie te vinden is Ontwikkelingsperspectief
Nadere informatiePraktische tips voor het voeren van een gesprek
Praktische tips voor het voeren van een gesprek David ter Avest Laura Hoekstra Mirjam Karsten Het waarachtige verhaal Vragen stellen en luisteren, we doen het de hele dag en toch staan we er zelden bij
Nadere informatie360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels
360 feedback 3.1 Student: M. camp Studentnummer: 11099003 Klas: WDH31 Datum: 2-02-2014 Personen welke de formulieren hebben ingevuld: - M. Camp - Menno Lageweg - Ir. S.W.L. van Herk - D.J. Jager M. Camp
Nadere informatieLIMBURG POSITIEF GEZONDHEID
positieve gezondheid Je gezond voelen Fitheid Klachten en pijn Slapen Eten Conditie Bewegen Zorgen voor jezelf Je grenzen kennen Kennis van gezondheid Omgaan met tijd Omgaan met geld Kunnen werken Hulp
Nadere informatie360 feedback rapportage voor de heer J.A. Smit van Jansen & Co
360 feedback rapportage voor de heer J.A. Smit van Jansen & Co 11 februari 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Totaaloverzicht 2 3 Analyse per competentie 3 3.1 Analyseren 3 3.2 Doel- & resultaatgericht
Nadere informatieHeikamperweg AZ Asten-Heusden
Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht
Nadere informatieInge Test 07.05.2014
Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij
Nadere informatieErgotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma
Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma De toepassing van de richtlijn Ergotherapie aan huis bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers Post - HBO cursus 2012
Nadere informatieAANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016
AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016 Instructie Leuk dat je interesse hebt voor de opleiding Toegepaste Psychologie
Nadere informatieIndividuele Plaatsing en Steun (IPS)
Individuele Plaatsing en Steun (IPS) Groeicijfers in Nederland Jaap van Weeghel, Den Haag, 7 februari 2019 Kennis delen over herstel, behandeling en participatie bij ernstige psychische aandoeningen 22-2-2019
Nadere informatiePerformance Improvement Plan
Performance Improvement Plan Persoonlijke rapportage van B. Smit P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55
Nadere informatieInhoud. Wat is begeleid werk?
Begeleid werk Inhoud Wat is begeleid werk? 1 Welke werkvaardigheden heb je nodig voor begeleid werk? 2 Op weg naar begeleid werk 3 Wat mag je van de jobcoach verwachten? 4 Wat mag je verwachten op de werkplek?
Nadere informatieInstituut voor Gezondheidszorg
Instituut voor Gezondheidszorg Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam Studiejaar 1 Naam Student: Studentnummer: Praktijkbeoordelingsformulier opleiding Verpleegkunde
Nadere informatieBeoordelen met de 360 feedback-methode
Instituut voor Gezondheidszorg Beoordelen met de 360 feedback-methode Bij de 360 feedback-methode vraag je mensen uit je omgeving om je te beoordelen op verschillende aspecten. Dit gebeurt meestal door
Nadere informatieVaardigheidsmeter Communicatie
Vaardigheidsmeter Communicatie Persoonlijke effectiviteit Teamvaardigheden Een goede eerste indruk Zelfempowerment Communiceren binnen een team Teambuilding Assertiviteit Vergaderingen leiden Anderen beïnvloeden
Nadere informatieWerken naar vermogen bij Sunny Tom een kwestie van de juiste mix: persoon, situatie en begeleiding
Werken naar vermogen bij Sunny Tom een kwestie van de juiste mix: persoon, situatie en begeleiding Persoon Jongeren met een beperking die moeilijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt Situatie Tuinbouwbedrijf
Nadere informatieGEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS
GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS Het doel van dit onderzoek is een vergelijking te maken tussen de aanwezige competenties bij professionals en vrijwilligers
Nadere informatieWelke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015
Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie
Nadere informatieRAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. Lengersdorf B.V. 1 Inhoudsopgave
RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid
Nadere informatieBBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Samenwerken
BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Inleiding en leerdoelen Als verpleegkundige werk je niet alleen. Je hebt veel contact met anderen, onder andere collega s, patiënten en andere disciplines.
Nadere informatieMedewerker Office & Project Support BeteoR
Medewerker Office & Project Support BeteoR Om te solliciteren vragen we je dit formulier in te vullen en dit samen met jouw CV te mailen naar astrid.hazenveld@beteor.nl Naam Adres Geboortedatum E-mail
Nadere informatieINFORMATIE VOOR CURSISTEN DÉ SPECIALIST IN NAZORG!
INFORMATIE VOOR CURSISTEN DÉ SPECIALIST IN NAZORG! 1 Copyright MHS-01102017 Behoudens uitzonderingen door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht,
Nadere informatieBEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE
BEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE Geachte, Beste, Voor u ligt een bevraging m.b.t. uw werk als ergotherapie in de psychiatrie. Met deze bevraging willen wij graag meer zicht krijgen op
Nadere informatieINDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN
INDIVIDUELE PLAATSING EN STEUN Ellen Otto IPS projectcoördinator Kenniscentrum Phrenos docent IPS leergang Phrenos Arbeidsrehabilitatie Traditionele aanpak: langdurige, stapsgewijze voorbereiding (SV)
Nadere informatieRondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden
Rondvraag Persoonlijke rapportage van M. Gulden Gegevens deelnemer Naam Organisatie Functie B. Smit PiCompany Intern Leraar De Zevensprong Gegevens Rondvraag Datum 31 oktober 2005 Nummer 31721.96907 Profiel
Nadere informatieGEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl
GEDRAGSMANAGEMENT Dit kennisitem gaat over gedrag en wat er komt kijken bij gedragsverandering. Bronnen: Gedragsmanagement, Prof.dr. Theo B. C. Poiesz, 1999; Samenvatting boek en college, A.H.S. Poppe,
Nadere informatieCompetentiemeter Zelfsturing
Competentiemeter Zelfsturing Met het invullen van deze vragenlijst krijg je een beeld van je eigen bekwaamheden als zelfstuurder. Deze vragenlijst is in de eerste plaats bedoeld voor zelfanalyse. Je kunt
Nadere informatieIntervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?
Intervisie Wat is het? Intervisie is een manier om met collega's of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk. Tijdens de bijeenkomst brengen deelnemers vraagstukken in,
Nadere informatieSamen Sterk naar Werk
Meedoen in de maatschappij is voor iedereen belangrijk. Zeker ook voor mensen met een beperking. Door (weer) actief mee te doen, wordt de stap naar betaald werk kleiner. Mensen voelen zich gezonder. Daardoor
Nadere informatiePROMOTIEONDERZOEK ARBEIDSPARTICIPATIE VAN JONGVOLWASSENEN MET LICHAMELIJKE BEPERKINGEN. Joan Verhoef
PROMOTIEONDERZOEK ARBEIDSPARTICIPATIE VAN JONGVOLWASSENEN MET LICHAMELIJKE BEPERKINGEN Joan Verhoef PROMOTIEONDERZOEK Eigen promotieonderzoek: Verbeteren arbeidsparticipatie van jongvolwassenen met lichamelijke
Nadere informatieBeroepsgerichte Vorming, opleiding handel en administratie of Project Algemene Vakken
ONTBIJT OP SCHOOL De jongeren organiseren zelf een ontbijt op school. Ze bepalen hoe het ontbijt er zal uitzien en staan ook in voor de praktische organisatie. Hiervoor moeten ze een heel aantal zaken
Nadere informatieRAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. Potenco BV. 1 Inhoudsopgave
RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid
Nadere informatieGespreksformulieren LA personeel Dommelgroep
Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:
Nadere informatieWIZ Re-integratie en Coaching
RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid
Nadere informatieHoe motivatie werkt en draagvlak groeit
Hoe motivatie werkt en draagvlak groeit Toelichting Hierbij een compilatie van diverse artikelen over motivatie, draagvlak en verandertrajecten voor de interne coördinator cultuureducatie ICC. 1 Hoe werkt
Nadere informatieRapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:
Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 24.03.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 24.03.2016 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties
Nadere informatieWORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?
LOGO-congres 15 juni 2012 Onderwijsvernieuwing met Ambitie en Passie WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties? Theo Bouman & Valerie Hoogendoorn Opleidingsinstituut PPO Groningen 1 Doel Feeling te krijgen
Nadere informatieCompetentieprofiel educatief medewerker buitenschoolse kinderopvang Ravot
Competentieprofiel educatief medewerker buitenschoolse kinderopvang Ravot 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Educatief medewerker Sociale zaken Buitenschoolse kinderopvang Ravot
Nadere informatieINHOUD WORKSHOP. Introductie Korte informatie over interventies. Interactieve discussie
INHOUD WORKSHOP Introductie Korte informatie over interventies Pathways and Resources for Engagement and Participation (PREP), Partnering 4 Change (P4C), Children s Meaningful Activities and Participation
Nadere informatieInstructie supervisie training MZO 2 (2017)
Instructie supervisie training MZO 2 (2017) Voor het behalen van het certificaat MZO zelfonderzoek moeten de cursisten een supervisietraject doorlopen. Hieronder de opzet van de supervisie. Mochten er
Nadere informatieDe krachtgerichte methodiek
Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening
Nadere informatie