Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 10 september 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 10 september 2015"

Transcriptie

1 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 10 september 2015 Agenda documenten Commissieagenda M&S_8_10_september_2015_Def 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten 3 Verslagen Verslag cie M&S 15_17_juni 2015 Verslag cie M&S 7_9_juli Ingekomen stukken 5 Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) Toezeggingenlijst M&S per 25 augustus Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Geldof 14 Actieplan Jeugdwerkloosheid Raadsinformatiebrief Actieplan Jeugdwerkloosheid Bijlage Infographic Jeugdwerkloosheid Actieplan Jeugdwerkloosheid a Arbeidsmarktbewerkingsplan en bestedingsplan Utrechtse Werktafel 2015 Commissiebrief Arbeidsmarktbewerkingsplan en bestedingsplan Utrechtse Werktafel Marktbewerkingsplan Utrechtse Werktafel Samenvatting Arbeidsmarktbewerkingsplan 15.b SV 2015, nr. 89 over voortgang garantiebanen SV 2015, nr Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording wethouder Everhardt 17 SV 2015, nr. 27 over mensen in verwarde toestand in Utrecht SV 2015, nr Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Jongerius 19 Commissiebrief Visie Sport Brief reactie college op Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op weg naar 2020 bijlage 1 Utrecht Sport - de Utrechtse sportvisie op weg naar 2020 bijlage 2 Factsheet Sport en Bewegen 20 Jaarverslag Dierenwelzijn 2014 Aanbiedingsbrief Jaarverslag Dierenwelzijn Rapport_Jaarverslag Dierenwelzijn juni Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Jansen

2 Agenda documenten 1 Commissieagenda M&S_8_10_september_2015_Def Agenda commissie Mens en Samenleving 8 en 10 september 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus CE Utrecht Telefoon / commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl Agenda commissie Mens en Samenleving van 8 en 10 september 2015 Uitnodiging voor de openbare vergadering van de commissie Mens en Samenleving, die wordt gehouden op: - dinsdagavond 8 september 2015 van tot uur - donderdagmiddag 10 september 2015 van tot uur - donderdagavond 10 september 2015 van tot uur Deze vergadering vindt plaats in de raadzaal van het stadhuis. Op de agenda is per vergaderpunt indicatief het behandeltijdstip opgenomen. De leden van het college zijn uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de behandeling van de onderwerpen die betrekking hebben op hun portefeuille. Dinsdagavond: wethouder Kreijkamp en de burgemeester Donderdagmiddag: wethouders Geldof en Everhardt Donderdagavond: wethouders Jongerius en Jansen DINSDAGAVOND 8 september 2015 Voorzitter: mevrouw Paardekooper De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. 1. Opening en mededelingen 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten 3. Verslagen. - Het verslag van de commissie Mens en Samenleving van 15 en 17 juni 2015, ter vaststelling. - Het verslag van de commissie Mens en Samenleving van 7 en 9 juli 2015, ter vaststelling. 1

3 Agenda commissie Mens en Samenleving 8 en 10 september Ingekomen stukken 5. Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) Wethouder Kreijkamp Beleidsvelden: Financiën en Onderwijs 6. Raadsvoorstel Meerjarenperspectief onderwijshuisvesting uur. De Utrechtse aanpak voor verbetering van de schoolgebouwen heeft geresulteerd in een grote kwaliteitsimpuls door uitvoering van de Masterplannen Onderwijshuisvesting. Nu de Masterplannen ten einde lopen is actualisatie nodig om te kunnen anticiperen op nieuwe inzichten en ontwikkelingen. 7. Raadsvoorstel 2e begrotingswijziging uur. Drie keer per jaar wordt de (meerjaren) begroting aangepast middels een begrotingswijziging. De begrotingswijziging is opgebouwd uit meerdere technische wijzigingen (techniek, géén beleid) of de administratieve verwerking van eerdere besluitvorming. De begrotingswijzigingen tot en met de 2-e technische wijziging 2015 vormen de nominale Programmabegroting 2016 (boek). De 1 e begrotingswijziging 2015 is maart jl. vastgesteld, de 3e begrotingswijziging 2015 volgt in het najaar. 8. Commissiebrief Uitvoering motie 'Haalbaar plan voor de Centrale Bibliotheek uur. De leden van de cie S&R worden ook uitgenodigd voor commissiebehandeling Geagendeerd door de heer Schipper en de heer Wijlhuizen, SP en de heer Bos, Stadsbelang Utrecht. Motivering SP: Gezien de historie van het dossier lijkt het de fractie van de SP voor de hand liggen dat de raad een politiek oordeel kan geven over de vele aspecten van de voorgenomen verhuizing van de bieb, zoals die in de intentieovereenkomst en de commissiebrief zijn verwoord. Hiervoor wil de SP de behandeling in de commissie benutten. Afhankelijk van de technische bespreking van de geheime exploitatieopzet zal wellicht ook een besloten deel nodig zijn in de commissie. Motivering Stadsbelang Utrecht: De fractie van Stadsbelang Utrecht is niet overtuigd van de financiële onderbouwing van de investeringen, de benodigde financiering, de risico's. Daarnaast wil Stadsbelang Utrecht graag in gesprek met andere fracties over de geschetste wankele exploitatie en de toekomstvisie op bibliotheken. De antwoorden van de wethouder hebben de fractie niet overtuigd. 2

4 Agenda commissie Mens en Samenleving 8 en 10 september 2015 Stadsbelang Utrecht wil een betere onderbouwing, want hier kan de fractie niet mee instemmen. 9. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Kreijkamp uur. Burgemeester Beleidsvelden: Brandweer, Ombudszaken, Openbare Orde en Veiligheid, Politie, burgerzaken 10. Commissiebrief Kwetsende spreekkoren tijdens FC Utrecht - Ajax uur. De portefeuillehouder Sport is ook uitgenodigd voor de behandeling van de commissiebrief. Geagendeerd door de heer Kleuver, D66 D66 wil graag met de burgemeester in gesprek over de uitkomsten van de gesprekken met FC Utrecht en hoe hij aankijkt tegen zijn bevoegdheden en zijn rol als er kwetsende spreekkoren worden geconstateerd. Bovendien is D66 benieuwd wat er wordt gedaan om de daders op te sporen en hoe de samenwerking met FC Utrecht en de supportersverenigingen wordt gewaardeerd. Meepraters op de raadsinformatieavond spraken over fancoaches. Ook daarover wil D66 van gedachten wisselen. De fractie van D66 vraagt tevens of de wethouder sport bij de commissiebehandeling aanwezig wil zijn omdat 'hufterigheid' volgens meepraters bij sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder niet beperkt blijft tot spreekkoren tijdens wedstrijden in het betaald voetbal. D66 is benieuwd wat er in bredere zin gebeurt om discriminatie en ander ongewenst gedrag in de sport te bestrijden, wat de rol van de gemeente is en welke mogelijkheden het college ziet. 11. Commissiebrief Vooruitblik jaarwisseling uur. Geagendeerd door fractie Partij voor de Dieren en door de heer De Vries, GroenLinks Het valt de Partij voor de Dieren en GroenLinks op dat er meer mogelijkheden zijn voor het terugdringen van consumentenvuurwerk en de bijbehorende overlast dan nu uit de commissiebrief naar voren komt en dat er nog zaken zijn die kunnen worden onderzocht. De fracties gaan hier tijdens de commissiebehandeling graag op in. 12. Beantwoording rondvraagpunten enz. Burgemeester uur. 3

5 Agenda commissie Mens en Samenleving 8 en 10 september 2015 DONDERDAGMIDDAG 10 september 2015 Voorzitter: mevrouw Bouazani De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. Wethouder Geldof Beleidsvelden: organisatievernieuwing en publieksdienstverlening, Bestuursinformatie 13. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Geldof uur. Wethouder Everhardt Beleidsvelden: Werk en Inkomen, Jeugdzorg en Volksgezondheid, Juridische Zaken 14. Commissiebrief Actieplan Jeugdwerkloosheid uur. Geagendeerd door de heer Wijlhuizen, SP, de heer Post, PvdA, mevrouw De Boer, GroenLinks en mevrouw Freytag, Student&Starter. De SP vraagt zich gezien de geringe afname van het aantal jeugdwerklozen in de periode af of het wenselijk is om het budget voor de aanpak van jeugdwerkloosheid te verlagen. Daarnaast lijken er doelen rondom de aanpak omlaag bijgesteld te worden, terwijl er in het actieplan gesteld wordt dat de ambitie onverminderd hoog is. Tot slot lijkt een deel van de doelen en acties gebaseerd te zijn op het gegeven dat er sprake is van een sterke daling van vroegtijdige schoolverlaters, terwijl hier op basis van de jaarstukken geen sprake van is voor MBO leerlingen. De SP wil het actieplan graag bespreken met het college en de andere fracties. De PvdA-fractie gaat graag met het college en de andere fracties in gesprek over de gekozen aanpak van jeugdwerkloosheid in 2015 en De PvdA is benieuwd hoe de conclusies van de evaluatie van het vorige programma in het nieuwe programma een plek hebben gekregen. Ook gaat de PvdA in op de wijze waarop de toezegging van de wethouder, dat hij zich ervoor hard zou maken dat het bestrijden van discriminatie en achterstelling op de arbeidsmarkt aandacht krijgt in het vervolg van het actieplan jeugdwerkloosheid, in het voorstel is opgenomen. De fractie van GroenLinks wenst nader in te gaan op de effectiviteit van de gekozen aanpak en bespreken of er mogelijkheden zijn deze verder te verbeteren. De fractie van Student&Starter wil met de wethouder en de andere fracties in gesprek over het plan en op zoek naar extra kansen tegen de jeugdwerkloosheid. 15. Commissiebrief Arbeidsmarktbewerkingsplan en bestedingsplan Utrechtse Werktafel en Schriftelijke vragen over voortgang garantiebanen (2015, nr. 89) 4

6 Agenda commissie Mens en Samenleving 8 en 10 september uur. Geagendeerd door de heer Post (PvdA), mevrouw de Boer ( GroenLinks), mevrouw Koelmans (SP) en de heer van Ooijen (ChristenUnie). De agenderende fracties willen met het college en de andere fracties in gesprek over de vraag of het marktbewerkingsplan voldoende vertrouwen geeft en voldoende hardheid heeft om de gestelde doelen voor eind 2016 (en vervolgens verder) te halen. Waarom beperkt het plan zich tot 2015, terwijl het eerste doel eind 2016 moet zijn gerealiseerd? Zijn de gehanteerde instrumenten, zoals de website de juiste voor deze doelgroep? Hoe wordt omgegaan met het uitgangspunt van de banenafspraak, dat geschikt werk moet worden gezocht bij de mensen uit de doelgroep in plaats van andersom? Hoe houdt de wethouder als voorzitter van het werkbedrijf sturing op het proces? En welke verbeteringen zijn er mogelijk in doorverwijzing en indicering van mensen met een arbeidsbeperking? 16. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Everhardt uur. DONDERDAVOND 10 september 2015 Voorzitter: de heer Van Waveren De agendapunten 1 t/m 5 worden per dagdeel herhaald. Wethouder Jongerius Beleidsvelden: Cultuur, Welzijn, Zorg en Maatschappelijke Ondersteuning, Wijkgericht werken en participatie, Het Utrechts Archief 17. Beantwoording van de schriftelijke vragen 2015/27 over de toename van verwarde mensen in Utrecht uur. O.v.b. van uitkomsten van de raadsinformatieavond geagendeerd door mevrouw Koelmans, SP mede namens mevrouw Metaal, CDA, mevrouw Scally, GroenLinks en de fractie van Student & Starter Motivering SP: Gezien het aantal vragen waar de SP-fractie mee blijft zitten naar aanleiding van de beantwoording van de schriftelijke vragen en de Raadsinformatieavond die daarop volgde, ligt het voor de hand om tijdens een commissievergadering verder op het onderwerp in te gaan. Hierbij wil de SP graag o.a. de zorgketen als geheel en specifiek de pilotaanpak vanuit politie en Altrecht de revue laten passeren. 18. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Jongerius uur. 5

7 Agenda commissie Mens en Samenleving 8 en 10 september 2015 Wethouder Jansen Beleidsvelden: Sport en Dierenwelzijn 19. Commissiebrief Reactie college op Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op weg naar uur uur. Geagendeerd door mevrouw Scholten, D66, de heer Buunk, VVD, mevrouw Bouazani, PvdA en de fracties van Stadsbelang Utrecht en de ChristenUnie. De D66-fractie wil graag met de wethouder in gesprek over de totstandkoming en de status van de Utrechtse sportvisie en daarnaast over de keuzes en fasering. De fractie van de ChristenUnie wil graag met het college en de andere fracties in gesprek over de status van de voorliggende Sportvisie, evenals over de uitgesproken ambities en de uitwerking daarvan. De fracties van de VVD, Stadsbelang Utrecht en PvdA sluiten zich hierbij aan. 20. Commissiebrief Jaarverslag Dierenwelzijn uur. Geagendeerd door mevrouw van Esch, Partij voor de Dieren en mevrouw Metaal, CDA: De fractie van de Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen over het Jaarverslag en vragen zich af waarom de financiële onderbouwing ontbreekt. De PvdD willen samen met de raad en het college een goed eerste jaarverslag neerzetten en ervoor zorgen dat het volgende jaarverslag alle benodigde punten op het gebied van dierenwelzijn in Utrecht bevat. Het CDA vindt het zorgelijk dat er een toename is van het aantal katten en konijnen dat moet worden opgevangen in het dierenasiel. De CDA-fractie gaat graag met de wethouder in gesprek om te kijken wat de gemeente zou kunnen doen om het aantal dieren dat naar het asiel moet te laten afnemen. Het CDA is benieuwd waarom de passage over faunapassages uiteindelijk verdwenen is uit het jaarverslag, en hoort graag van de wethouder over het functioneren van de faunapassages. 21. Beantwoording rondvraagpunten enz. wethouder Jansen uur. Utrecht, 25 augustus 2015 Hoogachtend, De voorzitter van de commissie Mens en Samenleving, De heer S. van Waveren 6

8 3 Verslagen 1 Verslag cie M&S 15_17_juni Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus CE Utrecht Telefoon Fax Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2015 en Verantwoording 2014 door de Commissie Mens & Samenleving d.d.15 en 17 juni 2014 Verslag door Geertjan Benus (in opdracht van de griffie, eindredactie vóór aanbieding van het verslag aan de griffie). Geertjan werkte voor dit verslag samen met een collega in zijn branche. Datum verslag 24 juni 2015 Vaststelling De commissie stelt dit verslag definitief vast in haar vergadering van 7 en 9 juli verslag Eventuele wijzigingen op dit verslag worden verwerkt in het verslag van die vergadering. Aanwezig: 15 juni s middags: De voorzitter mevrouw G. Bouazani (PvdA), de wethouder de heer J. Kreijkamp en de heer P. Jansen, en voorts de leden: mevrouw S. Scholten (D66), de heer A. Kleuver (D66), mevrouw B. Paardekooper (GroenLinks), de heer P. van Corler (GroenLinks), de heer D. Gilissen (VVD), mevrouw J. Inkelaar, de heer M. Eggermont (SP), mevrouw M. Haage (PvdA), de heer S. van Waveren (CDA), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), de heer S. Menke (Student & Starter), mevrouw S. Oskam (Partij voor de Dieren), mevrouw R. Freytag (Student & Starter), de heer C. Bos (Stadsbelang). Bovendien zijn de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris) aanwezig. 15 juni s avonds: De voorzitter de heer S. van Waveren, de burgemeester de heer J. van Zanen en de wethouder de heer K. Geldof, en voorts de leden de heer J.A. Kleuver (D66), mevrouw S. Scholten (D66), de heer V. Wijlhuizen (SP), mevrouw Q. Rajkowski (VVD), de heer S. de Vries (GroenLinks), mevrouw M. Haage (PvdA), mevrouw M. Metaal (CDA), mevrouw B. Dibi (PvdA), de heer F. Valkenburg (Student & Starter), de heer S. Menke (Student & Starter), de heer C. Bos (Stadsbelang Utrecht), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie). Verder zijn aanwezig, van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). 17 juni s middags: De voorzitter de heer S. van Waveren, de wethouders mevrouw M. Jongerius en de heer J. Kreijkamp, en voorts de leden mevrouw A. Knip (D66), mevrouw S. Baş (D66), mevrouw S. Scholten (D66), mevrouw A. Knip (D66), mevrouw T. Scally (GroenLinks), mevrouw H. Koelmans (SP), mevrouw Q Rajkowski (VVD), mevrouw B. Paardekooper (GroenLinks), de heer S. de Vries (GroenLinks), de heer A. van Schie (VVD), mevrouw J. Inkelaar (ChristenUnie), mevrouw M. Metaal-Froon CDA), mevrouw B. Dibi (PvdA), de heer R. Post (PvdA), de heer S. Menke (Student & Starter), de heer H. de Jong (Student & Starter), de heer C. Bos (Stadsbelang). Ook zijn aanwezig, van de griffie de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). 17 juni s avonds: De voorzitter mevrouw B. Paardekooper, de wethouders de heren V. Everhardt en mevrouw M. Jongerius en voorts de leden mevrouw S. Baş (D66), mevrouw A.M. Podt (D66), de heer B. Meijer (D66), mevrouw H. de Boer (GroenLinks), mevrouw T. Scally (GroenLinks), mevrouw J. Tielen (VVD), mevrouw H. Koelmans (SP), mevrouw B. Dibi (PvdA), mevrouw M. Metaal-Froon CDA), de heer H. Stahl (Stadsbelang Utrecht), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), de heer S. Menke (Student & Starter), de heer F. Valkenburg (Student & Starter). Tevens zijn aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). En overigens: Ambtelijke vertegenwoordigers van gemeentelijke afdelingen. Niet aanwezig: De agenda: 15 en 17 juni Inhoudsopgave 1. Opening en mededelingen Reactie van de voorzitter van de subcommissie Controle en Financiën op de VJN/Berap en Verantwoording en de reactie van de subcommissie op het accountantsrapport Financiën, (= geen formeel programma in de VJV/JS) uit de JS o.a. hfdst Samenvatting, hfdst 1, Algemeen, hfdst 2, Paragrafen hfdst Baten en Lasten en Balans en Balans en prgr rekening en hfdst bijlagen. Uit de VJN/Berap o.a. hfdst 1 Samenvatting, hfdstuk 2.1 Fin. Ontwikkeling en deels hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6 Berap. Inclusief Raadsvoorstel Resultaatbestemming 2014, Inclusief Raadsvoorstel Lokale heffingen , Inclusief Raadsvoorstel Risicomanagement en weerstandsvermogen , inclusief Raadsvoorstel m.b.t. de opdrachtverstrekking Pagina 1 van 82

9 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni controlewerkzaamheden aan de accountant; Sport, hfdst 1.11 (JS hfdst 5 (VJN en Dierenwelzijn = geen formeel programma in de VJN) Bewoners en bestuur (m.u.v. Stadspromotie, behandeling do-mi bij W&I): hfdstuk 1.1. JS en VJN deels hfdst 2.2 programma s en hfdst 3 investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN hfdstuk 5 en 6 m.u.v. Wijkgericht Werken en participatie (= bespreking wo-middag), Organisatievernieuwing (= geen programma in de VJN/JS; Veiligheid hfdst 1.9 (JS) en VJN deels hfdst 2.2 programma s/kansen en hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen, hfdst 5 en 6 Berap Onderwijs hfdst 1.7 (JS), en VJN deels hfdst 2.2 programma en hfdst 3 (Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6; Cultuur hfdstk 1.10 (JS) en VJN deels 2.2. programma s en hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6 Berap; Wijkgericht Werken en participatie (VJN/Berap hfdst 1.1. Bewoners en bestuur en VJN deels hfdst 3, investeren/kansen hfdst 4 Bijlagen VJN hfdst 5 en 6 Berap Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid, hfdst 1.8 (JS) en VJN deels hfdst 2.2 programma s en hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6 Berap Toezeggingen bij de behandeling van de Voorjaarnota Opening en mededelingen Middagvergadering 15 juni De voorzitter, mevrouw Bouazani, opent de vergadering op deze dag tegen de ouderenmishandeling en heet alle aanwezigen welkom én de mensen die de vergadering volgen via het internet. Deze week vindt de behandeling van de Voorjaarsnota 2015 plaats, de jaarstukken 2014 en een aantal daaraan gerelateerde raadsvoorstellen. De afgelopen vrijdag aan de commissie toegestuurde raadsbrief over de Meicirculaire kan de commissie betrekken bij het betoog indien zij dat wenst. De stukken worden bijeengenomen in één termijn behandeld. Zij gaat in op de spelregels. Zij verneemt dat geen van de aanwezige fracties het woord wil voeren over het geheime stuk bij agendapunt 3. Het Presidium zond de commissie het Raadsvoorstel Opdrachtbevestiging controlewerkzaamheden accountant 2015 toe. Zij verneemt van de commissie dat zij dat voorstel zonder discussie met de A-status doorzendt naar de raad. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van Corler. Avondvergadering 15 juni De voorzitter, de heer Van Waveren, hervat de vergadering omstreeks uur. Geeft weer wat op de agenda staat. Middagvergadering 17 juni De voorzitter, de heer S. van Waveren, hervat de vergadering omstreeks uur en noemt de onderwerpen die aan de orde zijn. Avondvergadering 17 juni De voorzitter, mevrouw Paardekooper, heropent de vergadering omstreeks uur. Zij deelt mee welke onderdelen van de Voorjaarsnota behandeld zullen worden. De definitieve besluitvorming in de raad vindt plaats op 30 juni. Zij gaat kort in op de spelregels Mededelingen Geen 2. Reactie van de voorzitter van de subcommissie Controle en Financiën op de VJN/Berap en Verantwoording en de reactie van de subcommissie op het accountantsrapport De subcommissie De heer Van Corler (voorzitter subcommissie) licht toe dat hij aanvullend ingaat op het niet afgeven van een goedkeurende verklaring gezien de brief die de subcommissie aan de raadscommissie verstuurde. Het niet afgeven, hangt samen met de nog uit te voeren controlewerkzaamheden door de accountant van BghU, Baker Tilly Berk. Vrijdag 12 juni jongstleden voerde Deloitte een review uit op de aangeleverde informatie. Deloitte trof geen inhoudelijke bijzonderheden aan. Na afwikkeling van zijn interne kwaliteitsreview en na ontvangst van de getekende bevestigingsbrief zal Deloitte de controleverklaring en het accountantsverslag verstrekken. Een betere afstemming tussen de accountant van de BghU en de gemeente Utrecht kwam al aan de orde bij de commissie Controle en Financiën. Toegezegd is daaraan aandacht te zullen besteden. Wethouder Kreijkamp voegt hieraan niets anders toe dan dat hij deze ochtend de bevestiging vernam dat Deloitte een goedkeurende verklaring gaat afgeven. Pagina 2 van 82

10 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 De voorzitter dankt de subcommissie voor het gedane werk Financiën, (= geen formeel programma in de VJV/JS) uit de JS o.a. hfdst Samenvatting, hfdst 1, Algemeen, hfdst 2, Paragrafen hfdst Baten en Lasten en Balans en Balans en prgr rekening en hfdst bijlagen. Uit de VJN/Berap o.a. hfdst 1 Samenvatting, hfdstuk 2.1 Fin. Ontwikkeling en deels hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6 Berap. Inclusief Raadsvoorstel Resultaatbestemming 2014, Inclusief Raadsvoorstel Lokale heffingen , Inclusief Raadsvoorstel Risicomanagement en weerstandsvermogen , inclusief Raadsvoorstel m.b.t. de opdrachtverstrekking controlewerkzaamheden aan de accountant; Sport, hfdst 1.11 (JS hfdst 5 (VJN en Dierenwelzijn = geen formeel programma in de VJN) De commissie Mevrouw Haage (PvdA) dankt het college voor de jaarstukken, de bestedings- en dekkingvoorstellen en de Voorjaarsnota. De inzichtelijkheid is toegenomen en het laat zich aanzien dat de ondersteuning hieraan veel werk moet hebben gehad. De stad groeit, de budgetten voor Utrecht van het Rijk groeien, maar de kansen voor alle Utrechters om mee te gaan in die groei gaan niet gelijk op. Door te bezuinigen op voorzieningen en te investeren in ICT maakt het college andere keuzen dan de PvdA. Bij haar inbreng gaf zij voorbeelden van bezuinigingen, en van de berekening van het weerstandsvermogen en de dekkingsvoorstellen. Het college bezuinigt veel in de stad: 2% generiek op grote instellingen en 1 miljoen euro op het Initiatievenfonds. Zij stelt: Utrecht maken we samen maar nu even niet en dat terwijl de initiatieven van bewoners nóg meer moeten worden ondersteund in de participatiesamenleving. Een andere korting die opvalt, is de korting op voor- en vroegschoolse educatie. Een innovatietaakstelling klinkt mooi maar is een bezuiniging. Waarom moet innovatie altijd geld opleveren? Misschien kost innoveren soms wel geld en gaat de kost voor de baat uit, zeker als vernieuwing centraal staat zoals het college schrijft. Zij vraagt de wethouder om een reactie hierop. Er worden nog steeds zaken vooruitgeschoven of omzeild, zoals de bibliotheek en het Cultuurforum Leidsche Rijn. Zij vraagt welke financiële risico's dit met zich meebrengt. Bij het robuustere model voor de berekening van het weerstandsvermogen zet de PvdA vraagtekens. De verhoging van de OZB wordt structureel doorgetrokken. Waarom kiest het college ervoor om bij zulke meevallers het weerstandsvermogen te verhogen? De gemeente is 0,8 miljoen euro strenger voor zichzelf geworden zonder dat daar een aanwijsbare aanleiding voor is. Het is ook mogelijk per jaar 8 mensen als toezichthouder in de openbare ruimte aan te stellen. In verhouding met de G4 zou Utrecht kwetsbaarder zijn en meer afhankelijk van het Rijk zijn omdat Utrecht geen grote haven of luchthaven heeft. Utrecht heeft een kleiner verdienmodel dan andere G4 steden. De heer Van Corler (GroenLinks) vraagt of de PvdA ervoor pleit dat Utrecht niet alle risico's goed moet afdekken in het weerstandsvermogen. Mevrouw Haage (PvdA) antwoordt ontkennend en licht toe dat het haar opvalt dat het college naar een nog strengere berekening toe gaat. Uit vorige collegeperiodes kan zij zich niet herinneren dat de berekening niet streng genoeg zou zijn. Zij betwijfelt of extra bijverzekeren een goed idee is. De heer Van Corler (GroenLinks) vraagt zich af of het beleid strenger is of dat de risico's scherper in beeld worden gebracht. Hij begreep dat er een ander rekenmodel wordt gebruikt waarbij scherper in beeld komt welke risico's er zijn en hoe die worden afgedekt. Hij kan zich voorstellen dat de PvdA blij is dat de risico s goed in beeld zijn. De heer Meijer (D66) vraagt of de PvdA kiest voor zorgvuldigheid of voor nu besteedbare middelen. D66 kiest voor een zorgvuldige berekening van de risico's. Mevrouw Haage (PvdA) antwoordt dat de gemeentelijke financiën scherp aan de wind zeilen is. Dat wil zeggen dat de gemeente haar risico s zorgvuldig moet afdekken maar dat betekent niet dat er reserves aangehouden moeten worden terwijl de voorzieningen voor de inwoners belangrijk zijn. De heer Gilissen (VVD) vraagt of de PvdA het met de VVD eens is dat een betere en scherpere berekening van het weerstandsvermogen noodzakelijk is. Als dat zo is, moet er een storting volgen om het weerstandsvermogen weer op 1 te krijgen. De heer Meijer (D66) stelt dat het verschil tussen scherp aan de wind zeilen en omslaan nu is bepaald. Dat ligt vast op het getal 1. Het indexgetal dat daarvoor wordt gebruikt, is niet hoger dan 1. Daarmee wordt scherp aan de wind gezeild. Mevrouw Haage (PvdA) geeft aan dat Nederland zich vaak oververzekert. Zij vindt het gerechtvaardigd dat hier aan de orde te stellen en erover te discussiëren of er niet te veel risico's worden afgedekt. Daarmee worden de stad investeringen ontzegd en blijven voorzieningen op peil. Verzekeren ten opzichte van zelf betalen brengt ook extra overhead met zich mee. De heer Gilissen (VVD) vindt dat mevrouw Haage geen antwoord geeft op zijn vraag. Hij zegt dat er een nieuwe Nota risicomanagement en weerstandsvermogen is. Er ligt een nieuwe systematiek ten grondslag aan de berekening van het bedrag dat nodig is voor het weerstandsvermogen. Als de PvdA meent dat de gemeente zich oververzekert, wil hij graag weten waar het aan schort. De VVD is tevreden met het nieuwe systeem. Hij vraagt Pagina 3 van 82

11 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni waar het aan scheelt volgens de PvdA. Waar ligt de structurele fout in de wijze waarop het weerstandsvermogen nu wordt berekend? Mevrouw Haage (PvdA) roept alleen de vraag op waarom de berekening strenger wordt en daar wil zij het bij laten. Er is een enorm bedrag van bijna 60 miljoen euro overgebleven uit Er worden nieuwe dekkingsvoorstellen gedaan, onder meer voor TivoliVredenburg, van 1,7 miljoen euro. Zij begrijpt dat er reserve moet worden opgebouwd maar zij vindt dat er te veel automatisme is bij het opvangen van tekorten van TivoliVredenburg. Zij wil graag druk op de ketel houden om die exploitatie rond te krijgen om tegenvallers op de exploitatie en geluidslekken te kunnen opvangen. Ten aanzien van de sportstimulering ziet de PvdA dat de sportdeelname bij jongeren boven de 16 jaar gelijk blijft. In de wijken Noordwest en Zuidwest daalt de deelname en in het kader van toenemend overgewicht bij jongeren vindt zij dat een zorgelijke ontwikkeling. Hoe kijkt de wethouder hiernaar en is hij bereid extra in te zetten op deze doelgroep en wijken? De roeisport heeft nog steeds een huisvestingsprobleem. Wanneer komt de wethouder met een concreet plan? Hardlopen en wielrennen zijn grote sporten in Utrecht. De PvdA overweegt hardlooproutes en de route van de Tour de France op straat aan te geven zodat mensen op het wegdek kunnen zien wat een goede intervaltraining is en hoe lang een route is. Hiermee kan Utrecht een loopvriendelijke stad worden. De PvdA denkt dat dit idee sportstimulerend kan werken. Zij vraagt de wethouder om een reactie. De heer Meijer (D66) zegt dat gemeenten onder vuur van het Rijk liggen. Keer op keer wordt door het Rijk een greep uit de gemeentekas gedaan. Hij noemt voorbeelden. Daar komen de eigen tegenvallers nog bij, zoals de extra investering in Tivoli, de asbestsanering op de Vechtdijk en de niet-ingevulde taakstelling op de overhead. Het is het college toch gelukt de kortingen op te vangen en ambities waar te maken. Op cultuur, het op peil houden van het Decentralisatiefonds, een investering op het jongerenwerk, het tegengaan van radicalisering, internationale profilering van de stad en het stimuleren van werkgelegenheid. Hij maakt het college hiervoor zijn complimenten. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of D66 zich ervan bewust is dat hij alle meevallers van de gemeente nu niet noemt. Het zou hem sieren wanneer de heer Meijer die meevallers ook noemt. De heer Meijer (D66) geeft de ChristenUnie gelijk want er zijn wel degelijk meevallers. Ook op financieeltechnische dossiers worden resultaten geboekt, waaronder de pilot Mijn WOZ en diverse nota Verbonden Partijen, de Nota Inkoop, buurtbudgetten. Die zaken liggen nu niet voor. De nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen krijgt van D66 niets dan lof. Er ligt een professionele en solide berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Die heeft de gemeente ook beschikbaar. Ten aanzien van zero-based begroten heeft D66 de politieke ambitie om het begrotingsproces van de gemeente Utrecht te verbeteren. Hij baseert zich hierbij op de bevindingen van het team audit van de afdeling Concernmanagement, Financiën en Control. Die geeft in haar rapportage Zicht op de Draaiknoppen van 3 april aan dat het voor de gemeente heel goed zou zijn om dit instrument ter hand te nemen. Dat is ook gebeurd. Een aantal trajecten is doorlopen maar het valt hem toch op dat de ambtelijke organisatie worstelt met het begrip zero-based begroten. D66 meent dat dit komt omdat de methodiek louter als een bezuinigingsmaatregel wordt beschouwd en ook zo toegepast. Belanghebbende partijen in de stad worden in beperkte mate betrokken en de nadruk ligt vooral op de minimale wettelijke taak. Er wordt volgens D66 onvoldoende gekeken naar de maatschappelijke opgave en ambitie. D66 roept het college en de ambtelijke organisatie op zero-based begroten niet te zien als een bedreiging die per definitie leidt tot minder geld voor de uitvoering van taken op een bepaald beleidsterrein maar die methode te zien als een kans om vanuit de wettelijke taak en de maatschappelijke ambities samen met de inwoners de juiste afweging te maken ten aanzien van de begroting en de besteding van middelen. Welke mogelijkheden ziet de wethouder hiertoe en is hij bereid deze verder vorm te geven? Hoeveel budgetten staan op de subsidiestaat die niet of nauwelijks worden benut? Aan het eind van het jaar vloeien deze uiteindelijk terug in de algemene middelen. Geld uitgeven is inderdaad geen doel op zich. Het is wél zonde dat zoveel ambities niet kunnen of worden vervuld. Had het college die middelen niet aan andere ambities kunnen toewijzen? Graag een reactie van de wethouder. De heer Gilissen (VVD) zegt dat de subsidiestaat een bijzonder onderdeel is van het startdocument. Wil de D66- fractie jaarlijks kritisch kijken naar de besteding van de subsidies? Uiteraard zijn er allerlei verantwoordingsmechanismen, maar hij oppert het idee van het zero-based begroten (het kritisch kijken naar wat er nodig is om een bepaald doel te realiseren) scherper terug te laten komen in al het geld dat de gemeente via subsidies uitgeeft. De heer Meijer (D66) antwoordt dat de heer Gilissen en hij op één lijn zitten. Hij stelde niet voor niets een schriftelijke vraag over de onderuitputting bij subsidies. Hij wil ook bij zero-based begroten goed kijken naar hoeveel geld voor welke subsidie nodig is. Hij is er geen voorstander van steeds een bedrag vrij te maken dat zelden of nooit volledig wordt toegekend aan mensen die daarop recht hebben of daarop aanspraak kunnen maken. Hij is het op dit gebied eens met de VVD-fractie. Pagina 4 van 82

12 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De schulden van de gemeente lopen op. Utrecht blijft binnen de grenzen die de VNG acceptabel vindt, maar de vraag is of de raad die ook acceptabel vindt. Grote uitgaven zijn in aantocht zoals voor de Jaarbeurspleingarage en andere ontwikkelingen in bijvoorbeeld Leidsche Rijn en in het Stationsgebied. Veel van die uitgaven autoriseerde de raad al eerder. Daar wil hij niet aan tornen. Wat is de visie van de wethouder op de oplopende schuldenlast en welke mogelijkheden ziet hij om deze te dempen? De Meicirculaire laat geen glorieus beeld zien, onder meer door tegenvallende uitgaven van de rijksoverheid en de trap-op-trap-afsystematiek. De wethouder stuurde de commissie via een commissiebrief een eerste analyse. Met enkele meevallers is de grootste klap op te vangen. Hij roept de wethouder op tot een terughoudende financiële koers om de verwachte meevallers daadwerkelijk te realiseren. Ten aanzien van de gemeentelijke heffingen meent D66 dat de verhouding afvalstoffenheffing tussen een eenpersoonshuishouden en een meerpersoonshuishouden niet optimaal is. Het is tijd voor een volgende stap om de afvalstoffenheffing rechtvaardiger te maken. Hij vraagt een toezegging van de wethouder. Hij complimenteert het college met de goedkeurende verklaring van de accountant die Deloitte voornemens is af te geven. De gemeente heeft haar zaakjes voor wat betreft de financiële Verantwoording goed op orde. Dat vindt hij een groot goed. Mevrouw Scholten (D66) deed in 2014 bij de Voorjaarsnota een oproep om samen met de sportsector slagen te maken in de maximale bezetting van accommodaties en slimme oplossingen om kosten te besparen of het gebruik te vergemakkelijken. Volgens de jaarstukken 2014 is de gemeente begonnen met het efficiënter benutten van sportparken. In de beleving van D66 gaat dit niet snel. Zal de gemeente in 2015 tempo maken? Zij vraagt een reactie van de wethouder. Het college geeft aan dat er geen knelpunten zijn op de buitensportaccommodaties. Verenigingen hebben wel knelpunten. Ziet de wethouder die knelpunten als louter een probleem van de verenigingen of heeft de wethouder de ambitie om in deze collegeperiode een stap te zetten in de oplossing van dergelijke knelpunten? Zij geeft als voorbeeld de zogenaamde toendra van Zwaluwen Utrecht. De heer Gilissen (VVD) vraagt hoe D66 aankijkt tegen het onderzoek van de mogelijkheid van zelfbeheer van sportaccommodaties door sportverenigingen. De VVD meent dat dit beste manier is om mensen erbij te betrekken. Mevrouw Scholten (D66) antwoordt dat haar fractie daar groot voorstander van is. Zij is blij dat daarin stappen worden gezet. Ook haar fractie hoopt dat het college hierin tempo maakt. Het college wil ruimte geven aan nieuwe sportieve initiatieven maar in de praktijk is dit lastig. Hoe wil de gemeente echt faciliterend gaan werken? De wethouder liet zich positief uit over het ondernemerschap dat verenigingen tonen bij het efficiënt gebruiken van de eigen accommodaties. Moet de gemeente verenigingen meer ruimte bieden om nieuwe sportieve activiteiten op de velden mogelijk te maken, ook om daar financieel voordeel uit te halen? Ziet de wethouder mogelijkheden voor een pilot waarbij het ondernemerschap van verenigingen wordt beloond met een deel van de extra huur die de gemeente binnenhaalt dankzij het ondernemerschap? Zij krijgt hierop graag een reactie. In 2014 gaf de wethouder aan dat hij zeer enthousiast was over sport en bewegen in de openbare ruimte. Wordt er in 2015 tempo gemaakt met de ontwikkeling van nieuwe gebieden voor sport in de openbare ruimte? D66 vindt de insteek van het college voor sport en bewegen binnen de WMO nog beperkt. De gemeente volgt en moedigt aan maar D66 wil graag een actievere rol van de wethouder en zijn collega s zien op dit vlak. Dat is én goed voor de mensen die het betreft én het kan bijdragen aan een betere benutting van de accommodaties. Zij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. De heer Kleuver (D66) merkt op dat over Dierenwelzijn weinig vermeld is in de nota. De nota is recentelijk herzien. Hij neemt aan dat het college daar in de toekomst in zijn Voorjaarsnota iets meer over zal melden dan nu het geval is. Zijn fractiegenoot de heer Sienot zal bij de behandeling van de openbare ruimte terugkomen op watervogelvriendelijke kades. Kan de wethouder nog iets melden over de Green Deal? 270 De heer Van Waveren (CDA) brengt in dat ondanks de relatie van sommige stukken met de Voorjaarsnota deze niet altijd meegezonden hoeven te worden. Hij sprak daarover met de procedurecommissie. Daarbij is gezegd dat de Nota verbonden partijen apart behandeld kan worden. Er is ook een extra dagdeel ingepland voor de verkeersplannen. Hij vraagt het college rekening te houden met de druk in deze commissie. Vorig jaar maakte hij het college een compliment over geld dat op de plank was blijven liggen. In de Jaarstukken staat dat er in miljoen euro is overgebleven. In 2013 was dat nog 90 miljoen euro. Dat is een stap in de goede richting voor een betere begroting en de uitvoering daarvan. De heer Van Waveren vraagt aandacht voor de OZB 2 miljoen euro meer is geïnd dan eind 2013 bij de begroting was voorzien. Deze trend bestaat voor het CDA al te lang en de OZB wordt nu gebruikt om tekorten op andere onderdelen te dichten. Het CDA vindt dat geen wenselijke situatie. Pagina 5 van 82

13 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Hij is wel positief over het kwijtscheldingspercentage en de inning van de OZB. Dat zegt iets over de economie maar het zegt hopelijk ook iets over de belastingsamenwerking. Over de oninbaarheid van de OZB is maar weinig specifieke informatie bekend. Dat is voor het CDA een belangrijk punt omdat oninbaarheid de rechtvaardiging in belastingen ondermijnt. Hij vraagt daarin meer inzicht en hij vraagt de wethouder in volgende jaarrekeningen bij alle heffingen en leges specifiek te benoemen welk percentage oninbaar is gebleken en daarbij een verklaring te geven zo dat de raad kan weten wat de raad vaststelt. Over de bestedings- en dekkingsvoorstellen zit onderhandelingsruimte met betrekking tot de 1,7 miljoen euro die opgenomen zou worden voor TivoliVredenburg in 2014 en die feitelijk 1,2 miljoen euro is geworden. De heer Meijer (D66) merkt op dat in de brief over de Meicirculaire staat dat het geld dat minder nodig is voor dekking van het exploitatietekort van TivoliVredenburg, juist nodig is om de extra rijkskorting op te vangen. Hij vraagt een gedachte van het CDA over hoe dat geld te benutten dat minder nodig is om het exploitatietekort van TivoliVredenburg te dekken. De heer Van Waveren (CDA) zal daarvoor met een voorstel komen. De brief over de Meicirculaire is nagezonden bij de begrotingsbehandeling. Dan zal het CDA ook sluitende voorstellen doen. Hij constateert dat momenteel gekeken wordt naar bestedings- en dekkingsvoorstellen en een financiële discussie gevoerd wordt op een specifiek onderwerp. Het CDA ziet daartussen een goede match. Bij de Voorjaarsnota werd het CDA verrast door het positieve beeld dat het college schetst. De groei van de stad lijkt wel heel veel ruimte te bieden voor extra investeringen. Het is lastig in te schatten hoe terecht dat optimisme is. Het CDA ziet wel groei maar het is de vraag of alle opbrengsten zich daadwerkelijk zullen voordoen en de groei zich zal doorzetten zoals voorzien. De risico's blijven groot zoals te zien in de Meicirculaire. Door de decentralisaties komen grotere risico's bij de gemeenten te liggen. Het Verdeelmodel Werk en Inkomen is al aangehaald. Tevens zitten er nog risico's in de eigen organisatie. De ambities op de overhead worden in 2015 afgeboekt. De vraag is wanneer de innovatietaakstelling en de inkooptaakstelling afgeboekt moeten worden. Het college rapporteert daarover in de Voorjaarsnota alleen tekst en geen cijfers. Dat geeft hem te denken. Een aantal investeringsvoorstellen van het college juicht het CDA toe en voor een aantal van die voorstellen diende het CDA een tegenbegroting in. Het CDA is blij dat het college hierop goed studeerde. Hij mist wel een kritische blik op de rest van de programma's. Die blik was mogelijk op een aantal onderdelen en ook nodig om te investeren waar nodig. Daarmee sluit hij zich aan bij de opmerking van D66 over zero-based begroten. Hij ziet een zorgelijke trend waarbij het lijkt of de nieuwe stad de oude stad financiert. Hij hoopt daarin een beter inzicht te krijgen via inzichtelijke buurtbegrotingen. Voor het CDA zou in de Nota lokale heffingen een nadrukkelijke ambitie op verlaging van de lasten mogen staan. Hij spreekt zijn zorg uit over de nota en de afspraken die daarin zijn opgenomen. Hij constateert dat dit het coalitieakkoord betreft en hij weet niet of het de moeite waard is daarvoor een motie in te dienen die het niet zal halen. Met de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen gaat het CDA akkoord. Het is wel belangrijk dat de uitvoering juist verloopt. Het systeem kan wel kloppen maar staat of valt met de ambtelijke organisatie die de risico's tijdig signaleert en goed op waarde schat. Hij hoopt dat dit de aandacht van het college heeft en houdt. De afgelopen jaren is in het kader van Sport veel aandacht besteed aan beweegcoaches, combinatiefunctionarissen, et cetera. Het verdiepende bezoek van de raad leverde niet de overtuiging op dat dit een verstandige manier is om sportdeelname te bevorderen. Hij wil graag nagaan hoe de verschillende functionarissen op verschillende plekken op een andere manier in te zetten zijn om beweging onder kinderen te stimuleren. In de openbare ruimte staan op diverse plekken voetbalkooien. Het CDA wil in de openbare ruimte meer inzetten op een diversiteit aan sporttoestellen. Wanneer op een voetbalveld twee extra palen gezet worden, levert dat een rugbyveld op. Sommige verenigingen dragen graag zorg voor clinics. Dan is een grotere diversiteit aan sporten te organiseren en kan het college daarmee wellicht een deel van de capaciteitsproblemen oplossen. Hij is benieuwd hoe de wethouder dit ziet. De heer Gilissen (VVD) gaat in op de combinatiefunctionarissen. Hij merkt op dat dit geld voor deze functionarissen beschikbaar is. Dat is structureel te maken. Wanneer de gemeente geen gebruik meer zou maken van de cofinanciering zou nog maar de helft van dat geld beschikbaar zijn. Hoe kijkt het CDA daartegenaan? Eigenlijk gooit het college nu het kind met het badwater weg. De heer Van Waveren (CDA) zegt dat het wel om belastinggeld gaat. De gemeente zou met het Rijk in gesprek kunnen gaan over een juiste bestedingsmanier. Het CDA is van mening dat het geen effectieve methode is en kiest ervoor dit belastinggeld terug te geven. Hij weet dat er een belastingherziening aankomt en daarvoor is elke euro nodig. Verder is hij blij dat deze SP-wethouder zich achter de Tour de France schaart en licht toe hoe hij daarvan kennis kon nemen. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) zegt dat in het voorjaar van 2015 het debat over de Nota Dierenwelzijn wordt gevoerd. Het aantal gebouwbewonende diersoorten neemt af. Cijfers over andere diersoorten zijn niet bekend. Zij vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot amendement 16. Zij wil weten hoe het met de Pagina 6 van 82

14 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Green Deal staat en de plannen ter versterking van biodiversiteit in Utrecht. Wanneer kan de raad het raadsvoorstel verwachten? Ook dit jaar vinden onderzoeken plaats naar de door haar genoemde gebouwbewonende diersoorten. Wanneer worden de resultaten van het onderzoek verwacht en kunnen de onderzoeksresultaten ter informatie naar de raad worden gestuurd? Welke onderzoeken naar biodiversiteit vinden in de stad nog meer plaats? De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat de extra opgave vanuit het Rijk al is genoemd door D66. In de brief over de Meicirculaire is daarover informatie gegeven. In de brief staat: "In de Voorjaarsnota van 2015 is een bedrag gereserveerd voor het terugdraaien van de structurele armoedetaakstelling van 0,85 miljoen euro voor 2015." Dit bedrag is in 2015 echter niet nodig omdat er een incidentele invulling is gegeven aan de taakstelling. Hoe verhoudt zich dat tot de intentie van het amendement ( ) dat is aangenomen? Kan de wethouder hierover iets zeggen? Het is goed dat het 3D-fonds wordt aangevuld tot een niveau van 20 miljoen euro. Het CDA is blij met de buurtbudgetten en de pilot Budgetmonitoring. Bij de Voorjaarsnota 2014 vroeg het CDA daarvoor aandacht. Hij roept het college op ervoor te zorgen dat de politiek betrokken blijft bij de pilot. Hij vraagt het college hoe het denkt over het inbedden van succesvolle initiatieven en hoe deze een plek krijgen binnen de financiering van reguliere programma's. Met betrekking tot de innovatietaakstelling en het zero-based begroten sluit hij aan bij de woorden van D66. Hij is van mening dat de gemeente eerst zelf het zero-based begroten moet beheersen voordat dit wordt opgelegd aan andere organisaties. Het is logisch dat de innovatietaakstelling een inbedding krijgt binnen de gemeente. De heer Meijer (D66) zegt dat instellingen die afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidie niet het kind van de rekening mogen worden. Hij spreekt over niet-uitgeputte maar wel begrote subsidies. Hoe kijkt GroenLinks aan tegen structurele onderuitputting op subsidies waarvoor geld wordt gereserveerd maar die structureel niet worden toegekend omdat daarvoor geen aanvragen worden gedaan? De heer Van Corler (GroenLinks) antwoordt dat altijd kritisch gekeken moet worden naar onderuitputting. In de Jaarstukken leest hij dat er in 2014 een winst van 2,3 miljoen euro is geboekt op het treasurybeleid. Volgens hem komt dat terug in de interne rentetoerekening. Als het gaat om de BghU vraagt hij of er goed wordt gelet op de dienstverlening. Er zijn geluiden over lange wachttijden. Over het risicomanagement en het weerstandsvermogen zei hij al het een en ander en is het goed dat de nadruk ligt op het risicomanagement. Het is goed dat ook nietfinanciële risico's aandacht krijgen binnen het risicomanagement. Er moet scherp worden gekeken op welk niveau de niet-financiële risico's worden afgehandeld. Het weerstandsvermogen heeft als regel dat het niveau boven 1 afgeroomd mag worden. Dat wordt beperkt tot een kwart van het overschot van het betreffende jaar. Dat lijkt een logische regel maar deze is wel rigide als er grote bedragen vrijvallen. Dan blijft er onnodig geld op de plank liggen voor risico's terwijl het geld verder afgeroomd zou kunnen worden. Hij vraagt hierover een reactie van het college. De heer Meijer (D66) vraagt of GroenLinks zich bewust is van het feit dat in de toekomst bij de Voorjaarsnota meer afgeroomd mag worden dan het kwart dat nu gebruikelijk is. Het feit dat maar een kwart afgeroomd kan worden, is een mooie beschermconstructie voor de raad om over dit geld te beslissen. De heer Van Corler (GroenLinks) zegt dat deze discussie al eerder in de raad is gevoerd. Het is goed om in de regelgeving van de raad aan te geven hoe daarmee omgegaan moet worden. Als er meer ruimte is dan het genoemde kwart om af te romen moet de raad die ruimte ook nemen. GroenLinks is bezorgd over de situatie van de studentensportverenigingen. De gemeentelijke subsidie is weggevallen en de Hogeschool Utrecht voerde een bezuiniging door op het sportcentrum. Hij begreep dat Olympos kampt met een tekort van euro voor Daardoor moeten studentensportverenigingen hun contributies verhogen. Deelt de wethouder de zorg over de ontstane situatie bij de studentensportverenigingen? Wat kan de wethouder daaraan doen? Is de wethouder bereid tot een onderzoek over stelselherziening waardoor sportverenigingen minder worden gesubsidieerd via accommodaties en meer worden gesubsidieerd voor het laten sporten van bijzondere doelgroepen? De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat deze wethouder een koorddanser is. Als er iets gebeurt, schiet het te manipuleren rekenkundige slappe koord alle kanten op. Utrecht bouwt aan een financieel gezonde toekomst. Dat is wat het college hierover kon zeggen. Over 2014 boekte Utrecht een resultaat van11 miljoen euro en er blijft 2 miljoen euro vrij besteedbaar over. Dit bedrag wordt gestort in de algemene dekkingsreserve. Hij meent dat Utrecht het helemaal niet goed doet. Door onderhoud aan gemeentepanden door te schuiven naar de toekomst en omdat papieren resultaten niet conform besluit worden toegevoegd aan de reserve Leidsche Rijn maar worden geboekt in de resultaten, verdoezelt de gemeente de cijfers. Zonder deze verdoezelingen is de winst een tragisch verlies en ontstaat een zichtbaar gat in de begroting van Dat is geen behoedzaamheid Pagina 7 van 82

15 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni of betrouwbaarheid maar manipulatie. Dat gat in de begroting komt er alsnog aan. Dit gebeurt onder meer door de invloed van de diverse andere factoren waar te weinig geld voor is uitgetrokken. De balans met enorme schuldposities met opgeblazen materiële vaste activa van Utrecht vastgoed is per definitie maatschappelijk. De panden blijven hierdoor mogelijk buiten de VPB-discussie. De heer Meijer (D66) vraagt of de heer Bos de wethouder kan vragen te reageren op de redevoering De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat Utrecht een gemeente is waarop de VPB-discussie van toepassing moet zijn. Utrecht verdient het als ondernemer gezien te worden. Als de gemeente dat niet wil, moeten zaken die niet als publiekelijk worden gezien, worden afgestoten. Utrecht moet terug naar de kerntaken. Hij stelde geen vraag en het college hoeft niet te reageren. Een reflectie zou wel interessant zijn. Twee hockeyvelden voor een imaginaire club in Leidsche Rijn is mooi om te hebben maar deze imaginaire club heeft geen kantine of kleedgelegenheid. Gaat de gemeente een verzoek voor deze voorzieningen honoreren? Reserveert de gemeente daarvoor geld? Stadsbelang Utrecht is van mening dat de velden beter bij Fletiomare in De Meern aangelegd hadden kunnen worden. Als Fletiomare al een overschot kent in het aantal aanmeldingen, hoe zit dat dan bij andere hockeyclubs in Utrecht? Moet er niet worden geconstateerd dat de clubs te weinig hockeyvelden hebben? Waarom overwoog de wethouder de optie bij Fletiomare niet? Stadsbelang Utrecht vernam dat SV Nieuw Utrecht wil fuseren met een Amsterdamse club. De kosten bedragen euro. Wat vindt de wethouder daarvan? De heer Gilissen (VVD) zegt dat de VVD kan instemmen met de Nota risicomanagement en weerstandsvermogen. Bij eerdere gelegenheden is gevraagd om betere en andere prestatie-effectindicatoren. Hij zal deze nu niet allemaal noemen, maar zijn fractiegenoten zullen bij de verschillende portefeuillehouders concrete voorstellen doen voor betere en andere prestatie-effectindicatoren. Hij vraagt of de wethouder het met de VVD eens is dat de benchmark en vergelijkbaarheid met andere gemeenten centraal moeten staan bij het ontwikkelen van nieuwe effectindicatoren. Is de wethouder bereid richting de volgende begroting of de begroting daarna aansluiting te zoeken bij landelijke initiatieven? De schuld van de gemeente Utrecht is bijna 1 miljard euro. Dat is een schuld van euro per inwoner. Dat leidt tot een jaarlijkse rentederving van bijna 20 miljoen euro. De VVD wil deze beweging keren. Schuld maken mag geen norm zijn, ook niet voor een gemeentelijke overheid. Concrete voorstellen om de schuld terug te draaien zijn er niet. Het moet wel inzichtelijk zijn waaruit de schuld precies bestaat. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt het een vreemd en opmerkelijk verzoek van de VVD. De VVD weet waar het geld aan uit is gegeven, zoals 50 miljoen euro voor de Jaarbeurspleingarage. Daar stemde de VVD mee in. Hij vraagt of de VVD spijt heeft en of die fractie besluiten wil terugdraaien. 440 De heer Gilissen (VVD) denkt dat het goed is dat een gemeente niet langer gebouwen in portefeuille houdt dan strikt noodzakelijk. Hij wil het signaal afgeven dat de gemeente zorgvuldig moet kijken waaraan het geld wordt uitgegeven. Hij meent dat eerst moet worden bekeken wat de samenleving en de markt zelf kunnen doen. De VVD meent dat de exploitatie van de gebouwen in de markt gezet moet worden. Zijn signaal is: wees zorgzaam, laat de schuld niet verder oplopen en maak inzichtelijk waarvoor het geld geleend is. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat gebouwen pas worden afgestoten als dat financieel aantrekkelijk is. De VVD zei geen gebouwen te willen afstoten. Nu ziet hij de VVD terugkeren op zijn schreden. De heer Meijer (D66) zegt dat de VVD een indicator noemt van een schuld per inwoner. Er zijn meerdere indicatoren aan de gemeentelijke schuld te verbinden. Is de VVD het met hem eens dat gesproken moet worden over betere indicatoren die iets zeggen over de gemeentelijke schuld? Ziet de VVD mogelijkheden om daarin een aanscherping aan te brengen? 450 De heer Gilissen (VVD) antwoordt dat de VVD die aanscherping ook wil. Tegen de heer Bos zegt hij dat het aangaan van leningen betekent dat de gemeente daar voor meerdere jaren aan vastzit. De gemeente moet daarin terughoudend zijn. Gedane zaken nemen keer maar voor de VVD mag dit niet meer worden. Bij het inzichtelijk maken wordt ook duidelijk dat er een rentelast is van 65 euro per Utrechter. Transparantie laat zien waarvoor het geld is geleend. Hij vraagt of de raad jaarlijks geïnformeerd kan worden over de herfinanciering van gedane leningen. Hij zou het op prijs stellen als voortaan bij elk raadsvoorstel een aparte paragraaf wordt gevoegd waarbij in kaart wordt gebracht wat de materiële en immateriële lasten zijn voor bewoners en ondernemers in de stad. Is de wethouder bereid toe te zeggen dat in de standaardisering van de raad de kosten worden meegenomen? Pagina 8 van 82

16 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Sport is belangrijk. De wethouder zei onlangs: "Met 1 euro voor sport bereik je meer dan met 10 euro voor welzijn." Dat is in lijn met de gedachte van de VVD over sport en hij ziet uit naar de voorstellen die in lijn zijn met deze filosofie bij de begroting De status van de sportvisie is nog onduidelijk. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) hoort dat de VVD voor de begroting 2016 wil bezuinigen op welzijn. Aan welke posten denkt de VVD? Hij vraagt dit zodat de coalitiepartners daarvan ook op de hoogte zijn De heer Gilissen (VVD) zegt dat hij refereert aan een uitspraak van de wethouder. Als via sport bereikt kan worden dat er minder beroep wordt gedaan op welzijnsfaciliteiten, is de gemeente al heel ver. Door meer bewegen en meer buitenspelen kunnen veel kosten op gebied van welzijn worden voorkomen. Hij vindt de aanname en hypothese van de wethouder interessant en hij kijkt hoe de wethouder dat verder gaat uitwerken. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt dat de VVD zijn vraag ontwijkt. Als de VVD voor de begroting van 2016 nieuwe voorstellen wil zien, moet zij dat aangeven. Dan weten de andere coalitiefracties ook wat het verlanglijstje van de VVD is. De heer Gilissen (VVD) gaat nu geen concrete voorstellen doen. De wethouder gooit de handschoen en die pakt de VVD op. Dat hoeft niet per definitie gepaard te gaan met een bezuinigingstaakstelling. In reactie op de sportvisie geeft het college aan welke financiële wijzigingen nodig zijn. Voor de VVD is dat niet duidelijk maar in deze Voorjaarsnota zijn welke consequenties voor begrotingen van latere jaren nog niet duidelijk. Hierover zal in de raad nog worden gesproken. Hij is benieuwd naar de ambitie van de wethouder om dit mogelijk te maken. Is de wethouder bereid een inventarisatie te maken van de accommodaties die in aanmerking komen voor zelfbeheer door verenigingen of andere organisaties? Er is achterstand ontstaan in de onderhoudswerkzaamheden omdat daar geen raamcontract voor is afgesloten. Hij vraagt daarop een toelichting van de wethouder. Wat zijn de gevolgen voor de verschillende sportverenigingen? De verbinding tussen topsport en breedtesport moet volgens de VVD meer aandacht krijgen. Hij vraagt de wethouder te reageren op het idee om bekende Utrechtse topsporters en hun prestaties te betrekken bij het stimuleren van jonge sporters om deel te nemen aan de breedtesport. Wil de wethouder hen actief erbij betrekken om te sporten en gezond te leven onder de aandacht te brengen bij de Utrechtse jeugd? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) zegt dat er een financieel robuuste Voorjaarsnota voorligt. Het weerstandsvermogen staat op 1 en de schuld, hoewel toegenomen, blijft binnen de normen. Hij complimenteert het college met deze jaarcijfers. Hij vraagt wel aandacht voor de risico's binnen het Sociaal Domein. De accountant spreekt vooral over risico's in de grondexploitaties. De risico's in het Sociaal Domein zijn significant. Hij vraagt de wethouder hoe het op dit thema meer inzicht kan geven in de risico's. Het zwaktepunt is en blijft de taakstelling die het college opnam in de Voorjaarsnota. Diverse taakstellingen blijven staan of worden niet gehaald. In hoeverre zijn innovatietaakstellingen echte innovaties en geen bezuinigingsvoorstellen uit de overheadtaakstelling? Er zijn nu drie taakstellingen via het zero-based begroten en daaruit blijkt dat bij concrete taken er met beleid geschoven moet worden. Hoelang wil het college doorgaan met dit instrument? Want het kost veel geld om op die manier naar de begroting te kijken. Bij de begraafplaats is in 2013 en 2014 een tekort van euro. De opgaaf om kostenneutraal te werken is niet gehaald. Dat leidt jaarlijks tot hogere begraafkosten. Wat gaat het college doen om deze kosten te beheersen en kan hij daarvan voor de begroting 2016 een kostenoverzicht ontvangen? De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt hoe de ChristenUnie met kritiek kan komen als zij meent dat de cijfers er goed en gedegen uitzien. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) maakte een compliment voor het algemene beeld dat het college schetst. Het is een robuuste begroting en het getuigt van moed om de overheidstaakstelling af te boeken. Er zit nog steeds een zwaktepunt in de begroting en daarvan moet het college zich bewust zijn. 510 De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) zegt dat voor Leidsche Rijn geen risico is opgenomen. Toch wordt het beeld gegeven dat het weerstandsvermogen op 1 staat terwijl er geen risico voor Leidsche Rijn is opgenomen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) laat die conclusie aan de heer Bos. In de bestuursrapportage wordt voornamelijk ingegaan op de financiële afwijkingen. Hij zou het goed vinden als er een meer inhoudelijke toelichting over de afwijkingen zou komen lopende het begrotingsjaar. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) zegt dat het geen jaren van overvloed zijn voor sportverenigingen. De ChristenUnie is blij dat er toch positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn in de sportwereld. Haar fractie is blij met de bestemming van de middelen uit amendement die worden ingezet voor de nationale sport- en Pagina 9 van 82

17 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni beweegweek met aandacht voor vrijwilligers en het nieuwe project sport maatschappelijk actief. In 2014 vroeg de ChristenUnie bij de Voorjaarsnota specifiek aandacht voor de sportverenigingen die maatschappelijke activiteiten verrichten. Zij is blij dat Utrecht is gestart met de ondersteuning voor verenigingen die zich extra inzetten voor de stad. Dat gebeurt nu via het netwerk Vitaal plus. Voor zes verenigingen is een specifiek traject beschikbaar: 'Vitaal plus op maat traject'. Is de wethouder bij een grote belangstelling bereid het traject uit te breiden? Zij hoopt dat de wethouder wil toezeggen dat de verenigingen hierin optimaal worden ondersteund. In december 2014 nam de raad motie 164 aan over het resterende bedrag van de compensatieregeling voor sportverenigingen binnen het OVU. Daarin werd het college opgeroepen het geld te laten terugvloeien naar sportverenigingen die zich ervoor inzetten de werkgelegenheid onder haar leden te vergroten. Nu stelt het college per brief voor de middelen op een andere manier in te zetten, namelijk voor een ontwikkelplan voor multifunctioneel gebruik van accommodaties. Dat lijkt de ChristenUnie niet in lijn met de motie. Zij vraagt de wethouder opnieuw naar het bedrag van euro te kijken en dit in te zetten op een manier die recht doet aan de motie. De heer Eggermont (SP) zegt dat dit de eerste Verantwoording is die hij meemaakt waarbij alle zaken bij elkaar worden opgeteld. Dat scheelt veel uitzoekwerk. Zijn collega-raadsleden moeten in de Verantwoording kunnen zien of alle taken op een juiste manier zijn uitgevoerd en of die bij de resultaatbestemming naar voren komen. Kijkend naar de Verantwoording valt hem op dat deze vaak wordt onderbouwd met dezelfde zinsnede zonder dat wordt vermeld waarom dat zo is. Op grond daarvan kan hij niet zien of zaken wel of niet zijn uitgevoerd en welke politieke keuze gemaakt is. Hij vraagt de wethouder daaraan meer aandacht te besteden. Het verschil in toevoegingen en onttrekkingen uit reserves wordt veroorzaakt doordat bij het boeken van reserves op de balans ten gunste of ten laste van exploitatie, de grootboekrekeningen niet dwingend zijn voorgeschreven. Er kan worden geboekt met een onjuiste kostenplaats. Dat is ook geconstateerd door Deloitte. Wat vindt de wethouder hiervan? De SP wil dat deze zaken op elkaar aansluiten. Hij vraagt of de wethouder daarnaar te kijken. Bij afgesloten investeringen valt hem op dat bij mobiliteit nogal ruim wordt geboekt. Zodra investeringen worden afgesloten, gaat het overschot terug naar de reserves mobiliteit. Volgens de SP is dat niet altijd noodzakelijk. Dat geld kan ook terugvallen naar de algemene middelen. Hij wil het college erop wijzen dat er een doelstelling ligt om soberder te werken ten aanzien van mobiliteit. Daarvoor is een PM-post opgenomen in het coalitieakkoord en de SP ziet die post nog niet ingevuld. De SP meent dat er kritischer gekeken moet worden naar de afgesloten investeringen. In de Voorjaarsnota ziet hij de net genoemde PM-post niet terug. Het valt hem op dat er een nieuwe PM-post bij komt. Door het wegvallen de ISW-gelden staat in de Voorjaarsnota 2016 hoe wordt omgegaan met het niet reserveren van geld voor stedelijke ontwikkeling. Hij kan zich niet voorstellen dat daarvoor nu geen geld meer wordt gereserveerd. Ten aanzien van de correctie OZB geeft hij aan dat de correctie te groot was. Is het niet beter om dat geld pas in 2016 naar boven te laten komen inde Verantwoording van de Voorjaarsnota? Als er een tekort was geweest, zou dat dan ook zijn opgenomen in de Voorjaarsnota? De heer Menke (Student & Starter) sluit aan bij het punt van het CDA over gespreide inbreng van raadsvoorstellen. Ook sluit hij aan bij het punt onderuitputting dat door meerdere partijen al is genoemd. Hij is van mening dat geld dat is vrijgemaakt voor een bepaald doel, ook aan dat doel uitgegeven dient te worden. Hij is blij dat Utrecht het jaar 2014 positief afrondde met de verbeterde risicoramingen en het daarop geüpdatete weerstandsvermogen. Het college heeft bij de innovatietaakstellingen ideeën over de pleinen en organisatievernieuwingen om goedkoper te kunnen werken. Hoe kijkt de wethouder hiernaar? Met de meerjarenhuisvestingsplannen voor binnen- en buitensport en de onlangs uitgekomen Utrechtse sportvisie, waarvan de uitwerking pas tijdens de Voorjaarsnota 2016 wordt gepresenteerd in de nieuwe Sportnota, lijkt het iets rustiger te worden op het gebied van sportbeleid. Hij is benieuwd hoe de sportnota eruit zal zien. Het is goed dat studentensport wordt meegenomen in de ontwikkeling van het sportbeleid. In 2014 werd de taskforce sportbezuinigingen behandeld. Toen is de steun vanuit de gemeente aan studentensport geschrapt. Daardoor zijn forse tariefstijgingen doorgevoerd vanuit het sportcentrum Olympos. Verenigingen betalen nu tweemaal zoveel huur bij Olympos. Dat is fors meer dan de bedragen die reguliere sportverenigingen betalen voor gemeentelijke sportaccommodaties. Studenten betalen nu net zoveel contributie als bij een regulier vereniging maar bij een reguliere vereniging krijgen sporters meer waar voor hun geld. Dat leidt ertoe dat teams overstappen naar reguliere verenigingen. Dat is een onwenselijke situatie. Hij is benieuwd naar het standpunt van de wethouder. Hoe gaat de gemeente ervoor zorgen dat er voldoende sportaccommodaties zijn als veel studenten overstappen naar reguliere verenigingen? Hij is nieuwsgierig naar de voortgang in de overleggen tussen de wethouder en de studentensportverenigingen. Wanneer kan hij concrete resultaten tegemoet zien? Het sporten in de openbare ruimte is een stijgende trend. Hij moedigt de wethouder aan hiermee nog proactiever aan het werk te gaan. Hij vraagt op welke bestaande plekken in de stad kleinschalige toevoegingen gedaan kunnen worden om nog beter te kunnen sporten in de openbare ruimte. Pagina 10 van 82

18 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 Hij vraagt naar de huidige stand van zaken ten aanzien van de accommodatie van roeivereniging Viking. In de stukken staat nog steeds dat het college ermee bezig is. Wanneer wordt hierover een besluit genomen en wanneer is de opening van deze accommodatie? Mevrouw Oskam (Partij voor de Dieren) maakt graag gebruik van haar tijd om over Dierenwelzijn te spreken. Het gaat dan specifiek om openstaande toezeggingen van de wethouder die volgens haar fractie nog niet zijn uitgevoerd. Zij sluit aan bij het pleidooi van de heer Kleuver om in de stukken uitgebreider over Dierenwelzijn te spreken. In maart jl. zegde de wethouder toe het amendement 11 voor te leggen aan de VRU. Het gaat om de opvang van alle dieren bij rampen en niet alleen om de opvang van huisdieren en vee. Wat is de stand van zaken van dit amendement? Tijdens de commissievergadering van 19 februari jl. toonde de wethouder zich bereid een brief te schrijven aan de staatssecretaris waarin wordt verzocht de verkoop van dieren in tuincentra en dierenwinkels te ontmoedigen. De wethouder wilde dit liever samen met andere gemeenten oppakken. De Partij voor de Dieren heeft aangeboden hieraan mee te werken. Heeft de wethouder al contact gehad met wethouders van andere gemeenten over een gezamenlijke brief aan de staatssecretaris? Wil de wethouder samen met de Partij voor de Dieren tijdens het zomerreces een werkbezoek afleggen aan een tuincentrum en een dierenwinkel die dieren verkopen? In de commissievergadering van 19 februari jl. gaf de wethouder aan dat hij bij de gemeente Bunnik zou navragen of zij voor een bepaald deel van de landgoederen dezelfde regels voor dierenjacht wil toepassen als de gemeente Utrecht. Heeft de wethouder hierover al contact gehad met de gemeente Bunnik? De Partij voor de Dieren vroeg de wethouder de raad vóór de Voorjaarsnota te informeren over de Amersfoortse aanpak ten aanzien van de hulp aan dieren in nood. De wethouder vond dit te vroeg maar van de Dierenbescherming begreep zij dat de gemeente al druk doende is met de voorbereidingen. Is er al iets concreets te melden over het Amersfoortse model? Is er al iets te melden over hulp aan gewonde en ontheemde wilde dieren in Utrecht? Zijn er al afspraken gemaakt en zo ja, welke? De Partij voor de Dieren is benieuwd of er al een overeenkomst is getekend met de betrokken ministeries over de green deal. Wanneer kan de raad hierover een voorstel verwachten? De groene webprojecten staan vermeld in de jaarstukken van De wijkgroenplannen vervallen eind Wat gebeurt er met de groene webprojecten? Zij pleit voor behoud van deze projecten. Worden de groene webprojecten voortgezet? Deze zijn gericht op de biodiversiteit in de stad en op het helpen van wilde dieren in de stad. Het gaat niet goed met de wilde dieren in Utrecht. De raad kan verder geen inhoudelijke suggesties doen voor deze projecten. In het meerjarengroenplan staat dat deze projecten worden opgepakt in samenspraak met bewoners. Waarom is voor deze constructie gekozen? Zij vraagt de wethouder om een toezegging dat de raad door middel van een commissiebrief op de hoogte wordt gesteld, en daar waar mogelijk kan meebeslissen over de groene webprojecten. De wethouder beloofde de raad ten aanzien van Dierenwelzijn twee jaarlijkse rapportages. De eerste rapportage gaat over de stand van fauna en flora in de stad. De Partij voor de Dieren vraagt wanneer zij deze rapportage kan verwachten. De tweede rapportage gaat over amendement 18 dat door de raad is aangenomen op 19 maart jl. De wethouder zegde toe te komen met een jaarlijkse rapportage over het verloop van Dierenwelzijn in Utrecht. De eerste rapportage zou bij het jaarverslag van 2014 worden gevoegd. Waarom stuurde de wethouder die rapportage over Dierenwelzijn nog niet toe? De heer Kleuver vroeg of de cijfers over dierenmishandeling op te nemen zijn in een jaarlijkse rapportage. Wanneer komt deze rapportage voor het eerst? Het CDA vroeg samen met Stadsbelang Utrecht bij de behandeling van de Kaderbrief naar de kappen van de verlichting. Wat is de stand van zaken? De wethouder vroeg de raad hem te blijven aansporen op het gebied van Dierenwelzijn. Aangezien de woonvisie nu is vastgesteld, zal de wethouder meer tijd hebben voor de portefeuille Dierenwelzijn. De voorzitter concludeert dat alle fracties het woord hebben gevoerd. Hij schorst de vergadering tot uur. Daarna volgt de beantwoording van de wethouders Wethouder Kreijkamp dankt de commissieleden voor hun inbreng en de gemaakte complimenten. Met betrekking tot de Verantwoording over 2014 vroegen de PvdA en het CDA heel direct naar het bestedingsvoorstel TivoliVredenburg van 1,7 miljoen euro. Bij het maken van de Verantwoording en de bestedings- en dekkingsvoorstellen nam het college dit bedrag op in de verwachting dat TivoliVredenburg in 2014 op een tekort zou uitkomen van 1,7 miljoen euro. Bij ontvangst van de Jaarstukken 2014 van TivoliVredenburg bleek dat het tekort 1,2 miljoen euro is. Voor 2015 en 2016 is wel een behoedzaamheidreserve opgenomen. Er staat niet vermeld dat deze middelen direct naar het programma Cultuur en daarna naar TivoliVredenburg gaan. Hij wil daar wel behoedzaam mee omgaan want hij wil niet te maken krijgen met extra tegenvallers. Wethouder Jongerius zit maandelijks met TivoliVredenburg aan tafel om ervoor te zorgen dat de exploitatiebegroting gezond wordt. Zoals mevrouw Haage vraagt, zet het college druk op de ketel. Het bedrag van 0,5 miljoen euro dat in 2014 niet nodig was, valt vrij in De gemeente ontving de Meicirculaire en deze was over het accres zeer teleurstellend. Het Rijk gaf minder uit dan geprognosticeerd, Pagina 11 van 82

19 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni vooral op het gebied van diverse kindregelingen, studieleningen en het Innovatiefonds. Dat betekent dat Utrecht met terugwerkende kracht minder geld ontvangt over Dat levert een nadelig saldo op in de begroting van Het college zag dekkingsmogelijkheden voor Het college sprak af een terughoudend financieel beleid te voeren, zoals gevraagd door de heer Meijer. Het college besloot niet tot extra bezuinigingsmaatregelen gedurende De raad ontving de eerste bestuursrapportage en bij de begroting ontvangt de raad de tweede bestuursrapportage. Dan zal het college inzicht geven in de stand van zaken op deze tegenvaller. Hij hoopt dat hij de GroenLinks-fractie, met betrekking tot amendement 55 over armoedebestrijding, gerust kan stellen. Op pagina 16 van de bestedings- en dekkingsvoorstellen staat 1 miljoen euro genoemd als bestedingsvoorstel in het programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid. De beschouwt het college als eerste dekking voor de begroting in 2015 op basis van de Meicirculaire. Enkele opmerkingen zijn gemaakt over zero-based begroten en de taakstelling. Het college maakte duidelijk hoe het om wil gaan met zero-based begroten. De ChristenUnie vraagt of het college een andere koers moet gaan varen bij het zero-based begroten. Dat zei het college ook. Nu wordt naar de begroting gekeken of er nog ergens budget vrij is dat voor een bepaald doel ingezet kan worden. Dat is niet de manier waarop het college zero-based wil inzetten. Het college wil zerobased inzetten bij vooral het opstellen van nieuw beleid. Dan wordt met een leeg wit vel bij nul begonnen om de begroting van onderop op te bouwen. Dat instrument wil het college uitrollen en op die manier wordt zero-based ingezet. Dit is iets wat het college graag met bewoners wil oppakken waardoor de begroting goed wordt opgebouwd. Bij de inzet van buurtbudgetten kondigde het college twee pilots aan voor de wijken Lombok en Lunetten. De gemeente gaat met de bewoners in gesprek om de buurtbudgetten vorm te geven. Het is belangrijk de raad bij het verdere traject te betrekken. Hij stelt voor daarvoor een participatietraject op te stellen met raad en bewoners. Als de raad het Initiatievenfonds aanneemt staat daarin dat een initiatief dat drie jaar loopt, ingebed moet worden in de reguliere begroting. De portefeuillehouders zullen dan zeggen hoe zij het initiatief willen inbedden omdat zij het project dan binnen de bestaande begroting uitvoeren. Dan komt de discussie weer terug bij de buurtbudgetten: wat doet de gemeente wel en wat niet? De discussies over buurtbudgetten en het Initiatievenfonds en het opstellen van de begroting zullen steeds dichter bij elkaar komen te liggen. Voor de buurtbudgetten zal het college in twee buurten een pilot starten. Als de raad instemt met het Initiatievenfonds, is de start op 1 juli 2015 en zal het college trachten het fonds een goede plek te geven. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of de raad elk jaar bij de Voorjaarsnota een brief ontvangt over welke organisaties in aanmerking komen voor fondsen, welke middelen daarvoor binnen de begroting zijn gevonden en welke criteria dan gelden. Hij wil meer houvast als het gaat om de zoektocht met organisaties naar verankering van de projecten in de begroting. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat het niet direct om organisaties maar meer om doelstellingen gaat. Daarbij spelen prestatie- en effectindicatoren een rol. Vanuit het Initiatievenfonds is voor maximaal drie jaar een bijdrage te geven. Daarna gaat het college na binnen welke doelstelling een initiatief past. Binnen de doelstelling zijn de middelen dan te herschikken om een initiatief een structureel karakter te geven. Dat is niet in het proces opgenomen en dit moet de wethouder nog verder uitwerken. Het debat over het Initiatievenfonds moet eerst worden afgerond. De heer Van Corler (GroenLinks) vraagt hoe de wethouder dit punt binnen de gemeentelijke organisatie verder oppakt. Zorgt de afdeling Financiën ervoor dat deze taak binnen de organisatie een plek krijgt of is dat ook onderdeel van de zoektocht? Wethouder Kreijkamp antwoordt dat het in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de portefeuillehouder. Initiatieven worden op verschillende portefeuilles genomen. Vanuit Financiën wordt gekeken dat er niet meer wordt beloofd dan waar is te maken. De portefeuillehouders moeten binnen de programma's keuzes maken. De ChristenUnie wees op een aantal zwaktepunten in de begroting. Voor een groot deel is de wethouder het met deze partij eens. Vanuit Financiën is het belangrijk dat taakstellingen snel worden ingevuld en daar wordt hard aan gewerkt. In deze Voorjaarsnota zijn geen nieuwe taakstellingen opgelegd. Het college is van mening dat taakstellingen haalbaar moeten zijn. Ten aanzien van de innovatietaakstelling brengt hij voor het voetlicht dat in 2014 is besloten deze taakstelling over verschillende programmaonderdelen te verdelen. Innoveren levert niet alleen geld op, het kost ook geld. Vanuit alle organisatieonderdelen is bekend gemaakt dat zij dit kunnen doen en dat zij voorstelen hebben en een lijst met suggesties. Hij moet vanuit zijn rol op die organisatieonderdelen sturen op de resultaten, ook vanuit de Berap. De wethouder krijgt van alle onderdelen te horen dat ze hiermee aan de slag gaan. Hij benadrukt dat het hier niet gaat om bezuinigingen. Met gaat om optimalisaties binnen de organisatie door gebruik te maken van innovatie. Hij zal voortdurend scherp toezien op deze taakstelling en hij denkt dat de taakstelling haalbaar is. Een aantal vragen is gesteld over de schuldpositie van de gemeente. Het is niet mogelijk om de exacte schuldenopbouw aan te geven. In de Voorjaarsnota op bladzijde 17 is geschreven dat het college bij de programmabegroting een overzicht zal geven van alle kasstromen en een planning in de financieringsbehoefte. Daarmee zal het college meer inzicht geven in de schuldenopbouw. Hij zal hierover terugkomen bij de Programmabegroting. Richting de heer Meijer zet de wethouder uiteen dat de hoogte van de schuld niet per definitie iets zegt over de financiële gezondheid van een gemeente. Het is belangrijker dat er ruimte is op de begroting om de kapitaal- en Pagina 12 van 82

20 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni afschrijvingslasten te betalen. Dan wordt het ook meer een treasury-discussie. Utrecht heeft niet te maken met financieringstekorten. Het gaat om middelen waarvoor een lening is afgesloten waarvoor het college in de toekomst wel kapitaallasten in de boeken, in de begroting zal opnemen. Het college stuurt fors op de schuldpositie maar de discussie hierover wil hij in de subcommissie voeren. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de wethouder een denkrichting kan aangeven als er wordt gesproken over indicatoren. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat hij daarover nog niet heeft nagedacht. De heer Gilissen (VVD) is blij met de toezegging om de schuldpositie verder te bespreken in de subcommissie. Kan de raad dan ook een doorkijk krijgen in de meerjarige ontwikkeling van de schuldpositie en van de beheermaatregelen die daarop genomen kunnen worden? Is de wethouder bereid om een meerjarig inzicht te geven en de mogelijke beheermaatregelen expliciet in kaart te brengen? Wethouder Kreijkamp verwijst naar bladzijde 17 over de planning horizon tot Hij zal kijken wat hij verder kan aanleveren. Het regime op het weerstandsvermogen is niet strenger geworden. De methodiek is aangepast en daarmee komt de gemeente meer in lijn met de werkwijze van andere gemeenten. Het college is verplicht elke vier jaar een Nota Weerstandsvermogen en Risicomanagement aan te nemen. Die ligt dus nu ook voor. Alle risico's zijn opnieuw ingeschat en op basis van die analyse komt het college met het voorstel voor bijstorting van euro om op de 1.0 uit het Coalitieakkoord te komen. De discussie van de heer Van Corler over de afroming met meer dan 25% is een boeiende. De wethouder vindt het behoedzaam om aan te geven dat het college slechts 25% mag afromen. Gezien de discussie uit het verleden laat hij de bevoegdheid voor verdere afroming bij de raad. Bij de afvalstoffenheffing is in het verleden al geprobeerd een verschil aan te brengen tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Hij stelt voor de verdere discussie over dit onderwerp te voeren met de portefeuillehouder, de heer Geldof. Het college kan de oninbare heffingen en belastingen bij de Verantwoording laten zien. Als het college dat doet, is het altijd een momentopname. Niet is te zien wat na die tijd binnenkomt. De wethouder oppert dat de gemeente meer naar een systeem zou toe moeten om dit over een langere periode te kunnen volgen. Hij stelt voor hierover op een ander moment door te praten. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat het college op enig moment decharge verleent aan de belastinginspecteur over een jaar X. Hij vraagt of het college een poging wil doen om de oninbare belastingen op een goede manier in beeld te brengen. Wethouder Kreijkamp begrijpt dat het de heer Van Waveren niet gaat om wat op dat moment is geïnd maar om wat op een gegeven moment als niet meer te innen bedrag is geïdentificeerd. Hij stelt voor na te gaan hoe dat is vorm te geven. De VVD vroeg aandacht voor de prestatie-effectindicatoren. Op dit moment worden indicatoren vastgelegd die deels voor alle gemeenten hetzelfde zijn. Het college is voornemens daarvoor een raadsvoorstel in te dienen. Op die manier zijn steden beter met elkaar te vergelijken. Ten aanzien van de administratieve lasten meent de wethouder dat die niet bij elk voorstel moeten worden opgenomen. Dat werkt alleen maar lastenverhogend. Hij stelt voor bij voorstellen waarbij dit aan de orde is hieraan minimale aandacht te besteden. Dan geeft het college aan wat dit voor anderen gaat betekenen. De heer Gilissen (VVD) zegt dat het niet de bedoeling is dat ambtenaren dat allemaal moeten gaan berekenen. Het kan ook een kwalitatieve analyse zijn over de impact van een voorstel op de stad. Het is wel goed bij een raadsvoorstel altijd de omgevingseffecten te beschrijven. Het zou de raad helpen als de kwalitatieve en kwantitatieve effecten op een vaste plek in het raadsvoorstel als overweging terugkomen. Wethouder Kreijkamp hoopt dat elk besluit van invloed zal zijn op de stad en de bewoners. Hij kan hierover geen toezegging doen. Hij denkt niet de bedoelde effecten zo vaststaand bij elk voorstel te moeten opnemen. De heer Van Corler (GroenLinks) vraagt of de VVD een voorbeeld kan geven waarbij zij deze analyse mist. De heer Gilissen (VVD) zal bij de portefeuille Economie met een aantal voorbeelden komen. Wethouder Kreijkamp gaat in op de inbreng van de heer Bos. Hij attendeert hem op de opname van een aantal behoedzaamheidsreserves in de Voorjaarsnota. De wethouder vermoed dat de gevolgen op het gebied van de Vennootschapsbelasting groot zijn. De vier grote gemeenten zijn in overleg met het Rijk om ervoor te zorgen dat de administratieve lastendruk niet te groot wordt voor ze. De G4 hebben wel gezegd nu een aantal reserveringen op te nemen. Het kan de gemeenten veel geld kosten. De heer Bos sprak ook over de rolscheiding publiek en privaat. Met de Wet Markt en Overheid die onlangs is aangenomen, zal de rolscheiding heel goed moeten worden bekeken. Als de gemeente op privaatrechtelijk gebied werkt, moet zij daarover een goede uitleg geven. In de subcommissie is het vastgoed al besproken en daar wil hij het voorlopig bij laten. De ChristenUnie vroeg naar de kosten voor de begraafplaatsen. Voor de beantwoording van die vraag verwijst hij naar portefeuillehouder, de heer Geldof. De vraag over het inhoudelijk maken van de bestuursrapportage begrijpt hij. De eerste bestuursrapportage laat alleen de afwijkingen zien. In de tweede bestuursrapportage wordt per programma de stand van zaken gegeven. Pagina 13 van 82

21 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 Dat is niet alleen een financiële maar ook een inhoudelijk rapportage. In de tweede bestuursrapportage zal meer inhoudelijk naar de programma's worden gekeken Punt van orde en voortzetting van het debat De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat hij vorig jaar een omgekeerd antwoord kreeg op de vraag over de begraafplaats. Hij vraagt het college dit voor eens en altijd de juiste plek te geven. Wethouder Kreijkamp zal hierover contact opnemen met portefeuillehouder Geldof. Hij vervolgt zijn beantwoording. De heer Eggermont wees op een verschil van euro in de reserves op de balans. De wethouder zet uiteen dat het college er scherp op zal toezien dat deze cijfers in de volgende rapportage goed worden weergegeven. Hij dankt de heer Eggermont voor diens alertheid. De SP wijst op twee PM-posten. De post over mobiliteit staat in het coalitieakkoord en het college bespreekt hoe de versobering moet plaatsvinden. Hoe dat financieel uitpakt, laat hij aan de portefeuillehouder. Als de PM-post middelen oplevert, zijn deze bedoeld voor de algemene middelen. Bij stedelijke ontwikkeling is de discussie andersom. Het college ziet daar de reserves voor stedelijke middelen 'opdrogen' en daarvoor moet komend jaar een oplossing komen. Die discussie wordt in het najaar gevoerd in combinatie met de discussie rond de ruimtelijke keten. Die discussie wordt afgerond met een voorstel aan de raad bij de volgende Voorjaarsnota. Volgend jaar komt het college hierop terug met een dekking. De heer Eggermont (SP) hoort de wethouder zeggen dat hij de invulling van de PM-post mobiliteit aan de portefeuillehouder overlaat. Hij neemt aan dat de wethouder bij het afsluiten van de investeringen hierover wel iets te zeggen heeft, of laat hij dat ook volledig over aan de portefeuillehouder? Als er bij een investering een bedrag vrijvalt, is er in ieder geval een eerste aanzet voor het invullen van die PM-post. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat hij deze discussie juist voert vanuit de portefeuille Financiën. Bij de discussie over het MPB is Financiën betrokken, om zoveel mogelijk onder de streep over te houden. In antwoordt op de vraag over de OZB deelt mij mee dat het OZB-bedrag nu moet worden ingeboekt omdat nu bekend is dat het bedrag zal vrijvallen in positieve zin. Het kan ook in negatieve zin vrijvallen en dan moet daarvoor in de Voorjaarsnota al dekking worden gezocht. Om die reden doet het college dit bij de Voorjaarsnota. De heer Eggermont (SP) overweegt dat als een jaar eerder de correctie al bekend was, deze bij de vorige Voorjaarsnota al gecorrigeerd had moeten worden voor bijna 2 miljoen euro. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat de correctie achteraf wordt doorgevoerd. Dat is wat het college met de raad heeft afgesproken. Hij kijkt naar de ingeschatte en werkelijke waardeontwikkeling. Daarvoor is een correctiefactor bedoeld. Het gaat om een incidenteel bedrag en om die reden komt het bedrag terug bij de Voorjaarsnota. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en rondt daarmee deze bespreking van dit onderdeel van de Voorjaarsnota af Wethouder Jansen beantwoordt de vraag van de PvdA over sportstimulering. De deelname in Overvecht is gegroeid en de deelname in Zuidwest en Noordwest is gedaald. Dat wordt gemonitord en dat moet over een langere termijn worden gevolgd. Hij wil niet de grote conclusies trekken dat sportstimulatie over de hele linie niet werkt. De suggestie hardlooproutes op straat te markeren, vindt de wethouder een goed idee. Het Lint in Leidsche Rijn is daarvan een goed voorbeeld. Er wordt gewerkt aan een parcours op Kanaleneiland. De Bolhof in Lunetten is een 5 kilometer parcours dat ook is gemarkeerd. Het is zaak dat markeringen alleen worden aangebracht op veilige routes. Bij diverse andere projecten is een parcours rond de buurt uit te zetten. Mevrouw Haage (PvdA) vroeg ook naar fietsmarkeringen voor wielrenners, zoals het parcours van de Tour de France. Klopt het dat de wethouder toezegt de hardlooproutes bij de nieuwe projecten aan te leggen? Wethouder Jansen noemde het tijdritparcours van de Tour de France niet omdat hij eerst de risico's in kaart wil brengen als mensen een scherpe tijd willen neerzetten. Hij vraagt de PvdA te waken voor doorschieten in de op zich leuke ideeën. In het bestemmingsplan Maximapark Leidsche Rijn gaat het college na of ongelijkvloerse kruisingen zijn mee te nemen. Daarmee kan de veiligheid van het circuit en de sporter worden vergroot. Bij de roeisportvereniging Viking is de financiering van het sportgedeelte geregeld om het gat in de begroting van Viking te dichten. De club is gevestigd in een gebied waarbij de geluidhinder van de A12 een rol speelt. Dat beïnvloedt de woningbouw waar dit project onderdeel van uitmaakt. Als de woningbouw niet kan starten, kan Viking ook niet starten omdat het als een geheel gezien moet worden. Hij ging ervan uit dat RWS op redelijk korte termijn geluidsschermen zou plaatsen. Het geluidsprobleem moet wel eerst worden opgelost voordat de wijk verder is te ontwikkelen. Mevrouw Haage (PvdA) wil vooral weten per wanneer de raad een plan kan verwachten. Wethouder Jansen antwoordt dat er een plan ligt. De bouw kan pas starten als het geluidsprobleem is opgelost. Daarnaast pleiten de roeiers voor een nieuwe roeibaan op de Uithof. Eerlijkheidshalve denkt hij dat een roeibaan van 3 kilometer op die plek een onhaalbaar plan is. In de toekomst is wel meer roeiwater nodig. Hij noemt in dit Pagina 14 van 82

22 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni verband ook recreatief roeien op de Haarrijnse plassen en de uitbreiding van de mogelijkheden daar. Op langere termijn is Rijnenburg mogelijk een optie. D66 doet een oproep om de efficiencyslag voor sportparken te versnellen. In 2014 zijn nieuwe gebruiksvoorwaarden ingevoerd waarbij overcapaciteit bij voetbalverenigingen wordt overgedragen aan andere verenigingen. Dat is pure winst. De zondagcompetitie voor pupillen lijkt de wethouder een goede stap. Dat wordt nog verder uitgebreid. Het college geeft er de voorkeur aan dit soort overleg met de verenigingen te doen. De verenigingen werken met veel vrijwilligers en het is niet goed om top-down bepaalde maatregelen op te leggen. Verenigingen hebben vaak de neiging te zeggen dat zij over onvoldoende capaciteit beschikken. In veel gevallen kan ook verstandig worden gekeken naar de beschikbare capaciteit. Bij uitbreiding van de stad wordt wel geïnvesteerd in nieuwe sportaccommodaties. Als voorbeeld noemt hij de hockeyvelden in Rijnvliet. Fletiomare was ooit een dorpsclub. De club heeft nu 2000 leden. Het is goed om bij de opstart van een nieuwe vereniging flankerend beleid mee te nemen. Het is positief dat Fletiomare aanbood de hockeyclub in Rijnvliet te helpen. Wethouder Jansen merkt op dat D66 het ondernemerschap bij verenigingen wil belonen. Dat wordt al gedaan. Het nieuwe tarievenbeleid geeft daartoe een aanzet. Als verenigingen in de daluren sport aanbieden, is dat goedkoper. De spitsuren zullen duurder worden. Op korte termijn wil het college iets doen aan de uitbreiding van de daltarieven aan de hand van een andere programmering van gymuren van scholen waarmee overdag meer daluren ontstaan. Nieuwe initiatieven, zoals hockey bij Hercules en Sporting, stimuleert dit college. Dat daarvoor dubbele huur moet worden betaald, begrijpt hij niet. Hij hoorde het verhaal eerder, maar hij is van mening dat dit initiatief uit te voeren is binnen de bestaande huurcontracten. Kleine kinderen die hockeyen op de voetbalvelden, brengen geen schade toe aan de voetbalvelden. Mevrouw Scholten (D66) noemde de casus om aan te geven hoeveel energie het kost om een initiatief positief beoordeeld te krijgen door de gemeente. Het lijkt haar goed als een volgend initiatief minder energie vergt om tot wasdom te komen. Wethouder Jansen zegt dat de gemeente zeker haar best deed om dit initiatief zo snel mogelijk tot stand te laten komen. Er worden ook gesprekken gevoerd met Olympos om te kijken of daar nog mogelijkheden zijn om aan side sharing te doen. De wethouder is een groot voorstander van bewegen in de openbare ruimte. Bij herinrichting van buurten zoals het gebied Wisselspoor, is het goed naar de groeninrichting en looproutes te kijken. Dat gebied heeft nu een steenachtig uiterlijk. Zondag 21 juni a.s. opent de wethouder een BMX-parcours in het Noorderpark en met de daar aangelegde brug over de noordelijke randweg is deze voorziening goed bereikbaar voor inwoners. Aangaande het preventiebeleid constateert hij dat ook zijn collega s ervan overtuigd zijn dat wanneer de gemeente aan de voorkant investeert aan de achterkant veel curatieve inspanningen zijn te voorkomen. In de Zorgnotitie is een aantal elementen opgenomen die voortkomen uit de discussie tussen de verschillende portefeuillehouders hoe aan de preventieve kant meer te doen. Het CDA meent dat buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen niet al te goed functioneren en hij vraagt of het geld niet besteed kan worden aan vakleerkrachten voor meer beweging op de basisscholen. Hij is zelf gaan kijken bij het werk van de buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen en deze mensen worden in belangrijke mate aangestuurd door sportverenigingen. Verder is hun werk gericht op doelgroepen zoals gehandicapten en senioren. De wethouder vindt het een verstandige investering en een groot deel van de investeringen wordt betaald door het ministerie van VWS. Voetbalkooien en Cruijff Courts worden ook al gebruikt op heel veel plekken voor andere doeleinden. De inrichting van deze speelplekken moet worden afgestemd met de buurt. Als er een groot scala aan beweegmogelijkheden wordt aangeboden aan de jeugd, vermindert de wachtlijstproblematiek bij sportverenigingen. In dat opzicht heeft de heer Van Waveren zijns inziens een punt. De heer Van Waveren (CDA) wil ook dat de wethouder iets met zijn voorstel doet. Verschillende kleine verenigingen zijn bereid clinics te geven om meer bekendheid voor hun sport te genereren. Is de wethouder bereid daar bij nieuwe velden naar te kijken en daarmee actief aan de slag te gaan? Wethouder Jansen deelt die gedachte. Er zijn al stappen gezet in die richting. De combinatiefunctionarissen werken voor een breder scala van sporten dan voorheen. Geprobeerd wordt de belangstelling te verbreden maar er moet ook worden aangesloten bij de belangstelling die er is. Het college heeft wel de intentie kleinere sporten meer onder de aandacht te brengen. De atletiekvereniging organiseert belangeloos schoolatletiekwedstrijden en dat levert haar vaak ook weer leden op. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat veel van die velden bedoeld zijn voor het voetballen. Hij wil een verbreding mogelijk maken zodat ook andere sporten gebruik kunnen maken van die veldjes. Hij constateert dat de wethouder daarin nu geen beweging wil maken. Hij zal zich hierover beraden voor het slotdebat. Wethouder Jansen zegt dat er ook basketbalveldjes zijn en in sommige buurten is ook een zwembad aanwezig. Er zijn meerdere voorzieningen in de openbare ruimte maar hij weet niet of daarvan een overzicht beschikbaar is. Als dat zo is, zal hij dat aan de commissie verstrekken. Pagina 15 van 82

23 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni GroenLinks is bezorgd over de financiële situatie van de studentensportvereniging. In 2014 is een korting doorgevoerd in de tariefstelling voor reguliere sportverenigingen en daar profiteert de studentensportvereniging niet van. Er zijn meer studenten lid van een reguliere vereniging dan van een studentensportvereniging. De gemeente geeft ongeveer 100 euro per inwoner per jaar uit aan sport, waar het landelijk gemiddelde ligt op 60 euro per jaar per inwoner. Hij had regelmatig overleg met Olympos en daarbij is geconstateerd dat er opmerkelijk weinig mensen sporten bij Olympos vanuit de diverse omliggende studentenopleidingen. Het blijkt dat er weinig is nagedacht over de integrale inzet voor de sportaccommodaties. Hij wil ervoor waken dat de gemeente het probleem van de universiteit en de hogeschool gaat overnemen. Er zijn veel studenten die bij reguliere sportverenigingen zijn aangesloten en de universiteit en de hogeschool moeten in zijn overtuiging hun eigen verantwoordelijkheid hierin nemen. De heer Menke (Student & Starter) zegt dat Olympos voor de veldsporten een capaciteitsprobleem kent. Zij betaalt meer voor de velden dan reguliere verenigingen. Als nog meer studenten overstappen naar reguliere verenigingen, zal daar een nog grotere druk ontstaan. Hoe kijkt de wethouder daartegenaan? Wethouder Jansen zegt dat sporters bij een reguliere vereniging van harte welkom zijn. Het regime bij Olympos is anders dan bij de reguliere sportverenigingen. De gemeente paste de subsidieregeling aan en er wordt nu gesubsidieerd via de uurtarieven van de accommodaties. De universiteit subsidieert via de sportpas en daarom moet meer worden betaald voor de velden. Het gaat erom welk bedrag door de universiteit wordt gesubsidieerd en de conclusie daarover laat hij aan de commissie. Ten aanzien van de nieuwe hockeyvelden voor imaginaire hockeyclub bij Rijnvliet waarover Stadsbelang Utrecht sprak, heeft hij al gezegd dat Fletiomare bereid is te investeren in de nieuwe club. De kleedruimten zijn opgenomen in het investeringsbedrag en voor de kantine lift de vereniging voorlopig mee op de kantine van tennisvereniging PVDV. Als de hockeyvereniging inderdaad een grote groei doormaakt, kan zij in de toekomst een eigen kantine aanleggen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat Fletiomare duidelijk zei wel te willen helpen maar geen verantwoordelijkheid te zullen nemen. De nieuwe club zal geen satellietclub zijn van Fletiomare. Het is ondertussen nog steeds een imaginaire club. Wethouder Jansen sprak niet over een satellietclub. Hij constateert dat de heer Bos weinig vertrouwen heeft in het organisatorisch vermogen van de inwoners van Leidsche Rijn. Hij meent dat daar de meest slimme mensen van Utrecht wonen, met een aardig inkomen, die veel tijd willen steken in de sport. De verenigingen in Leidsche Rijn groeien als kool. Als SV Nieuw Utrecht wil fuseren, kan de wethouder daar van alles over vinden maar hij gaat daar niet over. De wethouder gaat over het beschikbaar stellen van accommodatie. De wethouder wil dat de gebruikersovereenkomst wordt nageleefd en dat de huur wordt betaald. Dan is er niets aan de hand. Er is nog wel een geschil over een terugbetaling van een depot voor de bouw van het clubhuis. In 2014 sloot de gemeente daarover een deal met de club. De club heeft een deel van de schuld direct erkend en die wordt via een afbetalingsregeling terugbetaald. Over het restant loopt een geschil bij de rechtbank; de gemeente wacht de uitspraak af. Wanneer de gemeente gelijk krijgt, neemt de wethouder aan dat de club een afbetalingsregeling wil treffen. Zo niet dan heeft de club een probleem. Hij wil verder geen mening uitspreken over een eventuele fusie. De heer Bos (Stadsbelang) vindt dat de wethouder mag constateren wat hij wil. Hij zei dat niet. Hij merkt op dat de gemeente voor wat betreft SV Nieuw Utrecht in een bijzondere situatie zit. Een geschil ligt voor bij de rechtbank en er is een afbetalingsregeling getroffen. De exploitatie van de vereniging is niet heel rooskleurig. Hij vindt dat het college er wel iets van moet vinden. Het gaat om een partij met welke het college behoorlijk veel te stellen had en hij verwacht dat de gemeente met die partij nog wel het nodige te stellen zal krijgen. Wethouder Jansen zegt wel met SV Nieuw Utrecht te hebben gesproken en dat de gemaakte afspraken worden nageleefd. Hij vraagt wat dan het probleem is. De heer Bos (Stadsbelang) zegt dat er een overaanbod is in de aanmeldingen voor de diverse hockeyverenigingen. Het is wellicht verstandiger velden aan te leggen bij bestaande hockeyclubs omdat de accommodatie dan kan worden gedeeld. Hij vraagt nog een reactie van de wethouder. Wethouder Jansen vraagt zich af waar de velden dan neer te leggen. Bij Fletiomare is een bepaalde inrichting gemaakt voor het Maximapark. De bewoners daar willen graag meepraten over de inrichting van het gebied. Rijnvliet is altijd gezien als een goede sportvoorziening in Leidsche Rijn. Hij wil daaraan vasthouden. Hij vervolgt zijn beantwoording. De VVD sprak zijn waardering uit voor de uitspraak: 1 euro voor sport levert meer op dan 10 voor welzijn. De gedachte daarachter is dat sport voor 90% draait op de inzet van vrijwilligers. Bij sport kan door actieve participatie een bijdrage worden geleverd aan de vereniging en tegelijkertijd wordt aan het eigen welzijn gewerkt. Om die reden ontstaat steeds vaker een link tussen welzijn en sport, onderwijs en sport en zorg en sport. Hij wil proberen het preventieve beleid te laten meeliften met andere programma's om daarmee voor in de keten meer effect te genereren voor al die programma s. De financiële consequenties van de sportvisie zijn inderdaad nog niet bekend. Als de gemeente 100 euro per inwoner per jaar aan sporten besteedt, denkt hij dat deze bijdrage niet direct verhoogd hoeft te worden. Hij neigt ernaar te onderzoeken hoe die 100 euro effectiever in te kunnen zetten. De sportvisie zal daarvoor ook Pagina 16 van 82

24 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni aanknopingspunten geven. Het kan wel zijn dat investeringen anders worden ingericht of dat de tariefstructuur wordt veranderd waardoor per saldo die 100 euro anders zal landen. Voor de begroting zal het college de stand van zaken ten aanzien van zelfbeheer door verenigingen aan de raad melden. Zelfbeheer kent veel gradaties en momenteel kijkt hij naar meerdere manieren om het maatschappelijk rendement van accommodaties te verhogen. Het commitment van verenigingen is daarbij te versterken. De heer Gilissen (VVD) vindt dat de ambitie wel omhoog kan. Alle accommodaties moeten actief in beeld worden gebracht. Dan is na te gaan welke vorm, medebeheer of zelfbeheer, de gemeente het best kan aanjagen. De VVD ziet wel een oplossing in het versterken van die samenhang in de sportaccommodaties en in het bestrijden van de gebrekkige bezetting. Hij vraagt de wethouder in beeld te brengen wat nodig is om tot medebeheer of zelfbeheer over te gaan. Wethouder Jansen is het wel eens met de heer Gilissen. Er zijn veel complexen die een stap in de goede richting zetten. Er zijn ook voorbeelden bekend van verenigingen die wel goed samenwerken en daarmee het gebruik van hun accommodatie proberen te vergroten. Hij zal voor de begroting een lijst aanleveren waaruit blijkt hoe het totale palet eruitziet. Het onderhoud aan accommodaties is uitgesteld vanwege de integriteitkwestie. Dat duurt de wethouder al veel te lang. Op een aantal plekken wordt het hoog tijd aan de slag te gaan. Het budget is er nog en er wordt aan een plan gewerkt om alsnog in het onderhoud te voorzien. De heer Gilissen (VVD) vraagt wanneer het achterstallig onderhoud is ingelopen. Kan de wethouder de urgentie die hij voelt, vertalen in een concrete toezegging? Wethouder Jansen vraagt of de heer Gilissen ermee akkoord gaat dat hij de planning toestuurt aan de commissie voordat de raad de Voorjaarsnota behandelt. De wethouder pleitte al eerder voor een koppeling tussen topsport en breedtesport. Hij wil bescheiden middelen inzetten om kinderen en andere doelgroepen te motiveren om op eigen niveau te gaan bewegen. Daarbij is de inzet van topsporters een effectief middel. Als extra budget gezocht moet worden binnen de 100 euro per inwoner, moet hij kijken waar hij dat geld dan vandaan haalt. Het kan zijn dat de raad hiervoor extra geld wil uittrekken. De ChristenUnie was positief over de verduurzamingslag bij sportverenigingen. Utrecht is een van de gemeenten die daar actief op inzet, ook via de VSU Verenigingen hebben het laaghangend fruit veelal al geplukt en nu wordt gekeken naar een vervolgstap in de verduurzaming. Utrecht investeert veel in de eigen accommodaties. Hij refereert aan zijn recente bericht over de zonnepanelen. De laagdrempeligheid sportaanbod is belangrijk. Voor de beantwoording van amendement 22 deelt hij mee dat het college eerst de resultaten van Vitaal plus wil afwachten. Het college is bereid om bij grote belangstelling te onderzoeken hoe het aantal trajecten is uit te breiden. Motie 164 spreekt de wens uit dat geld terugvloeit naar de verenigingen en het is wenselijk dat de gemeente blijft investeren in het bevorderen van werkgelegenheid. Het geld terug laten vloeien naar de verenigingen en het ontwikkelingsplan multifunctioneel gebruiken kan duurzaam bijdragen aan de werkgelegenheid, kan meer activiteiten genereren, en sluit waar mogelijk aan bij het netwerk. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) vraagt of de wethouder kan uitleggen wat hij met de laatste zin van zijn beantwoording bedoelt. Wethouder Jansen kan het antwoord ambtelijk laten toelichten of hij komt schriftelijk terug op de vraag. De heer Toussaint (ambtelijke ondersteuning) keek inderdaad naar deze motie 164. Gedacht is een ontwikkelplan te maken samen met de verenigingen. Een plan voor een groter multifunctioneel gebruik van de sportaccommodaties. Daarbij zijn dan zoveel mogelijk effecten van werkgelegenheid te betrekken, ook in aansluiting op het Sportnetwerk zodat het college op die manier het budget inzet in de geest van de motie. Wethouder Jansen bevestigt dat de studentenraad sinds 2014 meer is aangehaakt bij alles wat op dit gebied gebeurt. De discussie over de taskforce wil hij niet overdoen. Studenten hebben dezelfde rechten als reguliere sporters en zij kunnen kiezen voor een studentensportvereniging of een reguliere sportvereniging. Andersom kan dat niet. Hij vindt het een goede zaak dat ook Student & Sporter de potentie ziet van sporten in de openbare ruimte. De heer Menke (Student & Starter) vindt het vreemd dat de wethouder met een armhaal alle sporters binnenhaalt. Er is nu al een tekort aan accommodaties voor veldsporten. Hoe ziet de wethouder het voor zich als alle studenten overstappen naar reguliere verenigingen en zij die toeloop niet aankunnen? Wethouder Jansen antwoordt dat veel verenigingen in de stad studenten onder hun leden hebben. Studenten zijn goed in shoppen en in het nagaan waar zij het beste terecht kunnen. Van belang is dat zij zich thuisvoelen. Het is belangrijk het een beetje leuk te hebben. De heer Van Corler (GroenLinks) stelde nog een vraag over het onderzoek naar de mogelijkheden van een geleidelijke stelselherziening van accommodatiesubsidie naar doelgroepensubsidie. Wethouder Jansen zegt dat deze manier van subsidiëren haaks staat op de manier van subsidieverlening zoals die afgelopen jaren plaatsvond. De wethouder erkent dat ook voor die lijn wel iets te zeggen valt. Er is gekozen voor de huidige regeling omdat het college hiermee de huren voor accommodaties verlaagt. Dat heeft tot gevolg dat minder overhead nodig is. Pagina 17 van 82

25 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Hij gaat over tot de beantwoording van de vragen over Dierenwelzijn. Het college voert overleg voor de AVB rond de Crisis- en Herstelwet die nodig is voor de Green Deal. De aanvraag zal waarschijnlijk op 1 oktober a.s. worden ingediend bij de Tweede Kamer. Het gaat om een Algemene Maatregel van Bestuur met voorrang. Ook de Eerste Kamer kan daarover nog het woord voeren en afhankelijk van de doorlooptijd heeft Utrecht juridisch de mogelijkheid om met de Green Deal te starten. Parallel daaraan wordt gesproken met alle partijen die bouwen in Utrecht. Dat is omdat nog gewerkt wordt aan het financieringsstelsel. Loopt de financiering langs de publieke lijn, bijvoorbeeld via de leges? Of loopt die via de private lijn, bijvoorbeeld een stichting. Marktpartijen kunnen een stichting in het leven roepen gericht op de uitvoering van de activiteiten. Wethouder Geldof gaf op 25 april de aftrap van het Wilde Bijenproject. In de afgelopen periode was er veel belangstelling vanuit de bevolking voor dit soort projecten. In amendement 16 wordt geen apart plan ten behoeve van de biodiversiteit gevraagd. In het meerjarengroenprogramma wordt hieraan al hard gewerkt en dit valt onder de portefeuille van wethouder Geldof. De onderzoeksresultaten van gebouwbewonende diersoorten worden openbaar bekendgemaakt. De raad wordt hierover periodiek bij het jaarverslag geïnformeerd. Hij geeft een overzicht van de onderzoeken in dit kader. Voor amfibieën wordt vijfjaarlijks onderzoek gedaan naar de bewoners van de poelen in Utrecht, de eerste ronde vond plaats in Onderzoek naar faunapassages vindt vijfjaarlijks plaats. De derde ronde was in Dat wordt naar de raad gestuurd. Het wilde bijenonderzoek vindt dit jaar voor het eerst plaats met behulp van de bewoners. Het vissenonderzoek vindt plaats in het kader van het baggerprogramma en door de Wilde Plantenwerkgroep van de KNNV. In antwoord op de Partij voor de Dieren deelt de wethouder mee dat de brief aan de VRU een maand geleden is verstuurd in afschrift aan de gemeenteraad, voor zover de wethouder weet. Over het Amersfoortse model worden constructieve gesprekken gevoerd. Zijn inschatting is de raad binnen de gestelde termijn hierover te kunnen informeren. Mevrouw Oskam (Partij voor de Dieren) las de brief aan de VRU. Daarin stond niets vermeld over hulp aan wilde dieren bij rampen. Wat is de gestelde termijn van het Amersfoortse model? Wethouder Jansen antwoordt dat per 1 juli aanstaande verschillende contracten aflopen. Het college staat in dubio of deze contracten nog een keer met een jaar moeten worden verlengd. Hij verwacht dat er in 2015 nog een parapluovereenkomst afgesloten kan worden. Het format van het jaarverslag is heel strak en de cijfers waar de Partij voor de Dieren om vraagt, mochten daarin niet worden opgenomen. Deze moeten los van het Jaarverslag worden verstuurd en dat is nog niet gebeurd. Deze informatie wordt zo spoedig mogelijk aan de raad verstuurd. In de nieuwe contracten worden SMART-doelstellingen afgesproken waaraan de prestatiecontracten moeten voldoen. Groene webprojecten blijven bestaan en vallen onder de portefeuille van de heer Geldof. De wethouder deelt mee dat aan het begin van het zomerreces twee werkbezoeken aan een tuincentrum te hebben gepland. Hij wil daar geen gecombineerd bezoek van de wethouder en de Partij voor de Dieren van maken. Het gaat om een collegeaangelegenheid en de Partij voor de Dieren is 'vrouws' genoeg daarin een eigen weg te vinden. De brief aan de staatssecretaris komt daarna. Hij wil eerst van de tuincentra horen hoe zij tegen de verkoop van dieren aankijken. Over de jacht op de landgoederen is nog geen voortgang te melden. De Nota Dierenwelzijn is op 18 maart 2015 aangenomen maar het is hem nog niet gelukt hierop actie te ondernemen. Mevrouw Oskam (Partij voor de Dieren) vraagt wanneer de wethouder wel voortgang zal melden over de gemeente Bunnik. Zij wil nog een toezegging van het college dat de raad mee kan beslissen over de groene webprojecten en daarvan op de hoogte wordt gesteld. De wethouder gaf nog geen antwoord op de vraag over de jaarlijkse rapportage Dierenwelzijn. Wethouder Jansen herhaalt zijn antwoord over de jaarlijkse rapportage. Hij wil de raad eenmaal per jaar goed informeren. De raad kan dan gegronde vragen stellen om versnippering te voorkomen. Hij vraagt de raad zich daartoe te beperken. De uitwerking van het gebruik van diervriendelijke verlichtingskappen valt onder Stadswerken. Over hoe het college daar principieel in zit, moet worden gediscussieerd tijdens de behandeling van de Nota Dierenwelzijn. Daar kijkt het college nog steeds hetzelfde tegenaan. De heer Kleuver (D66) vult aan dat bij de vaststelling van de herziene Nota Dierenwelzijn is gezegd bij de vaststelling van de herziene nota één keer per jaar een passage op te nemen in de rapportage over dierenmishandeling. Met die toezegging kan zijn fractie leven en hij hoopt ook de fractie van de Partij voor de Dieren Mevrouw Korsuize (ambtelijke ondersteuning milieu en mobiliteit) meent dat de getallen over dierenmishandeling voor dit jaar niet zijn meegenomen in de rapportage. Zij is hierover niet 100% zeker. Pagina 18 van 82

26 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 Wethouder Jansen zegt dat het gesprek met de gemeente Bunnik nog niet plaatsvond. De onderwerpen gerelateerd aan de landgoederen Amelisweerd worden verzameld en in een eerstkomend periodiek bestuurlijk overleg met de gemeente Bunnik besproken De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en schorst vervolgens de vergadering tot uur. Bij de bespreking van de gerecapituleerde toezeggingen komt het navolgende aan de orde. De heer Gilissen (VVD) zegt dat de voorzitter aangeeft dat de wethouder een overzicht zal geven van sportcomplexen waar zelfbeheer of medebeheer mogelijk is. De VVD wil inzicht in alle accommodaties, ook als zelfbeheer of medebeheer niet mogelijk is. Wethouder Jansen zegt dat dit heel veel meer werk geeft. Het college heeft als grondhouding dat zelfbeheer of medebeheer overal mogelijk is. Hij wil de plannen positief benaderen en zijn insteek daarbij is dat in het geval verenigingen mogelijkheden zien ten aanzien van zelfbeheer of medebeheer, hij daaraan prioriteit geeft. Mevrouw Oskam (Partij voor de Dieren) zegt dat er ook een toezegging is gedaan om in het eerstvolgende bestuurlijke overleg met de gemeente Bunnik te spreken over de jacht, dat de wethouder twee werkbezoeken brengt aan tuincentra, dat hij daarna een brief zal versturen aan de staatssecretaris over de verkoop van dieren en dat de raad nog dit jaar de Amersfoortse aanpak kan verwachten. De voorzitter attendeert de Partij voor de Dieren er op dat deze toezeggingen niet zijn opgenomen omdat ze al op de lijst stonden. De voorzitter schorst de vergadering om uur tot uur. De vergadering gaat dan verder onder voorzitterschap van de heer Van Waveren met de agendapunten Veiligheid, bewoners en bestuur. 15 juni in de avond 4. Bewoners en bestuur (m.u.v. Stadspromotie, behandeling do-mi bij W&I): hfdstuk 1.1. JS en VJN deels hfdst 2.2 programma s en hfdst 3 investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN hfdstuk 5 en 6 m.u.v. Wijkgericht Werken en participatie (= bespreking wo-middag), Organisatievernieuwing (= geen programma in de VJN/JS; Veiligheid hfdst 1.9 (JS) en VJN deels hfdst 2.2 programma s/kansen en hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen, hfdst 5 en 6 Berap De commissie Mevrouw Haage (PvdA) complimenteert alle handhavers en toezichthouders, politie en ook bewoners die op de veiligheid in de stad letten waardoor het voor velen plezierig wonen en werken in Utrecht is. Er is grotere behoefte aan toezicht en handhaving. Zij adviseert het college dit te doen waar dat het meest nodig is. Bij de Amsterdamsestraatweg was beloofd om in de avonduren te handhaven. Zij verneemt van de ondernemers dat die handhaving op die uren er nog steeds niet is. Dat is uitdrukkelijk toegezegd, ook in deze commissie. Waar wel wordt gehandhaafd en het niet het gewenste effect oplevert, is het alcoholverbod in de binnenstad. Overlastplegers worden niet altijd aangepakt en mensen die romantisch bij de sluis zitten met een glaasje worden wel aangepakt. De wijkraad Binnenstad geeft aan dat de openbare ruimte steeds meer wordt ingenomen door illegale terrassen en andere activiteiten. Zij krijgt graag een reactie van het college op de effectiviteit van de handhaving. In verband met krimp is er een vergrote externe inhuur bij toezicht en handhaving. Mevrouw Haage vraagt naar de oorzaak daarvan. Zijn daar te weinig mensen te vinden die dit moeilijke werk willen doen? 101 hennepkwekerijen zijn in het afgelopen jaar opgerold. Het college kan geen antwoord geven op de vraag naar de kosten daarvan. Haar inschatting is dat deze hoog zijn. Ze vraagt of dit mede een reden is voor de burgemeester om te blijven pleiten voor een ander beleid ten aanzien van hennep in Den Haag en nu ook bij de VNG. Een belangrijk thema is discriminatie. Het juridische pad van het doen van aangifte en vervolging door het OM werkt helaas zelden. Het gevolg is geen genoegdoening voor de slachtoffers, weinig aangiften die tot een veroordeling leiden en daardoor nog minder mensen die aangifte doen. Ze krijgt graag de reactie van de burgemeester op deze negatieve spiraal van de aanpak van deze discriminatie. Het idee van de PvdA fractie is een ander pad te kiezen dan alleen het juridische. De PvdA ziet graag bemiddeling in dergelijke gevallen. Wat is mogelijk uit de bestaande middelen en welke rol kunnen andere organisaties zoals buurtbemiddeling op artikel 1 van de grondwet betekenen. De raad stemde in met de aanpak van radicalisering. Haar fractie is erg benieuwd hoe het gaat met de uitvoering. Zijn hier meer of minder jongeren in beeld gekomen en worden zij en hun families goed ondersteund. Mevrouw Dibi (PvdA) merkt op dat dit college besloot geen afzonderlijk diversiteitbeleid uit te voeren. Zij hoort wethouders zeggen dat ze diversiteit belangrijk vinden. Wanneer het gaat over het personeelsbeleid van de gemeente, ziet zij daarvan helaas niets terug. De PvdA betreurt dat en vindt dat een gemiste kans. Mevrouw Dibi vraagt of de wethouder kan zeggen wat de visie van het college is als het gaat om diversiteit binnen het personeelsbeleid? Is de wethouder bereid om een proef te starten met anoniem solliciteren zoals Art. 1 adviseerde? Pagina 19 van 82

27 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni In 2013 dienden SP, GroenLinks en de PvdA de motie 42 in het aantal flexmedewerkers te beperken tot 30 bij het Klantcontactcentrum. Die is ook overgenomen door het college. De wethouder geeft nu aan dat de motie niet volledig is uitgevoerd omdat dat te duur is. Zij verneemt graag van de wethouder of hij bereid is de motie alsnog uit te voeren. Haar fractie is benieuwd naar de mening van de overige indieners van de motie. Mevrouw Rajkowski (VVD) was dan wel geen indiener van de motie maar wil wel graag reageren. Bij het Klantcontactcentrum kost een vaste medewerker 42 euro per uur en een flexwerker 19 euro per uur. Dat scheelt 23 euro. De VVD pleit ervoor niet te kijken naar zulke stramienen maar te streven naar een goede balans tussen kwaliteit en efficiëntie. Het liefst zou haar fractie de motie helemaal willen loslaten. Zij vraagt wat de PvdA daarvan vindt. Mevrouw Dibi (PvdA) bevestigt de door mevrouw Rajkowski genoemde getallen. Wanneer een en ander bij elkaar wordt opgeteld, is het niet zoveel geld in vergelijking met de overschrijding van 10 miljoen op de externe inhuur. Zij zegt: Het is dan maar hoe je het ziet. Daarbij is het belangrijk dat mensen vastigheid hebben. Het gaat de kwaliteit niet ten goede komen wanneer continu wisselingen in het personeel plaatsvinden. Dat speelt dan nu ook. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dat de motie als uitspraak van de raad uitgevoerd moet worden. Wat vindt de VVD er van wanneer een gewoonte gemaakt wordt van het niet nakomen van uitspraken van de raad. In Utrecht bestaat de goede gewoonte moties uit te voeren. Waarom wil de VVD het college daaraan niet houden? Mevrouw Rajkowski (VVD) stelde nog geen vragen aan het college. Zij is blij met die goede gewoonte. Het is ook een gewoonte dat wanneer het bestuur over de inhoud niet blij is, een nieuwe motie in te dienen is die een oude motie overtreft. Mevrouw Dibi (PvdA) vindt dit een creatieve gedachte van mevrouw Rajkowski. Zij vervolgt haar inbreng. De in 2014 gerealiseerde externe inhuur voor 77,3 miljoen, ligt hoger dan de doelstelling in de programmabegroting. Die was 67 miljoen. Dat is ruim 10 miljoen euro hoger. Dat is een flink bedrag. De verwachting voor 2015 is dat het bedrag rond 62 miljoen zal zijn. Haar fractie vindt dit een verontrustende ontwikkeling. Dit komt elk jaar ook weer terug. Kennelijk lukt het het college niet om de kosten beheersbaar te houden. Hoe zal de wethouder ervoor zorgen dat het in 2015 wel bij de 62 miljoen euro blijft en niet weer miljoenenmeer. Er is steeds weer een reden waarom iets hoger uitvalt. Het college stelt voor een extra bijdrage te leveren als gemeente Utrecht in de regionale samenwerking van 30 cent per inwoner voor regionale samenwerking Verkeer en Vervoer. Haar fractie vindt dat onwenselijk en onnodig. Waarom zou de gemeente inwoners nog een keer belasten boven de 1,50 euro voor de algemene regionale samenwerking. Bovendien krijgt de raad nog een voorstel voor de regionale samenwerking. Waarom loopt het college hierop vooruit wanneer het gaat om de Voorjaarsnota. Op 1 juli treedt de aanpak schijnconstructies in werking. Dan kan de gemeente als opdrachtgever aansprakelijk worden gesteld voor handhaving van de cao door een opdrachtnemer. Dat zoiets dergelijks nodig is, bleek recentelijk nog in het Stationsgebied. D66 stelde daarover vragen. Zij vraagt of het college bereid is de voorwaarde van cao-handhaving op te nemen in contracten met de opdrachtgever. Haar fractie maakt zich zorgen over het ziekteverzuim onder een deel van het personeel. Zij ontvangt signalen over dat op sommige afdelingen sprake is van 20% ziekteverzuim. Een normaal percentage is 4-6%. In dat licht is 20% heel veel. Men geeft aan dat het vooral komt door de reorganisatie en alles wat erbij komt. De OR zei ook dat de gemeente op dit moment het predicaat goed werkgeverschap niet verdient. Zij vraagt of de wethouder deze knelpunten herkent. Hoe zal hij deze aanpakken? Mevrouw Scholten (D66) merkt op dat vorig jaar bij de Voorjaarsnota uitgebreid gesproken is over de gemeentelijke website. Diverse fracties leverden verlanglijstjes aan. Daarna is het bijzonder stil geworden op dit vlak. Uiteraard is met de verhuizing naar het stadskantoor veel aandacht uitgegaan naar de fysieke dienstverlening. Zij vraagt hoe het staat met de nieuwe website. Haar fractie wil graag tempo maken op dit vlak. De huidige website functioneert onvoldoende. Hierbij vraagt haar fractie specifieke aandacht voor toegankelijkheid. De website is onvoldoende toegankelijk. Met de decentralisaties is het belang van toegankelijkheid alleen maar toegenomen omdat mensen met een beperking voor veel meer zaken de gemeente nodig hebben. Ze vraagt hierop de reactie van de wethouder. In het licht van meldingen ziet haar fractie verbetermogelijkheden. Zij neemt aan dat de gemeente graag wil dat inwoners zaken melden. De gemeente kan daarop reageren. Vaak zullen mensen dat doen vanaf een mobiele telefoon. Dat is niet gemakkelijk. Dergelijke meldingen moeten verbeterd kunnen worden, bijvoorbeeld door beter samen te werken met apps op dit vlak die ook al beschikbaar zijn. Daarnaast ziet haar fractie kansen om bij meldingen ook gebruik te maken van open data, vergelijkbaar met hoe het gaat met verkeerslichtmeldingen. Op die manier is zowel voor de organisatie als voor inwoners inzichtelijk welke meldingen er zijn. Dat kan ook een reden zijn om niet te melden of juist nog een keer te melden. Daar is een betere dienstverlening te leveren. In de afgelopen jaren is strak gestuurd op het verkleinen van de organisatie. Haar fractie ziet dat de fte s oplopen. Zij vraagt het college daarop nog even strak te sturen. Zij vraagt de wethouder hierop te reageren. Pagina 20 van 82

28 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Pleinen zijn een belangrijk element die door het college worden genoemd in de organisatievernieuwing. De raad heeft daarop weinig zicht. Zij vraagt of de wethouder kan toezeggen op enige wijze periodiek inzicht te zullen geven in de Pleinen en hun resultaten. Zouden raadsleden voor relevante pleinen kunnen worden uitgenodigd? Een plein is een werkvorm om een doorbraak te forceren. Haar fractie zou graag zien dat een initiatief tot een plein ook vanuit bewoners kan komen, ook als de ambtenaar met wie het initiatief te maken heeft dat niet zelf bedacht of niet wenselijk vond. Kan de wethouder toezeggen dit op enigerlei wijze mogelijk te maken? De PvdA sprak al over diversiteit. Recentelijk is over dit onderwerp een goede Raadsinformatieavond gehouden. Dat leidde ook tot diverse initiatieven in de gemeentelijke organisatie. Haar fractie deelt mee graag te willen dat de raad jaarlijks inzichtelijk krijgt welke initiatieven worden genomen op dit vlak om dit onderwerp goed op de agenda te houden. Dat zou mogelijk kunnen zijn in de vorm van een onderdeel van een sociaal jaarverslag. Voor zover zij weet heeft de gemeente geen sociaal jaarverslag. Zij zag een mooi verslag uit Zij vraagt de wethouder of hij dit in ere zou willen herstellen met daarin het thema diversiteit expliciet opgenomen. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of het college op dit moment een goed diversiteitbeleid heeft, gericht op personeel. Mevrouw Scholten (D66) brengt het gesprek in de Raadsinformatieavond onder de aandacht waarbij D66 en de PvdA een rol hadden. Zij hebben geconstateerd dat in de laatste jaren hierop weinig stappen vooruit zijn gezet, ook omdat vrij weinig mensen zijn aangenomen en daardoor niet veel extra diversiteit te realiseren was. Zij ziet dat de urgentie gevoeld voor. Zij vindt het belangrijk de urgentie hierop vast te houden. Om die reden stelde zij deze vraag. De heer Kleuver (D66) komt het woord veiligheid 177 keer tegen in de Voorjaarsnota. Dat is het voordeel wanneer de stukken volledig digitaal gelezen worden. Hij ziet het woord terug in heel veel paragrafen en vrijwel steeds in de context die te maken heeft met preventie, het voorkomen van problemen, de-escalatie. Zo ziet D66 het graag. Hij heeft weinig op met begrippen als zerotolerance. Zerotolerance schakelt het gezond verstand uit. Ook bij handhaving vindt zijn fractie gezond verstand van groot belang. Dat neemt niet weg dat repressie zo nu en dan nodig is. Maar ook dat kan met gezond verstand. Cijfers op het gebied van veiligheid en de bijbehorende middelen leveren bij een eerste indruk een redelijk positief beeld op met plus- en minpunten. De grootste tegenvaller is misschien wel de stijging in de ervaren onveiligheid. Dat lijkt hem frustrerend om te vernemen wanneer per saldo de stad veiliger wordt. Het college ziet de pijnpunten en geeft daarvan een helder beeld. Dat wekt bij zijn fractie vertrouwen. Bij de Voorjaarsnota 2014 vroeg D66 de burgemeester naar het inzicht in de kosten bij de inzet van de veiligheidsdiensten bij voetbalwedstrijden, vooral bij betaald voetbal. De oproep is herhaald bij de behandeling van de begroting. In beide gevallen zegt de burgemeester dit inzicht toe. Tot nu toe kreeg de raad dit niet. Mogelijk moet de raad het nu per motie vragen. In de tweede plaats was D66 aanwezig bij een vergadering van de wijkraad Noordoost. Daar werd gezegd dat de burgemeester zou werken aan een stuk over de Amsterdamsestraatweg waarin hij met extra verzoeken aan de gemeenteraad zou komen. De heer Kleuver vraagt of dit correct is. Ten derde vraagt de fractie zich af waarom voor de volgende zaken geen effectdoelstellingen zijn geformuleerd: (1) het voorkomen van het faciliteren van georganiseerde ondermijnende criminaliteit en van misbruik van gemeentelijke vergunningen, regelingen en subsidies. (2) Verstoring van de openbare orde en maatschappelijke onrust zijn voorkomen dan wel bestreden en (3) incidenten en crisis zijn voorkomen en/of bestreden. Dat lijken hem doelen waarbij hele goede effectindicatoren te formuleren zijn. Hij vraagt waarom dat laatste niet is gebeurd. De heer Menke (Student & Starter) heeft heel veel moeite met goede effectindicatoren voor het tegenhouden van potentiële evenementen. Hoe ziet de heer Kleuver dit voor zich. De heer Kleuver (D66) licht toe dat het mogelijk is om sommige incidenten en crises aan te zien komen. Het zelfde geldt voor verstoring van de openbare orde, georganiseerde criminaliteit en misbruik van vergunningen. Zijns inziens is het wel degelijk mogelijk om daarop indicatoren los te laten. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Bij de uitvoeringsnota s over handhaving vroeg D66 naar een uitsplitsing van het geld dat besteed wordt aan het handhaven op het gebied van parkeren. Dit zegde de burgemeester ook toe. De raad ontving dit niet. Hij vindt dat vervelend omdat zijn fractie graag zou willen overwegen om een deel van de middelen voor het handhaven op fietsparkeren op een andere manier in te zetten. D66 heeft daarover enkele ideeën. Hierop worden 14 fte ingezet. Wanneer dat aantal gehalveerd wordt, gaat het grootste deel naar handhaving op parkeren maar zijn ook andere dingen te doen op het gebied van handhaven, met een hogere prioriteit. De heer Bos (Stadsbelang) vindt het opmerkelijk dat de heer Kleuver de inzet op fietsverkeer handhaving wil verminderen terwijl zijn collega enkele weken geleden heeft gezegd juist ook te moeten gaan handhaven op bromfietsen en snorfietsen. Hij vraagt hoe de heer Kleuver een en ander met elkaar rijmt. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dit een vreemd voorstel van de D66 fractie. De fietsparkeerhandhaving wordt betaald uit het programma bereikbaarheid, niet vanuit het programma veiligheid. Wanneer de D66 fractie daarin zou willen schuiven, zou het dan wellicht logisch zijn dit naar andere handhaving binnen het domein van de bereikbaarheid te schuiven? Pagina 21 van 82

29 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer Kleuver (D66) merkt op dat het hier om BOA s gaat. Dit is in de commissie Mens en Samenleving behandeld onder het onderwerp veiligheid door de burgemeester. Het is een mogelijkheid het geld dat nu aan de handhaving op bromfietsen wordt uitgegeven aan fietsparkeren te besteden? Dit is niet met elkaar in tegenstrijd. Het zou wel kunnen als ander doel. Wanneer de raad van tevoren inzicht had gehad in de cijfers, had de raad daarin nu een betere afweging kunnen maken. Nu moet D66 dit in deze commissie vragen. Hiermee gaf hij zijns inziens zowel de heer Bos als de heer De Vries antwoord. Mevrouw Metaal (CDA) complimenteert het college met de extra inzet op veiligheid in Utrecht in het komende jaar, met de aanpak van de radicalisering en met de bestrijding van criminaliteit. Het CDA pleitte daarvoor al veel vaker. Blijkbaar is nu de inzet toch veranderd. Dat doet haar deugd. Zij vraagt zich wel af waar de ommezwaai vandaan komt. Zij vraagt of nu duidelijkheid bestaat over of het extra budget er zal komen dat aan het ministerie van V&J is gevraagd. Met betrekking tot de Amsterdamsestraatweg is de integrale aanpak nu enige tijd bezig. Zij vraagt of er al positieve ervaringen zijn te melden. Zo worden illegale bordelen en massagesalons aangepakt, wordt intensief op illegale arbeid en gokken gecontroleerd. Zij vindt het jammer dat de panden die hiermee in verband staan na zes maanden weer opengaan. In de raad is gesproken over de mogelijkheid van de sluitingstijden op een deel van de Amsterdamsestraatweg. Dat zou de panden een stuk minder lucratief maken en de louche business wegjagen en zij spreekt de hoop uit dat de huurprijzen weer passend worden voor normale winkels. De heer Kleuver (D66) vindt het begrijpelijk dat het CDA spreekt over sluitingstijden. Hij merkt op dat in de tijd van de gedwongen sluiting veel minder overlast was ondanks de openingstijden. Sluitingstijden zouden zijns inziens symptoombestrijding zijn en niet de aanpak van de daadwerkelijke oorzaak. Hij vraagt of het wellicht beter is boeven te vangen dan bestuurlijke aandacht te besteden aan de sluitingstijden. Mevrouw Metaal (CDA) bevestigt dat dat beter is. Sluitingstijden vormen wat haar betreft onderdeel van de aanpak. Er was wel degelijk overlast, alleen minder tijdens het sluiten van de panden. Deze zaken zijn vaak tot diep in de nacht open. Dan is er ruimte voor allerlei zaken die daar niet thuishoren. Wanneer ze niet meer open zijn worden de panden iets minder aantrekkelijk voor de activiteiten die daar achter plaatsvinden. In die zin zou de gemeente de illegale activiteiten echt aanpakken dan alleen symptomen te bestrijden. De heer Kleuver (D66) constateert dat hij het zo gezegd eens is met het CDA. Wanneer de foute kapperszaken en massagesalons gesloten zijn, is er veel minder overlast en hoeft het bestuur geen aandacht te besteden aan de sluitingstijden. Dan wordt het voor de horecabedrijven mogelijk ook minder aantrekkelijk om zo lang open te zijn. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt de heer Kleuver welke zin het heeft dat een kapperszaak aan de Amsterdamsestraatweg 24 uur per dag open is. Hij vraagt hem dit uit te leggen. Heeft hij ooit wel iemand om uur bij een kapper gezien? Mevrouw Rajkowski (VVD) hoort D66 bij veiligheid een heel betoog houden over preventie. Nu komt het CDA met een mooie maatregel die juist in de preventieve sfeer ligt ook als het gaat om overlast, en hoort zij D66 spreken over boeven vangen. Zij is daarmee heel blij maar ze vindt het ook tegenstrijdig als het gaat om de vraag of D66 wel of niet voor preventie is. De heer Kleuver (D66) bevestigt dat er een redelijke kans is dat er iets heel bijzonders aan de hand is wanneer iemand om 0.30 uur bij de kapper zit. Het gaat vooral om de sluitingstijden voor de horeca en om het aanpakken van boeven. D66 is nooit tegen de aanpak van boeven. Uiteraard moet een burgemeester het gereedschap hebben om boeven te vangen. Hij verneemt graag van de burgemeester waar hij tegenop loopt als dat het geval is en of de raad hem daarbij behulpzaam kan zijn. Hij herhaalt dat hij sluitingstijden symptoombestrijding vindt en niet de aanpak van de echte oorzaak. Mevrouw Metaal (CDA) zet haar inbreng voort in haar termijn. Zij is het niet eens met de heer Kleuver over symptoombestrijding. Het gaat wat haar betreft echt om het wegnemen van de oorzaken. Ook zag zij op de Amsterdamsestraatweg in de afgelopen jaren dat louche zaken eerst plaatsvonden in belwinkels en dat daarna fietswinkels en massagesalons volgden. Op het moment waarop het college dienstverlening gaat sluiten, vinden de ondernemers wel een horecabestemming; ze vinden er wel iets op. Zij pleit liever het voor najagen van een algemeen beeld dan voor specifiek te nemen maatregelen. Het is al een tijd terug waarop de burgemeester toezegde met een voorstel te komen. Ondertussen is het gokkantoor weer open en lagen de omwonenden een aantal nachten knarsetandend in hun bed. Zij begreep dat vanuit het wijkbureau de betrokken ambtenaren het signaal gaven dat extra maatregelen nodig zijn op het middelste stuk van de Amsterdamsestraatweg. Wanneer kan de raad dat voorstel verwachten? In aansluiting op de inbreng van de PvdA zegt ook het CDA de handhaving na 22:00 uur een zorg te vinden. Al eerder is gesproken over de handhaving van de leerplicht. De cijfers over schooluitval zijn in vergelijking met steden met vergelijkbare leerlingenaantallen niet heel erg bemoedigend. Als stad van Kennis en Cultuur zou Utrecht daarop heel hard moeten inzetten. Zij realiseert zich terdege dat handhaving daarbij niet de heilige graal is en dat er een totaalpakket moet zijn. Daarom komt zij hierop terug bij het onderdeel onderwijs bij wethouder Kreijkamp. Haar fractie zou wel graag willen weten of het college een verhoogde inzet wenselijk vindt, ook op het handhavingdeel. Pagina 22 van 82

30 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Haar fractie maakt zich zorgen over het bereik van de vrouwen/moeders van de radicaliserende jongeren. Dat verloopt via de moskeebesturen. In welke mate zet het college hierop in? De suggestie is gedaan Ladyfit te betrekken in het beleid. Die biedt ook andere cursussen aan dan alleen op het gebied van sport en daar komen heel veel islamitische dames. Met betrekking tot Bewoners en Bestuur leest zij in de stukken dat de geplande bezuiniging op bestuursadviseurs niet werkbaar zou zijn. Haar fractie vindt een goede ondersteuning van het college heel belangrijk ook als het gaat om de bereikbaarheid voor oppositiefracties. In vergelijking tot andere grote steden heeft Utrecht weinig ondersteuning voor het bestuur. Het CDA kan erin meegaan die bezuiniging niet door te zetten. Zij vraagt zich wel af of wellicht beter is in te zetten op politieke assistenten in plaats van bestuurassistenten. Utrecht is de enige grote stad die zonder politieke assistenten werkt, terwijl politieke assistenten de politieke rol van de wethouder beter kunnen monitoren dan assistent op het gebied van de inhoudelijke zaken. Zij maakt zich bovendien een beetje zorgen over de draaglast van de griffie van de gemeenteraad. In het afgelopen jaar toonde de raad zich heel actief. De raad overspoelt de griffie met expertmeetings, brainstorms en al wat dies meer zij. Het lijkt haar goed om met de griffie na te gaan in hoeverre de griffie met deze bezetting vooruit kan en aan de vragen van de raad kan voldoen. Zij pleit voor eerlijkheid op dat terrein. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de verantwoording een forse daling van de criminaliteitscijfers laat zien. Hij complimenteert de burgemeester daarmee. Hij sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Haage als het gaat om het complimenteren van de overige Utrechters en agenten en handhavers die hiervoor hun best doen in de openbare ruimte. Tegelijkertijd worden de uitgaven voor dit programma fors verhoogd. Dat loopt op naar 1 miljoen euro in 2017, zeker nu recentelijk is gebleken dat de gemeentelijke dienst Toezicht en Handhaving de handhaving van de gemeentelijke duurzaamheidambities niet zo nauw lijkt te nemen en zeer recent dure dieselbusjes aanschafte, is GroenLinks niet geneigd zonder meer akkoord gaan met deze extra gelden. Hij vraagt of overwogen is om de nieuwe ambities uit het bestaande budget te financieren. Als het gaat om de aanpak van radicalisering vraagt hij of minimaal de helft van het budget naar welzijn zou moeten. Hij merkt op dat dit een vergelijkbare vraag is als gesteld door het CDA om de moeders te bereiken via bijvoorbeeld Ladyfit. Het is belangrijker vroegtijdig te signaleren dan de put te dempen met een verdronken kalf. Utrecht werkt met man en macht aan het nieuwe Zandpad. GroenLinks steunt elk initiatief dat sekswerkers sterker en onafhankelijker maakt en prostitutie normaliseert. Hij is ervan geschrokken dat zoveel sekswerkers nu gedwongen in de illegaliteit werken na de sluiting van het Zandpad. Hij ziet graag dat de gemeente niet stil blijft staan naast de ambitie voor het nieuwe Zandpad en dat de gemeente verder kijkt naar mogelijkheden om de situatie voor sekswerkers te verbeteren. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt op welke cijfers de heer De Vries zich baseert. De heer De Vries (GroenLinks) antwoordt op het onderzoek van de Universiteit Utrecht, het Pompe Instituut. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vermoedde dat al. De cijfers van de gemeente Utrecht laten een heel ander beeld zien. Hij vraagt of de heer De Vries de cijfers van de gemeentelijke diensten wantrouwt. De heer Bos (Stadsbelang) heeft de indruk dat dit stennismakerij is. Hij vindt dat niemand gedwongen voor de illegaliteit kiest. Prostituees kunnen overal heen. De heer De Vries (GroenLinks) herhaalt zijn bron voor de cijfers. Hij kent ook het bericht dat de gemeente andere cijfers hanteert. Ook uit die cijfers blijkt dat veel mensen in illegaliteit sekswerk doen. Waar ze ook vandaan komen, GroenLinks vindt die ontwikkeling zorgelijk. Zijn fractie ziet deze mensen liever uit de illegaliteit stappen om hun werkzaamheden legaal te gaan doen. Dat lijkt hem ook beter als het gaat om het afhalen van het taboe en de veiligheid van deze mensen te garanderen. Wanneer mensen op geen enkele manier meer legaal hun werk kunnen doen binnen de gemeentegrenzen, vindt hij dat een vorm van gedwongenheid. De heer Bos (Stadsbelang) vindt dat een vreemde redenering. Mensen kunnen zelfs een vergunning aanvragen om te gaan tippelen op de Europalaan. Voor zover hij weet is daar nog wel een aantal vergunningen beschikbaar. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dat de raad niet moet voorschrijven hoe sekswerkers hun werkzaamheden uitvoeren. Hij laat de opmerking van de heer Bos voor wat die waard is en vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Hij vraagt of het college bereid is om de mogelijkheden voor de verbetering van de positie van sekswerkers en hun werkplekken te onderzoeken, los van de ontwikkelingen in de raamprostitutie. Mevrouw Metaal (CDA) vraagt naar het exacte doel van het onderzoek. De heer De Vries (GroenLinks) antwoordt na te gaan hoe het mogelijk is de werkplekken van het prostituees te verbeteren en daarvan meer te maken. Mevrouw Metaal (CDA) begrijpt dat de heer De Vries wil afwijken van het Zandpad en de hele stad als werkplek wil aanwijzen, et cetera. De heer De Vries (GroenLinks) wil niet vooruitlopen op het onderzoek waarvan hij het college vraagt het uit te voeren. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat de heer De Vries in de media aankondigde allerlei voorstellen te gaan doen voor de verbetering van de positie van sekswerkers. Nu vraagt de heer De Vries het college een Pagina 23 van 82

31 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni onderzoek te gaan doen. De burgemeester heeft al een keer gekeken naar thuisprostitutie. Hij concludeerde dat het onderzoek eigenlijk niet goed mogelijk is. Hij vraagt wat heer De Vries wil. Of was dit een proefballon die nu doorgeprikt blijkt in deze commissievergadering? De heer De Vries (GroenLinks) stelde de door hem aangekondigde vraag. Hij vindt daaraan niets vreemd. GroenLinks maakte bij de vaststelling van het nieuwe handhavingprogramma een belangrijk punt van de aanpak van fietsendiefstal. De burgemeester zegde toe hieraan een hoge prioriteit te geven. Recentelijk was de gemeenteraad op werkbezoek bij de politie. Daar bleek dat dit in de praktijk niet zoveel voorstelt. Wanneer een heterdaadsituatie zich voordoet, treedt de politie op. Feitelijk blijft het daarbij - dat was zo ongeveer wat de commissaris en de aanwezige agenten zeiden. Hij vraagt of dit betekent dat in het verleden weggekeken werd bij een heterdaad. Hij vraagt de burgemeester klip en klaar aan te geven hoe hij ervoor gaat zorgen dat de cijfers voor wat betreft fietsendiefstal gaan dalen. Uit onderzoek van het AD bleek dat de kans op een boete per gemeente sterk verschilt. In Amsterdam is de kans om beboet te worden door een BOA 10%. In Utrecht is die kans vele malen lager met slechts 4%. GroenLinks is benieuwd naar wat de burgemeester hiervan vindt. Hij vraagt of hij wil nagaan of kostenneutraal of zelfs kostenpositief meer BOA's in te zetten zijn. Het lijkt zijn fractie niet erg wanneer meer mensen beboet worden op foutparkeren of op het vervuilen van de openbare ruimte. De heer Bos (Stadsbelang) kan dit niet rijmen met het feit dat de dekking voor 2015 ontbreekt voor de activiteiten van de BOA s. Hij beschouwt het als onmogelijk om dit kostendekkend te maken. De heer de Vries (GroenLinks) herhaalt zijn informatie over de kans op een boete in Amsterdam. Hij vraagt of die kans in Utrecht kostenneutraal te verhogen is. Als het gaat om de organisatie van de gemeente Utrecht is GroenLinks geschrokken van het gegeven dat de gemeente Utrecht zoveel mensen laat werken op zogenaamde Payroll-constructies. Het net als grote multinationals gebruik maken van schijnconstructies vindt hij een gemeentelijke organisatie zeker niet passen. Hij vraagt of de wethouder de ambitie deelt van GroenLinks om alle Payrollers in eigen dienst te nemen. Is de wethouder bereid om bij de presentatie van de begroting een plan van aanpak voor te stellen. Mevrouw Rajkowski (VVD) heeft geen negatieve ervaringen vanuit de positie van Payroller bij de gemeente. Zij vraagt uit welke middelen GroenLinks die maatregel wil betalen als het gaat om de dekking ervan. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dat horen bij normaal en fatsoenlijk werkgeverschap. Dat kan wat hem betreft gewoon uit de daarvoor beschikbare middelen. Mevrouw Rajkowski (VVD) vraagt of zij bij dezen kan concluderen dat alle bedrijven, organisaties, publiek en privaat die met Payroll-constructies werken geen goede werkgevers zijn in de ogen van GroenLinks. De heer De Vries (GroenLinks) antwoordt met te zeggen dat de gemeente geen multinational is. De gemeente is de organisatie die voor de gemeenschap werkt. Zij moet een voorbeeld zijn van goed werkgeverschap. GroenLinks vindt Payroll-constructies daar niet bij horen. De motie 42 wordt niet uitgevoerd. Daaraan refereerde de PvdA ook al. In Utrecht bestaat de gewoonte om moties die zijn aangenomen door deze gemeenteraad uit te voeren. Het college stopt bij 45% flex. GroenLinks is daarmee niet akkoord. Hij vraagt of het college alsnog bereid is de motie uit te voeren. Ook sluit hij zich aan bij de vragen van de PvdA over externe inhuur. Hij sluit zich ook aan bij de vragen van het CDA over politiek assistenten. Mevrouw Metaal (CDA) vraagt hoeveel procent van de flexwerkers ontevreden is met een flexcontract. De heer De Vries (GroenLinks) heeft die cijfers niet. Hij heeft daaraan geen behoefte op dit moment. De raad deed klip en klaar uitspraak: 30% flex. GroenLinks sluit zich aan bij de inbreng van de PvdA over anoniem solliciteren. Hij vraagt of de wethouder de ambitie deelt om ook bij de publieksdiensten een positief selectiebeleid uit te voeren zodat werknemers van zeker deze diensten een afspiegeling vormen van de samenleving. De heer Bos (Stadsbelang) kan zich grotendeels vinden in de bijdrage van de PvdA over de 30% Flex. Stadsbelang Utrecht is tot de conclusie gekomen dat wethouder Geldof de Utrechtse ambtenaren zoveel schrik aanjaagt, dat ze de kuierlatten nemen of de ziektewet induiken. Hij vindt dat de wethouder zich dat moet aantrekken. Daarom wil Stadsbelang de kosten weten als gevolg van het ziekteverzuim. Hoe hoog is het kort en het lang verzuim in percentages, in bedragen. Hij onderschrijft de vragen van de PvdA naar de oorzaak van de hoge vlucht in het percentage ziekte. Hoe hard is de gemeente Utrecht bezig met re-integratie? Stadsbelang Utrecht vindt dat op het gebied van veiligheid het aardig gaat in de gemeente. Uiteraard maakt de fractie zich zorgen over de toename van het onveiligheidsgevoel zoals D66. Hij wil graag een update hebben van de burgemeester op eerdere toezeggingen aan de raad. Het was een toezegging dat de burgemeester iets ging doen met het gevoel van onveiligheid in de stad. Stadsbelang Utrecht constateert dat de criminaliteit langzamerhand uit het centrum geduwd wordt richting de wijken West Zuid en Leidsche Rijn. Hij vraagt of die constatering juist is en hij vraagt of dat veroorzaakt wordt doordat in het centrumgebied intensieve handhaving plaatsvindt. Hij hoort over veel junks in Lombok, diefstal, junks en geweld in Leidsche Rijn, prostituees en logementen - hij vraagt hierover nadere informatie. Pagina 24 van 82

32 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni In de afgelopen maanden stoorde het de heer Bos dat de burgemeester een publicitaire rel maakte over de euro bonnenschrijfvergoeding die de gemeente gaat verliezen omdat het Rijk dit niet meer gaat vergoeden voor de inzet van de BOA s. Utrecht kan nog een beetje teren op de vergoeding die Utrecht over 2014 ontvangt, maar per 1 januari 2016 is het over en dan zit de gemeente met de gebakken peren zonder funding. Hij vraagt waarom de burgemeester zijn helpende hand niet heeft gepakt en de opdracht heeft overgenomen bij de behandeling van de programmabegroting Had hij amendement 2014/61 niet begrepen? Hij roept de burgemeester op om vanuit zijn rol als portefeuilleverantwoordelijke maar ook als voorzitter VNG nog een keer te proberen met het ministerie tot overeenstemming te komen, maar ook naar alternatieve funding te gaan zoeken om de BOA s hun bonnen te laten schrijven, ook na 1 januari Het mogelijk ontbreken van deze functie, mag niet beteken dat de BOA s hun werk niet meer kunnen doen met alle gevolgen van dien. Hij krijgt graag de reactie hierop van de burgemeester. Mevrouw Rajkowski (VVD) gaat in op Bewoners en Bestuur en maakt het college een compliment voor de laagste overhead van de gemeenten, namelijk 29%. Ze sluit zich aan bij het voorstel van het CDA voor de politieke assistenten. Per week ontvangt de gemeentelijke organisaties 4000 bezoekers aan de balies van de publieksdienstverlening. Utrecht is dienstverlenend en klantgericht. De VVD wil die lijn graag doorzetten. Het lijkt haar erg dienstverlenend wanneer Utrecht ook op zaterdagochtend bij de gemeente terecht kan. Zij ontvangt graag de toezegging van de wethouder dat hij voor een aantal weken of maanden de gemeentelijke dienstverlening ook op zaterdagochtend openstelt. Zij vraagt het college de resultaten en de analyse daarvan met de raad delen. Zij stelt voor Utrecht het voorbeeld te laten geven aan de rest van Nederland het gaat om een klantgerichte gemeente. De VVD ziet graag dat Utrecht pilotgemeente wordt voor elektronisch stemmen bij de eerstvolgende verkiezingen. Mevrouw Rajkowski vraagt of het college zich daarvoor actief kan inzetten. Ook de VVD wil graag niet alleen per brief maar ook digitaal communiceren. Zij herhaalt haar inbreng over de verhouding tussen flexwerkers en vaste medewerkers. Zij gaat in op regiozaken. Het BRU wordt afgeschaft, onder andere vanwege de gebrekkige democratische controle. In plaats daarvan komt er een lichtere en flexibele vorm van een regio, de U10. De VVD roept de burgemeester op om toe te zien op een duidelijke verankering van de rol van de betrokken gemeenteraden hierin. In een eerste stap richting die invulling in het convenant Verkeers- en Vervoersoverleg was het woord gemeenteraad niet eens te vinden, zo merkt zij op. Zij krijgt graag de toezegging dat het college zich hiervoor gaat inspannen. Als het gaat om het financiële kader dat hierbij hoort, merkt mevrouw Rajkowski op dat de regio bijdragen aan het BRU 3,10 euro is per inwoner. De VVD is van mening dat alle regionale samenwerking wel iets mag kosten, maar dat de kosten in alle domeinen gezamenlijk toch onder de 2 euro per inwoner moeten blijven. Daarnaast verwacht haar fractie kosten voor de inzet van de gezamenlijke organisaties en alle uitvoering bij de projecten. Zij krijgt hierop graag reactie van het college. Als het gaat om veiligheid sluit zij zich aan bij de woorden van de PvdA over de Utrechtse handhavers. De VVD vindt het fijn dat ze de straten van Utrecht een stuk veiliger maken. De criminaliteitscijfers laten een dalende trend zien. Dat geldt helaas niet voor de veiligheidsbeleving. Voor haar als liberaal zijn veilig zijn en veilig voelen beide belangrijk. De VVD wil meer zicht hebben in de veiligheidsbeleving van de inwoners en om die reden vraagt de fractie om een verdiepende enquête naar deze beleving. Zij vraagt of het college bij die verdieping ook een uitsplitsing kan maken per wijk, wanneer mensen zich onzeker voelen en vanaf wanneer - soms heeft dat te maken met een voorval van een jaar geleden. De heer Bos (Stadsbelang) adviseert mevrouw Rajkowski haar betoog te staken met betrekking tot het veiligheidsgevoel. Hij regelde dat al met de burgemeester. Mevrouw Rajkowski (VVD) is heel blij dat ook Stadsbelang Utrecht dit onderwerp heel belangrijk vindt. De VVD denkt dat een aanvullende enquête veel informatie kan opleveren. Daarbij zou haar fractie graag willen dat daarbij niet alleen de bewonersenquête wordt gebruikt maar ook de meldingen die ontvangen zijn bij de politie, en andere delen van de gemeente zoals JOU. Haar fractie wil graag weten wat het maakt dat mensen zich onveilig voelen en of daarvoor een rol is weggelegd voor de gemeenten en welke die dan is. Ze sluit zich aan bij het CDA over de Amsterdamsestraatweg. De VVD is erg blij met het extra geld voor het voorkomen en bestrijden van criminele activiteiten. Een half miljoen euro is heel veel geld. Dit wordt ingezet voor HIC en voor de gebiedsgerichte aanpak, zoals die op de ASW. De onderwereld komt haars inziens aan de oppervlakte op een deel van de ASW. De directe omwonenden hebben daar heel veel last van. Haar fractie begrijpt dat dit een lastige kwestie is, maar toch zou zij graag willen dat de burgemeester gebruik maakt van zijn bevoegdheid om specifiek een gebied aan te wijzen waar bijvoorbeeld de belwinkels tussen en uur dicht zijn zodat de bewoners spoedig weer van hun nachtrust kunnen genieten. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) maakt het college zijn complimenten voor de inzet op veiligheid en noemt daarbij zowel de toezichthouders als de agenten. Hij sluit zich in dat opzicht aan bij zowel GroenLinks als de PvdA over de positieve ontwikkelingen in het veiligheidsbeeld. Pagina 25 van 82

33 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Hij stelt enkele vragen over de Amsterdamsestraatweg die hij zijn collega s nog niet hoorde stellen. De eerste vraag gaat over het financiële plaatje dat hoort bij de Amsterdamsestraatweg. Dit jaar is het college begonnen met de ontwikkelstrategie. Dit betreft een strategie die na twee jaar afloopt als het gaat om de financiële middelen. Hij las een in zijn ogen curieuze zin, namelijk dat bij de Europese commissie zou worden gezocht naar extra middelen. In principe liep de investering af. Hij is benieuwd hoe het er daarmee voorstaat, zowel wethouder Geldof als de burgemeester kunnen daar wat hem betreft op ingaan. In hoeverre worden de extra middelen waarover mevrouw Rajkowski sprak, aangewend om de ontwikkelstrategie op peil te houden. In de afgelopen tijd zijn steeds meer signalen dat er een probleem is met betrekking tot de leefbaarheid in de wijk. Ondanks alle sluitingen wordt simpelweg heel veel alcohol op straat gebruikt. Dat komt de leefbaarheid vooral 's avonds en 's nachts niet ten goede. In hoeverre is hierover nagedacht en in hoeverre is de burgemeester bereid hierover na te denken. Uit de snelheden die het verkeer maakt op de Amsterdamsestraatweg, blijkt dat te weinig aan handhaving wordt gedaan. Die snelheden zijn veel te hoog en mogelijk ook ver boven de 50 km/uur in de avonden en nachten Hij zal het debat over de sluitingstijden niet overdoen. Hij vraagt of het juist is dat het college richting de wijkbewoners zou hebben gecommuniceerd dat zonder extra maatregelen de ontwikkelstrategie niet zou kunnen worden uitgevoerd, zoals sluitingstijden voor de horeca en/of dienstverleners. Als dit zo gecommuniceerd is, is hij heel benieuwd waarom de raad daarover tot op heden niets weet. Hij vraagt in dit opzicht openheid te betrachten richting de raad. Als het gaat om de Hardebollenstraat lijken er bewegingen te zijn richting een andere locatie. Hij leest allerlei berichten in de media. Soms reageert de gemeente wel en soms niet. Zijn fractie is benieuwd naar wat er allemaal op dit terrein gebeurt. Hij vraagt de burgemeester hem daarover bij te praten. Is de burgemeester bereid indien er ontwikkelingen zijn die met de raad te delen, waar nodig in het geheim? De afdeling Toezicht en Handhaving werkt vanuit het Stadskantoor terwijl de politie vanuit de wijken werkt. Daar lijkt een conflict te zijn. De vaste aanspreekpunten bij Toezicht en Handhaving zijn verdwenen. Is de burgemeester bekend met dit probleem? Wat zou de burgemeester kunnen doen om dit op te lossen? Voor 2016 staan bij de VRU geen onbekende maatregelen op de rol om de bezuiniging te halen. Hij vindt dat voor 2016 positief nieuws. Hij vraagt de burgemeester of de gemeenteraden van de VRU voorstellen krijgen over hoe in 2016 te zien zal zijn hoe de 1,8 miljoen is in te boeken. Indien dat niet het geval is, zou 2016 nog weleens een heel prikkelend jaar kunnen zijn voor de VRU. Hij sluit zich graag van harte aan bij de vragen van de PvdA over externe inhuur in het kader van Bewoners en Bestuur en bij de vragen van Stadsbelang over het ziekteverzuim. De ChristenUnie maakt zich zorgen over de toegenomen en de toenemende digitalisering in de dienstverlening van de gemeente. De digitale dienstverlening is de kans, maar tegelijkertijd ook een grote belemmering voor velen. De tevredenheid over de dienstverlening is van een 7,5 naar een 7,1 gezakt. Bovendien blijken maar liefst 30% van alle Utrechters niet goed in staat gebruik te maken van de digitale dienstverlening voor de meer complexe digitale aanvragen. Een aantal good practices zouden kunnen zijn om bijvoorbeeld te werken met Wijkservicepunten. Dat zijn aanspreekpunten in de wijk waar Face to Face contact mogelijk is met de gemeente. Die punten zijn voor iedereen bereikbaar op een afstand van 1,5-2 km. In dit verband noemt de heer Van Ooijen de bibliotheek en de wijkcentra. Hij wil graag weten of de wethouder bereid is om na te gaan of dit in Utrecht mogelijk is. In verband met de website van de gemeente Utrecht is zijn fractie benieuwd naar de vernieuwingen. Af en toe ziet hij sommige vernieuwingen maar hij vindt over het geheel de vernieuwing vrij beperkt blijven. Ook hierbij is zijn fractie verontrust over de komst van de digitalisering en de kloof met de samenleving. Van een toegankelijke website zijn prachtige voorbeelden. Hij vraagt zich af of de gemeente Utrecht daarin stappen gaat zetten. De heer Wijlhuizen (SP) is blij te zien dat veel van zijn voorgenomen inbreng al gedaan is. Hij sluit zich daarbij zoveel mogelijk aan en vult hier en daar die inbreng aan. Als het gaat om veiligheid vraagt hij aandacht voor de cijfers over huiselijk geweld. Die lijken enorm te zijn gedaald. In 2014 zelfs met 18% ten opzichte van 2013, zo leest hij in de Jaarrekening. Dit bevreemdt hem zeer. In het AD van 9 juni staat juist dat het huiselijk geweld enorm groeit, ook in deze regio. Vandaag was hij op de site van Rtv Utrecht dat het huiselijk geweld tegenover ouderen ook is gestegen in deze regio. Hij vraagt de burgemeester hoe die twee gegevens met elkaar te rijmen zijn. Wellicht dat het antwoordt een pagina verderop, pagina 170 van de Jaarrekening staat. Daar leest hij dat in 2014 de twee steunpunten voor huiselijk geweld en de zes algemene meldpunten huiselijk geweld van het AMK samengevoegd zijn tot een groot provinciaal meldpunt Huiselijk Geweld, genaamd Veilig Thuis. De Buurtteams zijn in 2014 voorgelicht en getraind om hun expertise in die geweldsituatie te vergroten. Het lijkt erop alsof het meldpunt veel meer op afstand is komen te staan van de inwoners van Utrecht en dat het veel moeilijker is om de melding te doen. Daarnaast wordt de verantwoordelijkheid gedeeltelijk bij de Buurtteams neergelegd die in 2014 helemaal nog niet geëquipeerd waren om dit te doen. Hij vraagt de burgemeester of daar een hiaat zou kunnen zitten van de 18% daling. Zo niet juicht hij dat toe Pagina 26 van 82

34 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni en spoort hij het college aan dit naar buiten te brengen omdat andere gemeenten met dezelfde problematiek worstelen. Hij vraagt of het mogelijk is weer te geven wat het college hierin zo goed heeft gedaan. De heer Bos (Stadsbelang) hoort de heer Wijlhuizen praten over samenvoeging van meldpunten en dat hij vermoedt dat dit kan samenhangen met het meer op afstand zetten van de burger. Hij oppert de mogelijkheid van het afnemen van de aangiftebereidheid. De heer Wijlhuizen (SP) houdt die mogelijkheid open. Hij verneemt dat dan graag van de burgemeester. Als het gaat om de veiligheid in de wijken is al een en ander gezegd. Hij vond het erg schrikbarend dat het onveiligheidsgevoel in een aantal wijken sterk is gestegen navenant aan de stijging van de criminaliteit. In West 11%, in Overvecht 7% en in Leidsche Rijn en in Zuid ook 7% stijging van de criminaliteit. Je zou maar in West wonen. Wat gaat de burgemeester doen om het peil op gelijk niveau te brengen met de wijken waar de criminaliteit is gedaald in de afgelopen jaren. Mevrouw Metaal (CDA) valt de heer Wijlhuizen bij en vraagt het college meer in te zetten op de gebiedsgerichte aanpak van de BOA s. Met de ontwikkeling waar zij op doelt, gaat specifieke belangrijke expertise verloren terwijl een en ander elkaar tegenspreekt als het gaat over gebiedsgerichte aanpak. De heer Wijlhuizen (SP) sluit zich aan bij de opmerkingen van de PvdA en van GroenLinks over de uitzendkrachten binnen de gemeentelijke organisatie. Die motie moet worden uitgevoerd. In de Voorjaarsnota is inderdaad te lezen dat tussen de regels door een voorstel wordt gedaan om meer geld uit te geven aan de U10. De SP blijft zich zorgen maken over het democratische gehalte daarvan. Daarover deed de VVD ook een uitspraak. Hij sluit zich daar graag bij aan, mede met de vraag of het nodig is om extra geld daaraan uit te geven en of dat geld niet veel beter ergens anders voor is in te zetten. De heer Menke (Student & Starter) gaat in op communicatie. In de jaarstukken is te zien dat op heel veel plekken geld blijft liggen, bijvoorbeeld waar het gaat om ingeplande subsidies. Lang niet alle mensen die recht hebben op ondersteuning ontvangen die. Hij noemt in dit verband de culturele broedplaatsen, culturele leningen maar ook bijstandsuitkeringen voor jongeren. Die worden lang niet door iedereen die daar recht op heeft, aangevraagd. Hij vindt het zonde wanneer de gemeente een mooie subsidie in het leven roept of wanneer de gemeente een regeling uitvoert het gewenste effect niet bereikt wordt omdat niemand van de regeling iets afweet. Hij vraagt gemeentebreed veel meer aandacht te besteden aan communicatie over gemeentelijk beleid, over de subsidies, de regelingen en uitkeringen waarop Utrechters recht hebben. Alleen via de communicatie kunnen de regelingen het gewenste effect hebben. De fabelachtige nieuwe website zou een mooie eerste stap zijn. Daaraan refereerden D66 en de ChristenUnie ook al in hun bijdragen. Hij vraagt de wethouder communicatieplannen op te stellen voor regelingen en subsidies, nu maar vooral ook wanneer nieuwe subsidies en regelingen in het leven worden geroepen. Hij vraagt het college daarvoor ook budget te reserveren binnen de desbetreffende programma's. Over de leeftijdopbouw van de gemeentelijke organisatie maakt zijn fractie zich voortgaand zorgen. Hierin lijkt geen ontwikkeling te zijn. Wanneer de huidige lijn wordt doorgezet, ontstaat een groot gat in de leeftijdsopbouw waarvan de gemeentelijke organisatie decennialang last kan hebben. Dit probleem werd al geïdentificeerd in Verder Via B en nog eens in de rapportage van Divers Talent. Hij zag onvoldoende terug dat hieraan wordt gewerkt. Hij is zeer benieuwd te vernemen hoe de wethouder dit probleem in de komende jaren gaat aanpakken. Hij vraagt daarop de reactie van het college. De heer Valkenburg (Student & Starter) brengt de navolgende punten in. Zijn fractie is net als veel andere partijen blij over dat Utrecht dit jaar weer veiliger is geworden. Het aantal misdrijven in Utrecht is voor het zoveelste jaar op rij gedaald. Omdat het zo goed gaat met de objectieve veiligheid, zoekt Student & Starter het debat op een aspect waarmee het minder goed gaat: de subjectieve veiligheid. Helaas vertoont die laatste geen gelijke daling met de dalende criminaliteitscijfers. Zijn fractie vindt dat erg zorgelijk. Student & Starter vindt het belangrijk dat niemand belemmerd wordt in zijn leven door onveilige gevoelens. Daarom zou hij zich graag extra willen inzetten voor het verbeteren van de veiligheidsbeleving. Essentieel daarbij is de verbetering van de kennis over subjectieve veiligheid. Wanneer en waarom voelen mensen zich onveilig, hoe bestrijdt de gemeente dat dan? Zijn fractie is blij met de vragen van de VVD en eerder van Stadsbelang aan de burgemeester over een bewonersenquête over dit onderwerp. Ook zijn fractie wil die enquête graag houden met nog een stapje daarboven op. Hij vraagt de burgemeester relevante wetenschappelijke literatuur te verzamelen over veiligheidsbeleving om op basis daarvan en op basis van de enquête een concreet plan van aanpak op te stellen om de veiligheidsbeleving in Utrecht te verbeteren. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de heer Valkenburg een enquête voorstelt met de verwijzing naar wetenschappelijke stukken over dit onderwerp. Uit de stukken blijkt vaak dat het het beste is zo min mogelijk over veiligheid te communiceren. Juist die communicatie leidt tot onveiligheidsgevoelens. Hij vraagt of in dat licht een enquête wel een verstandig idee is. De heer Valkenburg (Student & Starter) is het daarover volledig eens met GroenLinks. Helaas moet hierover wel opnieuw gesproken worden. Hij hoopt dat dergelijke inzichten als die van de heer De Vries daarbij dan goed duidelijk worden. Pagina 27 van 82

35 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek en op het plan van aanpak, zal Student & Starter een voorstel doen. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat in Amsterdam de hogeschool van Amsterdam samen met de gemeente Amsterdam drie fieldlabs opzetten waarin honderden studenten samen met de gemeente de straat opgingen om dit soort enquêtes te houden en daar gezamenlijk onderzoek naar te doen en interventies te plegen. Hij vraagt of Student & Starter bekend is met dit fenomeen en met deze werkwijze. Wat vindt Student & Starter daarvan? Dezelfde vraag stelt hij aan de burgemeester. Hij vindt het een goede suggestie dit in Utrecht te gaan uitproberen. De heer Valkenburg (Student & Starter) vindt dit een heel interessant initiatief. Kwalitatief onderzoek moet daarvan deel uitmaken. Zo iets is ook al in Utrecht gebeurd. In het centrum zijn studenten gevraagd of zij zich veilig voelen in het uitgaansleven. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Uit onderzoek blijkt dat de hoge kwaliteit van de openbare ruimte bijdraagt aan het voorkomen van criminaliteit. Het lijkt zijn fractie een goed idee om bij de hotspot-aanpak de openbare ruimte ook vlekkeloos te houden. Naast dat het criminaliteit voorkomt zou het ook nog eens qua kosten effectiever kunnen zijn. Hij vraagt daarom aan de wethouder om met de portefeuillehouder openbare ruimte af te stemmen dat bij het instellen van hotspots direct ervoor wordt gezorgd dat die spots ook vlekkeloos zijn: openbare ruimte van de hoogste kwaliteit. Ten derde complimenteert Student & Starter het college met het inzicht van het college van het belang van het actief bestrijden van huisjesmelkers. Zijn fractie is blij dat het team voor bestrijding van vastgoedcriminaliteit extra capaciteit heeft gekregen om huisjesmelkers nog beter te kunnen aanpakken. Beantwoording door het college Burgemeester Van Zanen dankt alle fracties voor de vriendelijke woorden voor iedereen die mede de daling van de objectieve veiligheidscijfers veroorzaken door op straat met een grote professionaliteit het werk uit te voeren Mevrouw Haage vroeg aandacht voor het thema handhaving vooral in de openbare ruimte. De burgemeester weet niet waarop zij zich baseert wanneer zij over de handhaving op de Amsterdamsestraatweg spreekt na uur. Dit is een onjuiste veronderstelling. Wel degelijk wordt ook 's avonds en 's nachts gehandhaafd. Hij verneemt graag waar het signaal vandaan komt. Mevrouw Haage (PvdA) licht het kort toe. In een Raadsinformatieavond is gesproken over de Amsterdamsestraatweg waar de eigenaar van de Albert Heijn meldde dat hij weinig steun ondervond. Daar komt haar bewering vandaan. Zij is blij met het antwoord van de burgemeester. Burgemeester Van Zanen wil graag bevorderen dat deze vragen gesteld blijven worden. Hij vervolgt zijn beantwoording. De vraag is gesteld of de handhaving wel voldoende effectief is, ook als het gaat om de handhaving van de regels met betrekking tot de verkoop en de consumptie van alcohol. Gezegd is dat de mensen op het terras aan de sluis in Lombok een boete krijgen. De burgemeester merkt op dat dit vaak heel gezellig begint. Hij kan zich wel voorstellen dat de bewoners in de kleine nachtelijke uren overlast ondervinden. Als het gaat om alcohol in de binnenstad wordt wekelijks de horeca en de openbare ruimten bezocht door inspecteurs van de gemeente. Illegale terrassen worden aangeschreven. Jongeren onder de 18 in bezit van alcohol worden beboet. Die jongeren worden vooral aangetroffen in de buitenwijken en in de parken. Het dilemma rond het terras is de ruimte die de ondernemers zoeken in het gebruik van de openbare ruimte op onder meer smalle trottoirs. Dit blijft een moeilijk punt. Ook in de binnenstad wordt aan de voorkant gehandhaafd. Gevraagd is naar het waarom van de krimp in de handhaving. De handhavingeenheden worden zoveel mogelijk gespaard. Wel zijn twee taakstellingen doorgevoerd, waarvan de ene al twee jaar geleden is vastgesteld door het college en de raad. De euro wordt voornamelijk gerealiseerd bij de geüniformeerde dienst met het schrappen van de gemeentelijke handhavingstaken en vermindering van toezicht op buitenevenementen. Verder is er nog een taakstelling in het kader van innovatie van euro. Ook door de raad en het college vastgesteld. Die wordt gerealiseerd door de aanschaf van een tweede scanauto. Die afdeling kon tot nog toe alleen analoge vergunningen leveren en kan nu sneller werken. Achter de scanauto s hoeven geen scooters meer te rijden. Dat scheelt ongeveer 10 fte. De handhaving van overtredingen in verband met hennep kost veel capaciteit maar moet wel gebeuren. Dit vindt ook plaats vanuit het thema overlast. Inderdaad zijn er andere dingen mogelijk. Het college en de voorzitter van de raad pleiten daarvoor. Dat was al bekend. De meerderheid in de Tweede Kamer is krap. De toekomst is nog ongewis. Als het gaat om discriminatie wordt het relatief onbevredigende resultaat rond meldingen via het OM beschreven. De burgemeester verwacht dat het de aangiftebereidheid ook niet zal doen toenemen wanneer onvoldoende genoegdoening in de beleving van het slachtoffer wordt gegeven. Hij herkent de neerwaartse beweging als invloed hiervan op de aangiftebereidheid. Hij pleit ervoor de aangifte niet na te laten. De lijn die mevrouw Haage voorstelt volgt het college al. Het college werkt samen met Art. 1 om dit op een andere manier te gaan doen. De Pagina 28 van 82

36 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni burgemeester zou graag willen dat er andere mogelijkheden waren. Wanneer genoegdoening aan slachtoffers op een andere manier ook of daarnaast te bereiken is, is dat alleen maar de moeite waard. Met betrekking tot de aanpak van de radicalisering zijn er getallen van mensen die in beeld zijn. Die informatie is openbaar. Wanneer zich daarin wijzigingen voordoen, zal de burgemeester de commissie daarvan op de hoogte stellen. Op dit moment is daartoe geen directe aanleiding. Hij sluit verandering daarin niet uit. Hij moet ervan uitgaan dat de activiteiten die de betrokkenen hierin ondernemen met veel steun van mensen buiten en met heel veel deskundigen, steeds beter gedaan worden. Wanneer er andere signalen zijn, verneemt hij die graag. Hij hoopt dat gemeente hiervoor meer middelen gaat krijgen. Mevrouw Dibi vroeg als eerste van de Partij van de Arbeid over het BRU en de voortzetting. Kijkend naar de bijdragen van de gemeente aan het BRU, zal sprake zijn van halvering. In mei is gesproken over het verkeersconvenant waarover recentelijk in de raad besluitvorming plaatsvond zonder de financiële vertaling. De burgemeester vindt het niet te vroeg en ook niet te laat. Hij vindt het netjes dat het college dit aankondigt. In alle varianten gaat er geld vanaf en zal er geld terugkomen naar de gemeente mogelijk ook eenmalig omdat bij het BRU geld overblijft. Wanneer het echt alleen gaat over de 30 cent, gaat wethouder Van Hooijdonk daarover. Harde afspraken zijn gemaakt met de nieuwe autoriteit op het gebied van vervoer, de provincie om alles wat Utrecht en de andere gemeenten hebben binnengehaald aan middelen rond verkeer en vervoer, in de toekomst veilig te stellen. Daarin gaat heel veel geld om. Utrecht heeft alles overgedaan en kan het nu niet meer zelf. Hij vraagt de commissie nog eens over die 30 cent na te denken. De burgemeester pleit ervoor deze bijdragen te steunen. Dit is in het belang van de gemeente Utrecht om het rijke vervoer- en verkeersbeleid ook te garanderen in de toekomst. Het college loopt niet vooruit en de burgemeester stelt het vooruitzicht dat de raad dit nog krijgt voorgelegd. In de dezelfde meivergadering hadden de SP en vooral ook de woordvoerder van de VVD, de burgemeester en het college zeer stevig aangesproken op de verankering van de gemeenteraden in het BRU. Mevrouw Rajkowski geeft een voorzet met het voorstel, 1,50 euro, 30 cent EBU. Het was 3,00 euro voor het BRU. Het college stelt voor 1,50 euro voor de U10 en daarboven Verkeer en vervoer 30 cent. Daarnaast dan nog 1 euro voor de EBU. Mevrouw Rajkowski vraagt het college te proberen het bedrag onder de 2 euro te houden. De burgemeester zal proberen daarmee rekening te houden. Richting de heer Wijlhuizen merkt hij op dat de kern van de U10 is dat dit terugkomt bij de raden en dat er geen DB s en AB s en dergelijke toestanden zijn, maar dat het hier gebeurt en dat de raad het college en zichzelf op pad stuurt om de regionale belangen niet alleen voor de gemeente Utrecht maar ook voor de rest van de regio te verdedigen. Het gebeurt voortaan vanuit de raden. De burgemeester vindt dat een denkfout van sommigen als gaan de colleges nu vrijelijk op pad. De heer Wijlhuizen (SP) hoort de burgemeester de ene keer zeggen dat er geen sprake is van een verhoging en dat de bijdrage ten opzichte van het BRU lager is. Ten opzichte van de oude begroting voor de U10 wordt het bedrag daadwerkelijk hoger, van euro naar euro. De bijdrage wordt bijna 1 miljoen euro. Dat is in zijn optiek een verhoging. Hij pleit ervoor die verhoging vooral niet door te voeren en hij sluit zich in dat opzicht aan bij de VVD hiermee heel voorzichtig te zijn. Hij vraagt hierover een duidelijke uitspraak van de burgemeester. Burgemeester Van Zanen benadrukt dat het college in dezen zeer terughoudend zal zijn. Hij verwacht dat ook andere gemeenteraden dit hun colleges zullen vragen. De voorstellen komen nog bij de raad terug. 1,50 euro is de helft van 3 euro. 30 cent wordt gevraagd om de tientallen miljoenen en de Utrechtse belangen te verdedigen. Dat vindt hij nog steeds denkbaar. De EBU vindt hij ook van grote betekenis en net zo belangrijk, al beschouwt hij de EBU als net iets anders dan waar het gaat om het BRU omdat het BRU dat aandachtsveld niet had. Dit stelt de burgemeester vast en verder is het aan de raad. Hij houdt een hartstochtelijk pleidooi voor dat de raad hiermee aan de slag gaat, verankerd in raden vanuit raden op basis van werkplannen die de gemeenteraad kan toetsen en vaststellen. Dat kost geld maar het is de bedoeling dat zo zuinig en zo goedkoop mogelijk te doen. Hij stelt een vervolg van deze discussie in het vooruitzicht. Hij dankt de heer Kleuver voor zijn vriendelijke woorden. Met hem en anderen deelt hij de frustratie over dat de cijfers voor een groot deel de goede kant opgaan, maar de gevoelens nog niet. Tegelijkertijd weet hij niet wat er gebeurt wanneer het over enkele jaren andersom zou zijn. Hij zal nagaan in hoeverre de inzet bij voetbalwedstrijden al beantwoord is. Dat antwoord had al gegeven moeten zijn. De burgemeester is niet van plan te gaan werken aan een stuk over de Amsterdamsestraatweg waarin hij met extra verzoeken aan de gemeenteraad zou komen, tenzij de heer Kleuver iets anders bedoelt. Hij noemt in dit verband ontwikkelstrategie waarin wethouder Jongerius the lead heeft. De wethouders Jansen en Kreijkamp en de burgemeester steunen de wethouder Jongerius hierin. Recentelijk is hierover ook overleg geweest gericht op de actualiteiten. Ongetwijfeld zullen opnieuw stukken naar de raad toe gaan over de Amsterdamsestraatweg. De burgemeester zal de signalen van de commissie morgen in het college inbrengen. Mogelijk bedoelt de heer Kleuver iets anders. De raad stelde de kaders voor het cameratoezicht vast. De burgemeester moest toezeggen dat ieder jaar een heel helder jaarlijks uitvoeringsplan zal voorliggen waarop op afzonderlijk cameraniveau is te toetsen of Utrecht voldoet aan de criteria. Daarin zit het besluit van de burgemeester om vijf publieke camera's op de Amsterdamsestraatweg te plaatsen. Dat stuk ontving de commissie al. Waarschijnlijk wordt dat geagendeerd Pagina 29 van 82

37 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni in de eerstvolgende commissievergadering. Eén of twee vergaderingen geleden vroegen meerdere fracties de burgemeester na te denken over collectieve sluitingstijden in bijzondere omstandigheden. De wijziging van artikel 2.46 van de APV verdedigde hij in een van zijn eerste vergaderingen. De heer Kleuver was daartegen. Het is de bevoegdheid van de burgemeester. Destijds zegde hij een evaluatie toe over wat in dit verband is gepasseerd. Het gaat dan steeds om individuele sluitingen. Het APV-artikel was al niet zo oud. Dat werkte zeer succesvol. Te zien is dat het na zes maanden een keer ophoudt. De burgemeester is vast van plan om te reageren op de door meerdere fracties gestelde vraag, zeker in het licht van de actualiteit op de Amsterdamsestraatweg. Hij licht toe dat hij het tijdig zal laten weten wanneer hij gebruik gaat maken van zijn bevoegdheden. Hij zal de vragen zeer snel beantwoorden, daarvoor is nu ook reden in de actualiteit. Hij vraagt nog iets meer tijd om dit antwoord voor te bereiden. In ieder geval zal hij het antwoord voor het zomerreces geven. Hij weet niet of er nieuwe voorstellen ASW gereed zijn. Mevrouw Rajkowski (VVD) vindt het fijn dat de burgemeester hiermee aan de slag gaat. Zij vraagt of zijn toezegging betekent dat de commissie vóór het zomerreces wordt geïnformeerd. Of zal het college dan ook nog vóór het zomerreces zaken ondernemen? Of doet het college dat later? Burgemeester Van Zanen streeft ernaar het antwoord voor 9 juli te kunnen geven. Dan kan hij nog niet doen waarvan hij vermoedt dat de VVD en het CDA graag willen dat hij doet. Hij stelt wel de commissie graag in de gelegenheid om te beoordelen of hij zijn bevoegdheden op een verstandige manier gebruikt en of de raad hem daarin kan steunen. Mevrouw Metaal (CDA) vraagt of de burgemeester ermee rekening houdt dat wanneer er iets is waarover de raad moet spreken, de raad die mogelijkheid voor het zomerreces zal krijgen. Burgemeester Van Zanen antwoordt dat het uitgesloten is. Hij verwijst naar de volle agenda's. Hij wil hierop serieus kunnen ingaan. De vragen uit de Amsterdamsestraatweg zijn niet gering. Het zit de mensen heel hoog. Hij kreeg van de raad bevoegdheden waarvan hij alleen in de grootst mogelijke zorgvuldigheid gebruik wil maken. Hij kan het niet sneller dan zoals gezegd. Hij wil dit wel graag snel met de commissie bespreken omdat hij voortgang wil. De heer Bos (Stadsbelang) vraagt de heer Kleuver of hij dit ook symptoombestrijding vindt. De voorzitter merkt op dat dit een discussie is die de beantwoording van de burgemeester doorkruist. Hij wil van deze handelwijze geen gewoonte maken. De heer Kleuver (D66) kan niet beoordelen of dit symptoombestrijding is. Wat de burgemeester nu zegt, klopt met wat de raad besloot. Waarschijnlijk zal de burgemeester een generieke aanpak voorstellen waaronder ook de goeden zullen leiden. Daarom is zijn fractie daar zo op tegen. Hij kan de vraag van de fractie van Stadsbelang niet beter beantwoorden dan zo bij een gebrek aan stukken. In antwoord op mevrouw Haage licht de voorzitter toe dat hij de heer Kleuver een korte reactie toestond omdat hij ook de burgemeester interrumpeerde. Hij vond het fair om de gelegenheid te geven dat af te maken op aangeven van de heer Bos. Het gaat hier om een debat in één termijn. Hij staat daarom een aanvullend debat met de heer Kleuver niet toe. Wanneer zij een eigen reactie heeft of een reactie naar de burgemeester, zal hij dat wel toestaan. Hij verneemt dat dat niet het geval is en geeft de burgemeester het woord. Burgemeester Van Zanen vervolgt zijn beantwoording. Dé effectdoelstelling op de drie genoemde onderwerpen bestrijden en voorkomen van incidenten openbare orde, et cetera heeft nog niemand bedacht. Het lijkt zo logisch als wat. Het gaat om de inzet op grote evenementen. De deskundigen zeggen dit nog niet te hebben, en dit gaat ook de andere G4 steden aan. Hij houdt zich aanbevolen. Het is moeilijk om dit soort zaken te voorspellen. De heer Kleuver vroeg twee keer naar de tarieven en hij levert op het uitblijven daarvan terechte kritiek. Dit zal morgen in het college worden besproken. De raad kan dit morgen ontvangen. Het spijt hem dat het zo lang duurde en dat de voorbereiding op dit debat daardoor kan zijn gehinderd. Het college dacht dat daarvoor ruimte was omdat het programma bereikbaarheid donderdag aan de orde zal zijn. Over handhaving op schooluitval is gesproken bij het handhavingprogramma. Dit is in aantocht en dan zal er op in worden gegaan. Hij zal de vraag doorgeven. De burgemeester maakte een opvoedconferentie mee voor en door moeders en hij genoot daarvan. Hij is zeer geïnteresseerd in Ladyfit. Hij zal navraag doen naar aanleiding van de vraag hierover. Richting de heer de Vries gaat hij in op de middelen voor de aanpak van radicalisering. Hij stelt de bespreking daarvan in het vooruitzicht bij het programmaonderdeel Veiligheid. Mogelijk is de verdeling van de middelen wel ¾ welzijn kijkende naar alle activiteiten die effect hebben op de veiligheid en de veiligheidsbeleving. Het college gaat werken op basis van een plan van aanpak. Te zien is hoe gemengd die is samengesteld. Hij noemt dit het samengaan van preventie en de repressie. Dat zou wat hem betreft goed moeten komen. De heer De Vries (GroenLinks) hoort de burgemeester iets zeggen over een plan van aanpak. Hij vindt dat interessant klinken. Hij vraagt of de burgemeester bereid is op basis van de gelden die hij nu extra vraagt in deze Voorjaarsnota een raadsvoorstel over de besteding daarvan de raad te doen komen. Burgemeester Van Zanen stelt voor het zo te regelen dat hij samen met de collega s van de meest betrokken portefeuilles na zal gaan of bedragen zijn toe te kennen aan wat het college aanreikte zodat de raad een beeld hiervan heeft en hij zijn oordeel kan vellen. Hij vindt een raadsvoorstel wel ver gaan. Pagina 30 van 82

38 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer De Vries ging in op het thema prostitutie. Hij herhaalt het zeer eens te zijn met de opvatting de prostitutie uit de illegaliteit te moeten halen en taboes te doorbreken en de sector te normaliseren. Het college is hard aan het werk om te doen wat met de raad is afgesproken. Richting de heer Van Ooijen noemt hij wat er allemaal gebeurt. Er gebeurt van alles dat in lijn is met de gemaakte afspraken en niets anders. Zodra de burgemeester nieuws heeft, zal hij dat met de raad delen. Richting de heer De Vries vindt hij het te gemakkelijk en te veel verwachtingen wekken wanneer hij nu zou zeggen na te gaan of de positie verder te verbeteren is. Hij zou het niet fair vinden om een dergelijk onderzoek nu aan te kondigen. Op dit moment komt hij niet verder dan langs de lijnen van de eerdere notitie om een paar zaken toe te staan, zoals in de Jaffastraat waar een bordeelvergunning is verlopen. Verder dan dat komt hij op dit moment niet. Het college is het eens met de drie lijnen en werkt hard aan dit dossier. Hij hoopt op afzienbare termijn licht in de tunnel te zien. Hij kan zich geen voorstelling maken van wat een onderzoek op dit moment kan opleveren. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dit onbevredigend aanvoelen. De burgemeester wijst het verzoek van GroenLinks naar een onderzoek af, en plaatst tegelijkertijd daar tegenover geen alternatief maar voelt wel mee met zijn vraag. Hij daagt hem uit om een tegenvoorstel te noemen waarin hij wel de ambitie dient die de burgemeester en GroenLinks kennelijk samen delen en dan ook tegelijkertijd daarvan werk te maken. Dat laatste mist de heer De Vries in deze beantwoording. Burgemeester Van Zanen veronderstelt dat de uren, ambities, energie vanuit de sector, vanuit de meiden, van de medewerkers voor en achter de schermen, de middelen die de gemeente wil inzetten rond het thema prostitutie, de heer De Vries minimaal het gevoel zouden moeten geven dat hieraan snoeihard wordt gewerkt, juist vanuit de ambitie die de heer De Vries noemde. Nu loopt dat veel minder snel dan gewenst en weet hij op dit moment niet wat hij redelijkerwijs zou kunnen doen aan een thema als taboe en thema als illegaliteit. Hij vindt het dan beter om te zeggen dit niet voor zich te zien en ruimte te vragen voor het waarmaken van zijn ambitie om vervolgens verder te praten. Hij wil graag ruimte voor het college om hierover nog verder na te denken. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de burgemeester aangeeft dat hij zijn ambitie deelt. Hij begrijpt waar de vraag vandaan komt. De burgemeester ziet dit alleen niet voor zich. Hij oppert dat daaraan vooraf een onderzoek nodig is om na te gaan welke mogelijkheden er zijn. Zou het college dat niet moeten onderzoeken om daar achter te komen. Hij vraagt andermaal of de burgemeester dat met GroenLinks wil aangaan. Burgemeester Van Zanen zal dit in het college bespreken en ernaar streven hierop terug te komen voor de eindbehandeling van de Voorjaarsnota. Helaas was hij niet aanwezig bij het werkbezoek. Hij herhaalt de harde afspraken die gemaakt zijn in het kader van het IVP rond fietsendiefstallen. Voor het zomerreces zal een plan van aanpak de raad bereiken tegen fietsendiefstallen. Richting de heer Bos kondigt de burgemeester aan meer in beeld te brengen over de cijfers over het veiligheidsgevoel. Een brief over het thema veiligheidsbeleving is gereed voor verzending. Mevrouw Rajkowski en de heer Valkenburg vroegen of het bestuur in het kader van de monitor hierop verder in kan gaan. Hij vindt dat een belangrijk thema. Hij bevestigde richting de heer Bos dat er verbindingen zijn tussen de delen van de stad. Wanneer op het ene deel gedrukt wordt, verschuift de criminaliteit naar andere delen van de stad. Hij beschouwt dat als geen nieuws. Dit is ook besproken bij het IVP. De heer Bos noemde een publicitaire rel rond de inzet van BOA s. Dat was wat hem betreft in het belang van de gemeente. Hij was en is daar nog steeds razend over. Hij vindt het onbegrijpelijk dat een dergelijk klein bedrag niet kan worden gevonden. Hij vindt het een buitengemeen slechte beurt dat wat de gemeente nog kan beïnvloeden de BOA-vergoeding er af gaat. Hij zegt dit ook in het licht van de nationale politie en de lokale verankering van het nationale veiligheidsbeleid. Vervolgens diende de raad een amendement in, maar op een te vroeg moment. De gemeente heeft deze middelen nog en het college moet de middelen ter vervanging nog vinden. Dat is nu nog niet nodig. Hij las ook dat de gemeente Utrecht de vergoeding uit 2014 nog heeft. De Kamer was onverbiddelijk en hij vindt het nu niet meer opportuun om hierover een robbertje te vechten. De heer Bos (Stadsbelang) vraagt van de burgemeester te beseffen dat hij zijn zorgen deelt. Dat was ook de reden waarom hij het amendement had ingediend. Een van de zaken die hij wilde voorkomen, is dat de burgemeester nu voor euro moet gaan knokken. Daarom was een gedeelte van het amendement in ieder geval vanuit de eigen organisatie funding te zoeken. Wanneer het zo is dat Utrecht het geld niet krijgt, kan het zo zijn dat de effectiviteit van de inzet van de BOA s onder druk komt te staan. Hij ziet dat de burgemeester het geld nog niet geregeld heeft en dat hij het probeert los te weken bij het ministerie. Dat schijnt kennelijk niet te lukken. Hij roept de burgemeester op voor een plan B te zorgen. Dat was ook het onderdeel van zijn amendement. De publiciteit die de burgemeester zocht is zijns inziens slechts de helft van het verhaal. Burgemeester Van Zanen antwoordt dat dat betekent dat de portefeuillehouder zal bevorderen dat bij de volgende Voorjaarsnota het is opgelost of er is iets anders verzonnen. De heer Bos (Stadsbelang) merkt op dat de burgemeester nu op middelen uit 2014 teert. In principe heeft de gemeente Utrecht voor 2016 middelen nodig uit Hij neemt aan dat de burgemeester de BOA s zal inzetten zoals hij ze in 2014 inzette. Nu kost het de gemeente geld. Hij wil graag dat dit zo spoedig mogelijk geregeld wordt zodat Utrecht funding heeft voor het jaar 2016 vanuit middelen uit Pagina 31 van 82

39 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Burgemeester Van Zanen lijkt dat heel verstandig. Hij attendeert de commissie op de bladzijden 18 en 19. Hij leidt daarvan af dat het is geregeld. Hij leest dit op bladzijde 18 over de euro waarover de heer Bos spreekt. De voorzitter stelt voor dat iedereen dit naleest. Wanneer hierover discussie blijft, kan de raad in het slotdebat oplossingen bedenken, dan weet iedereen welke middelen openstaan. Burgemeester Van Zanen vervolgt zijn beantwoording en merkt op zich te willen beraden op of Utrecht mee kan doen aan de pilot Elektronisch Stemmen. Hij wil zich laten adviseren over de consequenties daarvan. Het financiële plaatje ontwikkelstrategie moet hij vragen aan de portefeuillehouder. Hij weet dat niet op dit moment. Hij zal aandacht vragen voor alcohol en snelheid in de sfeer van de handhaving rond de Amsterdamsestraatweg. Hij wil daar graag op terugkomen nadat hij is nagegaan of hij hier iets kan. Hij komt in ieder geval terug op de Amsterdamsestraatweg in een ander verband. Hij weet dat er een wijkraadsvergadering is geweest. Uit de reacties van de commissie leidt hij af dat er iets is geroepen. Hij zei wat hij hierover weet. De heer Van Ooijen stipte een belangrijk punt aan. Het college vond daarvoor een redelijke oplossing. Alle medewerkers van Toezicht zijn ondergebracht in het stadskantoor. Dit gaf een goede impuls aan vooral de flexibele inzet zoals aan het flexibele team. Behouden zijn de tweewekelijkse wijkoverleggen die de gebiedsmanagers veiligheid de politie en de teamleider van TOR (Toezicht Openbare Ruimte) (VTH) houden. Daar worden de prioriteiten in de wijken gezamenlijk besproken. Wanneer dit signaal is afgegeven, moet worden nagegaan of de vaste aanspreekpunten (schakelpunten) zijn weggevallen. De commissie krijgt het laatste randje van wat er nog geregeld moet worden rond de noodzakelijke bezuiniging bij de VRU omdat de gemeente Utrecht de VRU een taakstelling oplegde. Die krijgt de gemeenteraad tijdig te zien. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) is benieuwd naar Toezicht en Handhaving. Hij was benieuwd naar de schakelpunten, naar de vaste momenten. Wanneer dit mogelijk is voor de eindbehandeling van de Voorjaarsnota vindt hij dat prima. Burgemeester Van Zanen vervolgt zijn beantwoording en gaat in op de cijfers huiselijk geweld. Daarover is uitvoerig gesproken bij het IVP. De heer de Vries vroeg wat daaraan is te doen. De burgemeester vond het ook opmerkelijk: daling van de gewelddelicten van 2976 in 2006 naar 2437 in 2014 het betreft het totaal aantal geweldsdelicten. Met betrekking tot huiselijk geweld is toegezegd dat er een doelstelling, een indicator komt voor de zomer. Hij vindt dit onzorgvuldig geformuleerd. De heer Wijlhuizen zou nu kunnen zeggen dat dit alleen op huiselijk geweld lijkt te slaan, terwijl dit een veel bredere categorie is. De burgemeester vreest juist dat de meldingsbereidheid nog steeds te wensen overlaat. Hij wil laten onderzoeken of de centralisatie leidt tot een hogere drempel. Voor hem was de 18% daling geen reden om te zeggen dat het geweldig gaat. De heer Wijlhuizen (SP) is blij dat de burgemeester hierbij ook vraagtekens stelt. Hij verneemt graag van de burgemeester wat hij vindt van de cijfers die vandaag op Rtv Utrecht staan waarin wordt gemeld dat het aantal meldingen juist is gestegen met 42% in het afgelopen jaar. Voor hem zitten hierin zoveel dubieuze en verschillende cijfers dat hij er niet uitkomt. Hij wil hierop graag een zo helder mogelijk antwoord. Burgemeester Van Zanen vindt dat het heel erg ver gaat. Hij legt zich hierbij niet neer. Hij herhaalt zijn reacties. Hij is ook bereid na te gaan hoe deze cijfers zich verhouden tot de cijfers die vorige week in Binnenlands Bestuur stonden. De heer Bos (Stadsbelang) merkt op dat in gezamenlijkheid gedeeld is tijdens de behandeling van het Veiligheidsplan liever meer meldingen te krijgen omdat het dan duidelijk is dat het systeem werkt. Hij ziet in dat de burgemeester de geest van het amendement heeft uitgevoerd. Burgemeester Van Zanen merkt op over meer inzet in de wijken dat het streven van het college gericht is op het geven van de beste cijfers aan alle wijken. De raad sprak recentelijk het IVP. Daar zit heel veel aandacht juist voor de wijken en de wijkveiligheidsmanagers. Het college blijft daarop gebieds- en wijkgericht inzetten. Richting de heer Valkenburg merkt hij op in te zijn gegaan op de vraag van mevrouw Rajkowski en eerder op de vraag van de heer Bos. De burgemeester is bereid om in de stadsmonitor na te gaan hoe het college nog verder kan werken aan het onderzoek naar de veiligheidsbeleving. Hij vindt ook wat de Hogeschool van Amsterdam kennelijk heeft gedaan heel leuk. Hij wil dit graag doen. Hij is het zeer eens met hotspots schoon te laten zijn. Daarvoor heeft de gemeente Utrecht een kwaliteitssysteem in de openbare ruimte. Wanneer er aantoonbaar verband is tussen de onveiligheidsgevoelens en de objectieve veiligheid van de hotspots, is hij bereid bij zijn collega wethouder Geldof na te gaan of hij vanuit veiligheid iets kan doen. Vlekkeloos vindt hij te ver gaan. Dat kan hij niet toezeggen. De heer Valkenburg (Student & Starter) vraagt of de burgemeester bereid is om uit te zoeken of dit verband bestaat. Burgemeester Van Zanen vindt de broken window-theorie iets anders dan dit vlekkeloos te maken. Hij merkt op tot zijn spijt dat ook schitterende plekken toch hotspot kunnen zijn. Nog niet beantwoorde vragen Pagina 32 van 82

40 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De voorzitter merkt op dat GroenLinks nog een vraag stelde over de BOA s en kostendekkendheid, de ChristenUnie over de Hardebollenstraat en het CDA over de griffie. De heer Valkenburg (Student & Starter) vroeg nog naar een concreet plan van aanpak voor de aanpak van de onveiligheidsgevoelens. Mevrouw Metaal (CDA) stelde nog een vraag over de gebiedsgerichte inzet van BOA s. Zij was er van uitgegaan dat de griffie bij wethouder Geldof lag. Zo niet, veronderstelt zij dat de politiek assistenten ook thuishoren in de portefeuille van de burgemeester. De voorzitter merkt op dat de griffie van de raad is. Die is in ieder geval niet van wethouder Geldof. De ondersteuning van het college hoort wel bij de wethouder Organisatiezaken. Burgemeester Van Zanen zal met de griffier en de nieuwe griffier het thema aan de orde stellen in het presidium. Dat lijkt hem het geëigende gremium. Hij vindt het ondenkbaar dat de BOA s door het schrijven van boetes zichzelf kunnen terugverdienen. Het gaat om slechts 6% van wat Utrecht kan doen. Dat is het zeer onbevredigende rond dit thema. Het college bekeek de bestuurlijke boete direct. De vier varianten besprak de gemeente Utrecht direct in de G4. Dat is niet mogelijk omdat de Eerste Kamer daar een stokje voor stak. Dan gaat de gemeente Utrecht een vermogen uitgeven om 6% op te halen. Er valt een gat van euro. Dat vangt de gemeente Utrecht zelf op. De burgemeester maakt zich daarover behoorlijk boos, niet alleen vanwege de centen maar juist vanwege het moment. Nu met de nieuwe Nationale politie zou de positie van de raden worden versterkt. Daar horen de BOA s en de inzet ook bij. Om die reden baalt hij hiervan. Hij schaarde de vragen over de Hardebollenstraat onder het thema er gebeurt van alles maar er is niets dat de raad nog niet weet. De heer Wijlhuizen (SP) verneemt van de voorzitter dat de activiteiten van de hogeschool van Amsterdam en de fieldlabs bij de toezegging horen met betrekking tot de brief over (on)veiligheidsgevoelens. De voorzitter schorst de vergadering voor 5 minuten en heropent haar na afloop met aandacht voor de spreektijden Beantwoording wethouder Geldof Wethouder Geldof dankt de commissieleden voor de gestelde vragen. Mevrouw Haage van de PvdA stelde een vraag over vergrote externe inhuur bij VTH vanwege krimp en dat een en ander lastig met elkaar te rijmen zou zijn. De wethouder licht toe dat daar banen zijn die op termijn zullen verdwijnen - bijvoorbeeld mensen die scanauto s invoeren. Voorzien wordt dat daar op enig moment minder mensen zullen werken, daarom wordt momenteel gebruik gemaakt van enige externe inhuur zodat de afdeling niets te maken heeft met ontslagprocedures. Voor de toelichting verwijst de wethouder naar de Voorjaarsnota. Mevrouw Dibi stelde enkele vragen over de visie van het college op diversiteit. Het college vindt een divers personeelsbestand bijdragen aan de kwaliteit van de diensten en producten en aan een prettiger werksfeer en een groter vermogen om snel in te spelen op vragen vanuit de stad. Daarom vindt het college het belangrijk daar waar mogelijk diversiteit te bevorderen. De gemeente Utrecht beschikt over weinig jongere werknemers. Daarover werden meerdere vragen gesteld in de commissie. Daaraan wil het college werken. Tegelijkertijd is de gemeente Utrecht een organisatie met weinig vacatures. Hij bevestigt dat de mate van diversiteit laag is in het management met hogere schalen. Ook daar wil het college aan werken. Zodra er vacatures zijn, zal het college goed kijken of daarop breed te werven is. Het college neemt zich voor in die gevallen netwerken aan te boren waarin ook diversiteit zit. Een proef met anoniem solliciteren is geopperd. Het college is daarvan geen voorstander. Dat zou suggereren dat de gemeente op namen selecteert. Het college herkent dat niet en de gemeente doet dat niet, juist ook omdat het college nagaat waar de diversiteit te bevorderen is. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat de wethouder zegt dat de gemeente niet kijkt naar de namen, terwijl in de praktijk uit onderzoeken blijkt dat namen daadwerkelijk meespelen. Hij zou graag willen weten hoe de wethouder weet dat juist in deze gemeente dit niet gebeurt. Dat zou een fantastisch middel zijn om naar andere gemeenten te exporteren. Hij krijgt hierover graag meer duidelijkheid. Wethouder Geldof zei al dat het college zich hierin niet herkent. Een van de belangrijkste oorzaken is dat Utrecht een gemeente is met weinig vacatures. De gemeente had weinig instroom in de afgelopen jaren. Eerder zijn hier discussies gevoerd over jongeren. Heel veel jongeren zijn gebleven, maar werden ouder. De gemeente is een organisatie met weinig relatie. Het college neemt zich voor vooral bij vacatures de diversiteit te bevorderen. Hij herhaalt zijn argument met betrekking tot anoniem solliciteren. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat zijn vraag geen betrekking had op de leeftijd. Zijn vraag had betrekking op de achternaam, de achtergrond. De beantwoording had te maken met de leeftijdsopbouw. Hij vraagt alsnog aandacht daarvoor van de wethouder. De heer De Vries (GroenLinks) complimenteert de wethouder met zijn behartenswaardige woorden over diversiteit. GroenLinks kan die woorden van harte ondersteunen. Het is goed dat de wethouder daarin normerend Pagina 33 van 82

41 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni is voor een gemeentelijke organisatie. Hij begrijpt niet dat de wethouder zonder motivatie anoniem solliciteren verwerpt. Uit onderzoek blijkt dat iedereen onbewust vanwege een intern mechanisme voorkeuren heeft. Dat is alleen te voorkomen door anoniem solliciteren mogelijk te maken. Wethouder Geldof herhaalt zijn argumenten over weinig instroom. Waar instroom te realiseren is, bevordert het college diversiteit waar mogelijk. Het gaat hier om processen van boven af naar beneden en vice versa. In antwoord op de vraag van GroenLinks over de publieksfuncties en diversiteit nodigt hij de heer De Vries uit bij de gemeente binnen te lopen. Dan is ook te zien dat aan de balies een afspiegeling van de bevolking werkt. Ook om die reden ziet het college geen reden om anoniem solliciteren in te zetten. Het zou suggereren als selecteert Utrecht anders wanneer geen sprake is van anoniem solliciteren. De doelstelling van het college is de diversiteit te bevorderen. Tegen die achtergrond voelt het college hiervoor niet. Hij vervolgt zijn beantwoording. Velen in de commissie hebben de motie 42 genoemd over de verhoging van het percentage vaste medewerkers bij het Klantcontactcentrum. Het college voerde de motie voor een flink deel uit. Tegelijkertijd blijkt uit de uitvoering dat dit ook een kostenplaatje met zich meebrengt. In de Voorjaarsnota stelt het college de raad een dekking voor van euro voor wat nu is bereikt. De wethouder hoort de commissie goed. Het probleem is dat voor een verdere uitvoering van de motie nu geen dekking is. Dat is een punt van aandacht omdat met een verdere uitvoering van de motie de gemeente nog een keer moet inzetten op euro structureel. Mevrouw Dibi (PvdA) vindt dat gemakkelijk. De raad moet niet voor een dekking zorgen. De motie is door een meerderheid de raad aangenomen. Het is dan aan het college om daarvoor een dekking te zoeken. Het heeft niet zozeer te maken met een dekking, maar met keuzes. Wil de wethouder dit of wil hij het niet? Momenteel is 10 miljoen euro overschrijding op externe inhuur. Zij stelt voor deze bron te gebruiken voor dekking. Zij roept de wethouder op de motie uit te voeren. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de dekking voor deze motie er is: dat is het programma Bewoners en Bestuur. Die motie is door een meerderheid in de raad aanvaard. De gewoonte is in Utrecht dat het college aangenomen moties uitvoert. Hij wil de wethouder daar graag aan houden. Hij brengt in herinnering dat in het collegeakkoord is afgesproken dat staand beleid en staande uitspraken van de raad gerespecteerd worden door dit college. Hij verwacht daarom niets anders van deze wethouder. Wethouder Geldof merkt op dat de commissie in de Voorjaarsnota een voorstel ziet voor euro. Dat zijn de meerkosten voor zover de motie is uitgevoerd. Wanneer de percentages hoger moeten, kost dat nog een keer dat bedrag. Daarvoor bestaat momenteel geen dekking. Dat maakt het lastig voor het college dit uit te voeren. Het is niet mogelijk om binnen het programma te gaan verschuiven. Voor wat nu is doorgevoerd legt het college de voorstellen voor de dekking bij de raad neer. De heer Wijlhuizen (SP) ondersteunt met passie het pleidooi van GroenLinks en de PvdA. Ook de SP is van mening dat hier sprake is van staand beleid. Een meerderheid in de raad wenst dit. Hij dringt erop aan dit vooral door te voeren en stelt voor dat het college op zoek gaat naar dekking. Hij kan zich niet anders voorstellen dan dat dit bedrag ergens te vinden moet zijn. Stel dat de raad besluit de U10 niet het extra geld te geven, beschikt het college over euro. Hij ziet wel degelijk ruimte om dit te bespreken. De voorzitter constateert dat het college een voorstel doet. De commissie reageert daarop. De wethouder merkt op dat het college nog steeds achter het voorstel staat zoals het college dat heeft neergelegd. De raad beschikt over diverse instrumenten om hiervan iets te vinden. Hij vraagt de commissie niet in herhaling te vallen. De heer De Vries (GroenLinks) gaat er van uit dat voorzitter opkomt voor standpunten van de raad. Hij benadrukt zijn standpunt met betrekking tot het uitvoeren van aangenomen moties. Het college doet dat niet op dit punt. Hij verwacht van de voorzitter dat hij voor zijn raad gaat staan zonder in te grijpen in de discussie die gevoerd wordt. De voorzitter merkt op dat het hem opvalt dat de discussie niet verder komt. Hij adviseert als de voorzitter van de commissie het instrumentarium van de raad te benutten. De heer Wijlhuizen (SP) voegt aan deze discussie toe van mening te zijn dat mensen voor normaal werk, normaal betaald moeten worden, en dat ze normaal in dienst genomen kunnen worden, zeker bij een gemeente als Utrecht. Zijn fractie wil dat Utrecht goed werkgeverschap toont. Daar hoort dit bij. Dat is precies waarom destijds de raad volmondig ja zei tegen deze motie. Daar wordt nu overheen gestapt. Ook in dat opzicht wil hij graag een uitspraak van de wethouder waaruit blijkt dat hij de intentie heeft een goed werkgever te zijn in de gemeente Utrecht. De heer De Vries (GroenLinks) gaat de motie niet opnieuw inhoudelijk verdedigen. Dat is al eerder gedaan. Hij legt bij de wethouder terug dat hij zich kan voorstellen dat het college dit pad niet wil inslaan waarin het college op een eigen manier omgaat met een motie. Hij doet een klemmend beroep op de wethouder om zijn opstelling in dezen te heroverwegen. Wethouder Geldof stelt vast dat de Voorjaarsnota voorligt zoals voorgelegd. Hij hoort de commissie goed. Het college wil een goed werkgever zijn. Dat staat niet ter discussie, zeker niet bij dit college. Hij zal in overleg moeten gaan in het college. Deze Voorjaarsnota dekt in ieder geval de voorbije tranche. Die is gerealiseerd. Hij zal bij de begroting moeten nagaan of hij de middelen kan vinden voor de verdere uitvoering van de motie. De voorzitter merkt op dat de heer Wijlhuizen de vraag iets algemener had gesteld over goed werkgeverschap, hoe de wethouder goed werkgeverschap in dit kader duidt. De heer De Vries (GroenLinks) vraagt of de wethouder nu toezegt dat hij dit bij de begroting gaat regelen. Pagina 34 van 82

42 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Wethouder Geldof kondigt aan in het college met zeer veel nadruk de woorden uit de commissie onder de aandacht te zullen brengen, ook gerelateerd aan de eerder aangenomen motie. Dat is wat hij nu kan zeggen. Hij vervolgt zijn beantwoording en gaat in op de vragen van mevrouw Dibi over de externe inhuur. Hij brengt in herinnering dat de externe inhuur binnen de bestaande budgettaire kaders valt. Externe inhuur betekent niet dat de uitgaven tot overschrijding leiden. Daar waar meer externe inhuur nodig was, heeft hij die ook gemeld. Aan de externe auditafdeling vroeg hij goed in beeld te brengen waar wat zit, maar ook ervoor te zorgen een goed onderscheid te maken omdat hier in Utrecht heel veel zaken onder één noemer externe inhuur te brengen zijn. De wethouder vindt het van belang daarin meer inzicht te krijgen. Hij schreef daaraan te zullen werken en dat hij bij de begroting voorstellen zal doen zodanig dat een en ander beter beheersbaar is. Mevrouw Dibi ging in op schijnconstructies per 1 juli en de voorwaarden voor CAO-handhaving. De wethouder licht toe dat dit formeel betrekking heeft op inkoopvoorwaarden. Hij zal nagaan met zijn collega in het college of dat tot een wijziging kan leiden van de aanpak. Gesproken is over ziekteverzuim. Ziekteverzuim is een belangrijk aandachtspunt van het college. Het percentage lag in 2014 op 6,5% en het ligt nu op 6,7%. De norm die het college nastreeft is 5,8%. Daar zit het college duidelijk boven. Het werkt er hard aan om dit percentage naar beneden te krijgen. Om daar een voorbeeld van te geven gaat hij in op een vraag over re-integratie. In 2/3 van de verzuimgevallen langer dan zes weken zijn medewerkers aan het re-integreren in eigen of in ander werk. Dan gaat het om medewerkers die fysiek nog volledig meetellen. Het college probeert de re-integratie zo spoedig mogelijk gestalte te geven. Waar een voorbeeld is gegeven van een afdeling met 20% ziekteverzuim, zijn op die afdeling in het verleden veel mensen aangenomen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De zwaarte van het werk is in de loop der tijd veranderd. Ook daar werkt het college zo hard als mogelijk aan het terugdringen van het verzuim. Het is voor iedereen van belang dat mensen met plezier werken en dat, wanneer ze een keer ziek zijn, zij zo snel mogelijk weer terugkomen in het werk. Mevrouw Dibi (PvdA) merkt op dat de gemeente zelf activiteiten ontplooit op het gebied van re-integratie in het Loonbaancentrum. Dan gaat het over 25 werknemers die per1 januari in de WW zullen zitten. Over die werknemers sprak zij niet. Zij sprak over de andere groep die nu in de cijfers zitten van de 20%. Zij vraagt de wethouder of de wethouder en zij over hetzelfde spreken. Wethouder Geldof sprak over mensen die bij de gemeente werken die langer dan zes weken ziek zijn. Van hen zit twee derde in de re-integratie om weer aan het werk te komen en te herstellen. Ingaand op de vragen van mevrouw Scholten van D66 over de nieuwe website, met de toegankelijkheid als een belangrijk aandachtspunt, informeert de wethouder de commissie dat het college hard bezig is met de verbetering van de huidige website. Hij licht toe dat het gaat om een continu proces. In de loop van de tijd is hieraan al een aantal zaken gewijzigd. Hij noemt de readspeaker als voorbeeld. De hoofdnavigatie is vereenvoudigd ook op basis van input van bewoners. Themasites zijn vereenvoudigd. Momenteel wordt veel meer met iconen gewerkt. Iconen zijn van groot belang voor de toegankelijkheid van websites. Deze week zal het college de homepage onder meer met iconen eenvoudiger opbouwen. Aan de zoekmachine is gewerkt. Die is verbeterd. Het college zet verder door. De Wmo-sites zullen heringericht en toegankelijker gemaakt worden. Ook werkt het college aan het vereenvoudigen van het digitaal loket. De wethouder zegt toe na de zomer een gedetailleerde voortgangsrapportage geven. Het is een continu proces. Er veranderen af en toe zaken op de website. Die zijn niet direct zichtbaar op de homepage. Dit heeft de hoogste aandacht. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt het een goede zaak dat de wethouder voor een meer toegankelijke website gaat en dat hij met iconen werkt. In het land zijn enkele voorbeelden van websites waarin gebruikers gebruik kunnen maken van een afzonderlijke eenvoudiger versie van de site. Hij noemt als voorbeeld de website van de SVB. Hij doet het voorstel dit ook op te nemen in de aan te bieden mogelijkheden op de Utrechtse website. Hij vraagt de wethouder of hij daarover wil rapporteren in de voortgangsrapportage. Hij vindt het overigens een uitstekend idee. Wethouder Geldof wil hierover in ieder geval nadenken. Het college wil werken aan ervaringen die mensen hebben waardoor ze er niet uitkomen. In dat geval, streeft het college ernaar dat gebruikers op de website zelf toelichting kunnen vragen. Het college zal de optie van een eenvoudiger versie onderzoeken. De wethouder zal dit meenemen in de voortgangsrapportage. Mevrouw Scholten stelde vragen over digitalisering poststromen. Het college begint met een pilot Berichtenbox. Dat is een persoonlijke postbus voor elektronische berichten van de overheid. Dan is digitaal te communiceren met inwoners. De inwoner bepaalt zelf of hij/zij de berichten wel of niet digitaal wil ontvangen. De realisatie zal na de zomer plaatsvinden. Het zal dan gaan over herinneringsbrieven en parkeervergunningen. Bij goede resultaten zal het college dat breder toepassen. In het proces zullen meldingen dit jaar verder verbeteren. Een nieuwe oplossing wordt gezocht om door middel van een kaart en open data het eenvoudiger te maken om een melding te maken. Het college hoopt dat eind dit jaar te hebben gerealiseerd. Apps kunnen nu al worden gebruikt. Als voorbeeld noemt hij de app Buiten Beter en Verbeter de Buurt. Via die apps kunnen inwoners al meldingen bij de gemeente doen. Pagina 35 van 82

43 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Mevrouw Scholten (D66) weet dat laatste. Opmerkelijk vindt zij dat de inwoner in het gebruiken van deze apps, verwezen wordt naar de mogelijkheid om dit via de gemeentelijke website te melden. Zij raadt het college aan die melding bij die apps niet te maken. Het is minder gebruiksvriendelijk om vanaf een mobiel een melding op de gemeentelijke website maken. Zij stelt voor de apps als eerste kanaal in te zetten. Wethouder Geldof zal dit nagaan. Het is mogelijk dat die melding in de app is ingebouwd. Hij vervolgt zijn beantwoording. Gevraagd is of op groei gestuurd wordt. De wethouder deelt mee dat de organisatie in zijn totaal nog steeds kleiner aan het worden is. Op bepaalde onderdelen komen wel extra medewerkers. Formatieplaatsen zijn gebudgetteerd waardoor het niet mogelijk is dat er plotseling formatieplaatsen bijkomen. De wethouder antwoordt bevestigend dat het college inzicht kan geven aan de raad over Pleinen. Het college zal de raad daarover nader informeren. Wanneer het relevant is zal het college raadsleden uitnodigen bij Pleinen. Als het gaat om het mogelijk maken van initiatieven van bewoners, doet het college dat het liefst samen met de ambtenaren. De gemeente moet dan ook deel zijn van de oplossing. In het verleden had de gemeente een sociaal jaarverslag. Dat is afgeschaft ook in het kader van rationalisering en de beperking van de overhead. Hij stelt voor dit jaarlijks mee te nemen in de jaarstukken in de paragraaf Bedrijfsvoering. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt op basis van welke gegevens de wethouder gaat rapporteren wanneer het hele beleid is afgeschaft. Het college heeft een basis nodig om te kunnen terugrapporteren. Wethouder Geldof zal daar goed naar kijken. Hij noemt de aandachtspunten sociaal beleid. Op bepaalde vlakken zal de rapportage gaan over wat er aan gedaan is. Het is mogelijk om te rapporteren over wat het college doet aan sociaal beleid. De paragraaf bedrijfsvoering lijkt hem hiervoor een prima plek. Mevrouw Metaal vroeg naar bezuinigen op bestuursassistenten. De wethouder licht toe dat het hier gaat over de secretariële functies. Het gaat hier niet over bestuursadviseurs. De vraag naar politiek assistenten beantwoordt de wethouder met op te merken dat het college aan het begin niet de keus heeft gemaakt op die manier te werken maar op de gebruikelijke manier in het Utrechtse. Dat is de stand van zaken op dit moment. De burgemeester is al ingegaan op de vragen over de griffie. De heer De Vries ging in op de Payroll-constructies. Dat is een belangrijk aandachtspunt. Het college is hierover in overleg met de vakbonden en is gestart met een onderzoek naar de payroll. Wanneer de gemeente structureel werk heeft, is het de intentie van het college om mensen in dienst te nemen. Het onderzoek zal gaan over waar mensen op een payroll zitten die feitelijk structureel werk doen. Dat kan leiden tot een hogere formatie of hier en daar extra kosten. De wethouder komt daarover terug bij de raad wanneer een onderzoek daartoe leidt. Hij is hiermee bezig met de vakbonden. Het lijkt hem een redelijke termijn de raad hierover te informeren rond de begroting. De heer De Vries (GroenLinks) weet dat hierover in het verleden een motie aangenomen is. Hij is verbaasd dat hier een onderzoek nodig is. Bij ambtelijke navraag bleek hem dat 125 mensen in dienst zijn via payroll constructies. Zijn fractie vindt dat nogal een aantal. Daarvan is individueel te bepalen wie daarvan wel of niet in vaste dienst te nemen. De heer Wijlhuizen (SP) stelt aan de orde dat meerdere keren gesproken wordt over hogere kosten Payrollers en uitzendkrachten. Hij krijgt graag meer inzicht in hoe dat zit. Waar zitten die kosten dan in? Hoe is het mogelijk dat ze 20/30% meer kosten? Wethouder Geldof antwoordt dat het college een toelichting gaf op de kosten. Hij verwijst kortheidshalve naar die toelichting. Externe inhuur is ook mogelijk via payroll wanneer voorzien wordt dat bepaalde functies ergens niet al te lang meer bestaan. Hij wil dit samen met de vakbonden goed in beeld brengen zodat te bezien is waar dit wel en waar niet een passende aanpak is. Het is nadelig voor het zittend bestand wanneer mensen op functies komen te zitten die verdwijnen. De heer Bos sprak over medewerkers die de kuierlatten nemen. De wethouder herkent dat beeld niet zo. Wanneer dat het geval zou zijn had het college op heel veel vlakken via vacatures en verloop minder problemen als het gaat om veroudering, et cetera. De heer Bos (Stadsbelang) had in de wandelgangen aan wethouder Geldof gezegd dat het hem specifiek ging om uitzendkrachten die onder invloed van het amendement 30% Flex echt de kuierlatten namen. Op die mensen richt hij zich. Hij vraagt de wethouder hierop inhoudelijk in te gaan. Wethouder Geldof licht toe dat op het moment waarop het college aan de slag ging bij het Klantcontactcentrum om het percentage te veranderen, een aantal uitzendkrachten ergens anders zijn gaan werken omdat ze vastigheid zochten. Heel veel medewerkers van het Klantcontactcentrum kwamen uit de overplaatsbaarheid. De heer Bos (Stadsbelang) wil graag antwoord op zijn vraag naar het inzicht in de kosten van het ziekteverzuim. Wat kost dat aan salaris? Wat kost het aan externe inhuur? Hoe hoog is het kort en het lang verzuim in percentages en in kosten? Dat waren zijn openstaande vragen. Hij neemt aan dat de wethouder daarin graag inzicht wil geven. Pagina 36 van 82

44 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Wethouder Geldof was al ingegaan op het generieke ziekteverzuim en het streefcijfer. Hij zal de commissie nader informeren over de uitsplitsing van de cijfers. Hij zal navraag doen en hierop schriftelijk terugkomen en hij zegt dat in reactie op de vragen die mevrouw Dibi stelde over de afdeling waar het verzuim 20% is. De wethouder vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de vraag van mevrouw Rajkowski over de openstelling van het loket op zaterdagochtend. Hij vindt dit een leuk idee. Hij merkt op richting de VVD dat in het geval het loket zaterdagochtend opengaat, het loket dicht moet zijn op een ander dagdeel. Hij zal dit nagaan. Het moet wel budgettair neutraal. Hiervoor zijn geen extra middelen. Ook zal hij moeten nagaan of de rechtspositie van de medewerkers dit toelaat. Mevrouw Rajkowski (VVD) vindt het niet alleen een leuk maar ook een belangrijk idee. Zij kan zich voorstellen dat op doordeweekse dagen ook minder drukke dagdelen te vinden zijn waardoor het loket dan te sluiten zou zijn. Zij vindt het belangrijk flexibiliteit te houden in de dienstverlening. Zij begrijpt dat de wethouder met een aantal zaken rekening moet houden. Die zaken zouden in een pilot aan de orde kunnen komen. Zij vraagt de wethouder die toezegging iets gemakkelijker te doen. Wethouder Geldof benadrukt goed te zullen kijken of die openstelling op zaterdag mogelijk is. Hij moet dan een aantal zaken in beeld brengen voordat hij hierover meer kan zeggen. Hij ziet de voordelen van een eventuele openstelling van het loket op de zaterdagen. De heer Van Ooijen sprak over digitale vaardigheden, wijkservicepunten en over de website en hij sprak over een digitale kloof. Op dit moment voert het college op het gebied van de dienstverlening gesprekken met professionals. Hij wil zoeken naar verbetering met een wijkbedrijf, de bibliotheek, Miramedia naar de dienstverlening voor de groepen die het lastig vinden. Dat zal het college in een Plein doen. Daarbij zijn breed partijen betrokken. Sommige partijen bieden ook al steunpunten. Zij gaan na in hoeverre zij elkaar kunnen versterken. Het college biedt in een aantal zaken extra ondersteuning aan. Hij noemt als voorbeelden de DiGisterker cursussen en de DiGiD dagen. Daarin geeft het college het publiek informatie over hoe een en ander aan te vragen en wat ermee mogelijk is. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt het een goede zaak dat de wethouder zo actief bezig is met dit thema. Hij ontvangt graag de uitnodiging voor het aangekondigde Plein. Hij krijgt graag van de wethouder de toezegging dat hij dit idee ook inbrengt in deze gesprekken. Het gaat hem om laagdrempelige toegangspunten. Hij vraagt dit te bespreken met de partners en na te gaan wat het moet kosten. Wethouder Geldof zal dat in het Plein bespreken. Op veel plekken is de gemeente al redelijk laagdrempelig aanwezig. Hij neemt de vraag van de heer Menke over ingeplande subsidies en informatie daarover, mee naar het college. De gemeente kent heel veel verschillende subsidieregelingen. Bij sommige is de nodige voorlichting gegeven, sommige worden minder uitgeput. Dit is iets voor de vakafdeling wanneer het echt gaat over de inhoud. De heer Menke (Student & Starter) had gehoopt op meer informatie van de wethouder. Hij vernam dat er een kloof gaat ontstaan in de leeftijdsopbouw. Wat gaat er gebeuren waardoor dat gevaar afneemt. Wat is de geprognosticeerde groei? De ontwikkelingen? Hij heeft onvoldoende vertrouwen in dat het college dit nu tegengaat. Hij verneemt graag van de wethouder wanneer deze laatstgenoemde daarin meer inzicht kan geven. Wethouder Geldof noemt in dit verband trainees in programma s en stages. Hij noemt het door hem eerder genoemde gebrek aan verloop van personeel in de organisatie en een gebrek aan groei. In Utrecht is 13% van de mensen onder de 35 jaar. Gemiddeld bij overheidsorganisaties is dat iets van 13,8%. In die zin loopt de gemeente Utrecht daar niet echt mee uit de pas. Bij vacatures zal het college ook aandacht schenken aan de leeftijdsopbouw van de organisatie. Daarvoor zijn vacatures nodig. Het gaat dan om meer groepen, maar leeftijd zal een belangrijk criterium zijn. De heer Menke (Student & Starter) vraagt of het college dan nu van de mogelijkheid gebruik maakt om tot 1 januari 2016 vanwege het Actieplan Jeugdwerkloosheid, specifiek te werven op jarigen. De heer Van Soelen (Concernmanager HRM, ambtelijke Ondersteuning) deelt mee dat waar dat aan de orde is, dit gebeurt. Hij attendeert er op dat er niet veel vacatures zijn waar dat nu speelt. Wanneer de kans bestaat om jongeren aan te nemen, doet het college dat. Wethouder Geldof concludeert dat hij hiermee alle vragen heeft beantwoord. De voorzitter constateert dat hij geen vragen heeft gemist. Hij recapituleert de gedane toezeggingen. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op bij de recapitulatie van de toezeggingen dat de wethouder een toezegging deed zich in te spannen om de motie Flex uit laten uitvoeren. Hij vraagt daarover geïnformeerd te worden. De voorzitter licht toe dat dit bij de programmabegroting gebeurt. Wethouder Geldof bevestigt dit. Dan is ook te zien waartoe zijn inspanning heeft geleid. Mevrouw Scholten (D66) wil graag het hoe en het wanneer over de toezegging over de rapportage over Pleinen. Zij mist de toezegging met betrekking tot het initiatief samen met ambtenaren. Zij weet dan niet hoe mensen dit weten. Wethouder Geldof zal over een maand informatie geven over de pleinen en zal op de genoemde aspecten ingaan. De vraag staat centraal hoe burgers een Plein kunnen aanvragen. Pagina 37 van 82

45 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat de wethouder ook toegezegd heeft in de voortgangsrapportage over de website de suggestie en de mogelijkheid te bekijken van een gemakkelijke versie van de website. De voorzitter licht toe dat dit zit in zijn samenvatting en dat de wethouder de diverse suggesties uit de commissie hierin zal meenemen. De voorzitter schorst de vergadering om uur tot woensdagmiddag juni in de middag 5. Onderwijs hfdst 1.7 (JS), en VJN deels hfdst 2.2 programma en hfdst 3 (Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6; Cultuur hfdstk 1.10 (JS) en VJN deels 2.2. programma s en hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6 Berap; Wijkgericht Werken en participatie (VJN/Berap hfdst 1.1. Bewoners en bestuur en VJN deels hfdst 3, investeren/kansen hfdst 4 Bijlagen VJN hfdst 5 en 6 Berap. De commissie Mevrouw Dibi (PvdA) neemt haar collega mevrouw Bouazani waar. De PvdA wil graag inzicht in het aantal thuiszitters vanwege ontbrekend leerlingenvervoer en inzicht in het aantal leerlingen dat vanwege het ontbrekend passend aanbod thuiszit. Zij vraagt of de wethouder bereid is daarvan een overzicht te geven. Als het gaat om voortijdig schoolverlaten MBO laat het hoge percentage voortijdig schoolverlaters zien dat het veel MBO-ers niet lukt om een baan te vinden voor minimaal 12 uur. Zij vraagt of het college een beeld heeft van wie deze jongeren zijn en van de redenen waarom het deze jongeren niet lukt een baan te vinden. Speelt hier uitsluiting vanwege afkomst een rol? Met betrekking tot het bestrijden van taalachterstand verlaagt Utrecht de subsidie met 2%. Volgens het college moet de organisatie deze bezuinigingen zelf invullen. Zij vraagt ten koste waarvan de bezuiniging gaat. Zij zou het jammer vinden wanneer dit ten koste gaat van de kwaliteit of dat er wachtlijsten ontstaan. Zij krijgt graag de visie van de wethouder hierop. Na de flinke bezuiniging op de bibliotheek wordt de gemeente Utrecht opnieuw geconfronteerd met een bezuiniging van 2%. In 2014 stelde het college een visie op, op de bibliotheek van de toekomst. Wanneer kan de raad de visie verwachten op een uitgeklede bibliotheek? Hetzelfde geldt voor de uitkomst van het onderzoek nieuwe centrale bibliotheek en voor de beantwoording van de schriftelijke vragen van de PvdA en van het CDA van 22 maart. De heer Post (PvdA) merkt op dat het college zijn ambitie met betrekking tot cultuur voor een beleidsterrein definitief loslaat door het jaarlijkse budget daarvoor te halveren. Hij vindt het niet verrassend maar wel teleurstellend. De beloften aan inwoners worden hiermee verbroken. In het collegeprogramma werd nog gesproken over het wegwerken van achterstanden op het gebied van cultuur in Leidsche Rijn/Vleuten De Meern. De 4,1 miljoen euro haalt het college weg zonder dat er een alternatief is voor de culturele voorziening. Wanneer kan de raad dat plan verwachten? Natuurlijk is het mooi dat het gat wordt gedicht met de 4,1 miljoen in de convenantperiode. Dat is prettig voor alle organisaties die dit aangaat. Hier wordt geen extra geld geregeld. De heer De Vries (GroenLinks) vraagt waarom de PvdA een enorm megalomaan theater wil bouwen waar totaal geen vraag naar blijkt te zijn, blijkt uit verschillende onderzoeken, onder andere die van Leisure & Artsgroup. De heer Post (PvdA) laat de terminologie van de heer de Vries aan hem. Hij vindt het vervelend dat er nog helemaal geen voorstel naar de raad is gekomen. Nu wordt wel alvast de helft van het budget weggehaald terwijl er nog geen enkel voorstel is voor wat er dan wel gaat gebeuren. Met zijn fractie valt over allerlei vormen te praten. Hij is ervan overtuigd dat in Leidsche Rijn een substantieel volwaardig gebouw moet komen. Met halvering van het budget wordt dat uitgesloten. Hij verwacht dat GroenLinks het daarover eens is met de PvdA. De heer De Vries (GroenLinks) ziet dat het college een bewuste keuze maakt om te investeren in programmering en niet in gebouwen. Hij vraagt waarom de PvdA steeds blijft denken in gebouwen alsof dat een oplossing is voor een culturele vraag. De heer Post (PvdA) gelooft niet dat het mogelijk is een volwaardige culturele faciliteit te realiseren voor een stadsdeel als Leidsche Rijn zonder een volwaardig gebouw. Hij begrijpt dat GroenLinks en de PvdA het daarover oneens zijn. Naast dit financiële aspect komt nog de kaasschaafbezuiniging op subsidies van instellingen die groter zijn dan euro. Die bezuinigingen slaan neer bij RASA, Kikker, Zimihc en TivoliVredenburg. TivoliVredenburg bestaat één jaar. Terecht dat dit op een leuke manier gevierd is. Al eerder sprak de PvdA over de financiële gang van zaken. Die blijft in de ogen van de PvdA zorgwekkend. Over 2014 blijkt het tekort enigszins mee te vallen, niet 1,7 maar slechts 1,2 miljoen euro tekort. Hij vindt dat een mooie meevaller gezien de omstandigheden. Toch vraagt het college de raad voor 2015/2016 respectievelijk 2,5 en 1,1 miljoen vrij te maken. Dat zijn precies de bedragen die door TivoliVredenburg zijn opgegeven en in de laatste brief zijn die bedragen opgenomen. De PvdA vindt het wel heel erg gemakkelijk om daarbij een op een de bedragen die Pagina 38 van 82

46 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni TivoliVredenburg zelf opneemt, mee te nemen in de Voorjaarsnota. Wordt daarmee niet de druk van de ketel afgehaald? Welke afspraken zijn gemaakt over het vergroten van de inkomsten, bijvoorbeeld uit verhuur? Welke voorwaarden worden verbonden aan de extra subsidies die nu worden voorgesteld. Wat zijn fractie betreft is nog meer gebruik te maken van de interactie tussen amateurkunst en TivoliVredenburg. Cultuur in de wijken is voor de PvdA namelijk van groot belang. De heer Van Schie (VVD) las met belangstelling het jaarverslag van TivoliVredenburg. Hij was enorm onder de indruk van de vele educatieve activiteiten die deze instelling in het afgelopen jaar ontplooide. Is de heer Post daarover ontevreden of zegt hij dat dit wel een pluim waard is? De heer Post (PvdA) bevestigt dat het hem een pluim waard is. Hij denkt dat het gebouw meer mogelijkheden heeft voor zinnige activiteiten, vooral overdag tijdens kantooruren. Hij moedigt het college aan optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die amateurkunst Utrecht biedt. Hij zegt niet dat TivoliVredenburg dat onvoldoende doet op dit moment. Uit de beantwoording van de schriftelijke vragen over de wijkcultuurhuizen van GroenLinks en D66 maakt zijn fractie op dat de verruiming van de programmeringgelden die als ambitie is opgenomen in het collegeprogramma, zich beperkt tot de euro die de raad hiervoor in 2000 extra beschikbaar had gesteld. Hij krijgt graag de bevestiging dat dit een juiste conclusie is uit de beantwoording. Dat maakt hem extra benieuwd naar de invulling van de euro. De wethouder antwoordde daarover te zullen terugkomen in de convenantperiode Hij is heel benieuwd wat dit voor de wijkcultuurhuizen kan betekenen. Hij vraagt of deze intensivering terecht komt bij cultuurcampus Leidsche Rijn. De cultuurcampus heeft plannen om zich te ontwikkelen tot een centrum voor amateurkunst. Mevrouw Scholten (D66) verwacht binnenkort een eerste tussenevaluatie van de stadsgesprekken in het kader van de vernieuwing van de stadsdemocratie. Zij ziet dat de behoefte in de stad aan goede gesprekken over de stad groot is. Het college is positief over de ontwikkeling van Wijkgericht Werken. Haar fractie wil daarover graag meer weten en organiseerde daarom voor komende dinsdag een Raadsinformatieavond over dit onderwerp. In de afgelopen jaren zag zij dat de wijkgroenplannen, de samenhang en de samenwerking tussen bewoners stimuleerden. Die Wijkgroenplannen lopen nu af. De vraag is hoe de energie in de wijken vasthouden. Zij vraagt de reactie van de wethouder. Ten aanzien van participatie is bij gebiedsontwikkeling te zien dat zaken ook nog minder soepel lopen, ook bij derden. Zij noemt als voorbeeld het gebeuren bij de NS met het wisselspoorgebied. D66 zoekt naar een manier om als gemeente meer te sturen op de kwaliteit van dergelijke participatie zonder het als gemeente over te nemen van de initiatiefnemers. De vraag is of verbeteringen zijn aan te brengen in het ondersteunen van derden op het gebied van participatie. Of kan de gemeente bij vergunningverlening duidelijke randvoorwaarden stellen ten aanzien van participatie. Ze krijgt daarop graag een reactie. In de manier van werken van de gemeente zit een drempel naar vroegtijdige participatie. Het budget voor participatie komt pas vrij na vaststelling van de startnotitie. In de startnotitie wordt al van alles vastgelegd over het proces en over de inhoud van plan waardoor het hoogste niveau van participatie al direct onder druk staat. Een mogelijkheid om dit te omzeilen zou zijn om een participatie rondom de startnotitie op te nemen in de plankosten. Ze krijgt graag de reactie van de wethouder op deze suggestie. Het blijft lastig om targets te stellen op het gebied van participatie. Waarom zou het bestuur het aantal Raadsinformatieavonden als target stellen? Ze tekent daarbij aan dat het college daarover niet gaat. Opvallend is dat er geen target is gezet op initiatieven. Zij vraagt of het college daarover heeft nagedacht. Ze krijgt graag de reactie van het college hierop. Wanneer Utrecht dan samen gemaakt wordt, is het belangrijk dat de raad zijn controlerende rol ook kan uitoefenen op het gebied van participatieprocessen. De kwaliteit van het participatieproces is een belangrijk onderdeel in de besluitvorming geworden. Die processen zijn nog onvoldoende ingericht om de raad toe te rusten dit goed te doen. Haar fractie wil graag een toezegging dat de raad inzicht houdt in lopende participatieprocessen doordat hij wordt uitgenodigd voor bijeenkomsten of doordat er een goed overzicht van bijeenkomsten beschikbaar is. Dit laatste zou ook voor de geïnteresseerde inwoner heel handig zijn. Ze krijgt hierop graag de toezegging van de wethouder. De gemeente slecht allerlei drempels, maar de drempel om als Utrechter iets op de agenda van de gemeenteraad te krijgen is nog steeds aanzienlijk handtekeningen voor een stedelijk onderwerp vindt zij niet niets. Burgerinitiatieven komen daarom ook heel weinig voor. In diverse andere steden is deze drempel veel lager. De D66 fractie zou het aantal handtekeningen substantieel omlaag willen brengen naar hoogtes zoals die in bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam worden gehanteerd, respectievelijk 200 of 250. Daarnaast wil haar fractie de leeftijdsgrens voor een burgerinitiatief verlagen van 18 naar 14 jaar vanuit de ambitie om ook jongeren meer invloed te geven in de stad. Ook hierop krijgt zij graag een toezegging van de wethouder. Mevrouw Knip (D66) merkt op dat culturele voorzieningen in belangrijke mate de identiteit van de stad bepalen. Een bloeiend productieklimaat en een rijk cultureel aanbod dragen bij aan dynamiek en daarmee ook aan Pagina 39 van 82

47 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 landelijke en internationale betekenis. In de Atlas voor gemeenten 2015 is Utrecht weer gestegen. Zij vindt plaats 2 in de woonaantrekkelijkheidsindex een compliment waard. De rol van cultureel erfgoed is hierbij evident Terugkijkend stelt ze vast dat 2014 een goed jaar voor Utrecht was voor Kunst en Cultuur. Zij maakt de wethouder complimenten voor de reparatie van het Cultuurconvenant en zij dankt het college voor zijn dragende opstelling. De culturele sector kan nu verder bouwen aan een sterke infrastructuur, maar vooral aan een sterke programmering en dus aan een sterk onderscheidend profiel. D66 wil vernieuwende initiatieven, verbindingen en samenwerkingsvormen alle ruimte geven. Dat past bij een creatieve stad. Om die reden vraagt zij aandacht voor broedplaatsen, voor creatieve industrie, verbinding tussen kennis en onderwijsinstellingen en vooral voor talentontwikkeling. D66 vraagt onverminderd aandacht voor deze innovatieve plekken. Zij denkt daarbij aan tijdelijke en vaste plekken, aan huisvesting voor de HKU, de Metaal Kathedraal. De fractie kijkt uit naar nieuwe initiatieven zoals Call of the Mall. Ze vraagt of de wethouder deze ambitie steunt. Het college geeft nu vorm aan de nieuwe cultuurnota Vorige week is de uitgangspuntennotitie van de minister verschenen. D66 kijkt terug op een energiek stadsgesprek verneemt graag van de wethouder welke vervolgstappen zij gaat nemen richting de Utrechtse uitgangspuntennotitie, samen met de adviescommissie en samen met de culturele sector. Mevrouw Knip vraagt of de wethouder kan zeggen hoe zij nieuwe spelers met goede plannen voldoende kans gaat bieden op een plek in de komende cultuurnota. De balans tussen enerzijds stabiliteit en anderzijds vernieuwing is cruciaal. Ze krijgt hierop graag een toelichting. Het aantal bezoekers van Utrechtse musea in het museum kwartier is in 2014 toegenomen. Vele schoolklassen brengen bezoek aan de Utrechtse musea. D66 roept het college nog een keer op om werk te maken van de bereikbaarheid van de stad en veilige haltes in de stad. Ze krijgt hierop graag een toezegging. Zij vraagt de wethouder rekening te houden met de nieuwe inrichting van de Lange Nieuwstraat. Zij zegt Zonder lokaal geen internationaal en licht toe dat zij daarmee bedoelt dat zonder aandacht voor cultuur in de wijken en het neerzetten van een scherp profiel, Utrecht zich niet internationaal kan manifesteren. De nadruk ligt op programmering bij de producerende instellingen. Zij heet het Nederlands Kamerkoor welkom en spreekt de hoop uit dat vele andere instellingen zullen volgen. Vorige week ontving haar fractie een brief over de internationale agenda. De concrete uitwerking laat nog lang op zich wachten. D66 vraagt de wethouder daarmee meer haast te maken. Een simpel overzicht van de activiteiten lijkt haar fractie niet heel erg lastig. Op wijkniveau ligt Leidsche Rijn op koers en gaat Castellum Hoge Woerd in september open. Zij beschouwt dit laatste als een mooie aanvulling op het culturele aanbod in Leidsche Rijn en in de stad. Zij sluit zich aan bij de vraag welke volgende stap de raad kan verwachten, hoe nu verder en wanneer de ideeën voorgelegd worden aan de raad en op welke wijze het college ook de wijk daarbij betrekt? Ze krijgt hierop graag het antwoord van de wethouder. Ze sluit zich aan bij de vraag over Vleuterweide. De heer Post (PvdA) gaat in op de uitspraak dat Leidsche Rijn op koers ligt. Hij bestrijdt dat. Een aantal jaren geleden is een afspraak gemaakt met bewoners om echt te investeren in hoogwaardige culturele activiteiten. Daarvoor is niet voor niets 8 miljoen euro gereserveerd. Hij herhaalt dat het college dit nu meer dan halveert. Mevrouw Knip (D66) handhaaft haar standpunt dat Utrecht op koers ligt. Met de opening van Castellum Hoge Woerd krijgt Leidsche Rijn een volwaardige culturele voorziening. Zij merkt overigens op dat de 8 miljoen euro waarover de heer Post spreekt, het bedrag is dat bestemd is voor de stad. Hoge Woerd is niet alleen voor de mensen in Leidsche Rijn, maar ook voor de andere wijken. De heer Bos (Stadsbelang) bestrijdt dat Castellum Hoge Woerd een volwaardige culturele voorziening is. Hij schampert dat het gaat om één zaal. Mevrouw Knip (D66) vindt dit een belangrijke zaal met ook een buitengebied en met verschillende randprogrammering daaromheen. Zij adviseert de heer Bos de programmering op de website te bekijken. Het gaat wat haar betreft niet om de stenen maar om de programmering. De heer Post (PvdA) is zeer verbaasd over het antwoord van mevrouw Knip. Hij doet niets af aan Castellum Hoge Woerd. Dat heeft vooral een wijkfunctie. Die was altijd al gepland naast het cultuurforum dat nadrukkelijk een grotere regionale functie zou moeten hebben. Hij vindt in dat licht Castellum Hoge Woerd niet een serieuze invulling van de eerder gemaakte afspraken. Mevrouw Knip (D66) merkt op dat zij zich kan voorstellen dat de heer Post ook heeft gezien dat er geld gereserveerd blijft voor de culturele voorziening van formaat. Daarvoor wacht zij de plannen af die voorgelegd worden aan de raad. Op dit moment is het lastig speculeren over ideeën. Zij wacht af welke plannen de wethouder voorlegt aan de raad voor dat bestemde geld. De heer Post (PvdA) vindt dat daar precies het probleem ligt. Het college heeft nog niets gepresenteerd op dit vlak, maar halveert al wel het budget. Hij vraagt wat mevrouw Knip daarvan vindt. Hij zou het logischer hebben gevonden wanneer de wethouder eerst een voorstel had gedaan om op basis daarvan al dan niet het budget aan te passen. Mevrouw Knip (D66) merkt op dat heer Post ook moet hebben gezien dat de wethouder in haar beantwoording van de technische vragen het parcours enigszins heeft aangegeven voor wanneer er een plan ligt. Zij zou het een Pagina 40 van 82

48 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni omgekeerde wereld vinden wanneer eerst 8 miljoen wordt ingevuld. Utrecht is bezig met het realiseren van goede plannen. D66 wil een businesscase zien in deze raad alvorens een bedrag te bestemmen. In die zin stelt zij de kwaliteit van de programmering voorop en niet de stenen. Mevrouw Baș (D66) vindt onderwijs het allerbelangrijkste in deze Voorjaarsnota. Goed onderwijs beschouwt zij als de basis voor economisch en persoonlijk succes, nu en later. Het onderwijs heeft behoefte aan vernieuwing. Dat is een vraagstuk van niet alleen vandaag maar van alle tijden. Utrecht gaat niet wachten op 2032 zoals staatssecretaris Sander Dekkers dat in zijn campagne beoogt. Utrecht investeert nu al in een brede talentontwikkeling van alle jeugd. Ze noemt in dit verband de Brede School Academie maar ook de Brede Impuls Kwaliteit en Excellentie in het onderwijs zijn hiervan mooie voorbeelden. Mevrouw Baș gaat in op drie onderwerpen. Het allereerste is de thuiszitters. Haar collega mevrouw Dibi zei hierover zojuist al iets. Zij kan zich aansluiten bij haar vragen. Haar fractie vraagt aansluitend daarop of in de programmabegroting een effectindicator is op te nemen waarbij meerdere vormen van thuiszitters worden gemonitord. Het gaat haar dan onder andere om thuiszitters als gevolg van het ontbreken van passend onderwijs. Ze krijgt hierop graag een toezegging. Het baart D66 zorgen dat het percentage voor MBO -1 bijna op 45% ligt. Het hoge percentage laat ook zien dat het veel jongeren niet lukt om een baan te vinden volgens het criterium van minimaal 12 uur. Aansluitend op de vraag van mevrouw Dibi vraagt zij de wethouder snelle voortgang te maken met de gesprekken die hij waarschijnlijk al voert met de schoolbesturen. Afsluitend merkt zij op dat het MBO excellent beroepsonderwijs moet worden. Haar fractie wil daarom graag horen hoe het college dit wil bereiken met de schoolbesturen in de diverse Utrechtse afdelingen en hoe men de aansluiting met het VMBO ziet. Zij verneemt steeds vaker de vraag of het onderwijs de kinderen wel voldoende voorbereid op een toekomst en op de toekomstige arbeidsmarkt. Ook die vraag is van alle tijden. Hoe zal Utrecht aansluiten bij de succesvolle activiteiten die daarop worden gezet. Uit trendrapportages van onder meer het UWV blijkt dat het toekomstige arbeidsgroeipotentieel uit de sectoren energie, toerisme en technologie komt. Zij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Het bestuur komt nog te spreken over het Meerjarenperspectief onderwijshuisvesting. Vooruitlopend op de discussie vindt zij het vreemd dat enerzijds in de verantwoording in het afgelopen jaar blijkt dat er geld op de plank is blijven liggen, terwijl anderzijds vooral de multifunctionele accommodaties met problemen kampen die het onderwijsklimaat niet ten goede komen in de zin van duurzaamheid en gezond binnenklimaat. Zij vraagt of de wethouder vooruitlopend op die discussie hierover meer kan zeggen. Mevrouw Metaal (CDA) sprak al over veiligheid bij het onderwerp school uit school. De aanpak schooluitval wierp ook in Utrecht zijn vruchten af. Bij vergelijking van de Utrechtse cijfers met een vergelijkbare leerlingenpopulatie, blijkt dat er wel iets te verbeteren is. Dat is belangrijk omdat leerlingen die uitvallen daarvan in hun verdere leven de gevolgen dragen. Niet iedereen is Steve Jobs. Vaak is schooluitval het gevolg van een complex aan problemen. De aanpak van schooluitval gaat iedereen aan. Het CDA zou daarop graag stevig willen inzetten, onder meer via handhaving. Zij realiseert zich terdege dat dat niet het enige aspect is. Het is maar de vraag wat wel een goede aanpak is. Die vraag zou het CDA graag aan de orde willen laten komen tijdens een stadsgesprek over schooluitval, waarbij met experts, met betrokken ouders, en met andere betrokkenen ideeën uit de stad op te halen zijn. Zij hoopt dat de wethouder en andere partijen hierin de meerwaarde van inzien. Cultuur is voor Utrecht van grote waarde. Mevrouw Knip zei al dat cultuur in Utrecht verbindend werkt. Met de effect doelstelling het vergroten van lokale en internationale culturele betekenis koerst de stad nu sterk op de internationale betekenis door grootse aansprekende projecten aan te trekken, bijvoorbeeld het Nederlands filmfestival. Utrecht zal daarbij rivaliseren met Amsterdam. Het CDA vreest dat het college hiermee voorbijstreeft aan de lokale culturele betekenis door burgers ook mee te laten spelen in grote plannen - zij noemt als voorbeeld de ter inzage gelegde plannen voor de Kade. Het CDA vindt het belangrijk dat ook buurt- en amateurverenigingen een plek krijgen en houden in het culturele leven. Nu gaat binnen de cultuurbegroting heel veel geld naar de grote naam als TivoliVredenburg, Stadsschouwburg en naar het Centraal Museum en overal naar de gebouwen in plaats van naar de programmering. Zij schaart zich achter de opvatting van D66 dat de programmering belangrijker is. Over TivoliVredenburg is eerder deze week door de PvdA al het een en ander gezegd. In de afgelopen week is het CDA een stuk minder belobbyd dan vorig jaar. Zij neemt aan dat dat betekent dat culturele instellingen tevreden zijn met de plannen. Zij vindt dat een mooi gegeven. Kijkende in de jaarstukken ziet zij dat de tevredenheid van mensen over het culturele aanbod in de wijken niet bepaald groeit. Het CDA hoopt dat in de komende jaren de financiële nadruk minder op de grote jongens en meer op de kleintjes, de amateurkunst en op de kunst in de wijk zal komen te liggen. Met onder meer de PvdA is het CDA verbolgen over het weghalen van het budget voor een trekker uit Leidsche Rijn. Dat geld was van Leidsche Rijn, was Leidsche Rijn beloofd en komt nu in een aantal vooralsnog bodemloze putten in de binnenstad. Pagina 41 van 82

49 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer De Vries (GroenLinks) betrapt het CDA op een inhoudelijke inconsistentie in haar bijdrage. Eerst zegt het CDA dat er minder geld moet naar gebouwen en meer geld naar programmering. En nu pleit het CDA ervoor om het geld in gebouwen te laten zitten, terwijl het college de keuze maakt om het geld in programmering te steken. Mevrouw Metaal (CDA) licht toe niets over een gebouw te hebben gezegd. Zij zei dat er geld beschikbaar was voor een trekker in Leidsche Rijn. Dat mag wat haar betreft van alles zijn. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. De Leidse Rijnconnectie pleit al geruime tijd voor het openhouden en het inhoudelijk ontwikkelen van de Cultuurcampus tot een centrum voor amateurkunst. Het CDA wil heel graag dat die cultuurcampus een kans krijgt. Zij beseft dat deze niet de eerste organisatie in Utrecht zou zijn die een nieuwe kans krijgt als het even iets minder gaat. Dat zou moeten kunnen van het beschikbare geld. Daarbij kunnen lokale voorzieningen als muziekles en cultuureducatie op scholen ook een boost gebruiken in Leidsche Rijn. Ze gaat over naar participatie en merkt op dat de slogan van dit college is Utrecht maken we Samen. Zij vraagt of het college daarvan al spijt heeft. Dat samen is bedoeld voor alle inwoners, maar niet alle inwoners kunnen meedoen met Utrecht, bijvoorbeeld omdat zij een taalachterstand hebben. Het college weet dat en zegde Taal doet Meer een flinke ondersteuning toe voor de komende jaren. Maar andere partners in de stad zetten hierop ook succesvol in. Die partners zetten in op participatie van burgers die niet op taalvaardig en niet digitaal vaardig zijn. Die mensen worden door de eisen van deze tijd buitenspel gezet. Het gaat om nogal een aantal mensen, zoals het onderzoek uitwijst dat de PvdA vroeg. Een bijkomend voordeel van het samenwerkingsverband Leven en Leren, is de taal en het netwerk die cursisten van de computercursussen direct meekrijgen. Ook in het kader van radicalisering waarover afgelopen maandagavond is gesproken, is dat een waardevol gebeuren. De hieraan verbonden organisaties schrapen tot nu toe steeds hun jaarlijkse bijdragen bijeen. Gezien de eisen van deze tijd, zou de gemeente taallessen in welke vorm dan ook intensiever moeten aanbieden met een groter bereik. Zij vraagt of het college een toezegging kan doen na te gaan of dit binnen de betrokken programma's zijn bestek kan krijgen. Zij is ervan overtuigd dat dit gaat lukken. Dit is van belang voor participatie, veiligheid, Werk en Inkomen, Onderwijs en zelfs voor gezondheid. Zij voorziet dat hieruit een passend bedrag voort kan komen. Zij brengt de Skaeve Huse in herinnering en vraagt het college iemand hierin de hoofdverantwoordelijkheid te geven. Mevrouw Scally (GroenLinks) merkt op dat de jaarstukken laten zien dat Utrecht de eerste griffiergemeente is waar scholen voor basisonderwijs van voldoende kwaliteit zijn. Zij complimenteert de wethouder daarmee. De jaarstukken laten echter ook hoge aantallen vroegtijdig schoolverlaters zien. Zij sluit zich omwille van de tijd aan bij alle vragen die hierover al gesteld zijn. Ze wil vooral weten wat de wethouder van plan is hieraan aan te doen. Ook de PvdA stipte het al aan dat vooral jongeren met een niet-nederlandse achtergrond veel moeite hebben met het vinden van een stageplaats of van een baan. Zij zal dit punt donderdag bij Werk en Inkomen ook inbrengen. Zij is echter ook benieuwd naar wat er vanuit Onderwijs gedaan wordt op dit punt. Zijn de lopende projecten voldoende om hieraan iets te doen? Over de voor- en vroegschoolse-educatie is in de Voorjaarsnota een krimp te zien op dat budget. Uit de commissiebrief van 8 juni wordt duidelijk dat in het schooljaar 2015/2016 het nu bestaande bestendigd zal blijven. Haar fractie maakt zich zorgen over wat daarna zal gebeuren, vooral gezien termen als scherpe keuzen. Voor GroenLinks is voor- en vroegschoolse educatie een belangrijke schakel in het onderwijssysteem. Zij vraagt of de wethouder dat met haar eens is. GroenLinks vindt het belangrijk dat de voor- en vroegschoolse educatie behouden blijft, of dat nu door het Rijk gefinancierd gaat worden of door de gemeente. Dat is een hele belangrijke schakel. Dit geeft zij de wethouder mee bij het opstellen van zijn visiestuk dat zij einde van dit jaar verwacht. Mevrouw Baș (D66) bestrijdt dat dit wordt afgeschaft. Zij vraagt de reactie van mevrouw Scally. Mevrouw Scally (GroenLinks) merkt op dat het woord afschaffen niet voorkomt in haar tekst. Wel is sprake van een krimp. Zij benadrukt het visiestuk van het college heel belangrijk te vinden. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) merkt op dat zij die veel hebben meer krijgen en zij die weinig hebben wordt zelfs dat ontnomen wat ze verdienen. Zij kan zich voorstellen dat mensen denken dat dit een punt is uit het VVD verkiezingsprogramma, maar het is een vrije weergave van een citaat uit het evangelie van Mattheüs: de gelijkenis van de talenten. Daarom heet dit effect ook wel het Mattheüseffect. Deze week werden de eerste resultaten bekend van een onderzoek van Godfried Engbers en Eric Smit over participatie in de armere wijken met een meer diverse bevolkingssamenstelling. Die ligt namelijk op een lager niveau dan de participatie in rijkere wijken. De onderzoekers wezen op het belang van de sociale infrastructuur en voorzieningen om de participatie op peil te houden. Natuurlijk kennen wijken zoals die zijn ingedeeld delen met een hogere sociaal-economische status en delen met een gemiddeld lager sociaaleconomische status. Haar vraag is hoe het gemeentebestuur ervoor gaat zorgen dat zich een en ander gaat mengen. Ze geeft een voorzet voor de discussie die zij verwacht over de Sociaal Makelaars. In de evaluatie wordt aanbevolen om de Sociaal Makelaars beter te financieren, juist met het oog op het proactief arrangeren van activiteiten voor kwetsbare Pagina 42 van 82

50 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni bewoners. Het college neemt die aanbeveling niet over. Hoe wil het college dan bewerkstelligen dat de participatie in armere wijken waar ze juist nodig is op hetzelfde peil komt als in wijken met een hogere sociaaleconomische status. Is het college bereid om als doelstelling na te streven het participatiepeil in wijken met een lage sociaaleconomische status op hetzelfde niveau te krijgen als in wijken met een hoge sociaaleconomische status. Zij vraagt de reactie hierop van de wethouder. Mevrouw Dibi (PvdA) is blij met deze opmerkingen. Het verbaast haar omdat dit college ook voorstelt en feitelijk ook besluit op een aantal onderdelen, heel veel te bezuinigen op zaken die de wijk aangaan. Ze noemt de kinderen, de speeltuinen, de afbouw van de wijk actieplannen en het Initiatievenfonds waarover het bestuur nog zal discussiëren als voorbeelden. Het voorstel is arme en rijke wijken bijna evenveel geld te geven met daarmee de bureaucratie als een enorme drempel. Zij hoorde GroenLinks daarover weliswaar kritische vragen stellen, maar deze fractie wees dit niet af. Deze inbreng verbaast haar. Zij is het met deze inbreng erg eens. Zij stelt voor hierin gezamenlijk op te trekken. Mevrouw Rajkowski (VVD) wordt kriebelig van de stigmatisering van wijken en de rijken die meer krijgen en de armen minder. Het Initiatievenfonds is ook genoemd. In de commissie is daarover gesproken. De beantwoording door de wethouder was heel duidelijk. Ook in een wijk waar rijke mensen wonen, wonen soms ook armere mensen. Het bestuur van de stad kijkt niet naar het inkomen van mensen. Elke wijk krijgt evenveel met een stukje erbovenop afhankelijk van het aantal inwoners. Zij vraagt GroenLinks op te houden met wat zij onzin noemt. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) bevestigt dat het vorige college waarvan GroenLinks en de PvdA deel uitmaakten, een deel van de bezuiniging heeft ingezet. Bij de discussie over het Initiatievenfonds drong Groen- Links aan op een goede positie voor de Sociaal Makelaars. Om die reden gaat zij daar nu op in. Richting mevrouw Rajkowski merkt zij op dat onderzoek onderzoek is. In dat onderzoek gaat het over hogere en lagere sociaaleconomische status. Daar komt dit resultaat uit. Zij vraagt het college daar wat mee te doen. Als gaat om de participatie van zieken en gehandicapten merkt zij op dat in het Coalitieakkoord het college zich wil inzetten om mensen langer thuis te laten wonen door innovatieve toepassingen zoals het gebruik van domotica. Goede digitale oplossingen vereisen geen specifieke digitale vaardigheden en zijn voor iedereen bruikbaar zodat mensen langer maatschappelijk actief kunnen blijven en ook langer thuis. Domotica zijn ook een speerpunt op de economische ontwikkeling van Utrecht. Hierin liggen ook werkgelegenheidskansen. Met de bespreking van de nieuwe nota Volksgezondheid zal zij hierop verder terugkomen. Juist op dit nieuwe terrein is het belangrijk de verbinding tussen dossiers stevig te leggen. Zij verzoekt het college om dit najaar een overzicht te geven van de ontwikkelingen die het college voor zich ziet. Welke rol ziet de gemeente voor zichzelf, met welke partners en met welke verwachte resultaten? Het bestuur zou dan dit najaar met de raad, inwoners, partners en gemeente in gesprek willen over de stand van zaken, de mogelijkheden en urgentie en de gewenste koers en inzet. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat voor een stad van kennis en cultuur het enorm belangrijk is juist in kennis en cultuur te investeren. Zijn fractie is enorm blij dat het gat in de begroting voor het Cultuurconvenant gedicht is. Hij complimenteert de wethouder en het college hiermee en hij feliciteert de stad. Vooral ook is hij blij met deze verschuiving omdat uit meerdere onderzoeken is gebleken dat er totaal geen behoefte is aan een mega theater in het Leidsche Rijn centrum. Tegelijkertijd blijft een kleiner bedrag over voor een culturele voorziening in Leidsche Rijn centrum. GroenLinks vindt dat prima maar wil wel dat de gemeenteraad voldoende ruimte houdt om daarover een standpunt in te nemen wanneer een besteding van dat bedrag bekend is geworden. Hij vraagt of de wethouder dit kan toezeggen. Is het bijvoorbeeld mogelijk om deze ontwikkelingen in Leidsche Rijn centrum in samenhang te bespreken met de richtlijnen voor het nieuwe Cultuurconvenant. Met betrekking tot de wijkcultuurhuizen sluit hij zich aan bij de vragen van de PvdA. GroenLinks had verwacht dat de verschuiving van euro naar wijkcultuur uit het unaniem aangenomen amendement dat behandeld wordt bij de transitie cultuureducatie in deze Voorjaarsnota zijn weerslag gekregen zou hebben. Wanneer wordt dit amendement van de gemeenteraad uitgevoerd? Hij sluit zich aan bij de vragen van D66 over de cultuurnota. Hij staat stil bij de lokale omroep Rtv Utrecht. Utrecht geeft RTV Utrecht ongeveer euro subsidie per jaar zonder hierover in de raad te spreken. Hij probeerde ambtelijk en via technische vragen na te gaan hoe dit geld besteed is. Hij heeft daarover geen helderheid kunnen krijgen. Gaat dit geld nu rechtstreeks naar de ondersteuning van vrijwilligers bij het maken van radio en tvprogramma's, of betaalt de gemeente Utrecht het salaris van de directeur. Hij gebruikt bewust de overdrijving als stijlfiguur. Elke vraag die hij hierover stelde, is onbeantwoord gebleven. Hij vraagt in de aankomende begroting een uitsplitsing van dit bedrag. Mevrouw Metaal (CDA) hoort de heer De Vries aan de ene kant warme woorden spreken over cultuur in de wijken en vervolgens maakt de heer de Vries nog meer voorbehouden bij geld voor Leidsche Rijn bestemd voor cultuur. Leidsche Rijn is daadwerkelijk een wijk. Zij stelt nadrukkelijk dat dat ook een programmering kan zijn en niet per se een gebouw. Hij vraagt hoe de heer De Vries de werkverdeling voor zich ziet. De heer De Vries (GroenLinks) voert aan dat op dit moment veel geld wordt uitgegeven aan cultuur in Leidsche Rijn. Hij benadrukt dat Leidsche Rijn geen eiland is. Het terrein hoort bij de rest van de stad. Mensen in Leidsche Pagina 43 van 82

51 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Rijn profiteren ook van stedelijke voorzieningen zoals een Stadsschouwburg, TivoliVredenburg en een Centraal museum. Mensen fietsen graag 10 minuten om in de binnenstad komen. Dat geld is niet alleen voor Leidsche Rijn. Dit geld staat op de cultuurbegroting. Het geld wordt van gebouwen verschoven naar programma's. De heer Bos (Stadsbelang) licht toe dat Leidsche Rijn behoefte heeft aan wijkenoverstijgende voorzieningen. Wijk overstijgende voorzieningen zijn vooral gecentreerd in de binnenstad in Utrecht. Met de huidige inzet wordt die lijn doorgezet. De heer De Vries (GroenLinks) brengt in niet te zeggen dat Leidsche Rijn maar de stad in moet. Voor wat de heer Bos zegt, is nog een flink bedrag beschikbaar. Hij attendeert erop dat een flinke bioscoop is gebouwd in Leidsche Rijn. De heer Bos (Stadsbelang) levert vandaag alleen inbreng op cultuur. TivoliVredenburg is zowel zorgenkind als paradepaardje van de stad. Hij is paradepaardje vanwege de architectuur, de programmering en de mogelijkheden voor synergetische festivals. Hij zorgenkindje vanwege forse tegenvallers in de constructie en in de exploitatie. Het Muziekpaleis kondigde in de jaren 2015/2016 incidentele structurele exploitatietekorten aan. Voor 2015 is het geschatte tekort 2,5 miljoen, voor ,1 miljoen. Hij vraagt de wethouder in hoeverre de geconstateerde constructiefouten te verhalen zijn op de bouw aannemer. Kan de wethouder zeggen hoe hoog het direct toerekenbare exploitatieverlies is als het gaat om die bouwkundige onvolkomenheden en zou het college die direct toerekenbare exploitatieverliezen in de vordering naar de aannemer betrekken. Stadsbelang Utrecht wil graag weten wat er gedaan wordt om ervoor te zorgen dat de exploitatie van TivoliVredenburg kloppend is per Zullen de personeelskosten omlaag gaan? Zal TivoliVredenburg zich gaan focussen op branchevreemde activiteiten? Bijvoorbeeld een restaurant op de bovenste verdieping? Allerlei bedrijfsevenementen zoals congressen en bijeenkomsten faciliteren? Een dergelijke ontwikkeling vindt Stadsbelang Utrecht ongewenst omdat hier de mogelijkheid ligt op marktbederf. Hij vraagt de wethouder of TivoliVredenburg kans ziet op exploitatieverbeteringen door middel van programmatische intensiveringen en verbeteringen. Of is op een gegeven moment het plafond bereikt en kan de gemeente de oplossing alleen nog maar vinden in branchevreemde activiteiten? Als het gaat om cultuur in Leidsche Rijn en Vleuten de Meern. De wijk moet al vroeg met cultuur beginnen. Anders ontspruit de wijk als tot een persoon die nu het woord voert tot het college. Belangrijk is dat kinderen zich al vroeg kunnen herkennen in het aanbod. Er dient zich in de wijken 9 en 10 een probleem aan dat door cultuur liefhebbers te ervaren is als nijpend en dat zich op de grens van cultuur en educatie bevindt: de dreiging van sluiting van de cultuurcampus. Indien dat gaat plaatsvinden, berooft de gemeente Utrecht duizenden jonge cursisten van hun muziek, dans en theaterlessen. Stadsbelang Utrecht is er een voorstander van dat cultuur bereikbaar is voor alle leeftijden en voor alle bevolkingslagen en de educatie staat aan de basis. Om die reden is de fractie van mening dat initiatieven ondersteund moeten worden die zorgen voor de blijvende verankering van cultuureducatie. Hoe ziet de wethouder dit? En hoe ziet zij dit in perspectief van de dreigende sluiting van de cultuurcampus? Dit brengt hem bij het Coalitieakkoord. Daar leest hij dat geïnvesteerd zou worden om de culturele achterstanden van Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern in te halen. Daar had de gemeente een jaarlijks terugkomend budget voor van 8 miljoen euro. Het college roomt dit af met 4 miljoen om gaten te vullen in de toch al zo goed bedeelde Utrechtse stad. Hij vraagt zich dan met veel inwoners van deze wijken af wat van die ambitie nog over is om deze culturele achterstand in te lopen. Liet het college die ambitie volledig los? Hij krijgt graag de reactie van de wethouder hierop. Hij waarschuwt het college hem niet te vertellen dat het antwoord Castellum Hoge Woerd is. Die instelling zat al in de koker. De exploitatie is zo goed als rond. Het theater is van start gegaan met de kaartverkoop. De programmering ziet er goed uit en speelt in op een langdurig niet ingeloste behoefte van wijkbewoners. Cultuur moet wat Stadsbelang Utrecht betreft dicht bij de mensen staan: laagdrempelige activiteiten en evenementen voor iedereen in de buurt. In de wijk Vleuten-De Meern Leidsche Rijn zijn de eerste palen geslagen van een culturele constructie die uitgebouwd dient te worden. Hij spreekt hiermee over de Leidsche Rijnconnectie waarin - naar zijn beleving - professionele gezelschappen en amateurkunstenaars of een combinatie daarvan een plek vinden in vaste of satellietlocaties. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat naast die ene zaal nog veel meer zalen zijn in de wijken 9 en 10. Hij noemt het theater op t Zand, de campus Vleuterweide, de Kathedraal. Hij oppert die eerst beter te gebruiken dan nu na te denken over het neerzetten van een nieuw gebouw. De heer Bos (Stadsbelang) vervolgt zijn bijdrage in zijn termijn. Een gedeelte van het resterende schamele budget moet als het aan Stadsbelang Utrecht ligt, worden ingezet om de initiatieven die in de wijken plaatsvinden zichtbaarder te maken. Daarvan zijn goede voorbeelden: zingende beelden trokken enkele weken geleden een recordaantal bezoekers: De kwaliteit van de voorstellingen was hoog. Die kwam mede tot stand door het aantrekken van een professional uit de wijk die de jonge amateurs in goede banen wist te leiden. Daarom vraagt hij de wethouder of zij het met Stadsbelang Utrecht eens is dat deze kwaliteit een continue financiële basis nodig heeft. Hij vraagt of de wethouder daarvoor geld kan bestellen. De Culturele Zondagen en de stadsbrede evenementen moeten niet zoals zij nu overwegend plaatsvinden in Utrecht Stad. Zijn fractie hoopt van harte dat deze ook ingepland kunnen worden in de wijken Vleuten-De Meern Pagina 44 van 82

52 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni en Leidsche Rijn. Hij vraagt of de fractie de wethouder aan haar zijde kan vinden en of de wethouder zich zal inspannen om dit mogelijk te maken. Tijdens de behandeling van de programmabegroting sprak zijn collega over aanplakbiljetten/publicatiebiljetten met betrekking tot culturele evenementen in Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn. Daarbij zegde de wethouder toe dit te zullen opnemen met de Stichting cultuurpromotie en eventueel met andere partijen om dit mogelijk te maken. Er moet meer gedaan worden aan de zichtbaarheid. Helaas bleek uit navraag bij Stichting Cultuurpromotie dat het college dit niet opgepakt en niet gecommuniceerd heeft. Met de instelling zou niet gecommuniceerd moeten worden omdat de stichting een verkeerd loket is. Hij vraagt wat de wethouder hieraan heeft gedaan bij wie zij dit heeft neergelegd en welke acties daaruit voortvloeiden. De heer Van Schie (VVD) dankt voor de gelegenheid hier te kunnen spreken over cultuur. De VVD is blij dat middelen gevonden zijn voor Castellum Hoge Woerd. Zijn fractie stemt in met het collegevoorstel tot dekking. Zijn fractie is ook blij met de duidelijkheid over de culturele voorzieningen in Leidsche Rijn. Zijn fractie wacht vol spanning op de initiatieven die het college naar hij hoopt snel kan presenteren. De fractie is ongelooflijk trots op TivoliVredenburg en het succesvolle jaar van de muziek. Hij ontving deze week het jaarverslag van de Stichting. Hij ziet zeker lichtpuntjes in de exploitatie. Hij is blij met het biertje extra van een flink aantal bezoekers. Naar hij hoopt trekt dat volgend jaar nog aan. TivoliVredenburg was mede organisator van het zelfstandige en zeer succesvolle Le Guess Who, een internationaal hoog gewaardeerd festival. Nadat TivoliVredenburg garant stond voor het tekort van ruim euro en de gemeente weer garant staat voor het tekort van TivoliVredenburg, is met een keurig ABC-tje de gemeente aan de lat voor het tekort van Le Guess Who dat ook al ruim subsidie ontving. De VVD vindt dit een ongewenste indirecte subsidiestroom en is van mening dat gezien de bijzondere relatie met TivoliVredenburg deze geen indirecte subsidies moeten verstrekken met gemeentelijk geld zolang er nog tekorten zijn in de exploitatie. Hij krijgt graag de toezegging van de wethouder dat het college daarmee gaat stoppen. Hij koppelt hieraan de vraag of dit eigenlijk wel mag en kan, om op deze manier garantstellingen af te geven. D66 sprak al over de nieuwe convenant periode en de ruimte die nieuwe krachten ook moeten krijgen om zich te presenteren en om subsidies te verwerven. De VVD is daarvan een groot voorstander. De fractie vindt dat er ruimte moet zijn voor nieuwe ideeën en creativiteit omdat die een kans verdienen. Hij vraagt of de wethouder een mogelijkheid ziet om dit jaar initiatieven te laten pitchen voor kleine ondersteuningsubsidie waarmee een goede aanvraag voor een nieuwe convenantsperiode voor te bereiden is. Hij vraagt of dit te bekostigen is uit de projectsubsidies. Zoals de heer Bos al zei, vindt ook de VVD het heel belangrijk dat professionals betrokken zijn bij het doen van aanvragen. In de praktijk is te zien dat een beetje ondersteuning daarbij een veel betere onderbouwing kan geven van een aanvraag. Vorig jaar vroeg de VVD naar een rapportage bij de verantwoording wat per instelling het publiekbereik is geweest. Zijn fractie vindt dat belangrijk en ziet deze gegevens graag opgenomen in de verantwoording. Dat is ondanks de toezegging van de wethouder blijkbaar niet gelukt. Hij vraagt of de wethouder een motie wil of dat zij nu een spijkerharde toezegging doet. Ook wil de VVD graag in de verantwoording zien welk percentage subsidie de desbetreffende gesubsidieerde instelling ontvangt. Het college weet dat de VVD van mening is dat instellingen moeten streven naar 50% eigen inkomsten. Wat kan de wethouder doen om de instellingen te prikkelen dit streefcijfer te halen? De VVD is van mening dat gesubsidieerde instellingen bij de verantwoording moeten rapporteren in welke mate ze hebben bijgedragen aan de effectdoelstellingen van het gemeentelijk beleid. De gemeente kan dan de rapportages veel beter verwerken en weer doorrapporteren aan de raad. Ook is zijn fractie van mening dat gesubsidieerde instellingen moeten werken aan een eigen onafhankelijk klanttevredenheidskader en dat ze daarover moeten rapporteren. Hij vraagt de mening van de wethouder hierover. Dit hoeft geen grote lastendruk te betekenen maar het zorgt wel voor bewustwording bij de instellingen over cultureel ondernemerschap en iets over het effect van hun programmering op de maatschappij. De VVD stemt van harte in met de voorstellen om geld vrij te maken voor het Cultuurconvenant Zijn fractie sluit zich aan bij de opmerkingen die gemaakt zijn door de heer Bos en mevrouw Metaal over het UCK en de cultuurcampus. Mevrouw Rajkowski (VVD) is in het kader van participatie blij te lezen dat in Utrecht aandacht en ruimte is om te leren. De VVD verwacht kwaliteit boven kwantiteit als het gaat om participatie en een stuk verwachtingenmanagement. Zij ziet ook bij de verschillende stadsgesprekken dat daarvan wordt geleerd en dat het steeds beter gaat. Zij vraagt deze trend door te zetten. Zij sluit zich aan bij D66 over beter zicht op bestaande initiatieven. Dat is niet alleen handig voor raadsleden maar ook voor vrijwilligers. Haar fractie vindt het jammer dat de mate van participatie wordt gemeten aan de hand van nieuwe initiatieven. Over de desbetreffende prestatie-indicator stelde haar fractie ook technische vragen. De betrokkenheid of de verbinding in de buurt is niet alleen te meten aan de hand van nieuwe maar ook aan de hand van bestaande initiatieven. De VVD vindt het erg jammer dat de bestaande initiatieven niet worden meegenomen. Ze worden Pagina 45 van 82

53 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni daarmee ondergewaardeerd op hun betrokkenheid en positieve invloed op de wijk. Zij vraagt of de wethouder kan toezeggen dat de bestaande initiatieven in de volgende Voorjaarsnota of in de programmabegroting wel worden meegenomen. Zij sluit zich aan bij de complimenten die GroenLinks plaatste richten het college. Zij sluit zich ook aan bij wat de PvdA noemde over de bestrijding van taalachterstand. Zij vindt het heel belangrijk dat er geen grote kloof komt tussen mensen die digivaardig zijn en digibeten. Als liberaal vindt zij het belangrijk dat iedereen kan meekomen op zijn eigen manier zodat iedereen zijn of haar eigen leven kan inrichten. Mevrouw Rajkowski sluit zich ook aan bij andere partijen over de zorg over schooluitval. Vooral de bewoordingen van het CDA spreken haar zeer aan. De VVD is nieuwsgierig naar het Passend Onderwijs. Zij vraagt of de wethouder de raad daarvan een update kan geven. Hoe gaat het met de voortgang hiermee op de Utrechtse basisscholen? De fractie is erg blij met het extra geld voor excellentie. Daarover zullen de fracties in de raad nog spreken. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) gaat in op het achterstandenbeleid in het onderwijs. Haar fractie is blij met de goede resultaten. Zij vindt het onvoorstelbaar dat het Rijk dreigt met een enorme korting. Zij dringt erop aan bij de wethouder vooral de lobby voort te zetten en te proberen dit tegen te houden. Tegelijkertijd is de nadruk op excellentie te zien. Zij vindt dat een verschuiving ten opzichte van de afgelopen jaren. Dit dreigt ten nadele te gaan van het achterstandenbeleid. Zij hoopt de inzet te kunnen behouden op wat is opgebouwd in de afgelopen jaren. Als het gaat om de maatschappelijke stage lopen daarover nog schriftelijke vragen. Haar fractie roept op om de vragen en de specifieke situatie snel op te pakken. Zij vraagt de wethouder of hij daaraan op dit moment hard werkt. Het aantal antisemitische incidenten in Nederland is vorig jaar met 71% gestegen. Een groot deel daarvan vond plaats op scholen. Het lijkt de ChristenUnie van belang om het antisemitisme terug te dringen en de betrokkenheid van de leerlingen bij het oorlogsverleden van Nederland te vergroten. De ChristenUnie doet hiervoor het voorstel om de basisscholen in de stad aan te moedigen om één van de 30 oorlogsmonumenten in de stad te adopteren en het onderhoud van het monument op zich te nemen. Enkele scholen adopteerden eerder al een oorlogsmonument. Dan gaat het vooral over hun betrokkenheid bij de jaarlijkse herdenking op 4 mei. Zij ziet mogelijkheden om leerlingen ook door het jaar heen te laten zorgdragen voor een monument. Dit gebeurt al op een basisschool in Doorn. Dat lijkt haar een win-winsituatie voor alle partijen. Zij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Ze sluit zich aan bij de vragen van de PvdA richting de bibliotheek over de visie van het college en de voortgang in de ontwikkelingen. Over de cultuurhuizen in de wijken is al iets gezegd. Ook haar fractie draagt dit onderwerp een warm hart toe. Feitelijk was zij verbaasd. Haar fractie had begrepen dat bij deze Voorjaarsnota een voorstel zal voorliggen om de programmeringgelden bij de wijkcultuurhuizen te verruimen. Dat voorstel ontbreekt. De ChristenUnie is nog verbaasder over het alleen maar terugvallen van het college op de euro in plaats van de in het vooruitzicht gestelde verruiming gestand te doen. In dat opzicht sluit zij zich aan bij de PvdA. Zij vraagt of de wethouder alsnog bereid is om op korte termijn een plan in te dienen met daarbij aanvullende middelen. Haar fractie mist op dit moment de ambitie van het college. Over TivoliVredenburg is al het een en ander gezegd. In het jaarverslag zijn veel mooie ontwikkelingen te lezen, veel bezoekers, veel vrijwilligers, veel inzet om de stad op allerlei mogelijke manieren te betrekken. De ChristenUnie is daarmee blij. De fractie ziet ook dat de exploitatie door veel onzekerheden wordt omgeven. Over de voorgestelde reserve krijgt haar fractie een dubbel gevoel. Het is aan de ene kant verstandig om de risico s af te dekken, maar het kan ook een verkeerd signaal zijn. Het blijven bijplussen van miljoenen vindt zij niet uit te leggen. Zij dringt erop aan die reserve niet in te zetten. In het kader van de participatie noemt zij de wijkraden. Zij leest in de jaarstukken dat in 2014 het college de wijkraden bijna de helft minder vaak om advies vroeg. 10 gevraagde adviezen tegenover 17 in Op de wijkraden als instrument zet het college dus minder in. Haar fractie betreurt dat. Zij vindt het belangrijk om de wijkraden serieus te nemen. Zij doet de suggestie de input vanuit de wijkraden beter zichtbaar te maken. Zij zou graag zien dat de wijkraadadviezen als link toegevoegd worden aan het betreffende raadsvoorstel, zowel in de mail aan de raad als in IBABs. Op dit moment moet zij heel vaak doorklikken om de wijkraadadviezen te kunnen lezen. Zij ziet enige ruimte voor verbetering en verneemt graag hoe de wethouder dit ziet. De ChristenUnie had een onbestemd gevoel bij de stadsgesprekken. Dat heeft allereerst te maken met de kosten ervan. Te zien was dat meer dan euro besteed was aan de stadsgesprekken over energie. Daarnaast is de ChristenUnie van mening dat het financiële kader waarbinnen wordt gesproken vaak niet goed helder wordt gemaakt. Bij de gesprekken over het Initiatievenfonds en over armoede is bijvoorbeeld geen enkele keer benoemd dat bezuinigd werd op het budget. Dat lijkt haar relevante informatie. Om die reden vraagt zij of de wethouder bereid is om vanaf nu bij stadsgesprekken duidelijkheid te geven over de financiële kaders van het desbetreffende onderwerp. Pagina 46 van 82

54 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 Mevrouw Rajkowski (VVD) vraagt over het laatst ingebracht punt de wethouder via de ChristenUnie of het college dit wil meenemen in de beantwoording van haar vraag over het verwachtingenmanagement Mevrouw Koelmans (SP) voert namens de heer Wijlhuizen het woord op Cultuur, Onderwijs en Wijkgericht Werken en Participatie. De heer Wijlhuizen is verhinderd. Voor cultuur komt het belangrijkste pas in het najaar bij het uitkomen van de cultuurnota. Zij wacht daar ook met smart op. Haar fractie is blij dat nu alvast geregeld is de financiën hiervoor op peil te houden. De SP is daar blij mee. Dit stond ook al in het Coalitieakkoord. Met betrekking tot de start van de bouw van Castellum Hoge Woerd vraagt zij naar het verloop, of de bouw op schema ligt, hoe het financieel gaat, of er nog beren op de weg te verwachten zijn. De SP krijgt hierover graag een update. Zij ziet in de Voorjaarsnota dat TivoliVredenburg het grootste struikelblok is. Zij hoorde verschillende fracties morren over de exploitatietekorten en over dat de raad die gaat opvullen. Zij wijst haar collega's erop dat de raad daarmee heeft ingestemd, met uitzondering van de SP. In de jaarstukken op bladzijde 186 leest zij dat in de eerste helft van 2016 een evaluatie kan worden uitgevoerd en dat op basis daarvan beter onderbouwde uitspraken te doen zijn over structurele baten en lasten in de exploitatie. Zij vindt dat op zich best laat. Daarover zijn afspraken gemaakt dat dit begin 2016 zou plaatsvinden. Zij vraagt wat te doen wanneer er opnieuw ontdekt wordt dat er weer verrassingen zijn er weer financiële tegenvallers. Wat doet TivoliVredenburg nu om de exploitatie te verbeteren. De raad ontving een brief waaruit blijkt dat de instelling meer doet aan sponsoring en aan veel meer dingen. Wat doet de gemeente om echt te sturen op een betere programmering en TivoliVredenburg te ondersteunen in de realisatie daarvan? Zij vraagt naar de toegankelijkheid van mindervaliden van TivoliVredenburg. Wethouder Jansen had toegezegd samen met TivoliVredenburg om naar verbeteringen te kijken. Zij wil weten hoe het daarmee staat. Mogelijk weet wethouder Jongerius hierop het antwoord. Daarnaast vraagt zij hoe het staat met de nog te bouwen culturele voorzieningen. Hoe worden de toegankelijkheidseisen daarin gewaarborgd? Op bladzijde 187 van de jaarstukken wordt een bedrag genoemd van euro extra uitgaven aan cultuur. Hoe kan het dat zij dit niet terugziet in de Verantwoording. Wat gaat de wethouder doen om dit jaar wel binnen de begroting te blijven. Over het leerlingenvervoer is heel veel gezegd in de afgelopen periode. De SP is blij met de nieuwe aanbesteding. Haar fractie zal dit nauwgezet volgen en zij vraagt of er een update is op de ontwikkelingen rond de groepsvervoerder Klomp. Ook zij maakt zich zorgen over het percentage van bijna 50% vroegtijdig schoolverlaters op het MBO-1. De gemeente is niet verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs en ook niet voor de kwaliteit. De gemeente is wel verantwoordelijk voor het bieden van kansen voor iedereen. Zij vindt in dit licht dit niet alleen schrikbarend maar vooral ook heel extreem. Wat gaat de wethouder hieraan doen? D66 stelde voor gauw in gesprek te gaan. Zij vraagt wat uit die gesprekken dan moet komen. Wat moet de wethouder de schoolbesturen opdragen om te gaan doen? Zij wil graag een plan van aanpak zodat zij duidelijkheid krijgt over wat de gemeente hieraan gaat doen. De gemeente heeft een grote verantwoordelijkheid in jeugdwerkloosheid, in jeugdcriminaliteit, maar ook in de zorg ervoor dat jongeren kansen geboden wordt een baan te vinden. Zij vraagt hoe het staat met de ontwikkelingen rond de realisatie van de Bibliotheek. Wanneer kan de raad een update verwachten? Is de wethouder ook van mening dat de wijkbibliotheken van vitaal belang zijn voor de stad en voor het bevorderen van lezen en schrijven in de verschillende wijken en dat de ontwikkelingen in het centrum nooit ten koste mogen gaan van de wijkbibliotheken? Zij krijgt hierop graag een toezegging van de wethouder. Mevrouw Koelmans sluit zich volmondig aan bij het betoog van GroenLinks over het Mattheüs-effect in het kader van Wijkgericht Werken en Participatie. Dit effect is haars inziens gebaseerd op simpele feiten: (1) het recente onderzoek waarover GroenLinks sprak en (2) de evaluatie van de Leefbaarheidbudgetten in Utrecht. De mensen die het weten te vinden hebben het vaak het minst nodig, en de mensen die het niet weten te vinden hebben het wél het meest nodig. Zij betreurt het dat die situatie bestaat. Hoe zal de raad monitoren dat de in de komende jaren wassende gelden voor Utrecht Maken we Samen ook goed worden besteed. Hoe kan de raad daar zicht op blijven houden en ook bijsturen? Mutatis mutandis geldt diezelfde vraag voor de wijkraden. De heer De Jong (Student & Starter) dankt het college voor de duidelijke overzichten in de Voorjaarsnota en in de jaarstukken. Hij gaat in op Onderwijs en Wijkgericht Werken. Hij complimenteert het college met de kwaliteit van het Utrechtse basisonderwijs en met de structurele kwaliteitsimpuls in het Utrechtse voortgezet onderwijs op het gebied van excellentie. Daarnaast is hij geschrokken van de enorme percentages vroegtijdig schoolverlaters en van de bezuinigingen van het Rijk op de Voor- en Vroegschoolse Educatie. De kwaliteitsgroei in Utrecht op dit gebied van de afgelopen jaren mag volgens zijn fractie niet verloren gaan. Kinderen die op jonge leeftijd een taalachterstand oplopen, zijn gevoeliger voor schooluitval op latere leeftijd. Daarnaast kent de VVE niet alleen een maatschappelijk belang, ook de portemonnee profiteert daarvan. Investeren in de voorschoolse periode is zeer rendabel. Uit onderzoek van de hogeschool in Utrecht Pagina 47 van 82

55 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni blijkt dat iedere euro die geïnvesteerd wordt aan kinderen van deze jonge leeftijd, 7 9 euro rendement oplevert. Om die reden sluit hij zich aan bij de desbetreffende punten van GroenLinks en de ChristenUnie. Als het gaat om de voortijdige schoolverlaters zou te zeggen zijn dat de investeringen nodig zijn en misschien ook nodig blijven. Ondanks de samenwerking met regionale partners en met de schoolwerkagenda moest hij lezen dat het percentage vroegtijdig schoolverlaters van het MBO-1 op dit moment 44,9% is. Dat zijn de voorlopige cijfers. Hij verneemt graag van de wethouder hoe dit percentage naar beneden te krijgen is. In maart van dit jaar is de internationale school in Nederland verhuisd naar Transwijk. Deze school heeft een nog steeds groeiend aantal leerlingen van expats, onderzoekers en andere bewoners die tijdelijk in Nederland wonen. Voor de komende vier jaar wordt gezocht naar een permanent onderkomen voor 600 leerlingen. Afgelopen maandag is gesproken over het Stationsgebied. Student & Starter vindt het belangrijk dat dit gebied levendig zal zijn. Verschillende doelgroepen en gebruikersdoelen komen de levendigheid van dit gebied ten goede. Om die reden vraagt hij de wethouder of een permanente bestemming van de internationale school mogelijk is in het Stationsgebied. De locatie ligt behoorlijk centraal in Utrecht en in Nederland en is een ideale uitvalsroute met het grootste treinstation van Nederland om de hoek. Dat betekent toegankelijkheid voor de hele regio. Op die manier is het binnenstadgevoel net een stukje meer te stimuleren. De heer Bos (Stadsbelang) vindt dit een hele leuke wens maar financieel niet uitvoerbaar. Hij vraagt hoe Student & Starter daar naar kijkt. De heer De Jong (Student & Starter) krijgt de indruk dat de heer Bos nu het antwoord geeft. Zijn vraag was gericht aan de wethouder. Hij vervolgt zijn beantwoording. Over Wijkgericht Werken en Participatie is veel gezegd. Hij beperkt zich in dit verband tot jongerenparticipatie. Utrecht maken We Samen, zowel jong als oud. Ook D66 onderstreepte het belang van jongeren, ook hun belang in de Utrechtse politiek. Zijn fractie wil jongeren de mogelijkheden voor inspraak bieden, bijvoorbeeld tijdens een speciale jongeren Raadsinformatieavond die zijn fractie gezamenlijk met D66 zal organiseren. Hij verneemt graag de plannen van het college om jongeren nog meer te betrekken bij alle besluiten die in de stad worden genomen, of misschien wel bij de besluiten die de jongeren zelf kunnen nemen. De heer Menke (Student & Starter) gaat in op de portefeuille cultuur. Hij is blij dat de middelen voor het Cultuurconvenant geregeld zijn. Zijn fractie ziet uit naar de uitgangspunten van de komende cultuurnota. Hij wordt minder vrolijk van de kaasschaaf op de subsidies, waaronder ook de culturele. Zijn fractie is nog steeds voorstander van scherp gemaakte keuzes en had liever gezien dat het college zou wachten om in combinatie met de nieuwe cultuurnota een integrale afweging te maken. Hij vraagt aandacht voor het gegeven dat cultuur de interne gemeentelijke afdelingsgrenzen overschrijdt. Culturele initiatieven lopen daar vaak op vast. Vooral op het vlak van evenementen, kunnen afdelingsgrenzen erg belemmerend zijn. Hij vraagt de wethouder een integraal aanspreekpunt voor organisatoren van evenementen in het leven te roepen, waar de organisator terecht kan van een eerste informatievraag tot aan de uiteindelijke vergunningsaanvraag. Zo krijgen ze niet steeds van doen met wisselende gemeentelijke afdelingen die elk hun eigen verantwoordelijkheden en focus hebben. Op deze manier is zowel door de gemeente als door organisatoren een stuk efficiënter te werken. Hij verwacht dat daarvan iedereen blij wordt. Hij vraagt aandacht voor het nieuwe podium dat Utrecht rijk is: het Jaarbeursplein met de mooie trappen die een prachtige tribune vormen. Helaas benut de gemeente nog niet ten volle die trappen en dat terwijl het een prachtige plek is om de vele forensen en gemeenteambtenaren kennis te laten maken met de culturele rijkdom van Utrecht. Met een beetje geluk zitten ze ook nog in de zon. Hij vraagt de wethouder om op korte termijn hiermee aan de slag te gaan door samen met de culturele instellingen van Utrecht hieraan invulling te geven. Hij zou een groot voorstander zijn van popup concerten van artiesten die later op de dag op het podium staan van bijvoorbeeld Ekko of TivoliVredenburg. Die kunnen dan nog mooi de laatste paar kaartjes verkopen. Schorsing tot uur en hervatting van de vergadering Wethouder Kreijkamp gaat in op de voor- en vroegschoolse educatie. Dit dossier is in ontwikkeling. Daarover is informatie geschreven in de Voorjaarsnota en recentelijk zond het college een brief hierover naar de raad. De wethouder maakt zich zorgen over mogelijke kortingen uit het Rijk op de onderwijsachterstandmiddelen en op de middelen die voor het bestuursakkoord op de VVE beschikbaar waren. Het college voert nog steeds de lobby om aan de Utrechtse ambitie te kunnen blijven voldoen. Het college streeft ernaar dat alle Utrechtse leerlingen kunnen blijven gebruik maken van de voorzieningen. Het streven van % VVE blijft voor de wethouder overeind staan. Hij heeft er vertrouwen in die doelstelling te kunnen blijven houden. Hij zal zich daarvoor hard maken. Zoals de raad weet zijn het de middelen Voor- en Vroegschool, de Brede Schoolacademie, de Schakelklassen, de zomerscholen, verlengde leertijd. Het gaat om allerlei activiteiten. De wethouder is bezig met het bestuur hierop een visie te ontwikkelen. Hij verwacht na de zomer met die visie te kunnen komen. In de Voorjaarsnota is de 2% korting opgenomen. Het gaat om een korting van gesubsidieerde instellingen met de grootte van meer dan euro. Dat geldt ook voor de stichting Spelenderwijs. Het college heeft hierover Pagina 48 van 82

56 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni gesproken met de Stichting. Het doel is de korting te laten neerslaan op efficiëntie binnen Spelenderwijs. Die mag niet ten koste gaan van bereik en kwaliteit. De wethouder neemt dat mee in zijn visie. Vele fracties vroegen aandacht voor het voortijdig verlaten van school. Hij refereert hierbij aan de Schoolwerkagenda die naar de raad is gegaan. Te zien is dat Utrecht het goed doet ten opzichte van de G4. Nog steeds is sprake van een dalend percentage. Beide MBO s doen het goed. Een percentage van 44,9 betekent 89 leerlingen. Het jaar daarvoor waren daar 82 op MBO-1. Dat betekent een toename in de uitval op MBO-1 van 7 leerlingen. Elke leerling die uitvalt, is er een teveel. Mevrouw Dibi constateerde terecht dat MBO-1 niveau niet kwalificerend is. Hij telt pas niet mee wanneer iemand binnen een half jaar werk vindt van minimaal 12 uur per week. MBO-1 wordt volgend schooljaar ook niet meer in die constructie gegeven. De scholen gaan naar de entreeopleiding die toe moet leiden naar niveau 2. Leerlingen met een VMBO-diploma kunnen naar niveau 2. Het gaat hier niet om de kwetsbare groep die geen VMBO-diploma haalt, die vaak ook van praktijk onderwijs en uit het speciaal onderwijs afkomstig is. Daar zal de entreeopleiding het middel zijn dat enerzijds, indien mogelijk, gaat leiden naar niveau 2. Maar het grootste deel zal leiden tot arbeid. Over die afspraken over deze kwetsbare jongeren in die entreeopleiding, is de wethouder met de besturen bezig om een uitwerking te maken op de eerder in deze commissie besproken samenwerkingsagenda, het convenant. De wethouder verwacht binnen een week á 10 dagen terug te komen bij de raad over hoe de entreeopleiding precies vorm te geven. In het algemeen voert het college momenteel de Schoolwerkagenda uit. Dat is de inzet op de overstap tussen VMBO en MBO, de inzet op de zorg in en om de school, op de beroepskeuzes en op de aansluiting arbeidsmarkt. Daarover voert het college regelmatig gesprekken met de MBO s op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Het CDA vroeg naar een Stadsgesprek over dit onderwerp. De wethouder vindt het goed dat de raad hierin initiatieven neemt. Hij is zeer bereid hieraan ondersteuning te leveren en dat gesprek aan te gaan. Hij neemt zich wel voor heel goed na te denken over een brede opzet van de uitnodiging. Deze problematiek speelt ook buiten school. In dit verband noemt hij gecombineerd onderwijs op de grens met de portefeuilles economie en de portefeuille van Werk en Inkomen. De vraag is dan hoe met deze doelgroep om te gaan en hoe kansen te bieden op de arbeidsmarkt. Bekend is dat deze doelgroepen het op dit moment zeer moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. De onderzoeken lijken in de richting te wijzen dat dit specifiek meer geldt voor allochtonen dan voor jongeren in het algemeen. Voor deze jongeren is steeds minder werk. In dit verband moet vooral hard gewerkt worden aan alle aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. De wethouder is zeer ertoe bereid om een breed gesprek hierover aan te gaan. Hij verwacht dat dit terug zal komen in de commissie Stad & Ruimte. 40 kinderen zitten thuis in verband met een gebrek aan passend onderwijs. De helft daarvan heeft een school inschrijving, de andere helft niet. Over het algemeen gaat dat over plaatsingsproblematiek. Dat betreft vaak leerlingen die te maken hebben gehad met een verwijdering, die uitgevallen zijn tijdens de overstap, die net verhuisd zijn naar de stad of die Utrecht hebben verlaten. De termijn van thuiszitten kan verschillen van 4-6 maanden. Het samenwerkingsverband heeft alle betrokkenen in beeld. Dat verband is bereid om de raad te informeren over hoe het gaat met de voortgang van het Passend Onderwijs en de basis van het voortgezet onderwijs. Gevraagd is of dit een effectindicator kan zijn in de programmabegroting. De wethouder denkt dan eerder aan een prestatie-indicator. Dit is hard meetbaar in de Verantwoording. Hij zegt toe de prestatie-indicator op te nemen de programmabegroting. Mevrouw Baș (D66) verneemt van de wethouder dat de bredere definitie van thuiszitters de oorzaak is van hoger aantal jongeren (364 inplaats van 40). Hij doet de suggestie de definities naast elkaar te leggen. Leerplicht hanteert een vaste definitie van thuiszitters. Hij stelt voor zich hierin goed te verdiepen en daarover te spreken. Mevrouw Baș (D66) doet de wethouder de suggestie hierover zijn ambtsgenoot in Amsterdam te benaderen. Amsterdam bestudeert de definities momenteel. Wethouder Kreijkamp zal met zijn collega hierover spreken. Hij vervolgt zijn beantwoording van de vragen over de aansluiting tussen VMBO-MBO. Het gaat om de aansluiting op succesvolle sectoren waarin werk te vinden is: Energie, Toerisme, techniek. Enerzijds biedt de gemeente met de kwaliteitsimpuls voor kwaliteit in de beleidsregel excellentie mogelijkheden om voor specifieke projecten en impulsen om middelen te bieden. Dit loopt nog in de raad. Daarnaast werkt het college met de Economic Board aan de Human Capital agenda om te zorgen voor de betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Daar wordt heel duidelijk gefocust op de onderkant van de arbeidsmarkt. Ook de provincie gaf in haar akkoord extra aandacht aan dat de EBU zich ook daarop gaat richten. Daar zijn Groen, Gezond en Slim als speerpunten gekozen omdat die in de toekomstige arbeidsmarkt zeer interessant zijn en de cross-overs met technologie juist daar ook het uitgangspunt vormen. Op die tafel wordt hieraan gewerkt. De stad is ook bezig met de City Deal op het gebied van gezondheid. Daar zijn in het Utrechtse de economische kansen groot in de zorg voor de aansluiting van het VMBO. Mevrouw Baș vroeg naar de huisvestingsmiddelen die bedoeld zijn voor Binnenklimaat en Energie Zuinig. Het college zal daarmee voortvarend aan de slag gaan. Dit staat los van het vorige week gepresenteerde Meerjarenperspectief. Dit gaat om nieuw- en verbouw van scholen. Het probleem van de MFA s is al langere tijd breder bekend in het college. Het college inventariseert samen met alle gebruikers de knelpunten van de MFA s. Hij zal hierover terugkomen bij de commissie samen met wethouder Jansen. Pagina 49 van 82

57 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Mevrouw Scally vroeg naar stages voor jongeren met een niet Nederlandse achtergrond. Het college vangt ook die signalen op maar krijgt dat nooit heel concreet. Hierover is eerder al gesproken. Het college betrekt momenteel de MBO s bij Utrecht Maken We Samen om na te gaan wat partijen hieraan samen kunnen doen in de wijken. Mevrouw Inkelaar ging in op de maatschappelijke stage. De vragen zijn ook schriftelijk gesteld en mevrouw Metaal stelde deze vragen. Hij zal de vragen voor 30 juni beantwoorden. Het streven is de vragen aanstaande dinsdag in het college te behandelen. De lijn van de beantwoording zal zijn dat het college hierin positief staat om dit in de komende jaren te blijven faciliteren, maar dat het college nog steeds van scholen wil horen welke plannen zij hebben. De gemeente zal niet de middelen overnemen die eerder door het Rijk werden verstrekt. De wethouder wil nu van de scholen vernemen wie er meedoet en voor hoeveel leerlingen. Het college is bereid een bijdrage voor drie jaar beschikbaar te stellen voor het informatiesysteem voor de matching. Het moet niet een op aanbod gericht systeem vanuit de gemeente worden. De wethouder vindt ook dat onderwijs hier aan zet is. Hij verneemt positieve signalen vanuit het onderwijs dat men hiermee wil doorgaan. De andere vraag van mevrouw Inkelaar ging in op de betrokkenheid van scholen bij het onderhoud aan oorlogsmonumenten. De wethouder vindt deze aandacht van groot belang. Hij brengt zijn bezoek in Hoograven aan De Vrije school Utrecht in dit kader voor het voetlicht. Hij wil dit punt zeker meenemen in de aanpak Utrecht Maken we Samen, maar hij zal dit punt ook bespreken in de Utrechtse Onderwijsagenda. Hij komt hierover terug bij de commissie. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) licht toe dat haar vraag zowel gericht was op de mogelijkheid dat scholen monumenten adopteren, als op het doen van een mogelijke extra stap om ook het onderhoud van de monumenten hierbij te verzorgen. Kan de wethouder iets zeggen over die mogelijkheid? Wethouder Kreijkamp zet uiteen dat het hem interessant lijkt wanneer de scholen dit willen doen. De scholen doen zo ook kennis op in het onderhoud van monumenten. Hij noemt in dit verband ook de maatschappelijke stage. Hij stelt voor daarover het gesprek aan te gaan. Met betrekking tot het leerlingenvervoer via de fa. Klomp merkt de wethouder op dat terecht is geconstateerd dat de concessie verleend is aan CONNEXXION op basis van 70% kwaliteit en 30% kosten. De wethouder bevestigt dat er sprake is van onrust onder de ouders als het gaat om het vervoer van de fa. Klomp. Ook de gemeente voert indringende gesprekken met deze organisatie om te garanderen dat het leerlingenvervoer op orde is. De wethouder hoopt op zeer korte termijn hierover meer duidelijkheid te kunnen verschaffen. Tot op heden komt de firma de contractuele verplichtingen goed na. Het college doet er alles aan om ervoor te zorgen dat dit zo blijft. Het college heeft ook scenario's in het hoofd om snel te kunnen doorschakelen indien zich problemen voordoen. Zodra de wethouder nieuws heeft, zal hij de raad en de ouders individueel informeren. Met betrekking tot de nieuwe locatie internationale school denkt de wethouder in de eerste plaats aan Oost. Dat heeft de voorkeur van de meeste partijen en ook de voorkeur van deze wethouder. Heel veel ouders wonen in die regio. Het college beschikt over een lijst van mogelijke locaties en nam daarover nog geen beslissing. Het is voor de wethouder geen halszaak dat de internationale School in Oost móet komen. Als er andere geschikte locaties zijn, zal het college die zeker overwegen en dan zal het college deze suggestie daarin meenemen. Enkele vragen zijn gesteld over de bibliotheek. De wethouder informeert de commissie over de voortgang. De visie op de toekomstige bibliotheek is in het college behandeld, is vastgesteld en ligt nu voor bij de Stichting Bibliotheek met het verzoek aan te geven hoe dit in te vullen. De wethouder wil beide stukken doorzenden naar de raad als raadsvoorstel zodat ook de raad hierover kan spreken. De wethouder verwacht dit na de zomer. Het college is heel druk bezig met het vinden van huisvesting voor de centrale blbliotheek. Nog steeds heeft het college meerdere locaties op het oog. Uitgebreide gesprekken vinden plaats met de bibliotheek en met de vastgoedeigenaren van de verschillende opties. Dit doet de wethouder samen met zijn collega's van Hooijdonk en Jansen. Hierbij spelen ook enkele verkeers- en ruimtelijke aspecten. Hij wil met een rond verhaal komen over de bibliotheek. Het gaat om een locatie die op alle aspecten zeer kansrijk is. Het gaat om bestemmingsplanlocaties waarover goed doorgedacht moet worden. Ook de partijen met wie het college spreekt moeten naar een hoger echelon. Dat heeft ook in de besluitvorming enige tijd nodig. Partijen zijn er nog niet uit. De wethouder ziet wel kansen. Hij streeft er naar om binnen twee weken hierover duidelijkheid te geven. Hij las een motie van enkele raadsleden: bij de Voorjaarsnota duidelijkheid te geven. Hij kan die duidelijkheid in deze commissievergadering niet leveren. Hij spant zich in om in het slotdebat die duidelijkheid wel te kunnen geven. Hij benadrukt prioriteit te hechten aan zorgvuldigheid. Hij wil met een goed verhaal naar buiten waar ook de zelfstandige Stichting Bibliotheek en de Raad van Toezicht achter kunnen staan. Wanneer het college die duidelijkheid heeft, komt hij hiermee naar buiten. Eerder had de wethouder gezegd nog steeds als uitgangspunt te hebben dat zowel een goede centrale vestiging nodig is als goede wijkvestigingen voor de dienstverlening aan Utrechters. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en rondt hiermee de beantwoording door de wethouder af. Beantwoording door wethouder Jongerius Pagina 50 van 82

58 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Wethouder Jongerius beantwoordt de vragen en opmerkingen over TivoliVredenburg. Zij dankt de raad voor de vele complimenten over het feest. Zij zag die ook uit de stad komen via de sociale media. De medewerkers werken hard aan een hoogstaand kwalitatief programma en aan de gastvrijheid. De wethouder gaat er vanuit dat de wachtrijen voor de verkoop zullen zijn opgelost en dat de bedrijfsvoering steeds beter gaat functioneren. Het college spreekt de organisatie daar ook bij voortduring op aan. Het college heeft de presentatie gekregen over uitgaven die euro lager zijn dan begroot. Dat komt voor een deel door de hogere inkomsten en minder uitgaven aan kapitaallasten. De wethouder verwacht dat in de komende tijd de inkomsten hoger zullen worden. Het aantal bezoekers blijft toenemen. De organisatie heeft nog steeds een behoedzaamheidreserve nodig voor 2015 en In 2016 zal de evaluatie plaatsvinden. Dan is de instelling een jaar aan de slag en is goed te zien hoe het verder gaat met de organisatie in de toekomst. Dan is aan de hand van externen te zien waar de verbeterpunten zitten. Het college zet daar een onderzoek op uit en zal de raad over vormgeving daarvan na het zomerreces informeren. Het college had een bedrag van 8 miljoen euro. Dat was een heel hoog bedrag. Voor de helft van dat bedrag is nog iets heel moois te organiseren in Leidsche Rijn Centrum. Als uitkomst van de stadsgesprekken wordt momenteel gewerkt aan het antwoord op de vraag hoe dit centrum nog levendiger is te maken. Dat betekent aan de ene kant dat voorstellen zijn gevraagd van mensen die zich bezighouden met programmering. En voorstellen zijn gevraagd van mensen die aan de slag zijn met de vraag welke voorziening dat centrum nog nodig heeft. Daarvoor is een klankbordgroep in het leven geroepen die de gebeurtenissen volgt naar aanleiding van de stadsgesprekken. Die groep zal worden uitgebreid met meer mensen uit Leidsche Rijn zelf. Het college zal na het reces de plannen van het college bekend maken. De heer Post (PvdA) brengt in dat het college nog steeds geen plan heeft gepresenteerd maar het college halveert wel het budget. Hij vraagt of de wethouder dat vreemd vindt vooral ten opzichte van de bewoners in Leidsche Rijn met wie in het verleden afspraken zijn gemaakt. Wethouder Jongerius antwoordt dat zij niet anders weet dan dat de bewoners niet meer uitgaan van een groot theater. Zij beseffen dat dan ook geen 8 miljoen euro nodig is voor de organisatie van een bruisend centrum. Zij denkt voor de helft van het bedrag een mooie culturele voorziening op te richten. Overigens komen Leidsche Rijn en Vleuten de Meern ten opzichte van de andere delen van de stad er niet bekaaid vanaf als het gaat om de verdeling van de cultuurmiddelen. Zij gaat er vanuit dat voor 4 miljoen euro een hele mooie activiteit op touw te zetten is. De heer Van Schie (VVD) vindt het mooie van een nieuwe convenantperiode dat er veel meer geld beschikbaar is voor cultuur. Alle initiatieven in Leidsche Rijn kunnen net als in andere delen van de stad daarop inschrijven. Hij stelt vast dat niet gezegd is dat deze 4 miljoen verschuiven zal. Dat geld komt ten goede aan alle inwoners van de stad. Initiatieven vanuit de gemeenschap kunnen daarop aanspraak maken. De gelden zijn nu via een ander kanaal beschikbaar. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de PvdA steeds op een afspraak wijst. Hij vraagt waarom de PvdA zo n enorm groot theater wil neerzetten voor leegstand? De heer Post (PvdA) herkent zich niet in de terminologie van de heer De Vries: bouwwerken, et cetera. Hij spreekt over een volwaardig cultuurforum. Dat is altijd de afspraak geweest. De heer De Vries (GroenLinks) licht toe dat het cultuurforum ging over een theater met meer dan 1000 stoelen. In dit verband is wel eens het aantal van 1600 genoemd. Uit onderzoek blijkt dat daar totaal geen behoefte is. Van belang is om nu iets te bouwen waaraan de wijk daadwerkelijk iets heeft. Wethouder Jongerius vervolgt haar beantwoording. Het college draagt de amateurkunst een warm hart toe. Te zien is ook dat vele instellingen zich daarop actief inzetten. De heer De Vries (GroenLinks) had een toezegging gevraagd op het verdere proces rond Leidsche Rijn Centrum en of de raad daar actief bij betrokken zou worden en of dit in samenhang kon plaatsvinden met de richtlijnen die de raad gaat vaststellen voor het nieuwe Cultuurconvenant. Zij vraagt hoe de wethouder de ruimte gaat geven aan de raad die de raad graag wil hebben. Wethouder Jongerius zet uiteen dat het college in het najaar inzicht krijgt in de plannen van drie ondernemers. Die plannen betekenen dan dat het college moet nagaan hoe daarover te beslissen en hoe die te realiseren. Het Cultuurconvenant gaat in per De wethouder vermoedt dat een en ander niet gelijk oploopt met het Cultuurconvenant en de daarin te maken keuzes. De heer De Vries (GroenLinks) vraagt of de wethouder wil toezeggen dat wanneer het college zijn voorkeur heeft bepaald, zij die als raadsvoorstel zal voorleggen, zodat de gemeenteraad een principiële keuze kan maken voordat een definitief besluit is genomen over de verdere voortgang. Hij herhaalt zijn oproep dit in samenhang met het Cultuurconvenant te doen. Mevrouw Knip (D66) vraagt aanvullend op de vraagstelling van de heer De Vries hoe de wethouder de wijk hierin betrekt. Zij vraagt dit in het proces te betrekken. Wethouder Jongerius antwoordt dat de klankbordgroep uitgebreid wordt, ook naar mensen van de wijk. Wanneer het college de voorstellen heeft ontvangen gaat het ook met de wijk in gesprek. Uiteraard komt dit terug in de raad. Zij hoopt dat dit zo gaat lopen en dat dan ook duidelijk is welke kant de criteria opgaan in het kader van het Cultuurconvenant. Pagina 51 van 82

59 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Het college werkt aan de uitwerking van de uitkomsten van stadsgesprekken. Het college haalt ook nog op andere plekken informatie op over hoe de criteria op te stellen. Zij hoopt dat een en ander zoveel mogelijk samenloopt. Het college maakt zich hard om zoveel mogelijk amateurkunstoptredens in de stad toe te staan. De wijkcultuurhuizen maken zich hiervoor hard. Zij rekent de optredens van de kinderen in TivoliVredenburg ook tot de amateurkunst. Iedere culturele instelling is zich er goed van doordrongen dat de amateurkunst ook een mooie manier is om aan talentontwikkeling te werken. Daarop zet het college zeker in. De wethouder attendeert op het binnenhalen van (inter)nationale festivals, zoals het Nederlands brassbandfestival. Het college doet dat bewust. Over de wijkcultuurhuizen en de motie over de euro zijn verschillende vragen gesteld. In de nota gaat het feitelijk om een verschuiving van middelen. Het college zond de commissie een brief over de besteding van die middelen aan de wijkcultuurhuizen. In het Cultuurconvenant zal duidelijk worden waar de middelen uiteindelijk terecht zullen komen. Iedereen kan hierop inschrijven met een voorstel. Het college zal erop toezien dat er middelen zijn voor de wijkcultuurhuizen. Die middelen komen uit Het college maakte geen extra geld vrij om de wijkcultuurhuizen nu al te ondersteunen. Haar budget zit vast aan alle bestaande instellingen. Daarnaast heeft het college een budget voor de projecten. Zij hoorde de vraag goed om projectsubsidies toe te kennen om aan vernieuwing te blijven werken. Dat geld is wel beschikbaar. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) blijft het een beetje gek vinden dat het college mooie sier maakt met de verruiming van de programmeringgelden, terwijl dit bedrag er al lag. Zij vraagt hoe de wethouder daartegen aankijkt. Beschouwt zij dit als een actieve verruiming van de programmeringgelden op conto van het college, of is dit al veel eerder besloten? Wethouder Jongerius antwoordt dat de raad over deze motie heeft besloten. De wethouder incasseerde die motie op die manier. Zij vervolgt haar beantwoording. Wanneer het gaat over de projectsubsidies is de vraag gesteld of eenmalige subsidies te benutten zijn voor het ondersteunen van initiatieven bij de plannen die instellingen maken. De wethouder antwoordt dat daarvoor projectsubsidies niet bedoeld zijn. Projectsubsidies vormen geld voor activiteiten. Het college gaat er wel vanuit dat wanneer een initiatiefnemer goede activiteit weet te organiseren, de initiatiefnemer zich daarmee op de kaart zet. Veel van de instellingen die nu uiteindelijk in het Cultuurconvenant zitten, zijn ook op die manier ontstaan: ze hebben zich eerst bewezen. Doordat ze zich bewijzen groeit de club uit tot een club met een goede cultuuraanvraag. De heer Van Schie (VVD) merkt dat juist hele kleinschalige initiatieven die de potentie hebben om door te groeien behoefte hebben aan een ondersteuning van een goede aanvraag, juist ook om de gelegenheid te krijgen zich te presenteren. Dat lukt soms niet met een project, maar wel in de vorm van een goede formulering, het maken van een goede begroting, in het nagaan of andere fondsen aan te spreken zijn. Hij zoekt naar de mogelijkheden die de wethouder kan bieden om daaraan ondersteuning te bieden zodat de instellingen met potentie ook kunnen uitgroeien. Wethouder Jongerius gaat er meer vanuit dat een klein initiatief zich eerst bewijst en misschien volgend jaar nog niet meedoet aan het Cultuurconvenant, en dat een instelling vaker een beroep moet doen op een projectsubsidie om verder te groeien. In het Cultuurconvenant kunnen afspraken gemaakt worden over hoe groot het flexibele budget is. Zij gaat er niet vanuit dat een klein initiatief nu van de projectsubsidies gebruik moet maken om een hele uitgebreide begroting en een plan te gaan schrijven. Zij kan zich voorstellen dat op die manier geredeneerd, instellingen vanaf 2020 rijp kunnen zijn voor het Cultuurconvenant. Zo ging het in het verleden vaak ook. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dat de wethouder behartenswaardige woorden spreekt. Zijn concrete vraag was hoe hij terugleest in de Voorjaarsnota dat de raad de euro heeft verschoven van cultuureducatie naar wijkcultuurhuizen. Wethouder Jongerius antwoordt dat dit te maken heeft met de P&C cyclus en het moment in die cyclus waarop de brief is verstuurd door het college. Het gaat om een interne verschuiving in de begroting met ingang van Zij vervolgt haar beantwoording. Vragen zijn gesteld over de Cultuurcampus in Leidsche Rijn. Ook de initiatiefnemers met de Cultuurcampus kunnen een aanvraag indienen in het kader van het nieuwe Cultuurconvenant. De commissie is ingegaan op de toegankelijkheid van TivoliVredenburg. De wethouder deelt mee dat met het oog op de verbetering van die toegankelijkheid hierover overleg plaatsvindt. Als het gaat om de toegankelijkheid van nieuwe organisaties kijkt Agenda 22 daarop mede toe. Dat is de opdracht aan Agenda 22. Ambtelijk is wel overleg over de aanplakborden. Er is altijd een mogelijkheid om via VTH tegen een gereduceerd tarief een bord op te hangen om een festiviteit aan te kondigen. De wethouder sprak met de afdeling Cultuur af dit op de website nog duidelijker te zullen vermelden. Dit geldt niet alleen voor culturele activiteiten, maar vooral ook om andere soorten activiteiten. Gevraagd is in hoeverre Utrecht een aanspreekpunt kan krijgen voor evenementen. Het evenementenbeleid komt tot stand onder verantwoordelijkheid van wethouder Kreijkamp. Wanneer het gaat om de toekenning van vergunningen in het kader van Toezicht en Handhaving, ligt de verantwoordelijkheid bij de burgemeester. Die hebben daarover duidelijke afspraken. Dat wordt ambtelijk goed afgestemd op dit moment. Pagina 52 van 82

60 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer Menke (Student & Starter) hoort terug van veel organisatoren dat juist omdat verschillende afdelingen hierbij betrokken zijn met elk hun eigen insteek, ze eigenlijk geholpen willen worden in het proces door een en hetzelfde aanspreekpunt van begin tot eind. Daar lopen veel initiatieven op vast terwijl Student & Starter die initiatieven graag in Utrecht wil hebben. Hij herhaalt zijn vraag. Wethouder Jongerius zal met beide betrokken collega s hierover spreken om na te gaan of dit mogelijk is en of dit zal bijdragen aan wat de fractie van Student & Starter wil. Zij vervolgt haar beantwoording. De commissie is ingegaan op Rtv Utrecht. Deze zender krijgt 11 miljoen euro totaal. Daaraan draagt de gemeente euro bij. De gemeente vraagt voor dat bedrag programma's te maken die specifiek gaan over de regio Utrecht. De gemeente geeft daarvoor geen speciale opdrachten. Dat heeft te maken met extra kosten voor belastingen die daarmee gemoeid zouden zijn. Voor deze subsidie maakt de gemeente afspraken zoals te doen gebruikelijk. De wethouder kan het overzicht laten zien uit het desbetreffende deel van de begroting. De heer De Vries (GroenLinks) schaart dit onder het mistige antwoord dat hij ambtelijk al ontving. Niemand kan hem duidelijk maken wat voor dit geld gebeurt. Ook Rtv Utrecht niet. Hij vraagt de wethouder hierin schriftelijk inzicht te geven bij de begrotingsbehandeling zodat bekend is wat ongeveer voor de euro bij benadering gebeurt. Wethouder Jongerius verwacht dat de gemeente kan uitleggen waarom de gemeente bijdraagt. Zij vervolgt haar beantwoording. Een vraag is gesteld over de internationale agenda. Het college is in overleg om die internationale agenda snel naar de commissie toe te laten gaan. De wethouder zal daarvoor zorg dragen. Een idee vatte post om pop-up concerten te organiseren op de Spaanse trappen. Dit lijkt de wethouder geweldig wanneer hiervoor een initiatiefnemer is. Utrecht neemt zelf het initiatief niet. De heer Menke (Student & Starter) licht toe dat zijn vraag erop gericht was om de grote culturele instellingen te vragen om even te zoeken voor optredens voor de Spaanse trappen. Nu ligt dit leeg. Hij verwacht dat veel instellingen bereid zijn om hier naar op zoek te gaan. Dan zou het Stationsgebied ook weer iets levendiger worden. Wethouder Jongerius wil dit voorleggen aan de instellingen. Zij laat het over aan de instellingen om het al of niet doen. Een vraag is gesteld over in hoeverre de Culturele Zondagen ook richting Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn hun activiteiten kunnen inplannen. De wethouder merkt op dat een aantal Culturele Zondagen plaatsvond in wijken. Voor de Culturele Zondagen geldt hetzelfde. Ze kunnen gestimuleerd worden om dit te doen, maar de Culturele Zondagen programmeren zelf. Zij zal deze wens meegeven aan de Culturele Zondagen. Overigens merkt zij op dat al veel gebeurt in Leidsche Rijn en zij noemt een voorbeeld van een optreden van zingende beelden in het Maxima-Park. Zij denkt dat ook Leidsche Rijn veel van dergelijke initiatieven neemt. Cultuur19 zet hierop veel in. Gevraagd is naar de toekomst van de Lange Nieuwstraat. De wethouder is gecharmeerd van de gedachte om van deze straat een Museumstraat te maken. Hierover vindt zeer constructief overleg plaats, én met het Catharijneconvent én met het Universiteitsmuseum dat ook in deze straat domicilie koos. Ambtelijk wordt op diverse niveaus hierover gesproken om na te gaan hoe deze straat nog aantrekkelijker te maken voor de toeristen vanaf het Domplein de verschillende musea te bezoeken. De 2% korting geldt voor alle instellingen boven de euro. Die afspraak is gemaakt bij het Coalitieakkoord. Voor cultuur betekent dat dat euro minder te besteden is. Dat bedrag drukt vooral op de grote instellingen. Gemiste antwoorden De voorzitter noemt de vragen waarop hij de antwoorden nog heeft gemist: Le Guess Who, garantstelling, Publiekbereik en de Verantwoording, en een vraag van de SP over de extra uitgaven in de jaarstukken. De heer Post (PvdA) had gevraagd naar de voorwaarden verbonden aan de extra exploitatiesubsidies voor TivoliVredenburg. Mevrouw Koelmans (SP) voegt daaraan de toegankelijkheidseisen TivoliVredenburg toe en bij de nieuwe nog te bouwen gebouwen. Mevrouw Knip (D66) had een vraag gesteld over het stoppen van bussen op de Lange Nieuwstraat. De heer Bos (Stadsbelang) had een vraag gesteld over de continue financiële basis voor jonge amateurs. Hij stelde vragen over De zingende beelden, TivoliVredenburg en de geconstateerde constructiefouten om die te verhalen op de bouwaannemer en over het meenemen van de daardoor ontstane exploitatieverliezen in de vordering. Wethouder Jongerius licht toe dat de Le Guess Who ooit is ontstaan uit Tivoli. Tivoli is samengegaan in Tivoli- Vredenburg. Voor 2014 was dat nog vermengd. Vanaf 30 juni 2015 stapt de bestuurder van TivoliVredenburg uit het bestuur van Le Guess Who. Dan zullen de eventuele tekorten van Le Guess Who niet meer drukken op TivoliVredenburg. In 2014 zat dit nog in een soort van transitie. De heer Van Schie (VVD) vindt het ongewenst dat TivoliVredenburg garant staat voor allerlei festivals in de stad, hoe welkom en waardevol die ook zijn. Hij vraagt of de wethouder kan toezeggen dit niet nog een keer te doen. Pagina 53 van 82

61 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Wethouder Jongerius heeft al toegezegd dit niet meer te zullen doen. Zij vervolgt haar beantwoording met in te gaan op de constructiefouten bij TivoliVredenburg. Het college gaat van alles proberen om de gevolgen hiervan te verhalen op de bouwaannemer. De voorzitter voegt met instemming van de wethouder toe dat wethouder Everhardt gisteren toelichtte dat onderzocht wordt wat allemaal te verhalen is en hoe dat is mee te nemen. Te constateren is dat exploitatieverliezen daarbij worden meegenomen. Wethouder Jongerius vervolgt haar beantwoording. Zij licht toe dat het zeker niet de bedoeling is TivoliVredenburg een garantie te geven voor het geld dat het college op de behoedzaamheidreserve zette. Dit geld staat apart en niet bij TivoliVredenburg. Het gaat ook niet om een extra exploitatiesubsidie. Het college houdt TivoliVredenburg aan de gemeentelijke begroting. Het college is ervan overtuigd dat wanneer er tekorten zijn, het daarvoor nu moet reserveren. Zij realiseert zich daarbij dat TivoliVredenburg net van start is en zich nog moet bewijzen. Dat geld wordt niet op voorhand aan TivoliVredenburg toegekend. Wanneer TivoliVredenburg op dat geld een beroep doet, zal de instelling de gemeente moeten overtuigen dat dat beroep nodig is. De wethouder stuurt per kwartaal in het overleg met de bestuurder op de resultaten. Ambtelijk vindt die sturing maandelijks plaats. De heer Post (PvdA) had gevraagd wanneer dan de subsidie wordt verleend, of de wethouder voorwaarden aan die subsidie stelt, bijvoorbeeld met betrekking tot de te verwerven eigen inkomsten. Wethouder Jongerius licht toe dat het college altijd voorwaarden stelt aan subsidies. Een van de voorwaarden bij TivoliVredenburg is dat de instelling in ieder geval zelf andere inkomsten verwerft. De 8 miljoen euro is niet het totale bedrag. TivoliVredenburg verwerft ook op andere manieren geld, onder andere door de verkoop van kaarten. De totale begroting van TivoliVredenburg is vele malen groter dan het door de gemeente Utrecht toegekende bedrag. Dat zit ook in de subsidievoorwaarden. Als het gaat om de toegankelijkheidseisen aan nieuwe panden, verwijst de wethouder naar Agenda 22. Die kijkt altijd mee naar die eisen. Het college vindt dat panden aan die eisen moeten voldoen, zeker als het om gemeentelijke panden gaat. Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat de gemeente de Agenda 22 ook al had tijdens de bouw van TivoliVredenburg. Toch is het daarmee niet helemaal goed gegaan. Hoe kan de raad ervan uitgaan dat het nu wel goed gaat? Wethouder Jongerius neemt zich voor hierop nog meer te sturen en zij attendeert er op dat Agenda 22 meekijkt bij de ontwikkeling van nieuwe plannen, zeker nu voor Leidsche Rijn centrum. De wethouder zal de vraag naar meer haltes op de Lange Nieuwstraat bespreken met haar collega wethouder Van Hooijdonk. Zij zal nagaan wat daar nog nodig en mogelijk is. De heer Van Schie (VVD) denkt dat het specifiek gaat om de mogelijkheden voor touringcars. Het gaat hem niet zozeer om de lijnbussen. Mevrouw Knip (D66) licht toe dat het haar gaat om het in- en uitstappen van schoolkinderen in en uit touringcars. De voorzitter deelt mee dat wethouder Kreijkamp hierop een toezegging deed. Hij zal de raad hierover informeren in het kader van toeristisch beleid. De heer Bos (Stadsbelang) zet zijn nog niet beantwoorde vraag in perspectief van wat beantwoord is. Wethouder Jongerius antwoordt dat het haar lijkt alsof zij een subsidie moet toekennen en zij verneemt daarop een ontkennende reactie van de heer Bos (Stadsbelang). De wethouder licht toe dat zij er dan vanuit gaat dat de instelling een aanvraag indient, ook in het kader van het Cultuurconvenant, dan wel dat de instelling een beroep doet op de projectsubsidie bij Cultuur waarop initiatiefnemers een beroep kunnen doen. Op dit moment loopt er een mogelijkheid om een aanvraag in te dienen. De voorzitter vraagt aandacht voor de vraag van de heer Van Schie over de Verantwoording en over streefcijfers op eigen inkomsten en publieksbereik. Mevrouw Koelmans (SP) brengt haar vraag over de euro overbesteding in het afgelopen boekjaar onder de aandacht. Wethouder Jongerius vraagt ambtelijke ondersteuning op de beantwoording van deze vraag van mevrouw Koelmans. In antwoord op de vraag over de Verantwoording merkt zij op dat al eerder is gevraagd of het college het publiek bereik zichtbaar kan maken en hoe te stimuleren is dat een klanttevredenheidsonderzoek gedaan wordt. Zij is hierover in gesprek met de instellingen. TivoliVredenburg en de Schouwburg zijn hiermee doende op dit moment. Zij stimuleert graag dat instellingen dit zelf ook zien als hun verantwoordelijkheid dit te organiseren om door middel van intervisie of het onderling maken van afspraken daarvoor duidelijker de verantwoordelijkheid te nemen. Zij zal ze daarop aanspreken dit ook te doen. Feitelijk is het goed kennen van de klanten een reclame voor vervolg. Mevrouw Koelmans (SP) verwijst naar pagina 187 van de jaarstukken waar zij leest over extra uitgaven aan cultuur. Zij vraagt waarom ze dat niet terugvindt in de verantwoording. Wat gaat de wethouder doen om de volgende keer binnen de begroting te blijven? Mevrouw Van de Boogaard (Controller Cultuur) licht toe dat de gemeente een richtlijn heeft van 10%. Wanneer het bedrag niet boven die richtlijn uitkomt, licht de afdeling niet alle details toe. Geredeneerd is dat dit bedrag zo klein is op wat in totaal begroot en uitgegeven is, dat dit niet is toegelicht. De heer Van Schie (VVD) vindt dat het bestuur niet alleen een inspanning moet vragen van de instelling maar ook verantwoord zou moeten willen zien welk publiekbereik de instelling realiseert met de subsidies van de Pagina 54 van 82

62 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 gemeente. Hij vraagt daarop een toezegging van de wethouder. Wethouder Jongerius zegt toe dit de instellingen als opdracht mee te geven in het nieuwe Cultuurconvenant De voorzitter stelt vast dat hiermee de bespreking over Cultuur is afgerond. Participatie en wijkgericht werken Wethouder Jongerius gaat in op de stadsgesprekken en de wijkraden. D66 stelde de vraag in hoeverre de gemeente de ondersteuning van derden kan gebruiken bij de verbetering van participatie in gebiedsontwikkeling en de kosten daarvan rond het maken van een startnotitie en de vraag in hoeverre het college dat kan financieren. Dit participatietraject loopt bij haar collega s Geldof en Jansen. Zij zal dit onderwerp bij hen aan de orde stellen. Zij kan sec vanuit haar portefeuille daarop niets toezeggen. Vragen zijn gesteld over targets in de participatie. De wethouder kon niet achterhalen of het hier gaat om targets in initiatieven. Initiatieven maken geen deel uit van targets. Het college zal niet beoordelen hoeveel nieuwe initiatieven zijn ontvangen. Zij beoordeelt wel graag de kwaliteit van de initiatieven. Zij wil samen met de raad nagaan in hoeverre dit in de toekomst beter is te ontwikkelen; welke criteria zijn te ontwikkelen voor de beoordeling van de kwaliteit? Zij ziet in dit licht uit naar de bijeenkomst met de wijkraden. Het Initiatievenfonds komt op zich aan de orde op 25 februari in de raad. In de commissie is een uitgebreide discussie gevoerd over hoe het geld voor het Initiatievenfonds te verdelen. De wethouder gaat er vanuit dat de raad voorstellen zal doen in dit licht omdat hierover verschillend wordt gedacht. Een van de ideeën was om iets te doen met de verdeling van de middelen vanuit het Initiatievenfonds over wijken met een lagere sociaaleconomische status. De wethouder zei dit te zien in het kader van de Sociaal Makelaar en de wijkbureaus die op deze manier wel verdeeld zijn. Die kunnen ondersteuning bieden aan mensen die niet in staat zijn het initiatief vorm te geven. Voor de ondersteuning van initiatieven zette het college meer Sociaal Makelaars in, in wijken met een lagere sociaal-economische status. Overigens profiteert niet alleen de initiatiefnemer van de initiatieven, maar ook de wijkbewoners. Zij noemt de Moestuin in Overvecht als voorbeeld. Het gaat hierbij vaak om sociaalmaatschappelijke doelen. Sommige initiatieven bereiken ook laag opgeleiden. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) merkt op dat de vraag die nog niet beantwoord is, de vraag is waarom de gemeente dan juist niet aanbevelingen zou opvolgen uit de evaluatie om de Sociaal Makelaars ook daarvoor meer geld te geven? Ten derde vroeg zij of het bestuur ook doelstellingen kan formuleren op het gebied van participatie in sociaal economisch zwakkere wijken. Wethouder Jongerius verwijst naar een onderzoek waaruit de aanbeveling kwam dat aandacht besteed moet worden aan individuele begeleiding in de ondersteuning van kwetsbare mensen. Een aantal Sociaal Makelaarorganisaties biedt in dit licht activiteiten aan op het gebied van Meedoen naar Vermogen en Sociale Prestatie en Dagondersteuning. Dat gaat niet uit middelen die het college bestemt voor de Sociaal Makelaarorganisaties zelf. De Sociaal Makelaarorganisaties zijn alleen gericht op de ondersteuning van mensen bij hun initiatieven. De begeleidingachtige activiteiten worden betaald uit de Wmo-middelen voor Sociale prestatie en dagondersteuning. Zij merkt op dat het ingewikkeld is om doelstellingen te formuleren op participatie. Het is dan goed om na te denken over wat het bestuur daarmee zou bedoelen; wat wil het bestuur daarvan terugzien? Dan gaat het er om wie met het initiatief bereikt worden en welke mensen betrokken worden bij alle vormen van participatiegesprekken. Haar doel is zoveel mogelijk mensen te betrekken die niet vanzelf betrokken raken bij initiatieven. Dat is ook één van de leerpunten die bij stadsgesprekken zijn geformuleerd. Op de realisatie daarvan zal het college zich in de komende tijd veel meer richten. De wethouder waakt bij deze vraag uit de commissie ook voor heel veel bureaucratie met indicatoren en registraties. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) vraagt of de wethouder wil terugkomen over de uitwerking en bevordering van participatie in sociaal zwakkere wijken. Wethouder Jongerius bevestigt dat het absoluut haar doel is dit voor elkaar te krijgen. Zij laat de raad graag met haar meedenken hoe dit nog meer te bevorderen is. De ChristenUnie stelde de vraag in hoeverre wijkraadadviezen onderdeel uitmaken van de raadsvoorstellen. Dat lijkt de wethouder een goed idee. Dit is vorm te geven in afstemming met de griffie. Vragen zijn gesteld ook over in hoeverre een eventuele verlaging van het aantal handtekeningen en de leeftijdsgrens voor mensen die willen meedoen aan de opstart van initiatieven. De wethouder beseft dat de raad de beslissing moet nemen. Het lijkt haar goed dit in het presidium te bespreken. Mevrouw Scholten (D66) heeft dit van tevoren bij de griffier nagevraagd. Zij bracht in dat het goed is dit te bespreken met het college en het college met een voorstel te laten komen voor een nieuwe verordening op dit vlak. Zij vraagt de toezegging of de wethouder dit wil voorbereiden. Wethouder Jongerius antwoordt dat wanneer de raad hiertoe besluit het college een verordening zal opstellen. Nog niet beantwoorde vragen Wethouder Jongerius houdt het voor mogelijk dat Domotica een hulpmiddel is waardoor mensen gemakkelijker kunnen meedoen. Het gebruik ervan kan toegankelijk gemaakt worden. Zij verwijst naar haar desbetreffende uitspraken in het kader van de Wmo over dat zij hiermee meer zou willen. Pagina 55 van 82

63 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Het is niet de bedoeling alleen nieuwe initiatieven te laten meetellen om na te gaan of wijkbewoners betrokken zijn. De wijk en de bewoners zijn betrokken vanuit bestaande en nieuwe initiatieven. Zij herkent zich niet in de veronderstelling dat zij de betrokkenheid op die manier wil meten. Zij wil juist stimuleren dat zoveel mogelijk mensen betrokken raken. Het college vindt in het licht van jongerenparticipatie het heel belangrijk dat ook jongeren meedoen. De aanvliegroute is het Initiatievenfonds via de wijk. Zij ziet graag dat jongeren zich daarbinnen actief tonen en dat zij ook bereikt worden. Dat zal het college stimuleren door de voorlichting die de gemeente gaat geven bij het uitbrengen van berichten over het Initiatievenfonds. Dit zegde zij al eerder toe. De heer De Jong (Student & Starter) vraagt of de wethouder de promotie richting jongeren ook op scholen zal laten plaatsvinden, bijvoorbeeld middelbare scholen. Wethouder Jongerius licht toe dat het hier gaat om wijkgerichte activiteiten. Het college nodigt jongeren heel graag uit die daaraan mee willen doen. Het kan daarbij uiteraard ook gaan om scholen in de buurt. Het college zal het Initiatievenfonds bekend maken onder jongeren en instellingen in de stad vanuit de wijken. Mevrouw Dibi (PvdA) ondersteunt het pleidooi van de heer De Jong. De buurtvaders wisten nog van niets. Zij gaf hen voorlichting. Dat maakt duidelijk dat het Initiatievenfonds niet bekend is. Zij vraagt de wethouder de bekendheid zo breed mogelijk te maken. Wethouder Jongerius zal daarover spreken met de wijkregisseur. In het voortraject zijn al veel mensen en instellingen hierbij betrokken. Het Initiatievenfonds is niet zomaar tot stand gekomen. Een communicatieplan staat klaar om ermee aan de slag te gaan. Een totaal overzicht is gevraagd van participatietrajecten die gaande zijn. De wethouder merkt op dat die opdracht wel heel breed is. Zij kan deze toezegging niet zomaar doen. Wel kan elke wethouder die een participatietraject heeft lopen, duidelijk maken dat dit speelt. Het is ook bekend bij de wijkbureaus wanneer het gaat om participatietrajecten in wijken of in buurten. Die moeten daarvan ook weten. Mevrouw Scholten (D66) had de wethouder inderdaad gevraagd de raad ofwel actief uit te nodigen ofwel een overzicht te geven, waarbij het overzicht ook voor inwoners interessant is. Het zit zo niet in de organisatie om raadsleden standaard uit te nodigen. Zij hoopt in dit opzicht op een toezegging van de wethouder dit te doen en dit bij haar collega's te bevorderen. Mevrouw Rajkowski (VVD) merkt op dat gisteren enkele raadsleden aanwezig waren bij de bespreking van de resultaten van Leven en Leren. In die bijeenkomst kreeg zij te horen dat veel vrijwilligers zeiden niet precies te weten welke initiatieven er zijn en dat zij de verbinding niet kunnen opzoeken. Wanneer de wethouder nu zegt dat bij wijkbureaus veel bekend is, lijkt het haar gemakkelijk om wat bekend is inzichtelijk te maken. Wethouder Jongerius brengt in dat op een initiatievenoverzicht staat, een digitaal overzicht van de initiatieven in de stad. Wanneer dat onvoldoende bekend is, zal zij daaraan meer bekendheid geven. Iedereen die zijn initiatief daarop kwijt wil, kan zijn informatie daarop publiceren. Het gaat om initiatieven van bewoners die activiteiten organiseren. De vraag van mevrouw Scholten gaat meer over de participatietrajecten als zodanig in het geval in een wijk iets gebouwd gaat worden en de betrokkenheid van bewoners daarbij. Dat is een andere vorm van participatie. Zij pakte de vraag op om actief te bevorderen dat raadsleden samen met bewoners voor dergelijke bijeenkomsten uitgenodigd worden. Zij neemt deze vraag mee naar haar collega's om dit te bevorderen. De heer De Jong (Student & Starter) stelde ambtelijke vragen over Van de 1700 initiatieven op die website zijn 200 door bewoners ingevuld en 1500 door ambtenaren. Hij vraagt hierop uitleg. Hij benadrukt dat het hem gaat om de communicatie naar buiten toe. Hij leest op die website hele goede ideeën. Wethouder Jongerius neemt zich dit signaal over gebrekkige communicatie ter harte. Zij vindt het heel erg van belang dat iedereen hiervan afweet. Zij licht toe dat het hier niet gaat om initiatieven van ambtenaren. Het gaat om ambtenaren die de moeite hebben genomen om het initiatief dat ze in de stad hebben opgehaald op de website te zetten. Het zijn en blijven initiatieven van bewoners. Soms gaat het ook om initiatieven waaraan zowel de gemeente als de bewoners werken. Ook om die reden kunnen initiatieven op de website zijn opgenomen. Met betrekking tot de inbreng over de gewenste heldere communicatie over financiële kaders aan het begin van een stadsgesprek zet zij uiteen dat naar wat zij weet dit ook is gezegd bij de bespreking van het Initiatievenfonds. Zij bevestigt verwachtingenmanagement een heel belangrijk thema te vinden. Zij vindt het absoluut van belang dat aan het begin van het traject goed te communiceren. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) dankt de wethouder voor haar reactie. Zij is blij dat dit punt op deze manier actief wordt opgepakt. Ze vraagt of dit ook in heldere taal wordt gecommuniceerd als het gaat om het budget dat beschikbaar is ten opzichte van wat voordien beschikbaar was. Wethouder Jongerius bevestigt de oproep te hebben gehoord. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) vraagt de wethouder te reageren op haar vraag naar het overzicht van wat het college van plan is te gaan doen met Domotica als input voor een gesprek. Wethouder Jongerius antwoordt hierover in het najaar in gesprek te zullen gaan. Zij wil zoveel mogelijk informatie hierover ophalen. Zij kan zich voorstellen dat een bijeenkomst nog veel meer informatie bijeenbrengt. Des te meer experts gaan deelnemen aan deze bijeenkomst, des te beter. Daarbij denkt zij ook aan wat er elders in Nederland op dit terrein gebeurt en mogelijk ook internationaal. Pagina 56 van 82

64 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Gemaakte afspraken, geen toezeggingen Als de raad daarom verzoekt zal de wethouder een voorstel doen tot aanpassing van de verordening voor het aantal handtekeningen bij het burgerinitiatief en de deelnameleeftijd. Zij zal beter bekend maken. De wethouder neemt zich ter harte dat aan het begin van de stadsgesprekken de kaders goed duidelijk gemaakt worden. Zij zal met haar collega s Geldof en Jansen in overleg gaan over hoe de gemeente meer kan ondersteunen van dan wel sturen op participatie bij gebiedsontwikkeling door derden. Nagaan of participatie rondom de startnotitie opgenomen kan worden in de plankosten en daarop een visie ontwikkelen. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en schorst vervolgens om uur de vergadering tot uur. 17 juni in de avond 6. Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid, hfdst 1.8 (JS) en VJN deels hfdst 2.2 programma s en hfdst 3 Investeren/kansen, hfdst 4 Bijlagen VJN, hfdst 5 en 6 Berap De commissie Mevrouw Dibi (PvdA) zal spreken over alle onderwerpen op deze agenda van vanavond. Zij stelt het overschot van 6,6 miljoen euro verstrekkingen in het kader van de Wmo op de jaarrekening aan de orde. Dat overschot komt in een ander daglicht te staan, afgezet tegen de signalen die de PvdA heeft ontvangen over een gebrek aan onderbouwing van afwijzingen van aanvragen. Eerder stelde haar fractie ook vragen over de afwijzing van de aanvraag van een mevrouw voor een aanpassing van haar badkamer om zich zelfstandig te kunnen blijven wassen en op die manier zelfredzaam te blijven. Dergelijke signalen komen vrij regelmatig voor. Uit navraag door het Utrechtse PvdA-Ombudsteam in de ambtelijke organisatie bleek dat ambtenaren zelf ook worstelen met de toekenningscriteria. Het is geen wonder dat de onderbouwing van afwijzingen vragen oproept. Daaraan toegevoegd de drastische kortingen op het aantal uren in het huishouden, is haars inziens de vraag gerechtvaardigd of de raad wel blij moet zijn met dit overschot. Goedkoop zou wel eens duurkoop kunnen zijn en haar verwachting is dan ook dat later een grotere zorgvraag gaat ontstaan. Dat wil de PvdA met de transformatie in het sociale domein voorkomen. Mevrouw Tielen (VVD) vraagt of mevrouw Dibi herkent dat dit enorme overschot op de Wmo-verstrekkingen niet voor het eerst is. In de toekomst zal dit nog wel eens de zorgvraag kunnen vergroten. Kijkende naar de cijfers constateert mevrouw Tielen dat die zorgvraag alleen maar kleiner is geworden. Zij vraagt hoe mevrouw Dibi dit ziet. Mevrouw Dibi (PvdA) bevestigt dat al een aantal jaren sprake is van onderbesteding. Ook daarover stelde haar fractie kritische vragen. Zij kan voor de 6,6 miljoen euro nergens een verklaring vinden. Zij herhaalt haar argumenten met betrekking tot het ombudsteam. Wanneer wat dat team beweert waar is, zou het bestuur daarmee iets moeten. Zij vraagt in dit kader of de wethouder kan zeggen voor welk totaalbedrag aanvragen zijn afgewezen en hoe zich dat bedrag in inhoudelijk opzicht verhoudt tot voorgaande jaren. Hoe heeft het percentage afwijzingen zich in de loop der tijd ontwikkeld? Herkent de wethouder het signaal uit de ambtelijke organisatie dat criteria niet altijd eenduidig zijn toe te passen? Zij verneemt graag hoe de wethouder hierover denkt. Ook over de bundeling van advies- en cliëntenraden stelde haar fractie eerder vragen. Met nog geen 4% in 2014 op de Wmo-verstrekkingen overgehouden, zou die bezuiniging ook op de advies- en de cliëntenraden een jaar kunnen worden uitgesteld. Iedereen kon die brief lezen. Zij verneemt graag van de wethouder of zij bereid is hierin mee te gaan om op deze wijze de krachtenbundeling een reële kans te geven. De PvdA maakt zich over de gevolgen van de grote kortingen in het aantal uren huishoudelijke hulp nog steeds zorgen. De fractie zei dit eerder al. Kan de wethouder zeggen welke ervaringen de huishoudcoaches hebben opgedaan en welke signalen daaruit zijn voortgekomen? In dit kader vraagt zij over de besteding van de Wtcg- CER middelen ook naar aanleiding van de uitgebreide mail van COSBO en SOLGU die ervoor pleiten deze middelen ook ten goede te laten komen aan de doelgroep. Het college doet nu een voorstel naar aanleiding van de motie 146. Zij vraagt de wethouder of dit betekent dat tot nu toe nog niemand een dergelijke tegemoetkoming heeft ontvangen. Zij vraagt wanneer het college dan tegemoetkomingen wel kan toekennen. COSBO en SOLGU deden volgens de PvdA waardevolle suggesties om een deel van de Wtcg-CER-middelen dat naar de bekostiging gaat van de Buurtteams, direct in te zetten om mensen die dat nodig hebben een beetje extra huishoudelijke hulp te bieden. Zij verneemt graag van de wethouder wat zij van deze suggestie vindt. Utrecht heeft als enige van de G4 geen lokaal discriminatiebeleid. Haar fractie vindt dit een gemiste kans. Zij vindt het bovendien niet kunnen. Atikel 1 heeft een mooi actieplan liggen die op alle beleidsterreinen aanbevelingen doet om discriminatie aan te pakken en te bestrijden. Mevrouw Dibi vraagt of het college bereid is alsnog aan de raad een lokaal discriminatieplan voor te leggen en deze in samenwerking met Artikel 1 vorm te geven. Pagina 57 van 82

65 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Dit college besloot om geen afzonderlijk diversiteitsbeleid uit te voeren. Mevrouw Dibi vraagt de wethouder naar de visie van het college over diversiteit binnen alle lagen van de organisatie en daarbuiten. Is de wethouder bereid om alsnog een plan van aanpak aan de raad voor te leggen voor het diversiteitsbeleid? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt wat in het diversiteitsbeleid zou moeten staan volgens de PvdA. Mevrouw Dibi (PvdA) vindt het heel belangrijk dat het college zijn visie geeft. De verschillende doelgroepen zijn afgeschaft. Het ontbreekt nu aan visie. Als het aan de PvdA ligt, komt het college met een concreet plan gericht op de diversiteit in de samenleving. Mogelijkheden ontstaan met subsidieverstrekkingen. Mevrouw Podt (D66) vindt het vreemd dat mevrouw Dibi zegt dat de doelgroepen weg zijn. Bij haar weten is nu sprake van een inclusief beleid en heeft dat beleid ook veel voordelen. Op ieder terrein kan iedere wethouder op zijn eigen manier goed kijken hoe dit past in het beleid. Dat lijkt haar heel positief. Zij is benieuwd naar de opvatting hierover van mevrouw Dibi. Mevrouw Dibi (PvdA) zou graag de doelen willen hebben en de resultaten van het inclusief beleid. Wanneer zij die krijgt, is zij het eens met mevrouw Podt. In 2000 is er sprake van een verdubbeling van trajecten met statushouders bij een gelijkblijvend bedrag. Zij vraagt de wethouder of er extra geld te verwachten is wanneer zich meer dan een verdubbeling zou voordoen in het aantal begeleidingstrajecten. Recentelijk zijn schriftelijke vragen gesteld over het gokbeleid. Zij vond de antwoorden teleurstellend. Van de tien vragen werden 7 met nee beantwoord. De conclusie was dat de kennis ontbrak en dat er geen beleid is om gokproblemen aan te pakken. Ze vraagt of de wethouder bereid is een onderzoek te doen een soort van nulmeting om de stand van zaken duidelijk te krijgen. Gokken is een groot probleem in Utrecht. Over het afschaffen van subsidies van euro voor de Kinderraad en de fikse korting van euro op de speeltuinen, merkt mevrouw Dibi op dat het duidelijk mag zijn dat de PvdA het daarmee niet eens is. Kinderen moeten gewoon kunnen meedoen. Kan de wethouder zeggen of hij de zorgen van haar fractie deelt en hoe hij de knelpunten gaat oplossen. Het overgewicht onder kinderen in krachtwijken is toegenomen ondanks de aanpak van JOGG. Zij leest niets terug over extra of andere maatregelen. Zij vraagt daarop de reactie van de wethouder. Mevrouw Baș (D66) merkt op dat de gemeente als het om de uitvoering van de Jeugdwet gaat, het beleid en de infrastructuur aardig op de rit heeft. Het beleid en de uitvoeringsorganisatie staan, de aanvullende zorg is beschikbaar en daarover worden goede afspraken gemaakt. Dat geldt voor de nieuwe Wmo, al maakt haar fractie zich zorgen over de krimp van het nieuwe Wmo-budget zoals blijkt uit de Meicirculaire. Taal en digitale vaardigheden zijn essentieel om op eigen kracht te kunnen blijven meedoen aan de samenleving. Uit het onderzoek naar aanleiding van de breed gesteunde raadsmotie nummer 46 vorig jaar, blijkt dat ongeveer 30% van alle Utrechters op een of andere manier digitaal niet vaardig is. Het gebrek aan deze vaardigheden brengt vooral inwoners in de knel met meervoudige problemen op sociaal, financieel en maatschappelijk gebied. Het maatschappelijk middenveld en de vele digitaal vrijwilligers bundelen de krachten al onder de noemer Leven en Leren. Organisaties gaven gisteren bij een conferentie aan dat er zowel knelpunten zijn als dat kansen onbenut blijven. Dat heeft niet alleen te maken met ontbrekende financiën, maar vooral ook met een gebrekkige samenwerking tussen de verschillende afdelingen. D66 wil graag vervolgstappen verbinden aan het onderzoek. Zij ziet daarom graag een uitvoeringsplan waarin de gemeente een faciliterende rol neemt en zij de samenwerkende partners versterkt. Het lijkt D66 het meest logisch om dat in te passen in het beleid van het Plan van Aanpak Laaggeletterdheid. Zij vraagt of de wethouder daartoe bereid is. Mevrouw Metaal (CDA) hoort mevrouw Baș zeggen dat er knelpunten zijn en financieringsproblemen. Vervolgens hoort zij haar over een actieplan praten waarin de gemeente zich faciliterend opstelt. Zij vraagt of de gemeente zich ook financierend mag opstellen. Mevrouw Baș (D66) antwoordt bevestigend en verwijst naar haar inbreng. Zij vervolgt haar inbreng met haar oproep aan de overheid de burgers op begrijpelijke en toegankelijke wijze te informeren. De communicatie vanuit de gemeente is echt nog te verbeteren. Veel Utrechters zijn ontevreden over die communicatie. Afgelopen maandag is al uitvoerig gesproken over de gemeentelijke website en het versneld implementeren van de webrichtlijnen. Haar fractie zou ook graag zien dat brieven, wijkberichten en andere communicatie in begrijpelijke taal worden opgesteld. Steeds meer organisaties leggen zichzelf standaarden op als het gaat om het taalniveau in de communicatie. Daarbij worden aannames gedaan over het taalniveau van de lezer en worden ook afspraken gemaakt over het niveau waarop de organisatie communiceert. Zij wil graag weten welke standaarden de gemeente Utrecht hanteert. Wat doet de gemeente al om haar communicatie op het gewenste niveau te krijgen? Zij ontvangt graag een reactie van de wethouder. Ondanks de stevige inzet van het college op mantelzorgondersteuning ontvangt haar fractie signalen dat het toch niet allemaal soepel loopt voor de mantelzorgers. Ze neemt aan dat ook andere fracties dergelijke signalen ontvangen. Het gaat daarbij om ingewikkelde procedures voor een indicatie bij aanvragen voor woningaanpassingen, het invullen van 15 formulieren op de gemeentelijke website, of de tijd die het mantelzorgers kost om Buurt- Pagina 58 van 82

66 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni teams uit te leggen hoe zij geholpen zouden moeten worden. Zij ervaart dat als hulp van de wal in de sloot. Hoe kan de gemeente invulling geven aan de aanbevelingen van de vele organisaties, waaronder de SOLGU? Utrecht als Agenda 22 gemeente klinkt mevrouw Baș als muziek in de oren. Helaas krijgt D66 vaak signalen dat op dit gebied eigenlijk nog weinig veranderd is. Bij de programmabegroting 2015, heeft D66 deze wethouder een toezegging gevraagd en gekregen dat voor Agenda 22 concrete doelstellingen en indicatoren bij de verschillende desbetreffende programma's worden opgenomen. Zij vraagt de wethouder of zij kan aangeven hoe en wanneer hieraan gevolg wordt gegeven Mevrouw Podt (D66) merkt op dat Utrecht mensenrechtenstad is. Voor D66 blijft die open tolerante stad een speerpunt. D66 is blij dat de raad zo breed voor de motie stemde om zonder voorwaarden vooraf de regeling voor bed, bad, brood en begeleiding voor mensen zonder verblijfsvergunning te behouden. Uit onderzoek naar de leefsituaties van ongedocumenteerde kinderen blijken enkele zaken nog om aandacht van de raad vragen. Één ervan is dat de behoefte aan jeugdhulp voor deze kinderen lastig in beeld te krijgen is. Het lijkt belangrijk dat organisaties en mensen zelf weten dat zij hiervan waar - nodig gebruik - kunnen maken. Stichting LOS bracht samen met het Utrechtse STIL enkele jaren geleden een boekje uit met basisrechten voor ongedocumenteerden. D66 wil ervoor zorgen dat dit boekje wordt geüpdate en breed wordt verspreid onder organisaties die specifiek werken met ongedocumenteerden, bijvoorbeeld ook bij Burgerzaken. De zorg voor jeugd is op te nemen in dit boekje, maar ook de nieuwe rechten met betrekking tot het doen van veilige aangifte, de opvang en de stages. Ze krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. De gemeente heeft een voorbeeldrol op het gebied van diversiteit en als organisatie veel te winnen bij een meer divers personeel. Dat was de reden voor D66 om eerder dit jaar een rondetafelconferentie te houden met ambtenaren over dit onderwerp. D66 is blij dat de wethouder eerder deze week toezegde de raad jaarlijks op de hoogte te zullen houden van de activiteiten die in de organisatie plaatsvinden om de diversiteit te vergroten. D66 is dan ook enthousiast over het tekenen van de verklaring van Amsterdam en van Dordrecht, waarmee de gemeente zegt zich te willen inzetten voor een zichtbare verbetering van de werkomgeving van LHBT s en voor het ondersteunen van transgenders op de werkvloer. Beide verklaringen bestaan uit een aantal concrete stappen. D66 verneemt graag welke plannen het college heeft om die stappen te concretiseren. Mevrouw Dibi (PvdA) hoort veel mooie positieve woorden. Ze vraagt of mevrouw Podt kan zeggen waar de raad het college straks op kan afrekenen als het gaat om diversiteit over alle lagen en over alle bevolkingsgroepen. Mevrouw Podt (D66) heeft geen behoefte om het college hierop af te rekenen. Zij vindt het positief dat onder de ambtenaren heel veel gebeurt en dat het college met dit verhaal de diversiteit weer een volgende stap geeft. Zij heeft daarin vertrouwen. Mevrouw Dibi (PvdA) trekt hierbij de conclusie dat mevrouw Podt op basis van niet weten toch heel blij is. Mevrouw Podt (D66) vindt dat het aan mevrouw Dibi is om die conclusie te trekken. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. Iedereen kon zien dat een bezuiniging in aantocht was op het speeltuinwerk. D66 sprak hierover open met mensen van de Sociaal Makelaarorganisaties. Het stap voor stap begeleiden van beheer door bewoners gaat op heel veel plaatsen gelukkig heel goed. Haar fractie maakt zich wel zorgen over de begeleiding in de wijken met minder zelfredzame bewoners, juist ook omdat het speeltuinwerk en de andere taken van Sociaal Makelaars in feite communicerende vaten zijn. Zij vraagt naar de gevolgen van deze bezuiniging voor de kwaliteit van het bredere werk van Sociaal Makelaars en hoe de gemeente ervoor zorgt dat het speeltuinwerk stevig blijft staan juist ook in kwetsbare wijken. Ze krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. Eerder sprak deze raad over het gevolg van experimenten met gereguleerde wietteelt. D66 is blij dat de wethouder de desbetreffende motie van haar fractie omarmde. In Amsterdam kondigde de burgemeester aan dat hij de mogelijkheden tot het vergroten van de stash (de voorraad van coffeeshops) boven de 500 gram zou aankaarten bij de minister. D66 ziet daarvan de voordelen, zowel voor de ondernemer als voor de veiligheid op straat. Zij vraagt zich af of ook de wethouder in het Utrechtse deze wens kan meenemen in zijn gesprekken met de minister. In mei van dit jaar bracht Unicef het jaarbericht Kinderrechten uit. Daarin staat dat participatie van jongeren op onderwerpen die hen aangaan echt beter moeten. Hun mogelijkheden om informatie aan te dragen is beperkt. De informatie over zaken die hen aangaan is vaak onbegrijpelijk. D66 en Student & Starter namen het initiatief tot een Raadsinformatieavond speciaal voor jongeren van jaar. Die Raadsinformatieavond zal deze groep jongeren op een laagdrempelige manier de mogelijkheid geven om hun ideeën aan te dragen. Daarnaast denkt D66 dat het belangrijk is om de jongeren veel actiever te betrekken bij hun dossiers. Zij verneemt graag hoe de wethouder dit ziet. Mevrouw Dibi (PvdA) hoort mevrouw Podt zeggen dat zij participatie heel belangrijk vindt. Ook haar fractie vindt dat belangrijk. Zij merkt op dat ondertussen wel euro subsidie afgepakt wordt van de Kinderraad. Zij is een groot voorstander van de Kinderraad. Zij vraagt naar de visie van mevrouw Podt daarop. Mevrouw Podt (D66) antwoordt dat zij daarop terecht zou komen in haar bijdrage. Voor de jongere kinderen is de Kinderraad een mooie gelegenheid om kennis te maken met participatie en burgerschap. Hoewel haar fractie heeft begrepen dat de stedelijke Kinderraad wordt geborgd door de Sociaal Makelaars, lijkt het D66 goed om de banden tussen de Kinderraad en de volwassenraad in de toekomst te behouden. In de draaiboeken voor de Pagina 59 van 82

67 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Kinderraad is het inschakelen van raadsleden nu niet opgenomen. Zij vraagt of het college daaraan iets kan doen. Ook ziet haar fractie graag dat uitzicht behouden blijft op de participatie van alle verschillende Kinderraden aan de stedelijke Kinderraad. Zij verneemt graag de reactie van de wethouder. D66 is heel tevreden over de opvang van de tekorten in het jongerenwerk in deze Voorjaarsnota. Tijdens de discussies over preventie van radicalisering is uitgebreid gesproken over de sleutelrol van de jongerenwerkers. D66 is blij dat het college de fractie heeft gehoord. De heer Meijer (D66) merkt op dat met de uitvoering van de nieuwe Jeugdwet het lokaal bestuur zijn zaakjes aardig op orde lijkt te hebben. Toch blijkt uit onderzoek van diverse partijen, dat het slecht gesteld is met de kinderrechten in Nederland, zoals ook blijkt uit het eerder genoemde jaarbericht Kinderrechten van Defence for Children. Bij kinderrechten denken veel mensen vaak aan het tegengaan van kinderarbeid in de landen die ver weg liggen. Voor een deel is dat terecht. Maar kinderrechten gaan ook over zaken die in Utrecht relevant zijn. D66 is van mening dat Utrecht het initiatief moet nemen. Zijn fractie heeft op dit gebied een duidelijke ambitie: Utrecht wordt Kinderrechtenstad. Utrecht is een stad waarin zowel beleidsmatig als in de dagelijkse praktijk het internationaal verdrag van de rechten van het Kind in de volle breedte een plek heeft. Utrecht moet uitblinken in de toegankelijkheid van het onderwijs en in goede zorg voor alle kinderen. Van belang is de privacy van kinderen te waarborgen. Het is goed wanneer kinderen zich gesteund voelen in de ontwikkeling van hun identiteit. Kinderen hebben inspraak in zaken die hen aangaan en kinderen groeien niet op in armoede. Volwassenen beschermen kinderen tegen misbruik en mishandeling. Utrechtse kinderen voelen zich veilig. Hij vraagt of de wethouder die ambitie deelt. Mevrouw De Boer (GroenLinks) kan zich voorstellen dat weinig mensen deze ambitie niet delen. De vraag is dan hoe dit te realiseren. De heer Meijer (D66) vervolgt zijn bijdrage met op te merken dat een eerste stap in de goede richting nagaan is waar de verbeterpunten zitten. Utrecht moet die aanpakken. Hij roept de wethouder op tot het laten doen van een kritisch onafhankelijk onderzoek door deskundigen zoals het kinderrechtencollectief, waarvan Unicef en de Stichting Kinderpostzegels deel uitmaken. Mevrouw Metaal (CDA) begrijpt dat de heer Meijer dit punt naar voren brengt omdat de Kinderombudsman een rapport heeft geschreven. Vervolgens wil hij een onderzoek doen naar de knelpunten. Zij veronderstelt dat die knelpunten in het rapport van de ombudsman genoemd worden. Zij vraagt of veel geld te besparen is door dat als uitgangspunt te nemen. De heer Meijer (D66) licht toe dat het rapport van het kinderrechtencollectief gedaan is op basis van landelijke wet- en regelgeving en de uitvoering daarvan nog te weinig op het gebied van lokale regels. Hij wil graag weten hoe het staat met Utrechtse plannen en hoe adequaat en doeltreffend die zijn. Om die reden doet hij zijn oproep het onderzoek te doen. Met de aandachtspunten die dat onderzoek oplevert, moet Utrecht aan de slag, samen met kinderen, ouders, experts, hulpverleners, de Buurtteams en de ambtenaren. Hij vraagt of de wethouder kan toezeggen dat hij dit gaat oppakken. Zo verwacht de heer Meijer dat Utrecht een voorbeeld wordt voor andere gemeenten en wordt Utrecht een broedplaats voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Mevrouw De Boer (GroenLinks) denkt dat heel veel gegevens al bekend zijn. Als voorbeeld noemt zij de kinderen die in armoede leven. De heer Meijer kan dat lezen in de armoedemonitor. Wanneer de heer Meijer dit plan uitvoert vraagt zij zich af waar hij het extra geld gaat halen voor de aanpak van armoede. Dat geld is dan hiervoor nodig. De heer Meijer (D66) vindt het in ieder geval een verantwoordelijkheid om te doen wat gedaan moet worden. Hij verwacht witte vlekken in de Utrechtse aanpak, zowel in het onderwijs als in de armoedebestrijding als in de participatie van kinderen, als in de Jeugdzorg. De heer Meijer wil weten waar die witte vlekken zitten en hij wil graag dat de wethouder die oppakt met het verdrag voor de rechten van het kind in de hand. D66 zet hiermee de stip op de horizon. Als het aan D66 ligt, wordt Utrecht de Kinderrechtenstad. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt dit betoog van de heer Meijer frappant. Hij vraagt zijn aandacht voor de begroting voor jeugd van de afgelopen jaren en van de komende jaren. Dan gaat er alleen geld af. Miljoenen zullen bezuinigd worden op de jeugdhulp. Miljoenen worden bezuinigd op de inkoopafspraken. Het bestuur van de stad kan niet anders. Hij ervaart het verhaal van de heer Meijer als klotst het geld tegen de plinten. Hij vraagt hem boter bij de vis te doen en te zeggen waaruit het onderzoek betaald moet worden. Hij noemt in dit verband het extra geld voor armoede en allerlei extra initiatieven bij speeltuinen. Hij krijgt graag de reactie van de heer Meijer. De heer Meijer (D66) wil vooral nu allereerst nagaan waaraan het bestuur van de stad dat weinige geld dat er nog is voor deze groep moet besteden. Daarvoor is dat onderzoek nodig. Waar liggen de ontwikkelpunten van de stad? Hij wil daarop investeren. Hij vindt dat en een duidelijke ambitie belangrijk. Mevrouw Metaal (CDA) sluit zich aan bij de inbreng van mevrouw Baș mensen in Utrecht zijn digibeet. Die kunnen niet goed meekomen in deze stad van kennis en cultuur. Zij kan zich voorstellen dat het college zich dat aantrekt. Het faciliteren zou misschien meer als boter bij de vis moeten gaan. Dit heeft niet alleen te maken met digitaliseren en mensen wegwijs maken op computers. Dit heeft alles ook te maken met de aanpak van radicalisering, met veiligheid, met participatie, met van alles en nog wat. Pagina 60 van 82

68 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Hoe tevreden culturele instellingen zijn, zo ontevreden of bezorgd zijn heel veel organisaties op het gebied van zorg en welzijn. Het CDA maakt zich nog steeds grote zorgen over de enorme bezuiniging op huishoudelijke hulp. Die kreeg Utrecht weliswaar van het Rijk opgelegd, maar die is redelijk doorvertaald. Met de 840 bezwaarschriften spant Utrecht landelijk de kroon. In Binnenlands Bestuur werd gerept over het grote aantal bezwaarschiften landelijk dat grond werd verklaard. Mevrouw Metaal is heel erg benieuwd naar de stand van zaken hiervan in Utrecht. Zijn daarover al cijfers en welke zijn daarvan de gevolgen? Naast zorgen over huishoudelijke hulp maakt haar fractie zich zorgen over de opvang van verwarde mensen, over de toegang tot de Jeugd-GGZ en over algemene ondersteuning van mensen die hulp nodig hebben bij het dagelijks leven. Het CDA onderschrijft de noodkreet van belangenbehartigers zoals de fracties in de raad die hebben gekregen. Zij kijken met andere spelers naar hoe de verdere samenwerking verder vorm te geven is. Mevrouw Metaal vindt het een goede zaak dat dit gebeurt. De eerste opzet die zij zag van de Bundeling, ziet er goed uit. Ze vindt dat veelbelovend. Zoals gezegd is dit jaar voor iedereen wel een overgangsjaar. Het college voelt dat ook wanneer zij ziet dat het college een pas op de plaats wil maken bij de Inkoop Wmo en de jeugdzorg als het gaat om het aantal spelers om de rust te bewaken. Het CDA zei in de besprekingen dit te begrijpen. Zij vraagt zich wel af waarom de belangenbehartigers die rust niet wordt gegund van Utrechts meest kwetsbare inwoners. Om in het veranderende landschap dit jaar hun kerntaken te volbrengen en daarbij een flinke reorganisatie door te voeren is een enorme opgave. De wethouder geeft in de inleiding op de stukken complimenten over de inzet bij de Bundeling. Mevrouw Metaal vraagt de wethouder hen ook een half jaar rust en ruimte te geven om deze operatie uit te voeren. Zij sluit zich aan bij de inbreng van D66 over de Sociaal Makelaars. Zij hoorde dat heel veel naar voren kwam bij de bespreking van het nieuwe Initiatievenfonds. De Sociaal Makelaars zullen via dat fonds die zaken gaan oppakken. Ook zij worden net na de start al weer met een korting geconfronteerd. Haar fractie ziet weer problemen ontstaan, bij onder meer het speeltuinwerk. Ook wordt een overloop gezien vanuit de Buurtteams. Soms kunnen Buurtteams niets voor mensen doen. Zij geven dan de suggestie maar eens te gaan kijken bij de Sociaal Makelaars. De Sociaal Makelaars zeggen vrijwilligers te willen vinden die de huishoudelijke hulp komen doen. Zij merkt op dat het hun taak niet is en zij ziet dat dit hen niet lukt. Zij vraagt zich af of het speeltuinwerk en de andere taken van de Sociaal Makelaars gewaarborgd kunnen worden. Zij vraagt ook of geëvalueerd wordt hoe het samenspel tussen Buurtteams en Sociaal Makelaars functioneert. Met betrekking tot de Wtcg-gelden nam de raad eind vorig jaar een motie aan. Die motie hield in dat het geld besteed moest worden aan de doelgroep, en niet alleen aan de minima. Ondertussen is Utrecht op de helft van 2015 beland. Mensen zitten al even zonder geld. Zij doelt in dit verband vooral op de compensatie voor chronisch zieken. Zij vraagt wanneer het geld in hun richting zal gaan. Het CDA maakt zich met andere partijen zorgen over de krimp waarover in de Meicirculaire is gesproken. Zij benadrukt dat het geld niet tegen de plinten klotst. Zij sluit zich aan bij de eerder genoemde zorgen over de mantelzorgers. Mevrouw Scally (GroenLinks) haalt aan dat de burgemeester in de maandagvergadering zei dat 75% van het budget preventie radicalisering naar welzijnsachtige maatregelen gaat. GroenLinks is blij met een dergelijke verdeling. Wat haar fractie betreft zit echte preventie in de inclusieve samenleving en in het tegengaan van discriminatie en ook in het contact zoeken met de migrantenzelforganisaties. Zij is het eens met de PvdA dat aandacht voor discriminatie zeer belangrijk is. Naar zij weet werkt de wethouder aan een stuk in het kader van Utrecht zijn we Samen. Zij verwacht dat de wethouder daarop zal ingaan. Ook op andere punten kan mevrouw Scally zich aansluiten en zit zij op de lijn van voorgaande sprekers. Zij kan zich aansluiten bij de vragen van de PvdA over de statushouders en bij de opmerkingen over digitalisering van D66. Het VN verdrag over de rechten van personen met een handicap wordt binnenkort geratificeerd. Hieruit voortvloeiend, stellen verschillende gemeenten, organisaties en bedrijven en de Rijksoverheid een zogenoemde pledge op. Dit betreft doelstellingen op het gebied van de toegankelijkheid. Het ratificeren van dit verdrag zal grote gevolgen hebben voor de stad en dit verdrag zal verder strekken dan de al eerder genoemde huidige Agenda 22. Mevrouw Scally is benieuwd of het college met dit verdrag bekend is. Is de wethouder bereid in kaart te brengen waar de aanpassingen voor Utrecht precies plaats moeten vinden? Zij beschouwt dat als de aanloop om vervolgens ook in Utrecht te kijken naar een soortgelijke pledge. Mevrouw De Boer (GroenLinks) gaat in op jeugd, maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid. Zowel wat betreft jeugd als maatschappelijke ondersteuning ligt de focus heel sterk op de Buurtteams en op de aanvullende zorg. Zij vindt dat terecht vanwege de enorme opgave. Voor het programma Jeugd is het effect van de Meicirculaire zoals verwacht. De risico s blijven echter groot. Datzelfde geldt ook voor de Wmo. Om die reden is GroenLinks heel blij dat het college voorstelt om het fonds decentralisaties weer aan te vullen naar 20 miljoen euro, juist ook om die risico's te kunnen opvangen. Onlangs stond de commissie al stil bij de inkoop van Zorg. Haar fractie kijkt uit naar de toegezegde expertmeetings hierover. Pagina 61 van 82

69 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Met de aandacht voor de Buurtteams in de jeugdhulp moet de gemeente de aandacht voor het gewoon opgroeien niet vergeten. Onlangs ontving de commissie een brief van het college over de invulling van de taakstelling Jeugd en Vrije Tijd. Voor een groot deel kan GroenLinks zich daarin vinden. Daar wordt ook meer gezocht naar de inzet van bewoners en vrijwilligers, bij bijvoorbeeld de speeltuinen. Het is wel belangrijk dat de gemeente het goed volgt. In die brief kondigt het college een onderzoek aan dit te bestuderen. GroenLinks vindt dat een belangrijke stap. Zij vraagt het college goed in de gaten te houden wat op dat vlak gebeurt. Een onderdeel van de taakstelling op het programma Jeugd, is ook het stopzetten van de stedelijke coördinatie op de Kinderraad. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of zij mevrouw De Boer hoort zeggen dat de fractie van GroenLinks voorstander is van de inzet van vrijwilligers op de speeltuinen. Zo ja, is zij zich ervan bewust dat in bepaalde wijken het (a) helemaal niet zo vanzelfsprekend is die vrijwilligers te hebben en dat die de capaciteit hebben en (b) dat de gemeente ook te maken heeft met kwaliteit. De gemeente heeft ook geschoold personeel nodig om op een professionele manier met de kinderen te kunnen omgaan. Ook daar ziet zij een risico. Zij vraagt hoe mevrouw De Boer dit ziet. Mevrouw Metaal (CDA) merkt op dat het percentage vrijwilligers in Utrecht jarenlang heel hoog en stabiel is op 40%. Heel veel extra wordt al aan vrijwilligers gevraagd op heel veel beleidsvlakken. Zij vraagt waar de gemeente die vrijwilligers zal gaan vinden. Mevrouw De Boer (GroenLinks) merkt op dat met betrekking tot dit laatste in de afgelopen jaren al is ingezet. Te zien is dat mensen juist in hun eigen buurt, bijvoorbeeld bij een speeltuin, over het algemeen bereid zijn zich in te zetten. Zij bevestigt dat dit verschilt per wijk en per buurt. Mevrouw Dibi zegt dat terecht. Als het aan GroenLinks ligt wordt niet voor niets gezegd in de brief van het college dat goed gekeken moet worden naar wat op welke plek nodig is. Het is niet mogelijk over de hele stad te zeggen alles los te laten en dat de buurt het zelf mag doen. Dit moet per speeltuin bekeken worden. Dat is het onderzoek, de monitoring die daarop moet plaatsvinden. Een onderdeel van de taakstelling op het programma Jeugd is ook het stopzetten van de stedelijke coördinatie op de Kinderraad. Het risico is daardoor dat de Kinderraad langzamerhand zou kunnen verdwijnen. GroenLinks zou dat enorm betreuren omdat de Kinderraad heel erg bijdraagt aan de burgerschapsvorming van kinderen. Zij vindt het instrument Kinderraad redelijk uniek. Ook hierop wil GroenLinks graag een toezegging van het college dat er goed gemonitord wordt of het wegvallen van de stedelijke coördinatie ongewenste effecten heeft waardoor de Kinderraad uiteindelijk zal verdwijnen. GroenLinks kan zich goed vinden in het beschikbaar stellen van een budget voor jongerenwerk. Het jongerenwerk is positief beoordeeld bij de recente visitatie in het kader van noodzakelijke bijdragen aan het gewoon opgroeien in Utrecht en in het kader van tijdige signalering van problemen. GroenLinks is daarmee erg blij. Maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid zijn beide uitgebreid in de commissie besproken of ze staan binnenkort op de agenda. Zij ontving recentelijk de nota Volksgezondheid. Behalve de eerder genoemde punten, staat in het Coalitieakkoord dat wordt ingezet op innovatieve toepassingen, zoals op de inzet van Domotica om mensen langer thuis te laten wonen. Dat is in de ogen van GroenLinks veel breder. Dan gaat het feitelijk om de inzet van slimme technologie. GroenLinks denkt dat wanneer de gemeente dat goed doet, zij veel kansen creëert om het welzijn, de gezondheid en de gezondheidsvaardigheden van de inwoners te vergroten. Dit draagt ook bij aan gezond en tevreden langer thuis wonen, aan participatie en aan een toegankelijke stad. Met de bespreking van de nieuwe nota Volksgezondheid zal haar fractie hierop terugkomen. Omdat het zo van belang is dit nieuwe terrein in verbinding te brengen met de verschillende beleidsgebieden, dus ook welzijn en maatschappelijke ondersteuning, vraagt GroenLinks bij de Voorjaarsnota hiervoor ook al aandacht om een stevige basis te leggen voor dit dossier. Zij verzoekt het college dit najaar een overzicht te geven van de ontwikkelingen op dit gebied. Wat ziet het college voor zich? Waarop wil het college met slimme technologie inzetten? Welke rol ziet de gemeente voor zichzelf? Met welke partners? Welke doelen en verwachtingen heeft het college op dit terrein? Zij vraagt dit omdat dit in het Collegeakkoord eigenlijk al aangekondigd is. Zij zou graag in het najaar met de raad, inwoners en partners en met de gemeente in gesprek gaan over de stand van zaken en de mogelijkheden en over de koers die de gemeente in dit opzicht moet inzetten. Zij vraagt de reactie van beide wethouders omdat dit op meerdere gebieden gaande is. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) refereert aan het verzoek om de bezuiniging op Advies en Cliëntenraden een jaar uit te stellen. Hoe denkt de GroenLinks fractie daarover? Mevrouw Scally (GroenLinks) merkt op dat nu al heel lang van tevoren is aangekondigd dat verschillende cliëntengroepen samen zouden komen. Voor haar staat voorop dat elke cliëntenraad een eigen uniek karakter heeft en houdt met zijn eigen achterban en dat die kennis niet verloren moet gaan. Naar haar weten ligt er een plan waarin dat mogelijk is. Zij is er geen voorstander van dit nu weer uit te stellen. Opnieuw uitstellen betekent weer in dezelfde discussie terechtkomen. Het lijkt haar goed om nu met het plan dat voorligt door te gaan. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) concludeert dat GroenLinks niet bereid is mee te denken over een alternatieve dekking en een uitstel van de bezuiniging met een jaar met enkele fracties die dit hebben genoemd. Mevrouw Scally (GroenLinks) antwoordt bevestigend in die zin dat dit dan wel kort samengevat is. Pagina 62 van 82

70 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer Stahl (Stadsbelang) merkt op dat 2014 zowel voor professionelen als voor de inwoners van de stad die van de diensten gebruik maken, een moeilijk jaar is. Uiteraard was dit ook een moeilijk jaar voor de raad als het gaat om de te nemen beslissingen. Hij leest in de jaarstukken dat het college veel aandacht heeft voor positieve ontwikkelingen in de stad op deze beleidsterreinen. Uiteraard mag het college zijn zegeningen tellen. Maar er zijn ook punten die te verbeteren zijn. Die las Stadsbelang niet terug in de stukken. Stadsbelang Utrecht zou het mooi vinden dat zowel in de Voorjaarsnota als in de begroting aan die te verbeteren punten aandacht wordt besteed. De aandacht daarvoor zou een goed uitgangspunt zijn voor nieuw beleid of voor de verbetering van beleid. Graag verneemt Stadsbelang Utrecht van de wethouder welke verbeterpunten het college ziet. Is het college bereid dit in de volgende jaarstukken of in de begroting van 2016 op te nemen? Volksgezondheid en welzijn van inwoners zijn voor Stadsbelang belangrijke draagvlakken voor de Utrechtse economie. Wanneer beide er goed voor staan, zullen de bewoners optimaal in staat zijn een goede bijdrage te leveren aan de Utrechtse economie. Wanneer een van beide ontbreekt, zal dat grote financiële consequenties hebben voor de inwoners en voor de stad zelf. Hij denkt hierbij aan de bijstand, schuldhulpverlening en alle zaken die daarmee raakvlakken hebben. Stadsbelang Utrecht hecht veel waarde aan het helpen van inwoners op een efficiënte manier. Dat betekent ook het vereiste slagvaardig optreden van de ambtelijke organisatie om de inwoners zo snel mogelijk weer op weg te helpen en weer een positieve rol te vervullen in de Utrechtse samenleving. Omdat dit meerdere beleidsterreinen omvat, meerdere diensten en meerdere wethouders, denkt Stadsbelang dat hier nog heel veel efficiëntie is te halen. De heer Stahl vraagt om die reden aan de wethouder hoe het college deze slag zal maken en op welke termijn het college aan de raad denkt te laten zien hoe deze effiëntieslag gerealiseerd is of zal worden. Hij vraagt de reactie van de wethouders. In het afgelopen jaar is hard gewerkt aan de inrichting van de Buurtteams. Uit informatie is gebleken dat de Buurtteam steeds meer bekendheid krijgen in hun directe omgeving. Op een aantal vlakken vonden snel verbeteringen plaats en zijn ook nog verbeteringen nodig. De doorverwijzing naar de aanvullende zorg verloopt niet altijd volmaakt. Dat betekent vooral kritiek op de gezondheidszorg waarop de diverse huisartsen al hebben gereageerd. De huisartsen zijn niet geëquipeerd voor de positie die ze hiermee hebben gekregen. Hij vraagt de wethouder voorstellen te doen om tot verbeteringen te komen. Het gaat Stadsbelang Utrecht om te bevorderen dat inwoners zo snel mogelijk weer efficiënt aan de samenleving kunnen bijdragen. Bij inwoners in de stad zijn veel schulden. Op basis van de huidige cijfers neemt het aantal inwoners met schulden nog steeds toe. Daarbij zit ook een groep mensen die onverantwoorde uitgaven deden. Stadsbelang Utrecht vindt dat zorgelijk. Dit veroorzaakt veel bijeffecten waaronder persoonlijke, mentale en fysieke. Ook de gezinsleden ervaren direct de lasten daarvan. Zij kunnen niet meer sporten, meedoen aan uitjes, aan verjaardagsfeestjes en zij kunnen verzorgen hun kleding niet meer goed verzorgen. Uiteindelijk komt een dergelijk gezin in een isolement terecht waar het moeilijk uitkomt. Vele gezinnen staan zo jarenlang onder bewindvoering of onder een budgetbeheerder van de gemeente Utrecht. Daarmee is jaarlijks 1300 euro gemoeid voor 16 uur dienstverlening. Hij ontvangt graag van de wethouder een financieel overzicht van het aantal inwoners dat van schuldhulpverlening gebruik maakt en hoe lang periode van hulp per gezin duurt. Ook wil hij graag de totale kosten weten. Hij vraagt de reactie van de wethouder. De schuldhulpverlening loopt in de gemeente Utrecht nog niet optimaal. Veel aspecten hiervan zijn voor verbetering vatbaar. Het traject schuldsanering duurt gemiddeld drie jaar of langer en daarna komt de kwijtschelding. Het gaat vaak om een aflossing van euro per maand. Dat betekent op basis van euro dat een gemiddelde schuldeiser met ruim zesduizend euro aan schuld blijft zitten. Om tot een snelle afhandeling te komen, stelt Stadsbelang Utrecht voor om een andere richting in te slaan. Hij denkt aan een fonds waaruit alle schulden betaald worden en mensen daaruit een aflossing kunnen doen met rentepercentage van 1% nadat in het eerste jaar de procedures gevolgd zijn volgens de wettelijke voorschriften. Hij ontvangt graag de reactie van de wethouder en een toezegging dit voorstel verder uit te werken. Diverse keren is gesproken over de betrokkenheid van belangenorganisaties. Zijn fractie verneemt graag hoe het in de praktijk uitwerkt tot een goed stuk beleid. Op welke wijze kan de wethouder ervoor zorgen dat de belangenorganisaties goed verankerd worden zodat de draaicirkel wordt doorbroken van de afgelopen maanden. Hij ontvangt graag de reactie van de wethouder. Verder kan hij zich aansluiten bij de opmerkingen van de PvdA over huishoudelijke hulp, de uitspraken van D66 over mantelzorg en digitalisering, de zorgen die geuit zijn over de Meicirculaire en bij de uitspraken over de Kinderraad. Mevrouw Tielen (VVD) maakt beide wethouders haar complimenten. Voor een groot deel is het gelukt om te gaan zorgen en zich geen zorgen te gaan maken. In de bespreking van de eerste kwartaalrapportages is hierover al gesproken. Al eerder zijn opmerkingen gemaakt over het gigantische overschot van 6 miljoen euro in 2014 op de Wmo-verstrekkingen. Vooruitblikkend naar 2015 pleitte de VVD al voor realistischer begroting op deze post om het betreffende geld op een andere wijze te kunnen besteden. Helaas is daaraan geen gehoor gegeven. Voor haar gevoel wordt de raad keer op keer aan het lijntje gehouden - drie jaar op rij vindt zij structureel en niet incidenteel. Zij sluit zich aan bij de vragen van de PvdA meer inzicht te krijgen in de getallen. Anders dan alleen de afwijzingen wil zij ook graag het aantal toewijzingen en typen zodat zij inzicht krijgt in het gebied waarover nu Pagina 63 van 82

71 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni gesproken wordt. Anders dan de PvdA vindt de VVD het niet nodig om het geld op te maken. Zij pleit er vooral voor het geld vooral goed te besteden. Mevrouw Koelmans (SP) vraagt wat goed besteden is. Waar kan het geld dan heen? Mevrouw Tielen (VVD) vindt op zichzelf de poging om het risico af te dekken in het Decentralisatiefonds een prima besteding. Zij pleit er dan wel voor dit van tevoren te bedenken. Zij zal later terugkomen op deze vraag. Mevrouw De Boer (GroenLinks) sluit zich aan bij de vraag van mevrouw Koelmans. Zij kan zich herinneren dat bij de discussie over de dekking van het gat op armoede voor dit jaar gezegd is dat in 2014 geen geld zou overblijven op de Wmo omdat er zoveel aanvragen kwamen dat het geld beslist zou opgaan. In dat licht gezien vindt zij 6 miljoen euro veel geld nu er dan toch geld is overgebleven. Mevrouw Tielen (VVD) wil graag met betrekking tot de ambities en de ontwikkelingen op het gebied van gezondheid, welzijn en jeugd een aantal vragen en opmerkingen plaatsen, te beginnen met jeugd en Volksgezondheid. De VVD wil liever dan experimenteren aandacht voor structurele en continue verbeteringen als het gaat om gezondheid en jeugd. Zij benoemt daarbij drie onderwerpen: tabaksgebruik, JOGG en het buiten spelen. In het voorgestelde volksgezondheidbeleid is nog niet veel terug te vinden over het beleid om tabaksgebruik te ontmoedigen. Vooruitlopend op de commissie in augustus en september, vraagt zij van de wethouder wat hij van de raad nodig heeft om meer aandacht te besteden aan dit groeiende probleem. Daarnaast las de VVD met interesse over de opbrengsten van de JOGG-projecten. Helaas is in die documentatie weinig terug te vinden over de kosten. De VVD vraagt de wethouder om voor de bespreking van het volksgezondheidbeleid deze kosten en opbrengsten inzichtelijk te maken en deze ook te benchmarken naar de opbrengsten en kosten van JOGG of soortgelijke programma s in andere grote gemeenten. Mevrouw Koelmans (SP) antwoordt dat het voor 2015 om euro gaat, voor 2016 om euro en voor euro. Mevrouw Tielen (VVD) had die getallen ook. De totale getallen van de afgelopen jaren vindt zij daarbij ook interessant. Haar vraag is feitelijk welke kosten tegenover welke opbrengsten staan. Zij vraagt dit de wethouder. Met betrekking tot het buiten spelen haalt zij Jantje Beton aan: Buitenspelen maakt kinderen vrolijk en blij - zij vermoedt dat iedereen dit herkent. Actief buiten bewegen met andere kinderen stimuleert zowel lichamelijke als sociale gezondheid. In Utrecht zijn voldoende parken, speelpleinen en plantsoenen vergeleken met de Jantje Beton-norm. Toch maakt haar fractie zich enorme zorgen. Te weinig kinderen bewegen voldoende. Nauwkeuriger gezegd merkt zij op dat veel Utrechtse meisjes te weinig bewegen, veel minder dan de jongens en dan vooral in een wijk als Overvecht. Dat ligt niet aan het aantal speelplekken, maar aan het gevoel van veiligheid rondom de speelplekken. Mogelijk spelen culturele overwegingen ook een rol. De VVD vraagt de wethouder of hij het ermee eens is dat jongens en meisjes in Utrecht vrij en veilig moeten kunnen buitenspelen. Hoe zal de wethouder vanuit jeugdwelzijnswerk ervoor zorgen dat dit mogelijk is. Met betrekking tot welzijn, maatschappelijke ondersteuning en opvang gaat zij in op de bundeling van cliëntenadviesraden en belangenorganisaties. Enkele andere partijen spraken hierover al. Haar fractie ontving vandaag enkele brandbrieven over benodigde bedragen. De VVD vindt dat de richting die nu is ingezet er goed uitziet en goed op tempo is. De VVD vraagt zich wel af op basis van welke criteria de wethouder nu de euro s verdeeld. De raden en de organisaties met een brede achterban vragen om meer geld, zoals AKO met meer dan belanghebbenden en de cliëntenraad Wmo met ongeveer mensen in de achterban. De VVD denkt dat voor het geheel niet meer geld is, maar zij is er wel van overtuigd dat de verdeling anders kan. Zij vraagt of de wethouder kan toelichten waarom de organisaties in de clusters W&I en Maatschappelijke Ondersteuning tussen 4 en 6 euro per persoon in de doelgroep te besteden krijgen en enkele organisaties in de maatschappelijke opvang ruim het dubbele of nog veel meer. Zij vraagt maar de achtergrond van de ruim euro subsidie die de wethouder volgens het voorstel wil toezeggen aan de Stichting GOUD. Die stichting vertegenwoordigt nog geen 800 mensen. Vindt de wethouder belangenbehartiging van onafhankelijke harddrugsgebruikers zodanig meer bijdragen aan de stad dan de hulp aan chronisch zieken, gehandicapten of ouderen? De VVD kan zich dat niet voorstellen en wil weten hoe de wethouder deze keuze kan toelichten aan de raad en daarmee aan de inwoners van de stad. Mevrouw Podt (D66) begreep dat organisaties geld krijgen voor verschillende activiteiten. Het geld is niet alleen bestemd voor de adviezen die zij geven, maar ook voor de cliëntenbegeleiding. Daarin zitten grote verschillen tussen organisaties. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of mevrouw Tielen enig idee heeft van de zwaarte van de doelgroep van Stichting GOUD. In die doelgroep zitten veel chronisch zieken. Mevrouw Tielen (VVD) bevestigt daarvan een idee te hebben maar zij vindt het bedrag in geen verhouding staan tot bedragen aan andere belangenbehartigende organisaties. Zij wil graag weten hoe de wethouder dit ziet. Over de mantelzorgers sluit zij zich aan bij de oproep en de vragen van D66 als ook bij de vragen en opmerkingen over de Wtcg-gelden van mevrouw Metaal van het CDA. De VVD vindt het goed dat het college inzet op begeleiding van statushouders zoals is uitgelegd in de stukken aan de commissie. Zij vindt het jammer dat in het AZC 250 statushouders zitten die al heel lang wachten op een huis. Ze vraagt of de wethouder het een goed idee vindt om een moreel appel te doen op mensen die nu scheef Pagina 64 van 82

72 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni wonen in een sociale huurwoning om plaats te maken voor statushouders zodat zij perspectief kunnen opbouwen in deze stad. De heer Stahl (Stadsbelang) vraagt wat de VVD dan doet met de mensen die al op de wachtlijst stonden. Hebben die geen voorrang? Mevrouw Tielen (VVD) refereert aan de uitspraken van wethouder Jansen. Zij antwoordt dat dit het dilemma is van iedereen. Hoe ervoor te zorgen dat alle mensen die graag een woning willen in Utrecht, ook een woning krijgen. Sommige mensen wachten al acht á tien jaar op een woning. Ook voor die mensen geldt dat het fijn is wanneer mensen die nu scheef wonen, plaatsmaken voor mensen die recht hebben op een sociale huurwoning. Dat geldt wat haar betreft zeker voor statushouders. Mevrouw De Boer (GroenLinks) vraagt de VVD of die fractie dan mogelijk van mening is dat het handiger is om in plaats van sociale huurwoningen te verkopen, meer woningen te gaan bouwen. Mevrouw Tielen (VVD) vindt deze vraag heel terecht en zij parkeert die vraag om daarop later terug te komen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) sluit zich aan bij de uitspraken van mevrouw Baș over de digitaliseringskloof en Leven en Leren stond eigenlijk in het teken van de start van de decentralisatie. Inderdaad lijkt het erop dat de gemeente Utrecht haar zaakjes aardig op orde heeft. Hij belicht de positie van de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten en de doelgroep die betrokken is bij jeugd en jeugdhulp. In de portemonnee van deze mensen gebeurt van alles. Dat heeft vooral te maken met veranderingen in eigen bijdragen, maar ook met kleinere veranderingen, met het armoedebeleid en met het wegvallen van het Mantelzorgcompliment. Hoeveel in de portemonnee is veranderd, is niet zo bekend. Om die reden is zijn fractie ontevreden over het voorliggende Wtcgvoorstel. Zijn fractie heeft geen idee wie precies ondersteuning behoeft en hoeveel. Daarop moet het college beter zicht geven. Hij vraagt de wethouder dat zicht te leveren en het voorstel op de Wtcg daarop beter aan te passen. Ondertussen heeft de gemeente te maken met allerlei verschillende sociale kaarten: Welkome Wijk, MEE, de U- Gids, de Disk (digitale sociale kaart Utrecht) en nog enkele andere. De regie lijkt te ontbreken. Ondertussen investeert het college op allerlei fronten in ICT. Hij verwacht dat het dan mogelijk is om een goede piekfijne en adequate sociale kaart te maken waarin de aanbieders en allerlei verschillende organisaties kunnen zien welke organisaties betrokken zijn in de wijk. De huidige sociale kaarten zijn ofwel niet adequaat, ofwel nog in ontwikkeling en ondertussen zijn alle organisaties bezig met veranderingen. De ChristenUnie wil graag een procesvoorstel om tot dé sociale kaart van Utrecht te komen. Zijn fractie ziet graag een grotere ambtelijke capaciteit die zich hiermee bezighoudt. De heer Van Ooijen is blij met de scherpere inzet op vrijwillige inzet en vooral blij over het contact dat is gelegd met het hoger onderwijs. Hij tekent daarbij aan dit laatste nog wel een beetje vaag te vinden. De motie van de ChristenUnie had hiertoe opgeroepen. Hij vraagt het college wat nog meer te benutten is. Kan het college nu wel cijfers geven over zijn ambitie met het hoger onderwijs en de verbinding met vrijwillige inzet? Daarop liep de discussie de vorige keer stuk. Op pagina 147 van de jaarstukken leest hij over een groei van het aantal mensen dat zich sociaal geïsoleerd voelt van 7%- naar 9%-punten. Hij vindt het dan heel bijzonder dat het college als een van de eerste punten de verbeteringen op het gebied van eenzaamheid noemt, in vergelijking met de G4. Dat wekt de indruk als loopt Utrecht hierop voor. Hij vraagt waarom het college zich in de positie voelt om dit te zeggen en of het college ook zo zou reageren wanneer het 2%-punten meer had uitgegeven aan de loonkosten, of aan de overhead. Hij zou graag willen dat de Buurtteams beter geëquipeerd worden om het probleem van de eenzaamheid het hoofd te bieden. Over huishoudelijke hulp is al een en ander gezegd. Hij sluit zich daarbij graag aan. Over de lichte toets merkt hij op dat Utrecht momenteel een dergelijk toets hanteert. Hij verwijst daarbij naar het beleidsplan Meedoen Naar Vermogen van december In hoeverre sprak het college met de belanghebbenden? Hij doelt dan vooral op de Wmo-cliëntenraad, maar ook op de verschillende juridische afdelingen. In hoeverre spraken ze over dit onderwerp en wat waren hun reacties? Hij is heel benieuwd wat precies is opgenomen over de bezuiniging op de adviesraden. In de brief die de commissie heeft gekregen leest hij dat over de invulling van de taakstelling overeenstemming is bereikt. Hij vindt het een merkwaardige zin. Hoe is het dan mogelijk vandaag nog meerdere brandbrieven te hebben ontvangen over de financiering? Wat verstaat het college onder overeenstemming bereikt? Wie is dan de penvoerder geweest van het voorliggende voorstel? Dragen de betrokken partijen dit voorstel of moest de gemeente het nodige doordrukken? Hij vraagt de reactie hierop van de wethouder. Geld zou afkomen van voormalig staatssecretaris Teeven voor de opvang van ongedocumenteerden. Hij vraagt van de wethouder een toezegging met betrekking tot de toegezegde middelen over een periode van een paar maanden. Hij vraagt het college een concreet voorstel te doen voor de bestemming van die gelden. Hij vraagt de raad hiervan op de hoogte te houden. Pagina 65 van 82

73 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni In het Catharijnehuis voor de dagopvang van dak- en thuislozen spelen twee zaken: (a) een bezuiniging en (b) de zoektocht naar nieuwe locatie. De ChristenUnie krijgt voor beide punten een voorstel van het college hoe het college wil terugrapporteren over hoe het met (a) en (b) staat. Afgelopen maandag verwees de burgemeester de heer Van Ooijen naar wethouder Jongerius over zijn vraag over de Amsterdamsestraatweg en Europees geld dat aangevraagd zou worden bij de Europese commissie. Voor de ontwikkelingsstrategie loopt de regeling in 2016 en Hij vraagt hoe het zit met die investering. Heeft de gemeente middelen om door te gaan met de ontwikkelstrategie? Momenteel wordt in de Voorjaarsnota euro geïnvesteerd in veiligheid. In hoeverre wordt dat geld ook besteed aan de Amsterdamsestraatweg? Of besteedt het college die middelen aan andere zaken in het Veiligheidsdomein? Hij vraagt de reactie van de wethouder op de financiële ontwikkelingen. Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat de Buurtteams nu al op hun maximale formatie zitten als gevolg van de extra intensivering. Bij alle problemen in Utrecht wordt in het bestuur vaak geroepen dat de Buurtteams daarmee iets moeten. Zij vraagt hoe de teams dat zelf zien. Zij vernam dat de Buurtteams al behoorlijk hoge druk ervaren over alle taken die op ze afkomen. Daar zit een spanningsveld en zij krijgt graag de reactie van beide wethouders. Bij haar komt ook de vraag op of alle doelgroepen die de Buurtteams bedienen, de teams even goed weten te vinden. Zo ontving zij signalen over dat mensen met een licht verstandelijke beperking niet altijd even goed de Buurtteams kunnen vinden. Hoe wordt bijgehouden welk type cliënten gebruik maakt van de diensten van de Buurtteams? Hoe kan de raad daarop zicht krijgen? Zij stelt deze vraag over Jeugd en over het Buurtteams Sociaal. Naar aanleiding van verontrustende geluiden op landelijk niveau over wachtlijsten van instellingen voor de Jeugd GGZ, vraagt de SP hoe het staat met de wachtlijsten in Utrecht, wie dat monitort. Zij vraagt het college de commissie een overzicht te doen toekomen. Het percentage ervaren jongerenoverlast vond mevrouw Koelmans opvallend. Het streefcijfer in 2014 was 14%. Het behaalde cijfer is 22%. Ruim eenvijfde deel van de mensen in Utrecht ervaart overlast door jongeren. Hoe zal het college in de komende jaren inzetten op de bestrijding daarvan? Zij sluit zich aan bij de zorgen over de speeltuinen die door andere fracties zijn genoemd. In een commissiebrief las zij dat het effect van de aanpak van overgewicht bij kinderen niet significant was. Het overgewicht bleef constant. In de wijk Overvecht nam het percentage overgewicht toe. Bij kinderen met een lagere sociaal economische achtergrond had de aanpak geen significant effect, zo concludeert de gemeente. De gemeente geeft als verklaring dat gezonde voeding niet de hoogste prioriteit heeft bij deze groep mensen en dan vooral bij de ouders. Zij vraagt zich af in het licht van een evaluatie van de besteding van de gelden uit de JOGG waarom de gemeente dan toch hiermee zou doorgaan. Van belang is dat de activiteiten ingrijpen op een probleem dat door de doelgroep ook zo ervaren wordt. Mevrouw Dibi (PvdA) is het eens met het eerste deel van de inbreng van mevrouw Koelmans. Zij vindt de conclusie dat het niet werkt een beetje kort door de bocht. Uit onderzoek is ook gebleken dat de aanpak van overgewicht integraal moet zijn vooral in wijken waar veel armoede heerst. Zij vindt dat het bestuur armoede aandacht moet geven. Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat dit nu acht jaar bestaat. Nu na die periode blijkt deze investering geen significant effect te hebben. Zij vindt het dan lastig om daarover genuanceerd te zijn. Zij staat op het standpunt dat wanneer iets niet werkt, het eenvoudigweg niet werkt. Dat is logisch wanneer de aandacht hieraan niet ingrijpt op het ervaren probleem door de doelgroep zelf. De doelgroep ervaart namelijk grotere problemen, namelijk de vraag of de huur volgende maand nog te betalen is, de kinderen die nieuwe schoenen nodig hebben, de energierekening die nog betaald moet worden, een scheiding, et cetera. Ervoor zorgen dat je kind naar school een appel meeneemt in plaats van een blikje energiedrank of een gevulde koek ligt dan niet in het aandachtsgebied van de ouders. De mensen zelf ervaren het probleem met de gezondheid zelf niet. Zij pleit ervoor vooral in te zetten op armoedebestrijding. Daar ligt wat haar betreft de kern van het probleem. Wanneer de gemeente daarop inzet verwacht mevrouw Koelmans dat het gewicht van de kinderen zal afnemen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of de SP een voorstel gaat doen om de middelen van JOGG te besteden om de euro bezuiniging op armoedebeleid te repareren. Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat de bezuiniging op armoedebeleid niet meer in de jaarstukken staat. De bezuiniging van euro kan gerealiseerd worden op de overhead. Die gaat niet ten koste van de mensen in Utrecht zelf. Zij maakt zich daarover niet druk. Zij zou graag andere gelden willen vinden om hiervoor een voorstel te doen. Zij vraagt de heer Van Ooijen of hij dan met de SP zal meedoen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) doet graag mee aan alles wat de SP doet om de euro bezuiniging te repareren. Hij roept de SP op niet te snel ervan overtuigd te zijn dat het wel kan met de overhead. Dat hield het bestuur vorig jaar een heel jaar vol, en uiteindelijk bleek dat niet te kunnen. Hij stelt in die zin ook vragen bij de euro. Wanneer de kern het armoedebeleid is, vraagt hij de SP nog een keer of deze fractie bereid is het geld dat de SP gevonden heeft, te investeren in het armoedebeleid. Pagina 66 van 82

74 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Mevrouw Koelmans (SP) antwoordt bevestigend. Zij wil heel graag een extra pot geld vinden om iets met armoede te doen. Dat heeft dan geen betrekking op de euro bezuiniging op overhead. Die bezuiniging blijft wat haar betreft recht overeind. Daar staat zij achter. De heer Stahl (Stadsbelang) oppert als idee om het overschot op de Wmo hiervoor te benutten. Mevrouw Koelmans (SP) zal nu geen concrete potten noemen. Feitelijk zal dit onderwerp 18 juni in de commissie Stad & Ruimte aan de orde komen. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. Zij sluit zich aan bij de zorgen die eerder zijn geuit door andere fracties over de mantelzorgers. Bij het overschot van meer dan zes miljoen, sluit zij zich aan bij de desbetreffende opmerkingen van GroenLinks. Aangaande de huishoudelijke hulp en de vragen over hoe het gaat met de huishoudcoaches, sluit zij zich aan bij de PvdA. Met betrekking tot de maatschappelijke ondersteuning sluit zij zich aan bij GroenLinks over de huisvesting van de statushouders. Zij is blij dat nu doorgegaan wordt met de opvang van ongedocumenteerden. Bij toegankelijkheid sluit zij zich aan bij de desbetreffende inbreng van de fractie van D66. En als het gaat om toegankelijkheid en de Agenda 22 sluit zij zich aan bij de opmerkingen van GroenLinks. Zij vindt het percentage dat de communicatie begrijpelijk en toegankelijk vindt wel erg laag. Zij vindt dat dat echt anders moet. De heer Valkenburg (Student & Starter) kreeg zorgwekkende signalen over een toename van het aantal studenten met psychische problemen. Die kloppen bij een studentenpsycholoog aan. Het kan dan gaan om een burnout tot depressie of om psychische problemen die pas naar buiten komen als mensen begin 20 jaar zijn, wanneer een student op kamers woont. Student & Starter waarschuwde al eerder deze groep niet te vergeten. Studenten zijn vaak relatief fysiek gezond en worden daardoor vaak over het hoofd gezien maar kampen wel relatief vaak met psychische problemen. Eerder kreeg de commissie de toezegging dat de Buurtteams hierover contact hebben met SSH en met onderwijsinstellingen. Helaas ontvangt zijn fractie signalen dat dat niet altijd even goed gaat omdat weinig gebruik gemaakt wordt van de signalerende functie die onderwijsinstellingen zouden kunnen hebben. Student & Starter denkt dat dit een gemiste kans is. Hij vraagt daarom de wethouder waarom er zo weinig contact is met hulpverleners van de universiteit en hogeschool. Hij krijgt graag van de wethouder een toezegging hiermee nog actiever bezig te gaan. Zijn fractie vindt het belangrijk dat studenten zelfredzaam worden en dat mensen het maximale uit zichzelf kunnen halen. Daarom vroeg Student & Starter studenten met een fysieke beperking naar waar zij tegenaan liepen en wat de gemeente daaraan zou kunnen doen. Zijn fractie kreeg van deze denktank veel input. Hij noemt een aantal van die punten daaruit: de informatievoorziening op de website van de gemeente over studeren met een aandoening is zeer beperkt. Hij beschrijft zijn ervaringen met de website van gemeente Utrecht. Mevrouw Metaal (CDA) vraagt waarom de geméénte informatie moet hebben over studeren met een beperking. Zij kan zich voorstellen dat het handiger is wanneer universiteiten en hogescholen die informatie beschikbaar hebben. De heer Valkenburg (Student & Starter) is dat voor een deel eens met mevrouw Metaal. Hij zal ingaan op de vraag waarom het handig is wanneer de gemeente beschikt over bepaalde informatie. Mevrouw De Boer (GroenLinks) vraagt of Student & Starter ook onderzocht of het niet vinden van de gezochte informatie te maken heeft met dat op de website niets is gepubliceerd of dat het aan de zoekmachine zelf ligt. De heer Valkenburg (Student & Starter) vindt dat mevrouw De Boer voor een deel een punt heeft. Terugkomend op de inbreng van mevrouw Metaal merkt hij op dat informatie over de studietoeslag wél door de gemeente wordt gegeven. Die informatie is handig. Jongeren willen studeren. Studenten hebben gemerkt dat weinig informatie beschikbaar is en dat ze zelf veel moeten regelen. Gelukkig zijn studenten ondernemend en tonen ze initiatief. In Groningen bestaat een project dat is opgezet door jongeren die zelf een lichamelijke beperking hebben en willen studeren aan de universiteit. Zij wilden dan ook op kamers wonen net als iedere andere student. Hun organisatie beschikt over vrijwilligers die voor de studenten in kaart brengen wat de student nodig heeft. Op die manier hoeven studenten niet het wiel opnieuw uit te vinden en kost het ze ook niet zoveel tijd en energie om zaken te regelen en hebben ze meer tijd over om te studeren. Hij wil graag van de wethouder weten of zij bereid is om met deze organisatie in gesprek te gaan en of zij na wil gaan of de gemeente dit project zou kunnen faciliteren in Utrecht. Zijn fractie wil de wethouder bovendien vragen om de informatievoorziening voor deze groep op de website van de gemeente te verbeteren. Student & Starter vraagt aandacht voor de toegankelijkheid van Utrecht. De fractie vindt het jammer dat mensen met een fysieke beperking met de auto naar het centrum moeten komen omdat ze niet zelfstandig met de bus kunnen reizen en problemen ervaren in gebouwen als TivoliVredenburg. Hij vraagt de wethouder om op alle beleidsterrein aandacht te houden voor mindervaliden in Utrecht conform Agenda 22. Vrijwilligerswerk is een belangrijk onderdeel van de samenleving en wordt door de bezuiniging nog noodzakelijker. De ChristenUnie bracht hierover al iets in. Veel organisaties zitten om vrijwilligers te springen. Zijn fractie ontving signalen over een mismatch tussen vraag en aanbod bij vrijwilligerswerk. Hij vraagt of de wethouder daarvan op de hoogte is. Bekend is dat al heel veel organisaties hiermee bezig zijn. Student & Starter vraagt de wethouder met deze partijen om de tafel te gaan om dit te coördineren. Pagina 67 van 82

75 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt welke mismatch de heer Valkenburg bedoelt welke ideeën hij daarover heeft. De heer Valkenburg (Student & Starter) noemt als voorbeeld het maatjesproject van Humanitas. Daar is een wachtlijst van vrijwilligers. U-2B Heard werkt ook met jongeren met een minder sterke sociaaleconomische achtergrond. Daar is een tekort aan vrijwilligers. Het zou mooi zijn de vrijwilligers op de wachtlijst bij Humanitas de suggestie kregen om bij het andere project aan de slag te gaan. Hij stelt het niet realiseren van 90% van de doelstellingen met de mensen op de zelfredzaamheidsmatrix aan de orde. Kwetsbare huishoudens of mensen die zich aanmelden voor de nachtopvang vallen onder de zelfredzaamheidsmatrix. Student & Starter vindt het belangrijk dat deze mensen wordt geleerd om zelfstandig te zijn en is verbaasd over deze onrealisatie van 90%. Zijn fractie vond de beantwoording van de technische vragen onvoldoende inzicht geven en verneemt graag van de wethouder of de beleidsdoelstellingen gehaald worden of niet. Worden deze mensen voldoende geholpen om zelfredzamer te worden? Verder kan zijn fractie zich aansluiten bij de vragen van D66 over het verhogen van de stash bij de coffeeshops, bij de vragen van verschillende partijen over de mantelzorg en over de jongerenraad. De voorzitter schorst de vergadering tot uur en heropent haar voor de beantwoording door de wethouders Beantwoording door de wethouders Wethouder Everhardt gaat in op de Gezondheidzorg en Jeugd. Hij beantwoordt de vragen over het gokbeleid. Wanneer hij hierop als wethouder wordt aangesproken, gaat het over gokverslaving. Bij Victas is inzichtelijk te krijgen hoeveel mensen zich met vragen hierover melden. Dan is het belangrijk om na te gaan hoe de signalering verloopt bij de Buurtteams. Het is mogelijk om na te gaan en te delen met de commissie wat voor vragen daar worden gesteld, specifieke doelgroepen daarbij uitgesloten. Ingaand op de vraag over de nulmeting zet de wethouder uiteen dat Utrecht een gezondheidspeiling kent. Hij zal nagaan in hoeverre het mogelijk is om een dergelijke vraag op te nemen in de gezondheidspeiling. Hij zal nagaan hoeveel tijd en energie dit kost en welke meerwaarde de opname van de vraag hierin zal hebben. Hij zal daarover terugkomen bij de commissie. Dan zal hij ook antwoord geven op de vraag of hij dat wil doen of niet en met welke redenen. Mevrouw Dibi (PvdA) dankt de wethouder voor deze toezegging. Uit de beantwoording van de schriftelijke vragen bleek voor haar dat het college nog niet weet wat er aan de hand is. Ze doet een dringend beroep op de wethouder om inzichtelijk te maken dat het hier gaat om een gezamenlijk belang. Wethouder Everhardt vervolgt zijn beantwoording en gaat in op de vraag naar de voorraad van cannabis bij coffeeshops. Dit valt feitelijk onder de portefeuille van de burgemeester. Hij zal deze vraag met hem bespreken. Het college zal hierover terugkomen bij de commissie. Gezond gewicht is een belangrijk onderwerp. Meerdere fracties hebben hierover gesproken. In het stuk zelf staat een aantal nulmetingen uit 2010 en Zojuist kreeg hij ambtelijk de percentages aangereikt die gelden voor het JOGG-bereik. Als het gaat om JOGG zelf is een significante daling te zien. Hij benadrukt dat Utrecht uit een situatie kwam waarbij het gewicht onder jongeren alleen maar toenam. Het niet meer laten toenemen van het gewicht vergt alleen al een enorme inspanning. Te zien is dat de aanpak een verdere stijging kon voorkomen. Ook in andere steden vindt die stabilisatie plaats. De wethouder vindt dat een meerwaarde. Mevrouw Koelmans (SP) ziet graag een vergelijking met steden waarin de JOGG-aanpak er niet is en waar het gewicht is toegenomen. Wethouder Everhardt bevestigt dat hierover veel meer valt te zeggen. Hij schetst de veranderingen in de JOGG-aanpak in de loop der tijd. Hij biedt aan een expertmeeting hierover te organiseren zo dat de commissie een afgewogen oordeel kan vellen over of de meerwaarde in deze aanpak er nog steeds is voor de stad. De wethouder is van die meerwaarde nog steeds overtuigd en hij blijft de aanpak kritisch volgen. Mevrouw Tielen (VVD) dankt de wethouder voor de toezegging. Zij vraagt hem of het mogelijk is de expertmeeting te houden vóór de behandeling van het Volksgezondheidbeleid. Wethouder Everhardt merkt op dat de raad zijn eigen agenda bepaalt over de behandeling door de raad van deze nota. Hij weet dat professionals op landelijk niveau bereid zullen zijn om deze informatie met de raad te delen. Hij zal er op inzetten dat die informatie gedeeld wordt. De voorzitter merkt op dat Volksgezondheid behandeld wordt op 9 juli. Zij verneemt van de commissiegriffier dat dit waarschijnlijk in de procedurecommissie op 18 juni wordt besloten. Zij verneemt uit de commissie het voorstel de besluitvorming over deze nota over het zomerreces heen te tillen. Wethouder Everhardt stapt in zijn beantwoording over naar het jeugddomein. Als het gaat om vragen over de toekomst van de Kinderraad is te zien dat op stedelijk niveau de Kinderraad doorgaat in een andere vorm. Uiteraard is het mogelijk om Kinderraden op scholen te laten aanhaken. Ook de schakel tussen de raad en de Kinderraad zou beschreven moeten worden. De raad kan dat zelf verzorgen wanneer dat nog een omissie zou zijn. De wethouder is het eens met GroenLinks goed de ontwikkeling nu te moeten volgen. Hij zal de commissie daarvan op de hoogte houden. Hij neemt aan dat de Kinderraad de raad zal kunnen vinden. De wethouder bevestigt dat een bezuiniging is ingezet in verband met de speeltuinen. Ongeveer 2 miljoen euro blijft over aan middelen voor 20 speeltuinen die beheerd worden. Dat is euro per speeltuin. Pagina 68 van 82

76 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Ten tweede ziet hij een ontwikkeling in de stad waarbij een aantal van de beheerde speeltuinen op een goede manier in handen van vrijwilligers en buurtbewoners komen. Dat is een zeer zorgvuldig proces. Het college begeleidt het proces op een goede manier. Recentelijk is hier nog een onderzoek naar gedaan vanuit de universiteit. Enkele studenten verdiepten zich in een zorgvuldige begeleiding. Het college wil dat pad verder aflopen. Hij vindt de inzet zeer verantwoord. De wethouder zal de commissie proactief informeren over de ontwikkelingen. Mevrouw Dibi (PvdA) begrijpt dat dit betekent dat speeltuinen minder betaalde krachten krijgen. Dat zal als gevolg hebben dat sommige speeltuinen voor bepaalde periodes dicht moeten. Zij hoort de wethouder iets anders zeggen. Zij krijgt haar signalen uit het veld. Zij vraagt de wethouder om zich de signalen ter harte te nemen, zeker als die betrekking hebben op de krachtwijken. Het kan niet zo zijn dat bepaalde speeltuinen gaan sluiten of op bepaalde dagdelen niet open zijn bij gebrek aan beroepskrachten. De wethouder zegt dat het allemaal met vrijwilligers moet kunnen. De PvdA heeft daarover grote twijfels, zeker als het gaat om bepaalde wijken. Wethouder Everhardt ontkent dit niet. Hij zegt: Bezuinigingen doen altijd pijn. De terugkerende opmerking die hij maakte, heeft betrekking op de hoeveelheid geld die beschikbaar is voor de 20 speeltuinen die over zijn. Daarop is een goed regiem te zetten. Ten tweede ziet hij ontwikkelingen die plaatsvinden waarbij speeltuinen op een nieuwe en vernieuwde manier met de inzet vanuit de buurt van ook vrijwilligers de speeltuinen te benutten waarvoor ze bedoeld zijn. Hij herhaalt de ontwikkeling te zullen blijven volgen. Mevrouw Dibi (PvdA) bevestigt dat de wethouder voorbeelden noemt waar het goed gaat. Zij kent voorbeelden waar het niet goed gaat. Overvecht is daarvan een voorbeeld. Wethouder Everhardt herhaalt zijn inbreng over dit onderwerp. Hij vervolgt met in te gaan op de vragen over jongeren en activering, daarbij aanhakend aan de Kinderraad. De wethouder noemt in dit verband enkele platforms als U-2B Heard, en JijUtrecht, de cliëntenraad van de jeugdhulpinstellingen, het jongerenwerk dat betrokken is bij de activiteiten, en hij noemt het MBO-team van Buurtteams die ook gebruik maken van de jongeren. Het college blijft dit doen. De wethouder vindt dat een groot goed. De vraag naar de ambitie van Kinderrechtenstad zet de wethouder in het perspectief van Utrecht als mensenrechtenstad. Dat is gezien, erkend en is Utrecht gegund. Als het gaat om de mensenrechten zijn daarbij per definitie kinderrechten opgenomen. Hij kan zich voorstellen dat dit in de communicatie in de komende tijd expliciteerd wordt. Ook dit moet weer gezien, erkend en gegund worden. In die zin is een aanscherping mogelijk. De wethouder is van plan met enkele stakeholders op landelijk niveau te overleggen waarbij hij denkt aan de Kinderombudsman en aan de vertegenwoordiging van Defence for Children. Hij wil dan nagaan hoe het kinderrechtenverdrag werkt in gemeentelijke kaders. Hij denkt dan aan dezelfde methodiek als die gevolgd is om mensenrechtenstad te worden. Het eigen beleid wordt hierop getoetst. Het gaat niet om rapporten. Hij ontraadt de raad om daarin veel energie te steken. Hij denkt dat het zinvol is om de uitkomst daarvan in het bestuurlijke te delen om na te gaan of een kleine verandering is aan te brengen in de inzet van meer en meer beperkte middelen. De wethouder is benieuwd of Utrecht een eerste toets kan doorstaan. Ook de Kinderombudsman is zeer scherp. Hij volgt alle steden nauwgezet. Utrecht deed aan drie enquêtes mee om een inzicht te geven in de ontwikkelingen. Dit geeft de wethouder er vertrouwen in als gemeente Utrecht op de goede weg te zijn. De heer Meijer (D66) vraagt of de wethouder de rapportage van de Kinderombudsman wil delen met de raad. Wethouder Everhardt antwoordt bevestigend. De rapportage is ook gebaseerd op Utrechtse gegevens. Hij zal de link met de commissie delen. In het najaar zal een bijeenkomst gehouden worden over innovatieve ontwikkelingen. Vanuit zijn verantwoordelijkheid ziet hij mooie ontwikkelingen op het gebied van Volksgezondheid. Heel veel partijen zijn op het Sciencepark bezig met innovatieve projecten. Hij noemt in dit verband de gamingindustrie waarmee Utrecht in Nederland voorop loopt. Hij denkt dat dat een mooie versterking kan zijn van de bijeenkomst in het najaar. Dat is ook te tonen. Mevrouw De Boer (GroenLinks) vindt het heel fijn dat de wethouder dit wil. Zij hoort hem voorbeelden noemen die breder gaan dan alleen Domotica. Zij merkt op dat de boodschap goed is overgekomen dat het hier ook echt gaat over slimme technologie. Wethouder Everhardt merkte op dat de fractie van Stadsbelang een schot voor de boeg deed met zijn inbreng over schulden en schuldenproblematiek. Deze wethouder draagt hiervoor verantwoordelijkheid vanuit zijn portefeuille Werk en Inkomen. Hij voorziet dat 18 juni hierover meer informatie is uit te wisselen. De inbreng van de fractie van Stadsbelang over het fonds vond hij intrigerend. Het college werkt in het kader van de Social Impactbond ook op het gebied van armoede en schuld om te zien of er een mogelijkheid is externe financiers te vinden die iets met schulden willen doen en die de schuldenpositie van mensen zouden willen overnemen. Daarop wordt nu een voorbereiding getroffen. De wethouder vindt dat een goede weg om te bewandelen. Het college zal dit ook inzetten. De heer Stahl (Stadsbelang) merkt op dat hij het verstandig vindt hierop morgen terug te komen. Wethouder Everhardt vervolgt zijn beantwoording. Hij hoorde vanuit de VVD fractie twee onderwerpen over gezondheid. Vanzelfsprekend vindt hij veilig buiten spelen ook een belangrijk fenomeen. Hier staat jongerenwerk in den brede garant voor. Hij vraagt in dit opzicht aandacht voor de prestaties van JOU in de afgelopen jaren zoals een onafhankelijke toetsingscommissie die prestaties heeft erkend. Hij bevestigt richting de VVD dat dit een constant aandachtspunt blijft van het college. Pagina 69 van 82

77 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Aan de andere kant is gevraagd naar ervaren overlast veroorzaakt door jongeren. De wethouder bevestigt het subjectieve daarin. Dit is een lastig vraagstuk vanuit het perspectief van het gemeentebestuur. Dit heeft ook te maken met het weer. In een hele mooie zomer spelen vaak heel veel kinderen buiten en zullen veel mensen overlast van jongeren kunnen ervaren. Een dit heeft volgens de wethouder ook te maken met in hoeverre de maatschappij nog adaptief is tot jongerengedrag. Jongeren zoeken per definitie grenzen op. Als het gaat om het vinden van oplossingen is het probleem redelijk ongrijpbaar. Mevrouw Koelmans (SP) deelt dit met de wethouder. Ook zij vindt het probleem lastig. Zij vraagt of hierover objectieve gegevens bekend zijn, zoals overtredingen die geregistreerd staan bij de politie. Wethouder Everhardt verwacht dat dat zeker het geval zal zijn. Dan is wel sprake van een andere categorie. Dan gaat het om jongeren die met de politie in aanraking zijn gekomen, om jongeren die zijn voorgeleid, die bureau Halt-trajecten hebben gelopen. Ook die trajecten zijn inzichtelijk te maken. Hij benadrukt dat het hier gaat om de beleving van het gedrag van jongeren. De heer Valkenburg (Student & Starter) had bij de technische vragen gevraagd wie de mensen zijn die de overlast ervaren. Hij kreeg als antwoord dat dit niet was uitgezocht. Als antwoord op een andere technische vraag zag hij het antwoord dat het allemaal is uitgesplitst naar leeftijd, et cetera et cetera. Hij vraagt of de wethouder dat iets meer kan toelichten voor dit onderwerp. Wethouder Everhardt antwoordt dat hij dat op dit moment niet kan. Hij zal dit nader uitzoeken. Kennelijk is er een nadere duiding over wie de melders zijn en welke categorieën daaraan zijn gekoppeld. De heer Valkenburg (Student & Starter) merkt op dat bij Veiligheid zijn fractie om een nadere analyse vroeg van de inwonersenquête op het gebied van de onveiligheidsgevoelens en waar die vandaan komen, en om wat voor soort mensen het gaat. Hij hoopt dat deze vraag daarin ook wordt meegenomen. Mocht dat niet het geval zijn vraagt hij de wethouder hiervoor zorg te dragen. Wethouder Everhardt zal het eerste punt nagaan en met betrekking tot het tweede punt gaat hij na of dat mogelijk is. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat de wethouder wel heel snel overging van buitenspelende kinderen naar overlast. Zij begrijpt de associatie. Ze vraagt of de wethouder herkent dat meisjes veel minder buiten spelen dan jongens en of de wethouder het net zo belangrijk vindt als de VVD dat onderzocht wordt hoe dit mogelijk is. Wil de wethouder zich inzetten om ervoor te zorgen dat ook meisjes vrij en veilig buiten kunnen buitenspelen? Wethouder Everhardt antwoordt vanzelfsprekend. Hij is het daarmee volledig eens. Als het gaat om het gevraagde onderzoek wil hij nagaan wat hierover bekend is. Misschien zijn daarvoor ook kwalitatieve analyses nodig of een kwalitatief gesprek met jongeren van JOU of met Sociaal Makelaars die daarop meer zicht hebben. Daarna kan het college een volgende stap nemen. De vraag naar hoe Buurtteammedewerkers omgaan met druk beantwoordt de wethouder met te wijzen op de snelle toeloop. Goed dat het Buurtteam goed gevonden is. De Buurtteams zetten een stapje bij. Het ligt aan de mate van professionaliteit of de Buurtteammedewerkers die ontwikkeling kunnen bijhouden. Hij ziet dat het hier gaat om hoogwaardige professionals die vorm geven aan de werkzaamheden. Hij zal de ontwikkeling nauwgezet blijven volgen. Momenteel vindt heel veel onderlinge feedback plaats. De openheid is er om ook kennis van buitenaf aan te trekken vanaf de tweede lijn. Die elementen zullen hierbij helpen. Hij verwacht hierover in de loop van de tijd meer informatie met de commissie te zullen delen. Over het gevraagde over het bijhouden van de mensen aan de balies bij de Buurtteams, licht de wethouder toe dat het college de hulpvragen wel bijhoudt maar niet de specifieke doelgroepen. Met betrekking tot de JGGZ is op landelijk niveau te zien bij de hele zware specialistische zorg dat daar een kleine wachtlijst ontstaat. Een gesprek vindt plaats tussen VNG en het Rijk met type branche organisaties die daarmee van doen hebben. Niet in beeld is wat Utrecht uit eigen regio terugziet op de JGGZ-wachtlijsten op (boven)regionaal niveau. De gegevens zullen in de loop van de tijd meer en meer hard worden. Het college zal de commissie proactief informeren. Naar aanleiding van de vragen van Student & Starter over de psychische vraagstukken van de studenten zet de wethouder uiteen dat de studenten niet onder de JGGZ vallen maar onder de GGZ. Daarmee komt de verantwoordelijkheid bij de zorgverzekeraars te liggen. De gemeente gaat daar niet over. Mogelijk is dat de reden waarom de Buurtteams deze link nog niet leggen. Het is nodig dit bespreekbaar te maken bij de zorgverzekeraars. De wethouder is zeer geïnteresseerd in de informatie over studenten (in spe) met een handicap. Hij staat er voor open het gesprek met hen aan te gaan. Hij zal in dit verband ook aandacht hebben voor de informatievoorziening op de website van de gemeente. Vragen die de wethouder nog niet heeft beantwoord Mevrouw Tielen (VVD) vroeg naar wat de wethouder nog meer nodig heeft van de raad om meer aandacht te schenken aan de tabakspreventieparagraaf in het Volksgezondheidsbeleid. Wethouder Everhardt had willen zeggen dat het onderwerp met naam en toenaam is genoemd in de Volksgezondheidsmonitor. Het programma rond middelen en middelengebruik op scholen wordt actief aangeboden. De scholen geven zelf aan aan welke thema's zij aandacht willen schenken. Daar zit tabak ook in. Ook in de versla- Pagina 70 van 82

78 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni vingszorg is hiervoor aandacht. Hij stelt voor dit verder uit te diepen bij de bespreking van de nota Volksgezondheid. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en rondt hiermee de bespreking van de onderwerpen uit de portefeuille van wethouder Everhardt af Beantwoording door wethouder Jongerius Wethouder Jongerius dankt de commissie voor de vragen. Zij gaat in op welzijn, dus ook op diversiteit en De Bundeling en vervolgens op Meedoen naar Vermogen, dus de Buurtteams en de overschotten, de hulp bij het Huishouden, de mantelzorg en de Amsterdamsestraatweg en zij zal ingaan op de digitalisering. Welzijn Gevraagd is in hoeverre de Buurtteams en de Sociaal Makelaarorganisaties elkaar hebben gevonden. Gestart is met de Sociaal Makelaarorganisatie. Vernieuwend welzijn is vooruitgelopen op de 3D s. Te zien is dat de Sociaal Makelaars al een tijd aan de slag zijn en dat nu goede gesprekken plaatsvinden tussen de Sociaal Makelaarorganisaties over wat zij doen en wat de Buurtteams doen. De Buurtteams ondersteunen individuele mensen en de Sociaal Makelaarorganisaties ondersteunen bij het opzetten van initiatieven en bij het stimuleren dat mensen hun activiteiten kunnen laten plaatsvinden in de voorzieningen die daarvoor in het leven zijn geroepen. In Overvecht loopt een 3D-lab om daar leerervaringen op te doen. Wat men daar aan leerervaring opdoet, wordt overgebracht aan de andere Sociaal Makelaarsorganisaties en aan de Buurtteams. Als het gaat om diversiteit en antidiscriminatie koos het college duidelijk ervoor om gezamenlijk te werken aan een inclusieve samenleving. Het college doet dat vanuit het uitgangspunt van inclusiviteit. Hieraan wordt heel hard gewerkt. Ieder collegelid voelt zich op zijn of haar terrein daarvoor verantwoordelijk en laat zich daarop ook aanspreken. Wethouder Jongerius is systeemverantwoordelijk en houdt als wethouder daarvoor een vinger aan de pols. Ze kijkt daarbij ook naar haar eigen terrein. Het college is van mening dat op een aantal punten nog zaken zijn te verbeteren, dat het nog steviger kan. In die zin kondigde het college aan, aan de slag te zijn met een Utrecht zijn we Samen-aanpak. Bij de introductie van dat plan vroeg de raad naar een concreter voorstel. Het college zal dat doen. 30 Juni wordt dat plan in het college behandeld. Daarna komt het plan naar de raad toe. Het college houdt onverkort vast aan het actieplan LHBT. Daarop zou nog een vervolg komen. De raad kan dat binnenkort verwachten. Agenda 22 is een onderdeel van de activiteiten in dat kader in de zin van de stimulering van Utrecht zijn we Samen. Vragen zijn gesteld over in hoeverre hieraan concrete indicatoren zijn te koppelen op alle onderdelen binnen de gemeente. De wethouder vindt dat een lastige vraag. Zij neemt die vraag mee terug naar het college om na te gaan of dit inderdaad concreter is te maken. Zij zal het VN gehandicaptenverdrag bestuderen ook om na te gaan wat Utrecht hierin al doet. Utrecht loopt behoorlijk voorop vanuit Agenda 22. Wanneer zij aanleiding heeft om te constateren dat Utrecht zaken niet doet die wel in dat verdrag staan, zal zij dat bespreken met de commissie. Het college wil uiteraard graag voorop blijven lopen. Wanneer daartoe aanleiding is, zal zij de commissie hierover een update geven. Mevrouw Dibi (PvdA) hoort de wethouder LHBT noemen. Zij is het eens met de wethouder dat Agenda 22 op zich wel goed gaat. Zij vraagt wat Utrecht doet richting migranten en discriminatie. Zij ziet daar niets van terug. Wethouder Jongerius antwoordt dat dat niet aan de orde is. Het college voert gesprekken met migranten in de stad. Zij noemt in dit kader enkele bijeenkomsten waarbij zij of het college aanwezig waren in Overvecht en in de OASE. Het college zal aan de raad een Utrecht Maken We Samenplan voorleggen. Daarin zitten veel onderwerpen, onder meer op het terrein van de versterking van de positie van allochtonen op de arbeidsmarkt. Dit gaat ook over training van frontlinewerkers en ook ook over interventies op het gebied van hulpverlening en om de vraag hoe te specialiseren. Rond radicalisering speelt momenteel een belangrijk gegeven. Op dat gebied moeten veel mensen ook getraind en geschoold worden. Zij geeft hieraan vorm samen met de burgemeester. Mevrouw Dibi (PvdA) dankt de wethouder voor deze informatie. Zij brengt in dat Art. 1 als wettelijk instrument van de gemeenten een actieplan opstelde op de fondsen die de wethouder nu noemt. Zij merkt op dat dat op zich goed is maar wel het enige. Zij vraagt of de wethouder kan toezeggen dat zij Art. 1 bij dit plan zal betrekken. Van Art. 1 leest zij hele goede artikelen. Wethouder Jongerius bevestigt dat Art. 1 nadrukkelijk betrokken is bij het schrijven van het plan Utrecht Zijn We Samen. Onlangs zat het college met ongeveer 90 instellingen om de tafel. Eén van de organisaties was ook Art. 1. Hieruit komen allerlei trekkersgroepen. Art. 1 zal een van de trekkersgroepen voorzitten en zal ook concrete acties meer uitvoeren. Zij hebben hun ideeën ook goed kunnen inbrengen. Het college voerde met De Bundeling verschillende gesprekken. Mevrouw Scally (GroenLinks) brengt het VN-verdrag onder de aandacht waarover zij nog een vraag wil stellen. Voor een deel is haar vraag beantwoord. Zij vindt het fijn dat naar dit verdrag wordt gekeken en dat ook wordt nagegaan waar Utrecht hierin verder kan groeien. Zij schaart zich achter de uitspraak van de wethouder dat Utrecht hierin graag voorop wil blijven lopen. Pagina 71 van 82

79 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Zij vroeg ook of Utrecht een pledge wil opstellen met daarin doelstellingen waarlangs Utrecht verder kan groeien op dit punt. Wethouder Jongerius deelt mee dat wanneer uit de vergelijking blijkt dat het college nog zaken vindt ontbreken, het college die zal opnemen in de brief die zij naar de commissie zal toesturen. Mevrouw Baș (D66) merkt op dat het lovenswaardig is wat de wethouder toezegt op verzoek van GroenLinks. Dat gaat veel dieper en specifiek in op Agenda 22 en het VN-gehandicaptenverdrag. De toezegging die zij vorig jaar kreeg, sluit daarop nauw aan, namelijk dat het college inzichtelijk zou maken onder welke programmaonderdelen welke activiteiten op het gebied van de Agenda 22 worden uitgevoerd en waar de leemtes zitten. Zij vraagt of de wethouder dat nog een keer kan toezeggen. Wethouder Jongerius zei dat dit een moeilijk proces is waarvan het lastig is om het helemaal inzichtelijk te krijgen. Zij neemt dit terug naar het college om te laten nagaan hoe dit verder vorm is te geven in de komende tijd. Het zou veel vergen om op elk programma op elk onderdeel uit te werken wat dat precies betekent voor Agenda 22. Zij vroeg aan Agenda 22 naar de belangrijkste speerpunten om daaraan in de komende tijd aandacht te geven. Zij zal die aan de commissie toezenden. Mevrouw Baș (D66) zit niet te wachten op nog een keer een speerpuntennotitie. Die heeft de gemeente al. Zij nam die vorig jaar door. Uit die notitie blijkt dat meerdere speerpunten domeinoverstijgend zijn. Het enige dat zij graag zou willen zien is dat de gemeente dit terugziet in haar eigen P&C-cyclus bij de verschillende programmaonderdelen. Agenda 22 gaat niet alleen over de Wmo. Agenda 22 gaat juist ook over zaken als stoeptegels, voetgangerspaden, openbare ruimten. Het lijkt haar niet zo moeilijk voor de wethouder om uit haar eigen beleidsdocument de speerpunten te vertalen naar heldere cijfers en gegevens voor de P&C cyclus. Wethouder Jongerius antwoordt de vraag te zullen meenemen om met alle wethouders mee te kijken naar hoe zij dit in het eigen programma s hebben verwerkt en hoe ze daaraan aandacht besteden in de voorliggende stukken (De Verantwoording en de Jaarstukken) en dat dat per onderdeel op die manier zal worden duidelijk gemaakt. Met betrekking tot De Bundeling stuurde de wethouder de commissie de stand van zaken toe. Recentelijk sprak zij nog met De Bundeling. Gisteren vond opnieuw een ambtelijk overleg plaats. Dat was een bijeenkomst waarin samengewerkt is aan het gezamenlijk ontwikkeld model. Gesproken is ook over de verdeling van de middelen. Aan de gemeente is gevraagd om een en ander op te schrijven. De gemeente was penvoerder in opdracht van de instellingen die dit plan hebben vormgegeven. Gisteren is niet gezegd dat men daarmee niet verder wil. Gisteravond ontvingen de betrokkenen de afschriften van de brieven die de raad ook ontving. De wethouder begrijpt dat dit voor instellingen een verandering met zich meebrengt. De instellingen moeten nu een transitie doormaken. De gemeente begeleidt dat op een goede manier. Zij gaat ervan uit dat partijen hiermee verder zullen komen. Zij zal geen extra middelen ter beschikking stellen en/of langer uitstel geven. De wethouder vindt het belangrijk hierop druk te houden en vanuit een inclusieve aanpak een inclusieve bundeling te krijgen vanuit de belangenbehartiging van organisaties. Stichting GOUD zit aan de ene kant in een belangenbehartigingsrol en aan de andere kant zit de organisatie ook in de rol van hulpverlener. Daarin zit het verschil als het gaat om het bedrag dat aan deze stichting is toegekend. Mevrouw Tielen (VVD) vraagt naar de uitsplitsing van deze bedragen; hoeveel geld voor de belangenbehartiging en hoeveel geld voor de hulpverlening. Wethouder Jongerius antwoordt die uitsplitsing te zullen laten uitzoeken en de commissie te doen toekomen. Vragen zijn gesteld over in hoeverre de gemeente de vrijwillige inzet in percentages kan vastleggen. De wethouder blijft erbij dit moeten doen op basis van faciliteren, stimuleren en motiveren om op die manier vrijwilligers mee te krijgen. Ze gaat daarop geen taakstelling vastleggen. Het college is wel in gesprek met de universiteit en de hogeschool om af te stellen met vrijwilligers. De mismatch tussen vrijwilligers lijkt de wethouder een onderwerp dat aan de orde te stellen is bij de vrijwilligerscentrale. Wat kan die centrale doen om vrijwilligers bij de ene organisatie in te zetten bij een andere bij een ander project. Vrijwilligers kiezen op basis van vrijwilligheid. Ook de vrijwilligerscentrale kan niemand dwingen om andere activiteiten te gaan doen. Ze kunnen wel van elkaar op de hoogte gebracht worden. De wethouder kan zich voorstellen dat de vrijwilligerscentrale daarin een rol zou kunnen spelen. De vraag over de stijging op de zelfredzaamheidsmatrix neemt de wethouder als een technische vraag mee terug om daarna daarop te reageren. Het college is goed in gesprek met het Catharijnehuis. Het Catharijnehuis kijkt uit naar een andere huisvesting. De wethouder betrok hierbij ook andere instellingen. Zij vindt het van belang om goed na te gaan welke instellingen welke taken op zich nemen. De instellingen constateren dat zij voor een deel overlap hebben in doelgroepen en mensen die ze bereiken. Zij werken mee aan een plan hoe daaraan op een andere manier beter vorm te geven. Zodra ze daarover meer duidelijkheid heeft, zal zij daarover berichten. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt dit een goed idee van de wethouder. Hij wil graag weten wanneer de raad meer duidelijkheid krijgt. Dit is al langere tijd gaande. Hij wil graag weten wanneer het gesprek tot een afronding komt. Wethouder Jongerius deelt mee dat de instellingen de tijd hebben gevraagd. Die tijd hebben ze gekregen. Het is gebleken dat bij sommige instellingen huisvesting vrijkomt waarover ook is af te stemmen. De wethouder is van Pagina 72 van 82

80 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni plan in het najaar hierover duidelijkheid te krijgen. De instelling moet in oktober/november weten waaraan zij toe is. Ondertussen kijkt het college ook naar mogelijkheden van nieuwe huisvesting voor het Catharijnehuis. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of het een goed idee is wanneer het college voor de jaarwisseling een brief stuurt aan de raad over de voortgang van dit dossier. Wethouder Jongerius zegt die brief toe en verwijst naar haar eerdere toezegging. Zij vervolgt haar beantwoording. Als het gaat om domotica schetst de wethouder welke aandacht daarvoor is, ook in andere beleidsvelden. Eén digitale sociale kaart zou heel mooi zijn. De wethouder weet hoe ingewikkeld dat is. Iedere andere doelgroep wil weer andere informatie uit de kaart naar boven laten komen. Zij is blij met het aantal terreinen waarop zaken in beeld komen. Wanneer dat beeld meer compleet is, is het pas mogelijk om na te gaan of een bundeling hierin mogelijk is. Zij legt zich niet vast op het toewerken naar een sociale kaart. Zij heeft geen behoefte aan het inzetten van een hele dure automatisering op dit dossier. Vragen die nog niet beantwoord zijn Mevrouw Podt (D66) vraagt hoe de wethouder denkt over de verklaring van Dordrecht en Amsterdam. Zij vraagt aandacht voor haar vragen over een basisrechtenboekje voor ongedocumenteerden Mevrouw Metaal (CDA) merkt op dat de wethouder zei dat de Sociaal Makelaars bedoeld zijn om groepen mensen in hun initiatieven te helpen. Zij krijgt het signaal van Sociaal Makelaars dat ze nu te maken hebben met overloop van Buurtteams en daarmee ook met individuele gevallen. Hiermee reflecteert de wethouder op de bezuiniging op de Sociaal Makelaars. Mevrouw Tielen (VVD) is benieuwd wat de wethouder denkt over een moreel appel op haar in verband met huisvesting van statushouders Wethouder Jongerius antwoordt dat Utrecht de verklaring van Dordrecht en Amsterdam opneemt in het concrete actieplan LHBT. De wethouder zal ambtelijk laten nagaan in hoeverre het basisrechtenboekje ongedocumenteerden van LOS en STIL een aanpassing nodig heeft en het college zal ervoor zorgen dat het boekje meer verspreid wordt. Zij verwacht dat in de komende tijd nog veranderingen in aantocht zullen zijn. In antwoord op vragen over meer individuele gevallen bij de Sociaal Makelaarorganisaties antwoordt de wethouder dat het college in Overvecht bezig is met de Sociaal Makelaar en de Buurtteamorganisatie om te experimenteren en af te stemmen over hoe de samenwerkingsrelatie verder door te ontwikkelen is. Het college gaf naar aanleiding van het onderzoek aan de Sociaal Makelaarorganisatie mee dat het de taak is van die organisatie om te stimuleren dat mensen initiatieven nemen, dan wel dat zij mensen begeleiden bij het nemen van initiatieven. Sociaal Makelaarorganisaties kunnen ook een aanvraag indienen in het kader van Sociale prestatie en Dagbesteding. Die organisaties bieden dan gelegenheid om mensen op te vangen en kwetsbare burgers een aanbod te doen. Zij doen dat niet vanuit hun Sociaal Makelaarsfunctie. Als voorbeeld geeft zij de Eet Meegroepen die opgezet worden in buurthuizen. Dit vindt plaats in het kader van dagondersteuning en wordt vanuit de Wmo-gelden bekostigd. Het gevraagde morele appel in verband met de huisvesting van statushouders, beantwoordt de wethouder met op te merken dat zij op dit gebied samenwerkt met wethouder Jansen. De afspraak tussen de beide wethouders is om regelmatig afstemming te organiseren. De wethouder is zeker op zoek naar nieuwe mogelijkheden voor huisvesting van statushouders. Meedoen naar Vermogen Wethouder Jongerius gaat in op het overschot van 6,6 miljoen euro. Dit kon de raad niet verrassen omdat dit al was opgenomen in enkele rapportages van het college. In tegenstelling tot het afgelopen jaar zal Utrecht in dit jaar en komende jaren geen afzonderlijk geld meer hebben voor prestatieveld 6. Dat is nu ondergebracht in het totale Wmo-budget. Nu gaat het om een eenmalig overschot. Dat is tijdelijk geld. Enkele voorstellen die de commissie deed, leken op structurele voorstellen. Dat is geen goed plan. De wethouder merkt op dat de commissie deze Meicirculaire heeft gelezen. De gemeente krijgt te maken met zwaar weer. Daarnaast is een aantal getallen nog onzeker, bijvoorbeeld over de mensen die in de systemen zitten. Onzeker is ook hoeveel bijdrage van het Rijk te verwachten is. Het Rijk haalt ook weer geld weg over De situatie is te onzeker om te kunnen zeggen dat het bedrag van 6 miljoen euro opnieuw over zal zijn in het komende jaar. De raad vroeg de wethouder ook zuinig om te gaan met de middelen van 20 miljoen euro voor de bestemmingsreserve. Zij heeft de opdracht van de raad zo opgevat dat zij daarmee ook zuinig om moet gaan. Zij wil binnen haar eigen budget geen tekorten organiseren om vervolgens te belanden bij deze bestemmingsreserve. In de komende tijd zal het college opnieuw rapporteren over de stand van zaken met betrekking tot de financiën. Het is de wethouder er niet om te doen geld over te houden, maar zij wil zeker weten dat ze uitkomt met de middelen die voorhanden zijn. Pagina 73 van 82

81 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat het nu het derde jaar op rij is. In 2012 ging het om 3,5 miljoen, in ,5 miljoen en in 2015 is het ruim 6 miljoen euro. Zij stelt voor hiervan te leren door terug te kijken. De vraag die de VVD en de PvdA de wethouder stelde was inzicht te geven over de afgelopen drie jaar over het aantal ingediende aanvragen voor de Wmo-verstrekkingen, het aantal afgewezen aanvragen, het aantal toegekende, et cetera. Zij denkt daarbij aan clustering van soorten aanvragen, zoals trapliften en dergelijke. Zij wil graag de toezegging van de wethouder hierin enig inzicht te krijgen. Wethouder Jongerius licht toe dat in het afgelopen jaar geld overbleef omdat de gemeente op een andere manier bestedingen deed. De vraag is of dit volgend jaar ook zo is te regelen. Zij gaat er niet vanuit dat dit jaar het aanbestedingstraject zo zal lopen als vorig jaar. Gevraagd is naar een overzicht van de afgelopen drie jaar. Zij kan zich voorstellen dat de raad dit wil hebben. Zij zal dat geven voor zover mogelijk en daarvan leren. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of dat overzicht voor het einddebat naar de commissie kan toekomen. Wethouder Jongerius antwoordt te verwachten dat dit niet voor 30 juni rond zal zijn. Voor 2015 zal het overschot er niet meer zo uitzien. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of het overzicht voor de begroting kan komen. Wethouder Jongerius zal zich inspannen om te onderzoeken wat mogelijk is. Wanneer het mogelijk is, zal zij erop aansturen dat zij het overzicht vóór de begrotingsbehandeling kan leveren. Zij kan zich ook voorstellen dat de informatie in grote lijnen wordt geleverd. Mevrouw De Boer (GroenLinks) hoorde mevrouw Tielen vragen in kaart te brengen wat is toegezegd en wat is afgewezen en waar het geld aan uitgegeven is. Zij verwacht dat dat niet zó ingewikkeld is dat dit maanden moet duren. De heer Stahl (Stadsbelang) vraagt of hij ervan mag uitgaan dat de gemeente dit nog steeds op schrift stelt. Of gaat het hier om geautomatiseerde systemen. Wanneer dat laatste het geval is, verwacht hij dat deze informatie zo uit de computer kan komen. Wethouder Jongerius kan niet overzien of dit snel uit de computer kan komen. Zij kent dit als ervaringsdeskundige, als leidinggevende. Zij weet niet of dit ook mogelijk is op het terrein van de verstrekkingen van hulpmiddelen. Zij houdt vast aan haar toezegging dit eerst te willen onderzoeken. Wanneer het snel uit te draaien is, kan zij deze informatie ook op korte termijn leveren. De heer Stahl (Stadsbelang) doet de suggestie dat de wethouder een beroep doet op de ambtelijke ondersteuning. De heer Van Leeuwen (ambtelijke ondersteuning Meedoen naar Vermogen) deelt mee dat momenteel niemand in de zaal aanwezig is van de afdeling Werk en Inkomen. Bij die afdeling worden deze systemen bijgehouden. Hij denkt dat op hoofdlijnen gegevens te verstrekken zijn. Hij kan de mate van voor 30 juni te leveren gedetailleerde informatie niet goed schatten. Wethouder Jongerius vervolgt haar beantwoording. Gevraagd is naar een overzicht van de (on)gegrond verklaarde bezwaarschriften en hoe het zit met de huishoudcoaches bij de hulp in de huishouding. De wethouder wil de commissie na de zomer schriftelijk hierover rapporteren. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of haar rapportage zal ingaan op alle vragen die betrekking hebben op de huishoudelijke hulp. Wethouder Jongerius verneemt desgevraagd dat de heer Van Ooijen (ChrsitenUnie) doelt op zijn vragen over de lichte toets. Hij vraagt of de wethouder die vragen ook zal meenemen. Het verschil tussen ja en nee, is de tijd die nodig is om een en ander te regelen. Om die reden stelde hij zijn vraag. Wethouder Jongerius antwoordt dat zij de bezwaarschriften kan laten zien, wat daaraan (on)gegrond aan verklaard is, welke aanvragen zijn ingediend en hoeveel daarvan (aanvullend) zijn toegekend. Daarnaast lopen er een aantal beroepszaken. Daaruit kan zij nog geen uitgebreide lijn halen, behalve dan dat de goedgekeurde beroepszaken niet afwijken van het beleid. Zij kan zeggen hoeveel mensen gebruik hebben gemaakt van de toelage voor hulp bij het huishouden, hoeveel mensen gebruik hebben gemaakt van de huishoudcoach. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) had gevraagd in hoeverre de lichte toets is ingevoerd en of de gemeente alleen de zware toets toepast: wie wel en wie niet 78 uur per jaar krijgen. In hoeverre is hierover gesproken met belanghebbenden, wat is de reactie daarop en kan die informatie ook richting de raad komen? Hij houdt misverstanden voor mogelijk in de verwachtingensfeer. Wethouder Jongerius antwoordt dat Utrecht de lichte toets toepast voor HBH. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) verzoekt het college gauw in gesprek te komen met de verschillende belanghebbenden die de raad bestoken met de vraag hoe het mogelijk is dat de mensen die zo nauw betrokken zijn bij de gemeente Utrecht verzoeken om de toepassing van een lichte toets. Hij heeft de indruk dat er iets moet zijn waardoor mensen ervan overtuigd zijn dat Utrecht geen lichte toets hanteert. Hij adviseert de wethouder daarover in gesprek te gaan, dit op te helderen en aan de raad verslag uit te brengen over waarom dit mogelijk is. Wethouder Jongerius lijkt het goed om met deze partijen in gesprek te gaan om na te gaan of het college hieronder iets anders verstaat. Zij zal dit gesprek aangaan. Pagina 74 van 82

82 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Over de Wtcg-CER-gelden ontving de commissie een raadsvoorstel. De wethouder kan zich voorstellen op basis daarvan het gesprek te gaan voeren. Zij gaat daarop nu niet uitgebreid in. Met betrekking tot de inzet op de mantelzorg vindt het college het van belang om de mantelzorgers te versterken. Voor volgend jaar is euro uitgetrokken. De uitvraag bij de instellingen voor dat geld loopt momenteel. Dat betekent dat het college extra voorzieningen gaat organiseren voor de mantelzorgers. Mantelzorgers kunnen ook gebruik maken van de toeslag voor hulp bij het huishouden voor een bedrag van 10 euro. Het college zal daaraan binnenkort extra aandacht gaan geven. Zij benaderde in eerste instantie mensen die al hulp in het huishouden hebben. De ChristenUnie stelde een vraag over eenzaamheid. Utrecht scoort lager dan de G4. De heer Van Ooijen heeft gelijk wanneer hij zegt dat Utrecht daarover bescheiden mag zijn. Het is niet goed dat eenzaamheid voorkomt. De 2% stijging is een punt van aandacht voor het college. Gevraagd is ook of de digitalisering goed toegepast wordt in de organisatie van de gemeente. Ook dat vindt de wethouder van belang. Ze kijkt daarin mee. De gemeente geeft ondersteuning aan een aantal organisaties. Zij denkt hierbij aan het wijkbedrijf 3.0. Die stichting ontving middelen in het kader van sociale prestatie en dagbesteding. Het college is op zoek naar in hoeverre Utrecht in aanmerking komt voor Europees geld. Het college is met G4-gemeenten in overleg om middelen te ontvangen via het ministerie van SZW voor kwetsbare ouderen. Zij zet er op in dat alle dienstverleners hun verantwoordelijkheid nemen. Dat is niet alleen de gemeente. Dat zijn ook de banken en alle andere vertegenwoordigers in de stad die met digitalisering werken. Het college zou graag het gesprek nader voeren met het bedrijfsleven om te stimuleren dat ook het bedrijfsleven hierop energie en inzet pleegt. De I&A-medewerkers verzorgen de ondersteuning van de Buurtteammedewerkers bij het invullen van formulieren. De wethouder hoorde de vragen goed over de website van de gemeente die niet goed functioneert. Zij neemt aan dat hiervoor ook aandacht is gevraagd bij haar collega wethouder Geldof. Het is van belang dat iedereen kan vinden wat hij op de website zoekt. Zij ziet haar rol op dit terrein breed. Zij voelt zich verantwoordelijk voor het bevorderen dat dit in het college aan de orde wordt gesteld, maar ook in de stad en dat de stad dat ook gemeentebreed oppakt. Zij ziet het ook als een aanmoediging dat de commissie dit zo duidelijk als een belang naar voren brengt hiermee verder te gaan. Mevrouw Baș (D66) is ontzettend blij met deze toezegging van de wethouder. Zij merkt ook dat de wethouder met ontzettend veel passie uiteenzet wat zij aan geld wil binnenhalen. De essentie van haar verhaal is niet zelf de regie te gaan nemen in het bedenken en in het vinden van potjes. Zij opteert voor het aangaan van de samenwerking met organisaties die zich al bundelden in het Leven en Lerenprogramma met daarbij de wijkbedrijven, bibliotheek, Mira Media, Taal doet Meer, Stichting Lezen en schrijven et cetera. Daarbij hebben de bedrijven zelf projectsubsidies en komen zij nu tot de ontdekking dat zij de gemeente graag als samenwerkingspartner zien. Hoe ziet de wethouder dat? Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt de wethouder de regie te nemen als het gaat om de gaten die gaan vallen vanuit alle informatie die boven tafel is gekomen in de uitvoering van de motie. Zij spreekt dan ook over het financiële deel. Zij vraagt het college een plan van aanpak voor te leggen. Wethouder Jongerius zet uiteen dat het college op 26 mei de commissie een brief stuurde over de stand van zaken in de digitalisering. Zij kan zich voorstellen dat de commissie die brief afzonderlijk agendeert. Natuurlijk stimuleert het college dat partijen met middelen met elkaar in contact komen. Dat is ook de taak van de gemeentelijke organisatie. Zij beschouwt de reactie uit de commissie als steun om de rol van die ambtelijke organisatie nog een keer extra onder de aandacht te brengen. Daarnaast zet het college zich in om extra middelen te verwerven via Europa en SZW. Mevrouw Metaal (CDA) merkt op dat deze partijen al heel goed samenwerken terwijl de wethouder spreekt over het bevorderen van de samenwerking. Zij hoorde uit de raad een vrij brede oproep om vooral op de eigen begroting te gaan kijken hoe eentiende van de Utrechtse bevolking die laaggeletterd is en digibeet beter te betrekken bij de Utrechtse samenleving. Zij hoopt op meer enthousiasme bij de wethouder. Wethouder Jongerius begrijpt dat de raad haar vraagt hiervoor middelen beschikbaar te stellen. Zij heeft die middelen op dit moment niet. Wanneer de commissie voorstelt waar zij deze middelen vandaan kan halen, ziet zij dat graag. Zij vindt het van belang ondersteuning te geven op het gebied van digitalisering. De heer Stahl (Stadsbelang) vindt dat het plan in samenhang moet zijn met de bestaande organisaties. Hij beseft dat er grijze gebieden zijn. Hij wil dat er één verbinding ontstaat waardoor het mogelijk is om samen te werken om de mensen die het nodig hebben het gereedschap te geven. Dat geld is voorhanden. Hij wijst op het Wmo-geld. Hij vindt het een mooi initiatief om uit het overgebleven Wmo-geld middelen beschikbaar te stellen. Wethouder Jongerius vervolgt haar beantwoording met in te gaan op de Amsterdamsestraatweg. Gevraagd is in hoeverre daar gebruik gemaakt wordt van Europese middelen. Het geld voor de eerste fase is rond. Daarmee wordt ook gewerkt. Dat werpt ook zijn vruchten af. De Amsterdamsestraatweg wordt steeds veiliger. Momenteel wordt de aanvraag voor de tweede fase uitgewerkt. Daarbij wordt ook gekeken naar Europees geld. Nog niet beantwoorde vragen Pagina 75 van 82

83 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vroeg naar de positie van de doelgroep van de CG-raad die te maken heeft met allerlei veranderingen beter in kaart te brengen. Misschien interpreteerde de wethouder dit als hoort dit bij de Wtcg-CER-gelden. Daar hoort het ook een beetje bij, maar hij vraagt het ook afzonderlijk. In hoeverre is er echt in beeld wat er gebeurt in de portemonnee van mensen die bij andere aanbieders zorg krijgen die te maken hebben met andere eigen bijdragen. Hij wil graag de effecten daarvan in beeld krijgen. Hij vraagt de wethouder dat beeld te geven. Hij brengt zijn vragen over de procesbrief onder de aandacht in verband met de afspraken die destijds gemaakt zijn met staatssecretaris Teeven. Bovendien vroeg hij in hoeverre zicht is op en of er geld afkomstig zal zijn van de Europese commissie voor de Amsterdamsestraatweg. Wanneer Utrecht dat geld niet krijgt, had Utrecht een ontwikkelstrategie van twee jaar waarbij niet duidelijk is wat het vervolg zal zijn. Hij vroeg ook in hoeverre de middelen uit de pot van euro hieraan zullen worden besteed. Het gaat hem dan om de middelen die nu geïntensiveerd zijn voor Veiligheid in de Voorjaarsnota. Mevrouw Baș (D66) stelde nog een vraag over taalniveau en standaarden waarmee de gemeente werkt als het gaat om de gemeentelijke communicatie, niet zijnde de website. Het gaat haar om communicatie via papier. De vraag is of de standaarden mogelijk te laag gesteld zijn en wat de gemeente moet doen om die bij te stellen Wethouder Jongerius licht toe dat het ingewikkeld is om de doelgroep in beeld te brengen. Zij denkt dan eerder aan het inkomensplaatje van een aantal mensen - een soort van steekproef. De vraag is dan wat het effect is van alle regelingen die nu op mensen afkomen. Het mooiste zou zijn om dit in samenwerking met andere gemeenten te doen. Dan is een opdracht te geven aan een van de universiteiten om mee te kijken in het nagaan wat er met de doelgroep gebeurt. Zij kan zich voorstellen dat dit teruggelegd wordt in het overleg met de G4. Zij houdt het voor mogelijk dat ook VWS geïnteresseerd is hierop beter zicht te hebben. In het licht van de brief rond bed, bad en brood kan de wethouder het bedrag nog niet geven. Momenteel zijn gesprekken gaande met de heer Dijkhof samen met de VNG. Daarbij is ook deze wethouder betrokken. De eerste gesprekken lopen. Het college vraagt hierop snel zicht te krijgen. In antwoord op de vragen met betrekking tot de Amsterdamsestraatweg zet de wethouder uiteen dat hard gewerkt is aan de vormgeving van de ontwikkelstrategie. Dat is nu gaande. De resultaten zijn momenteel merkbaar. Het is nu van belang de aanvraag te doen in het kader van de Europese middelen. Dan weet het college of het die middelen daadwerkelijk binnenhaalt. De wethouder gaat daar vooralsnog vanuit. Als het gaat om de euro in de begroting voor veiligheid hebben die middelen betrekking op een bredere taak. De wethouder vermoedt dat ook de Amsterdamsestraatweg hiervan iets zal merken. De fase 1 van de ontwikkeling van de Straatweg wordt helemaal gedekt in het plan dat al is goedgekeurd en dat momenteel draait. Wanneer blijkt dat het taalniveau te hoog is, moet het college daaraan aandacht besteden. Zij verneemt ambtelijk dat de gemeente Utrecht het taalniveau B1 hanteert voor de gemeentelijke communicatie. Op dat niveau worden alle brieven getoetst. Mevrouw Koelmans (SP) neemt aan dat 58% dat niveau beheerst. Toch vindt 58% de gemeentelijke informatie toegankelijk. Wethouder Jongerius vermoedt dat in de percentages een fout is geslopen en dat het niet gaat om 58% maar om 85%. Dat percentage is genoemd in de beantwoording van de schriftelijke vragen. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en sluit hiermee de vergadering van de commissie Mens en Samenleving over de Voorjaarsnota en de jaarstukken omstreeks uur. Pagina 76 van 82

84 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Toezeggingen bij de behandeling van de Voorjaarsnota van de wethouders en de burgemeester Gedaan op 15, 17 en 18 (middag) juni 2014 Toezeggingen wethouder Everhardt VJN/Ver. 18 juni 2015 Werk & Inkomen - Armoedebeleid. De wethouder komt in september met voorstellen naar de commissie (=herhaalde toezegging). \ Dress for succes. De wethouder komt in september met de uitkomst van de gesprekken met deze organisatie. - Onderzoek Basisinkomen. De wethouder zal in september een concreet voorstel met de raad delen. - Sectorplannen. De wethouder zal de commissie in oktober nader informeren. - Effectiviteit werkgeversservicepunt. De wethouder gaat na hoe de serviceverlening ervaren wordt en koppelt dat rond de PGB terug naar de commissie. - Klanttevredenheidsonderzoek W&I. De wethouder gaat hier naar kijken en komt daar rond de PGB-behandeling op terug Bezoek UW. De wethouder koppelt zij bevindingen in oktober terug naar de commissie. - Indicatoren pag. 121/122. De wethouder gaat de prestatie- en effectindicatoren beter in lijn met elkaar brengen. - Voorlichting W&I/buurtteams. De wethouder zal de commissie informeren over de wijze van voorlichting door de buurtteams welke voorheen bij W&I plaatsvond Toezeggingen wethouder Jongerius VJN/Ver. 17 juni 2015 Welzijn Diversiteit en anti-discriminatie. De wethouder stuurt het plan Utrecht zijn we samen binnen enkele weken naar de commissie. Cliëntenraden. De wethouder verstrekt de commissie een uitsplitsing van de bijdrage voor belangbehartiging en hulpverlening van de stichting Goud. Stijging op zelfredzaamheid matrix. De wethouder komt terug op deze technische vraag Pagina 77 van 82

85 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 Meedoen naar vermogen Overzicht WMO-budgetten. De wethouder gaat voor de PGB-behandeling een overzicht te verstrekken van de aanvragen, afwijzingen en toekenningen m.b.t. de WMO-gelden over de afgelopen 3 jaar Beschrijving effecten van regelingen op Wtcg-doelgroep. De wethouder zal in haar G4-overleg nagaan of de vraag daar ook speelt en of gezamenlijke kan worden opgetrokken om inzicht te krijgen wat het doet voor personen. Agenda 22 en het VN-gehandicaptenverdrag. De wethouder komt terug bij de commissie als het VN-verdrag activiteiten benoemd waarop in Utrecht nog niet wordt ingezet. Catharijnehuis. Opvang dak- en thuislozen. De wethouder komt voor het einde van het jaar met een brief. Basisrechtenboekje ongedocumenteerden. De wethouder gaat het boekje updaten en verspreiden onder organisaties. Bezwaarschriften huishoudelijke hulp. De wethouder zal voor de PGB-behandeling een overzicht verstrekken van de aantallen ingediende bezwaarschriften. Daarbij wordt o.a. inzicht verstrekt in de gegrond en ongegrondverklaring, de huishoudtoelage, het gebruik van de huishoudscoach. Lichte toets. De wethouder komt bij belanghebbenden terug op de lichte toets en de onduidelijkheid welke daar over heerst. Toezeggingen wethouder Everhardt VJN/Ver. 17 juni 2015 Volksgezondheid Gokverslaving. De wethouder gaat bekijken of en hoe in de Gezondheidsmeting een nulmeting gokverslaving kan worden opgenomen Coffeeshops. De wethouder treedt in overleg met de burgemeester over de vragen over coffeeshops (met 500 gram en meer voorraad) en komt daar op terug. Meerwaarde JOG-aanpak. De wethouder zegt toe een expertmeeting op dit onderwerp voor te bereiden, die zal plaatsvinden voor behandeling van het raadsvoorstel Volksgezondheid. Organisatie Wheel en Deal. De wethouder is bereid het gesprek met de studenten organisatie aan te gaan. Kinderrechtenstad. De wethouder heeft direct na de zomer een overleg met de betrokken partijen (zoals Defence for Children), bekijkt mede op basis daarvan of de stad een toets in die richting kan doorstaan en komt daarna terug naar de commissie. Subjectieve beleving jongerenoverlast. De wethouder gaat na of een nadere duiding van de signalen en realisatiecijfers (uit de verantwoording) te geven is. Pagina 78 van 82

86 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 Buitenspelen. De wethouder gaat na wat we als organisatie weten van de signalen m.b.t. het niet-buitenspelen van meisjes en komt op basis daarna evt. met een kwalitatieve duiding. Kinderraad. De wethouder zal de gevolgen van de bezuiniging monitoren. Speeltuinen. De wethouder zal de gevolgen van de bezuinigen monitoren Toezeggingen wethouder Jongerius VJN/Ver. 17 juni 2015 Cultuur Tivoli Vredenburg. De wethouder zal de commissie na het zomerreces informeren over de vormgeving van het onderzoek naar de efficiency-verbetering van Tivoli Vredenburg Cultuurvoorzieningen Leidsche Rijn Centrum. De wethouder zal in het najaar de drie in ontwikkeling zijnde plannen aan de raad voorleggen. Eenduidig aanspreekpunt evenementen. De wethouder neemt hierover contact op met wethouder Kreijkamp en de burgemeester en koppelt de resultaten terug naar de commissie. Subsidie RTV Utrecht. De wethouder zal de commissie inzicht verstrekken in de besteding van de verstrekte subsidie. Internationale agenda. De wethouder zal de commissie de agenda op korte termijn toesturen. Trappen Stadskantoor. De wethouder zal de mogelijkheid van het gebruik van de trappen onder de aandacht brengen bij de grote culturele instellingen. Verantwoording publieksbereik en klanttevredenheidsonderzoek. De wethouder zal deze items als opdracht in het nieuwe cultuurconvenant meenemen Participatie en wijkgericht werken Wijkraadadviezen. De wethouder is bereid om waar mogelijk wijkraadadviezen te linken aan relevante raadsvoorstellen en zal daarover o.a. met de griffie afspraken maken Participatietrajecten. De wethouder zal de leden van de raad, al dan niet via de collegecollega s, actief uitnodigen tot deelname aan participatietrajecten. Gebiedsontwikkeling door derden. De wethouder zal bij de collega s aandacht vragen om ook bij derden die aan gebiedsontwikkeling aan te dringen op participatie. Participtiegraad. De wethouder komt in het najaar bij de commissie terug op het bevorderen van de participatiegraad van mensen uit wijken met een lage sociaal-maatschappelijke status. Pagina 79 van 82

87 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni 2015 Overzicht Domotica. De wethouder zal in het najaar een bijeenkomst organiseren om met de commissie in gesprek te gaan over domotica Toezeggingen wethouder Kreijkamp VJN/Ver. 17 juni 2015 Onderwijs Vroegtijdige Voorschoolse Opvang. De wethouder komt, in overleg met de schoolbesturen, na de zomer met een visie Stadsgesprek voortijdige schoolverlaters. De wethouder is bereid om samen met de raad een gesprek voor te bereiden Thuiszitters. De wethouder zal de verschillende definities van het begrip naast elkaar leggen en de commissie daarover informeren. Betrokkenheid scholen bij oorlogsmonumenten. De wethouder zal hierover in zijn overleg met de schoolbesturen aandacht voor vragen en daarover bij de commissie terugkomen. Bibliotheek Locatie Bibliotheek. De wethouder zal rond het slotdebat met een locatie naar buiten komen Toezeggingen wethouder Kreijkamp VJN/Ver. 15 juni 2015 Financiën Schuldenopbouw. De wethouder zal in de PGB inzicht geven in de opbouw van schulden. De wethouder komt daar ook op terug bij de Subcommissie. Buurtbudgetten. De raad wordt betrokken in het participatief traject met de bewoners. Oninbare heffingen en belastingen. De wethouder gaat bekijken of en hoe daar bij de Verantwoording inzicht in gegeven kan worden Toezeggingen Wethouder Geldof VJN/Ver. 15 juni 2015 Organisatievernieuwing Motie 42 (max. 30% flexwerkers bij KCC). De wethouder zegt toe zich bij de PGB in te zetten voor middelen ter dekking van de verdere uitvoer van de motie. Aanpak schijnconstructies/naleving CAO. De wethouder komt hier, na overleg met de portefeuillehouder inkoop, op terug bij de commissie. Toegankelijk website en meldingen. De wethouder komt na de zomer met een voortgangsrapportage. De wethouder komt daarbij ook terug op de wijze waarop wordt omgegaan met meldingen. Pagina 80 van 82

88 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Pleinen. De wethouder gaat de raad over een maand rapporteren over de opbrengst van pleinen en de evt. participatie daarbij van raadsleden. Ook de mogelijkheid voor burgers om een plein aan te vragen komt daarbij aan de orde. Diversiteit. De wethouder zal daarover voortaan in de paragraaf bedrijfsvoering terugkoppeling over doen. Payrol-constructies. De wethouder zal, mede na overleg met de vakbonden, bij de PGB hierop rapporteren. Openstelling. De wethouder komt in september terug op het verzoek tot openstelling van de ambtelijke dienstverlening op zaterdagochtenden. Ziekteverzuim. De wethouder zal de commissie voor het slotdebat inzicht verstrekken in de kosten van het ambtelijk ziekteverzuim en daarbij een uitsplitsing doen in niveaus/types/afdelingen. Plein laagdrempelige digitale vaardigheden. De gemeente organiseert een plein, de werkwijze van Den Haag zal daarbij ingebracht worden. Communicatie regelingen. De wethouder neemt de zorgen over communicatie over regelingen, subsidies en uitkeringen mee terug naar de collega s in het college Toezeggingen Burgemeester VJN/Ver. 15 juni 2015 Openbare Orde en Veiligheid Sluitingstijden. De burgemeester komt voor het zomerreces met voorstellen over verplichte sluitingstijden op de ASW. (herhaalde toezegging) Radicalisering. De burgemeester komt terug op het beter bereiken van vrouwen, o.a. via Lady Fit. Prostitutie. De burgemeester neemt het verzoek om een onderzoek naar werkplekken voor prostitués mee terug in het college en rapporteert daarover voor het slotdebat. Veiligheidsbeleving. De commissie ontvang op korte termijn een brief over de veiligheidsbeleving en een onderzoek daarna. Fietsendiefstal. De commissie ontvang op korte termijn een brief over de aanpak van fietsendiefstal. Elektronisch stemmen. De burgemeester komt terug op de mogelijkheid over de eventuele deelnamen aan de pilot elektronisch stemmen. Amsterdamse Straatweg. De burgemeester komt in overleg met wethouder Jongerius terug op de inzet van middelen voor de ASW, en de alcohol- en snelheidshandhaving. Pagina 81 van 82

89 Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 15 en 17 juni Huiselijk geweld. De burgemeester komt terug op de discrepantie in de cijfers van het Algemeen Dagblad en Binnenlands Bestuur. Toezeggingen wethouder Jansen VJN/Ver. 15 juni 2015 Sport Zelfbeheer sportcomplex. De wethouder zal voor de PGB een overzicht aanleveren van sportcomplexen waarop mede- of zelfbeheer mogelijk kan zijn. Aanpak achterstallig onderhoud sportcomplexen. De wethouder zal voor raadsbehandeling van de VJN een planningsoverzicht aan de raad sturen Netwerk Vitaal plus (Amendement 22). De wethouder is, afhankelijk van de uitkomsten van de resultaten, te bekijken of uitbreiding van het netwerk mogelijk Pagina 82 van 82

90 2 Verslag cie M&S 7_9_juli Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus CE Utrecht Telefoon Fax Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli 2015 Verslag door: Datum verslag: 15 juli 2015 Vaststelling verslag: Geertjan Benus (in opdracht van de griffie, eindredactie vóór aanbieding van het verslag aan de griffie). De commissie stelt dit verslag definitief vast in de vergadering van 8 en 10 september Eventuele wijzigingen op dit verslag worden verwerkt in het verslag van die vergadering. Aanwezig: 7 juli s middags: De voorzitter de heer A. van Schie, de burgemeester de heer J. van Zanen, en voorts de leden: de heer A. Kleuver (D66), de heer B. Meijer (D66), de heer S. de Vries (GroenLinks), de heer P. van Corler (GroenLinks), de heer S. van Waveren (CDA), mevrouw Q. Rajkowski (VVD), de heer W. Buunk (VVD), mevrouw M. Haage (PvdA), mevrouw M. Metaal-Froon (CDA), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), de heer F. Valkenburg (Student & Starter), de heer V. Wijlhuizen (SP). Bovendien is de heer M. Kiewik (commissiegriffier) aanwezig en mevouw I. Arets (commissiesecretaris). 9 juli s ochtends: De voorzitter mevrouw B. Paardekooper, de wethouders P. Jansen en mevrouw M. Jongerius en wethouder J. Kreijkamp, en voorts de leden mevrouw S. Baș (D66), de heer B. Meijer (D66), mevrouw A.M. Podt (D66), mevrouw M. de Boer (GroenLinks), mevrouw M. de Regt (GroenLinks), de heer D. Gilissen (VVD), mevrouw J. Tielen (VVD), de heer V. Wijlhuizen (SP), mevrouw T. Scally (GroenLinks), de heer P. van Corler (GroenLinks), mevrouw Q. Rajkowski (VVD), mevrouw M. Haage (PvdA), mevrouw B. Dibi (PvdA), de heer E. Derks (PvdA), mevrouw M. Metaal-Froon (CDA), de heer S. van Waveren (CDA), mevrouw J. Inkelaar (ChristenUnie), mevrouw R. Freytag (Student & Starter), de heer H. de Jong (Student & Starter), de heer C. Bos (Stadsbelang). Overigens is aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). 9 juli s middags: De voorzitter, de heer S. van Waveren, mevrouw G. Bouazani, de wethouders de wethouders K. Geldof, V. Everhardt, en voorts de leden de heer de heer R. Rollingswier (D66), mevrouw M. de Regt (GroenLinks), mevrouw M. de Boer (GroenLinks), mevrouw A.M. Podt (D66), mevrouw Q. Rajkowski (VVD), mevrouw J. Tielen (VVD), de heer V. Wijlhuizen (SP), mevrouw H. Koelmans (SP), de heer T. Schipper (SP), mevrouw B. Dibi (PvdA), de heer R. Post (PvdA), mevrouw J. Inkelaar (ChristenUnie), de heer M. van Ooijen (Christen Unie) mevrouw M. Metaal-Froon (CDA), de heer S. Menke (Student & Starter), de heer F. Valkenburg (Student & Starter), de heer H. Stahl (Stadsbelang). Overigens is aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). En overigens: Niet aanwezig: Agenda: Voor de vergadering van 7 en 9 juli 2015 Ambtelijke vertegenwoordigers van gemeentelijke afdelingen. 0. Inhoudsopgave 1. Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verslagen van en voor de commissie Mens en Samenleving Ingekomen stukken Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders Nota Verbonden partijen Wijziging Gemeenschappelijke Regeling VRU a. Raadsbrief cameratoezicht b. Commissiebrief Rondvraag Cameratoezicht Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen burgemeester Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Jongerius Nota Inkoop Waar(de) voor ons geld Meerjarenbegroting BghU Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting Pagina 1 van 66

91 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Kreijkamp Commissiebrief Evaluatie werken op Afspraak Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Geldof Volksgezondheidsbeleid Utrecht , Bouwen aan een Gezonde toekomst, een uitnodiging aan de stad Preventie- en handhavingsplan alcohol Commissiebrief Dashboard Werk en Inkomen eerste kwartaal Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Everhardt Lijst van toezeggingen Opening en mededelingen Opening 7 juli middags De voorzitter, de heer Van Schie, opent de vergadering om uur, heet iedereen in de zaal en thuis welkom. Hij kijkt terug op een zeer geslaagd weekend. Vandaag staan de agendapunten van de burgemeester op de agenda. Donderdagochtend zullen de agendapunten uit de portefeuilles van de wethouders Jansen, Jongerius en Kreijkamp op de agenda staan. Mededelingen Geen. 70 Heropening 9 juli in de ochtend De voorzitter, mevrouw Paardekooper, opent in haar woorden - de laatste lange vergaderdag voor het reces. Zij heet iedereen welkom. Ze ontving geen berichten van verhindering. In de middagvergadering staan de agendapunten van de wethouders Geldof en Everhardt op de agenda. Wethouder Kreijkamp zal verlaat aanwezig zijn maar tijdig voor de behandeling van zijn agendapunten. Mededelingen van het college Wethouder Jongerius deelt mee dat vorige week een onderhandeling heeft plaatsgevonden met staatssecretaris Dijkhof over de tijdelijke regeling voor bed, bad en brood. Die komt deze week naar buiten via de VNG. Zo gauw zij naar buiten komt zal de wethouder de regeling doorsturen naar de raad met daarbij de doorvertaling van consequenties voor de gemeente Utrecht. 80 Heropening 9 juli in de middag De voorzitter, de heer Van Waveren, opent de vergadering omstreeks uur en daarmee het laatste dagdeel van deze commissie in dit politieke jaar. Hij besteedt kort aandacht aan de agenda en aan procedurele zaken. 2. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de middagvergadering van 7 juli 2015 Besproken worden de geagendeerde agendapunten: twee raadsvoorstellen en een raadsbrief. In verband met het reces geldt voor alle agendapunten dat ze behandeld worden in de raadsvergadering van 3 september aanstaande, zo de commissie daartoe besluit Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de ochtendvergadering van 9 juli 2015 De commissie behandelt de agendapunten met een aangepaste planning. Mevrouw Tielen (VVD) stelt voor het debat compact te houden met het oog op het verloop van deze vergaderdag. Mevrouw Baș (D66) verzoekt namens de heer Meijer om meer tijd voor de behandeling van de nota Inkoop De heer Van Corler (GroenLinks) stelt voor zo snel mogelijk aan de slag te gaan met deze nota en zoveel mogelijk bij elkaar aan te sluiten. Ook hij ervaart voor de behandeling van dit agendapunt een tijdsklem met de voorgestelde planning. Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de middagvergadering van 9 juli 2015 De agendapunten zullen worden besproken zoals geagendeerd. 3. Verslagen van en voor de commissie Mens en Samenleving a. Verslag van de openbare vergadering van de commissie Mens en Samenleving van mei en 4 juni Bespreking van het verslag in de vergadering van 7 juli in de middag De pagina s 4 t/m 19. Pagina 2 van 66

92 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli 2015 Conform vastgesteld. 110 Bespreking van het verslag in de vergadering van 9 juli in de ochtend Dit betreft pagina's 19 tot en met 38 en 39 t/m 51 De commissie stelt het verslag conform vast. Bespreking van het verslag in de vergadering van 9 juli in de middag Pagina s 38 en 39 en 51 t/m 75 Tekstuele opmerking van de heer Meijer. Conform vastgesteld inclusief de gewijzigde tekst: graag in het verslag op regel 4074/4075 de tekst "Hij vindt dat een goede zaak" (laten) verwijderen of wijzigen in "Hij kan daarmee leven". Hiermee is het verslag vastgesteld. 120 b. Verslag van de subcommissie Financiën en Control van De commissie neemt het verslag ter kennisgeving aan. c. Verslag van de subcommissie Financiën en Control van De commissie neemt het verslag ter kennisgeving aan. 4. Ingekomen stukken 7 juli s middags Geen juli s ochtends Geen. 9 juli middags Geen. 5. Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders. Middagvergadering 7 juli 2015 Mevrouw Rajkowski (VVD) haalt een recente autobrand aan waarbij het erop lijkt dat de daders niet worden gepakt. Sporenonderzoek is niet mogelijk. Vaak weten de directe familie of vrienden wie de daders zijn zonder dit te melden. De VVD vindt dat deze daders niet ongestraft de eigendommen van Utrecht mogen vernielen. De VVD vreest escalatie. Zij vraagt of de burgemeester bekend is met het signaal dat mensen die de daders kennen uit vrees voor represailles daders niet aangeven. Wat kan hij doen zodat mensen zich voldoende veilig voelen om dit soort informatie te melden bij de politie. Ochtendvergadering 9 juli 2015 Niemand voor de rondvraag. 150 Middagvergadering 9 juli 2015 Mevrouw Podt (D66) las op een bijzonder stuk dat afkomstig was van De Gelderlander. Daklozen en verslaafden zouden ingezet worden bij sloopwerk aan de Universiteit Utrecht. Zij verneemt graag van de wethouder of hij hiermee bekend is en of hij dit een goed idee vindt. Mevrouw Koelmans (SP) vraagt of de wethouder bereid is het bouwbedrijf daarop aan te spreken. Punt van orde Mevrouw De Boer (GroenLinks) vraagt de griffie het reces te gebruiken om de toezeggingenlijst bij te werken. Op de lijst staan veel toezeggingen die zijn afgedaan. De voorzitter zal dit verzoek doorgeven aan de griffie en aan de bestuursondersteuners om daar goed naar te kijken. 6. Nota Verbonden partijen De bedoeling is dit raadsvoorstel vast te stellen in de raad. 160 De heer Meijer (D66) werkt graag samen, ook als het gaat om de samenwerking tussen gemeenten. Samen kunnen mensen vaak meer dan in hun eentje. Door kennisdeling, door het optimaliseren van capaciteit en uit te gaan van de juiste schaalgrootte, is geld te besparen. Hij stimuleert graag samenwerking. Anderzijds is D66 ook voorstander van korte bestuurlijke lijnen, directe democratische controle, minder regels en een kleine overheid. Als G4-gemeente wenst Utrecht ook nog eens zaken op zijn eigen manier te doen. De ervaring leert bovendien dat het uit handen geven van de uitvoering van taken, betekent dat de gemeente minder invloed heeft op de begroting, op keuzes voor kwaliteit, op het bereik van dienstverlening, et cetera. Ook dat maakt samenwerken lastig. Pagina 3 van 66

93 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De deelnemende partijen zelf veroorzaken veel van de perikelen rondom samenwerking. De kaders die door de gemeenten worden meegegeven in bijvoorbeeld een gemeenschappelijke regeling, rammelen soms aan alle kanten. Partijen zijn vaak al een heel eind wanneer ze heel concrete en duidelijke afspraken maken over de doelen, over de kosten, wie erover beslist, en hoe de samenwerking periodiek te controleren. D66 is van mening dat ook uittreden een optie moet blijven. De raad heeft daarin een belangrijke positie door de kwaliteit van de gestelde kaders te blijven bewaken. Het manifest Verbonden Partijen zoals eerder in deze raad behandeld, gaf al een beetje richting aan dit dilemma door aan de besturen van de gemeenschappelijke regeling een duidelijke bestuurlijke opdracht mee te geven. Dat was een eerste stap. De vraag is hoe te sturen op een samenwerkingsverband zonder formele status, waarbij de gezamenlijke onderhandelingen met aanbieders door verschillende gemeenten worden gevoerd. Hij noemt als voorbeeld de inkoop van zorg. De meest spannende onder de samenwerking is op dit moment de U10. Dit moet een soort van hybride samenwerkingsvehikel zijn waaronder partijen alles brengen dat niet een eigenstandige regeling hoeft te zijn of kan zijn. Daarbij is het lastig om de kaders vooraf vast te stellen. Zo lopen partijen het risico hun eigen valkuil te graven. Dit roept om flexibiliteit en maatwerk. Dat maakt het er ook weer niet gemakkelijk op. De burgemeesters van Utrecht en Nieuwegein namen het initiatief om slimme afspraken te maken over regionale samenwerking in U10-verband. Op 8 juli is een regionale assemblee georganiseerd om hierover verder door te praten. De nota zelf is een bondig en duidelijk document. Belangrijk uitgangspunt is dat er een nee, tenzij -houding is ten opzichte van beleidsrijke onderwerpen die vragen om een directe democratische legitimering waarbij geen wettelijke verplichting tot samenwerking is, zoals bij de VRU en de GG&GD. De D66 fractie is het daarmee eens. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om over te gaan tot uitbesteding door subsidiëring of een inkooprelatie aan te gaan. Dat biedt in de meeste gevallen voldoende sturing. Wanneer dat het geval is, is het creëren van een nieuw samenwerkingsverband ook niet nodig. Een aantal dilemma's speelt nog rondom verschillende vormen van samenwerking: zijn zij publiek- of privaatrechtelijk. Wie vertegenwoordigt de gemeente binnen de samenwerking? Hierover is gesproken bij Birgit. Welke financiële afspraken gelden er? Welke beheer en beheersmaatregelen zoals doel, opdracht, taak- en kaderstelling en verantwoording. Hoe wordt het toezicht vormgegeven? Welke zijn de risico's en hoe worden ze beheerst? Hoe sluit je aan op de gemeentelijke P&C-cyclus? Wat is de rol van de Rekenkamer? Ook dat laatste is geen onbelangrijk punt. En bij een eventuele beëindiging van deelname het antwoord op de vraag wanneer de gemeente zich terugtrekt. Heeft de regeling een exitscenario? Over het algemeen is het standpunt van D66 dat de samenwerking erg goed is zoals die nu wordt ingeregeld. Dat neemt niet weg dat de samenwerking ook erg ingewikkeld kan zijn. De paragraaf Verbonden Partijen in de begroting en in de jaarrekening zou iets beter hebben gekund. D66 adviseert het college ook informatie op te nemen over eventuele risico's, het toezichtarrangement. Ook de eisen en wensen over het beleid van de verbonden partijen zelf, mogen scherper geformuleerd. Welk inkoopbeleid, financieel beleid, personeelsbeleid en welke Governance verwacht de gemeente Utrecht van de verbonden partijen? Is de gemeente Utrecht scherp als het gaat om de afspraken over dienstverleningsniveau: de servicegerichtheid richting de inwoners? Als voorbeeld noemt de heer Meijer de belasting samenwerking. Ook noemt de heer Meijer de rol van eventuele participatie en verantwoording naar de burgers in het maatschappelijk jaarverslag. De heer Meijer is heel benieuwd naar de uitkomsten van de regionale assemblee. Hoe verhouden de uitkomsten van morgen zich tot deze nota? De heer Buunk (VVD) nam zojuist kennis van de uitgebreide introductie op de valkuilen en vragen die te stellen zijn vanuit de gemeente bij het aangaan van samenwerkingsverbanden. Daarna noemde de heer Meijer een aantal punten van aandacht. Het is de heer Buunk dan nog niet duidelijk wat de heer Meijer van de nota vindt op de door hem genoemde punten. De heer Meijer (D66) vindt in algemene zin de nota een goede. In de nota zijn de juiste onderwerpen en dilemma's opgenomen. Ook het manifest wordt in de nota genoemd. D66 vindt dat goed. Het noemen van de doorontwikkeling van de U10 vindt hij ook erg goed. Zijn fractie is het ook eens met het uitgangspunt nee, tenzij. In de bijlage bij de nota nam hij kennis van een afwegingskader om te beslissen of de gemeente gaat samenwerken of niet. Ook daarin kan zijn fractie zich vinden. Hij is van mening dat voor de gemeente Utrecht wel een duidelijk voordeel te behalen moet zijn, dan wel in kwaliteit dan wel in een zekere kostenbesparing. De heer Van Waveren (CDA) stelt een vervolgvraag op de vraag van de heer Buunk. Het CDA wil graag weten of de raad het college de juiste kaders en randvoorwaarden meegeeft wanneer de raad deze nota vaststelt om als Utrecht te doen wat Utrecht graag wil. Op dat aspect vindt hij deze nota behoorlijk dun, zeker als het gaat om het toezicht en inrichting van bestaande verbonden partijen en hoe de raad in de gelegenheid wordt gesteld om daarop te sturen. Hij vraagt of de heer Meijer die indruk deelt. De heer Meijer (D66) merkt op dat het als aandachtspunt genoemd is. In deze raadzaal is al eerder gesproken over het toezichtarrangement en de rol van de Rekenkamer. Daarover staat volgens hem in de nota voldoende. Hij verwacht dergelijke afspraken te verankeren in de gemeenschappelijke regelingen zelf (de uiteindelijke statuten van een nieuw op te richten samenwerkingsverband). De heer Van Waveren (CDA) begrijpt de bedoeling van de heer Meijer. Dat zijn volgens hem wel de onderwerpen waarover bij deze nota gesproken zou moeten worden. Hij neemt kennis van het standpunt ter zaken van D66. Pagina 4 van 66

94 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw Haage (PvdA) merkt op dat Utrecht geen eiland is. Ze vindt het daarom goed dat de gemeente samenwerkt met allerlei partijen. De vraag voor haar is waarover de raad gaat besluiten bij deze nota. Niemand zal tegenstander zijn van frases als zo democratische mogelijk en houden aan de wet. De nota schept orde in bestuurlijke spaghetti. Nederland is in bestuurlijk opzicht behoorlijk ingewikkeld geworden. Zij dankt de burgemeester daarvoor. Het raadsvoorstel is slechts één zin. Dat is haars inziens niet goed voor de besluitvorming. De raad zou daarin nog enige scherpte kunnen aanbrengen. Waarover gaat de raad besluiten en wat verandert er met deze nota ten opzichte van de huidige situatie? De heer Buunk (VVD) vraagt mevrouw Haage welke beslispunten zij opgenomen zou willen zien in het raadsvoorstel. Mevrouw Haage (PvdA) noemt als voorbeeld het nee, tenzij principe, en welke vorm van samenwerking de gemeente Utrecht het liefst zou zien omdat die vorm het meest democratisch is. Dergelijke uitgangspunten zouden goed zijn om op te nemen in een raadsvoorstel zodat wanneer daarover onenigheid heerst, een amendement te schrijven is dat hout snijdt. Anders bestaat het gevaar op nieuwe spaghetti. Wanneer een gemeente meer samenwerkt met andere gemeenten vraagt dat ook een andere bestuursstijl. Naast het ontwikkelen van beleid en het stellen van financiële kaders, moet het college ook bedrijven en organisaties mobiliseren, de regie voeren op de samenwerking, als bestuurder actief gebruik maken van de positie om zonder bevoegdheden zaken voor de stad voor elkaar te krijgen. Hoe gaan de burgemeester en het college ervoor zorgen dat dit gebeurt? Zij heeft vernomen dat sommige wethouders sommige gemeenschappelijke regelingen niet bezoeken. Dat lijkt haar niet de bedoeling. Haar fractie stelt nog enkele vragen over de tekst zelf. Als het gaat om het op afstand zetten van organisatieonderdelen, worden bij beleidsneutraal voorbeelden genoemd zoals afval ophalen of beheer van de openbare ruimte. Zij vraagt zich af of dit goede voorbeelden zijn van beleidsneutraal. De risico's zijn niet uitputtend genoemd. Zij mist de technologische en de sociale in het geval in de stad reuring zou zijn. Als uitzondering op de hoofdregel nee, tenzij vroeg mevrouw Haage zich af daaronder ook een verkenning van een nieuw maatschappelijk fenomeen zou kunnen vallen. Zij is er ook benieuwd naar hoe andere commissieleden hierover denken. Zij vraagt of meer eenduidigheid kan komen in monitoring. Dat is goed beschreven op het gebied van risico's: hoe de raad op risico's kan sturen. Zij doet de suggestie om ook op het gebied van monitoring zoveel mogelijk eenvormigheid te bewerkstelligen zodat bij elke gemeenschappelijke regeling duidelijk wordt hoe die is te monitoren. De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat het belang van samenwerking al door de sprekers die hem voorgingen, is onderschreven. Hij vindt het goed dat vanuit deze nota een terughoudende opstelling is in het aangaan van dergelijke verbintenissen. Hij sluit zich ook aan bij de opmerking van de PvdA over beleidsneutraal/beleidsarm. Hij wil ervoor waken dat het bestuur te gemakkelijk iets bestempelen zal als beleidsarm. Taken als het ophalen van huisvuil zijn mogelijk beleidsarm, maar de daarvóór liggende keuzes niet. Dit soort samenwerking mag geen belemmering zijn voor het maken van keuzes op het gebied van ontwikkelingen op het gebied van bestaande taken. Een groot deel van de nota gaat over risicomanagement. De heer Van Corler verwijst naar de nieuwe werkwijze die bij de recente nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen is vastgesteld. Hij neemt aan dat daar op dezelfde wijze wordt gekeken hoe om te gaan met dit soort risico s. Eerder is al gepleit voor aandacht voor de rol van de Rekenkamer. Goed dat die aandacht nu in deze nota wordt verankerd. In de nota wordt gezegd dat periodiek tegen het licht wordt gehouden hoe is om te gaan met de verbonden partijen. In de voorgaande nota stond een dergelijke tekst. Hij kan zich niet herinneren dat ooit een keer structureel is gekeken naar hoe de gemeente omgaat met verbonden partijen. Hij verneemt graag hoe het college hieraan invulling zal geven. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat dit gebeurt bij het vaststellen van de nota Verbonden Partijen, één keer in de vier jaar. Dat is een van de redenen waarom dit wat hem betreft meer scherpte mag krijgen. Hoe vaak zou de heer Van Corler deze lijst willen doorlopen? De heer Van Corler (GroenLinks) beschouwt de nota als de opmaat voor hoe de gemeente al of niet wil deelnemen aan verbonden partijen. Als de gemeente Utrecht dan een verbonden partij heeft, zou een afweging of de gemeente Utrecht ermee wil doorgaan hem welgevallig zijn - het gaat hem dan om nut en noodzaak van de regeling. Een dergelijke afweging vindt momenteel nooit plaats. Dat hoeft wat hem betreft niet gehangen te worden aan het vaststellen van deze nota eens in de vier jaar. Hij krijgt hierop graag de reactie van het college. Bij de inrichting bij 3.3. wordt gesproken over een vertegenwoordiging door een lid van het college van B&W of een ambtelijke vertegenwoordiging. Wat hem betreft hangt dit sterk af van de verbonden partij om welke het gaat. Hij mist de optie vertegenwoordiging vanuit de raad. Hij noemt de BRU als een voorbeeld van een vertegenwoordiging vanuit de raad. Hij zou de vertegenwoordiging vanuit de raad niet willen uitsluiten met deze nota. Pagina 5 van 66

95 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Buunk (VVD) kan zich bij veel van de punten aansluiten. In algemene zin vindt zijn fractie dit een goede nota. De fractie vindt het helder waar het gaat over financiën en de planning- en control-cyclus. Ook het omgaan met risico s lijkt in orde. Mevrouw Haage maakte een aantal opmerkingen over mogelijke andere risico's die in beeld zouden kunnen zijn. De VVD denkt dat dit aardig goed is ingericht op het in beeld hebben van risico s en op het sturen op hoe daarmee om te gaan. Goed dat de rol van de Rekenkamer is benoemd. De vraag komt daarbij wel op wat dat betekent voor de huidige samenwerkingsverbanden. Hij kan zich voorstellen dat lang niet overal is geregeld dat er een rekenkamerrol is. Soms moet mogelijk ook een rekenkamerfunctie worden benoemd in een samenwerkingsverband. Bij het BRU bestond het niet. Daar vond hij dat een groot gemis. Hij kan zich voorstellen dat dit betekent dat een aantal samenwerkingsverbanden tegen het licht gehouden moet worden wanneer de raad deze nota aanneemt. De democratische verankering is een belangrijk punt. Het manifest wordt genoemd. De VVD vindt dat heel goed. Motie 83 is aangenomen. Dat richtte zich precies op de U10. De principes die daarin werden genoemd, gelden voor alle samenwerkingsverbanden waar beleidskeuzen echt aan de orde zijn. Andere beleidskeuzen worden gemaakt dan voorheen. De VVD vindt het goed dit terug te leggen bij de gemeenteraden en de tijd daarvoor te nemen. Het moet ook terug naar de raad wanneer keuzen te maken hebben met het budgetrecht van de raad. Dat kan wel eens voorkomen buiten de begroting. Het gaat dan bijvoorbeeld om keuzen met consequenties voor latere begrotingen. En de mogelijkheid voor een controlerende taak van de raad. Ook de raad moet goed kunnen controleren wat er is gebeurd. De nota verwijst naar het manifest maar werkt het nauwelijks uit. Dan is toegevoegde waarde van de nota niet zo groot. Hij is benieuwd naar de mening van de burgemeester daarover. Een optie zou zijn om in het beslispunt van het raadsvoorstel daaraan meer uitwerking te geven. Hij is het eens met mevrouw Haage. Dit is ook niet de afspraak met het college. Een raadsvoorstel moet beslispunten bevatten die de belangrijkste elementen uit het achterliggende stuk benoemen. Dat moet wat de VVD betreft anders dan nu is gedaan. De heer Van Waveren (CDA) stelt vragen bij het voorstel zoals dat is aangeleverd. Voorgesteld is om de nota Verbonden Partijen vast te stellen. Die nota is bijgeleverd. Vervolgens ziet hij een hele reeks bijlagen die hij moeilijk kan plaatsen omdat daar noch in het voorstel, noch in de nota zelf naar verwezen wordt en evenmin duidelijk wordt wat de status is en/of de positie daarvan. Hij vraagt hoe hij de toezending hiervan moet zien. Moet hij hiervan iets vinden? Hij vraagt of de beslisboom gebruikt wordt om afwegingen te maken. Dan zou er bij de verschillende niveaus in de boom moeten staan wat in welk geval te doen. Op dit moment kan hij hiermee niets. Hij verzoekt de burgemeester een toelichting te geven op de status van de bijlagen. Overigens vindt hij de bijlage over de audit wel duidelijk. Hij vond het interessant om die bijlage te hebben ontvangen. De CDA-fractie vindt het wel het moment waar de heer Van Corler naar verwees om duidelijk te maken waar het bestuur staat en hoe het bestuur ervoor staat. Achter beëindiging leest hij ook periodiek met daarachter tussen haakjes: in elke raadsperiode worden de bestaande verbonden partijen tegen het licht gehouden. Hij ontvangt hierbij graag een overzicht van alle verbonden partijen en hoe op dit moment daar naar wordt gekeken. Die bijlage zou hij wel graag hebben ontvangen. De heer Meijer (D66) vraagt of de heer Van Waveren voorstelt om elke verbonden partij elk jaar op die manier tegen het licht te houden. Of zit daarin nog een andere volgordelijkheid? Bijvoorbeeld elk jaar twee of drie verbonden partijen tegen het licht houden. De heer Van Waveren (CDA) vindt periodiek elke vier jaar bij de vaststelling nota Verbonden Partijen. Dan licht het bestuur ze allemaal even door. De rest gebeurt wanneer daartoe aanleiding is in de tussenliggende tijd. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) verwijst naar de bijlage bij de audit (lijst 2) waarin alle partijen keurig zijn uitgewerkt met een aantal voors en tegens en de monitoring/verantwoording en de samenhang met de P&C cyclus. Hij begrijpt niet goed wat heer Van Waveren nu extra wil hebben. De heer Van Waveren (CDA) licht toe dat dit de audit is die vorig jaar is gemaakt door het Team Audit met daarbij een verhaal. Die heeft daarin een eigenstandig rol. Hij vindt dat het college dit moet voorleggen aan de raad met de visie van het college daarop. Het is mooi meegenomen dat Team Audit een rapport heeft gemaakt. Het is interessant om daarvan kennis te nemen. Hij verwacht dit van het college op het moment waarop de nota verbonden partijen wordt aangeboden. De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat deze lijst een opsomming is van de bestaande partijen zonder daarbij enige afweging met betrekking tot continuering al of niet. Daarover moet zijns inziens gesproken kunnen worden. Daarvoor moet input worden geleverd. Daarvoor biedt deze lijst geen handvat. Dat is ook het geval voor de lijst in de jaarstukken. Hij vindt dat op een andere manier daaraan invulling moet worden gegeven. Of dat nu hierbij is of op een ander moment te bespreken. De heer Van Waveren (CDA) had deze afweging graag hier gemaakt. Misschien kan de burgemeester toezeggen dat de afweging alsnog te maken is. Hij kan zich ook voorstellen dat de commissie deze nota doorgeleidt naar de raad om daarop later nog een keer terug te komen. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Als het gaat om de vraag waar de nota over gaat ook in relatie tot de financiële verordening, leest hij achter financiële verordening ( en het aangaan van nieuwe ). Maar wanneer de haakjes worden weggelaten, gaat het ook echt om de sturing van de huidige verbonden partijen. Dat vindt hij relatief dun in dit hele verhaal. Hij kan het Pagina 6 van 66

96 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli volgen dat dit niet voor 100% is uit te splitsen. Hij vindt het jammer dat de kaderstelling en de sturing van de raad zich beperkt tot hoe het college nu met de huidige verbonden partijen omgaat. Hij is heel erg blij dat het college de motie 2015/31 integraal overneemt. Hij had die aangehouden bij de begroting van de GG&GD. Hij denkt dat dit gaat helpen door bij de zienswijze of de begrotingen meer inzicht te krijgen in wat er speelt. Aanstaande donderdag zal gesproken worden over de begroting van de belastingsamenwerking. De heer Van Waveren herkent dat er een poging is gedaan om in die lijn te denken. Het enige teleurstellende daarvan vindt hij dat de commissie dit behandelt nadat de meerjarenbegroting in het AB is vastgesteld om het vervolgens pas in september in de raad te gaan vaststellen. Hij ervaart dat als mosterd na de maaltijd. Hij benadrukt dat het hier gaat om kritische processen. Er staat acht weken voor vanaf aanlevering tot het moment waarop de raad daarvan iets moet hebben gevonden. Hij wil met het college daarover strakkere afspraken maken. Zijn suggestie is dat de raad zijn zienswijze kan hebben gegeven voordat het AB ergens over beslist. Wat hem betreft mag de procedurecommissie daarin zo soepel zijn dat wanneer het college erop wijst dat er een begroting in aantocht is waarop een zienswijze is te geven, een versnelde planning mogelijk is. In ieder geval wil hij de ruimte creëren voor de raad om hiervan iets te vinden voordat een besluit is genomen. Datzelfde geldt voor de andere beleidskeuzen die in verschillende gemeenschappelijke regelingen en in stichtingsbesturen genomen worden. Een aantal daarvan zijn wettelijk verplicht en van een aantal ziet de raad de uitwerking pas omdat het op een andere manier gemeld wordt. De heer Van Waveren zit er niet op te wachten om bij elke verbonden partij de agenda s en alle meningen van het college te vernemen. De taakverdeling moet helder zijn. De verantwoordelijkheid ligt bij het college om dit goed te doen. Hij zou wel graag willen zoeken naar een modus waarbij op belangrijke punten op bestuursagenda s van verbonden partijen de raad geïnformeerd wordt of waarbij de raad de agenda s met annotatie van het college krijgt toegestuurd. De vraag daarbij speelt wel waar dit dan wel en waar dit niet te doen. Wat hem betreft zou gekeken kunnen worden naar alle huidige verbonden partijen met daarin een strakker onderscheid gemaakt vanuit de vraag wat de uitvoerende taken zijn die anders ook bij het college zouden liggen. Hij verneemt daarop graag de reactie van de burgemeester. De heer Meijer (D66) neemt aan dat heer Van Waveren op Birgit doelt. Het bleek hem bij de bespreking over het voornemen om deel te nemen aan de samenwerking, dat aan de samenwerking financiële risico's verbonden zijn. Dan gaat het om een bedrag van euro. Hij vindt dat substantieel. Dat zou hij niet willen afdoen als een collegebevoegdheid. Hij kan zich voorstellen dat het aangaan van samenwerking aan de raad wordt voorgelegd. Hij moet wel de gelegenheid hebben hiervan iets te vinden. Hij wil niet voor verrassingen komen te staan. De heer Van Waveren (CDA) bevestigt dat laatste ook niet te willen. Hij vindt voldoende geregeld als het gaat om de wettelijke regeling. Zijn vraag heeft betrekking op hoe ervoor te zorgen dat de raad voldoende geïnformeerd wordt over de bestaande samenwerking en de kans te krijgen als raad een wens mee te geven aan het college dan wel in ieder geval te weten wat het college gaat inbrengen of heeft ingebracht. Dat stoorde hem bij de begroting van de GG&GD. Daar had het college al een zienswijze gegeven in het AB. De raad moest die nog geven. Wethouder Everhardt wilde in deze raad niet zeggen wat in de AB-vergadering gebeurd was. Hij zei dat het verslag nog niet vastgesteld was en dat de raad het nog zou horen. Daarover moet toch gezamenlijk gesproken kunnen worden. De raad moet toch weten of een Utrechtse mening gedeeld wordt en hoe die door de wethouder is ingebracht. De heer Meijer (D66) kan zich vinden in de oproep van de heer Van Waveren tot voorafgaand aan de ABvergadering ophalen van input bij de raad op welke manier dan ook, alvorens de wethouder de gemeente in het AB gaat vertegenwoordigen. De heer Van Waveren (CDA) heeft geen pasklaar antwoord op de vraag op welk moment de raad zich gaat bezighouden met het selectiemechanisme. Dat moet wat hem betreft bij die zaken zijn die anders ook dicht bij de beleidsbevoegdheid zouden liggen en niet bij die zaken die normaal ook uitvoerend bij het college zouden liggen. Dat onderscheid zou bij het hele arsenaal aan verbonden partijen strakker moeten. Hij noemt in dit verband de term functionele verbonden partijen en partijen met welke de gemeente een inkooprelatie heeft met een eigenaarrisico. Hij hoeft bijvoorbeeld niet te weten wanneer de wethouder in het bestuur gaat overleggen over de administratieve inrichting van de belastingsamenwerking. Hij vindt het wel interessant wanneer de burgemeester inhoudelijke keuzes gaat bespreken bij de veiligheidsregio of bij de GG&GD die impact hebben op het Utrechtse en hoe dat de Utrechtse bewoners direct raakt. Hij zou daarbij graag meer als commissielid of raadslid betrokken willen zijn. Hij hoopt dat de burgemeester dat ook deelt. Daarna is te bezien hoe dat in de praktijk is uitgewerkt. Voor de mate van concrete informatie in de nota met betrekking tot het manifest Verbonden Partijen verwijst de heer Van Waveren naar pagina 17. Hij leest: Bij het raadsbesluit is ingestemd met het Manifest, et cetera en de laatste zin Afspraken over het tijdig verstrekken van gegevens dienen daar waar mogelijk bij het aangaan van de juridische verbinding, juridisch te worden vastgelegd. Hij merkt daarover op dat dit het kader van de raad is voor het college. Dit heeft geen betrekking op een nieuwe verbinding. Dit is een opdracht aan het college ervoor te zorgen dat overal waar het college in het bestuur zit, voorkomen moet worden dat de gemeenteraad er niets meer van mag vinden. Dat manifest is een opdracht aan de vertegenwoordigers in de gemeenschappelijke regelingen om ervoor te zorgen dat het goed geregeld is. Dat is niet iets dat aan het begin van een nieuwe samenwerking wordt vastgelegd. Hij noemt dit een nieuw voorbeeld van waar wat hem betreft de regeling te vaag is. Pagina 7 van 66

97 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Wijlhuizen (SP) heeft de indruk dat iedereen het erover eens is dat samenwerking heel goed is. Ook de fractie van de SP staat achter samenwerking. Hij vindt het heel fijn terughoudendheid in de stukken te ervaren. Veel is al gezegd over het democratisch gehalte. Daar zet hij nog enkele vraagtekens. Hij verneemt graag van de burgemeester hoe hij ervoor gaat zorgen dat de raad niet op bepaalde momenten of helemaal buitenspel staat of te laat geïnformeerd wordt zodat invloed is uit te oefenen waar partijen dat willen. Daaraan verbonden noemt de heer Wijlhuizen het beleidsneutrale aspect. Daarover is ook door de PvdA al iets gezegd. In de stukken leest hij in dat verband iets over het ophalen van afval. Ook dat vindt hij een vrij ongelukkig gekozen voorbeeld. Dat speelde juist in de raad en zal op verschillende niveaus opnieuw gaan spelen. Hij heeft nagedacht over een goed voorbeeld van beleidsneutraal en kon die niet zo direct vinden. De heer Meijer (D66) vindt het ophalen van afval beleidsneutraal. Hoe vaak en om hoeveel prullenbakken het gaat, heeft wel te maken met beleid. Dat is dan ook gemeentelijk beleid. De gemeente zal haar eigen beleid moeten vormgeven in de afspraken met de verbonden partijen. Of kijkt de SP daar anders tegenaan? De heer Van Corler (GroenLinks) vindt de keuzes die gemaakt worden wel degelijk beleidsrijk. Hij noemt in dit verband omgekeerd inzamelen. Hoe om te gaan met AVU (Afvalverwijdering Utrecht)? Daarachter zitten beleidskeuzes. Wanneer op een of andere manier met een verbonden partij iets wordt vastgelegd voor een langere periode kunnen zijn s inziens wel degelijk mogelijkheden op lokaal niveau worden belemmerd. Mevrouw Haage (PvdA) merkt op dat ook nog gediscussieerd kan worden over wie de afvalbak leegt. Zij noemt het innen van de belasting beleidsarm. Dat is meer een administratieve zaak. Maar ook daarover schijnen mensen verschillend te kunnen denken. Zij vindt het goed dat de SP deze vraag stelde. De heer Buunk (VVD) merkt op dat deze discussie illustreert wat het probleem steeds weer kan zijn. Een samenwerking wordt in het leven geroepen. Dat lijkt dan op dat moment een gedane zaak. Gaandeweg in de loop der jaren komen allerlei initiatieven. Dat kan leiden tot het niet maken van bepaalde keuzes die wel beleidsrelevant zijn en die een politiek debat of ondersteuning nodig hebben. Dat is onhelder. Het moet helder zijn wanneer het college in die situaties terugkomt naar de raad zodat daarover is te spreken. De heer Wijlhuizen (SP) voegt aan het beleidsneutraal nog één onderwerp toe. De keuze op zich of iets beleidsneutraal is of niet, is al niet beleidsneutraal. De vraag is dan wie de keuze maakt. Wie bepaalt de grens? Bepaalt de raad die? Of doet het college daarvoor een voorstel? Bovendien bevestigt hij de opvatting van de heer Buunk dat het inzicht in de loop van de tijd kan veranderen. De vraag is dan ook wat daarmee gebeurt. Hij verneemt daarover graag iets van de burgemeester. Hoe ziet de burgemeester dit? Kan hij een aantal voorbeelden noemen waarvan hij zegt dat het beleidsneutraal is en dat het gewoon gedaan wordt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt de nota op zich prima. De nota geeft vooral inzicht in de bestaande praktijk. Het gedoe ontstaat pas wanneer ergens informatie ontbreekt of keuzes worden gemaakt die de raad niet deelt. Een dergelijke nota is zijns inziens nog redelijk gemakkelijk vast te stellen en komen de punten die pijn doen later. Hij sluit zich aan bij de opmerking van de heer Van Waveren over het dunne van de nota als het gaat om de democratische verankering. Het college verwijst vooral naar wat wanneer geregeld wordt in de gemeenschappelijke regeling of in de stichting. Te zeggen zou zijn hoe in algemene zin mee te werken aan democratische legitimiteit. In de U10 is er wel eens sprake van bijeenkomsten die doorgaans niet goed worden bezocht. In VRU-verband is bijvoorbeeld na te gaan of aan meer creatieve vormen van democratische legitimiteit te werken is. De heer Buunk (VVD) is het hiermee zeer oneens. Hij denkt dat het heel goed is een informatiebijeenkomst te organiseren. Dat wordt in het geheel van de regelingen niet vaak gedaan. Hij vindt de U10-café s nu juist een voorbeeld van een bijeenkomst die vooral goed is voor het delen van informatie. Men mag niet de denkfout maken dat daarmee de democratische verankering is geborgd. Die borging is het nadrukkelijk niet. Daar gaat het juist fout in U10-verband naar de mening van de VVD. De heer Wijlhuizen (SP) sluit zich graag aan bij de VVD. Voor de SP was dat ook juist een van de redenen om altijd zeer kritisch op de U10 te zijn. Hij verneemt graag van de heer Van Ooijen wat hij bedoelt met creatieve vormen. De heer Van Corler (GroenLinks) sluit zich daar van harte bij aan. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) kan aan de zijlijn blijven staan en opmerken dat het geregeld is in de gemeenschappelijke regeling en samen met de raad naar de burgemeester roepen wat deze in de gemeenschappelijke regeling moet regelen. Daarmee is vast te houden aan de democratische legitimiteit die in de raad is geregeld. Het is ook mogelijk dat de raad zich in het proces zelf mengt. De heer Buunk heeft gelijk wanneer hij zegt dat dit niet plaatsvervangend is. De democratische legitimiteit ligt in elke raad afzonderlijk. Het gaat wel om de kunst om op het proces meer invloed te hebben dan alleen hier te roepen wat de burgemeester of de wethouder moet doen richting de gemeenschappelijke regeling. Hij zoekt naar hoe de raden zich op een betere manier kunnen aansluiten op dergelijke regelingen. De heer Van Corler noemde een voorbeeld waarbij raadsleden aangehaakt zijn om de gemeente Utrecht te vertegenwoordigen. Hij beschouwt dat als een meer creatieve vorm om de raad actiever te betrekken bij het proces van dit soort verbonden partijen. De heer Meijer (D66) vermoedt waar de heer Van Ooijen naar toe wil. Hij ziet dat eerder als een participatietraject en als het traject voor het creëren van draagvlak voor voorgenomen besluiten dan dat daar de democratische legitimering vandaan komt. Hij de burgemeester zou eerder willen oproepen om met Drechtsteden als stip op de horizon na te gaan wat voorafgaand aan de besluitvorming ook voor bestaande gemeenschappelijke regelingen te doen is door griffies, door bijeenkomsten specifiek voor raadsleden te organiseren en een soort van Pagina 8 van 66

98 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli voorproces te lopen voordat de formele afhandeling plaatsvindt in raadsverband. Hij vraagt hoe de heer Van Ooijen daartegen aankijkt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) pleit ook niet voor de opheffing van de raden en van de besluitvormende bevoegdheden van de raden als het gaat om de gemeenschappelijke regelingen. Het enige wat raad nu doet, is de burgemeester oproepen om zaken te regelen. Dat is de democratische legitimiteit. De vraag is of het zinnig zou zijn om ook op een andere manier aangehaakt te zijn aan het proces, niet als vervanging van de democratische legitimiteit, maar wel om sterker aangehaakt te zijn bij het proces en sterker de belangen van de Utrechtse politiek en van de Utrechtse bevolking voor het voetlicht te brengen. De heer Van Corler (GroenLinks) hoort juist van zijn buurman dat 3 oktober een raadsledendag voor de VRU zal worden gehouden. Dat is de vorm waar de heer Van Ooijen naar zoekt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) herhaalt zijn argumenten. Zijn intentie is om niet op problemen te wachten, maar die momenten structureel in te plannen. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat dit meer te maken heeft met geïnformeerd zijn en betrokken zijn dan met democratie. Daar legt hij het verschil. Het is goed wanneer de raden geïnformeerd en betrokken zijn wanneer de raadsleden communiceren met betrokkenen. Daarnaast heeft de raad een democratische taak. Hij vindt dat twee verschillende dingen. Hij vraagt of de heer Van Ooijen die scheiding ziet. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) had al opgemerkt dat hij dit niet ziet als een vervanging van de democratische legitimiteit van de raden. De democratische legitimiteit bestaat niet uit het opsteken van een hand door 23 raadsleden. Het gaat bij de legitimiteit ook om aanwezig te zijn in de samenleving, bekend te zijn. Dat past wel binnen hetzelfde kader. De vraag is ook hoe zaken te versterken wanneer een bepaalde dreiging zich voordoet. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. In de audit staan concrete en heldere aanbevelingen. Hij vindt te mager opgenomen in de nota hoe daarmee is omgegaan. Het is mogelijk dat dit opgenomen is in de beleidspraktijk. Hij krijgt daar graag meer voeding voor hoe daaraan voldoende recht te doen. Het laatste punt gaat over de aanwezigheid. Hij krijgt daarvoor graag een scherpere insteek: hoe is te voorkomen dat belangrijke besluiten worden genomen of voorbereid zonder dat Utrecht daarbij vertegenwoordigd is. De heer Valkenburg (Student & Starter) vindt in grote lijnen de nota een goede. Hij kan zich aansluiten bij veel van wat tot nu toe is ingebracht. Wat hem betreft is het goed wanneer de raden eerder worden betrokken bij besluitvormingsprocessen, juist om te voorkomen wat bij de VRU is gebeurd: dat wanneer de raad iets wil aanpassen heel moeilijk is omdat dan alles weer langs alle 26 gemeenten moet. Juist daarom pleit hij ervoor dat de raden daarbij in een eerder stadium worden betrokken. Hij heeft nog niet helder op welke wijze dat zou moeten. In de nota vond zijn fractie niet iets terug over de vernieuwde vennootschapsbelasting. Hij vraagt of die relevant is voor het wel of niet verbinden. Zo ja, wordt die relevantie meegenomen in de overwegingen? Burgemeester Van Zanen is blij dat 3 september hierover verder wordt gesproken. In algemene zin merkt hij op dat dit een vierjaarlijkse vorm is die is opgenomen in de financiële verordening, precies zoals de heer Van Corler zei. Dit is het algemene kader, mede gebaseerd op wat uit de audit kwam. Ieder jaar bij de jaarstukken staan alle verbonden partijen netjes opgesomd. Dit heeft primair betrekking op nieuw te maken verbindingen. De burgemeester zet uiteen dat dit stuk tegen die achtergrond gelezen moet worden. De heer Van Waveren (CDA) constateerde in zijn bijdrage ook dat dit stuk vooral betrekking heeft op nieuw te maken verbindingen. Hij vraagt of de burgemeester met zijn stelling bedoelt dat dit zo hoort te zijn of dat het zo is. Wanneer hij de financiële verordening leest, leest hij tussen haakjes het aangaan van nieuwe en expliciet op de inrichting van bestaande verbonden partijen. De burgemeester zal daarop terugkomen. Hij begrijpt wat heer Van Waveren daar zegt en hij schetst de achtergrond. Wanneer dit stuk wordt beoordeeld in dat licht, is een vervolgslag te maken als het gaat om de vraag hoe dit zich verhoudt tot het bestaande. Dat is dan een andere operatie. Daarop is iets te bedenken. Richting de heer Van Ooijen merkt hij op dat het lijstje is te voorzien van een beoordeling. Ten derde merkt de burgemeester op dat hij blij is dat iedereen spreekt over samenwerking. De commissie begrijpt dat samenwerking moet en nuttig is. Daarna wordt het ingewikkeld, volgens ook de heer Meijer. Daarna is bijna alles politiek en zijn er verschillende belangen en worstelt bestuurlijk Nederland al een jaar of 50, zeker bij de gemeentelijke overheden met hoe gemeenschappelijke regelingen vorm te geven. De kern van het voorstel, de kern van het kader dat het college aan de raad voorlegt, is het Nee, tenzij principe. Dat is een kader. Steeds opnieuw zal de raad zelf moeten beoordelen of de voorstellen die het college doet aan dat principe voldoen. Op dat moment zullen partijen met elkaar moeten spreken over wat beleidsrijk en beleidsarm is. Bijna bij alle onderwerpen is een opvatting mogelijk vanuit een maatschappijvisie. Alle bijlagen horen erbij. De bijlagen zijn ook dynamisch. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of dit laatste betekent dat wanneer het college bedenkt dat hij de bijlagen moet veranderen de raad de bijlagen weer opnieuw moet vaststellen. Hij stelt niet graag zaken vast die het college dan weer wijzigt. Burgemeester Van Zanen begrijpt dat. Hij kan het zich ook voorstellen dat de raad het interessant vindt om in de bijlagen te zien hoe het college ermee omgaat, hoe het college de documenten vaststelt. Sommige Pagina 9 van 66

99 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli aanbevelingen vanuit de audit komen terecht in werkwijzen. Dan is dat ook te zien. Wanneer dat precies en scherp opgeschreven moet worden op weg naar 3 september, zal hij dat graag doen. Hij zal dat bij een aantal andere punten ook doen. Hij wil het raadsbesluit zo inkleden dat het besluit meer recht doet aan de discussie in deze vergadering. Hij vermoedt dat het college daartegen geen enkel bezwaar heeft. De eerste concrete vraag van de heer Meijer was nog eens goed te kijken naar de paragraaf Verbonden Partijen. Die zou iets steviger moeten zijn geformuleerd. De burgemeester is daartoe graag bereid. De heer Meijer somde in hoog tempo enkele voorbeelden op: maatschappelijk jaarverslag, de risico's, het toezichtarrangement. Hij houdt zich aanbevolen voor zijn spreektekst. Dat helpt ook de leden van de raad die om meer scherpte hebben gevraagd. Mevrouw Haage was de eerste die vroeg in de raadsvoordracht enkele kernbegrippen aan te brengen zodat de raadsvoordracht amendeerbaar is. Hij is daartoe graag bereid. Zij noemde in dit verband nee, tenzij, meest democratisch. In de loop van de discussie zijn nog een aantal zaken genoemd die de burgemeester in een raadsvoordracht zal verwerken in overleg met de griffie. Dat kan ruim voor 3 september. De burgemeester is het eens over dat het voorbeeld van het afval niet het meest gelukkig is. Hij weet dat ook uit eigen ervaring. Hij hoopt wel dat daarmee niet alle vormen van samenwerking zijn afgewezen die hun diensten bewijzen dan wel hebben bewezen. De kunst voor de portefeuillehouder is om tijdig in welke vorm dan ook, de raad te informeren. Ongeacht of het bekend is dat samenwerking ingewikkeld is en het bestuur iets ziet aankomen. Wanneer de portefeuillehouder de raad niet tijdig informeert, zit hij zelf op de blaren. Wanneer dan vervolgens de raad bereid is via de procedurecommissie te regelen dat wanneer iets snel moet ook snel te handelen is, kan het werken hij citeert hier de heer Van Waveren. Dan kan het manifest van Leusden ook werken, dan kan motie 83 van de heer Gilissen werken. Het kan niet zo zijn dat de raad verrast wordt door een onderwerp dat speelt binnen de gemeenschappelijke regeling of stichting waarvan de raad niet op de hoogte is of wat in strijd zou zijn met het gemeentelijk beleid. Dan zijn er twee complicaties bij de samenwerking: (1) het kan zijn dat partijen aan het begin heel enthousiast zijn en dat de wereld eromheen verandert. (2) het AB kan te maken krijgen met stemverhoudingen waarbij de raad het college vraagt iets te regelen, terwijl dat zo niet werkt omdat in het verleden bepaalde afspraken zijn gemaakt. Wat nu in deze nota is geschreven, wil het college zo doen voor de toekomst. Het college is graag bereid om aan de hand van de bijlagen een overzicht te maken van (a) hoe relevant de verbonden partijen nog zijn en (b) hoe zich de gekozen vorm verhoudt tot wat in deze nota is geschreven in dit kader, indien de raad de verbonden partijen nog relevant vindt. De heer Meijer (D66) vraagt of de burgemeester hiermee toezegt dat de raad jaarlijks of om de twee jaar of na vier jaar een expliciet uittredingsbeslissing zal nemen. Welke toezegging doet de burgemeester nu? De heer Van Corler (GroenLinks) vult aan dat hij de toezegging heeft gehoord dat hij voor de raadsbehandeling een dergelijk overzicht zal krijgen. Hij hoopt dat dit niet de bedoeling is en dat de ruimte er zal zijn om daarover goed van gedachten te wisselen in de commissie. Burgemeester Van Zanen antwoordt dat de risico's in de jaarstukken zijn verwoord. Dat vindt elk jaar weer plaats. Dit is daarboven een paraplu hoe in algemene zin hiermee om te gaan op basis van de actualiteit en een nieuwe ontwikkeling sinds vier jaar. Hij stelt de raad voor op basis van de reacties uit de commissie de raadsopdracht op een paar punten scherper te maken. Dat doet hij voor 3 september. Hij zegt vervolgens toe in beeld te brengen aan de hand van de lijst uit de jaarstukken (1) wat van de formele verhoudingen gevonden wordt (gaat het goed, niet goed, is de regeling nog relevant?) en (2) hoe verhoudt zich het samenwerkingsarrangement tot dit nieuwe kader? Wanneer zich dit niet of niet helemaal volledig verhoudt, zal het college op basis van de bestaande verhoudingen de veranderingen moeten aanbrengen. De heer Buunk (VVD) begrijpt dat de burgemeester de raadsvoordracht wil aanpassen. Doelt hij dan op het raadsvoorstel of alleen op de achterliggende nota? Burgemeester Van Zanen antwoordt dat hij de raadsvoordracht bedoelt zodat de raad in staat is bij amendement accenten te leggen of toe te voegen. Nu is de raadsvoordracht wel heel algemeen geformuleerd. Hij doet het op een andere manier wanneer de raad er helemaal niet aan wil denken. Hij vervolgt zijn beantwoording. De lijst onder nee, tenzij kan per definitie niet uitputtend zijn. In de paragraaf die de burgemeester toezegde richting de heer Meijer, zal hij het punt van mevrouw Haage ook onderbrengen: de monitoring zo eenduidig mogelijk te maken. De heer Van Corler (GroenLinks) doet de suggestie de subcommissie Controle en Financiën eerst hierbij te betrekken om na te gaan of de gewenste informatie op deze wijze in de jaarstukken terecht zal komen. Burgemeester Van Zanen zou graag willen dat de subcommissie hieraan meewerkt. Het lijkt hem dat hiertegen geen enkel bezwaar zal bestaan. Het raamwerk ligt er wanneer de raad op 3 september zo beslist. Als het gaat om de rol van de raadsleden zoals de heer Van Corler inbracht, moet de raad die rol afwegen. Hij komt uit de tijd waarin de raadsleden overal aan deelnamen. De vraag is of de heer Van Corler zich realiseert wat dit betekent. De raadsleden treden niet namens zichzelf op maar namens de gemeenteraad. Dat gaf vroeger veel complicaties. De heer Van Corler (GroenLinks) kent de complicaties rondom het optreden namens de gemeenteraad. Hij heeft de nodige BRU-vergaderingen meegemaakt. Hij wil de optie niet uitsluiten, zo heeft hij het geformuleerd. Het gaat hem niet om overal in vertegenwoordigd te willen zijn. De nota sluit vertegenwoordiging nu wel uit. Hij wil graag weten hoe de burgemeester daarover denkt. Pagina 10 van 66

100 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Burgemeester Van Zanen zegt bij deze toe niet de intentie te hebben dit uit te sluiten. Wanneer de indruk wordt gewekt in de tekst dat dit wordt uitgesloten, zal hij de tekst moeten wijzigen. De heer Van Waveren (CDA) ziet dit anders. Hij begrijpt de initiële terughoudendheid van de burgemeester wel, of het nu een collegestandpunt is of niet. Mogelijk moet de raad hierover een keuze maken en moet het opgenomen worden in een beslispunt. Hij voelt voor directe helderheid en voor het dichtgooien van die deur. Burgemeester Van Zanen antwoordt dit relevant te vinden. Hij haalt dit uit nota onder toevoeging dit niet uit te sluiten. Dan kan de raad dit wijzigen wanneer de raad dat wil. Hij benadrukt dit een punt van de raad te vinden. Hij heeft de heer Buunk geantwoord met de twee lijsten die hij zal maken. Hij denkt bovendien dat het goed is om de elementen uit het Leusdenmanifest in de raadsvoordracht te laten terugkomen. Dat zal hij opnemen in termen van bevorderen omdat de gemeente Utrecht het niet kan afdwingen. Hij is blij met de opmerking dat de procedurecommissie dit moet mogelijk maken. Partijen zijn gebonden aan termijnen. Van belang is steeds ervoor te zorgen voldoende flexibel te kunnen werken. De heer Van Waveren (CDA) vindt dat de burgemeester selectief citeert. Hij noemde de medewerking van de procedurecommissie het sluitstuk. Dat betekent dat het college tijdig moet zeggen dat er iets naar de raad in aantocht is. Hij noemt als voorbeeld de belastingsamenwerking. Die lag 15 april bij het college. Begin juni kwam die in de bus bij de raad. Dan zijn er al zes weken voorbij van de acht die de gemeente formeel had voordat het college taal en teken geeft richting de raad. Dan heeft de raad formeel nog slechts twee weken om te reageren en is de raad in dit geval te laat. Dit legt heel nadrukkelijk het belang aan de voorkant bij het college om tijdig te signaleren en snel te acteren. Burgemeester Van Zanen bevestigt dat deze opmerking juist is. Hij denkt daarbij aan de VRU waarmee hij werd geconfronteerd in de eerste maand van zijn burgemeesterschap. Hierover moeten partijen spreken met elkaar. Los van hoe de paragraaf in te vullen na 3 september samen met de commissie van de heer Van Corler, roept de heer Van Waveren op hoe een modus te vinden is de raad vroegtijdig in staat te stellen zijn opvattingen te geven. De burgemeester bevestigt dat partijen die modus nog moeten vinden. Hij herhaalt zijn argumenten die daarmee verband houden. Hij stelt voor hierover in het presidium te spreken of in de commissie Werkwijze. De burgemeester committeert zich hieraan graag in die zin dat daarover van gedachten is te wisselen. De heer Van Waveren (CDA) begreep een aantal praktische aspecten nader te moeten uitwerken. Hij vindt het wel essentieel dat de discussie in deze zaal wordt gevoerd en niet in het presidium of in de procedurecommissie. De kernvraag is hoe open het college is over waarover in een AB-vergadering is of wordt gesproken. Hij noemde het voorbeeld van wethouder Everhardt. Neemt het college de verantwoordelijkheid om zelf tijdig te signaleren en zal het college de raad actief en tijdig informeren? Zal het college dan vragen ook beantwoorden? Burgemeester Van Zanen antwoordt aan het begin van zijn beantwoording te hebben gezegd dat het de kunst is om als portefeuillehouder ervoor te zorgen aan de voorkant duidelijk te maken wat er gaat gebeuren en dat duidelijk is dat de raad rugdekking geeft. Dan is het in principe nog mogelijk om tijdens een AB-vergadering te worden overvallen. Het is ook mogelijk te worden weggestemd. Als het goed is, is de informatie ambtelijk en bestuurlijk bekend. Dat is de intentie. Ook dat is niet met een schaartje te knippen. De raad is van mening dat het college in staat moet zijn de raad vroegtijdig te informeren en te laten besluiten over zaken die in verbonden partijen worden besloten en die voor de raad zeer relevant zijn. Raad en college hebben die intentie. De burgemeester vermoedt dat dit nog wel een keer zal misgaan. Bovendien zegt de raad daarbij dat het college zich hiertoe inspant met daarbij ook de ambtelijke ondersteuning. De burgemeester is blij dat de commissie zei dat dit ook iets betekent voor de raad. Vervolgens is dan de vraag hoe dat te organiseren zodat het zeker is dat het gaat werken. De intentie is hiermee uitgesproken. Daarbij moet ook afgevinkt worden wat wel en wat niet en onder welke omstandigheden. Daarover is in politiek opzicht ook verschillend te denken. Bijna iedere portefeuillehouder zal daarmee te maken hebben in het college. De burgemeester herhaalt de daarvoor te vinden modus en merkt op dat het in principe ook mogelijk is dit in de raad vast te stellen. De heer Van Waveren (CDA) noemt dit een uitgangspunt dat met deze nota vastgelegd zou moeten worden als intentie om samen te werken. Daarbij hoort dan in tweede instantie een praktische uitwerking. Hij zou het aardig vinden wanneer de burgemeester aan het raadsvoorstel gaat klussen om die daarbij in te zetten. Burgemeester Van Zanen zegde dat zojuist toe richting de heer Buunk. Hij laat de elementen uit het Leusdenmanifest terugkomen in de raadsvoordracht. Dat manifest heeft al die kernelementen in zich. Hij maakte zijn gedachten bekend over beleidsneutraliteit, zo zegt hij in de richting van de heer Wijlhuizen. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat wanneer de burgemeester niet echt een beeld heeft bij het beleidsneutrale en iedereen zich afvraagt of dat wel bestaat, hij zich afvraagt waarom dit is opgenomen in de nota. Burgemeester Van Zanen zei zojuist richting mevrouw Haage afval niet een goed voorbeeld te vinden van beleidsneutraal. Vervolgens is de vraag gesteld over wat beleidsneutraal is. Gezocht moet blijven worden naar beleidsneutraal in het licht van de samenwerking. Anders moeten partijen met samenwerken stoppen. Hij realiseert zich het ingewikkelde hiervan. De lijn nee, tenzij en beleidsarm zal de raad aan de voorkant bekijken. Dat is een politieke discussie. Hij koppelt dit aan de toezegging het nodige in beeld te brengen van het bestaande. De heer Van Ooijen en de heer Meijer spraken over de U10. Over de U10 gaf de raad enkele stevige uitgangspunten aan het college mee. Morgenavond vindt de assemblee plaats. De voorstellen uit de U10 zullen in die lijn moeten liggen, anders heeft het college met deze gemeenteraad een probleem. De burgemeester kan daarop niet vooruitlopen. Wat in de motie stond, ligt in lijn met wat in deze kadernota staat. Pagina 11 van 66

101 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Hij heeft uit de discussie begrepen een vorm te moeten kiezen voor een grotere betrokkenheid van de raad. De 3 oktober-bijeenkomst voor de 26 gemeenteraden van de veiligheidsregio zal de VRU organiseren. Dat neemt niet weg dat partijen het budgetrecht hebben en houden. De burgemeester was ervan overtuigd dat alles wat uit de audit kwam in de nota is verwerkt. Hij vraagt mevrouw Verkerk daarop in te gaan. Mevrouw Verkerk (ambtelijke ondersteuning) ging daar ook vanuit. Wanneer de heer Van Ooijen kan zeggen welke niet verwerkt zijn, zou de burgemeester daar schriftelijk op kunnen terugkomen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) zal de informatie doorgeven aan mevrouw Verkerk. Burgemeester Van Zanen gaat in op de vraag van de heer Valkenburg of de vernieuwde vennootschapsbelastingwet verwerkt is in deze nota. Hij zal daarop terugkomen ruim voor de raadsbehandeling. Hij concludeert uit deze bespreking dat het college nog werk te doen heeft. De voorzitter recapituleert de tot nu toe gedane toezeggingen. Tweede termijn De heer Meijer (D66) merkt op dat de burgemeester is ingegaan op het dilemma Tegen het licht houden met onder meer de toezeggingen. Hij verwacht nu scherpere informatie in de paragraaf Verbonden Partijen met afzonderlijk een stuk met daarin andere aspecten van de samenwerking op een rij gezet. Hij vraagt wat voor de burgemeester het moment is om een voorstel te doen aan de raad om op te houden met een gemeenschappelijke regeling. Het tegen het licht houden behelst ook dat op enig moment het bestuur kan besluiten uit een regeling te stappen. Hij had in de eerste termijn ook iets gezegd over de eventuele minder formele vormen van samenwerking. Strikt genomen gaat het dan niet om een verbonden partij en dat zal dan ook niet behoren tot de scope van deze nota. Tegelijkertijd zijn er wel allerlei vormen van samenwerking waarin ook besluiten van formaat worden genomen. Hij vraagt de burgemeester een tipje van de sluier op te lichten van hoe de burgemeester daar tegenaan kijkt. Mevrouw Haage (PvdA) probeerde beslispunten te formuleren. Zij begint dan met het Nee, tenzij -principe als kern van de nota. Zij noemt bovendien een beslispunt over grip waarbij risico s en monitoring worden opgenomen met daarin de vraag opgenomen om de monitoring zo eenduidig mogelijk te maken. Het derde beslispunt zou kunnen gaan over de democratische waarborg en legitimering. Daarin zou de zin te plaatsen zijn over dat de verbinding een besluit van de raad vraagt. In het manifest van Leusden staat iets over het verleggen van de sturing naar vooraf, in de plaats van achteraf. Dat vindt zij een kernpunt. Het vierde beslispunt zou kunnen gaan over het afwegingskader en de andere bijlagen zodat ook duidelijk is welke status die hebben. De heer Buunk (VVD) vindt dit een mooie lijst. Hij zou aan het derde beslispunt graag willen toevoegen de verwijzing naar de constatering uit motie 83. Daarin zijn nadrukkelijk kaderstellende keuzes geformuleerd die ook gaandeweg de rit worden gemaakt in het bestuurlijk overleg of in samenwerkingsverbanden of keuzes die het budgetrecht van de raad raken. Ook wanneer ze nog niet verwerkt zijn in een begroting van een samenwerkingsverband, is daarop wel al voor te sorteren. En het gaat hem om keuzes relevant voor de raad vanwege de controlerende rol van de raad. Hij vindt dat ook een toevoeging op het manifest van Leusden. Mevrouw Haage (PvdA) is het daarmee eens. Zij besluit daarmee haar tweede termijn. De heer Van Waveren (CDA) dankt het college voor de beantwoording en de toezeggingen. Hij denkt dat het college en de raad daarmee in de komende tijd flink aan de slag kunnen. Als het gaat om de verhouding tussen de onderliggende nota s en het aangepaste voorstel dat daarop komt te liggen, grijpt hij terug naar de zin over het Leusdenmanifest. Hij leest dat afspraken waar mogelijk juridisch worden vastgelegd. Hij vermoedt dat dit niet gaat matchen met het beslispunt zoals dat nu in aanmaak is: dat beslispunt luidt dat het college zich moet inzetten om de informatie tijdig aan te leveren. Wanneer beslispunten worden geformuleerd zal vooral naar de nota zelf gekeken moeten worden. Burgemeester Van Zanen merkt tussentijds op dat het niet zo kan zijn dat de raadsvoordracht afwijkt van wat in de nota staat. Hij vindt dat ondenkbaar. De voorzitter concludeert dat dit goed wordt gecontroleerd. De heer Van Waveren (CDA) noemt dit als voorbeeld. Dit is voor een van de punten waar het één en ander wringt in zijn beleving. Zoals aan het begin gezegd dat dit vooral over nieuwe verbindingen gaat. Over vier jaar zal dit toch ook over de lopende verbonden partijen moeten gaan en dat de discussie dan niet opnieuw zo gevoerd wordt. Hij krijgt daarop graag een heldere toezegging. Anders denkt hij aan een initiatiefvoorstel op de financiële verordening om dit aan te passen en aan te scherpen. Als het gaat om de discussie beleidsrijk en beleidsarm en hoe daarmee om te gaan, merkt hij op dat de gemeente naar een situatie toe moet waarbij het beheer van de organisatie een collegebevoegdheid is per verbonden partij zoals ook bij de eigen ambtelijke organisatie of bij een externe partij. De beleidproducten of de maatschappelijke producten die daaruit komen is zijns inziens de interessante discussie. Daarom vindt hij de belastingsamenwerking een interessante casus. Daar kan de gemeente het product precies op maat inkopen zoals het college dat product wil hebben. De raad kan een belastingtarief vaststellen. Dat maakt dat het hier grotendeels gaat om een uitvoerende organisatie. Steeds zal het antwoord belangrijk zijn op de vraag of de gemeente het product als maatwerk kan inkopen. Dit gaat spelen bij de veiligheidsregio en bij de GG&GD. Dat Pagina 12 van 66

102 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli 2015 zijn zijns inziens de gesprekken die de raad moet voeren en waarover de gemeenteraad een uitspraak kan doen. Die suggestie geeft hij de burgemeester mee voor het vervolg. Hij vermoedt dat dit agendapunt de B-status meekrijgt naar de eerstvolgende raad De heer Van Corler (GroenLinks) dankt de burgemeester voor de toezeggingen. Ook hij vermoedt dat college en raad hierover vaker zullen terugkomen. Het punt over beleidsarm lijkt hem een aandachtspunt bij dit het tegen het licht houden. Het is de vraag dan in hoeverre de samenwerking op een aspect nog beleidsarm is of dat daarin verandering is gekomen. Hij geeft de burgemeester dit mee. Hij had de vraag nog gesteld hoe zich de verwijzing verhoudt tot allerlei risico s in de nota Risicomanagement die de raad onlangs vaststelde. De heer Buunk (VVD) dankt de burgemeester voor diens uitgebreide beantwoording en toezeggingen. Hij begon de eerste termijn met vast te stellen dat zijn fractie wel tevreden was. Hij heeft hieraan ook weinig woorden hoeven te wijden in de fractievergadering. Nu hij het hele debat heeft gehoord, begint hij te twijfelen. Hij ziet een raadsvoorstel aankomen met essentiële verduidelijkingen. Hij is het eens met de heer Van Waveren dat dit in lijn moet zijn met de achterliggende nota. De burgemeester bevestigt dat. Dit doet de raad wel vaker. Er volgt nog een commissiedebat. In het raadsvoorstel leidt dat tot een aanscherping maar niet in de onderliggende nota. Die staat straks wel op het intranet en op de website. Daarmee gaan mensen werken. Hij vraagt zich af of het verstandig zou zijn om ook de nota op een aantal punten meer vlees op de botten te geven op de hier besproken punten. Hij neigt er naar dit verstandig te vinden. Hij vraagt daarop de reactie van de burgemeester, ook omdat de burgemeester zijn eerste termijn begon met de opmerking dat de raad wel moet zien hoe het echt zit, dat dit eigenlijk hoort bij de financiële verordening, en dat het vooral gaat over nieuw in te stellen samenwerkingsverbanden en dat dit de functie van de nota is. Nu spreken partijen vooral over de organisatie van de huishouding wanneer samenwerkingsvormen eenmaal zijn ingesteld. Dat betekent dat eigenlijk geconstateerd moet worden dat de functie van de nota verandert. Hij twijfelt eraan of het verstandig is om op dit pad verder te gaan en nu te zeggen de nota die functie ook goed te laten vervullen en hem op die punten aan te passen. Hij geeft dit de burgemeester en de raad in overweging. Hij begrijpt dat het bestuur nu verder wil en dat dit in een latere fase verder is uit te werken. Voor de subcommissie Controle en Financiën zou de heer Buunk het heel prettig vinden wanneer bij het nagaan wat de raad in de jaarstukken moet opnemen niet alleen gekeken wordt naar de financiële kant van de zaak, maar ook naar beleidsmatige aspecten. Hij ziet de heer Van Corler van harte ja knikken. Hij verwacht daarom dat de subcommissie dat op die manier zal doen. Hij kan zich voorstellen dat het antwoord op de vraag wanneer de gemeente gaat stoppen met een samenwerkingsverband heel goed is te geven bij de jaarstukken. Dit hoort wat hem betreft bij de Voorjaarsnota. Daarin zijn voornemens voor het jaar daarop op te nemen. Het lijkt hem heel helder om elk jaar dat moment te pakken wanneer dat aan de orde zou zijn. Dat hoeft dan niet voor alle samenwerkingsverbanden. Hierin kan het college zelf prioriteit stellen. Daarbij is ook ieder jaar te melden dat het college met bepaalde samenwerkingsverbanden op dezelfde voet verder gaat. Mevrouw Haage (PvdA) lijkt dat ook een goed idee. Ze vraagt of het juist is dat dan ook afgesproken moet worden om de Voorjaarsnota vóór 1 juli vast te stellen anders kan het college niet op tijd zeggen met een samenwerkingsverband te willen stoppen wanneer de gemeente Utrecht voor 1 januari het verband wil opzeggen. De heer Buunk (VVD) vermoedt dat zijn fractie daarin kan meegaan. Zijn fractie vindt de Voorjaarsnota laat behandeld worden in de cycli. De voorzitter concludeert dat deze discussie nog ambtelijke cascades tot gevolg kan hebben. Burgemeester van Zanen dankt mevrouw Haage voor de raadsbesluiten op hoofdlijnen. Hij vindt dat tegen het licht houden in theorie kan betekenen dat de raad en het college de conclusie kunnen trekken met een samenwerkingsverband te stoppen. Daarbij stelt hij zich allerlei varianten voor. Op de vraag hoe nu vorm te geven aan het nieuwe kader dat de raad gaat vaststellen weet hij niet anders dan dat in meerdere gemeenteraden het manifest van Leusden is vastgesteld. Wanneer die raden menen wat ze zeggen, zullen ze daarmee iets moeten. Hij veronderstelt dat met die inbreng, andere gemeenteraden hiervoor ook te vinden zullen zijn. De heer Meijer (D66) vindt de jaarstukken het moment waarop hij zaken tegen het licht houdt. Tegelijkertijd is het uittreden uit de gemeenschappelijke regeling ook niet zomaar iets dat hij in een paar regels motie plant of baseert op een halve pagina in de jaarstukken. Hij zou eens in de vier jaar per verbonden partij een evaluatie willen houden om het dan ook naast de doelstelling te kunnen houden en naast het dienstverleningsniveau. Als het gaat om een wettelijke GR kan de gemeente er niet uit. Die conclusie is dan snel getrokken. Bij een evaluatie kan ook blijken dat alles naar wens is. Als er veel speelt, kan het college ertoe besluiten het genomen besluit nog een keer voor te leggen aan de raad. Hij vraagt of de burgemeester daarvoor voorstellen heeft. Wanneer een aanpassing gedaan wordt op de nota zoals de heer Buunk inbracht - dat dit ook gaat over bestaande regelingen - zou daarover iets op te nemen zijn bij de Sterkt ter Vervanging over de periodieke evaluatie van bestaande verbonden partijen. Pagina 13 van 66

103 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Burgemeester Van Zanen kan zich dat heel goed voorstellen. Hij heeft nu een toezegging gedaan over twee lijsten met informatie over de stand van zaken. Dat kan relatief eenvoudig zijn in zijn beleving. Het proces kan daarna nog heel lang duren. Daarbij gaat het ook om een eerste indruk over hoe de bestaande regelingen zich verhouden. Op dat moment is ook af te spreken dit periodiek tegen het licht te houden, bijvoorbeeld in de P&C cyclus. Hij doet de suggestie dat de subcommissie daar ook nog naar kan kijken. Nu gaat het er om dat de commissie zegt iets met de bestaande regelingen te willen. De vraag is dan hoe deze nieuwe nota en de elementen in de bestaande nota landen. Dat vergt tijd. Daarvoor in de plaats deed hij de toezegging de twee lijsten te leveren. Richting de heer Van Corler zet de burgemeester uiteen ervan te moeten uitgaan dat de recent vastgestelde nota Risicomanagement in deze nota is verwerkt. Mocht dat niet het geval zijn, verneemt de commissie dat op het moment waarop B&W iets schrijven over de nieuwe vennootschapsbelasting. Hij wil graag op twee manieren reageren wanneer de heer Meijer spreekt over niet zulke formele vormen van samenwerking die niet onder de definitie vallen die de voorzitter aan het begin van het debat noemde. Wanneer de gemeenteraad van Utrecht deze kaders vaststelt, is het college niet verstandig bezig wanneer het college zich beroept op formaliteiten. Dan lijkt het hem dat altijd in de geest van de nu te maken afspraken gehandeld zal worden. Ten tweede merkt hij op dat het nooit zo kan zijn. Informele vormen van samenwerking zijn prachtig in de voorbereidende sfeer, in voorprocessen, bij het peilen, bij het opdoen van ideeën, bij het beïnvloeden van netwerken. Dat kan uiteindelijk tot besluiten van formaat leiden maar dan wel in het kader van de raad. Richting de heer Buunk reageert de burgemeester als volgt. Hij vertelde de heer Van Waveren eerder dat raadsbesluiten in aantocht zijn die amenderen mogelijk maken en die ook duidelijk maken dat de raad wil dat het niet alleen gaat om de nieuwe maar ook om de bestaande samenwerkingsverbanden en dat dit waarschijnlijk iets zegt over de handelwijze. Daarbij merkt de burgemeester op richting de heer Van Waveren te hebben gezegd de nota en de bijlage daarop te zullen doorvlooien. Hij zal daarbij aangeven waar dat is gedaan. De vraag is nu of dit voldoende is. Of moet hij tot begin volgend jaar wachten om dan na te gaan hoe ver partijen zijn gekomen? Hij kan ook nog moeten concluderen dat het helemaal niet werkt. De onderliggende stukken zullen niet in strijd zijn met het raadsbesluit. De burgemeester zal de commissie precies laten zien waar de wijzigingen zijn aangebracht. Vervolgens gaat het pas op het internet nadat de raad op 3 september heeft besloten. De heer Buunk (VVD) kan zich heel goed voorstellen dat dit voldoende is. Hij vraagt zich wel af of dit betekent deze nota in het vervolg te zullen beschouwen als de nota voor het instellen en het beheren van alle samenwerkingsverbanden die de verbonden partijen behandelen. Burgemeester Van Zanen antwoordt bevestigend. De voorzitter vraagt of het verstandig is de aangepaste nota in een keer naar de raad te sturen of dat het verstandig is nog een keer in commissieverband hierover van gedachten te wisselen. Dat hangt misschien ook af van de intensiteit van de aanpassingen. Hij laat of het stuk raadsrijp is over aan de interpretatie van de burgemeester. Burgemeester Van Zanen antwoordt dat het college daarvoor een inschatting zal maken. De voorzitter concludeert dat deze raadsvoordracht aangepast terug zal komen in de vergadering op 3 september of op enige datum later. De intentie is zo snel mogelijk de raadsvoordracht door de raad in behandeling te laten nemen. Hiermee rondt hij de behandeling van dit agendapunt af. 7. Wijziging Gemeenschappelijke Regeling VRU Op 16 februari 2015 heeft het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) de voorgestelde wijziging van de gemeenschappelijke regeling VRU bekrachtigd. In deze vergadering zijn door enkele raden en colleges van de deelnemende gemeenten opmerkingen dan wel voorbehouden gemaakt. Deze discussie heeft ertoe geleid om twee artikelen te wijzigen. Het algemeen bestuur stelt, naar aanleiding van het besluit in zijn vergadering van 16 april 2015, dientengevolge voor om de gemeenschappelijke regeling VRU te wijzigen, opdat genoemde wijzigingen worden vastgelegd. 840 De heer Valkenburg (Student & Starter) is blij met de aangebrachte wijziging. De wijziging is onder meer naar aanleiding van de constatering door zijn voorganger. Student & Starter is blij dat het artikel is verwijderd dat de democratische controle van de raad zou inperken. De heer De Vries (GroenLinks) sluit zich van harte aan bij de inbreng van Student & Starter. De heer Wijlhuizen (SP) brengt in over het artikel 4.4.lid 7 dat uiteindelijk is gekozen dat niet te wijzigen. Hij krijgt van de burgemeester graag de belofte dat in de praktijk de gemeenteraad altijd zijn zienswijze kan geven op wijzigingen in materiële zin die verband houden met bijvoorbeeld de prestatie van de VRU, om daarop nog invloed te kunnen hebben, ongeacht wijzigingen die niet hebben plaatsgevonden. 850 Burgemeester Van Zanen merkt op dat hieraan hij en zijn medewerkers veel werk hebben gehad. Hij complimenteert Student & Starter en de medewerkers van juridische zaken. Daarmee was het werk af omdat dit de enige opdracht was. Bij een commissiewisseling is de wens te kennen gegeven bij de Jaarrekening ook aan te passen. Ook dat is geregeld. Maar de voorgestelde wijziging op kwam van de heer Eggermont en dat bracht de burgemeester in. Hij probeerde daarmee in de geest van de raad te handelen. Begin maart is daarover een brief geschreven. De burgemeester sprak hierover in het AB. Het is nu ook zo geregeld. De discussie van de heer Eggermont ging over kleine begrotingswijzigingen die niet Pagina 14 van 66

104 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli leiden tot hogere bijdragen van de gemeente en tot het zeker weten dat de wijziging niet leidt tot prestatiewijzigingen. De huidige formulering lijkt wellicht te eng geformuleerd. In de praktijk zullen wijzigingen die verband houden met de producten en prestaties van de VRU ook altijd verband houden met een verandering in de gemeentelijke bijdrage. Materiële wijzigingen zullen daarom altijd voor een zienswijze naar de gemeenteraad komen. Daarmee antwoordt de burgemeester in diens woorden met een ruimhartig ja. De voorzitter concludeert dat dit agendapunt met de A-status doorgaat naar de raad van 3 september a. Raadsbrief cameratoezicht 2015 Geagendeerd door de heer de Vries, GroenLinks en de heer Kleuver, D66. Het uitvoeringsplan stelt een aantal wijzigingen voor in de plaatsen voor cameratoezicht. Met name de keuze om vijf camera's te plaatsen aan de Amsterdamsestraatweg vereist een zeer grondige motivatie aangezien de burgemeester hier het toepassen van sluitingstijden voorbereidt. Twee van deze zware maatregelen ineens nemen roept wat de fracties van GroenLinks en D66 vragen op over proportionaliteit en subsidiariteit. Tijdens een commissievergadering gaan wij hierover graag in gesprek met de commissie en burgemeester. De commissiebrief Rondvraag cameratoezicht (8b) kan worden betrokken bij de bespreking van dit agendapunt. 8b. Commissiebrief Rondvraag Cameratoezicht De voorzitter vraagt de commissie uitgebreide beschouwingen zoveel mogelijk te voorkomen. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat tijdens de laatste raadsbehandeling over dit onderwerp gebleken is dat een meerderheid van deze gemeenteraad kritisch staat ten opzichte van cameratoezicht. Voor GroenLinks geldt dat cameratoezicht alleen toelaatbaar is onder bepaalde voorwaarden. Het gaat dan om een Nee, tenzij - principe. Belangrijk daarbij zijn de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en effectiviteit. Hij complimenteert het college met het nieuwe uitvoeringsplan dat leidt tot een betere onderbouwing van het cameratoezicht. Dat maakt zijn fractie er niet geruster op. Camera's die in de vorige nota vooral gemotiveerd weerden als ter bestrijding van overlast, kennen nu vooral een preventief doel. Hij denkt hierbij aan wijken als Lombok en Zuilen. De termen proactie en afschrikken worden in dat kader genoemd. Voor wat betreft Kanaleneiland wordt de inzet van cameratoezicht zelfs gemotiveerd met de toelichting vergroten van het veiligheidsgevoel. Hij vindt dat bijzonder. Uit onderzoeken van de Utrechtse Universiteit blijkt dat de inzet van cameratoezicht het gevoel van onveiligheid juist vergroot. Hij krijgt graag de reactie van de burgemeester op die toelichting. Mevrouw Haage (PvdA) merkt op dat de heer De Vries dat onderzoek selectief citeert. Dit geldt voor 16% van de mensen voor wie het onveiligheidsgevoel wordt vergroot. Dat betekent dat dit niet opgaat voor 84%. Zij vraagt de heer De Vries bij de feiten te blijven en geen oude koeien uit de sloot te halen. De heer De Vries (GroenLinks) stelt mevrouw Haage voor het onderzoek nog een keer te lezen voordat ze hem interrumpeert. Hij vervolgt zijn bijdrage. In de motie 148 die de burgemeester overnam, verzocht hij bestaande camera's die specifiek voor bestrijding van overlast opnieuw te beoordelen op proportionaliteit en subsidiariteit. De burgemeester voerde die motie uit. Hij is er dan verbaasd over dat de burgemeester voorstelt een extra camera vooral ter bestrijding van overlast toe te voegen aan het arsenaal, namelijk op het Nijntje Pleintje. Hij kijkt met dezelfde kritische bril naar het voorstel om vijf camera s op te hangen langs de Amsterdamsestraatweg. Deze commissie sprak zich uit voor steun aan tijdelijke sluiting van een deel van de Straatweg. Mevrouw Metaal (CDA) verzoekt de heer De Vries de brief goed te lezen: in de brief leest zij over maximaal vijf camera's met een nog nader te bepalen aantal. De heer De Vries (GroenLinks) geeft mevrouw Metaal daarin gelijk. In de brief staat inderdaad maximaal vijf. GroenLinks vreest dat dit uiteindelijk zal leiden tot vijf extra camera's. Ook als het gaat om minder dan vijf camera's, vindt hij dit een zwaar middel. GroenLinks zette al een enorme stap door in verband met de overlast op de Straatweg nachtsluiting als tijdelijke maatregel op te leggen. Hij vindt cameratoezicht daarin een stap te ver. Mevrouw Rajkowski (VVD) merkt op dat heer De Vries al eerder pleitte voor handhaving op het Nijntje Pleintje. De handhavers en de politie lopen al tijdens hun rondgang langs dat pleintje. De heer De Vries liep al een keer mee. Het uitgaanspubliek wordt daar regelmatig lastig gevallen. Een camera is daar zijns inziens geen overbodige luxe. Zij vraagt zich af welk voorstel de heer De Vries heeft om ervoor te zorgen dat het wangedrag richting het uitgaanspubliek stopt. Zij hoort de heer De Vries daarover nog niet spreken. De heer De Vries (GroenLinks) constateert dat die camera gemotiveerd wordt vanuit het oogpunt van overlast. Hij vindt overlast een te smalle basis als motivatie voor het ophangen van camera's. Een groot deel van de camera's in de binnenstad wordt gemotiveerd vanuit handhaving van de openbare orde. Dat kan zijn fractie zich goed voorstellen. Hij zag in de praktijk hoe dat werkt. Hij stelt zich voor dat daarvoor camera's nodig zijn. Hij benadrukt nu alleen uit te gaan van wat hij in de tekst leest en herhaalt zijn argument. Een meerderheid in de raad sprak zich uit over dat overlast een te smalle basis is voor camera's. Mevrouw Metaal (CDA) leest over het Nijntje Pleintje dat het gaat om een verschuiving van beleid. Die camera's staan er al een tijd met dat doel. Het gaat nu slechts om een verschuiving en eerder vond heer De Vries het goed. Hij keurde ook de criteria goed. Zij vraagt of de heer De Vries dit opvoert ondanks dat de raad criteria vaststelde. De heer De Vries (GroenLinks) wil dat het plaatsen van camera's goed gemotiveerd wordt. Als de motivatie er in ligt zoals mevrouw Rajkowski beweert over mishandeling en dergelijke wat hij niet kan staven met feiten, is er een andere reden om daar camera s op te hangen. Dan moet dit niet worden bekeken vanuit overlast Pagina 15 van 66

105 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli maar meer vanuit handhaving van de openbare orde zoals elders ook geldt in het gebied. Het gaat bij het Nijntje Pleintje echt om de motivering. Hij licht toe waarom hij zo kritisch is en herhaalt zijn argumenten. De heer Kleuver (D66) merkt op dat de camera bij het Nijntje Pleintje er moet komen vanwege een waterbedeffect. Hij vraagt de heer De Vries of hij het eens is met D66 dat wanneer het college al besluit een camera op te hangen dat dit zal leiden tot een waterbedeffect en dat daarnaast dan ook ander beleid moet worden uitgevoerd om overlast en criminaliteit te bestrijden. Mevrouw Rajkowski (VVD) is het eens met de heer Kleuver dat wanneer het gaat om een pakket aan maatregelen dat een camera niet de oplossing kan zijn maar wel een onderdeel van de oplossing. De heer De Vries (GroenLinks) brengt in geïnspireerd door de heer Kleuver dat uit de stukken hem ook niet duidelijk wordt dat de camera op het Nijntje Pleintje een soort van laatste maatregel is waardoor de oplossing alleen nog zit in het ophangen van een camera. Hij herhaalt de motivering onvoldoende te vinden. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Over De Straatweg vindt hij de voorgenomen maatregel met betrekking tot camera's te ver gaan. Wanneer de burgemeester zijn steun wil houden op de nachtsluiting stelt hij hem voor dat hij eieren voor zijn geld kiest. De heer Kleuver (D66) vraagt hoe de heer De Vries kan zeggen dat de sluitingstijden een uiterste maatregel is, terwijl nu nog onduidelijk is of voor fase 2 wel geld is. Hij merkt op dat nog niet te beoordelen is over of de gemeente aanbeland is bij de uiterste fase. Mevrouw Metaal (CDA) vindt dit wel erg ver gaan om de burgemeester voor te stellen eieren voor zijn geld te kiezen. Hij vraagt de burgemeester niet eens uit te leggen waarom dit nodig is. Zij vermoedt dat bij een draagvlakmeting gemeente uitkomt op Oost-Europese cijfers onder de omwonenden. Zij vraagt de heer De Vries een heroverweging te maken. Mevrouw Rajkowski (VVD) brengt in als het gaat om de uiterste fase dat zij zich kan voorstellen dat voor de bewoners die uiterste fase is bereikt. Zij hebben al jarenlang te maken met overlast en gedoe. De sluitingstijden zijn zware maatregelen. De burgemeester zal de raad nog informeren over hoe en wat en wanneer. Zij denkt dat dit niet eerder zal zijn dan voorjaar 2016 omdat er een juridisch traject aan voorafgaat. Zij pleit ervoor die camera's tot die tijd toch op te hangen. Het is heel belangrijk daar te kunnen monitoren: wie loopt daar rond, waarom? Wat gebeurt er? Wie veroorzaakt de overlast? Van belang is dat politie en handhaving direct kunnen ingrijpen. Van belang is ook dat de ingreep plaatsvindt voordat de bewoners uit hun bed hoeven te komen om de politie te bellen. Zij pleit ervoor iets verder te kijken dan tot nog toe is gedaan. Zij vindt camera's van groot belang. Het zit de bewoners heel hoog. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat mevrouw Rajkowski doet alsof zij het hem moet overtuigen van de urgentie van het nemen van maatregelen op de Straatweg. Niet voor niets heeft GroenLinks nu drie maanden geleden een uitzondering gemaakt voor de Straatweg als het gaat om sluitingstijden. Hij vraagt zich af waar de actie op dat punt blijft van de burgemeester. Sluitingstijden en camera's moeten beide genuanceerd ingezet worden. Daarvoor pleit hij wanneer het gaat om de Straatweg. Mevrouw Rajkowski (VVD) kan dan concluderen dat heer De Vries zegt dat de sluitingstijden oké zijn en dat de bewoners tot die tijd zichzelf moeten behelpen. De heer De Vries (GroenLinks) antwoordt ontkennend. Het plan dat er is, wordt op dit moment uitgevoerd. Dat steunt GroenLinks van harte. De heer De Vries gaat regelmatig langs bij de bewoners. De wijkraad Noordwest ziet meer in sluitingstijden dan in cameratoezicht op dit moment, wanneer die keuze gemaakt zou moeten worden. Mevrouw Rajkowski geeft zijns inziens geen goede voorstelling van zaken. De keuze is wat GroenLinks betreft al lang gemaakt. Mevrouw Metaal vroeg hem nog naar de motivatie van zijn fractie. Zijn fractie is voor een goede volgorde van maatregelen. Wanneer nu gekozen wordt voor én sluitingstijden én voor cameratoezicht heeft de gemeente al haar openbare orde maatregelen al genomen en ontbreekt een volgende stap. Zijn fractie zou nu eerst willen zien hoe het gaat met de sluitingstijden. Wanneer het echt niet werkt en wanneer dat ook blijkt uit de onderzoeken en de burgemeester terugkomt bij de raad met dat het echt niet lukt met alleen de sluitingstijden, valt met GroenLinks te praten over cameratoezicht. Op dit moment vindt GroenLinks de en-en-variant te ver gaan. De heer Kleuver (D66) las dat in fase twee ook extra mensen op straat zouden moeten komen. Het is nu onzeker of die fase 2 doorgaat. In die fase zouden GroenLinks en D66 elkaar kunnen vinden. Dat is niet zeker en ondertussen gaat GroenLinks wel akkoord met sluitingstijden. Moet veel meer ingezet worden op fase 2 en moet de raad ervoor zorgen dat het college concrete plannen voorlegt aan de raad? Misschien gaat het zelfs wel om een raadsvoorstel om na te gaan wat de gemeente in fase 1 heeft geleerd en wat nu mogelijk is in fase 2 voordat de gemeente overgaat tot een radicale maatregel als sluiting. De voorzitter wil voorkomen dat de commissie het sluitingstijdendebat opnieuw gaat voeren. Het gaat nu om de camera s en het voorstel dat voorligt. Hij begrijpt uit het debat dat dit voorstel context en duiding nodig heeft. Mevrouw Metaal (CDA) leest in het stuk dat de aanvraag voor de camera's vanuit de wijkregisseur komt. Het komt vanuit de mensen in de wijk. Die zeggen dat camera's op dit moment heel erg zouden helpen. Dan past die aanvraag binnen de richtlijnen zoals vastgesteld in het stuk. Zij begrijpt niet waarom de heer De Vries dwarsligt. De heer De Vries (GroenLinks) ontkent dwars te liggen. In zijn beleving zette zijn fractie al een enorme stap met akkoord te gaan met de sluitingstijden. Hij neemt aan dat mevrouw Metaal dat ook ziet als een grote stap voor de fractie van GroenLinks, wetende dat deze fractie daarover doorgaans niet enthousiast wordt. Hij kan begrijpen dat de wijkregisseur dit op deze wijze motiveert. Zolang de politieke maatregel niet is genomen over sluitingstijden, is alleen te werken met tijdelijke sluiting zoals de burgemeester nu al kan op grond van zijn bevoegdheid. Pagina 16 van 66

106 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Hij benadrukt zijn opmerkingen over de context waarin de maatregelen die nu worden voorgesteld gezien zouden moeten worden. Mevrouw Metaal (CDA) merkt op dat de heer De Vries blijft zeggen dat dit een grote stap is voor GroenLinks. Het gaat hier over een echte situatie over een echte straat. Een partijdiscussie werkt dan mogelijk niet heel erg toe naar een oplossing. Zij vraagt de stap te zetten naar een oplossing in de realiteit. De heer Valkenburg (Student & Starter) merkt op dat zolang hij zich kan herinneren problemen zijn geweest op de Amsterdamsestraatweg. Heel erg lang is gezocht naar oplossingen. Hij merkt op dat bij elke oplossing het probleem weer terugkomt. Cameratoezicht zou kunnen helpen om nu eindelijk eens de Straatweg goed aan te pakken en goed te kijken naar een definitieve oplossing. Hij keert zich tegen halve maatregelen. De bewoners hebben nu lang gewacht op oplossingen. De heer De Vries (GroenLinks) stelt mevrouw Metaal gerust. Zijn partij heeft al jarenlang een echte voeding in de samenleving. Hij begrijpt de woorden van de heer Valkenburg. Hij herhaalt zijn argumenten over de genomen stappen tot nu toe. Wanneer de burgemeester op enig moment zegt alles te hebben uitgeput en dat cameratoezicht de laatste strohalm is, mag hij wat hem betreft bij de raad terugkomen. Een en-en voorstel gaat zijn fractie absoluut te ver. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt hoe ver de heer De Vries gaat zitten in de uitvoering. Gaat de heer De Vries straks bij elke camera die wordt voorgesteld vragen stellen over het waarom, over subsidiariteit en proportionaliteit? Hij vindt dit wel heel nadrukkelijk een bedrijfsmatige insteek. De heer De Vries (GroenLinks) antwoordt dat in de afgelopen jaren enorme stappen zijn gezet op het beleid op het gebied van cameratoezicht. Hij complimenteerde de burgemeester en de staf daarvoor. Nu komt de gemeente vanuit een situatie die historisch is gegroeid en die op geen enkel feit is gebaseerd naar een situatie waarin zijn fractie probeert te onderbouwen waarom zij heel kritisch is richting cameratoezicht, zo zegt hij in de richting van de heer Van Ooijen. Hij herhaalt zijn argumenten. GroenLinks kan zich wat dit betreft onvoldoende vinden in het uitvoeringsplan Cameratoezicht zoals dat nu voorligt. Een raadsvoorstel ligt nu niet voor. De maximaal vijf camera's op de Straatweg ligt hem het zwaarst op de maag. Hij kan zich voorstellen dat de burgemeester deze raadsbrief voorlegt als raadsvoorstel zodat Groen- Links en andere partijen de ruimte hebben daarop op- of aanmerkingen te maken. Of de burgemeester trekt zelf de conclusie uit de bijdrage van GroenLinks. Dit brede voorstel kan zijn fractie niet steunen. De heer Kleuver (D66) merkt op met betrekking tot de uitvoeringsbrief dat hem het toevoegen van vijf camera's op de Amsterdamsestraatweg het meest in het oog springt. Mevrouw Haage (PvdA) vraagt de fractie van D66 of zij de oproep heeft gelezen van de NOS om een app te downloaden om afgelopen weekend zoveel mogelijk filmpjes te delen en de NOS de beschikking te geven over zoveel mogelijk beelden zodat de NOS daarvan gebruik kan maken. Wat vindt D66 daarvan? Iedere burger heeft tegenwoordig een camera in zijn zak. De heer Kleuver (D66) vindt een en ander totaal niet met elkaar te vergelijken. Wat mensen privé opnemen en wat ze daarmee dan doen, is hun zaak. De raadscommissie spreekt vandaag over wat de overheid doet om burgers in de gaten te houden. Hij vraagt die twee zaken niet met elkaar te vergelijken. Mevrouw Rajkowski (VVD) vraagt wat dan in het geval burgers graag willen dat ze door de overheid worden gefilmd. De heer Kleuver (D66) kan daarover alleen vaststellen dat niet iedereen het daarover eens is. Er zijn voor- en tegenstanders van cameratoezicht. Dat geldt ook voor de Amsterdamsestraatweg; er zijn voor- en tegenstanders, er zijn mensen die er iets van verwachten en mensen die er niets van verwachten. Die vraag is hypothetisch en is om die reden niet te beantwoorden. Iedereen weet dat D66 reserves heeft als het gaat om cameratoezicht en dat de fractie van mening is dat de overheid terughoudend moet zijn in het bespieden van zijn burgers. Tegelijkertijd stemde D66 in met 78 camera's die de burgemeester mag gebruiken. De burgemeester heeft het bekeken en zegt nu iets te voelen voor vijf camera's op de Amsterdamsestraatweg. Hij vindt dat op zich niet onlogisch. Ondanks alle reserves van D66 begrijpt hij wel dat de burgemeester ze graag inzet op de Amsterdamsestraatweg wanneer hij ze mag gebruiken. Dat neemt niet weg dat ook uit dit stuk blijkt dat cameratoezicht een medeoorzaak is van een waterbedeffect. Dat betekent dat wanneer de gemeente camera s toepast, de gemeente daar ander beleid naast moet hebben om echt iets te doen aan de problematiek. Dan ontstaat voor D66 een conflict. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota bleek dat fase 1 vertraagd wordt uitgevoerd en dat voor fase 2 nog geen dubbeltje is gereserveerd. Dan blijft over dat de gemeente camera's ophangt en sluitingstijden invoert. Hij heeft de debatten opgezocht over sluitingstijden. Op het CDA na gaven alle fracties aan sluitingstijden een uiterst middel te vinden. Sluitingstijden kunnen pas wanneer alles is uitgeput. Fase 2 doet de gemeente niet. De burgemeester verwacht iets van camera's anders zou hij die niet opnemen. De heer Kleuver concludeert dat nu nog geen sprake kan zijn van het uiterste geval. De gemeente kan zijns inziens nog niet tot sluiting overgaan. De heer Valkenburg (Student & Starter) brengt in herinnering dat de heer Kleuver zojuist sprak over het waterbedeffect van camera's. Mensen gaan hun gang buiten het zicht van de camera's. Hij vraagt wat de heer Kleuver vindt van het flexibeler maken van de camera's binnen een bepaald gebied, zodat de gemeente ook achter muurtjes kan kijken. Pagina 17 van 66

107 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Kleuver (D66) merkt op dat daarover is gesproken bij de vaststelling van het kader voor cameratoezicht. Dat is technisch gezien nog moeilijk. Daarin komt wel verandering. Hij kan daarop niet vooruitlopen. De raad en het college kunnen ervan uitgaan dat D66 altijd heel kritisch zal zijn als het gaat om cameratoezicht. Onder bepaalde voorwaarden kan cameratoezicht goed werken. Misschien zijn die voorwaarden er? De heer Kleuver merkt op dat wanneer de camera's onderdeel zouden uitmaken van een uitgewerkt plan op fase 2 in de vorm van een raadsvoorstel waarin ook duidelijk is wat in fase 2 gaat gebeuren en waarbij geleerd is van wat in fase 1 is gebeurd, kan hij zich daarbij iets voorstellen en zou D66 bereid kunnen zijn die voorgestelde camera's te plaatsen. Hij stelt vast dat het toepassen van sluitingstijden niet mogelijk is. Dat is niet in overeenstemming met de besluiten in de raad en niet in overeenstemming met de toezegging van de burgemeester. De heer De Vries (GroenLinks) begrijpt dat D66 voor cameratoezicht is. Hij vraagt of hij dit goed heeft begrepen. De heer Kleuver zegt: sluitingstijden als laatste redmiddel. Eerder sprak hij over subsidiariteit als het gaat om cameratoezicht. Ook dat zou een laatst redmiddel moeten zijn. Hij vraagt hoe de heer Kleuver dat weegt. De heer Kleuver (D66) begrijpt het cameratoezicht op de Amsterdamsestraatweg in het kader van de grootte van de problematiek. Daar is niet alleen overlast maar ook ernstige criminaliteit. In combinatie met andere maatregelen, zoals toezicht, zoals maatregelen in de openbare ruimte, vindt hij het acceptabel. In lijn met wat D66 en alle partijen, behalve de Partij voor de Dieren, de burgemeester toestonden in het kader van cameratoezicht, zou hij die toezicht op de Amsterdamsestraatweg toepassen. Dat vindt hij een zuivere lijn. Hij neemt aan dat dit antwoord geeft op de vraag van de heer De Vries. De heer De Vries (GroenLinks) vraagt of het voor D66 ook of of is. Met andere woorden, als de burgemeester de brede wens in deze raad naleeft en een voorstel doet voor sluitingstijden op de Straatweg, wat betekent dat dan voor de steun van D66 aan dit onderdeel? De heer Kleuver (D66) kan zich niet voorstellen dat de burgemeester op grond van zijn eigen oordeel zegt dat hij de uiterste fase heeft bereikt en dat hij geen andere mogelijkheid meer heeft dan sluitingstijden. Hij gaat camera's ophangen en dan verwacht hij daarvan iets, anders zou hij dat niet voorstellen. Bovendien neemt hij aan dat het college nog een fase 2 ingaat. Die uiterste fase is dus nog niet bereikt en op grond daarvan kan de burgemeester niet overgaan tot sluitingstijden. De heer De Vries (GroenLinks) oppert dat de burgemeester ook die vraag meeneemt, die impliciet door de heer Kleuver en door hem gesteld wordt. Mevrouw Metaal (CDA) dankt de burgemeester voor zijn brief. Zij vindt dit een heldere uiteenzetting over de keuzen die gemaakt worden. Het lijken haar fractie praktische en nuttige besluiten. Het plaatsen van maximaal vijf camera's op de Amsterdamsestraatweg komt haars inziens tegemoet aan de wensen van de bewoners van het gebied, vooral aan die van de bewoners tussen het Spoorwegviaduct en de Plantage. Dat de burgemeester ook sluitingstijden voorbereidt, hoeft wat haar fractie betreft geen probleem te zijn. Raadsbreed leeft de overtuiging fors te moeten inzetten in dit gebied. Zij deelt daarbij wel de zorgen van de heer Kleuver dat met enkel de voorgestelde maatregelen het beoogde niet bereikt zal worden. Er moet haars inziens wel degelijk een brede aanpak zijn. Fase 2 moet in al zijn facetten uitgerold kunnen worden. Mochten de problemen verdwijnen, kunnen de camera's ook weer uit volgens de daartoe gemaakte afspraken. Mevrouw Metaal is benieuwd of al besloten is wanneer de schouw gehouden zal worden en om hoeveel camera's het dan gaat. Dat bleek nog niet helder uit de brief. Zij vraagt naar de stand van zaken in het concept-wetsvoorstel camerabeelden van diefstal of vernieling van particulieren dat naar de kamer is gestuurd. Daarop is gereageerd en dit zit weer bij het ministerie. Dat wetsvoorstel geeft particulieren de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden beelden van misdrijven te publiceren. Zij vraagt of daarop beleid wordt voorbereid in Utrecht. Het kan in die zin ook handig zijn om te weten waar publiekprivate of private camera's hangen om daarmee de opsporing in Utrecht te verstevigen. Is het college van plan bij inwerkingtreding van deze wet actief te gaan communiceren over de mogelijkheid mee te werken aan de opsporing van daders van vernieling en diefstal? Mevrouw Haage (PvdA) vindt dat het goed zou zijn om te erkennen dat de overheid terughoudend en proportioneel moet omgaan met cameratoezicht om ervoor te zorgen dat alle woon- en werkplekken veilig zijn voor iedereen. Mevrouw Haage stelt dat het niet liberaal en geen doel op zich is. Het is een uiterst middel. Het is zeker ook niet sociaal om mensen te laten zitten met structurele overlast. Zij zijn erg benieuwd welke maatregelen de twee grote partijen zouden nemen om de dealers van het Nijntje Pleintje of van de ASW weg te houden. Zij is er een voorstander van een vervolg te geven op fase 1 met fase 2 zoals D66 inbracht. Zij hoorde, anders dan D66 en GroenLinks, de burgemeester wel enthousiast over andere maatregelen waarover nu niet te spreken is. De PvdA steunt de aanpak van het college en van de burgemeester in dezen. De bewoners voelen zich gesteund. Het herstel is nog heel broos. Zij pleit ervoor dat herstel nu door te zetten. Mevrouw Rajkowski (VVD) gaat er vanuit de meeste mensen niet te hoeven uitleggen dat cameratoezicht werkt. En ook gaat zij ervan uit niet te hoeven zeggen dat bewoners met cameratoezicht blij zijn. De heer Wijlhuizen (SP) krijgt toch wel graag een kleine uitleg. Wanneer hij kijkt naar de Kanaalstraat met vier camera's, ziet hij nog steeds allerlei voorvallen die het daglicht niet kunnen verdragen en daarom gebeuren ze ook 's nachts ondanks de vier camera's. Pagina 18 van 66

108 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw Rajkowski (VVD) bevestigt dat de problemen niet alleen opgelost zijn door het ophangen van camera's. Zij is getuige geweest van het uitlezen van camera's. Daarbij was te zien dat het wel degelijk werkt. Direct wordt gesignaleerd wanneer mensen mishandeld worden. Dan grijpt de gemeente direct in. Mensen die inbreken, zijn direct op te pakken. In dat opzicht heeft dit ook een preventieve werking. De commissie had vorig jaar een uitgebreide evaluatie van de werking van cameratoezicht en dat dit ook goed werkt. Voor de uitleg verwijst zij de SP naar die evaluatie. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat mevrouw Rajkowski spreekt over mensen die opgepakt kunnen worden. Hij suggereert dat het goed zou zijn wanneer de VVD met wat meer liefde en compassie over de agenten spreekt die mensen wél kunnen oppakken in plaats van over het cameratoezicht. Mevrouw Rajkowski (VVD) neemt daarvan afstand. Zij is niet te betrappen op het niet met liefde en compassie spreken over de handhavers op straat. Daarbij gaat het niet alleen om de agenten maar ook om handhavers en de mensen die de beelden live uitkijken. Zij is heel blij met hen. Het gaat niet alleen om de camera s sec. Het gaat om een heel pakket aan maatregelen. Camera's als middel werkt op bepaalde plekken heel goed. De heer Kleuver (D66) vraagt of mevrouw Rajkowski het met D66 eens is of voor fase 2 een nieuw raadsvoorstel nodig is met een nieuw pakket aan maatregelen nadat gekeken is wat van fase 1 is geleerd. Cameratoezicht kan een onderdeel zijn van fase 2. Zou de VVD D66 steunen wanneer D66 dit zou vragen aan de burgemeester. Mevrouw Rajkowski (VVD) bevestigt dat te zullen steunen. Het gaat ook bij de ASW niet alleen om het ophangen van camera s. Zij vindt ook fase 2 erg belangrijk. Het is goed om integraal samen te werken: camera s als onderdeel van een groter plan. Haar fractie noemt dit fase 2. De bewoners ervaren zich in de uiterste fase. Dit is voor de bewoners de laatste fase. Zij dankt de burgemeester voor zijn duidelijke brief. De heer Wijlhuizen (SP) licht toe dat ook voor de SP cameratoezicht kan werken. De vraag is of dit een uiterst redmiddel is. Het zou in de ogen van zijn fractie niet het eerste middel moeten zijn en zeker ook niet een permanent middel. Het moet proportioneel zijn. Dit past ook in een totaalpakket aan maatregelen. Bovendien merkt hij op dat in het totaal aan waakzaamheid en de wil om te reageren op signalen ook iets moet veranderen. Wanneer op signalen niet wordt gereageerd door de politie verandert er ook met camera s niets. In de Kanaalstraat ziet hij veel verdachte bewegingen die toch dan ook gefilmd worden zonder dat het afschrikt want het gaat maar door. Hoe valt dit in het totale pakket aan maatregelen? Staart het college zich niet te veel blind op de ideale oplossing met in dit geval het plaatsen van camera's? Wat gaat de burgemeester doen om alle anderen elementen, alle andere te nemen maatregelen ook te effectueren zodat het gaat om een totaalpakket. De heer De Vries (GroenLinks) vindt de waarneming van de heer Wijlhuizen helemaal niet zo gek. Vaak hebben camera's het doel om af te schrikken. De heer Wijlhuizen (SP) is het daarmee zeer eens. Hij bevestigt dat de afschrikwekkende functie in de Kanaalstraat niet werkt. De heer Kleuver (D66) vraagt of hij uit de woorden van de heer Wijlhuizen begrijpt dat ook de SP voelt voor een nieuw raadsvoorstel voor wat ambtelijk fase 2 genoemd wordt. De heer Wijlhuizen (SP) is daarvan zeker voorstander, zeker ook als de sluitingstijden in het voorstel worden opgenomen en verder geïntegreerd in het totale voorstel. De heer Kleuver (D66) merkt op dat dit in de APV staat. Het staat vreemd om dit daarin op te nemen. Het is mogelijk om aan te geven wanneer het college dit gaat doen. Hij raadt de heer Wijlhuizen aan om terug te lezen wat de heer Eggermont hierover heeft gezegd. Dat is ook niet erg enthousiast. De heer Wijlhuizen (SP) heeft met de heer Eggermont gesproken over een pallet aan maatregelen waarvan dit een onderdeel kan uitmaken net zo goed als camera's een onderdeel daarvan kunnen zijn. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) voegt toe over fase 2 gezien de motie van de ChristenUnie bij de behandeling van de Voorjaarsnota dat zijn fractie niet een grote behoefte heeft aan een nieuw raadsvoorstel. Dat raadsvoorstel is nog slechts een jaar geleden vastgesteld. Dat voldeed nog redelijk ook nu na een jaar verder. De vraag is alleen hoe de 1,7 miljoen euro te kunnen vinden als destijds opgenomen geïndiceerd bedrag. Hij hoopt de krachten te kunnen bundelen om de Straatweg op meerdere fronten te versterken. De heer Kleuver (D66) merkt op dat de fase 2 ongeveer anderhalve alinea is in het stuk over de aanpak van de Amsterdamsestraatweg. Hij denkt dat de raad behoefte heeft ook met wat geleerd is in de fase 1, helder te maken wat dieper en gedetailleerder kan in fase 2. De handhavers slagen er in om de overlast te doen afnemen. Hij krijgt juist behoefte aan een raadsvoorstel over fase 2. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) stelt voor het beste van twee werelden te combineren: een aangepast voorstel van wat nu voorligt, zou terecht zijn. Er is al een ontwikkelstrategie. Daarvan is inderdaad een update mogelijk en die zou een toegevoegde waarde kunnen hebben. Hij zou de doelstelling uit het Coalitieakkoord willen aanhalen om minder beleid te maken. Wanneer nog slechts ruim een jaar geleden de Ontwikkelstrategie is vastgesteld, denkt hij niet dat het goed is om een jaar later weer een nieuwe strategie vast te stellen. Dan is ook na te gaan in hoeverre de Europese subsidiegelden zijn ontvangen. Daarbij plaatst zijn fractie vraagtekens. De heer Valkenburg (Student & Starter) kan zich vinden in het uitvoeringsplan Cameratoezicht. Zijn fractie is voorstander van een bredere aanpak zoals D66 die voorstelt maar dan wel met de sluiting daarbij. Pagina 19 van 66

109 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Zijn fractie vindt het ook belangrijk dat de flexibiliteit bij het verplaatsen van camera's hoog is en de kosten daarvan laag zijn. Hij ontving signalen over dat verplaatsen veel moeite kost en erg duur is. Zijn fractie vraagt zich af of dat goedkoper kan. Hij wil graag van de burgemeester weten of het plaatsen van de camera s goedkoper kan. Voor een deel is Utrecht gebonden aan landelijke regelgeving. Hij vroeg zich af in hoeverre de burgemeester hierin ruimte voorziet. Daarnaast is zijn fractie blij met de toezegging die zijn fractie in het verleden kreeg dat de privacy van mensen die worden gefilmd, gewaarborgd is. Burgemeester van Zanen licht toe dat hij in zijn brief toelicht hoe hij van plan is om op basis van het beleidskader Cameratoezicht toepassing te geven aan de ruimte die van de raad kreeg. Dat doet het college op een manier die open en transparant is en op het niveau staat waarop iedere camera te beoordelen is. Vorig jaar stelde de raad daarbij een strak kader daarvoor op. De raad besloot 10 camera's al dan niet tijdelijk uit te zetten. In de raad zijn moties ingediend over subsidiariteit en proportionaliteit. Die moties zijn aangenomen. Het is de vaste overtuiging van de burgemeester dat wat nu voorligt zeer ruimhartig aangeeft hoe het zit, waar het kan, welke camera's verwijderd zijn, welke verplaatst worden zodat de raad met de burgemeester kan meekijken naar hoe het college uitvoering geeft aan door de raad vastgesteld beleid. De burgemeester is van mening dat het college hiermee zijn stinkende best heeft gedaan. Juist omdat hij weet hoe gevoelig dit ligt en omdat hij weet hoe de raad van Utrecht hierover denkt, wil hij dit instrument als uiterst middel onderdeel van een bredere aanpak laten zijn. De burgemeester meent uitgepraat te zijn als de raad de inzet van camera's op de Amsterdamsestraatweg niet proportioneel, niet subsidiair en niet effectief vindt. Hij spreekt dan nog niet over het aantal, over de exacte plekken, en over de terughoudendheid die met de inzet van camera's geboden is. Kijkend naar de cijfers, kijkend naar de brede aanpak van het college, maken de camera s daarvan onderdeel uit. Hij betreurt het dat het erop lijkt dat dit uitvoeringsplan het niet gaat halen waar de burgemeester zich houdt aan de timing zoals afgesproken in de motie zodat de raad nog iets kan besluiten in financiële zin. Dit uitvoeringsplan staat vast binnen de kaders. Het gaat om onorthodoxe maatregelen. De burgemeester bevestigt te beseffen dat dit niet het allermooiste middel is. Veiligheid geldt als basisvoorwaarde voor de integrale aanpak op de Amsterdamsestraatweg. Hij heeft nog een aanleiding voor deze inzet. Bekend is dat al jarenlang private camera's op de Amsterdamsestraatweg staan. Deze camera's zijn eigenlijk niet alleen voor de winkels maar worden vooral ook door de politie gebruikt voor problemen met de openbare orde. Hij is dan van mening alles op alles te moeten zetten om publieke camera's op de Amsterdamsestraatweg in te zetten. Hij vindt het niet verantwoord om in het kader van de aanpak Amsterdamsestraatweg juist daar geen camera's te hebben. Dat is ook weer een kwestie van timing. De burgemeester vindt dat hij met de schaarse middelen die hij heeft de camera s inzet waar die het hardst nodig zijn. De heer De Vries (GroenLinks) complimenteert de burgemeester daarmee. Hij vindt dat netjes en keurig. Hij benadrukt daarvoor waardering te hebben. Hij begrijpt dit deel van de beantwoording van de burgemeester niet goed wanneer hij zegt eigenlijk geen andere mogelijkheden meer te zien. Dat is de portee van zijn verhaal wanneer hij die goed heeft begrepen. Hij heeft ook gezegd dat wanneer dat zo is de burgemeester altijd bij GroenLinks kan aankloppen, ook al staat de fractie kritisch tegenover cameratoezicht. Er kan een moment komen waarop alles is uitgeput. Naar zijn indruk is niet alles uitgeput. Deze commissie met uitzondering van D66 heeft ruim drie maanden geleden gezegd voorstander te zijn van het aan de slag gaan met sluitingstijden. Wanneer dan de nood zo hoog is, waarom heeft de commissie daarvan dan nog niets terug gezien? Burgemeester Van Zanen antwoordt dat het Uitvoeringsplan Cameratoezicht nu aan de orde is. Daarvoor stelde de raad strenge en strakke regels. Het college, de burgemeester, voldoet aan de voorwaarden. Hij legt dit voor op basis van signalen en adviezen van deskundigen. Het gaat om een uitvoeringskader waarop het college heel strikt is. Hij zal goed kijken naar de plekken waar de camera s het meest effectief zullen zijn. De burgemeester benadrukt dit plan niet zomaar aan de commissie te willen voorleggen. Hij legt dit voor omdat dit onderdeel uitmaakt van de integrale aanpak. Wanneer winkeliers zeggen hun private camera's mogelijk weg te zullen halen, vindt de burgemeester dat hij dit voornemen moet melden aan de commissie op een met de raad afgesproken tijdstip. De camera's zijn nog niet geplaatst. De plekken zijn nog niet gekozen. Afgesproken is dat de burgemeester vóór de Voorjaarsnota moest vertellen wat hij ongeveer van plan zou zijn. Wat nu voorligt, is hij van plan. Hij gaat niet over één nacht ijs. De burgemeester maakt gebruik van de door de raad geschapen kaders. Hij gaat dit niet aan de raad voorleggen. Hij legt dit voor in de hoop hiervoor steun te krijgen uit de commissie. De heer De Vries (GroenLinks) begrijpt waarom de burgemeester dit plan aan de commissie voorlegt. Dat vindt hij niet vreemd. Hij hoort de burgemeester geen reactie geven op wat hij vreemd vindt, namelijk dat de burgemeester dit voorstel voorlegt aan de commissie maar dat hij geen haast maakte wanneer de nood hoog was. GroenLinks is daarvoor gevoelig. Hij had al een voorstel verwacht voor de sluitingstijden. Daarover hoort hij de burgemeester nu niet. Burgemeester van Zanen antwoordt daarover straks nog iets te zullen zeggen; ook de heer Kleuver leverde hierover inbreng. Hij verdedigt nu eerst deze brief. Hij verdedigt dat hij dit plan voorlegt binnen de kaders die gesteld zijn door de raad. Camera's zijn in zijn overtuiging een basisvoorwaarde voor de integrale aanpak op de Pagina 20 van 66

110 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Amsterdamsestraatweg. Hij kan zich niet voorstellen dat de commissie de burgemeester niet wil steunen gezien die door de raad gestelde kaders. Hij herhaalt zijn argumenten in materieel opzicht. Hij begrijpt het argument dat de commissie zicht wil op de integrale aanpak. Hij herhaalt de opdracht die hij heeft gekregen van de raad. Wanneer hij dit had geweten had hij nog even gewacht. Het voorliggende moet in zichzelf beoordeeld worden. Hij vraagt de commissie ruimte om zijn werk te doen. Hem bekruipt het gevoel dat dit debat gevoerd moet worden ieder jaar of bij elk incident waarbij camera's geplaatst moeten worden. Wanneer nu gedreigd wordt met de intrekking van de steun voor de sluiting, ervaart de burgemeester dat als unfair. Dit verdient - in de woorden van de burgemeester - niemand die aan het voorliggende gewerkt heeft. De heer De Vries (GroenLinks) voelt zich bij deze woorden zeer ongemakkelijk. Hij heeft in alle mogelijke bewoordingen duidelijk gemaakt waar GroenLinks staat. Hij heeft gezegd wanneer de burgemeester terug kan komen en hij een beroep kan doen op zijn fractie. Subsidiariteit is in het cameratoezicht een belangrijk onderdeel voor zijn fractie. De burgemeester nam een motie van GroenLinks over. Hij spreekt hem indirect aan op die subsidiariteit. Dat dringt zich het meest op omdat een concreet voorstel is gedaan voor de Straatweg en omdat drie maanden geleden de commissie het college een verzoek deed een voorstel te doen voor sluitingstijden. Hij mist de subsidiariteit. De heer Wijlhuizen (SP) voelt zich - aanvullend op de woorden van de heer De Vries - ook lichtelijk ongemakkelijk bij deze respons van de burgemeester. Het gaat de SP om een integraal plan waar iedereen van weet dat er iets moet gebeuren. De heer Kleuver (D66) is het eens met de heer Wijlhuizen. Hij begrijpt de gevoeligheid. Hij geeft op het stuk inhoudelijk ook geen commentaar. Juist D66 zegt dat wanneer camera's ergens geplaatst moeten worden ze op de Amsterdamsestraatweg moeten staan. De commissie moet ook de vrijheid hebben om een debat aan te gaan over de gevoeligheid Amsterdamsestraatweg en alles wat bij het cameratoezicht hoort. Hij is het in dat opzicht eens met de heer Wijlhuizen. De heer Wijlhuizen (SP) zou het helpen wanneer de commissie een doorkijkje zou krijgen naar het integrale plan. Wanneer de commissie daarin meer inzicht krijgt, zou het gemakkelijker zijn om te oordelen over de proportionaliteit. Dan zijn eventueel ook suggesties te doen voor verbeteringen. Burgemeester Van Zanen vindt dat hij raadsbesluiten moet uitvoeren, ook in de tijd. Het uitvoeringsplan ligt voor. Zijn vaste overtuiging is dat die in de Ontwikkelstrategie camera's niet mogen ontbreken, ook in het licht van de winkels. Het is voor hem zeer acceptabel en denkbaar wanneer de commissie akkoord zou gaan met daarbij aanwijzingen over dat dit onderdeel moet zijn van fase 2 of van een doorkijk. Ook hij wil dat dit werkt. Het is anders wanneer de commissie zou zeggen de camera's helemaal niet te willen. De timing kwam van de raad en hij is van plan dat uit te voeren. De burgemeester kan nog niet voorspellen of de 1,7 miljoen euro snel bij elkaar is. Hij moet wel voortgang kunnen boeken. De heer De Vries (GroenLinks) blijft de situatie onprettig vinden. De burgemeester doet alsof hij geen ruimte heeft om het beleid dat vastgesteld is in de raad uit te voeren. Bij de bespreking van het beleidskader diende de raad een motie in die de burgemeester overnam. De motie spreekt zeer nadrukkelijk over subsidiariteit en proportionaliteit. De burgemeester verwijst er zelf naar, ook in zijn brief. Dan is dit uitvoeringsplan daarvan toch niet los te zien? Juist de subsidiariteit is van wezenlijk belang voor zijn fractie. Daarom heeft hij al gezegd zich te kunnen vinden in cameratoezicht in de binnenstad. Mevrouw Rajkowski (VVD) merkt op dat dit soort debatten doen vermoeden dat sommige partijen de ruimte niet zien. Dit gaat echt om controleren en meedenken op detailniveau: welke camera waar en wanneer precies en aan welke criteria moet de camera voldoen? Zij ervaart het als nogal krampachtig om bij wijze van spreken elke camera te moeten beoordelen. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dat mevrouw Rajkowski het niet groter moet maken dan de inbreng van hem op dit punt. Indirect wil hij dat burgemeester de motie uitvoert die hij heeft aangenomen. Daarover heeft hij twijfels. Burgemeester Van Zanen voert aan er vast van overtuigd te zijn de motie uit te voeren. Hij en de heer De Vries verschillen daarover van mening. Uiteindelijk vertegenwoordigt de heer De Vries de meerderheid in de raad. Hij kan ook besluiten door te gaan met andere elementen van het integrale plan. Maar op enig moment heeft hij de camera's toch echt nodig. Dan zal hij gebruik maken van zijn bevoegdheid. De twee grootste fracties moeten zich uitspreken over hoe ze daar tegenaan kijken. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op te hebben gezegd dat wanneer de twee camera's uit het voorstel gehaald worden het voor zijn fractie een andere weging is. Wanneer dit in de volgordelijkheid der dingen wordt gezien in een breder kader zoals ook de heer Kleuver voorstelde, maakt dat voor zijn fractie veel uit. Burgemeester Van Zanen antwoordt dat dit een brief is. Hij heeft er geen enkel bezwaar tegen dat dit deel gaat uitmaken van het ontwikkelkader fase 2. Dat zou extra effectief kunnen zijn. Hij zegt niet dat de camera's er niet komen. Hij gaat er vanuit ze hard nodig te hebben en daarvoor ook een goed verhaal te hebben. Hij vindt het logisch wanneer de commissie hem opdraagt dit in samenhang te doen. Als het gaat om de motivering rond het Nijntje Pleintje wil hij daar graag naar laten kijken. Het college is ervan overtuigd dat dit een verstandig en passend voorstel is. Bovendien is daar iets aan de hand. Deze camera maakt onderdeel uit van de Breedstraatbuurtaanpak. In dat opzicht is dit ook een vorm van een laatst redmiddel. De Pagina 21 van 66

111 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli heer Valkenburg vroeg naar flexibiliteit en zo goedkoop mogelijk. Goedkoper kan het helaas niet. Vorig jaar is gesproken over flexibiliteit. Hij denkt dat de raad graag zou willen dat het middel zo flexibel mogelijk wordt ingezet. Daarover is wetgeving onderweg. Die kwam nog niet uit de Eerste Kamer. Overigens gelden ook voor flexibele camera's zeer strenge regels. De burgemeester zou dat graag willen omdat dat de politieke discussie niet echt verandert, maar wel maakt dat nog preciezer cameratoezicht is in te zetten en het daarmee gerichter is te doen om zo te voorkomen dat weglekeffecten ontstaan. De privacyvoorwaarden blijven gelden. Richting de heer Kleuver vindt de burgemeester dat de raad vorige week een duidelijke uitspraak heeft gedaan. In het college is daarover ook gesproken, ook met zijn collega Jongerius. Partijen zijn er nog niet. Er zal iets moeten. De burgemeester gaat er vanuit daarmee heel snel te kunnen komen. Hij verwacht na het reces. Dan weet hij in ieder geval of hij kan doorgaan. De heer Kleuver (D66) vindt dat goed om te horen. Hij vraagt hoe de burgemeester dit voor zich ziet. Moet hij denken aan een commissiebrief of een raadsvoorstel waarin de raad ook kan kiezen voor elementen in fase 2? Burgemeester Van Zanen licht toe dat hij niet over de ASW-aanpak gaat. Dit is slechts daarvan een onderdeel. De timing van het uitvoeringsplan kwam zo uit. Hij zal ook niet een raadsvoorstel doen voor cameratoezicht. Dit is een uitvoeringsplan dat de raad kan tegenhouden met een motie. Hij gaat pas over tot plaatsing wanneer over de ASW is gesproken. Hij weet niet of dat een raadbrief wordt of een raadsvoorstel. Mevrouw Smulders (wijkregisseur Noordwest) verwacht dat dit een raadsbrief wordt voor zover zij daarop nu zicht heeft. De heer De Vries (GroenLinks) is heel erg blij met deze toezegging op dit voor GroenLinks belangrijke punt. Hij spreekt hierover zijn waardering uit. Hij zou extra blij zijn met een raadsvoorstel zoals de heer Kleuver voorstelde. Burgemeester Van Zanen licht toe dat dit hooguit een raadsvoorstel fase 2 ASW kan worden. Hij legt geen raadsvoorstel cameratoezicht voor. De heer De Vries (GroenLinks) begrijpt dat de wijze waarop en de vraag of ook in die brief en in de context van dat voorstel wel definitief beantwoord wordt - zo begreep hij dit uit de beantwoording door de burgemeester. Burgemeester Van Zanen merkt op dat de heer De Vries al weet wat hij vindt. Hij zal daaraan ook uitvoering geven. Hij weet nu ook wat de meerderheid in de commissie nu zegt: oké, vooruit, maar wel in het kader van ASW fase 2. Hij maakt dit daarvan onderdeel en wil niet de illusie wekken van plan te zijn om in het raadsvoorstel het toch maar niet te doen. Dat neemt niet weg dat de raad op elk moment anders kan besluiten. De raad beslist. De heer De Vries (GroenLinks) vindt het helder dat dit zo vanuit het college tot hem komt. Namens zijn fractie merkt hij op, op dat moment in het licht van de integraliteit van dat voorstel de inzet van cameratoezicht op de ASW in dien verstande te zullen beoordelen. Hij behoudt zich voor bij het raadsvoorstel een motie in te dienen. Burgemeester Van Zanen heeft dat heel goed begrepen. De voorzitter brengt de discussie van vorige week voor het voetlicht: de middelen voor fase 1 lopen nog tot Van belang is de termijnen aan te geven voor de planning. Burgemeester Van Zanen antwoordt bevestigend. Hij heeft dit de wethouder ook horen zeggen. Dat kan betekenen dat er een brief komt om dat te vertellen en een strategie voor fase 2. Hoe dat gaat kan hij nu niet helemaal beoordelen. Dat zal in de commissie komen voor te liggen. Pas op dat moment zal de burgemeester gebruik maken van zijn voornemen camera's te plaatsen. Dan zal hij ook in technisch opzicht het hoe en het wanneer, et cetera uitzoeken. De burgemeester hoorde de woorden van de heer De Vries goed. Hij heeft daarvoor respect. Hij denkt het niet met hem eens te zijn. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt opheldering over wat hij kan verwachten over fase 2 ASW. Het gaat hier om een toezegging door de burgemeester die betrekking heeft op de portefeuille van de wethouder. Het college spreekt met één mond. Hij vindt dit wel een opmerkelijke gang van zaken. Het lijkt alsof in de Straatweg een aantal elementen in fase 2 domineren: de mogelijke sluiting, de camera s die toch ook de portefeuille van de burgemeester betreffen. Hij vraagt of het handiger zou zijn wanneer de samenwerking sterker wordt opgezocht richting het college. Hij vraagt nu toch wie over wat gaat. Hij vraagt of het terecht is dat dit zo belegd is bij wethouder Jongerius. Dit lijkt in fase 2 punten te betreffen die bijvoorbeeld over de nachtsluiting gaan over een flink budget dat misschien wel uit de veiligheidsbegroting zou moeten komen. Hij wil ook graag weten waarover straks besloten gaat worden. Burgemeester Van Zanen vooronderstelt dat de heer Van Ooijen zich ongetwijfeld zijn eerste bijdrage over de Amsterdamsestraatweg kan herinneren. Hij vindt dat maatregelen die in zijn domein vallen afgeleiden zijn, sluitstukken. Die zijn ontzettend belangrijk voor burgers. Wanneer niet iets heel grondig gebeurt, is dit niet de toekomst. Dat heeft de burgemeester altijd beweerd. Dit moet samen en integraal gedaan worden. Dat geldt ook voor Verkeer. Hij droeg dat met veel enthousiasme uit. De burgemeester is ervan overtuigd dat dit wel integraal is en zo ook zal verlopen. Hij had het ook liever in het kader van de integrale aanpak gebracht. Hij komt nu langs met zijn uitvoeringsplan. Dit is niet alleen veiligheid. De 1,7 miljoen euro was ook juist op hele andere dingen gericht. Hij vindt dat terecht. Wat steeds vanuit de integrale aanpak ASW is gezegd, is dat veiligheid wel iets is dat maakt dat de rest ook goed landt. Het is een basisbehoefte. Van belang is de ASW-discussie nu niet te verdunnen tot deze onderdelen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) is het daarover eens. Dan dringt zich de vraag op over de Nachtsluiting zoals de burgemeester die min of meer heeft aangekondigd. Hij vraagt of dat dan onderdeel is van fase 2. Pagina 22 van 66

112 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De voorzitter benadrukt dat de integrale aanpak ASW nu niet voorligt. Hij verzoekt de commissie zich te beperken tot de brief die nu voorligt. De burgemeester zegde toe dat de raad nog een brief zal krijgen over de Straatweg. Die is dan op dat moment te agenderen. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de agenderende fracties het onderwerp nachtsluiting wel hebben geagendeerd als onderwerp waarover in deze context gesproken is. De voorzitter merkt op dat de nachtsluiting ook uitgebreid behandeld is. De commissie komt steeds weer terug op de integrale aanpak. Daarvan zijn de nachtsluiting en de camera's twee elementen. Hij vraagt oog van de commissie voor het tijdsverloop in deze vergadering. De burgemeester en de heer De Vries komen niet dichter tot elkaar. Hij zet nu daarom een punt achter die discussie. Burgemeester Van Zanen merkt ook richting mevrouw Metaal op dat hij de commissie zal berichten over de landelijke wetgeving die nu in voorbereiding is, zodra die definitief is. Daarna is na te gaan hoe daarmee op lokaal niveau is om te gaan. Richting de heer Wijlhuizen wil hij graag nader geïnformeerd worden over de constateringen van diens fractiegenoot. Hij kan met evenveel gezag voorbeelden geven van hoe cameratoezicht enorm heeft geholpen. Hij beseft dat cameratoezicht geen panacee is voor alles. Verschillend wordt gedacht over sluitingstijden. Hij had zelf gehoopt op enigerlei wijze iets te kunnen melden over sluitingstijden voorafgaand aan het reces. Het college stuurde de commissie vorige week een brief over hoe de 246-sluitingen (individuele panden) plaatsvonden. Dat bleek een effectief middel. De gevolgen daarvan zijn ook zichtbaar. De burgemeester kreeg nog een bevoegdheid van de raad. Die maatregel is zeer ingrijpend. Het college heeft objectieve gegevens nodig over het overlastbeeld. Deze maatregel is nog nergens vertoond en bevindt zich in de voorbereidende fase. Dit moet het college heel hard kunnen maken. Bovendien hecht hij aan het inwinnen van zienswijzen voordat het college overgaat tot het denken aan deze vorm. Deze informatie betreft de feitelijke situatie. Na het reces, de burgemeester denkt aan september of oktober, zal het college de raad berichten over of en zo ja hoe hieraan vorm is te geven. Over deze maatregel moet ook gesproken worden met ondernemers. Momenteel wordt hierop al onderzoek gedaan. De burgemeester benadrukt dat op dit vlak niets zal gebeuren zonder dat de raad dit weet. De heer De Vries (GroenLinks) is over dit laatste punt niet helemaal tevreden. Hij begrijpt niet waarom de burgemeester zo voorzichtig is met het nemen van deze maatregel. Hiervoor bestaat een politieke meerderheid. Die meerderheid is vandaag opnieuw uitgesproken. Hij vraagt zich af waarom de raad nog lang op die maatregel moet wachten. Hij zou in dit licht de woorden van mevrouw Rajkowski willen herhalen: de mensen aan de Straatweg staat het water aan de lippen. Burgemeester van Zanen kan die woorden bevestigen. Hij is andere dingen van plan. Hij komt ook niet terug op wat hij hierover eerder heeft gezegd. Inmiddels heeft het college goed in beeld van wat nodig is wanneer dit al toe te passen is. Dat wordt momenteel in beeld gebracht. Sneller dan dit is niet mogelijk. Hij zou er helemaal niet aan denken wanneer hij niet bij de desbetreffende commissie had gezeten. Dit moet heel goed voorbereid worden. De heer Kleuver (D66) herhaalt de woorden van de heer De Vries. Hij adviseert de burgemeester het debat er nog een keer op na te lezen. Het gaat om situaties waarin niets anders meer mogelijk is en als een uiterst redmiddel. Dat is niet de strekking van het verhaal. Dit gaat ook over het mandaat dat de burgemeester kreeg na het debat. De heer De Vries (GroenLinks) stelt vast dit nu wel te hebben gezegd en drie maanden geleden ook al en met hem de rest van de commissie. De voorzitter recapituleert de gedane toezegging. Hij concludeert dat hiermee de bespreking van dit agendapunt is afgerond. 9. Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen burgemeester Burgemeester Van Zanen bevestigt bekend te zijn met het signaal. Dat is een bekend signaal bij het stichten van autobranden maar ook bij andere vormen van criminaliteit. Wat mogelijk is, is steeds blijven stimuleren dat mensen aangifte doen. Hij attendeert op Meld Misdaad Anoniem. Ook de gebiedsmanagers brengen dit signaal weer over aan de slachtoffers. De politie voert momenteel onderzoek uit in de wijk. Het toezicht is verhoogd. De politie vroeg verdachte situaties te melden. De burgemeester schetst de activiteiten die momenteel gaande zijn in de desbetreffende straat. Extra inzet vindt plaats door Toezicht en Handhaving. Ook jongerenwerk heeft hiervoor aandacht. Momenteel wordt vanuit woningen gepost. Op allerlei manieren vindt inzet plaats. Momenteel wordt ook op een specifieke manier gecommuniceerd die de mensen zal aanspreken om wie het gaat. De burgemeester hoopt dat mensen aangifte blijven doen. Hij noemt de Haarrijnseplassen en is er trots op dat jongeren daar wel aangifte deden. Na aangifte is voortgang te boeken. De burgemeester houdt zich aanbevolen voor aanvullende informatie. De voorzitter schorst de vergadering tot aanstaande donderdag 09:30 uur. Pagina 23 van 66

113 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Jansen Geen vragen voor deze wethouder. 11. Regeling Tegemoetkoming Zorgkosten De voorzitter merkt op dat de raad wordt voorgesteld het raadsvoorstel vast te stellen De commissie De heer Derks (PvdA) is een van de ondertekenaars van de motie, de motie die de basis vormt voor dit raadsvoorstel. Hij staat dus achter deze regeling. Hij attendeert op het door de raad aangenomen amendement 69 van de PvdA. Dat zorgt ervoor dat de middelen voor chronisch zieken en gehandicapten ook bij de genoemde groepen terecht komen en niet worden ingezet voor een bezuiniging op het armoedebeleid. De kern van de PvdA is dat de middelen ten goede komen aan de doelgroep en mensen niet om financiële redenen afzien van medische zorg. Zijn fractie stelt enkele vragen. Als het gaat om de doelgroep leest hij in het uitvoeringsplan dat personen die in de afgelopen 12 maanden gebruik hebben gemaakt van bijzondere bijstand voor de bestrijding van medische kosten, proactief zullen worden benaderd. Hij vraagt of daarvan is af te leiden dat ook in het geval van bijzondere bijstand voor medische kosten mensen in aanmerking komen voor deze regeling. Ten tweede vraagt de PvdA waarom de beperking geldt tot één persoon binnen een huishouden die in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming. Hij vraagt wat de toezegging van het college vorig jaar een evaluatie te zullen houden over de vraag of de beschikbare middelen ook ten goede zijn gekomen aan de doelgroep (de Wtcg-CER-middelen) in een vooruitblik naar 2016, wat de toezegging betekent voor de periode daarvoor - dus tussen eind 2015 en in de loop van Hij vraagt of dat betekent dat de regeling van 2015 mogelijk wordt voortgezet in Als het gaat om de benodigde inzet voor de uitvoering van de regeling leest hij in het uitvoeringsplan dat gedurende 15 weken 5,5 fte nodig zal zijn om de te verwachten aanvragen af te handelen. Hij vraagt hoe de uitvoeringskosten dan op nul te zetten zijn, zoals in het Uitvoeringsplan vermeld is. Is het uitvoeringsbudget van het Wmo-loket zo ruim dat met 5,5 fte gedurende 15 weken het extra werk is op te vangen? Een eventuele overschrijding wordt gedekt uit het te verwachten overschot op de Wmo. Kan de wethouder uitleggen waarom een overschot op de Wmo wordt verwacht? In de nieuwe beleidsregel leest hij dat de aanvrager over 2013 een tegemoetkoming Wtcg-CER moet hebben ontvangen. Hij vraagt of dit niet 2014 moet zijn. Hij leest in het uitvoeringsplan namelijk dat mensen die in 2014 een tegemoetkoming hebben ontvangen, proactief zullen worden benaderd. Om die reden verwondert hij zich over dit verschil. Mevrouw Baș (D66) is blij met dit voorstel. In grote lijnen voert het college het amendement hiermee uit. D66 is blij dat voor deze doelgroep deze regeling beschikbaar blijft. Vooral als het gaat om de uitvoering van de regeling stelt zij enkele vragen. Het gaat om een tijdelijke regeling tot eind De heer Derks refereerde daaraan al. Wat gebeurt er in 2016 en verder? Dit wordt uitgerold in het vernieuwde armoedebeleid. Dat moet nog naar de raad toe komen. Wanneer het niet mogelijk is om nu al in middeninkomens te compenseren via de bijzondere bijstand, hoe zal de gemeente dat dan in 2016 via het armoedebeleid wel kunnen? Of worden straks in het nieuwe armoedebeleid verschillende inkomensgrenzen gehanteerd? Zij wil hiervan vooruitlopend hierop graag een idee krijgen. De uitvoering van deze tijdelijke regeling kost 5,5 fte aan capaciteit en 1,1 miljoen euro extra. Mevrouw Baș Heeft de indruk dat dit niet volgens het dictum van de motie is. Daarin is uitgesproken dat extra ambtelijke inzet niet nodig moest zijn. Zij vindt ondanks de toelichting dit niet overtuigend. Waarom is deze capaciteit met deze uitvoering gemoeid? De regeling wordt al uitgevoerd voor mensen die niet op het middeninkomen zitten maar op een lager inkomen. Mevrouw Baș noemt de dekking discutabel. Zij heeft inmiddels al wel meerdere amendementen en moties gevonden uit voorgaande jaren waarin is gezegd dat er een stuk gedekt moet worden uit de onderbesteding Wmo 2014 en een stuk uit de te verwachten onderbesteding van Zij voorvoelt als Wmo-woordvoerder wel enige pijn. Wanneer de raad met dekking komt voor andere moties over onderbesteding van het lopende jaar, fluit het college de raad terug en ontraadt het college de motie. Nu stelt het college dit zelf voor. Zij ontvangt hierop graag de reactie van de wethouder. Wanneer het college de raad oproept niet vooruitlopend op het resultaat in het lopende boekjaar iets te gaan dekken, zou wat haar betreft het college zich daaraan ook moeten houden. Mogelijk dient dit opgevat te moeten worden als een moreel appel aan deze wethouder. Als het gaat om de uitvoering, spreken het voorstel zelf en de beleidsregels elkaar tegen. Zij leest in de beleidsregel dat mensen die gebruik zouden willen maken van de regeling, de regeling zelf zouden moeten aanvragen. Terwijl in het voorstel staat dat mensen worden benaderd die deze tegemoetkoming kregen vanuit de Wtcg-CERgelden of de compensatie eigen regeling in 2014 van het CAK en van het Rijk, wanneer ze maar toestemming hebben gegeven aan de gemeente dat hun gegevens door de gemeente worden gebruikt. Zij leest daarin een stuk proactiviteit. Wanneer zij de beleidsregel leest en de uitvoering die de ambtenaren daarop hebben losgelaten, vraagt zij zich af of de beleidsregel klopt of de notitie. Mevrouw Tielen (VVD) vindt dit niet zo vreemd wanneer mensen die informatie krijgen en een aanvraag doen in de toegezonden link. Pagina 24 van 66

114 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw Baș (D66) bevestigt dat het op zich niet vreemd is. Zij heeft begrepen van de mensen die gebruik maken van deze regeling, dat op de invulformulieren was geschreven dat de gemeente de regeling zou uitvoeren en wanneer de mensen recht hadden gehad in de afgelopen jaren het college datzelfde recht zou voortzetten. Zij vraagt of dit juist is en zij stelt haar vraag aan de wethouder. Mevrouw Tielen (VVD) vermoedt dat zij de vraag dan zou moeten richten aan het CAK. Mevrouw Baș (D66) verwijst naar het voorstel, de beleidsregel en de inconsistentie. Zij vervolgt haar bijdrage. Zij leest nergens in het dossier om welk bedrag in 2015 uit de Wtcg-CER-gelden het hier gaat. Mevrouw Tielen (VVD) zegt: het duurt even, maar dan heb je ook wat. Zij complimenteert de wethouder met het voorliggende uitvoeringvoorstel. Ze vindt het helder beschreven en in lijn met de opdracht van de raad. Zij vindt het ook praktisch gezien uitvoerbaar. Haar vragen gaan over twee onderwerpen: (1) wat doen we over 2016? Wanneer zullen partijen bespreken wat zij hierna gaan doen? Zij sluit daarmee aan bij de twee voorgaande sprekers. (2) wat is de definitie van "aannemelijke zorgkosten?" Heel veel zorgkosten worden uit andere potjes gefinancierd: doktersbezoek, medicijnen, et cetera. Deze pot is echt bedoeld voor alle onderliggende kosten: vrij nemen om naar het ziekenhuis te gaan, parkeerkosten bij behandelaars, speciale voeding, et cetera. Nu lijkt haar dat niet een groot probleem bij de mensen die voorheen aanspraak maakten op de Wtcg-CER-gelden. Onverkort wordt aangenomen dat de bewijslast er is. De nieuwe mensen die dit jaar hierop aanspraak willen maken, moeten wel bewijslast geven. De vraag is dan welke bewijslast geaccepteerd wordt en welke niet? Mevrouw Baș (D66) is benieuwd naar wat mevrouw Tielen vindt van de uitvoering van de motie waaronder zij haar handtekening zette. In het dictum staat dat de uitvoering van de motie geen extra ambtelijke inzet hoeft te kosten. Ziet mevrouw Tielen nu iets door de vingers? Zij kent de VVD als een partij die dergelijke zaken doorgaans niet door de vingers ziet. Mevrouw Tielen (VVD) licht toe de motie zelf te hebben geïnitieerd. In haar beleving maakte de wethouder inzichtelijk waar de extra tijd voor nodig is. Zij nam kennis van de uitleg van de wethouder. Daaruit begreep zij dat de wethouder dit binnen de bestaande capaciteit kan opvangen. Dat vindt zij in lijn met de motie. Mevrouw De Regt (GroenLinks) complimenteert de wethouder een mogelijkheid te hebben gevonden de regeling alsnog uit te werken, niet binnen de bijzondere bijstand maar binnen de Wmo. Het aannemelijk maken van de zorgkosten zou via het indienen van bonnetjes moeten verlopen. Het indienen van facturen heet volgens haar aantoonbaar maken. Zij ziet daar nog wel enige ruimte. Het is niet gelukt om op basis van algemene groepskenmerken een controlearme uitvoering te maken. Zij vraagt of het mogelijk is een CAK-bijdrage aan een Wmo-voorziening als groepskenmerk te definiëren, ook in relatie tot het aannemelijk maken van de zorgkosten en daarmee voor een nog een grotere groep van de nieuwe instromers de aannemelijkheid automatischer te maken zonder dat ze het aantoonbaar hoeven te maken. Zij vraagt daarop de reactie van de wethouder. Als het gaat om de communicatie zocht zij naar de exacte regeling. Zij leest steeds dat de doelgroepen benaderd kunnen worden. Zij neemt aan dat kunnen eigenlijk gelezen moet worden als zullen. Ook daarop krijgt zij graag de reactie van de wethouder. Zij vraagt de wethouder of de communicatie die voor de nieuwe instroom wordt aangekondigd ook via de Buurtteams wordt uitgezet. Mevrouw Metaal (CDA) is blij dat de uitwerking van motie 146 uiteindelijk een feit is. Zij parafraseert de desbetreffende uitspraak van mevrouw Tielen. Chronisch zieken en gehandicapten zijn door allerlei landelijke regelingen in hun inkomen erop achteruitgaan. Bovendien gaat het om een groep die lastig zelf iets kan verbeteren door bijvoorbeeld extra te gaan werken. Aanmelden kan volgens het introductiestuk alleen in het derde kwartaal en even verderop leest zij de data 7 september 15 november. Dat is niet alleen het derde kwartaal. Het gaat ook om een vrij korte periode. Hoe compleet zijn de gegevens die het college van het CAK heeft gekregen? Haar fractie vreest onderuitputting van deze regeling gezien de krappe inschrijfperiode. Bovendien vraagt haar fractie waar het overgebleven geld zal blijven wanneer inderdaad sprake is van onderuitputting. Het stuk gaat uit van mensen met een inkomen tot maximaal euro. Zij vraagt waarom niet wordt uitgegaan van euro. Die grens hanteert de belastingdienst voor middeninkomens. Zij vraagt of in voorkomende gevallen af te wijken is van het peiljaar van inkomen van 2013? Bijvoorbeeld wanneer iemand sindsdien ernstig in inkomen is achteruitgegaan. Zij kan zich dat in deze groep goed voorstellen. Zij begrijpt niet helemaal of mensen moeten overleggen welke kosten zij hebben gemaakt wanneer zij niet eerder in aanmerking voor deze regeling zijn gekomen. Moeten zij de diagnose van een arts overleggen? Of zijn de resultaten uit het verleden voldoende? Zij ziet in het stuk in de aanvraagprocedure staan dat mensen moeten aangeven welke zorgkosten zij hebben gemaakt en dat zij eventueel bewijs moeten overleggen. Zij vraagt mét de PvdA waarom slechts één persoon per huishouden voor deze regeling in aanmerking komt. Zij vindt 200 euro per rechthebbende niet van dien aard dat een stapeling per huishouden onevenredig veel kosten met zich meebrengt. Pagina 25 van 66

115 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De vraag is nu hoe hiermee verder te gaan. Het gaat om een eenmalige regeling. Zij begrijpt dat omdat het college niet vooruit wil lopen op het armoedebeleid. Maar armoedebeleid gaat niet over mensen met een inkomen tot euro. Dit zorgt voor veel onzekerheid bij de doelgroep en bij haar. Zij ziet graag een vooruitblik van de wethouder of deze groep mensen ook na dit jaar extra ondersteund zullen worden in de aanvullende zorgkosten. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) is tevreden over dit voorstel. Hiermee voert het college een wens van de raad uit. Het gaat om personen met een middeninkomen en aanmerkelijke meerkosten. Zijn fractie heeft er begrip voor dat het college na 2016 opnieuw gaat kijken naar de situatie van de groep om wie het nu gaat. De heer Van Ooijen uitte al eerder zorgen over het financiële beeld en wat er in de portemonnee gebeurt van mensen met een chronische ziekte of een handicap. Hij wil graag weten wat precies voor deze doelgroep gebeurt. Wat waren van welke regelingen welke effecten? In 2016 is dan na te gaan hoe dat te repareren. Hij verwacht dat 200 euro als een soort mantelzorgcompliment dan niet voldoende zal zijn. Hij vraagt het college de periode van een jaar vast te houden, maar voor 2016 opnieuw na te gaan hoe gericht de doelgroep te compenseren is en juist daar waar voor de middeninkomens de zwaarste klappen vallen. In het voorstel gaat het om de gerichtheid en de diversiteit. Hij heeft gekeken naar de oude Wtcg-regeling. Daar zat meer diversiteit in de regeling. Sprake was van een hoge en lage tegemoetkoming en de tegemoetkoming was gericht op de groep 65- en 65+. Dat is in deze regeling weggevallen. Het gaat voor de hele groep om één bedrag. Hij begrijpt dat in het licht van administratieve lasten. Hij wil wel graag weten wat iets meer diversiteit in de regeling zou kosten zonder daarmee heel veel extra de lasten op de hals te halen. Bijvoorbeeld een hoge en lage tegemoetkoming, bijvoorbeeld 100 euro en 300 euro. Hij vraagt of het college heeft doorgerekend op de meerkosten in de administratieve lasten en of in die zin een beredeneerde keuze is gemaakt. Korte schorsing ter voorbereiding beantwoording Wethouder Jongerius dankt de raadsleden voor de complimenten voor de uitwerking van dit voorstel. Het Rijk is met deze regeling gestopt. In 2014 werd de uitkering berekend over het inkomen van Dit verklaart waarom in de stukken 2013 staat én De gemeente Utrecht ontving een lager bedrag en besloot al eerder dat een deel van dat bedrag wordt ondergebracht bij armoedebeleid en een deel van het bedrag bij de Buurtteamorganisatie. De hulpverlening die daar wordt verleend, is gratis voor de burgers. Dit voorstel heeft betrekking op het bedrag dat overbleef uit het verschil tussen het toegekende bedrag en de optelsom tussen Buurtteamorganisatie en armoedebeleid. De regeling is zo eenvoudig mogelijk gemaakt. Het college heeft geprobeerd de administratieve lasten zoveel mogelijk te beperken. Dat betekent dat dit wel werk kost. Het college zal de werkzaamheden die daarvoor nodig zijn, financieren uit de Wmo. Vragen zijn gesteld over criteria en bewijslasten. Het college richt zich hiermee zeker op de groep die bij het CAK geregistreerd is. Wanneer iemand kan aantonen bij het CAK ondersteuning te ontvangen door zelf daarvoor de bewijslast te overhandigen, is dat voor die persoon de verantwoording. Het college voert wel de financiële toets uit. Mevrouw De Regt (GroenLinks) vraagt of het geregistreerd staan voldoende is of dat naast de CAK-registratie ook bonnetjes aangeleverd moeten worden. Wethouder Jongerius antwoordt dat de CAK-registratie voldoende is. Daarmee heeft iemand aangetoond tot de groep te behoren. Uit de registratie leidt het college wel het inkomen af. Daarvoor zijn afzonderlijke bonnetjes niet nodig. Mevrouw De Regt (GroenLinks) leest de beleidsregel en denkt dan dat 3.1.c gewijzigd moet worden wanneer een CAK-registratie aangemerkt wordt als groepskenmerk. Wethouder Jongerius antwoordt dat ambtelijk te laten uitzoeken. De mensen moeten de gegevens zelf opsturen. Wanneer iemand kan aantonen dat hij in de CAK-regeling zit, is de bijdrage toe te kennen. Zij moet navragen of dat betekent dat de regeling moet worden aangepast. Meerdere fracties vroegen naar wat aannemelijk en wat aantoonbaar is en waarop gebaseerd. Het Rijk zegt dat aannemelijk voldoende is. Het college zegt dat het voldoende is wanneer iemand die hogere zorgkosten kan aantonen. Mevrouw Baș (D66) vraagt op basis waarvan iemand iets moet aantonen in dit geval. Wat moet die iemand dan overleggen? Aantonen is aannemelijk maken. Zij vindt aantonen verder gaan dan aannemelijk maken. Wethouder Jongerius antwoordt dat het college niet op de komma nauwkeurig de gegevens hoeft te ontvangen. Het college gaat met deze regeling niet alles doorrekenen. Als iemand aantoont tot de groep te behoren die minder dan inkomsten heeft, is dat voor het college voldoende. In die zin gebruikt het college het woord aannemelijk. Aantonen betekent dat het gaat om exacte getallen. Gevraagd is in hoeverre dit gaat om een bedrag dat bovenop de bijzondere bijstand komt. In de bijzondere bijstand worden zaken vergoed, maar ook een aantal zaken niet. Dat laatste heeft betrekking op zaken die in de collectiviteit worden verstrekt. Wanneer mensen daarvoor afgewezen worden, kan het zijn dat mensen aanspraak maken op dit bedrag. Het gaat om de kosten die niet al door de bijzondere bijstand worden vergoed. In principe wordt niet dubbel vergoed, maar het is wel mogelijk. Pagina 26 van 66

116 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Veel vragen zijn gesteld over in hoeverre het college een doorkijk kan geven. Mevrouw Tielen (VVD) vraagt de wethouder te blijven duidelijk maken dat het hier voor een deel om een andere groep gaat. Deze mensen vallen niet onder de regelingen die bestemd zijn voor mensen op wie de armoederegelingen betrekking hebben. Het gaat hier om mensen met kosten die voortkomen uit een handicap of een chronische ziekte. Wethouder Jongerius bevestigt dat op haar netvlies te hebben. Het gaat daarbij om de groep 125%. Wanneer het gaat om de groep ontvangen de mensen 175% van het minimumloon. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vroeg naar de eerdere toezegging van de wethouder te zullen nagaan of zij iets in beeld kan brengen wat in financieel opzicht met deze doelgroep gebeurt. Hij zou die informatie graag willen ontvangen gelijktijdig met de besprekingen over de middelen voor 2016 en verder. Dan is na te gaan wat precies gebeurt en hoe dat te compenseren is. Hij vraagt of de wethouder de inspanning wil leveren die informatie naast elkaar aan te leveren. Wethouder Jongerius herinnert zich die vraag van de ChristenUnie. Zij zou dit afstemmen met de andere G4 gemeenten en vooral deze vraag neer te leggen bij het Rijk om na te gaan of dit is op te pakken samen met het ministerie. Dit onderzoek is bijzonder gecompliceerd. Bovendien heeft dit betrekking op inkomenspolitiek. Zij denkt wel dat straks casussen zijn uit te werken om te laten zien wat dit in het ene geval betekent en wat in het andere geval. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) dankt de wethouder voor deze informatie. Hij wil dit graag laten aanhaken aan het nadenken in 2016 over een vervolg van deze compensatie voor de middeninkomens waarover mevrouw Tielen spreekt. Hij herhaalt dat in de portemonnees van de middeninkomens veel gebeurt. Wethouder Jongerius handhaaft haar toezegging zoals zij die heeft gedaan. Als het gaat om inkomenspolitiek, is dat een kwestie van het Rijk. Zij vervolgt haar beantwoording. Gevraagd is waarom het college niet op euro is gaan zitten, maar op euro is de bovengrens voor de belastingdienst. Het college heeft gekeken naar een gemiddelde. Het college deed dit omdat de spoeling dunner wordt wanneer dit wordt verdeeld over meer mensen. Haar argument over de spoeling gaat ook op bij de vraag naar de tegemoetkoming ten goede te laten komen aan meer mensen in een huishouden die hierop recht zouden hebben. Het gaat haar om het totaal aantal huishoudens dat van de regeling gebruik kan maken. Het college heeft de beschikking over een beperkt budget. Wanneer mensen gezamenlijk een huishouden voeren, hebben zij ook minder kosten omdat zij die delen. Mevrouw Metaal (CDA) bevestigt dat huishoudens kosten delen. Dit betreft specifieke kosten voor bijvoorbeeld bepaalde supplementen, of in gevallen waar een rechthebbende haar eigen voedsel niet kan verzorgen. Zij begrijpt het argument van het beperkte budget. Ze blijft dit wel een vreemde redenering vinden. Het kan in één gezin gaan om heel verschillende kosten. Zij concludeert deze regeling dan niet eerlijk te vinden. Mevrouw Tielen (VVD) vraagt mevrouw Metaal wat dan wel eerlijk is. Zij benadrukt dat het hier niet gaat om compensatie. Het gaat om een tegemoetkoming. Zij kan zich ook voorstellen dat er huishoudens zijn die meer kosten maken dan andere terwijl ze wel hetzelfde geld krijgen. Mevrouw Metaal (CDA) antwoordt het eerlijk te vinden wanneer mensen recht hebben op een tegemoetkoming, dat recht ook hebben wanneer in het gezin er nog iemand is die recht heeft op deze tegemoetkoming. Zij begrijpt de redenering dat het ene gezin meer kosten maakt dan het andere en ze begrijpt ook dat de regeling uitvoerbaar moet zijn. Het gaat niet om bedragen van 1500 euro. Het gaat om 200 euro. Zij houdt hierbij rekening met een onderuitputting. Mocht die onderuitputting er zijn, vraagt zij de wethouder na te gaan of meerdere mensen in een gezin van deze regeling gebruik zouden mogen maken. Wethouder Jongerius antwoordt dat het uitgangspunt 200 euro per huishouden blijft. Wanneer onderuitputting blijkt, kan zij nagaan wat mogelijk is in de zin van wat mevrouw Metaal vraagt. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoeveel mensen gebruik zullen maken van deze regeling. Het college wil bevorderen dat iedereen van deze regeling afweet. Een tweede doel van deze regeling is veel beter zicht te krijgen op om wie het nu gaat. Dat wist het college niet. Het Rijk en de belastingdienst weten dat ook niet. Wanneer de instanties hierop beter zicht krijgen, hebben zij daar voordeel bij het berekenen van andere zaken. Wanneer het beschikbare bedrag wordt overschreden, moet dat gefinancierd worden uit de Wmo. Het betreft hier een open eindregeling. De wethouder kan nog niet schatten om hoeveel mensen het gaat. Mevrouw Baș (D66) vindt de woorden van de wethouder begrijpelijk. Zij vraagt naar de grootte van het beschikbare budget. Zij begrijpt dat 1,1 miljoen euro bestemd is voor deze regeling. 1,1 miljoen is ook het bedrag dat nodig is om de regeling uit te voeren. Dan is met deze hele regeling 2,2 miljoen euro gemoeid. Wethouder Jongerius antwoordt dat ongeveer 3,7 miljoen beschikbaar is. Een deel van dit bedrag gaat naar armoedebeleid en een deel naar de Buurtteamorganisaties. Het bedrag waarover nu gesproken wordt is 1,1 miljoen euro. Van dat bedrag gaat niets naar uitvoeringskosten. Die uitvoeringskosten zijn er wel. Zo gaat het volledig beschikbare bedrag naar de doelgroep voor het uitkeren van 200 euro per gezin. De heer Derks (PvdA) vindt deze informatie helder. Hij vraagt of het op nul stellen van de uitvoeringskosten betekent dat het college de 5,5 fte die gedurende 15 weken nodig is, opvangt binnen de beschikbare capaciteit aan het Wmo-loket. Of zit daaraan het risico van extra inhuur omdat andere taken blijven liggen? Het is hem duidelijk dat dit niet ten laste komt van de 1,1 miljoen euro. Blijft wel zijn vraag over dit risico staan. Wethouder Jongerius zal dit oplossen binnen het eigen budget. De organisatie zal zoveel mogelijk kijken naar in hoeverre mensen in de vorm van een leertraject of uit de eigen doelgroep hierbij te betrekken zijn. Het is op Pagina 27 van 66

117 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli zich een simpele regeling die het college wel moet controleren en uitvoeren. Dat zal gebeuren tegen zo min mogelijk kosten. Het werk dat ermee gemoeid is, is in beeld gebracht. Zoveel mogelijk communicatie zal ingezet worden met het oog op de periode van inschrijving van september tot half november. Het college zal daarvoor de Buurtteamorganisaties inzetten, maar ook de huisartsen en ook via de mantelzorg ondersteuningsinstellingen en belangenbehartigers. Het college zal ook de media hiervan op de hoogte brengen. Het college zal de mensen aanspreken die nu al bekend zijn via het loket Wmo. Ze zullen het allemaal zelf moeten aanvragen. Het college zal deze regeling niet automatisch toekennen. Het college gaat ervan uit op deze wijze voldoende tijd te hebben van september tot november. Wanneer het college na die periode zou gaan zitten, heeft het college geen zicht op het budget en beseft het college na januari dit niet meer te gaan uitkeren. Deze regeling geldt nu voor dit jaar. Mevrouw Metaal (CDA) merkt op dat ergens in de stukken staat dat de aanvraagperiode het derde kwartaal is. Zij merkte op dat dit niet juist is. Wethouder Jongerius denkt dat het van belang is dat de mensen tot half november de tijd hebben om deze aanvraag in te dienen. Dat zal het college communiceren. In het licht van de evaluatie zal het college alle gegevens uit dit jaar meenemen. Het is goed om tijdig af te ronden zodat bekend is over welke groep nu gesproken wordt. Daarmee is goed inzicht te krijgen op of het college de groep goed in beeld heeft die onder het nieuwe armoedebeleid valt. Tweede termijn plus vragen die de wethouder nog niet beantwoord zou hebben 1690 De heer Derks (PvdA) merkt op dat het probleem juist is dat de jaren 2013 en 2014 niet beide zijn genoemd. In de beleidsregels staat alleen 2013 en in het uitvoeringsplan In het uitvoeringsplan staat dat mensen die in 2014 een tegemoetkoming hebben ontvangen volgens de Wtcg-CER-regeling in aanmerking komen voor deze regeling. Terwijl in de beleidsregel alleen over 2013 wordt gesproken. Bovendien staat in de Uitvoeringsregeling dat ook in het aanvraagformulier gevraagd wordt aan mensen of zij in 2014 een tegemoetkoming hadden terwijl daar niet naar 2013 wordt gevraagd. Hij concludeert dat de beleidsregel niet klopt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) gaat in op de diversiteit in de regeling, het ongerichte. De oude Wtcg had een 65 + en een 65 categorie. Terecht maakt het college dit zo min mogelijk bureaucratisch. Dit lijkt juist extra administratieve druk te geven. In de oude regeling had dit een financieel effect. Beide categorieën kwamen op andere bedragen uit. Dat was niet voor niets. Hij vraagt of het doorgerekend is om na te gaan wat het zou kosten in de administratieve lasten om dit alsnog in te voeren. Zo niet zou hij die informatie graag willen ontvangen voor een eventuele raadsbehandeling Mevrouw Metaal (CDA) komt terug op meerdere gevallen per huishouden. De wethouder zal bij onderuitputting nagaan of dat mogelijk is. Zij vraagt of dan nu ook geregistreerd gaat worden om welke mensen het gaat: adressen met meerdere CAK-meldingen of aanvragen met meerdere CAK-meldingen. Wethouder Jongerius zet uiteen dat de beleidsregel gaat over wie in 2014 een ondersteuning heeft gekregen. De ondersteuning was gebaseerd op het inkomen van Zij gaat er vanuit dat daarin de verwarring zit is het peiljaar voor de uitkering in In die lijn wordt nu 2013 gebruikt als het peiljaar voor de uitkering in Wanneer het college dubbelingen krijgt in de aanvragen, zal het college die bijhouden. Wanneer zij de onderuitputting wil benutten voor de eventuele honorering van meerdere aanvragen per gezin, kan dat alleen wanneer dit geregistreerd wordt. De heer Derks (PvdA) vindt dit niet verduidelijkend. In de beleidsregels als hij die ontving, staat in 3.1.b. de aanvraag over het jaar 2013 van iemand die een tegemoetkoming in het kader van de Wtcg-CER heeft ontvangen komt in de hele beleidsregel niet voor. Terwijl in de uitvoeringsregel wat dit betreft alleen over 2014 gaat en 2013 niet genoemd wordt. Hij blijft zitten met de vraag dat het een niet kan kloppen met het ander. Hij had verwacht dat in de beleidsregel 2014 zou staan. Wethouder Jongerius spreekt hierbij af dat mensen die in 2014 een bijdrage ontvingen, die bijdrage ook in 2015 ontvangen. Mocht dat niet goed opgenomen zijn in de beleidsregel, zal dat worden aangepast. Zij kan op dit moment niet beoordelen of dit verkeerd is opgenomen. De ChristenUnie vraagt niet alleen de regeling uit te splitsen maar ook te differentiëren. Dat is een wijziging van wat de wethouder nu voorstelt. Zij houdt vast aan haar voorstel. Zij zal het niet zo uitvoeren als de ChristenUnie dit vraagt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt daarvoor de argumentatie. Hij wil dan graag weten wat het extra kost in administratieve druk wanneer de raad dat wél zou willen. Wanneer die extra kosten beperkt zijn zou hij kunnen overwegen die extra kosten ervoor over te hebben. Wethouder Jongerius antwoordt dat de heer Van Ooijen bij de weging zou moeten meenemen dat het fte kost. Zij zou dat moeten uitrekenen. Dat gaat ten koste van de Wmo. En hij moet bij de weging meenemen dat er vervolgens mensen zijn die 100 euro krijgen en anderen 300 euro. Ook daarover kan de wethouder veel Pagina 28 van 66

118 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli 2015 discussie krijgen. Zij heeft het verzoek van de raad opgevat als moest zij een eenvoudige regeling maken. Zij weet niet of de raad dit wél van haar vraagt. Zij gaat dit op basis van deze vraag niet uitzoeken De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen. Mevrouw Baș (D66) daagt de wethouder uit op de laatste toezegging (De mogelijke verwarring in 3.1. b met betrekking tot de jaartallen 2013 dan wel 2014 nagaan om daarover terug te komen voor de raadsbehandeling.) de beleidsregel en de notitie naast elkaar te leggen om meer van dit soort niet kloppende bepalingen te achterhalen. Ook zij noemde er één. Wethouder Jongerius erkent de verwarring van mevrouw Baș niet. De voorzitter concludeert dat dit voorstel met de B-status naar de raad gaat van 3 september op verzoek van mevrouw Metaal Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Jongerius Geen vragen 13. Nota Inkoop Waar(de) voor ons geld Het collegeakkoord Utrecht maken we samen en de nationale Aanbestedingswet 2012 vragen een nieuwe nota Inkoop. Het college biedt met deze nota de medewerkers van de gemeente Utrecht en ondernemers een leidraad voor professionele samenwerking bij hun inkooptrajecten. Het bepaalt, als een kompas, de koers voor de strategische inkoopambities voor de komende jaren De heer Meijer (D66) merkt op dat de gemeente Utrecht jaarlijks voor een half miljard per jaar producten inkoopt. Dat is gemeenschapsgeld. Dat maakt dat het bestuur alert moet zijn op de waarde tegenover het geld. De titel van deze nota spreekt in dat opzicht ook tot de verbeelding. In de voorliggende nota ligt de nadruk op een tweetal aspecten, die naar verhouding redelijk goed zijn uitgewerkt: (1) duurzaam inkopen en (2) sociaal inkopen. Als het gaat om duurzaam inkopen ondersteunt zijn fractie de focus op total cost of ownership, daarbij gebruik makend van de inspiratie vanuit het ambitieweb. Hij verwijst naar het rapport van het Bureau De Groene Zaak dat bedrijven zelf zeggen dat de doelstellingen en duurzaamheideisen niet uitdagend genoeg zijn om de markt te prikkelen. Bovendien verouderen die eisen snel omdat ze innovaties op het vlak van duurzaamheid niet kunnen bijhouden. De heer Meijer vraagt naar het voornemen van de wethouder op dat vlak. Hoe voorkomt het college dat de gemeente steeds over een te laag gelegde lat springt om zichzelf daarover vervolgens op de borst te slaan? Als het gaat om sociaal inkopen richt hij zich vooral op arbeidsomstandigheden en Social Return. Uit de Raadsinformatieavond bleek dat met wat in de nota staat niet alle belangrijke onderwerpen zijn afgedekt en dat de rol van de gemeente als opdrachtgever nog uitwerking nodig heeft. Ook een beleidevaluatie door Berenschot in opdracht van SOMO over het toepassen van de sociale voorwaarden in het inkoopbeleid van de overheid, wijst dat uit. Hij krijgt daarop graag de reactie van de wethouder. Met de invloed die de gemeente heeft, heeft de gemeente ook de opgave om te handelen binnen haar brede maatschappelijke verantwoordelijkheid. Voor die maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn verschillende modellen of denkrichtingen te hanteren. Één denkrichting springt daaruit, namelijk de ISO26000 richtlijn. Daarvan valt op dat in het inkoopbeleid van de gemeente nog wel enige witte vlekken zitten. Hij noemt de volgende. (1) Goed bestuur. Dit thema gaat over wat de gemeente van de leveranciers verwacht ten aanzien van zaken als transparantie naar de maatschappij, het naleven van de wet, en het ethisch gedrag van medewerkers en bestuurders van de onderneming. Hij denkt hierbij ook aan de Wet Normering Topinkomens. D66 ziet dat aspect onvoldoende terug in de nota. In paragraaf wordt gesproken over de integriteiteisen die de gemeente aan leveranciers stelt. Een eigen verklaring van de leverancier over dat deze geen criminele activiteiten ontplooit, vindt zijn fractie wel een beetje mager. Hij krijgt hierop graag een reactie van de wethouder. Mevrouw Haage (PvdA) is blij dat D66 dit goed bestuur aankaart. Zij had dit ook als aandachtspunt om in te brengen. Met de Wet Normering Topinkomens vindt zij het best ingewikkeld. Als het gaat om de vraag hoe dit in Utrecht is in te richten is zij nog niet klaar met haar zoektocht. Zij is benieuwd naar het idee van D66 om de WNT invulling te geven op lokaal niveau. De heer Van Waveren (CDA) vraagt aan D66 of deze fractie ook een bijdrage heeft over administratieve lasten met alle wensen die D66 stelt aan ondernemers. Geldt de wet niet voor iedereen zonder daarbij aan Inkoop aparte voorwaarden te moeten stellen? De heer Bos (Stadsbelang) vraagt of D66 dat voor zich ziet met betrekking tot criminele zakenpartners. Gaat Utrecht de Bibob uitvoeren? Staat D66 dat voor? De heer Meijer (D66) merkt op dat deze nota over de Bibob wel rept en dat de gemeente dit als instrument kan hanteren bij vermeende criminele activiteiten. Dat is wat hem betreft duidelijk. Als het gaat om de administratieve lasten zal hij later in zijn betoog terugkomen op proportionaliteit. Hij wil de administratieve lasten voor de broodjesleverancier zo laag mogelijk houden. Maar wanneer het gaat om een miljoenenaanbesteding, mag de gemeente daar wat hem betreft zorgvuldigheid bij betrachten. Pagina 29 van 66

119 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Ingaand op de vraag van mevrouw Haage licht hij aanvullend toe te spreken over maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeente. Hij noemde WNT als voorbeeld. De WNT is alleen van toepassing op semioverheden. Het gaat om een beperkt gebied. Zodra de aangepaste WNT van kracht is, lijkt het hem goed dat de organisaties die onder de WNT vallen en diensten of producten leveren aan de gemeente Utrecht, zij ook aangeven in hoeverre zij binnen de WNT opereren. Dit is al een wettelijke bepaling. Het lijkt hem niet meer dan vanzelfsprekend. De heer Bos (Stadsbelang) vraagt wat de heer Meijer meer wil dan een kan-constructie, dat de gemeente een Bibob kan uitvoeren. Hij benoemt dit zo specifiek en wil dit graag weten. Het lijkt de heer Meijer (D66) goed wanneer ondernemingen transparant zijn over niet alleen de beloning van bestuurders. Goed bestuur gaat over meer zaken dan alleen de beloning. Het gaat daarbij bovendien niet alleen op het naleven van de wet maar ook om transparantie in de jaarverslagen. Zijn de ondernemingen transparant over hoe de keten in elkaar steekt? Puur een eigen verklaring van We houden ons aan de wet vindt hij te dun. Zeker van grote partijen bij grote leveranties en grote dienstverleningsovereenkomsten mag de gemeente zijns inziens meer vragen dan alleen maar een eigen verklaring. De heer Bos (Stadsbelang) vindt dit geen antwoord op zijn vraag. Wat mag de gemeente de ondernemers vragen? Moet hij de ondernemers vragen in de jaarverslagen te vermelden of de ondernemers ooit criminele activiteiten hebben ontplooid, of in hun keten andere partijen zitten die ooit criminele activiteiten hebben ontplooid? De heer Meijer is heel specifiek in zijn inbreng, maar gaat er nu omheen. De heer Meijer (D66) is juist niet specifiek en heel bewust. Het thema goed bestuur en wat de gemeente verwacht van haar eigen zakenpartners is zijns inziens nog onvoldoende uitgewerkt. Los van wat hij al dan niet specifiek maakt over wat hij verwacht van ondernemers, komt dit onvoldoende terug in de nota. Hij ziet daarop graag een nadrukkelijker uitwerking. De heer Gilissen (VVD) vraagt de heer Meijer iets concreter te zijn. Hij vindt de inbreng van de heer Meijer nu te gemakkelijk. Onder de parasol van de overheid zijn allerlei ideeën, wensen en opvattingen over goed bestuur en integriteit te rangschikken en als te stellen. Hij vraagt de heer Meijer een of twee voorbeelden te noemen van zaken die hij graag in het gemeentelijke inkoopbeleid terug wil zien. De heer Meijer (D66) doet dat niet. Dan zou hij in dit stadium van de discussie te specifiek worden. Zijn belangrijkste punt bij dit thema is dat dit nog te weinig voorkomt in de nota. De heer Van Waveren (CDA) krijgt op dit punt in de discussie een déjà vu van de discussie over de nota Verbonden Partijen waar de heer Meijer ook bij was. Hij was toen blij dat in die nota zaken waren genoemd. Hij ervaart de discussie nu als zegt de heer Meijer niet goed te weten wat met goed bestuur aan te willen, maar daarover nu wel iets te willen opschrijven. Dan zal het stadsbestuur zijns inziens papier en nota's creëren zonder ambities en zonder te weten wat de gemeente gaat nastreven. Hij vraagt of de heer Meijer en de D66 fractie additionele eisen bovenop het wettelijk minimum stellen aan goed bestuur? Zo ja welke zijn die dan? Of wil de heer Meijer alleen tekst in beleidsnota's opgenomen zien? Wanneer dat laatste het geval is, is dit stadsbestuur zijns inziens verkeerd bezig. De heer Van Corler (GroenLinks) roept zijn collega's op niet te lang bij één punt te blijven stilstaan. De commissie heeft een beperkte tijd ter beschikking. Op deze manier zal de discussie niet goed gevoerd kunnen worden. De heer Meijer (D66) stelt zijn collega's voldoende in het vooruitzicht waarop zij hun pijlen kunnen richten en hij vervolgt zijn bijdrage in zijn termijn. Punt van orde De heer Van Waveren (CDA) stelt voor als het gaat om de diepte van de discussie dit ene punt van de heer Meijer dan wél uit te diepen. Dan komt de commissie inhoudelijk ergens aan toe in plaats van dat de heer Meijer vijf algemene punten gaat noemen die hij in de breedte zal bespreken. De voorzitter constateerde dat de partijen hierover van mening verschillen. Zij stelt ook vast dat de heer Meijer geweigerd heeft om specifieker te worden. De voorzitter constateert dat de commissie het daarmee moet doen. Zij geeft de heer Meijer het woord voor zijn verdere bijdrage. Voortzetting van de discussie De heer Meijer (D66) noemt zijn tweede thema (2) Mensenrechten. Dit thema heeft betrekking op wat de gemeente van haar leveranciers verwacht als het gaat om het voorkomen van schending van mensenrechten, het voorkomen en tegengaan van discriminatie en het vermijden van medeplichtigheid ter zaken. Het gaat hierbij om het beschermen van kwetsbare groepen en het respecteren van zowel economische, sociale als culturele rechten. Dit onderwerp is in zijn geheel niet uitgewerkt. Hij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. Hij weet alvast een belangrijk concreet punt. Wat D66 betreft doet de gemeente Utrecht geen zaken met organisaties waarvan is komen vast te staan dat zij discrimineren op vooral de arbeidsmarkt. Ook de PvdA deelt deze zorgen, weet hij uit betrouwbare bron. Hoe zou dit uitgangspunt in het inkoopbeleid van de gemeente verankerd kunnen worden? Hij krijgt graag de reactie van de wethouder. De heer Gilissen (VVD) vraagt wanneer vast is komen te staan dat bedrijven discrimineren. De heer Wijlhuizen (SP) lijkt dit ook een zeer moeilijk punt. Hij vraagt of de heer Meijer misschien kan zeggen hoeveel bedrijven hij in zijn hoofd heeft waarvan al is vast komen te staan dat er gediscrimineerd wordt. Pagina 30 van 66

120 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Bos (Stadsbelang) constateert dat de heer Meijer eerst niet concreet wordt. Wanneer hij dan concreet wordt, wordt hij concreet over een vaag begrip. Daaruit leidt hij af dat zijn lucht vals is. De heer Meijer (D66) neemt die beschuldiging voor kennisgeving aan. De vraag is wanneer vast komt te staan dat een organisatie zich schuldig maakt aan discriminatie. Wanneer deze vraag aan hem persoonlijk is gericht, antwoordt hij dat hij een gegronde klacht bij het college voor de rechten van de mens redelijk vindt. Tegelijkertijd geeft de wet en dan specifiek het Wetboek van Strafrecht - de gelegenheid om daartegen in beroep te gaan, uiteindelijk tot aan de Raad van State. In formele zin is pas dan vast komen te staan dat sprake is van discriminatie. Tegelijkertijd is het de vraag hoe dit uitgangspunt in het inkoopbeleid van de gemeente te verankeren is. Hij is geen jurist. Hij vraagt open aan de wethouder of hij kansen ziet om daarover bepalingen op te nemen. De heer Bos (Stadsbelang) vindt dit antwoord beter. Hij wil dan spreken over spijtoptanten. Het kan een keer gebeuren dat een bedrijf discrimineert. Hoe staat D66 erin wanneer een bedrijf zijn beleid aanpast? Is voor D66 een bedrijf altijd een overtreder wanneer het eenmaal een overtreding begaat? Mevrouw Haage (PvdA) steunt de inbreng van D66 over discriminatie op de arbeidsmarkt. Zij zou namens de PvdA willen zeggen dat Den Haag een goed voorbeeld heeft als het gaat om geen zaken doen met bedrijven die discrimineren. Den Haag liet een onderzoek doen door het SCP (sociaal-cultureel planbureau). Daarbij ging het om bedrijven in Den Haag waarvan onomstotelijk is bewezen dat zij discrimineren. Zij is van mening dat deze commissie wel heel gemakkelijk redeneert vanuit artikel 1 van de Grondwet en het besef dat dit moeilijk te bewijzen is. De gemeente is een van de grootste opdrachtgevers in de stad en zij moet haar verantwoordelijkheid nemen als opdrachtgever en ervoor zorgen dat alle mensen op de arbeidsmarkt toegang hebben tot de bedrijven waaraan de gemeente haar opdrachten geeft. Die praktijk is weerbarstig. Maar zonder idealen komt men niet tot een betere wereld. De heer Gilissen (VVD) merkt op dat iedereen in een rechtsstaat leeft. Uiteindelijk is het de rechter die bepaalt of mensen strafrechtelijk een overtreding hebben begaan door te discrimineren. Hij kan dan niet zoveel met het rapport van het sociaal planbureau. Discriminatie is een moeilijk uitroeibaar onkruid in deze samenleving. Dat wil de VVD ook aanpakken. Vaak zijn het individuen binnen bedrijven die discriminatie veroorzaken of in de hand werken. Hij maakt er bezwaar tegen dat op voorhand bedrijven en organisaties in een kwaad daglicht worden gesteld. Wanneer sprake is van een dergelijke inbreng van een individu, zou het toch niet mogen zijn dat een hele organisatie buiten de boot gaat vallen. Wanneer een bedrijf zelf maatregelen treft, en het de betreffende medewerker ontslaat, wijst hij op zijn standpunt als het gaat om spijtoptanten. Hij legt de vraag voor hoeveel bedrijven echt veroordeeld zijn voor discriminatie tot in de hoogste instantie? Dan zou de gemeente daarop beleid moeten maken. De heer Van Corler (GroenLinks) ondersteunt de inbreng van de PvdA en D66. Hij bevestigt dat er allerlei wettelijke regelingen zijn. De overheid, de gemeente, heeft ook een inkoopmacht. Het gaat om een fors bedrag. Al is het maar voor een stok achter de deur of een moreel appel op de opdrachtnemers om te verkennen welke koers verstandig is om te varen. De heer Wijlhuizen (SP) gaat in op de inkoopmacht. Het is heel goed om een signaal af te geven tegen discriminatie te zijn in welke vorm dan ook. De SP is dat ook. Hier gaat het niet over een signaal. Hier gaat het om iets wat de raad wil vastleggen en waarin de raad keuzes wil maken op grond van inkoop. Dan gelden de wettelijke regels die daarop van toepassing zijn. Dat betekent dat daarvoor een veroordeling voorhanden moet zijn tot aan de Hoge Raad. Hij vindt het een heel leuk idee wanneer de gemeente hierop beleid gaat inzetten, maar hij vraagt om hoeveel bedrijven het dan zou gaan en wat de gemeente dan zal vastleggen. Hij kan zich daarbij geen voorstelling maken. Wanneer D66, GroenLinks en de PvdA met een goed voorstel komen, is zijn fractie zeker geneigd om dat te steunen. Hij heeft nog geen voorstel gehoord. De heer Meijer (D66) vraagt zich af of er nog een vraag open staat aan hem. Hij kent het aantal bedrijven niet. Hij weet wel dat er bedrijven zijn waarover de klachten gegrond zijn verklaard bij het College voor de Rechten van de Mens. Dat lijkt hem een indicator dat op de markt verkeerde partijen actief zijn. In de richting van de heer Bos over spijtoptanten bevestigt de heer Meijer dat de gemeente iets daarmee in haar beleid zal moeten. Op het moment waarop iemand zijn straf heeft uitgezeten, heeft hij weer een schone lei. In het beleid is dan op te nemen dat een bedrijf dat dit aangaat voor een bepaalde periode is uitgesloten van opdrachtnemerschap. In die richting valt wat hem betreft te denken. Hij opteert er niet voor bedrijven voor het leven uit te sluiten. (3) Eerlijk zaken doen. Dit thema gaat over het tegengaan van corruptie en politieke inmenging. Het bevorderen van eerlijke concurrentie en het maatschappelijk verantwoord inkopen door de leverancier in diens ketenverantwoordelijkheid. Zoals bij het thema Goed Bestuur is wat vermeld staat onder (de eigen verklaring) te dun. De vraag is hoe te voorkomen als gemeente Utrecht dat de gemeente als braafste jongetje van de klas geen zaken doet met de grote stoute jongens. (4) Consumentenbelangen. De vraag hierbij is hoe de leveranciers omgaan met het waarborgen van privacy en met een adequate afhandeling van klachten. Zijn leveranciers eerlijk naar hun klanten en transparant naar hun afnemers en de andere stakeholders? Stelt de gemeente daaraan eisen? Wel degelijk is in de toelichting op de uitvraag aan consumentenbelangen punten toe te kennen als het gaat om die transparantie. (5) Maatschappelijke betrokkenheid. Dit thema gaat onder meer over het door leveranciers investeren in de maatschappij en proactieve betrokkenheid bij de directe omgeving en het stimuleren van maatschappelijke ontwikkeling en het bijdragen aan gezondheid. In het huidige voorstel worden deze zaken genoemd als een Pagina 31 van 66

121 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli alternatief voor Social Return. Zijn fractie is het daarmee niet eens. Deze aspecten zouden los van elkaar gewogen moeten worden bij het beoordelen en selecteren van de leverancier. Hij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of de heer Meijer nu zegt dat zijn fractie de bouwblokmethode met social return and investment geen goed idee vindt omdat dit bijvoorbeeld in de bedrijfsvoering moet worden ingebed. Wanneer dit niet het geval is, vraagt hij naar de insteek van deze fractie. De heer Meijer (D66) vindt dit een goede vraag van de heer Van Ooijen. Hij bevestigt dat er organisaties zijn van welke de gemeente redelijkerwijs de Social Return niet kan vragen vanwege de aard van de dienstverlening. Hij heeft dat dan verkeerd gezegd. Dan is een andere manier van maatschappelijk betrokken ondernemen wel degelijk een alternatief. Dat wil niet zeggen dat maatschappelijke betrokkenheid alleen als alternatief voor Social Return zou moeten worden gezien. Het kan ook op zichzelf genomen positief beoordeeld worden, naast social return. Nu lijkt het er een beetje op dat het een het ander uitsluit. Hij zou dat betreuren. De heer Gilissen (VVD) vraagt aandacht voor het wensenlijstje (de vijf thema's) van de heer Meijer voordat hij verder gaat met zijn betoog. En hij betrekt dat op de vraag die de heer Van Waveren eerder stelde. Welke verwachting heeft de heer Meijer wanneer de gemeente heel actief hierop gaat inzetten. In zijn beleving doet heer Meijer de oproep om een gemeentelijke inspectie SZW te creëren, een gemeentelijke inspectie voor de consumentenautoriteit, de gemeentelijke inspectie voor de NMA, en gemeentelijk toetsingsbeleid voor het College voor de Rechten van de Mens. Er zijn al organisaties die op allerlei wijzen toezien (bestuursrechterlijk en strafrechtelijk) op de overtredingen die de heer Meijer noemt. Opnemen aan de voorkant vindt de VVD prima. De gemeente mag dit vragen aan bedrijven als zodanig. Maar wanneer de gemeente hierin doorschiet, wekt de gemeente de verwachting dat zij het allemaal gaat handhaven en controleren. Dan is zijn vraag aan de heer Meijer hoeveel tijd en energie de gemeente Utrecht moet besteden aan zaken die andere instituties al doen. De heer Meijer (D66) vindt de inbreng van de heer Gilissen helder. Hij is het ook eens met hem. De gemeente is niet de grootste handhaver van de afspraken die aan de voorkant gemaakt worden. Hij benadrukt dat dit aan de voorkant wel moet worden ingeregeld. Op het moment waarop de gemeente kan terugvallen of bouwen op inspecterende of handhavende instanties, is dat alleen maar mooi. Hij is zeker niet van plan het werk dubbel te doen. De gemeente heeft wel de verantwoordelijkheid voor het doen van een steekproef. Zeker met hele grote organisaties met welke de gemeente zaken doet met opdrachten van miljoenen euro s kan de gemeente praktische afspraken maken. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de bedrijven dan een formulier moeten ondertekenen bij de aanbesteding waarin ze verklaren dat ze aan de vijf punten van de heer Meijer voldoen. Dan is de Meijer toch weer terug bij het formulier waarmee hij niet zo blij was? De heer Bos (Stadsbelang) merkt op dat een van de partijen die de opdracht heeft gekregen om de fietsbrug te bouwen, in Rotterdam personeelsbeleid voert waarmee hij niet voldoet aan de eisen van de heer Meijer. Hoe staat D66 daarin? En hoe verhoudt zich dit tot de Inkoopnota? De heer Meijer (D66) kan de informatie die de heer Bos geeft niet toetsen. In algemene zin vindt hij het onwenselijk om zich met partijen die zich niet aan de wet houden in te laten. Een dergelijke partij zou de verklaring onrechtmatig hebben afgegeven. Dat zou wat hem betreft een ontbindingsgrond kunnen zijn. Hij ziet een brug naar de inbreng van de heer Bos. Wanneer de organisatie een eigen verklaring afgeeft over meer dan alleen geen criminele activiteiten te hebben ontplooid, maar ook over beloftes met betrekking tot intern beleid rondom discriminatie of intern beleid, over het omgaan met intellectueel eigendom en over heel veel zaken meer, en het bedrijf die afspraken dan overtreedt, heeft de gemeente een middel in handen om die organisatie op de vingers te tikken. Hoe meer de gemeente vooraf door een organisatie laat verklaren en laat uitleggen hoe zij omgaat met bepaalde dilemma's, hoe beter de gesprekken te voeren zijn over de randen die opgezocht blijken te zijn dan wel de randen die zijn overschreden. De heer Gilissen (VVD) schrok van het woord ontbindingsgrond. Hoe kijkt de heer Gilissen in dit verband naar proportionaliteit. Het gaat om een miljoenenproject. Is de heer Meijer dan per definitie bereid om een dergelijk project stil te leggen en mensen naar huis te sturen die mogelijk geen last hebben van discriminatie omdat het in Utrecht goed gaat. Hoeveel kosten wil de heer Meijer maken? Hij legt de vraag voor of in dat geval ook sprake is van een proportionaliteitsvraagstuk indien de gemeente zou besluiten om tot ontbinding over te gaan. De heer Meijer (D66) antwoordt bevestigend op deze in zijn woorden gesloten vraag. De heer Bos (Stadsbelang) noemt het bedrijf waarom het gaat bij naam en toenaam die gebruik maakte van uitzendbureaus die onder betaalden. Hij vraagt hoe D66 daar tegenover staat. De heer Meijer (D66) vindt dat onwenselijk. De gemeente zou binnen de grenzen van de wet naar mogelijkheden moeten zoeken om met dergelijke partijen geen zaken te doen. Hij vervolgt zijn inbreng met in te gaan op een ander hot topic op het gebied van aanbestedingsbeleid: SBIR (Small Business Innovation Research). Met de SBIR daagt de overheid ondernemers uit om maatschappelijke problemen op te lossen met innovatieve producten en diensten. Daarmee wordt het probleem aanbesteed en niet de oplossing. Dit is een geweldige boost voor kleine of middelgrote bedrijven op bijvoorbeeld het Utrechts Sciencepark. De heer Meijer merkt op dat dit ook een interessant fenomeen is binnen de portefeuille EZ. D66 ziet daarin kansen voor Utrecht. Hij vraagt of de wethouder bereid is dit begrip nader te onderzoeken en zijn bevindingen te rapporteren aan de raad? Pagina 32 van 66

122 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De commissie Elias heeft binnen het ICT-domein geconstateerd dat binnen de overheid te weinig kennis is. Dat geldt ook voor andere high tech gebieden. Dit is ook denkbaar in de zorg. Hoe gaat de gemeente om met die kennisachterstand als het gaat om de kwaliteit van opdrachtgeverschap? Indien nodig verwacht D66 dat Utrecht de markt goed verkent, de inhoud voldoende begrijpt en daarover in dialoog gaat met marktpartijen. Dit onder het motto "weet wat je koopt". Hij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. Met betrekking tot participatie heerst bij hem het besef dat beleid rijker wordt wanneer dat gezamenlijk gemaakt wordt. Hij refereert aan Utrecht maken we Samen. Dat is mogelijk wanneer ook andere partijen dan de eigen specialisten binnen de gemeente worden geconsulteerd. Zijn concrete vraag aan de wethouder is dan ook of vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, NGO s, cliënten en brancheorganisaties betrokken zijn bij het opstellen van de nota. Worden inwoners en alle andere belanghebbenden meegenomen in specifieke aanbestedingen of inkoopprocedures in de toekomst, als dat aan de orde is. Is de wethouder bereid het Right to Redefine (een van de buurtrechten) te onderzoeken en zijn bevindingen te rapporteren aan de raad? Als koers voor de strategische inkoopambitie voldoet de nota nog niet helemaal aan de eisen van D66. Utrecht kan zijn geweldige grote inkoopkracht van een half miljard euro veel beter inzetten en zijn invloedssfeer veel beter benutten voor een duurzame stad en een duurzame wereld. Het inkoopkader, de inkoopvoorwaarden, de uitsluitingcriteria en de beoordelingscriteria moeten daarop maximaal aansluiten. Hij roept de wethouder op zijn ambitie te tonen en de grenzen op te zoeken. De heer Van Waveren (CDA) had verwacht dat de heer Meijer nog iets zou hebben gezegd over proportionaliteit en administratieve lasten. De heer Meijer (D66) neemt de nota daarbij. Zijn fractie vindt de nota daarover helder. De heer Van Waveren (CDA) begrijpt uit deze reactie hoe de heer Meijer hierin zit en hij zal daarop terugkomen in zijn bijdrage aan deze discussie. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de nota bol staat van ambities zoals hij dat gewend is van het college. De nota Inkoop is ook dun op detail en effecten. Ook dat is hij van het college gewend. Het inkoopbeleid dient in beginsel om de diensten, producten en werken te verkrijgen in een goede prijs-kwaliteitverhouding. De trend op andere beleidsterreinen, bijvoorbeeld het gemeentelijk vastgoed, is om helder te maken waar de kosten en opbrengsten liggen en de eventuele inzet toe te rekenen aan het desbetreffende programma. Het inkoopbeleid lijkt daaraan nog niet mee te doen. Allerlei sociale en duurzame ambities worden in het inkoopbeleid geschoven. In veel gevallen zullen de kosten voor de gemeente daardoor oplopen terwijl niet duidelijk wordt of de gemeente dezelfde doelstelling op een andere wijze beter dan wel goedkoper zou kunnen realiseren. De gedachte om met bijvoorbeeld total cost of ownership te werken, vindt de heer Van Waveren verstandig. Dat principe levert kwaliteit en geld op, ook zonder dit te verpakken in een groen sausje. Het zou goed zijn als een dergelijke inzet het stadium van de geitenharen sokken ontstijgt. Dan is het mogelijk dit in hoofdstuk 5 onder te brengen in plaats van in hoofdstuk 3 van de nota. De heer Meijer (D66) vraagt of de heer Van Waveren het met D66 eens is dat de inkoopkracht van een half miljard euro op jaarbasis ook de verantwoordelijkheid geeft om met dat geld meer te bereiken dan alleen de laagste prijs. Daarmee doelt hij op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de gemeente om daarmee meer ambities te realiseren. De heer Van Corler (GroenLinks) vraagt of de heer Van Waveren het met zijn fractie eens is dat het eigenlijk heel logisch is dat zodra de gemeente zaken gaat inkopen, die in lijn moet liggen met het verdere beleid van de gemeente. De heer Van Waveren (CDA) begon zijn inbreng met prijs-kwaliteitverhouding. Hij bevestigt dat wat de gemeente inkoopt, in lijn moet liggen met de verdere ambities van de gemeente. De beleidskeuze van de gemeente zit in wat de gemeente inkoopt. Hoofdstuk 3 van de nota zit hem het meest dwars. Hij beschouwt dit als boordevol politiek wensdenken zonder onderbouwing of kosten-baten-afweging. Voordat het CDA kan instemmen met deze nota, wil zijn fractie een onderzoek naar de kosten en baten van al die ambities. Niet alleen omdat hij daarbij in algemene zin twijfels heeft. Het college deed in zijn beleving goed zijn best om die twijfel aan te wakkeren. In januari vroeg hij wethouder Van Hooijdonk naar de evaluatie van de CO 2 prestatieladder. Dat is een van de duurzame instrumenten waarover de gemeente kan beschikken. Die evaluatie ontving zijn fractie niet. In een brief van 19 mei blijkt het college een eigen korte samenvatting van de evaluatie te hebben gemaakt, weggestopt achter een andere toezegging. Kort samengevat was dat, dat het geweldig ging met daarbij twee kleine kanttekeningen. Hij had die alinea over het hoofd gezien en vroeg afgelopen dinsdag die evaluatie nog een keer op. Gistermiddag om 16:00 uur ontving de commissie die evaluatie. De conclusies en aanbevelingen zijn behoorlijk vernietigend. Hij adviseert zijn collega's dit nog even na te lezen: pagina 8 en 9 van het stuk dat de commissie recentelijk heeft ontvangen. In 7 van de 8 gevallen had de prestatieladder überhaupt geen effect op de uitkomst van de aanbesteding. Kleinere aannemers zijn niet gecertificeerd en hebben moeite om de inspanning te leveren en zij zien hun inspanningen ook niet beloond door de gemeente. De reductie van CO 2 is klein in verhouding tot de uitvraag van de gemeente. Bij het ontwerp van bouwprojecten is veel meer CO 2- reductie te realiseren dan met de prestatieladder en de inkoop. Het is moeilijk te schatten hoeveel opdrachtgevers de kosten doorberekenen aan de gemeente. De inzet van de prestatieladder in kleinere gemeenten levert Pagina 33 van 66

123 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli praktische problemen op, et cetera. Daarvan maakt de heer Van Waveren een punt. Het gaat hem dan om twee zaken: Het wensdenken bij het college (we hebben een CO 2 prestatielader want we vinden dat we iets met CO 2 moeten doen, dus is het goed). Terwijl dan niet de vraag wordt gesteld of dit de meest effectieve en efficiënte manier is om dit te bereiken. Hij vindt ook dat de informatie laat aangeleverd wordt waarbij eigen evaluaties van het college meegeleverd worden die niet aansluiten bij de inhoud van het rapport. Hij zal daarop nog terugkomen op een andere plek. Het gaat hierbij om criteria waaraan voldaan moet worden aan een soort van minimumnorm. Dit betreft een certificering in het geval van de prestatieladder. Dat maakt het moeilijk voor kleine ondernemers die niet aan die administratieve lasten en aan die stappen kunnen voldoen voor één of twee opdrachten waarvoor ze misschien in aanmerking komen met daarop een kleine kans. Dit werkt ook niet vanuit een maatschappelijke ambitie. Het stimuleert positief gedrag niet extra. Wanneer voldaan wordt aan een certificaat, maakt de rest niet uit. Een ondernemer die op innovatieve wijze, uit overtuiging of op basis van bedrijfseconomische afwegingen beter wil presteren, wordt niet beloond. In 2011 stelde de heer Van Waveren schriftelijke vragen over de negatieve effecten van dit soort certificeringen en de eisen die de gemeente daarbij stelt. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (Actal) had daarover een rapport uitgebracht: certificering verhoogt de lasten, sluit kleine ondernemers uit en stimuleert niet om bovengemiddeld ambitieus te zijn en beperkt de innovatie en vernieuwing. De heer Meijer (D66) is het op dit punt eens met de CDA-fractie. Hij bevestigt het vastleggen van eisen in eisen een bepaald certificaat te hebben, veel te eng te vinden. Dit leidt ook tot administratieve lasten omdat de organisatie door de hoepel van een certificeringorganisatie moet springen. Tegelijkertijd geven heel veel bedrijven aan dat die hoepeltjes veel te groot zijn om doorheen te springen. De ambities worden veel te gemakkelijk gehaald. Dat sluit aan bij zijn vraag aan de wethouder of de gemeente de lat soms ook niet te laag legt, et cetera. Hij concludeert dat dit twee kanten opwerkt. Soms legt de gemeente disproportionele wensen en verwachtingen bij de ondernemer neer, maar soms zijn die wensen en verwachtingen ook niet ambitieus genoeg. Hij vraagt of de heer Van Waveren die analyse deelt. De heer Van Waveren (CDA) antwoordt dat hij die analyse deels deelt. De oplossing mogelijk niet. De vraag is of de lat dan hoger gelegd moet worden of dat de gemeente flexibel moet gaan scoren. Iemand die hoog springt, krijgt meer punten. Dat zou nadrukkelijker opgenomen moeten worden in de nota: het beoordelen van de feitelijke prestatie en niet het certificaat. Veel beter moet er nagedacht worden over de uitvraag van projecten. Daarin zit uiteindelijk de kwaliteit. Daar koopt de gemeente producten die zij wil hebben. Dergelijke keuzes mist de heer Van Waveren in de nota. Daarmee is dit voor het CDA onvoldoende scherp en laat dit teveel ruimte voor politiek wensdenken. Dit heeft niet het inkoopresultaat dat de fractie van het CDA zou willen zien. Hij krijgt graag daarop de reactie van de wethouder. De heer Van Corler (GroenLinks) vindt het goed om te zien dat in deze nota werk wordt gemaakt van de motie die eerder is ingediend over Maak Werk van Duurzaam Inkopen. Daar staat GroenLinks anders in dan het CDA. Als het gaat om het ambitieweb rondom duurzaamheid zijn diverse aspecten goed om in het oog te houden. De fractie heeft wel zorgen bij het blijven hangen op het eerste niveau. Vooraf zou een doelstelling benoemd kunnen worden: hoeveel procent op niveau 3, 2 of 1? Hij verneemt graag van de wethouder hoe hij daartegen aankijkt. Graag verneemt hij van de wethouder of en hoe over de effecten van het ambitieweb wordt gerapporteerd Hij leest een doelstelling over 10% circulair inkopen in Dat lijkt een lage ambitie. Hij vraagt waarom het college inzet op die 10%. Ziet de wethouder mogelijkheden om dat percentage te verhogen? Hij verbaast zich over de wijze waarop de duurzaamheidambitie op dit moment in de praktijk invulling krijgt. Voorbeelden zijn er rondom aan te schaffen voertuigen van VTH en Stadswerken. Nu worden er diesels aangeschaft terwijl het gemeentelijk beleid vooral gericht is op elektrische voertuigen. Hoe zorgt het college ervoor dit soort zaken in de praktijk niet meer te laten plaatsvinden. Hij krijgt daarop graag de reactie van de wethouder. De heer Gilissen (VVD) vraagt of de heer Van Corler het bereik kent in kilometers van elektrische voertuigen voor Stadswerken. De heer Van Corler (GroenLinks) antwoordt ontkennend. Hij bevestigt dat hierin allerlei afwegingen zijn te maken. Hij heeft gezien in de aanbesteding dat het college expliciet vraagt om een Euro 5 of een schonere wagen. Hij vindt dat het op de juiste manier uitgevraagd moet worden in het geval er een elektrische oplossing is die hetzelfde bereik heeft, en niet direct uit te vragen naar Euro 5 of schoner. De heer Gilissen (VVD) vraagt in hoeverre de fractie van GroenLinks bereid is om het concept van total cost of ownership (TCO) onrecht aan te doen. Daar neemt het college een aantal afwegingen mee, ook duurzaamheid, en een stuk effectiviteit. Het is mogelijk een volledig elektrisch wagenpark te creëren. Dat zal in de toekomst ook de beste TCO geven. Totdat het zover is, moet de gemeente een aantal praktische afwegingen maken; het vastklikken op de verschillende niveaus. Er zijn wel doelstellingen te verbinden aan de toepassing van niveau 3, maar uiteindelijk gaat deze fase nog gewoon geld kosten. Hoe ver wil GroenLinks daarin gaan? De heer Van Corler (GroenLinks) begrijpt dat het dan de vraag is in hoeverre de gemeente bereid is om te investeren in de overige doelstellingen. Daar maakt zijn fractie mogelijk een andere keuze. Pagina 34 van 66

124 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Gilissen (VVD) vindt dat het dan de principiële vraag is of de gemeente haar doelstellingen per definitie via inkoopbeleid moet realiseren, zeker wanneer hij de fractie van GroenLinks hoort over investeringen. Zogezegd zet dat de bijl aan de wortel van het concept van TCO. Dan zal naast het feit dat er beleidsprogramma s zijn waarin bepaalde keuzes worden gemaakt, het bestuur het inkoopprogramma van de gemeente verzwaren met bepaalde doelstellingen. De VVD is van dat laatste geen voorstander, niet wanneer het gaat om duurzaamheid en ook niet wanneer het gaat om andere zaken. De heer Van Waveren (CDA) had aan het begin van zijn bijdrage iets gezegd over het scheiden van de programma's waar de kosten vandaan komen zoals bij Vastgoed stap voor stap gebeurt. Toevallig is er budget om duurdere auto's in te kopen als het gaat om elektrisch vervoer in het programma elektrisch vervoer vanuit de portefeuille duurzaamheid/mobiliteit die de gemeente vanuit total cost of ownership niet zou willen hebben. Hij vraagt of de heer Van Corler het met hem eens is dat dit de manier is om zo iets dergelijks aan te vliegen, en niet via het inkoopbeleid? De heer Van Corler (GroenLinks) vindt het punt dat hij wil maken helder: ervoor te zorgen dat het inkoopbeleid niet haaks staat op wat de gemeente verder in de stad wil bereiken. Het is wat hem betreft alleen maar logisch om ervoor te zorgen dat een en ander in lijn is met elkaar. Daarom zijn vraag richting de wethouder over dit praktijkvoorbeeld. Goed dat creatief gekeken wordt met de opdrachtnemer naar Social Return. Goed ook dat er geen boeteclausule wordt opgenomen waarmee de verplichting afkoopbaar zou zijn. Prima om te zien dat de link tussen de lokale initiatieven in Social Return zijn weerslag krijgt in een marktplaatsidee dat eerder is geopperd op een bijeenkomst met bewoners. Hij is er wel benieuwd naar hoe het college dit handen en voeten gaat geven. Hij verneemt te zijner tijd daarover graag iets terug. Hij leest in de nota over niet aanvaardbare werkomstandigheden. Hij vindt dat prima. Hij mist daarbij wel aandacht voor fair trade terwijl Utrecht een Fair Trade gemeente is. Hij vraagt daarvoor aandacht. Het college spreekt expliciet over ketenverantwoordelijkheid bij opdrachten in de bouw. Hij ziet graag dat dit niet alleen gaat over bouwprojecten. Er zijn ook andere sectoren waar dit een rol speelt, bijvoorbeeld in de zorg. Is de wethouder bereid om na te gaan of ook in die andere sectoren een en ander op te zetten is rond ketenverantwoordelijkheid. Er zijn ook opties voor een concrete invulling van die ketenverantwoordelijkheid, zoals de eis aan de aannemer de keten met de onderaannemers in beeld te brengen en eisen rondom het naleven van de CAO. GroenLinks mist in het verhaal de aandacht voor de ontwikkelingen rondom de Right to Challence en buurtbudgetten. Hiermee wil de gemeente meer ruimte geven voor invloed van bewoners. Daarbij wordt meer invloed gevraagd op de inkoop van de gemeente. Het inbouwen van voldoende flexibiliteit in bijvoorbeeld raamcontracten om deze beweging mogelijk te maken zou wat zijn fractie betreft in deze nota aandacht moeten krijgen. Graag verneemt hij van de wethouder hoe hij daartegen aankijkt. GroenLinks vindt het EMVI aanbesteden prima. De impact is wel afhankelijk van hoe zwaar de kwaliteit wordt meegewogen. Wanneer de gemeente de kwaliteit voor slechts 10 of 20% laat meewegen binnen een EMVI, heeft het nog vrij weinig effect. Hij begrijpt dat er geen vast percentage gegeven kan worden en dat het afhankelijk zal zijn van de opdracht. Graag verneemt hij of er iets van een range te geven is en of de wethouder daarop kan reageren. Bij die range is ook te denken aan of aan te besteden is met een fixed prize, zodat alleen beoordeeld wordt op de kwaliteit. Als het gaat om het gebruik van open data kan de heer Van Corler zich voorstellen dat de gemeente standaardeisen stelt in opdrachten rondom geproduceerde data in de vorm van open data met inachtneming van de nodige privacyeisen. In algemene zin vindt hij het van belang dat binnen het inkoopbeleid oog is voor het overig beleid van de gemeente zoals de luchtkwaliteit, open data, gezondheid. Dat staat nu niet expliciet vermeld. Dit lijkt hem een logische koers om te varen. Mevrouw Freytag (Student & Starter) sluit zich aan bij de woorden van D66 over SBIR. Zij is benieuwd naar de reactie van de wethouder. Haar fractie focust zich op launching customer. Een dergelijk customer is een klant die een bedrijf lanceert van idee tot aan een daadwerkelijk bedrijf. De midden- en de kleine bedrijven zorgen voor een groot deel van de werkgelegenheid in de regio. De vraag is nu wat een launching customer concreet is. Dat is een klant die een beginnend bedrijf vertrouwt met een opdracht waardoor andere partijen het bedrijf eerder zullen aannemen. In startupland wordt veel gesproken over het aantrekken van een launching customer. De vraag daarbij is hoe het eerste vertrouwen te winnen is, waardoor een sneeuwbaleffect ontstaat. Student & Starter is van mening dat de gemeente zou moeten openstaan voor de signalen van een launching customer. De vraag daarbij aan de gemeente is met een opdracht of een aankoop die de gemeente anders ook had gedaan, steun te geven aan een startup. Wat zou er meer aan vertrouwen uitstralen dan een gemeente en dan helemaal de vierde gemeente van Nederland? Zij vraagt of de wethouder ervoor openstaat om als gemeente als launching customer te fungeren en daarmee rekening te houden bij het uitschrijven van opdrachten en bij het selecteren van de opdrachtnemer. Ook zou haar fractie de wethouder willen vragen of de in de bijlage 2 genoemde waardering Social Return Bouwblokken onder aan het punt maatschappelijke activiteiten, hulp, steun, kennis aanbieden aan lokale initiatieven of onder sociale ondernemingen ook het functioneren als launching customers zou vallen. Zij vraagt wanneer dat er niet onder valt of de wethouder dat daaronder zou willen plaatsen. Pagina 35 van 66

125 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat veel al is gezegd. Hij vraagt voor enkele punten nog aandacht. In de nota staat dat deze is ingebed in de politieke thema's vanuit het Collegeakkoord. Zijn fractie is daar erg blij mee. Zeker ook omdat de ambitie genoemd is van het college om de laagste werkloosheid van Nederland te realiseren. Wanneer hij dan verder leest in de nota, komt hij op werkloosheid slechts één concreet punt tegen. Dat gaat over het inzetten van werklozen bij Social Return. De SP vraagt daarbij hoe het college ervoor zorgt dat die werklozen niet worden ingezet als goedkope arbeidskracht maar dat hun inzet de aanloop vormt naar een volwaardige baan. Zijn fractie vreest dat zoals het nu is geformuleerd het bedrijfsleven besparingsmogelijkheden ziet. Dat kan zijns inziens zeker niet in deze gemeente met deze ambitie. Hij vraagt de wethouder hoe hij daarop gaat toezien. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of dit niet de consequentie is van een scherpe formulering van dit soort zaken. Het inkoopbeleid gaat over scherp formuleren van wat de gemeente wil. De coalitie heeft haar ambitie geformuleerd, maar die luidt niet de laagste werkloosheid met langdurige banen vaste plekken en toekomstige doorgroei. Had dit niet eerder geformuleerd moeten worden voordat de SP de wethouder op pad stuurde? De heer Wijlhuizen (SP) denkt dat de laagste werkloosheid van Nederland een zeer goed streven is. Hij ziet een van de uitwerkingen op dit punt en daarover stelde hij plausibele vragen. Hij legt dit graag neer bij de wethouder. Daarnaast stelt hij vragen over de ketenaansprakelijkheid. Meerdere dingen zijn daarover al gezegd. Ook de SP wil graag weten hoe dit praktisch gezien vorm zal krijgen. Er is een hoofdaannemer. Hoe zal de gemeente weten welke onderaannemers aan het werk zijn en welke onder onder onderonderaannemers. Voldoen die dan nog wel aan al die voorwaarden en eisen. Dat lijkt hem lastig. Daarvan wil hij graag van de wethouder weten welke ideeën de wethouder daarbij heeft. Ook in dat kader wil hij graag weten hoe het zit met de schijnconstructies met betrekking tot zzp-ers. Daarover maakt zijn fractie zich grote zorgen. Op verschillende plekken wordt gedebatteerd over hoe die schijnconstructies tegen te gaan. Hoe valt dat in deze nota? De heer Gilissen (VVD) is tevreden met de nota zoals die voorligt. Zijn fractie vindt de uitgangspunten van total cost of ownership en de EMVI uitstekende insteken voor het gemeentelijk inkoopbeleid. Het gaat om een groot bedrag: een half miljard euro. Dat geld geeft de gemeente jaarlijks uit. Met dat geld moet de gemeente zuinig omgaan. Zij moet scherp inkopen en daarbij rekening houden met de prijs-kwaliteitverhouding. Utrecht staat in een Verenigd Europa. In Europa zijn duidelijke regels gemaakt over aanbestedingsbeleid als zodanig. Een van de woorden die hiermee in verband genoemd zijn, is proportionaliteit. De VVD kan zich aansluiten bij de eerder gestelde vragen over de mate waarin het college het inkoopbeleid zou moeten gebruiken voor het realiseren van andere doelstellingen. De VVD is van mening dat het inkoopbeleid daarvoor niet bedoeld is. Een van de doelstellingen van de nota Inkoop is de administratieve lasten te verminderen. Dat is een nobel streven. De VVD is voor minder lasten. Hij vraagt de wethouder in hoeverre hij dit gaat concretiseren. Het is een nobel streven, goed dat het in de tekst staat, maar kan de wethouder hieraan een concrete doelstelling verbinden waar de administratieve lastenvermindering zou moeten landen? De heer Meijer (D66) merkt op dat de heer Gilissen hem vroeg om concrete voorbeelden. Welke concrete voorbeelden heeft de VVD over hoe de administratieve lasten terug te dringen zijn? Welke regels kunnen wat de VVD betreft geschrapt worden? De heer Gilissen (VVD) merkt op dat al gebruik gemaakt wordt van de aanbestedingskalender. Gekeken kan worden bij meervoudig en enkelvoudige onderhandse aanbestedingen waarin in het proces voor ondernemers vereenvoudigingen mogelijk zijn. Het streven is dan minder formulieren, en veel meer informatie uitwisselen via het internet. Hij denkt daarbij ook aan het helder maken en vertalen van de nota Inkoop en van de spelregels ook naar inzichtelijke stroomschema's waardoor ondernemers kunnen zien of ze in aanmerking kunnen komen en aan welke criteria ze moeten voldoen zodat de tijd die ondernemers nodig hebben en die als drempel worden ervaren om in te schrijven zo kort mogelijk is te maken. Daarin is een aantal stappen te zetten. Hij zegt in dit verband tijd is geld. Als het gaat om de Bibob-toets leest hij dat het college een toets kan uitvoeren. Die screening is een redelijk zwaar middel. Hij vraagt of het verstandig is om dit verder te concretiseren. Op basis van welke aanwijzingen wordt daadwerkelijk overgegaan tot een Bibobscreening? Het feit dat de gemeente een toets doet, zegt nog niets over de uitkomst daarvan. Hij kan zich voorstellen dat heel veel ondernemers duidelijkheid willen hebben wanneer een organisatie onderwerp zal zijn van een screening. Mevrouw Haage (PvdA) begrijpt wat de heer Gilissen wil. Tegelijkertijd merkt zij in de praktijk dat er wordt gebibobd wanneer er zachte informatie is over betrokkenheid van een ondernemer bij criminaliteit. Wanneer de gemeente daarop hele strakke criteria zet, gooit zij de deur dicht voor het inzetten van de Bibob in het geval zij aanwijzingen heeft die niet onder die criteria te rangschikken zijn. Daarmee zou de gemeente het instrument verzwakken. De heer Gilissen (VVD) begrijpt deze opmerking van mevrouw Haage. Zij maakt die opmerking zijns inziens terecht. Hij zou het instrument ook niet willen uithollen of de facto onbruikbaar willen maken door er hele harde criteria aan te verbinden. Hij wil voorkomen dat de Bibob ontaardt in willekeur. Van belang is dat vooraf inzicht bestaat over om welke signalen het dan moet gaan. Hij wil de Bibob niet verplicht stellen bij alle aanbestedingen en procedures. De VVD is tevreden over wat nu voorligt. Zijn fractie kijkt uit naar de beantwoording van de wethouder. Pagina 36 van 66

126 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Bos (Stadsbelang) sluit zich grotendeels aan bij de inbreng van de VVD. Hij constateert dat de wensenlijstjes van de verschillende fracties ertoe bijdragen dat de beste Prijs-Kwaliteitsverhouding niet zal worden gerealiseerd. De voorgestelde eisen aan leveranciers werken te kostenverhogend. Zijn fractie heeft een positieve grondhouding naar de nota. Hij roept de wethouder op niet te inschikkelijk te zijn bij zijn toezeggingen aan de wensenlijsten van bepaalde fracties. De heer Wijlhuizen (SP) vraagt nadere uitleg over de prijs-kwaliteitverhouding. Zijn redenering is dat wanneer de gemeente eisen stelt aan kwaliteit, de gemeente eisen stelt aan kwaliteit en niets anders. Daar hoort wellicht een ander prijskaartje bij, wellicht niet. Hij vraagt een concreet voorbeeld van de heer Bos van wat hij precies bedoelt met zijn opmerking. De heer Meijer (D66) merkt aansluitend aan de opmerking van de heer Wijlhuizen op dat het maar net is wat je onder kwaliteit definieert. Hij vindt een fietsbrug die gebouwd is door een ondernemer die zijn mensen eerlijk betaalt, zijn werknemers niet discrimineert, die zoveel mogelijk hernieuwbare grondstoffen gebruikt en door andere hoepeltjes springt zoals hij ze heeft omschreven, kwalitatief beter dan de brug die gebouwd is door een aannemer die zijn werknemers onderbetaalt et cetera al voldoet de fietsbrug aan dezelfde technische eisen. Hij stelt vast dat er een grote afstand is tussen de ambitie van Stadsbelang en die van D66. De heer Bos (Stadsbelang) onderschrijft dat de gemeente (onder)aannemers nodig heeft die niet malverseren met Poolse werknemers die veel te weinig betaald krijgen. Tegelijkertijd onderkent hij ook de vraagstelling van een te hoog of een te laag gelegde lat. Worden kleine aannemers uitgesloten die zich niet kunnen certificeren, die een heel ander beeld hebben van hoe projecten zijn uit te voeren? De voorzitter vraagt begrip van de commissie voor het tijdsverloop en verzoekt haar de discussie over de nota voort te zetten. Mevrouw Haage (PvdA) bevestigt dat ook de PvdA veel waarde hecht aan de opstelling van de gemeente als een van de grote opdrachtgevers in deze gemeente. Goed werk betekent ook een goed salaris. Daarmee krijgen mensen bestaanszekerheid. Dat is voor alle opdrachten die de gemeente uitdoet van groot belang. Zij heeft gesproken over de Wet Normering Topinkomens. Het voldoen aan die wet is te realiseren door onder meer de bewijslast neer te leggen bij de aanbestedende partij. Dat gebeurt haars inziens bij het ministerie van I&M. Die legde het maximale uurtarief ook vast. Ook de gemeente Den Haag heeft WNT 3 geïmplementeerd. Mevrouw Haage vraagt de wethouder of hij een mogelijkheid ziet WNT 3 ook in Utrecht te implementeren. In het licht van Social Return is te zien dat in de nota hierover de juiste dingen opgenomen zijn. De praktijk kan weerbarstig zijn. Mevrouw Haage is benieuwd hoe de wethouder mogelijkheden ziet om niet-westerse Utrechters aan de slag te krijgen. Zij vraagt die mogelijkheden dan op te nemen in deze nota. Zij hoorde ook een voorbeeld van een bouwbedrijf die dove mensen in dienst had maar die niet eens iemand van de gemeente aan de telefoon kon krijgen om na te gaan of het bedrijf opdrachten kon krijgen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of mevrouw Haage wil dat bedrijven positief discrimineren. De heer Gilissen (VVD) sluit daarop aan met te wijzen op pagina 16 met daarop de inspanningwaarde aangegeven op Social Return. Wat is de inspanningwaarde van een niet-westers Utrechter? Mevrouw Haage (PvdA) merkt op dat deze stad verschillende sociale problemen kent. De gemeente is een grote opdrachtgever. Zij vraagt zich af of de grote werkloosheid onder niet-westerse Utrechters met deze nota ook is aan te pakken. Ze stelt die vraag open. Zij is niet voor positieve discriminatie. Het gaat altijd om bij gelijke geschiktheid. In die zin zou de opdrachtgever kunnen nagaan hoe de grote werkloosheid onder bepaalde groepen is aan te pakken. Zij is geen voorstander van je invechten in deze samenleving. Zij is voorstander van gewoon goed werk leveren. De heer Gilissen (VVD) heeft geen antwoord gekregen op zijn vraag. Hij verwijst naar het begrip inspanningswaarde met daarmee in verband categorieën onderscheiden. Hij herhaalt zijn vraag. Is mevrouw Haage het met hem eens dat een deel van de groep met wie mevrouw Haage goede bedoelingen heeft, hieronder al valt, dus dat indirect daarin al is voorzien? Mevrouw Haage (PvdA) bevestigt deze constatering van de heer Gilissen. Zij voegt toe dat de werkloosheid veel groter is onder deze groepen. Zij vraagt of met deze nota daaraan iets te doen is. Met de inkoop van de gemeente creëert de gemeente veel banen. De gemeente kan er dan ook voor zorgen dat deze banen op een evenredige wijze bij inwoners terecht komen. De heer Meijer (D66) begrijpt dat de PvdA een lans breekt voor diversiteitbeleid bij de opdrachtnemer en een positieve waardering door de gemeente van organisaties die hiermee op een goede manier aan de slag gaan. Het lijkt hem niet de bedoeling om een bedrag te zetten achter categorieën van mensen. Deze nota gaat daarover niet. De heer Gilissen (VVD) bedoelt dit zoals de heer Meijer heeft gezegd: het is niet nodig. De gemeente hoeft geen specifiek doelgroepenbeleid te voeren, zeker niet op basis van etniciteit. In de nota zitten al voldoende instrumenten ingebakken om het doel dat mevrouw Haage nastreeft te realiseren, namelijk - in zijn woorden - zoveel mogelijk mensen aan de slag. Mevrouw Haage (PvdA) ziet graag het voorstel van de VVD tegemoet om net bevallen vrouwen en niet-westerse allochtonen zich te laten invechten op de arbeidsmarkt. Zij vervolgt haar inbreng. Gewoon goed werk gaat ook over het naleven van de CAO. In de nota leest zij dat de gemeente contractueel kan verplichten. Zij zou dit willen veranderen in dat de gemeente contractueel zal verplichten. Zij noemt hier- Pagina 37 van 66

127 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli mee in verband het voorbeeld van de Hongaarse betonvlechters in het Stationsgebied en de ketenverantwoordelijkheid waarover de SP sprak die in de nieuwe wetgeving hierover is opgenomen. De heer Gilissen (VVD) is benieuwd hoe de PvdA zal kan handhaven. De ketenverantwoordelijkheid houdt zijns inziens in dat in principe de opdrachtgever of de onderopdrachtgever de eerstverantwoordelijke is om de goede lonen te betalen en toe te zien op de arbeidsduur, et cetera. Pas in het laatste geval is de gemeente aan zet. Welke handhavinginstrumenten wil de PvdA inzetten om ervoor te zorgen dat de gemeente de ketenverantwoordelijkheid waarmaakt. Mevrouw Haage (PvdA) antwoordt dat zij nu in de nota leest dat dit is op te nemen in het contract. Wanneer dat kan wil zij dat het ook gebeurt. Zij gelooft dat de gemeente een krachtige partij is in deze stad. Zij wil toe naar de situatie waarin het opdrachtnemers dun door de broek loopt wanneer ze niet aan het contract voldoen. De gemeente moet haar kracht inzetten. Het gaat daarbij niet altijd om vooraf handhavinginstrumenten te bedenken. Het gaat ook om zaken contractueel vast te leggen waardoor de opdrachtnemers erop aan te spreken zijn wanneer zij niet aan de cao voldoen zijzelf aan contractbreuk doen. De heer Wijlhuizen (SP) voegt aan de inbreng van mevrouw Haage de suggestie aan de VVD toe contact op te nemen met FNV Bouw. FNV Bouw heeft prachtige voorstellen hoe dit is op te nemen en te monitoren en hoe daarvoor zorg is te dragen. De heer Gilissen (VVD) sprak twee mensen van FNV Bouw in de Raadsinformatieavond van afgelopen dinsdag. Hij sprak zijn twijfels uit over of de gemeente moet treden in de taken van andere toezichthoudende organisaties zoals de inspectie SZW. Werknemers hebben veel rechten en beschikken over veel manieren om goede arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Hij voelt er niets voor om als gemeente een eigen handhavinginstrument te gaan creëren om daarop toe te zien. Daarmee zou de gemeente schijnzekerheid creëren naar de werknemers. Nog steeds vraagt hij zich de consequenties af van eventuele misstanden waarop de SP en de PvdA doelen. Hij roept zijn collega's op de casus uit Maastricht goed te bestuderen. Met zware aantijgingen aan het adres van de opdrachtgever een project stop zetten, maakt dat de gemeente alle mensen die hun brood in dat project verdienen op straat zet met alle gevolgen van dien. Dit blijft wat hem betreft nu hangen in idealistische woorden. Mevrouw Haage (PvdA) vindt dat wie betaalt bepaalt. Zij herhaalt haar woorden over opname in het contract. Wanneer de opdrachtgever dit opneemt, moet de opdrachtnemer zich er aan houden en is de opdrachtnemer daarop aanspreekbaar. Zij is geen voorstander van het instellen van een handhavinginstrument. Zij pleitte daarvoor ook niet. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) heeft een positieve grondhouding ten opzichte van deze nota. Het college voldoet aan veel van de voorwaarden die zijn fractie stelt. Zij mist soms wel de scherpe kantjes. Daarover spraken zijns inziens D66 en GroenLinks. Hij staat positief tegenover de Social Return, de bouwblokkenmethode, en total cost of ownership. Hij tekent daarbij aan dat dit niet alleen politieke wensen zijn die in deze raad leven, maar dat het ook wensen zijn van ondernemers zelf voor wie deze heel belangrijk zijn. Als het gaat om scherpe kantjes noemt hij er drie. (1) De duurzaamheideisen. In de nota staat dat dit vooral gaat via de landelijke wetgeving en een aantal ambitieniveaus. Het hoogste ambitieniveau is circulair inkopen met daaraan 10% als doelstelling gekoppeld. Is het mogelijk om aan het tweede ambitieniveau (een forse reductie van CO 2-uitstoot) ook een dergelijk percentage te koppelen? Welke hoeveelheid inkoop zou onder dat ambitieniveau kunnen vallen? Hij vat dat op als een aanscherping van de huidige tekst in de nota. (2) Met betrekking tot Fair Trade en de gemeente Utrecht als Fair Trade-gemeente is in de nota letterlijk opgenomen dat twee tot drie opdrachtnemers op dit aspect worden geaudit. Dat lijkt te gaan om een hele dunne manier van controleren of sprake is van een eerlijke handel of niet. Vooral bij risicoproducten is het auditen van 2 3 opdrachtnemers met welke NGO dan ook, nogal dun. Hij deelt de intentie. Hij vraagt dit scherper op te nemen. In de Voorjaarsnota was hiervoor extra geld opgenomen, euro. Hij vraagt hoe dat geld hier kan landen. (3) Over Past Performance in de nota merkt de heer Van Ooijen op het van belang te vinden hoe dit uit te werken in het geval daarvan sprake is. Volgens zijn fractie gelden evaluaties van projecten als uitgangspunt. Dat moet transparant zijn naar de ondernemers toe. In hoeverre hebben ondernemers zelf invloed op die projectevaluaties? In hoeverre gelden die Past Performances als een soort van indikking van het uitnodigingbeleid? Wat zijn fractie betreft is er zowel iemand van de ondernemer op die performances als iemand van de opdrachtgever. Dan is daarna na te gaan wat de opdrachtgever en de opdrachtnemer hebben geconcludeerd en of in gesprek te gaan is over eventuele grote verschillen. Dat waarborgt dat er voldoende ruimte is voor de ondernemer op dit punt om zijn integriteit en zijn kwaliteit aan te tonen. Korte schorsing en hervatting van het debat met de beantwoording door de wethouder 2350 Wethouder Kreijkamp dankt de commissie voor alle bijdragen en voor het boeiende debat. Het college verwerkte enkele ambities uit het Coalitieakkoord in deze nota. Hij inventariseert waarover vragen zijn gesteld waarop hij zal ingaan. Het college sprak bij de opstelling van deze nota met veel partijen: FNV Bouw, Bouwend Nederland, MKB Nederland, VNO NCW - de reacties van deze instellingen zijn allemaal verwerkt in deze nota. Deze nota bouwt voort op het eerder ingezette inkoopbeleid. Vanuit dat beleid kijkt het college niet alleen naar de kosten maar ook naar de maatschappelijke opgave die het ziet. Hij herhaalt het totale bedrag dat met deze nota Pagina 38 van 66

128 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli is gemoeid. Hij noemt ook het begrip total cost of ownership als het gaat om de doelstellingen op een zo optimaal mogelijke manier te bereiken. In zijn visie is de grootste wijziging de gelijkstelling van de grenzen Europees aanbesteden of anderszins aan de adviezen in de Gids Proportionaliteit. Dat heeft veel interessante voordelen voor werkgelegenheid en innovatie. Ook als het gaat om duurzaamheid bouwt het college voort op het al eerder ingezette beleid. Dit is juist een middel om te laten zien wat het college belangrijk vindt. Het college houdt zijn ambities hoog. Het college introduceerde daarvoor een methodiek, het ambitieweb, afkomstig van Rijkswaterstaat. Hij verwijst daarvoor naar de programmabegroting en naar de hoge ambities van het college met duurzaamheid. Het college zegt hiermee stappen te willen zetten. De gemeente heeft een lange weg te gaan. Het college onderscheid drie niveaus. De wethouder wil het liefst zoveel mogelijk projecten op niveau 3. Een onderscheid moet gemaakt worden tussen projecten die daarvoor meer of minder geschikt zijn. Het gaat om een proces van stap tot stap. Gedurende dat proces zal de wethouder rapporteren over hoe dit te doen. De wethouder licht toe dat hij zal toe moeten naar een gewogen gemiddelde van de inkoop waar het gaat om de grootte van de projecten gedifferentieerd naar de verschillende niveaus om uit te komen op de hoogst mogelijke waarde op duurzame inkoop. Het college zal dat in ieder geval rapporteren: niet alleen het aantal projecten maar ook de som van de inkoopwaarde op de verschillende projectniveaus. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) had gevraagd of het college een doelstelling zou kunnen vaststellen op het ambitieniveau 2 (de flinke CO 2-reductie). Alleen bij 3 is nu een percentage genoemd, namelijk een circulaire inkoop van 10%. Hij herhaalt zijn vraag of het mogelijk is op niveau 2 een percentage te noemen. De heer Van Waveren (CDA) gaat in op de suggestie van de wethouder om op inkoopwaarde te gaan onderverdelen. Hij vindt dat nog steeds de verkeerde maatstaf. Hij denkt dan eerder aan maatschappelijk effect. De energie inkoop is iets heel anders dan de inkoop van personeel. Niet alles op elk niveau zal hetzelfde effect hebben. Hij vraagt of de wethouder die veronderstelling deelt. Zou hij daar niet beter naar kunnen kijken? Wethouder Kreijkamp licht toe voorzichtig te zijn met het geven van een indicatoraantal. Richting de heer Van Ooijen zet hij uiteen dat in de programmabegroting doelstellingen staan op die verschillende niveaus en een aantal projecten is genoemd. Hij zegde toe dit concreter te maken zodat daarover beter te rapporteren is. Hij zal daarbij ook de doelstellingen betrekken. Hij heeft de CO 2-prestatieladder waarover de heer Van Waveren vragen stelde gisteren opgestuurd en biedt daarvoor zijn excuses aan. Het college nam in zijn brief daarover enkele zaken op. De conclusies hebben betrekking op het positief effect, de versterking van het draagvlak van de ondernemingen die daarmee bezig zijn. De bijdrage aan de CO 2-reductie is meer ongericht en kan wat de wethouder betreft beter omdat het voornamelijk gaat over de bedrijfsvoering van de organisaties. Hij krijgt wel terug van onder meer Bouwend Nederland nu dit landelijk is ingevoerd het daarbij te houden omdat deze bedrijven niet voor niets in hun bedrijfsvoering hebben geïnvesteerd. Dit zal zeker nog een interessant middel zijn om mee te nemen. Het gaat veel meer om de feitelijke prestatie dan om het certificaat. De wethouder beschouwt een certificaat vaak als de eerste stap om voor het desbetreffende aandacht te vragen. Dat geldt voor heel veel certificeringen. Het gaat er steeds om wat er feitelijk gebeurt met de inkoop en hoeveel daarvan op een bepaalde duurzame wijze is te realiseren. Waarom het percentage van 10% circulaire inkoop? De wethouder merkt op dat niet alle inkoop geschikt is voor circulair inkopen. De vraag is ook hoe adviesdiensten circulair te maken zijn. Een groot deel is wel daarvoor geschikt. De 10% komt voort uit afspraken in regionaal verband. Daarbij zijn de gemeenten Amersfoort, Woerden, de provincie Utrecht betrokken, gezamenlijk in de Economic Board Utrecht. De EMU (Europese Monetaire Unie) trekt dat project waarmee de bedoeling is om in 2020 naar de 10% te gaan. De heer Van Corler zou dat graag iets ambitieuzer willen hebben en de wethouder is het daarmee zeer eens. Partijen houden elkaar vooralsnog aan de gemaakte afspraken. De wethouder wil verder gaan en nagaan of eerder het percentage van 10 is gehaald of dat uiteindelijk naar een hoger percentage is te streven. Hij opteert ervoor vooralsnog aan de gemaakte afspraken vast te houden. Antwoorden zijn nog te verwachten op schriftelijke vragen over de aangeschafte voertuigen. Het college scherpte de werkwijze aan. Aan alle decentrale inkopers vraagt het college verantwoording waarom ze niet voldoen aan de afgesproken regels. Er moeten dan hele goede redenen zijn om niet aan het bestaande beleid te voldoen. Op deze manier gaat het college daarmee om volgens de gestelde richtlijnen. Het college implementeert de werkwijze verder in de organisatie. De centrale inkooporganisatie koopt niet alles in. Dan gaat het vooral om de deskundigen rond de productsegmenten. De heer Meijer en anderen spraken over de opname van een aantal belangrijke voorwaarden om zaken te doen met partijen. De wethouder bevestigt dat de gemeente te maken heeft met Europese richtlijnen: de Europese aanbestedingswet. Feitelijk bevat dat een gesloten systeem van uitsluitinggronden. De opmerkingen die heer Meijer maakte, zijn geen uitsluitinggronden waardoor af te dwingen is dat organisaties niet mee mogen doen in een aanbesteding. Dit gaat op bij aanbestedingsplicht vanwege het uit te zetten bedrag. Er wel zijn bij een strafrechtelijke veroordeling gronden om het bedrijf uit te sluiten van een aanbesteding dan wel het contract met het bedrijf te ontbinden. De wethouder is het zeer eens met de heer Meijer dat dit belangrijke onderwerpen zijn waarbij de gemeente een voorbeeldrol heeft. Om die reden is de gemeente als Fair Trade gemeente onlangs gestart met de aanmelding van de gemeente voor Electronics Watch. Het college kan heel verschillende soorten appel doen om aan partijen mee te geven wat het van ze verwacht. Het college kan partijen op die gronden niet uitsluiten. Pagina 39 van 66

129 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De heer Meijer (D66) hoort de woorden van de wethouder. Ook de gemeente moet zich aan de wet houden. Als dit geen rechtmatige uitsluitinggronden zijn, dan is dat het geval. Tegelijkertijd is de wethouder wel bereid om te onderzoeken in hoeverre het als een positieve waardering te beoordelen is wanneer voor een bepaalde inschrijving punten worden uitgedeeld. Is de wethouder bereid te komen tot een positieve waardering van het hebben van een diversiteitbeleid en dat een onderneming opschrijft hoe zij omgaat met het tegengaan van discriminatie binnen de organisatie? Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dit niet aan de orde is. Het college mag alleen eisen stellen die direct verband houden met de opdracht. Zo staat het in de Europese Aanbestedingswet. Die eisen moeten ook nog een keer proportioneel zijn en verband houden met de opdracht. Hij zou inhoudelijk graag meegaan met het verzoek. Dit mag het college niet hard afdwingen. Dit nog daargelaten de Wet Aansprakelijkheid Schijnconstructies. Via die wet kan het college wel zaken afdwingen. Hier is alleen te spreken van een moreel appel. Mevrouw Haage (PvdA) begrijpt de woorden van de wethouder. Tegelijkertijd gaat de gemeente bij Social Return net iets verder dan officieel zou mogen van de wet. In Noord-Holland is men met de bouwblokken voor de rechter gedaagd omdat daarin zaken worden afgedwongen die mogelijk niet direct iets te maken hebben met de opdracht. Zij zou het waarderen wanneer de wethouder zou willen toezeggen om op dit thema van discriminatie net iets verder te gaan dan de letter van de wet, zoals de wethouder dat al doet bij Social Return. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat in de bijdrage van mevrouw Haage een aanname zit. Wat de gemeente doet bij Social Return mag zij doen. Anders zou de rechtspraak de gemeente tegenhouden. De gemeente moet ervoor waken partijen te blamen zonder harde feiten. Ook daarvoor is hij wethouder. Hij is het zeer eens met de minister die zich uitspreekt dat de gemeente daartegen moet optreden. Hij pleit ervoor dit te doen op een gevalideerde wijze waarbij is aan te tonen dat het echt zo is. Anders komt de gemeente in een onmogelijke positie. Dat wil hij vermijden. De heer Van Waveren (CDA) is blij met de beantwoording door de wethouder. Hij vindt het een helder signaal. Stel dat er bedrijven zijn die geen zaken doen met gemeenten die de randen van de wet opzoeken. Dan heeft de gemeente omgekeerd een probleem. Hij moedigt de wethouder aan zijn beantwoording in die lijn voort te zetten. Wethouder Kreijkamp vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op transparantie. De heer Meijer vroeg om punten toe te kennen aan transparantie. Dat mag niet omdat dit geen relatie heeft met de opdracht. De opdracht is leidend. Met betrekking tot de Wet Aansprakelijkheid Schijnconstructies is inbreng geleverd. Deze wet is recentelijk aangenomen. Hierin is geregeld dat de opdrachtnemer aansprakelijk is voor de hele keten. Dat betekent dat kan ook inderdaad zal is. In de uitvoering zou dit neerkomen op wij zullen de opdrachtnemers daaraan gaan houden. Wanneer hierin misstanden zijn geconstateerd, houdt dat in dat sprake is van een wanprestatie en dat de opdrachtgever in ieder geval het gesprek zal moeten aangaan en dat ontbinding van het contract een serieuze optie is. De discussie daarin is, wie daarop moet toezien. Bovendien is er al een inspectie, namelijk de arbeidsinspectie onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die bevoegd is om hierop op te treden. De gemeente verwacht daar iets van. Hij heeft in overleg met FNV Bouw toegezegd hierover te zullen praten met opdrachtnemers om ze erop te wijzen dat dit een wet is geworden waar de gemeente achter staat. Van belang is dat de vakbonden hierover kunnen oordelen. De vakbonden zullen toegang moeten krijgen om hierover met werknemers in gesprek te gaan. De gemeente gaat hierop geen gemeentelijke inspectie organiseren. De heer Wijlhuizen (SP) is blij met deze beantwoording door de wethouder. Een aanvullende vraag is of de wethouder mogelijkheden ziet om de banden met inspectie aan te halen en ook met hen om tafel te gaan om ze gericht op een aantal projecten af te sturen. Wethouder Kreijkamp antwoordt te verwachten dat hij dit niet zal mogen. Dat is een eigenstandige verantwoordelijkheid van inspectie. Hij kan de signalen wel doorgeven en niet alleen in gesprek gaan met de opdrachtnemer. Op de keuzes die inspectie daarop maakt heeft hij geen invloed. De heer Bos (Stadsbelang) merkt op dat in het specifieke voorbeeld dat hij gaf van een van de aannemers voor de brug over het Amsterdam Rijnkanaal constateringen zijn gedaan in een andere plaats. De vraag is dan hoe aan de voorkant daarmee om te gaan. Wethouder Kreijkamp komt dan terug op een eerder gegeven antwoord. Dan telt het antwoord op de vraag wat juridisch heel hard vaststaat en wat sterke juridische uitzonderingsgronden zijn om een partij te laten meedoen in een aanbesteding. De wet gaat er over dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor de hele keten en dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt in haar opdrachtgever-/opdrachtnemerrol. Wanneer feiten zijn gepleegd in een andere gemeente, moet het juridisch zo hard zijn dat het proportioneel is en in relatie staat tot de te vergunnen opdracht. Dat is een meer juridisch vraagstuk. De heer Bos (Stadsbelang) concludeert dat dit betekent dat mocht dit geconstateerd zijn in een andere plaats bij een andere klus, dat geen reden hoeft te zijn voor de gemeente om de partij uit te sluiten van een aanbesteding. Wethouder Kreijkamp bevestigt dat die ruimte op dat moment er niet is. Hij vervolgt zijn beantwoording. Enkele vragen zijn gesteld over Social Return. De wethouder volgt in dezen de wethouder Werk en Inkomen. Wanneer de gemeente opdrachtgever is, legt zij Social Return als verplichting op. De gemeente zal in samenspraak met de opdrachtnemer met het Werkgeversservicepunt gaan zoeken naar hoe dat is in te vullen. In dit verband noemt hij de eerder genoemde Bouwblokken als daarvan de invulling. In de eerste resultaten zijn daarin Pagina 40 van 66

130 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli hele positieve ontwikkelingen te zien. Richting mevrouw Haage zet de wethouder uiteen dat de gemeente niet van plan is om daarop specifiek doelgroepenbeleid te gaan voeren. Als het gaat over (semi) publieke organen geldt de wet Normering Top Inkomens. Minister Plasterk heeft daarover gezegd dat op grond van de Aanbestedingswet de eisen, voorwaarden en criteria die in het kader van de aanbesteding worden gesteld in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht en dan moeten die proportioneel zijn. Het stellen van salariseisen als zodanig lijkt daaraan niet te voldoen. De rechter heeft zich daarover nog niet uitgelaten. Dit mag zo nog niet opgelegd worden in een privaatrechtelijke overeenkomst. Wel mag de gemeente in de opdrachtformulering meegeven wat zij verwacht van tarieven van ingehuurden. De gemeente mag geen eisen stellen aan het salarisniveau van bestuurders, directeuren of CEO s. Dat mag niet vanwege de aanbestedingswet. De heer Meijer (D66) stelt vast dat de wethouder zegt geen harde uitsluitingcriteria te mogen opnemen als het gaat om salarissen van bestuur van werknemers. De gemeente mag wel een moreel appel doen. Hij vraagt of dat ook niet geldt voor al die andere zaken, zoals Goed Bestuur, zoals het tegengaan van de schending van mensenrechten of de betrokkenheid daarbij, zoals consumentenbelangen. Ondanks dat het niet hard afdwingbaar is, is zijns inziens wel richting te geven aan potentiële leveranciers wat van hen wordt verwacht. Is de wethouder daartoe dan bereid? De heer Van Waveren (CDA) stelt voor dit op de juiste plek te doen en niet in een beleidsnota bij inkoopeisen zaken op te schrijven die niet afdwingbaar zijn. Het gaat om een formeel kader. Daarmee moet het college uit de voeten kunnen. De wethouder geeft helder aan wat mogelijk is en wat niet. Hij vindt dat daarop het bestuur moet focussen om hier een goed document te kunnen produceren. Wethouder Kreijkamp heeft dit al in zijn beantwoording verwerkt dat het appel zeker behoort tot de mogelijkheden. Dit is niet mee te nemen in de inkoopvoorwaarden. Een vervolg moet nog worden gegeven aan het controlegat. De wethouder wacht in dat licht nog op initiatieven. In antwoord op vragen van mevrouw Freytag en de heer Gilissen merkt hij op een groot voorstander te zijn van launching customers. Dat kan met de nieuwe nota ook beter. De grenzen van wanneer iets naar nationaal en Europees openbare aanbesteding moet, is in lijn gebracht met de Gids proportionaliteit. Dat betekent dat de gemeente langer onderhands en meervoudig onderhands mag aanbesteden. Dat is ook in lijn met hoe andere gemeenten dat momenteel doen. Dat moet uiteraard op een nette, eerlijke en transparante manier. Dat betekent dat de gemeente dit zelf mag doen ónder de euro met inachtneming van alle procedures. Dat betekent dat gemakkelijker een partij te kiezen is als launching customer van een ondernemer die met een innovatief idee komt. Dat betekent ook dat hier gericht iets is te doen aan de regionale en lokale werkgelegenheid. Wanneer de gemeente moet voldoen aan de aanbestedingsregels, zal een partij uit Groningen in Utrecht net zoveel kans moeten maken als een willekeurige andere partij uit de Europese Unie. Dat is vaak een nadeel wanneer de gemeente zich wil richten op het MKB en op lokale ondernemers om iets te doen aan de lokale werkgelegenheid. Die grenzen zijn zo opgezocht dat daaraan meer tegemoet is gekomen zodat de gemeente zich kan focussen op een doelstelling als de laagste werkloosheid van Nederland. De wethouder is zeer bereid om als launching customer te gaan acteren. De gemeente zal naar mogelijkheden zoeken om dit te gaan invullen. In de voorwaarde is opgenomen dat er twee afwijkingsgronden zijn van wanneer iets een innovatief idee is om een sociale ondernemer daaraan meer kansen toe te kennen. Het college wil het laatste bouwblok zo uitleggen dat dat een mogelijkheid is om als ondernemer daaraan te voldoen. Richting de heer Gilissen gaat de wethouder in op de vermindering van de administratieve lasten. Het ophogen van de grens is daarvan al één. Dat betekent dat er minder via uitgebreide aanbestedingsprocedures zou moeten gaan lopen. In het aanbestedingsbeleid staat ook dat het college maximaal zes A4'tjes verwacht als reactie. De gemeente Utrecht is daarin koploper. De gemeente kiest voor een eigen verklaring van een ondernemer in plaats van voor bewijsstukken. Ook dat scheelt. Bovendien heeft de gemeente haar inzet op Tendernet. Nationaal is al gezegd via het ministerie van Economische Zaken dat dit 34 miljoen euro aan lastenverlichting heeft opgeleverd. Het wordt partijen gemakkelijker gemaakt informatie aan te dragen en er wordt voor gezorgd dat niet voor elke aanbesteding direct nationaal of Europees aanbesteed moet worden. Dat zou bijdragen aan de vermindering van administratieve lasten. De wethouder gaat in op de vraag van de heer Van Corler en bevestigt dat de gemeente Utrecht Fair Trade gemeente is. Vandaaruit stelt de gemeente ook voorwaarden. De ketenaansprakelijkheid geldt niet alleen voor de bouw. Dat geldt ook voor andere sectoren waaronder ook de zorg. Deze discussie is aangezwengeld vanuit de bouw. Dit geldt ook voor de zorg. De heer Van Corler (GroenLinks) vraagt of de nota ook wordt aangepast op het gegeven dat dit ook voor andere sectoren geldt. Zo staat dit nu wel in de nota. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat hij dit zal aanpassen wanneer dit niet goed is. De implementatie van de wet en het opstellen van de nota kruisten elkaar. De wethouder kan geen range aangeven op de EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving) en de rol van kwaliteit daarin en het percentage. Hij weet onder meer van leerlingenvervoer dat de kwaliteitscijfers op 70% staan. Dit kan hoog zijn. Het gaat om maatwerk per inschrijving. In paragraaf staat informatie over open data. Die worden meegenomen in de te stellen voorwaarden. Van belang is dat als het gaat over Poolse betonvlechters de werknemers betaald worden volgens CAO. Dat is afdwingbaar. De regels vanuit de EU zijn hierop van toepassing. Pagina 41 van 66

131 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Momenteel wordt beleid ontwikkeld op de vormgeving van de Right to Challence. Juist ook het beleid rond inkoop is een kans om Right to Challence te gaan realiseren. Het gaat daarbij om de uitdaging om een opdracht aan te nemen. Met de aanbestedingsgrenzen die er zijn, zijn heel veel opdrachten ondershands te doen. Daarbij gaat het erom partijen uit te nodigen om hierop een aanbod te doen zodat daarop is in te spelen. De heer Meijer (D66) sprak over een ander buurtfenomeen, namelijk de Right to Redefine. Daarbij gaat het om het betrekken van de bewoners bij het opstellen van een specificatie van de dienst of de levering. Hij kan zich voorstellen dat de wethouder niet zo even een toezegging kan doen. Hij roept de wethouder op om in het licht van de inkoopnota de Right to Redefine nader te onderzoeken en bevindingen terug te koppelen naar de raad. Wethouder Kreijkamp antwoordt daartoe bereid te zijn. De heer Van Corler (GroenLinks) hoort de wethouder zeggen dat het nu meer een Right to Bid is (mee mogen doen met een bieding op opdrachten) dan een Right to Challence. Hij ziet daartussen verschil en vraagt de wethouder te zeggen hoe de flexibiliteit in de contracten is af te spreken zodat de Right to Challence ook voet aan de grond kan krijgen. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat de heer Van Corler hierin gelijk heeft. Hij omschreef inderdaad een Right to Bid. Hij stelt voor in de uitwerking van de Right to Challence de vraag mee te nemen hoe hierop een nader antwoord is te geven. Hij beantwoordt de vraag bevestigend van de heer Van Ooijen of de performance samen met de ondernemers wordt vastgesteld en hoe is om te gaan met de discrepantie. Het college betrekt de partijen bij het opstellen van een dergelijke performance. Dat is dan later mee te nemen in een volgende aanbesteding. Dit is onderdeel van staand beleid. Tweede termijn De voorzitter vraagt de commissie in de tweede termijn in te gaan op vragen die de wethouder gemist zou hebben, de politieke discussie in tweede instantie niet te voeren en aan te geven of deze nota doorgaat naar de raad met de A- of met de B-status. De heer Meijer (D66) had nog een vraag gesteld over hoe de gemeente omgaat met kwaliteit van opdrachtgeverschap, zeker als het gaat om complexe materie als ICT, Zorg, et cetera. Hoe kijkt de wethouder aan tegen de mogelijkheden die hij ziet in het kader van SBIR? Hij vroeg wie allemaal betrokken waren bij het opstellen van deze nota. Hij hoorde tot nu toe alleen vakbond en werkgeversorganisaties. Hij vraagt of er ook NGO s en/of cliënt en/of brancheorganisaties bij betrokken zijn. De heer Van Waveren (CDA) had in zijn betoog twee kernpunten waarop hij tussen de regels door wel enigszins een antwoord kreeg, maar niet zo specifiek als hij het antwoord had kunnen krijgen: (1) het ontvlechten van beleid uit verschillende programma s en het inkoopbeleid en waar de kosten neerslaan en (2) het niet met latten werken (certificaten) maar flexibel scoren mogelijk maken voor de prestatie die feitelijk wordt geleverd. Dit is wat hem betreft onvoldoende opgenomen in de nota. Wanneer de wethouder daarover nu nog iets kan zeggen, vindt hij dat mooi anders neemt hij dit mee naar het debat. Dan krijgt dit agendapunten de B-status mee naar de raad. Mevrouw Haage (PvdA) dankt de wethouder voor diens beantwoording. De wethouder zei over de ketenverantwoordelijkheid dat in de nota eventueel een aanpassing is aan te brengen. Dit zou zij ook graag willen weten als het gaat om het naleven van de cao. Zij is blij met de beantwoording maar wanneer het college kan handhaaft, verandert zij dit graag in zal. Op de andere punten zal ze zich nog nader beraden. Ook haar fractie geeft dit agendapunt de B-status mee. De heer Gilissen (VVD) dankt de wethouder voor zijn beantwoording. Hij had nog een vraag gesteld over de BIBOB - over de doortastbaarheid van het instrument. Hij krijgt daarop nog graag een reactie van de wethouder. Hij zou het fijn vinden wanneer de wethouder zich expliciet uitspreekt over het opnemen van de zachte eisen. De heer Gilissen kan zich voorstellen dat dit onderdeel kan zijn van de beraadslaging in de gemeenteraad over dit stuk. Hij zou er thans prijs op stellen wanneer de wethouder zich hierover ook in de commissie uitspreekt: wat het toevoegt wanneer het gaat over de zachte eisen of apellen. Hij voegt er nog een vraag toe. De accountant geeft in zijn reactie op het jaarverslag 2014 de aanbeveling om de normkaders ook voor inkoop expliciet op te nemen in het toetsingskader voor de medewerkers van de gemeente zelf. Hij kan hierop niet de reactie van het college vinden. Hij vraagt of alle Europese normkaders worden samengevoegd zodat voor alle medewerkers van de gemeente Utrecht duidelijk is wat ze kunnen en moeten doen wanneer het gaat om inkoop. Hij dankt de wethouder voor zijn antwoord op zijn inbreng over de administratieve lasten. De wethouder heeft gezegd wat al gebeurd is. Hij vraagt of het college meer ambitie heeft en in hoeverre die te concretiseren is. Op dat punt overweegt hij een motie richting de raadsbehandeling om deze ambitie meer kracht bij te zetten. Het is voor zijn fractie van belang te weten wat nog meer te doen is om tijd en geld bij ondernemers te besparen. Wat zijn fractie betreft kan dit agendapunt door met A-status naar de raad. Pagina 42 van 66

132 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli 2015 De heer Wijlhuizen (SP) sluit zich graag aan bij de inbreng van mevrouw Haage over het zullen naleven van de CAO. Ook zijn fractie vindt het erg belangrijk wanneer dit werkwoord op die plek wordt opgenomen in de nota. Hij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Hij vraagt de wethouder alsnog in te gaan op zijn vraag over de inzet van werklozen als het gaat om de doelstelling de laagste werkloosheid van Nederland te ontwikkelen. Hij had specifiek gevraagd wat de wethouder gaat doen om te voorkomen dat werklozen worden ingezet als goedkope werkkrachten De heer Van Corler (GroenLinks) oppert de gedachte om de Right to Challence verder uit te werken nadat dit in globale termen is opgenomen in deze nota. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) heeft gevraagd in de nota een ambitieniveau op te nemen in percentages reductie CO 2-uitstoot omdat er bij de circulaire inkoop wel degelijk een ambitie is. Daarover is in de nota iets op te nemen. Zijn fractie vindt de programmabegroting niet alleen het geschikte instrument daarvoor. Wethouder Kreijkamp vindt de kwaliteitsborging van de opdrachtgeverrol cruciaal. Dit heeft te maken met de professionalisering van inkooporganisatie. Daarmee is het college in de afgelopen jaren druk aan de gang gegaan. Dat is zeker van groot belang bij specifieke inkoop. Over dergelijke inkoopkaders spreekt de raad ook Over Small Business In Research deelt de wethouder mee bereid te zijn nader te onderzoeken hoe dit in Utrecht vorm te geven is. De wethouder antwoordt ontkennend op de vraag of er ook NGO s en cliëntenorganisaties betrokken zijn bij het opstellen van de Inkoopnota. Richting de heer Van Waveren antwoordt de wethouder bevestigend dat met betrekking tot de programma s de ontvlechting heeft plaatsgevonden. De inkoop is geen programma met geld. De wethouder is systeemverantwoordelijke voor het inkoopbeleid. Alle inkopen vinden plaats in de programma's onder verantwoordelijkheid van de centrale inkopers: de kosten, lusten en baten vallen ook ten goede aan alle verschillende programma's. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of dit ook betekent dat in de toekomst in het programma Duurzaamheid geen geld zit en wanneer Stadswerken auto's wil kopen die op basis van dit beleid elektrisch moeten zijn terwijl dat om andere redenen mogelijk niet verstandig zou zijn, dat de meerkosten in de verschillende programma s terechtkomen. Dat zou wat hem betreft gebeuren wanneer de ontvlechting goed plaatsvindt. Wethouder Kreijkamp antwoordt bevestigend. Hij vervolgt zijn beantwoording. Hij heeft bevestigd het eens te zijn met de opvatting van de heer Van Waveren over de prestatieladder dat het meer over de prestatie moet gaan dan over overheidscertificaten. Hij krijgt hierover de terugkoppeling dat nu de certificering in de aannemerij en in de bouw gebruikt wordt, hierop doorgezet moet worden omdat de partijen hierop hebben geïnvesteerd. Hij is het eens dat het hier gaat over de prestatie zelf. De heer Van Waveren (CDA) ziet dan graag dat dit wordt opgeschreven in de nota, dat het gaat om een glijdende schaal waarop punten gescoord worden. Wanneer iemand circulair kan aanbieden op niveau 1, levert dat wat hem betreft pluspunten op. Dat zou het college explicieter moeten opnemen in de nota. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat op die manier het college het ambitieweb invult. Wanneer meer geleverd kan worden, levert dat extra punten op. Dat werkt zo. Richting mevrouw Haage antwoordt de wethouder dat dit stuk doorgaat naar de raad van begin september. Hij zal enkele punten nog aanpassen in de nota. De wethouder zal die half augustus opsturen naar de raad ter voorbereiding van het raadsdebat: Kan wordt zal in verband met het naleven van de cao. De Bibob is een instrument dat het college kan gebruiken. Op momenten waarop dat noodzakelijk is, zal het college dat doen. De wethouder sprak zich uit naar aanleiding van enkele onderwerpen die de heer Meijer inbracht; dat hij dit meer ziet als een appel. Als het inhoudelijk gaat over onder meer mensenrechten, consumentenbelangen, is hij het zeer met de heer Meijer eens. Hij heeft hier primair te maken met aanbestedingsregels. De gemeente staat achter mensenrechtenbeleid. Het college moet dat dan ook kunnen zeggen. Het college zegt dat dan ook. De heer Gilissen (VVD) had inderdaad naar de appreciatie van de wethouder gevraagd. Hij vraagt wat de wethouder daarmee wil doen. In de nota staat dat de gemeente de ondernemers vraagt zich te plooien naar de wet, naar de algemene beschavingsnorm in Nederland. Hoe ver gaat de wethouder hierin. Neemt de wethouder hierin zelf het initiatief, of laat hij dit over aan de raad? De heer Meijer (D66) hoort de wethouder zeggen dat hij bereid is de ambitie scherp te formuleren in de vorm van een appel. Voor zover de juridische kaders daartoe de mogelijkheid bieden dit ook maximaal te incorporeren in de uiteindelijke aanbestedingtrajecten en in de inkoopvoorwaarden. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dit waar zou kunnen zijn. Hij heeft over de punten die genoemd zijn gezegd dat dit niet kan. In het kader van de proportionaliteit en de relatie met de opdracht kan hij deze punten juridisch gezien niet afdwingbaar maken. De wethouder zal onderzoek doen naar aanleiding van de vraag van de heer Gilissen over de opmerking van de accountant over de interne normenkaders. Hij zal hierover terugkomen bij de commissie. Pagina 43 van 66

133 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli In antwoord op vragen van de heer Wijlhuizen over mogelijke nadelen door Social Return zet de wethouder uiteen dat het college inzet op duurzame plaatsingen voor de duur van het project. Ook het college heeft er geen baat bij wanneer iemand na een korte periode weer werkloos wordt. De ervaringen zijn dat steeds meer duurzame plaatsingen mogelijk worden. De medewerkers gaan volgens de geldende CAO betaald worden. Hij maakt zich hierover niet zulke grote zorgen. De wethouder is bereid om vóór het raadsdebat goed na te gaan hoe de Right to Challence in de nota te verwerken is, indachtig de brief die het college hierover schreef. Hij zal ook nagaan of de doelstellingen die de gemeente heeft op het gebied van het ambitieweb (niveaus 1, 2 en 3 in de begroting) in een nota zijn op te nemen - dit als antwoord op de desbetreffende vraag van de heer Van Ooijen. De heer Van Waveren (CDA) ziet het ambitieweb met glijdende schaal niet opgenomen zijn in de nota. Mogelijk kan de wethouder daarop nog een toelichting geven. Hij noemt als voorbeeld een casus van aanbesteding van de aanleg van een weg die meerwaarde levert op dierenwelzijn. Die kosten zouden dan doorbelast moeten worden in het kopje Dierenwelzijn in de begroting. Daar zit slechts euro per jaar in. Te voorzien is dat dit bedrag snel op zal zijn. Hij vraagt hoe dit dan gaat werken. Misschien kan de wethouder hierop nog schriftelijk terugkomen. Het wordt hem er niet duidelijker op. Wethouder Kreijkamp heeft iets anders gezegd. Bij de aanbesteding van een weg komen de kosten en de baten in het programma mobiliteit, dus niet in het programma Dierenwelzijn. In die programma's landen de kosten van inkoop. Dit gebeurt op deze wijze met openbare ruimte, de schoolgebouwen van onderwijs - het laatstgenoemde landt dan in het programma Onderwijs, et cetera. De heer Van Waveren (CDA) licht toe dat dit zijn vraag was aan het begin van het debat. Wanneer hier allemaal ambities geformuleerd worden gekoppeld worden aan wegen en gebouwen et cetera vanuit andere beleidsprogramma's, moeten wat hem betreft die extra kosten in die andere programma's gedragen worden. Dat was het voorbeeld van de elektrische auto bij Stadswerken geen bijdrage krijgen vanuit Duurzaam en Mobiliteit. Dan werkt het ook niet zo dat Stadswerken de volledige kosten voor zijn rekening neemt. Hij vermoedt hierop terecht te zullen komen in het slotdebat in de raad. De voorzitter concludeert dat dit agendapunt de B-status krijgt van het CDA, de VVD en GroenLinks, D66 en de ChristenUnie. Zij recapituleert de gedane toezeggingen. 14. Meerjarenbegroting BghU Het bestuur van de BghU heeft de concept kadernota en ontwerp meerjarenbegroting vastgesteld en vervolgens wordt uw raad conform wettelijk voorschrift in de gelegenheid gesteld om zienswijzen in te dienen. De meerjarenbegroting van de BghU past binnen het begrotingskader van de gemeente Utrecht. De termijn voor indiening van de zienswijze verstrijkt voordat de raad in de gelegenheid is om de conceptbrief met zienswijze vast te stellen. Daarom heeft het college besloten om BghU per brief op de hoogte te stellen dat het college de raad heeft gevraagd om in te stemmen met de meerjarenbegroting. Na vaststelling door de raad zal de definitieve brief met zienswijze worden verstuurd aan de BghU De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de wethouder een terugkoppeling kan geven uit de AB-vergadering van 25 juni jongstleden. Daar werd de begroting waarop nu de zienswijze wordt geformuleerd, vastgesteld. Mogelijk kan de commissie besluiten dat dit stuk niet meer naar de raad hoeft wanneer de wethouder zijn terugkoppeling heeft gegeven. Wethouder Kreijkamp koppelt terug dat hij in die vergadering gezegd heeft dat de raad hierover besluitvorming heeft. Alles wat hij heeft gezegd over instemmen is onder voorbehoud van wat de raad ervan zal vinden. De wethouder stemde formeel nog niet in. De heer Van Waveren (CDA) licht toe dat het hier gaat om een AB-vergadering dat in collectief een besluit heeft genomen. Hij wil graag weten wat dat besluit is geweest over deze meerjarenbegroting. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat onder voorbehoud van de besluitvorming bij gemeenteraden een positieve grondhouding bij de verschillende bestuurders is geconstateerd. Wanneer de raden hiermee akkoord gaan, koppelen de desbetreffende wethouders terug ook akkoord te kunnen gaan. De heer Van Waveren (CDA) begrijpt hieruit dat de besluitvorming is uitgesteld. Hij vraagt of de procedure in het AB wordt afgerond met een ronde via bestuurders. Wethouder Kreijkamp antwoordt bevestigend. De commissie De heer Meijer (D66) merkt op dat zelfs inclusief de verwachte vervangingsinvestering de Bghu een meerjarig plus heeft van euro. Wellicht zijn die middelen in te zetten om de invoering van de pilot Mijn WOZ te versnellen. De Bghu streeft naar de optimalisering van de kwaliteit van dienstverlening en klantgerichtheid. Dat is mooi, maar in de nota staat niet hoe dit zal gebeuren en op welke hoogte de lat gelegd wordt en waarop de deelnemende gemeenten zullen worden afgerekend. Hij vraagt de wethouder of hierover een zienswijze is in te dienen. Via een onafhankelijke en objectieve audit kunnen deelnemende gemeenten onder meer het financiële beleid en het risicomanagement laten toetsen. Heeft de gemeente Utrecht gebruik gemaakt van dat recht? Of zal de gemeente Utrecht dat binnen korte termijn nog doen? Pagina 44 van 66

134 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De Bghu is gevestigd in het stadskantoor. Volgens deze organisatie zelf is er nog geen huurovereenkomst. De heer Van Waveren vraagt hierop uitleg. Door middel van verbonden partijen zoals de Bghu realiseert de gemeente óf een kostenbesparing óf een kwaliteitsverbetering. Op welke van deze twee scoort de Bghu nu? Mevrouw Freytag (Student & Starter) kaart in dit kader het proces aan dat gemoeid is met de aanvragen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Een bijzondere lijst aan formulieren moet worden ingevuld. Zij leest voor om welke formulieren het gaat zodat de commissie beseft om hoeveel formulieren het gaat. Haar fractie vindt dit een nutteloze invul-, opzoek- en opstuuroefening en zij ervaart dit als een inbreuk op de privacy. De heer Gilissen (VVD) merkt op dat mensen geen kwijtschelding hoeven aan te vragen. Het gaat om een duidelijke regeling voor minder vermogenden. Naast rechten hebben mensen plichten. Hij vindt het normaal om deze informatie te moeten overleggen om aan te tonen dat iemand recht hebbend is op de kwijtschelding. De heer Meijer (D66) is het eens met de heer Gilissen. Tegelijkertijd kan hij mevrouw Freytag volgen. Het is ook mogelijk als overheid om op basis van een simpel Burgerservicenummer heel veel informatie te verzamelen. Dan is het de vraag waarom de aanvrager de papierwinkel moet invullen. Mevrouw Freytag (Student & Starter) vervolgt haar inbreng. Zij vraagt de wethouder of hij wil kijken naar in hoeverre dit op een andere manier te regelen is. De heer Van Waveren (CDA) gaat kort in op het proces. Afgelopen dinsdag is gesproken over de nota Verbonden Partijen en over de actieve informatieplicht van het college. De heer Van Waveren sprak bij de discussie over de begroting van GG&GD eerder dit jaar met wethouder Everhardt. Hij is van mening dat het college meer werk hiervan had moeten maken. Het college ontving deze begroting 14 april. Hij gaat ervan uit dat het college eerder op de hoogte was van deze nota in aantocht. Het college had actief kunnen sturen om de nota tijdig te hebben voorliggen. De procedurecommissie werkt daar graag aan mee om dit mogelijk te maken. Het signaal had vooraf afgegeven kunnen worden. Hij vindt dat wanneer het college een brief vooruitstuurde naar het AB over dat er nog een zienswijze in aantocht is van de Utrechtse raad, het hem lonend leek wanneer het college het concept had meegestuurd. In dat concept zegt het college iets inhoudelijks, namelijk dat het een voorbehoud maakt op de laatste jaarschijf en dat het college niet op de hoogte is van of het verhoogde budget nodig is. Het had hem goed geleken om als college dat signaal over zijn voorstel aan zijn raad mee te geven. Naar aanleiding van de opmerkingen van de GG&GD is iets meer poging gedaan om te onderbouwen waarom tot deze zienswijze is gekomen. De heer Van Waveren is blij met het staatje over het financiële beeld. Hij vraagt het college voor een dergelijke zienswijze dit vast te houden. Dat geeft de raad inzicht. De heer Wijlhuizen (SP) vindt ook dat het proces rommelig is gegaan. De volgorde der dingen had helderder en meer gestructureerd gekund. Hij geeft dat graag mee aan de wethouder. 0,2 miljoen in de vervangingsinvesteringen was in eerste instantie niet terug te vinden. Dit blijkt een verwachte vermindering te zijn in de kosten. Tegelijkertijd geeft de Bghu ook aan die vermindering mogelijk niet waar te kunnen maken omdat die nodig is voor vervangingsinvesteringen in de ICT. Hij vraagt of de wethouder kan vertellen of dit inderdaad juist is en wat er dan gebeurt met de 0,2 miljoen euro wanneer dat geld toch nodig blijkt te zijn voor de vervangingsinvesteringen. De heer Gilissen (VVD) sluit zich aan bij de opmerking over het proces en hij is benieuwd naar het antwoord op vraag over vervangingsinvestering van de SP. Ook zijn fractie vond dat een bijzonder verhaal. Wethouder Kreijkamp licht toe dat de 0,2 miljoen euro vervangingsinvestering is opgenomen in de meerjarenbegroting. Daarmee is ook in 2019 de begroting een sluitende. Het college heeft in zijn concept zienswijze aangedragen, de hoop dat dit niet nodig is en dat dit een positief resultaat zal zijn in dat begrotingsjaar. Deze post is vanuit behoedzaamheid hierin gezet. De opdracht van het college aan het Bghu is hierop hard te sturen zodat wanneer dit geld niet nodig is het vrij komt te vallen richting de gemeente. In antwoord op de opmerking van de heer Van Waveren zet de wethouder uiteen dat het college de hier voorliggende concept zienswijze ook door heeft gestuurd naar de Bghu. Dat is het standpunt van de wethouder en van het college met daarbij de opmerking dat de raad hier nog iets van gaat vinden. Dat vindt nu plaats. Het college zal zijn zienswijze daarop aanpassen. Dan ligt hij in de raad ter besluitvorming voor. De wethouder neemt zich voor de Bghu te informeren over deze uitwisseling van informatie met de commissie. Hij is het eens met de heer Van Waveren dat het college dit concept eerder naar de raad had kunnen sturen. Hij neemt uit deze uitwisseling met de commissie mee dat in het vervolg het college snel zijn eigen zienswijze maakt, om daarna een gesprek met de raad te voeren, het besluit zal nemen, en dan de zienswijze naar de Bghu ter vaststelling in het AB. De heer Van Waveren (CDA) leest in de brief van het college aan het Bghu dat het college de gemeenteraad van Utrecht voorlegt in te stemmen met de meerjarenbegroting. Daar zit geen bijlage bij. Hij is benieuwd hoe dit conceptvoorstel bij de Bghu geland is. Hij weet niet anders dan dat dit niet bij het AB op tafel heeft gelegen. Pagina 45 van 66

135 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dit wel het geval is. Het gaat om het bestuur, niet om een AB en DB. De heer Van Waveren (CDA) concludeert dat dit dan niet bij het bestuur op tafel heeft gelegen. Dat moet een ander briefje zijn geweest. Wethouder Kreijkamp antwoordt niet zeker te weten of dit is meegegeven in die vergaderstukken. Hij heeft dit mondeling ingebracht. Hij zat daar vanuit het standpunt van het college, zonder met de commissie te hebben overlegd. Hij vindt het logisch om dat in twee rondes te doen. Hij beantwoordt de vragen van mevrouw Freytag over de kwijtscheldingsprocedure en licht toe dat die procedure nationaal bepaald is. De gemeente kan dat niet zelf bepalen. De gemeente moet zich aan die procedure houden. Alles wat automatisch kan, zal automatisch gaan. Richting de heer Meijer bevestigt de wethouder dat het college zich voorneemt om de WOZ te gaan versnellen na de positieve pilot in Lunetten. Ook De Bilt zal daarmee gaan starten. Dit zal verder uitgerold worden, ook in het Utrechtse. Wanneer de heer Meijer het college vraagt om ook de dienstverleningsnormen mee te nemen in de zienswijze, wil de wethouder dat doen. Voor het punt van risicomanagement verwijst de wethouder naar pagina 13 van het stuk. In zijn beleving is het onderwerp risicobeheer goed vastgelegd. De huurovereenkomst met het stadskantoor is nog niet gesloten. Daaraan wordt momenteel gewerkt. De heer Meijer (D66) merkt op dat in de nota gesproken wordt over dat de gemeenten een audit kunnen uitvoeren. Dat zal de gemeente Utrecht wellicht nog niet gedaan hebben. Hij vraagt de wethouder of hij dat nog van plan is. Wethouder Kreijkamp heeft daarvoor geen concrete plannen. Hij bevestigt dat dit mogelijk is wanneer daartoe aanleiding is. Hij ziet die aanleiding op dit moment niet. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de begroting nog niet is vastgesteld. Naar hij weet moet die begroting 15 augustus bij de provincie liggen in het kader van het financieel toezicht. Dat kan pas in september na het genomen raadsbesluit. Dan loopt de belastingdienst in het eerste jaar van zijn bestaan het risico onder preventief toezicht van de provincie te komen. Hij vraagt hoe daarover is gesproken. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dit ook voor de gemeente Utrecht geldt. Ook de gemeente Utrecht stelt de begroting pas in november vast. Hij verwacht dat de Bghu uitstel zal vragen bij de provincie omdat de gemeente Utrecht dit nog moet vastleggen. Dit geldt ook voor andere gemeenten. Hij kan zich niet voorstellen dat de Bghu daarmee direct onder preventief toezicht komt te staan. De voorzitter recapituleert de gedane toezegging. Hij stelt vast dat dit agendapunt met de A-status door gaat naar de raad Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting De Utrechtse aanpak voor verbetering van de schoolgebouwen heeft geresulteerd in een grote kwaliteitsimpuls door uitvoering van de Masterplannen Onderwijshuisvesting. Nu de Masterplannen ten einde lopen is actualisatie nodig om te kunnen anticiperen op nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Ordevoorstel Mevrouw Bouazani (PvdA) merkt op dat het op dit moment uur is. Om uur begint de voortzetting van deze commissievergadering. Met de onderwijswoordvoerders van de andere partijen is besproken dat het niet verstandig is de behandeling te doen in de korte beschikbare tijd, ook gelet op het onderwerp, de zwaarte daarvan en het bedrag dat daarmee is gemoeid. In overleg met de ambtelijke ondersteuning is afgesproken gebruik te zullen maken van de commissievergadering van 10 september. Dan kan dit stuk behandeld worden in de raadsvergadering van 17 september zodat het geen consequenties heeft voor de verdere procedure. Daarbij maakt de commissie gebruik van een technische Raadsinformatieavond op 1 september. Zij biedt haar excuses aan, aan de ambtelijke ondersteuning vanuit onderwijs die hier vanaf vanochtend wacht. Wethouder Kreijkamp aanvaardt de excuses ook namens de ambtelijke ondersteuning. Hij vindt het een goed voorstel dit agendapunt nu niet te behandelen. Het tijdspad zoals voorgesteld door mevrouw Bouazani is het strakke tijdspad. De invloed op de programmabegroting wordt eind september begin oktober gepresenteerd. Het is zeer goed mogelijk dat zaken nog niet uitgewerkt zijn die op 17 september zijn besloten Mevrouw Rajkowski (VVD) merkt op dat de raad van 17 september de oorspronkelijke planning was. Zij oppert de mogelijkheid om bij informatie uit te wisselen voorafgaande aan de behandeling van dit raadsvoorstel in de commissie. Mevrouw Baș (D66) bevestigt dat dit voorstel zeer opbouwend is. Haar fractie is het daarmee niet eens. 17 september is de reguliere planning voor de raadsbehandeling van dit onderwerp. Wanneer de raad hiermee in de knel komt voor de programmabegroting, zou de raad al volgens de reguliere planning in de problemen zijn gekomen. Wethouder Kreijkamp bevestigt de juistheid van deze analyse. Normaal zou nog sprake zijn van een uitloop. Nu moet dit stuk vanaf 10 september direct door naar de raad van 17 september. Hij biedt aan de Raadsinformatieavond te faciliteren. Pagina 46 van 66

136 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw Bouazani (PvdA) zal een agenderingsverzoek indienen voor de Raadsinformatieavond van 1 september. De voorzitter concludeert dat de behandeling van het ordevoorstel hiermee is besloten. Zij schorst de vergadering omstreeks uur tot uur. 16. Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Kreijkamp Geen vragen/geen opmerkingen Commissiebrief Evaluatie werken op Afspraak De fractie van Student & Starter wil graag met de wethouder nader in gesprek over de omgang met en communicatie over de coulance -regeling in de praktijk en andere praktische zaken over de uitvoering van het nieuwe beleid. De heer Menke (Student & Starter) is blij over hoe de invoering van Werken op Afspraak verloopt. Snel en goed lijkt te worden geacteerd op problemen die zich voordoen. In dit kader wil hij graag spreken over een tweetal zaken. (1) de coulanceregeling die moet voorzien in de individuele knelpunten die onherroepelijk gaan ontstaan in het afspraaksysteem wanneer sprake is van spoed. Bijvoorbeeld omdat iemands paspoort is verlopen terwijl die persoon over twee dagen onverwacht op zakenreis moet. Goed dat die regeling er is. Zijn fractie vernam geluiden over dat voor veel mensen niet duidelijk is hierop een beroep te kunnen doen en aan welke eisen men moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen. Hij vraagt de wethouder om die reden dit kort toe te lichten aan de commissie. Hij verzoekt de wethouder dit inzichtelijker te communiceren richting de potentiële doelgroep. Hij vindt dat ervoor gewaakt moet worden dat niet alleen assertieve mensen geholpen worden maar ook de minder assertieve die net zoveel recht hebben op de regeling. (2) De servicenorm van binnen 15 minuten geholpen. Hij weet dat zelfs de tandarts het lukt om zich aan de exacte afspraak te houden. Maar hij heeft begrip voor de speling die hiermee wordt gecreëerd. Hij vraagt de wethouder die norm aan te scherpen naar binnen 5 minuten geholpen of de distributie binnen het gegeven tijdsbestek van de huidige norm inzichtelijk te maken. Dat zou de beeldvorming over de gemeente ten goede komen. Mevrouw Podt (D66) is blij met de brief. De brief is heel duidelijk. Heel veel gaat goed. De zaken die niet goed gaan, worden onderkend. Zij wil graag weten hoe de stand van zaken op dit moment is met betrekking tot de servicenorm. Mevrouw Rajkowski (VVD) sluit zich aan bij de inbreng van D66. Zij voegt daaraan toe dat de wethouder heeft laten zien dat het 100% werken op afspraak een goede beslissing was. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) heeft uit de brief begrepen dat het aantal bezoekers dat niet komt opdagen en het aantal bezoekers zonder afspraak komt opdagen tot nu toe enigszins in verhouding staat tot elkaar. Haar fractie wil graag weten of hiervan nog steeds sprake is of dat daarin verschuivingen zichtbaar zijn Wethouder Geldof geeft de complimenten graag door aan de ambtelijke ondersteuning die dagelijks hiermee te maken heeft en die ervoor zorgt dat de gemeente voldoet aan de servicenorm. De gemeente heeft de coulanceregeling op de website sneller vindbaar gemaakt. Het gaat steeds om maatwerk. In veel gevallen slaagt de gemeente er in om een klant óf dezelfde dag, óf de volgende dag te helpen. Als het gaat om spoedaanvragen voor bijvoorbeeld paspoorten, bestaat daarvoor die procedure. Ook die heeft een doorlooptijd. Wanneer het mogelijk is, zorgt de gemeente er altijd voor dat iemand de spoedprocedure kan doorlopen. Het maatwerk gaat soms zo ver dat bijvoorbeeld in het geval waarbij een moeder van een pasgeboren baby lijfelijk aanwezig moet zijn bij de aangifte, de aangifte zelfs mogelijk is in het ziekenhuis. Hij benadrukt dat niet in elk geval alles mogelijk is. Bovendien verzekert hij de commissie dat de gemeente ook de niet assertieve mensen probeert te helpen. De servicenorm van binnen 15 minuten na het tijdstip van de afspraak worden geholpen is gesteld omdat bekend is dat niet iedereen evenveel tijd neemt. Binnen 15 minuten na het tijdstip van de afspraak moet iemand ook aan de balie kunnen zitten. In de loop van de tijd heeft de gemeente er vier balies bij gekregen zodat de capaciteit is aan te passen op de vraag. Daarvan profiteert de gemeente bij de stuw die plaatsvond op de aanvragen van de paspoorten net even in de periode voor de vakantie. Het college neemt de servicenorm zeker in de evaluatie mee, ook om na te gaan of die is aan te scherpen. Om die laatste vraag te beantwoorden is het nodige inzicht nodig. Hij attendeert de commissie op de mogelijkheid dat mensen ook eerder worden geholpen dan dat ze zich telefonisch hadden aangemeld. De vraag is of die groep wordt meegerekend in de berekening van het gemiddelde. Op dit moment haalt de gemeente vrijwel in alle gevallen de servicenorm van 15 minuten. Dat betekent niet dat af en toe daarop wel een overschrijding plaatsvindt. Ten opzichte van april kon de gemeente daarop een verbetering aanbrengen. Pagina 47 van 66

137 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli 2015 De wethouder heeft de informatie niet paraat op de vraag hoe het zit met mensen die niet komen opdagen. Hij zal die vraag meenemen bij de eerste evaluatie die vanaf vandaag gaat plaatsvinden. De voorzitter recapituleert de gedane toezegging en rondt daarmee de bespreking van dit agendapunt af. 18. Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Geldof Geen vragen Volksgezondheidsbeleid Utrecht , Bouwen aan een Gezonde toekomst, een uitnodiging aan de stad Dit is een raadsvoorstel. "Utrecht, een stad waar inwoners gezond en veerkrachtig zijn." Deze waarde houdt in dat inwoners zich gezond voelen, gezond zijn en gezond blijven. Om bij te dragen aan deze maatschappelijke waarde heeft het college een aanpak langs drie hoofdlijnen geformuleerd: Gezonde Stad, Gezonde Wijk, Gezonde Start. Hierbij staan de volgende vragen centraal. Wat is de maatschappelijke (sub)waarde?, Wie dragen hier aan bij? en Wat kunt u hierbij van de gemeente verwachten? Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het Volksgezondheidsbeleid Utrecht , inclusief bijlagen, vast te stellen en in te stemmen met de inhoudelijke hoofdlijnen. De commissiebrief Informatie Bestemming GIDS-gelden kan desgewenst worden betrokken bij de behandeling. De voorzitter brengt de Raadsinformatieavond hierover voor het voetlicht. Afgelopen dinsdagavond was er nog een Raadsinformatieavond over jongeren en gezond gewicht. De commissie kan de Raadsinformatieavonden betrekken bij de beraadslaging De commissie Mevrouw Dibi (PvdA) complimenteert de wethouder. Zij vindt het erg goed dat hij in het stuk een beroep doet op de mensen zelf. Mensen kunnen zelf ideeën aandragen. Op basis van die ideeën kunnen aanpassingen of verbeteringen aangebracht worden. Mensen hebben veel ideeën en zij weten vaak zelf ook wat goed is voor hen. Zij vindt de nota wel heel breed, op hoofdlijnen, een kadernota. Allerlei verschillende nota s vallen daar weer onder. Zij begrijpt dat. Zij vindt het wel lastig om het nodige te controleren. De doelstellingen spreken voor zich. De vraag is wel waar de doelstellingen samenkomen. Zij vraagt de reactie van de wethouder op die vraag. Hoe zal bekend kunnen zijn dat de doelstelling op luchtkwaliteit gehaald is. Ze neemt aan dat die doelstelling dan weer terugkomt in een andere commissie. In sommige wijken hebben groepen grote gezondheidsachterstanden. De wethouder geeft dat terecht aan in zijn stuk. Zij vindt de achterstanden soms schrikbarend. Ze noemt in het bijzonder de wijk Overvecht en de levensverwachting in die wijk vergeleken met andere wijken. De stapeling van de problemen is een van de grote oorzaken. Het college stelt zich ten doel om de gezondheidsachterstanden niet groter te laten worden. Waarom kiest het college niet voor een ambitieuzere doelstelling, namelijk de achterstanden te verminderen. Juist in de wijk waar het slecht gaat, vindt haar fractie dat de gemeente intensiever moet investeren. Zij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Goed dat de wethouder de maatschappelijke betekenis wil benoemen en laten meewegen in de besluitvorming. Haar fractie vindt dat een prima idee. De PvdA is daarvan een groot voorstander. Bewoners hebben in een gesprek met D66 en de PvdA gezegd de maatschappelijke betekenis van grote waarde te vinden als het gaat om participatie omdat zij de gemeente veel werk uit handen nemen. Ouderen komen meer uit huis door hun activiteiten. Daardoor vermindert het isolement. Zij vraagt of het college van plan is de maatschappelijke opbrengst of de betekenis te gaan meten. Zo ontstaat een veel beter overzicht als het gaat om de kosten en baten. De fractie vindt daarom meten ook belangrijk. Zij vraagt op welke wijze de wethouder dit wil meten. Het college zegt te willen onderzoeken welke effecten digitalisering breed heeft op de gezondheid van mensen. Bijna alles heeft een effect op de gezondheid. Om die reden heeft zij samen met mevrouw Baș van D66 een motie ingediend over digitalisering. D66 en de PvdA willen doorpakken op waarmee het bestuur allemaal al is begonnen. De fracties juichen die ontwikkeling toe. Haar fractie wil graag weten wat het college met deze motie gaat doen in het kader van het gezondheidsbeleid. Naast het terugdringen van het gebruik van cannabis en tabak wil het college dat ook doen met andere schadelijke trends in de consumptie. De andere schadelijke trends worden niet benoemd. De PvdA vroeg tijden geleden aandacht voor het gebruik van de waterpijp en vroeg recentelijk aandacht voor het gokken onder jongeren. Momenteel wordt lachgas en XTC een rage. Zij vraagt of de wethouder deze zaken schaart onder schadelijke trends. Dit ziet haar fractie niet terug in het beleid. Ze vraagt de wethouder of dit de denkrichting is van het college. Het college plaatst luchtkwaliteit onder het kopje duurzaamheid. Een belangrijk aspect van de gezondheid van de inwoners van Utrecht is de luchtkwaliteit. Het college beschrijft enkele doelstellingen die in andere nota s terugkomen. Zij vindt dat op zich ook prima. Zij stelde al vragen over hoe dat te controleren. Naast de aandacht voor fysieke maatregelen, mist de PvdA ook aandacht voor bewustwording bij de inwoners. Dan gaat het om de schadelijkheid van activiteiten die de luchtvervuiling veroorzaken. Zij vraagt of het college daar nog iets mee gaat doen. Zij meent te weten dat hiervoor voldoende capaciteit is en vraagt daarop de reactie van de wethouder. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt wat de PvdA bedoeld met het voorlichten over luchtvervuiling. Pagina 48 van 66

138 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw Dibi (PvdA) bedoelt dat heel veel maatregelen zijn ingevoerd. Zij noemt als voorbeeld de milieuzone. Dat is goed. Mensen weten vaak niet waarom dit nodig is. Wat betekent het wanneer de luchtkwaliteit niet goed is? Wat doet slechte luchtkwaliteit met de gezondheid en met de gezondheid van de kinderen? Als het gaat om luchtkwaliteit is daarover niet veel kennis gedeeld. Zij noemt in het bijzonder de krachtwijken. Zij vindt het goed wanneer het college daarover voorlichting zal geven. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt welke voorlichting mevrouw Dibi dan wil. Het lijkt hem slecht om voorlichting te geven over de milieuzone. Hij vermoedt dat de VVD daarmee niet blij zal zijn. Dat lijkt hem terecht. Dat is een politieke beslissing. Hij blijft het ingewikkeld vinden om voorlichting te geven over luchtkwaliteit. Schadelijke effecten hebben ermee te maken dat mensen zich niet kunnen onttrekken aan slechte luchtkwaliteit. Om die reden is dit ook een venijnig politiek probleem. Hij vraagt een voorbeeld van een maatregel van mevrouw Dibi waardoor duidelijk wordt hoe vervuilde lucht te vermijden is. Mevrouw Dibi (PvdA) bevestigt dat het niet mogelijk is om vervuilde lucht te vermijden. Zij spreekt over het bewustwordingsproces. Zij vervolgt met haar inbreng in haar termijn. Het AKO heeft in een recente brief over de volksgezondheidsnota een aantal belangrijke aanbevelingen gedaan voor de gezondheid van ouderen. Deze organisatie doet een aantal zeer belangrijke aanbevelingen. Omdat het college geen doelgroepenbeleid meer inzet, lijken de ouderen uit de nota te zijn geschrapt. De PvdA vindt het belangrijk dat deze doelgroep voldoende aandacht krijgt. Zij krijgt hierop graag een concreet antwoord. Ouderen vormen een kwetsbare doelgroep. Wat gaat de wethouder doen met de aanbevelingen van AKO? Zij dankt de wethouder voor de expertmeeting. Over het geheel genomen was die meeting helder. Op een aantal punten niet. Zij vraagt in dat licht aandacht voor de JOG-aanpak. Tot nog toe heeft de raad geen evaluatie ontvangen. Dit kwam ook aan de orde tijdens de expertmeeting. De PvdA zou graag meer concrete cijfers willen krijgen over wat de JOG-aanpak bewerkstelligd heeft. Zij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat de commissie deze cijfers heeft ontvangen. Hij attendeert op de factsheet, een rapportage over de JOG. Hij vraagt mevrouw Dibi wat zij nog meer wil. Mevrouw Dibi (PvdA) bevestigt dat de commissie een factsheet heeft ontvangen. Die is niet heel erg uitgebreid. Die gaat niet alleen over JOG. Zij zou graag een evaluatie willen van wat de JOG-aanpak heeft opgeleverd. In haar beleving heeft de commissie een dergelijke evaluatie nooit ontvangen. Mevrouw Tielen (VVD) sluit zich aan bij de wens van mevrouw Dibi. De commissie heeft inderdaad een documentatie/opbrengsten-jog-aanpak ontvangen. Een mooi document met veel tekst over mede-eigenaarschap, allianties, verbindingen, faciliteren, stimuleren, regie, et cetera. Zij denkt dat mevrouw Dibi doelt op echte concrete cijfers. Wanneer zij leest dat er een lange adem nodig is, wil zij weten hoeveel tijd die adem moet geven. Een van de pijlers van JOG is wetenschappelijk onderzoek. Utrecht is een van de 80 JOG-gemeenten. Dan zou er toch wetenschappelijk onderzoek beschikbaar moeten zijn? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat over dit onderwerp 20 pagina's geschreven zijn, over de periode 2012 tot 2014 met allerlei succesfactoren, aandachtsgebieden. De raad spreekt altijd over verantwoording te willen krijgen, en tegelijkertijd wil niemand het een te grote bureaucratische last laten worden. Hij pleit voor een weging van wat de raad het college nog aan verantwoording wil vragen om pragmatische redenen. Mevrouw Koelmans (SP) is ook niet op zoek naar uitgebreide rapportages, maar wel naar cijfers. Cijfers ontbreken volledig. Het enige cijfer waarvan zij kennis nam, heeft betrekking op het niet afnemen van het overgewicht in de JOG-aanpakwijken in de afgelopen zeven jaar. Zij ontvangt ook graag cijfers van een nulmeting. Wat is effectiever dan de jongeren elk jaar weer opnieuw op een weegschaal te zetten om ze te wegen? Waarom is het niet gedaan? Hoe kunnen conclusies getrokken worden uit de voortgang? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt dat een nulmeting bijvoorbeeld, eerder aangekaart had moeten worden. Mevrouw Dibi (PvdA) merkt op dat Utrecht hierin een half miljoen investeerde. Zij wil dan ook weten of het werkt. Nu ligt het raadsvoorstel voor, voor volksgezondheidsbeleid. Nu is het moment om daarover te spreken. Mevrouw Podt (D66) vond het even wennen, zoals mevrouw Dibi ook al concludeerde. Het volksgezondheidbeleid is door de complete en brede opzet een heel ander document geworden dan wat de raad doorgaans krijgt. Zij ontvangt veel beleidsstukken in hapklare brokken. Deze nota ervaart zij als een grote paraplu waaronder alles hangt dat te maken heeft met gezondheid. Van gezonde voeding naar inrichting van de openbare ruimten en van beweging naar de Buurtteams. Deze nota bevat een aantal aspecten waarvan D66 heel vrolijk wordt. De participatie voor het tot stand komen van dit document, de actieve samenwerking met een brede kring aan partners, bestaande initiatieven, niet alles zelf willen doen en de keuze voor flexibele opzet en voor flexibele monitoring om goed te kunnen inspelen op nieuwe trends en uitdagingen. Haar fractie is heel blij met de focus op preventie en op het inzoomen op buurten om zo goed mogelijk maatwerk te kunnen bieden. D66 wil nog wel over een aantal zaken spreken. De gezondheidsverschillen zijn al genoemd. De verschillen in levensverwachting in de verschillende wijken zijn ook al genoemd. Zoals ook de stapeling van problemen. D66 vindt dit het belangrijkste aandachtspunt in de komende jaren. De fractie kan zich vinden in de aanpak waarbij de buurt en waarbij maatwerk voorop staan, de samenwerking met verschillende partners in de wijk en de link die gelegd moet worden naar sociaaleconomische problematiek. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of mevrouw Podt ook van mening is of de wijken waarin het het slechtst gaat, het meest intensief benaderd moeten worden. Of moeten wat haar betreft alle wijken gelijk behandeld worden? Pagina 49 van 66

139 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw Podt (D66) weet niet anders dan dat de wijken waar het slecht gaat het meest intensief benaderd worden. Dat lijkt haar uitstekend. Het tweede punt van aandacht is de gezondheid in de openbare ruimte. Bij de Voorjaarsnota is al gesproken over het belang van sport en bewegen in de openbare ruimte. D66 is blij met de aangenomen motie. Zij rekent erop dat bij herinrichting van de openbare ruimte of infrastructuur het bewegen wordt meegenomen en dat bewegen leuker en gemakkelijker wordt gemaakt. D66 vindt dat meer winst te behalen is bij de inrichting van de openbare ruimte. In de nota schetst het college de versterking van de gezondheidsexpertise in alle fasen van de ruimtelijke ontwikkeling. Dat lijkt haar een heel goed idee. Ook haar fractie ziet dat dit niet altijd goed gaat. De afweging tussen gezondheid en andere belangen, valt misschien nog iets te vaak verkeerd uit voor de gezondheid, met speelplekken, scholen, en sportvelden pal langs drukke, vieze en lawaaiige wegen. In de nota is beschreven hoe goede gezondheid een nog prominentere plek krijgt in nieuwe projecten. Zij verneemt ook graag of de wethouder mogelijkheden ziet die bestaande plekken waar het in het verleden niet helemaal goed is gegaan, nog gezonder te krijgen. Hoewel het gezonder is om te voetballen op een veld naast een vieze weg dan helemaal niet te voetballen, wordt het wel gezonder wanneer het voetbalveld in locaties is gevestigd met schone lucht. Innovatie in de zorg is het volgende punt van aandacht. Bij de Voorjaarsnota werd gesproken over de combinatie van zorg en technologische ontwikkelingen. Dat punt bracht GroenLinks in. D66 kijkt uit naar de bijeenkomst die de wethouder hierover wil organiseren. D66 is blij met de inzet op vernieuwing in de nota. De expliciete aandacht voor zaken als nudging (het aantrekkelijk maken van gezonde keuze) en voor de opkomst van zorgcoöperaties. In de praktijk is te zien dat veel initiatieven om de zorg slimmer te maken nog stuk lopen op regels, processen en het gebrek aan herkenbaarheid voor de gemeente. Wanneer iets niet in een standaardhokje past zoals het altijd is gedaan dan is een initiatief lastig in te passen of te financieren, zo blijkt maar steeds. Het CDA, de VVD en D66 en recentelijk ook Groen- Links namen het initiatief voor een expertmeeting over zorgverslimming. Die expertmeeting zal in het najaar plaatsvinden. Zij hoopt dat het college ook in de tussentijd alles zal doen om nieuwe innovatieve zorginitiatieven zo gemakkelijk mogelijk te maken. Zij hoort hierop graag de reactie van de wethouder. De vraag is dan hoe verder. D66 is heel blij dat de nota expliciet aangeeft dat participatie niet stopt en dat de inwoners expliciet worden uitgenodigd om initiatief te nemen, bij te dragen en mee te denken. In de participatie rond zorg en in de toegang tot zorg is het essentieel dat iedereen ook toegang heeft tot begrijpelijke, relevante en bruikbare informatie over gezondheid, over de beschikbare initiatieven en faciliteiten van ook niet overheidpartners en voor wat en wie men waar terecht kan. Haar fractie is benieuwd op welke manier het college de communicatie zal vormgeven en wie daarvoor verantwoordelijk is. Dit ook weer in het geval van de niet-overheidpartners. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat dit document leest als een uitnodiging aan de stad. Vorige week bij de Voorjaarsnota is daarover uitgebreid gesproken. Zij vraagt of mevrouw Podt vindt dat dit document is opgesteld in B1-niveau taalgebruik. Mevrouw Podt (D66) antwoordt ontkennend. Zij vraagt zich af of de raad iets van een eenduidig en toegankelijk overzicht kan verwachten en op welke manier dit proactief op B1-niveau naar inwoners gecommuniceerd zal worden. D66 vindt het heel mooi dat het college kiest voor flexibele opzet zodat slim is in te spelen op de actualiteit. Bij een dergelijke flexibele opzet hoort ook de geschetste nieuwe manier van monitoren: meer kwalitatief, meer horizontaal en met oog voor de eindgebruiker. Haar fractie ziet dit voorstel daartoe graag tegemoet. Zij kan zich zeer vinden in het idee van een visitatiecommissie. Zij hoopt van harte dat dit van de grond komt. Dat is een hele mooie manier om meer te leren over wat er goed gaat en wat nog beter kan. Zij wenst het hele college heel veel succes met deze volgende stappen. Mevrouw De Regt (GroenLinks) complimenteert de wethouder met deze nota. Zij las met plezier en interesse deze nota en deels ervóer zij de laatste versie van de nota vanwege de doorklikmogelijkheden. Het beleid past bij de andere inzet in het sociale domein. Dat is goed te merken en te zien. Ook is het duidelijk dat in het proces veel inspraak is geweest. Zij verwijst daarvoor naar de mails van de belangrijke partners in de stad gedurende het proces van wording. GroenLinks onderschrijft de visie dat volksgezondheid samenhangt met allerlei maatschappelijke omgevingsfactoren en dat het college dat beleid moet borgen binnen de verschillende programma's van de gemeente. Dit ziet GroenLinks als de kracht van het nieuwe volksgezondheidbeleid, maar tegelijkertijd beseft haar fractie dat daarin ook de zwakte schuilt. Veelal is sprake van parallelbeleid waarbij de resultaten van de inspanningen niet altijd in termen van volksgezondheid geëxpliciteerd worden. Parallelbeleid is nog geen integraal beleid en vraagt om andere sturing en regie maar vraagt misschien ook om een andere manier van rapporteren naar de raad zodat de raad een breed en integraal beeld krijgt. Het college spreekt in het meegestuurde overzicht bovendien over kansen op andere beleidsterreinen. Dat roept onmiddellijk de vraag op in hoeverre vanuit deze portefeuille te sturen is op die kansen. De vraag is ook welke naar kant die kansen zullen uitvallen. Zij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Het document en het beleid worden als uitnodiging aan de stad gepresenteerd om het initiatief te nemen en de samenwerking te zoeken. Mevrouw De Regt merkt op dat beleidsdoelen vaak niet meer gerealiseerd worden via een uitvoerende rol van de gemeente, maar veelal via andere instituties. Daarbij dringen zich vooral vragen op Pagina 50 van 66

140 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli over vrijblijvendheid en sturing. Zij vraagt of dit document ook daadwerkelijk als uitnodiging wordt ervaren en hoe de wethouder deze uitnodiging aan kracht zal laten winnen in de komende periode zodat die daadwerkelijk breed landt en opgepakt wordt in de stad. Zij vraagt of dit uitgewerkt wordt in de agenda voor initiatief waarnaar wordt verwezen. Is er bijvoorbeeld sturing op onderdelen van het beleid, met in gedachten de wetenschap van ongekend grote verschillen in een gezonde levensverwachting, wanneer de uitnodiging onvoldoende gehoor vindt of wanneer de uitnodiging in een aantal wijken onvoldoende landt. Vragen deze uitnodigingen ook om nieuwe coalities in de stad? Is dat nu juist een taak van de gemeente om nieuwe coalities en de vorming daarvan te faciliteren en stimuleren? Deze opmerkingen komen alle terug op een succesvol volksgezondheidbeleid. Een dergelijk beleid was in het verleden zelden vrijblijvend. Een deel wordt heel breed opgelegd. GroenLinks is blij dat het concept Positieve Gezondheid van Machteld Huber centraal staat. Gezondheid in termen van functioneren, van veerkracht en participatie. Zingeving is een van de 6 dimensies die Machteld Huber benoemd (de spirituele existentiële dimensie van gezondheid). Tijdens de Raadsinformatieavond werd juist hiervoor aandacht gevraagd. Deze dimensie wordt in de nota gemist. Die constatering was overigens geheel in lijn met de uitkomsten van het onderzoek van Huber zelf. Daaruit blijkt dat beleidsmakers deze dimensie van gezondheid het minst op het netvlies hebben, terwijl mensen met gezondheidsproblemen hun naaste omgeving en hun directe zorgverleners deze dimensie, zingeving en de dimensie kwaliteit van leven als de belangrijkste noemen. Als deze dimensie in de nota ontbreekt, wordt daarop ook onvoldoende uitnodiging gevoeld. Zij vraagt de wethouder of hij de uitnodiging om alle dimensies van wat bijdraagt aan gezondheid goed en herkenbaar wil formuleren. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) noemt de woorden van de GroenLinks fractie over zingeving warm. Dat doet hem goed. Hij heeft die woorden in de Raadsinformatieavond ook gehoord. Hij vraagt welke mogelijkheden mevrouw De Regt ziet om deze essentiële dimensie te versterken. Daarop een impuls geven werd door zijn fractie gezien als nog wel behoorlijk ingewikkeld. Wellicht heeft de GroenLinks fractie daarbij meer succes gehad? Hoe ziet mevrouw De Regt dit. Mevrouw De Regt (GroenLinks) vindt dit een hele lastige vraag. Hij ontbreekt niet voor niets in de nota. Dit staat bij ambtenaren niet op het netvlies. Zij stelt dat de heer Van Ooijen van haar taalgebruik kan afleiden dat het ambtelijk gedachtegoed haar niet helemaal vreemd is. Ook bij haar zit dit in eerste instantie in de uitwerking niet op het netvlies. Zij vindt het wel van belang op te merken dat andere discussies worden aangegaan om nieuwe initiatieven daarmee uit te dagen wanneer gezondheid niet alleen als doel gesteld wordt, maar vooral als middel om mensen hun leven op een manier vorm te laten geven zo dat het een zinnig en betekenisvol leven is. De initiatieven die daaruit voortkomen kunnen op het eerste gezicht ervaren worden als buiten gezondheidsbeleid vallend. In die zin vestigt zij haar hoop op de toekomst. Door de uitnodiging anders te formuleren, trekt de gemeente andere initiatieven aan. In de bijlage wordt gesproken over een overkoepelend budget. Daarvoor is aandacht in de programmabegroting. Ook is duidelijk dat de uitwerking van de indicatoren om aandacht vraagt. De belangrijkste vraag waarop haars inziens in de komende maanden antwoord moet komen, is hoe de resultaten van het beleid inzichtelijk te maken, en waar kan en wil de wethouder op aangesproken worden. Voor GroenLinks geldt dat de wethouder in feite met deze nota ruimte vraagt om met de stad te bouwen aan een gezonde toekomst. GroenLinks wil die ruimte gaan geven onder de voorwaarde dat de raad intensief betrokken wordt bij de wijze waarop het college de monitor van het beleid zal vormgeven. Hoe krijgt de raad een beeld van de resultaten en van de maatschappelijke opbrengst. Hoe zijn de resultaten te bezien op de verschillende beleidsterreinen en wat deze in samenhang betekenen? Hoe krijgt de raad zichtbaar dat er een goede balans is tussen uitnodigen en sturen. Zij ziet graag de uitnodiging van de wethouder tegemoet om als commissie met de wethouder een stevig gesprek te voeren over de monitoring die de beleidsuitvoering gaat vergezellen. Mevrouw Metaal (CDA) ervaart een dilemma. De volksgezondheidnota schetst een beeld waarbij zij zich niet kan voorstellen dat er iemand tegen kan zijn: een stad waar inwoners gezond en veerkrachtig, zich gezond voelen en gezond blijven met een stadsbrede insteek, een wijkgerichte aanpak en met speciale aandacht voor kleine kinderen. Zij zou er zomaar voor gaan. Tijdens de Raadsinformatieavond is de raad verteld dat de vernieuwende aanpak die het college voorstaat, vergt dat de raad vertrouwen moet hebben in mensen die meewerken en dat de raad daarbij moet accepteren dat controlerende functie dan minder is. Daar wringt wat haar betreft de schoen. Zij zit in de raad onder meer vanwege die controlerende functie. Het gezondheidsbeleid is een groot onderdeel van beleid, zeker omdat dit beleid verdeeld zal worden over alle wethouders. Dat principe juicht zij toe. Op zich juicht het CDA ook toe dat in de nota gekozen wordt voor een aanpak van onderaf. Het gaat daarbij om de versterking van mensen. Zij vindt het moeilijk om in de nota te lezen waarvan de raad iets kan vinden. De nota staat bol van welwillendheid, maar veel minder bol van acties. De gemeente gaat zich inzetten, sluit zich aan bij, gaat uitnodigen, gaat verbinden, stimuleren, gaat in gesprek met, een monitor versterken, doorontwikkelen, gaat benoemen en meewegen, gaat investeren in jeugd en is alert. De CDA fractie vraagt zich af wat de gemeente nou precies gaat doen. Zij merkt op dat al die welwillendheid veel geld kost. De punten uit de bijlage voor de portefeuille Volksgezondheid maken het iets concreter, maar nog niet heel erg veel. Het CDA heeft met een aantal andere partijen zorgen over de aandacht voor geestelijk welzijn en zingeving. Pagina 51 van 66

141 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw Dibi (PvdA) steunt de wethouder in dezen. Zij is het eens met mevrouw Metaal dat het gaat om een nota met een breed perspectief. Het is een groeidocument. Onder deze nota vallen heel veel andere nota's. De raad heeft twee bijlagen ontvangen met hele concrete doelstellingen. Zij vraagt of dat het punt is van mevrouw Metaal, dat de punten niet concreet genoeg zijn. Of gaat het haar meer om de samenhang met alle anderen die bij elkaar moeten komen en hoe dat dan te controleren? Zij vraagt daarover meer duidelijkheid. Mevrouw Metaal (CDA) merkt op dat zij in de nota doelstellingen leest. Die doelstellingen zijn nog niet uitgewerkt. Het gaat daarbij om het maken van politieke keuzes. Die politieke keuzes vindt zij ontbreken. Mevrouw De Regt (GroenLinks) hoort mevrouw Metaal zeggen dat doelstellingen nog niet zijn uitgewerkt. Zij merkt op dat dit de kern is van deze nota, dat die uitwerking volgt, juist in samenhang met de partijen die ook aan de uitvoering gestalte moeten geven. Dan rest de vraag of mevrouw Metaal het niet eens is met de rol die de gemeente hierin neemt. Mevrouw Metaal (CDA) schetst het dilemma dat zij het op zich begrijpt en dat zij op de Raadsinformatieavond met betrokken ambtenaren heeft gesproken. Uit wat zij hoorde spreekt heel veel goedwillendheid en klinken heel veel goede ideeën, maar het maakt het voor de raad moeilijk. Ze begrijpt dat één en ander nog uitgewerkt moet worden. Zij verwacht ook van verschillende onderdelen nog een uitwerking te krijgen in de komende jaren waarin dit beleid vorm gaat krijgen. Zij ervaren het als lastig om hierover een oordeel te vellen in haar rol van raadslid. Mevrouw Podt (D66) attendeert op pagina 28 onderaan. Daar staat letterlijk dat bij de programmabegroting 2016 een voorstel zal worden gedaan. Daar staat concreet bij wat dat voorstel behelst. Zij adviseert mevrouw Metaal het vervolg af te wachten. Mevrouw Metaal (CDA) vervolgt haar bijdrage in haar termijn. Haar fractie maakt zich zorgen met een aantal anderen over het geestelijk welzijn en zingevingvragen. Zij bevestigt dat dit niet voorkomt in de nota. Op de Raadsinformatieavond kwamen de zorgen daarover aan bod. Daarbij ging het onder meer over de geestelijk verzorgers die overal worden wegbezuinigd. Die weg bezuiniging vindt niet altijd plaats vanwege gemeentelijk beleid. De wegbezuiniging op zich komt wel ten laste van bewoners die zelf niet meer gemakkelijk buiten kunnen komen om bijvoorbeeld naar een kerk te gaan. En mogelijk behoren de bewoners niet tot een kerk maar hebben op dat gebied veel steun nodig. Juist voor mensen in een langdurige intramurale zorg kunnen zingevingvragen spannend zijn. Daarop zou begeleiding moeten zijn. De langdurige zorg is niet helemaal gemeentelijk beleid. Zij zou toch willen vragen of de gemeente een rol kan spelen in samenspraak met de organisaties die daar wel voor zorgen. Daarbij gaat het om de vraag hoe het mogelijk is de geestelijke verzorging aan te bieden. Mevrouw Dibi (PvdA) begrijpt het punt van de zingeving. Zij somt op dat er moskeeën, kerken, synagogen zijn die dat zelf allemaal prima kunnen regelen. Ze vraagt of mevrouw Metaal dit een taak van de overheid vindt. Mevrouw De Regt (GroenLinks) komt terug op het begrip zingeving zoals dat in het concept betekenis krijgt. Zingeving gaat niet alleen over geloven en religie. Zingeving gaat over of mensen in staat zijn om doelen en idealen na te streven en of zij een toekomstperspectief ervaren en of zij kunnen accepteren wat hun situatie hen brengt. Daarbij kan het gaan over hun gezondheidsstatus en wat zij daarin nog kunnen veranderen. Het is een veel breder begrip dan wat kerken, moskeeën of synagogen kunnen opleveren. Daarom past het ook veel beter in het volksgezondheidsbeleid. Mevrouw Metaal (CDA) geeft het antwoord van mevrouw De Regt aan mevrouw Dibi. Wanneer iedereen aangesloten zou zijn bij een kerk, zou zij dat inderdaad zeggen. Heel veel kerken doen dit ook met bijvoorbeeld pastoraal bezoek et cetera. Heel veel mensen zijn niet thuis in een kerk in Utrecht. Vanuit een intramurale verzorgingspositie is het vrij moeilijk om thuis te geraken in een kerk of in een moskee. Dan zijn er ook nog mensen die wel zingevingvragen hebben, maar zich niet thuis voelen in het concept van een kerk of een moskee of in het concept van welk (religieus) instituut dan ook. Die kunnen wel hulp nodig hebben om inderdaad nog zin te geven aan hun leven. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt naar de ideeën van het CDA voor de versterking van dit punt. Mevrouw Metaal (CDA) verwijst naar de inbreng van een geestelijk verzorger in de Raadsinformatieavond over dat hij met een aantal andere partijen een samenwerkingsverband is aangegaan. Dat verband wil van alles ondernemen maar ontbeert ondersteuning. Zeker de langdurige intramurale zorg is niet alleen gemeentelijke zorg. Wellicht kan de gemeente daarin zelf een rol spelen om zaken te faciliteren. Zij sluit zich aan bij zorgen van de PvdA over ouderen. Ouderen zijn niet generiek kwetsbaar. Binnen de groep ouderen komen wel problemen voor en kwetsbaarheid vanuit ouderdom. Het CDA wil ervoor pleiten dat hiervoor afzonderlijke aandacht is binnen het volksgezondheid, zoals er ook aandacht is voor jeugd en specifieke zaken die veel voorkomen bij jeugd, geldt dat hier ook. Al eerder is gepleit hierover iets op te nemen in de monitor en hiervoor blijvende aandacht te houden. Mevrouw Dibi (PvdA) is blij dit te horen. Zij heeft begrepen dat het CDA niet voor doelgroepenbeleid is. Het CDA steunde ook de motie niet van de PvdA. Zij vraagt hoe mevrouw Metaal dat in die relatie ziet. Mevrouw Metaal (CDA) heeft een motie niet gesteund die op een hele andere doelgroep was gericht op het gebied van arbeidsmarktbeleid. Haar fractie pleitte vorig jaar al voor een afzonderlijke monitor op ouderengezondheid. Mevrouw Dibi (PvdA) bevestigt de juistheid van de inbreng van mevrouw Metaal. Zij vindt het niet het antwoord op haar vraag. Zij vraagt het CDA waarom ouderen wel en andere groepen niet. Mevrouw Metaal (CDA) zet uiteen dat hier gesproken wordt over gezondheidsbeleid. Daarbij heeft zij gezegd dat ouderen kwetsbaarheid en gezondheidsproblemen met zich kunnen meenemen die veroorzaakt zijn door ouder- Pagina 52 van 66

142 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli 2015 dom. De gemeente voert ook beleid op speciale gebieden die veel voorkomen bij jongeren. Zij vraagt aandacht daarvoor en dat is in haar beleving hetzelfde als wat de PvdA vraagt Mevrouw Tielen (VVD) vindt gezondheid een van de belangrijkste voorwaarden voor een goede kwaliteit van leven. Gezondheid speelt daarom een belangrijke rol in het leven van de Utrechters. Zij vraagt zich af of de wethouder gezondheid en kwaliteit van leven in het verlengde van elkaar ziet. Of zit daarin een grote overlap? De term kwaliteit van leven komt nergens in de nota voor. Wanneer sprake is van in het verlengde van elkaar, vraagt zij of de wethouder het met haar eens is dat een gezonde keuze niet altijd de keuze is voor de beste kwaliteit van leven. Hoe moet de gemeente daarmee omgaan? Dit gaat over hele persoonlijke zaken. De gemeente maakt daarover beleid. Zij vindt het fijn dat het gezondheidsbeleid er nu is. Hierin is veel werk gestopt. Het beleid op hoofdlijnen klinkt mooi. Het ziet er mooi uit. Veel mensen gaven al hun complimenten. Maar ook haar fractie heeft de behoefte aan een doorkijkje naar de praktijk. Wat zijn de gekwantificeerde ambities? Wat zijn de gemeentelijke beleidsdoelen? Hoe zit het uitvoeringsprogramma eruit? Zij kan wachten tot de programmabegroting, maar zij had dit nu al graag gezien. Utrecht is de gezondste grote stad van Nederland. In Utrecht zeggen de meeste mensen een goed tot zeer goed ervaren gezondheid te hebben. Groter dan de andere drie steden en groter dan het landelijk gemiddelde. Utrecht blinkt ook uit in een van de andere indicatoren. Zij noemt dan overgewicht als een belangrijke indicator voor andere gezondheidsproblemen. Utrecht heeft het laagste percentage mensen van de grote steden met een groot overgewicht maar ook lager dan gemiddeld in Nederland. Dat brengt haar terug bij de vraag wat de gekwantificeerde ambities van de gemeente Utrecht zijn. Mevrouw De Regt (GroenLinks) legt de vraag voor hoe het komt dat Utrecht zo gezond is. Komt dit niet ook doordat de stad gemiddeld een redelijk goed inkomen heeft vergeleken bij dat gemiddelde van andere grote steden, dat Utrecht een jonge hoog opgeleide bevolking heeft. Hoe zouden zij dit terug willen zien en vertaald in het volksgezondheidbeleid? Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of mevrouw Tielen het eens is met de PvdA dat de ambitie van de stad beter kan. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat het altijd beter kan. Daarom is het ook goed om te zien hoe groot die stap naar de verbetering dan kan zijn. Mevrouw De Regt heeft helemaal gelijk. Utrecht heeft inderdaad de hoogst opgeleiden ten opzichte van de andere grote steden en ten opzichte van het gemiddelde in Nederland. Die hoge opleiding draagt daar zeker aan bij. Daarom zou zij het prettig vinden wanneer de wethouder zich uitspreekt over dat het misschien wel zijn aller belangrijkste doel is om het verschil te handhaven of te verkleinen. Zij verneemt dat graag van de wethouder. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn met vast te stellen dat haar fractie veel vragen heeft. Zij beperkt zich tot enkele strategische en tactische vragen. Zij zou graag willen weten wat het Everhardt-effect gaat worden, kijkend naar gezondheid. Waar ligt volgens de wethouder de mijlpaal die hij vanuit deze portefeuille wil gaan bereiken. Gaat dat inderdaad over percentages overgewicht, ervaring van gezondheid en dergelijke zaken? Zij is heel benieuwd naar zijn antwoord hierop. Het beleid wordt nieuw genoemd. Mevrouw Tielen denkt dat dit vooral te maken heeft met de rol die volksgezondheid in alle andere portefeuilles ook moet gaan spelen. Wat gaat de gemeente op deze portefeuille echt anders doen. Zij verneemt graag het verschil. Zij leest dat nog niet tussen de regels door. Kijkend naar de andere portefeuilles vraagt mevrouw Tielen zich af of de wethouder in elk raadsvoorstel vanuit Wonen, Ruimtelijke Ordening, of Werk en Inkomen een paragraaf zal opnemen over de impact van het raadsvoorstel op de volksgezondheid. Heeft de wethouder dit in gedachten? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of de VVD een afzonderlijke paragraaf in de verschillende beleidssectoren in gedachten heeft. Mevrouw Tielen (VVD) antwoordt ontkennend. Zij vervolgt haar bijdrage in haar termijn. De VVD is het eens met de stelling dat gezondheid primair de verantwoordelijkheid is van mensen zelf en ook dat gezondheid veel raakvlakken heeft met alle mogelijke andere aspecten van een mensenleven. De VVD zou graag willen dat dit dan ook specifiek daarop wordt ingesteld. Zij vraagt zich af wat in dit licht een uitnodiging aan de stad ideeën in te brengen, betekent. Mevrouw Dibi (PvdA) verwacht van een liberaal dat de uitgangspunten in deze nota (eigen verantwoordelijkheid) haar toch zullen aanspreken. Mevrouw Tielen (VVD) bevestigt dat dit haar aanspreekt. Zij vraagt opnieuw naar wat die uitnodiging betekent. Wanneer het college redeneert dat de gezondheid primair de verantwoordelijkheid is van de mensen zelf en de dierbaren om hen heen, zal de stad ervoor moeten zorgen dat er een goed kader is om het daarbinnen te realiseren. Dat betekent dat de gemeente geen onnodige stress organiseert, of vervuiling. Wanneer dat het is, kan zij zich daarbij aansluiten. Nu nodigt het college meerdere keren in deze nota de stad expliciet uit ideeën en initiatieven in te brengen. De vraag is wat dat is. Zij wil dat heel graag weten. Gesproken is al over de JOG-aanpak. Afgelopen dinsdagavond werd daarover al een Raadsinformatieavond gehouden. De VVD is redelijk geschrokken van de vrijblijvendheid van deze aanpak in relatie tot de kosten, de efficiëntie en de effectiviteit. Zij vraagt de wethouder in hoeverre hij gelooft in deze aanpak. Wanneer hij daarin gelooft, gelooft hij dan ook in de onderdelen zoals leren van fouten, onderzoek doen, en bijsturen. Wanneer dat het geval is, is het mogelijk verstandiger het geld even niet te oormerken dat nu alweer vastgesteld is voor het Pagina 53 van 66

143 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli komend jaar en met de raad in debat te gaan over wat een betere aanpak zou kunnen zijn om jongeren op gezond gewicht te houden en hoe dat past in dit beleid. Mevrouw Podt (D66) merkt op te hebben gezien dat deze aanpak op sommige plekken iets langer loopt en op andere nu één, twee of drie jaar. Dat lijkt haar nog heel erg weinig voor een enorm gecompliceerde problematiek. Zij is heel erg eens met haar collega wanneer zij zegt eens goed te gaan kijken naar waar dit uiteindelijk op uitdraait, welke effecten dit genereert. Zij waakt ervoor nu al daarop een rem te zetten. Mevrouw De Regt (GroenLinks) voert aan dat haar opmerking deels betrekking heeft op een ander aspect. Vanavond zal gesproken worden over het budget voor krachtwijken. Veel discussie wordt gevoerd over of gezondheidsbeleid specifiek ingezet moet worden op sommige groepen. Juist omdat dit nu in het krachtwijkenbudget zit, zou te zeggen zijn dat er een kans is dat het terechtkomt bij juist die groepen die een grotere kans hebben op jongeren met ongewenst overgewicht. Het zou dan niet goed zijn om dit geld uit dat budget te halen en naar volksgezondheidsbeleid over te hevelen omdat dit geld dan breed in de stad terecht kan komen. Zij vraagt hierop een reactie. Mevrouw Tielen (VVD) attendeert op de ondertitel Gezonde stad, gezonde wijk, gezonde start. Zowel in gezonde wijk als in gezonde start refereert het college aan dit programma. Zij ziet dat gevaar niet. Een andere vraag is of het geld terechtkomt bij de doelgroep. Heel veel JOG-geld gaat naar mensen die dingen doen. De vraag is dan wel of de goede dingen worden gedaan. Mevrouw Podt vroeg of het dan niet te vroeg is om op dat geld een rem te zetten. Zij denkt dat nu het moment is om gezamenlijk te kijken naar of het effectief en efficiënt is. Zij vraagt de wethouder bij voorkeur om in gesprek te gaan met de raad en dinsdagavond nog iets dieper te gaan op de vraag of het college nu echt de goede keuze maakt in deze raad. Mevrouw Podt (D66) vraagt ter verificatie of de VVD echt van mening is dat bij iets dat zo gecompliceerd is na een dergelijke korte periode te zeggen is dat dit het moment is om dit te gaan bepalen. Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat de JOG-aanpak ook in andere steden actief is en vaak al veel langer. Ook in Utrecht bestaat die aanpak in sommige wijken al zeven jaar. Zowel in andere steden als in Utrecht heeft dat tot nog toe geen enkel effect gehad. Zij ondersteunt het betoog van mevrouw Tielen. De voorzitter stelt voor dat de commissie dit onderwerp kan laten rusten nu de standpunten duidelijk zijn. Mevrouw Tielen brengt het begrip effect based politics hiermee in verband. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn met in te gaan op het onderwerp tabak. Zij is blij met de uitspraak van de wethouder dat het beleid expliciet op tabak en cannabisgebruik wordt gericht in de vorm van preventie bij de jeugd. Zij hoopt dat dit op hetzelfde niveau kan komen als alcoholpreventie. Zij verneemt graag van de wethouder hoe hij volgend jaar de bespreking van preventie van het gebruik van alcohol en tabak ziet. De gezondheidsmonitor zoals die nu bestaat, ervaart mevrouw Tielen als veel inzicht gevend in allerlei indicatoren rondom gezondheid. Zij vindt het plezierig dat er een meer kwalitatieve component in aantocht is. Zij vindt visitatie ook een goed idee, maar dan moet het bestuur concreet weten waar het naar toe wil. Wat verandert er met de nota voor de bewoners zelf? Mevrouw Koelmans (SP) stelde een aantal maanden geleden schriftelijke vragen samen met andere fracties over het toegenomen aantal verwarde mensen op straat. Onlangs hadden de fracties een ontmoeting met een vertegenwoordiger van de politie en met een vertegenwoordiger van Altrecht. Uit die ontmoeting bleek dat momenteel een pilot gaande is met het oog op een snellere aanpak van verwarde mensen op straat waarbij de psychiater heel snel een beoordeling kan doen op afstand bij een aanhouding. Dit lijkt haar heel goed. Nu is daarbij wel een klein probleem. De pilot loopt niet in de avonden, de nachten en in de weekenden. De pilot loopt alleen tijdens kantooruren. De betrokken partijen geven aan dat er geen geld is om dit in de weekenden en in de avonduren uit te breiden terwijl dat zeer gewenst is omdat juist dan de meeste aanhoudingen plaatsvinden. Zij vraagt de wethouder of hij enig idee heeft waar dit geld vandaan zou kunnen komen. Ze refereert hierbij aan bladzijde 17 van de nota. Daarin staat dat veel expertise bestaat op de openbare geestelijke gezondheidzorg en verslavingszorg. Korte lijnen zijn er met zorgpartijen. De gemeente wil die voortzetten. Mogelijk zou het daarin kunnen passen. Is de wethouder het eens met de SP dat de gemeente op het punt van JOG beter ten halve keert dan ten hele dwaalt. Zou het wellicht beter zijn om toch te stoppen met JOG? Zij ontving ambtelijk een overzicht van de financiering die hiermee gemoeid is. Zij zou graag in dat overzicht een uitsplitsing willen zien van de daarin genoemde posten: namelijk de ambtenarij, de JOG-adviseurs, de communicatie en de projecten. Hoeveel geld gaat naar elke post? Mevrouw Dibi (PvdA) is ook kritisch en vroeg om cijfers. Zij opteert ervoor eerst inzicht te krijgen in de cijfers voordat het bestuur gaat spreken over stoppen. Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat helaas zeven jaar geleden niet een goede nulmeting is gedaan. Uiteraard is die gedaan op wijkniveau. Daarbij is te zien dat 25% in de JOG-aanpakwijken overgewicht had en dat dit nu nog steeds het geval is. Daarvan zeiden de wethouder en bezoekers van de expertmeeting dat dit cijfer niet goed te vergelijken is omdat elk jaar veranderingen plaatsvinden in het jongerenbestand door onder meer verhuizingen en schoolverlating. Er is geen volgactie geweest bij de jongeren. Een dergelijke actie zou eenvoudig uit te voeren zijn geweest omdat jongeren elk jaar naar de schoolarts gaan. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op richting mevrouw Dibi dat zij niet denkt dat het nu het voorstel is om direct met JOG te stoppen. Dé JOG bestaat in haar beleving niet. Dat is een verzamelbegrip. Het voorstel nu is een pas op Pagina 54 van 66

144 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli de plaats om als bestuur van de stad te bepalen wat belangrijke indicatoren zijn en waaraan dat is af te meten om na te gaan hoe een aanpak is in te steken gericht op de bestrijding van overgewicht. Mevrouw De Regt (GroenLinks) vult aan dat de JOG-aanpak heel erg wordt teruggebracht tot het terugdringen van overgewicht. Kijkend naar het concept voor gezondheid is het aanleren van gezondheidvaardigheden en het maken van gezonde keuzes en gezamenlijk daarvoor de verantwoordelijkheid nemen de grote waarde van JOG. Mevrouw Koelmans (SP) gaat er vanuit dat dit zich ergens in moet vertalen. Die vertaling ontbreekt en is ook in effecten niet terug te zien. Zij is het eens met mevrouw Tielen en met anderen zich af te vragen wat er met de nota voor bewoners verandert vergeleken met de vorige nota s. Dat werd haar niet duidelijk. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) schetst het brede perspectief van deze nota. Het is interessant om na te gaan hoe divers dit beleid is. In die zin is zijn fractie voorstander van specifieke doelstellingen. Zijn fractie heeft wel een groot begrip voor het abstractieniveau van deze nota. Zijn fractie is lovend over de inzet op een public valuemanagementbenadering van het volksgezondheidbeleid. Dat is een moderne bestuurskundige filosofie en toont moed en een vooruitstrevende blik van het bestuur. Interessant is dat juist die benadering uitgaat van een bepaald abstractieniveau maar ook van een andere manier van verantwoorden en van minder kwantificering en van meer uitgaan van vertrouwen. Juist vanuit deze filosofie is het van belang dat dit ergens in de raad zal landen. Zijn fractie is daarvan een voorstander en complimenteert de wethouder en ook de ambtelijke ondersteuning die deze keuzes hebben gemaakt. Mevrouw Tielen (VVD) kan in grote lijnen met de heer Van Ooijen meedenken. Ook zij houdt van die waarden. Zij leest alleen een curieuze zin in dit document. Zij vraagt zich af wat de heer Van Ooijen daarvan vindt. Het gaat hier om het waardegedreven beleid en zij leest dan..de maatschappij verandert continu, daarmee veranderen de waarden mee.. Is de heer Van Ooijen het ook dáármee eens? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat een aantal waarden benoemd zijn. Het is in zijn beleving de bedoeling dat die waarden langjarig meegaan. Hij heeft niet de indruk dat de gemeente volgend jaar op basis hiervan alweer andere waarden heeft. De waarden in de samenleving kunnen effect hebben op het bij elkaar brengen van partijen. Hij sluit zich aan bij de opmerkingen die gemaakt zijn over dat het ingewikkeld is om het onderscheid te zien met de eerdere nota. Dat blijft lastig ook gezien de lijst met de meer gespecificeerde doelstellingen. Met betrekking tot de opmerkingen die gemaakt zijn over de geestelijke verzorging is de heer Van Ooijen benieuwd naar de reactie van de wethouder. Hij is ook heel benieuwd naar wat straks in de programmabegroting gaat komen in een interactieve monitoring. Hij wacht voor nu de antwoorden af en kijkt vervolgens uit naar de begroting. De heer Valkenburg (Student & Starter) vindt dat de wethouder goede stappen zet in het gezonder maken van de stad. Te lezen is in het document dat een gezonde stad nooit af is. Om die reden kan de nota nooit echt af zijn. In een gezonde stad is een belangrijke rol weggelegd voor de Buurtteams en vrijwilligers. Wel moet het bestuur ervoor waken de Buurtteams niet te overvragen. De SP heeft met het oog op het voorkomen daarvan een lijst opgesteld. De heer Valkenburg vindt die lijst mooi. Zijn fractie krijgt signalen dat de Buurtteams soms niet de juiste instrumenten in handen hebben om hun werk te doen. De fractie van Student & Starter vindt dat de Buurtteams die instrumenten wel moeten hebben. De Buurtteams vroegen aan zijn fractie waar Buurtteams terecht kunnen wanneer zaken niet goed gaan. Waar kunnen de Buurtteams die melden? Is er een contactpersoon voor hen? Hij denkt hierbij aan hardnekkige ICT problemen of een afdeling van de gemeente die onbereikbaar is voor het Buurtteam. Ten tweede besteedt hij aandacht aan de samenhang met andere programma's. Student & Starter vindt de integrale aanpak heel fijn. In een gezonde stad kunnen mensen buiten sporten. D66 heeft hierover iets gezegd in deze vergadering. Zijn fractie is er benieuwd naar of de wethouder in dit kader aandacht heeft gehad voor de Oosterspoorbaan die momenteel ontwikkeld wordt. Daar zouden wat hem betreft sportvoorzieningen in de openbare ruimte kunnen komen. Misschien is dat ook mogelijk langs de Singellooproute waar mensen tijdens een hardloopevenement kunnen sporten. Hij vraagt of het college de universiteit Utrecht hierbij heeft betrokken als het gaat om wetenschappelijk onderzoek. In de Raadsinformatieavonden gaf de VU acte de présence. Hij zag de Universiteit Utrecht nog niet vertegenwoordigd. Vanochtend sprak hij nog een gezondheidswetenschapper van de Universiteit Utrecht die heel benieuwd is naar wat de gemeente Utrecht momenteel aan het doen is. De universiteit zou heel graag willen meewerken en de studenten onderzoek willen laten doen in de stad. Dat zou zijns inziens aan de stad ten goede komen. De heer Stahl (Stadsbelang) deelt mee dat alles wat hij had willen zeggen al gezegd is Wethouder Everhardt dankt de commissie voor de complimenten. Ze zijn ook goed gehoord door de ambtelijke ondersteuning. Hij bevestigt dat deze nota een andere insteek heeft en noemt in dat verband in het bijzonder de public valuemanagement van de heer Van Ooijen. Het college wil de publieke waarde centraal stellen. Met deze Pagina 55 van 66

145 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli nota wil het college ook rekenschap geven aan dat volksgezondheid in alle onderdelen van beleid op verschillende manieren een rol speelt. Het college wil zich daartoe verhouden. Mogelijk zijn de acties die hier op te voeren zijn niet heel concreet te maken. Zeker is dat het gaat om hard werken. Hij zegt dit in het bijzonder richting mevrouw Metaal van het CDA. Dat betekent dat steeds een inspanning verricht moet worden om het goede te laten doen. Het streven is steeds om gezamenlijk meerwaarde te creëren. Deze werkwijze is al langere tijd beproefd in het volksgezondheidsdomein. Dit gaat nu ook in de rest van de stad gebeuren. Daarmee heeft het college ook het vraagstuk te pakken van hoe de raad zijn rol goed kan vervullen. Hij is zich bewust van de noodzaak om hieraan bijzondere aandacht te besteden. De programmabegroting geeft hierin al meer inzicht, maar nog niet 100% van wat partijen gezamenlijk moeten oppakken. Hij neemt de uitnodiging graag aan om een expertmeeting hierover te organiseren. Het college wil niets liever dan een goede verantwoording geven aan de raad. Richting de PvdA-fractie zet de wethouder uiteen dat dit ook betekent dat op heel veel beleidsterreinen dit in gang moet worden gezet en het college wil nog meer in gang zetten. Het college zal daarin niet functioneren als een scheidsrechter. Het college wil wel graag goed geïnformeerd worden over wat op dit terrein gebeurt. Zo denkt hij bijvoorbeeld bij de plaatsing van een school aan de locatie vanuit het perspectief van volksgezondheid. In Overvecht maakte het gemeentebestuur mee dat uiteindelijk voor een andere locatie is gekozen, mede gezien de volksgezondheidsbelangen. Hoe dat inzichtelijk te maken wordt verantwoord via de normale systematiek via die programma's, maar landt niet in het overleg van de raad met het college van B&W. De wethouder benadrukt dat het gaat om een gezamenlijke zoektocht. Hij wil absoluut niet een enorm bureaucratisch systeem opzetten. Hij neemt in die zin de vragen mee met betrekking tot het opzetten van de monitoring en met betrekking tot het opzetten van de verantwoordingsystematiek. De PvdA-fractie sprak in dit verband over het controleerbaar maken. In antwoord op de vraag waarop het college precies inzet, zet de wethouder uiteen dat dit in eerste instantie in de breedte zit en in tweede instantie hij in zijn eerste periode zei de gezondheidsverschillen tussen de wijken onacceptabel te vinden. Hij begrijpt de vraag waarom het college dan de ambitie heeft dit niet verder te laten groeien en waarom dit niet te verkleinen. Hij heeft ten opzichte van verkleinen geen enkele weerstand wanneer dat zou lukken. Hij constateert wel dat zich al jarenlang een positieve trend voordoet in Nederland als het gaat om de gezonde levensverwachting en het sterftecijfer. Hij noemt dat een positief effect. Voor bepaalde groepen doet die trend zich meer voor dan voor andere. Dat maakt het verschil groter. Het is dan mogelijk een rem te zetten op de wijken waar de trend zich meer voordoet. Maar dat is niet zijn inzet. Zijn streven is dit tempo door iedereen te laten halen. Om die reden heeft hij dit aspect aan de nota op de wijze verwoord zoals verwoord. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat de wethouder de gezondheidsverschillen noemt. Zij verneemt graag van de wethouder daarover meer concrete informatie. Verschillen tussen wat en wat? Waarover spreekt hij? Wethouder Everhardt antwoordt de plaatjes die hierbij horen naar de commissie te kunnen toesturen. Het gaat hem om levensverwachting en opleidingsniveau. Dan is te zien dat in wijken met een gemiddeld laag opleidingsniveau de levensverwachting en óók de ervaren gezonde levensjaren minder zijn. Ook dat loopt uit elkaar. Mevrouw Tielen (VVD) weet dat ook. Zij leest in een notitie veel meer over de gezondheidsverschillen tussen wijken. Nu is niet te zeggen dat wijken gezond of ongezond zijn. Zij vindt het interessant om met de wethouder eens door te praten over wat dat dan betekent: moet de gemeente een wijkaanpak hebben over de aanpak dat meer gericht is op mensen met een laag opleidingsniveau? Hoe gaat de gemeente daarmee om? Zij merkt op dat de wethouder daarop nu niet hoeft in te gaan. Mevrouw Dibi (PvdA) begrijpt dit niet helemaal. Wanneer er verschillen zijn tussen wijken van twaalf jaar, zou het college de ambitie kunnen hebben het verschil terug te brengen naar zes jaar. Ze begrijpt niet goed dat dit niet mogelijk zou zijn. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat bijvoorbeeld de wijk Noordwest in de loop van de tijd veel gezonder is geworden, niet zozeer dat de mensen die daar een aantal jaren geleden woonden gezonder zijn geworden, maar omdat daar migratie plaatsvond. Daarover wordt nu gesproken. Zij concludeert daaruit dat daarom niet een wijkaanpak maar een mensgerichte aanpak nodig is. Wethouder Everhardt bevestigt dat dit beleid individu-gerelateerd wordt. De omgeving van het individu is enorm belangrijk als het gaat om in staat gesteld te worden daaraan te werken. In bepaalde wijken is dit vraagstuk veel pregnanter. Dan is het in zijn ogen niet verkeerd om én op het individueel niveau én in de wijk, in de buurt, partners te mobiliseren. Bij de wethouder heerst geen enkel beletsel om de verschillen te verkleinen. Uit het onderzoek is gebleken dat het een enorme prestatie zou zijn wanneer het gemeentebestuur voorkomt dat het verder uit elkaar groeit. Dat is waarom de ambitie er is. Daarop zet de wethouder in. Hij merkt op dat dit tegen de trend ingaat en dat het om die reden moeilijk is. Vanzelfsprekend zal zijn collega inzet plegen op de digitalisering zowel vanuit het gezondheidsdomein als vanuit andere velden. Als het gaat om de schadelijke trends, pleegt het college in de komende jaren inzet. Hij bevestigt dat daarin politieke keuzes gemaakt moeten worden. De ouderenadviescommissie kan zich heel goed vinden in het voorliggende voorstel en de wethouder is blij dat het college alle beleidsvelden aanraakt met dit onderwerp. Wonen is een heel belangrijk vraagstuk in dit licht. De Pagina 56 van 66

146 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli ouderenadviescommissies willen graag dat het college inzet pleegt op gezondheidsachterstanden. Het college zal de commissies blijven betrekken bij de uitwerking van deze nota. De wethouder vindt het jammer dat de reacties op de JOG-aanpak niet onverdeeld positief zijn. Hij benadrukt dat aan de epidemie van overgewicht een halt is toegeroepen. In de westerse wereld overigens zet die epidemie zich voort. De WHO heeft gezegd dat Nederland het enige westerse land is dat die epidemie onder controle lijkt te hebben. Dit is gebeurd door zaken in te zetten uit onderzoek en wetenschap die effectief zijn gebleken. Daaruit is het JOG-programma voortgekomen. Het ministerie erkent dat ook. Heel veel gemeenten plegen hierop een inzet. Daarom is Utrecht aangehaakt bij dit programma. Het programma zelf is ondersteund door onderzoeksmatige programma's. De wethouder is altijd bereid om hierin verder inzicht te geven. Mevrouw Tielen (VVD) heeft er moeite mee dat de wethouder de controle op overgewicht in Nederland gelijkstelt aan de JOG-aanpak. Zij benadrukt dat die aanpak niet een methodiek is. Wanneer gekeken wordt naar de cijfers in Utrecht, kan de wethouder wel zeggen dat geen stijging ook effect is. Maar kijkend naar de controlegroep is sprake van een daling. Dan gaat het niet aan dat de wethouder zegt dat geen stijging ook een effect is. Zij is het daarover niet eens met de wethouder. Mevrouw Podt (D66) merkt op dat wat haar betreft juist geconstateerd is dat dit niet een controlegroep kan zijn. Het gaat om een compleet andere groep die niet vergelijkbaar is. Dan gaat het om een hoog opgeleide groep. Zij bevestigt dat daar de daling plaatsvindt. Mevrouw Koelmans (SP) herhaalt de vraag of het verstandig is om het extra geld te parkeren dat bij de JOGaanpak geïnvesteerd wordt vanuit het krachtwijkengeld, gezien deze discussie. Wethouder Everhardt antwoordt dat de JOG-aanpak een belangrijke pijler is voor de aanpak op nationaal niveau. Hij bevestigt dat er meerdere inzetten zijn vanuit verschillende gemeenten. De gemeente Utrecht had hiervoor ook een brede aanpak. Daarmee is de epidemie tot staan te brengen. De wethouder ziet wereldwijd gesproken geen alternatief waarmee een beter resultaat te bereiken zou zijn. Om die reden is hij geen voorstander om op dit moment afscheid te nemen van de inzet die de gemeente pleegt op de JOG-aanpak. Het enige alternatief dat de raad is aangeboden, komt uit Amsterdam. De wethouder daar geeft met 5 miljoen euro extra impulsen. Dat gebeurt op een manier die niet overeenkomt met het beleid dat hier voorligt. Het krachtwijkenbudget bedraagt euro in Ook om die reden vindt hij de keuze niet verstandig om afscheid te nemen van deze JOG-aanpak. Hij is bereid hierover informatie te wisselen en om hierin meer inzicht te geven. Hij vindt het heel erg belangrijk deze epidemie verder onder controle te houden. De gevolgen op langere termijn zouden grootschalig zijn en meer dan onwenselijk vanuit volksgezondheidsperspectief gezien, wanneer zich opnieuw een stijging van het overgewicht zou voordoen. Als het gaat om de inrichting van de openbare ruimte en de kansen daar in te pakken, zet de wethouder uiteen dat het juist is dat dit nu een beetje breed is neergezet. Hij gaf zojuist het voorbeeld van een school. In de bestaande situatie iets veranderen, geeft mogelijkheden. Hij noemt in dit licht werk met werk maken. Het college zal dat niet nalaten. Het college zal dit graag vorm geven samen met bewoners. Het college staat open voor een expertmeeting van de gemeenteraad. Mevrouw Podt (D66) licht toe dat zij niet alleen sprak over de inzet van technologie, maar ook over vernieuwende initiatieven die verder vrij weinig te maken hebben met technologie maar met de manier waarop mensen met elkaar samenwerken. Het blijkt dat dit nog wel eens lastig landt in de gemeentelijke organisatie. Wethouder Everhardt houdt zich aanbevolen voor concrete voorbeelden om na te gaan waar stappen vooruit te zetten zijn. In die zin zal hij niet wachten op een expertmeeting. Als het gaat om communicatie met de stad en het B1 niveau nam hij goede kennis van de discussie. Daarop zal het college zeker koersen. De wethouder is het eens met de GroenLinks fractie dat in de kracht in dit beleid ook de zwakte zit. Zingeving is een breder concept dan vertaald naar kerkelijke gezindheid en die zit in het concept van mevrouw Huber. Kerkelijke gezindheid speelt hierin wel een belangrijke rol. Dit is een onderdeel van de flexibiliteit die het college in het systeem heeft ingebouwd. Daarop koerst het college. Het college zal hierover rekenschap geven aan de raad hoe het college dit gaat doen. Hij neemt aan dat de raad hierin een mate van betrokkenheid zal gaan nemen. Het college zal zingeving meenemen in de uitnodiging naar de stad. Hij zal nagaan hoe de kanalen precies lopen van de financiering van de langdurige zorg. De wethouder zal dat bespreekbaar maken bij de verzekeraars. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt het goed dat de wethouder dit zo proactief oppakt. Hij heeft er geloof in dat de uitnodiging naar de stad iets zal opleveren. Hij zou wel graag een datum krijgen wanneer hij hierover meer informatie gaat krijgen. Wethouder Everhardt zal de zomermaanden gebruiken om te bepalen hoe dit in proces te zetten en hoe dit een plek te geven in de volgende stappen. De VVD gaat in op het filosofische debat over kwaliteit van leven in relatie tot gezondheid. De kwaliteit van leven is ook het maken van eigen keuzes. Duidelijk is hoe het zit met kinderen tot 18 jaar. Daar ziet de wethouder een duidelijke verantwoordelijkheid van de overheid. Een volwassen persoon moet zijn eigen keuzes kunnen maken, ook gegeven zijn eigen omgeving, zijn eigen condities, in zijn eigen mentale staat. De gemeente geeft daarvan altijd rekenschap. Mensen die werkzaam zijn in de volksgezondheid zijn bij uitstek daartoe geëquipeerd. Pagina 57 van 66

147 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De wethouder preludeert op de uitnodiging aan de stad en op de vorm en inhoud die het nog moet krijgen. Wanneer tuinieren een positieve invloed heeft op de gezondheidbeleving van bewoners, zal het college daarvoor ruimte bieden. De wethouder zal schriftelijk reageren op de inbreng van de SP over de pilot en de personen. Het college heeft een aantal kanalen openstaan als het gaat om samenwerking. Hij zegt dit in reactie op de inbreng van Student & Starter over de Universiteit Utrecht. De gemeente Utrecht werkt samen met de Universiteit Utrecht. De universiteit is onderdeel van het Science Park. De wethouder zal de contacten nog verder uitdiepen. Hij bevestigt dat soms goede kennis van buiten de stad komt. Ook daarvan maakt het college gebruik. Het college zal samen met de buurt de ontwikkeling rond de Oosterspoorbaan oppakken. Ook bij de Voorjaarsnota is over de werkbelasting van de Buurtteams gesproken. Één keer in de anderhalve maand is de wethouder met Buurtteammedewerkers in gesprek. Gesprekken worden gevoerd over zaken die betrekking hebben op de ICT. In de maanden maart en april zijn veel gesprekken gevoerd om praktische zaken op te lossen. Momenteel is hierover dagelijks contact met de gemeente. In ieder geval op bestuurlijk niveau maar ook op inhoudelijk niveau komen geluiden die hierop betrekking hebben direct door. De heer Valkenburg (Student & Starter) vindt het bijvoorbeeld fantastisch hoe snel de raad geholpen wordt wanneer de raad een probleem ervaart met ICT. De Buurtteams ervaren met het systeem veel problemen. Zij hebben 15 verschillende telefoonnummers die zij moeten bellen voor uiteenlopende zaken die toch wel over hetzelfde gaan. Hij heeft ook gewezen op de communicatie met andere afdelingen van de gemeente. Die afdelingen moeten mensen helpen met zeer uiteenlopende problemen. Hij begrijpt dat daarvoor beperkte tijd is. Maar wanneer mensen een uur in de wacht staan omdat een bepaalde afdeling een telefoon niet aanneemt, krijgt hij toch sterk het gevoel dat er iets mis gaat. De wethouder gaat voor de breedteaanpak en om die reden legde hij zijn vraag in dit gremium neer. Wethouder Everhardt antwoordt dat hij dit soort signalen meer dan serieus neemt. Hij ervaart geen luik tussen zijn bureau en de Buurtteams. Voorbeelden geven duidelijkheid. Hij moedigt de fracties aan dergelijke signalen wel te blijven geven. De voorzitter vraagt of commissieleden antwoorden op vragen hebben gemist. Mevrouw Podt (D66) had een vraag gesteld over welke diensten, welke faciliteiten waar ze vandaan komen. Ze heeft gevraagd of die informatie in één overzicht verwerkt kan worden. Wethouder Everhardt kan zich het positieve ervan aan één kant voorstellen. Aan de andere kant kan hij zich voorstellen dat in bepaalde buurten en wijken het niet interessant is om een staalkaart van initiatieven in andere buurten en wijken te zien. Hij beschouwt dat als een overload aan informatie. De wethouder zal in de wijk- en buurtaanpak in ieder geval over dat onderwerp in B1-taal communiceren. De tweede termijn De commissie geeft dit agendapunt de A-status mee met uitzondering van de fracties van de SP en de VVD in verband met de JOG-discussie. Mevrouw Tielen (VVD) geeft dit agendapunt de B-status mee. Zij wil meer begrijpen van het stuk over JOG. Bovendien merkt zij op zich nog geen concrete voorstelling te kunnen maken van de uitnodiging aan de stad. De wethouder zal inzichtelijk maken hoe die uitnodiging aan de stad zich concreet heeft voorgedaan, waarop het college heeft voortgeborduurd waardoor het college veel vertrouwen heeft in het resultaat van de uitnodiging aan stad en hoe het college een en ander gaat opzetten. Hij zegt hierover een A4 tegemoet in de zomermaanden. Punt van Orde De heer Van Ooijen (ChristenUnie) stelt voor de brief over de JOG centraal te stellen om die dan nader te bespreken. Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat het om geld gaat dat in het programma volksgezondheid zit. Zij vraagt zich af of dit in technisch opzicht mogelijk is. Mevrouw Tielen (VVD) is het daarmee eens. Zij is geen voorstander van salamitactiek. De voorzitter concludeert dat dit agendapunt de B-status meekrijgt en dat de bespreking in de raad maximaal een half uur zal kunnen duren. Hij recapituleert de gedane toezeggingen en concludeert dat hiermee de bespreking van dit agendapunt is afgerond. 20. Preventie- en handhavingplan alcohol In de programmabegroting wordt het jaarlijks budget vastgelegd voor het programma Toezicht & Handhaving en voor Volksgezondheid. Daarnaast wordt jaarlijks het handhavingprogramma openbare en bebouwde omgeving door het College vastgesteld waarin de handhavinginzet op de DHW en horecaverordening is opgenomen. Voor Volksgezondheid wordt ook jaarlijks een werkprogramma op activiteitenniveau uitgewerkt. In dit preventie- en handhavingplan alcohol maakt het college de verbinding tussen preventie en handhaving zichtbaar. De voorzitter deelt mee dat de commissie de brief van 2 juni over Gidsgelden bij de bespreking kan betrekken. Mevrouw Tielen (VVD) deelt mee dat vanavond het eerste frisfeest zal plaatsvinden in Utrecht. NRC-Next berichtte hierover. Zij complimenteert de initiatiefnemer hiermee en de raadsleden die haar daarin hebben begeleid. Pagina 58 van 66

148 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Tegelijkertijd toont dit de armoede aan van het strikte plan voor handhaving van het gebruik van alcohol door minderjarigen. Het is nu voor jarigen onmogelijk zich te mengen in het volwassen uitgaanscircuit. De vraag is of nu sprake is van sociale uitsluiting. Wellicht moet het stadsbestuur daarover nog een keer nadenken. Het plan ziet er goed uit, kijkend naar de effecten ervan. Zij complimenteert de betrokkenen daarmee. Zij vraagt hoe het mogelijk is dat de helft van de verenigingen voor studenten een alcoholbeleid heeft. Zij vindt dat veel te weinig. Hoe zal het stadsbestuur ervoor zorgen dat dit percentage volgend jaar op 95% staat. Zij is blij met de toevoeging van het tabaksgebruik langs deze zelfde lijnen. Zij zou ervoor willen gaan om binnenkort te kunnen zeggen dat het percentage rokende jongeren in Utrecht het laagst is van Nederland. Mevrouw Dibi (PvdA) complimenteert het college met dit stuk. Het stuk is goed en pakt door op de ingezette lijn van het voorgaande college. Goed dat er een stijgende lijn is in het bereik van de supermarkten. Zij brengt haar werkbezoek onder de aandacht aan de alcoholpoli van het Diaconessenhuis. Dat was een zeer interessant werkbezoek. Wanneer de politiek al iets moet doen, zou zij zich volgens de artsen moeten toeleggen op de betrokkenheid van de ouders. Het gaat vaak om hoogopgeleide witte ouders die hun kinderen laten uitgaan tot 4 uur/5 uur in de ochtend zonder veel controle op hun kinderen. Daar is nog een wereld te winnen. Zij ziet dat een klein beetje terug in het plan maar dat kan wat haar betreft beter. Het gaat haar daarbij om voorlichting aan ouders en een gerichte aanpak om ouders op de gevaren te wijzen. Uit de evaluatie komt naar voren dat het bereik van ouders te laag is, vooral in het onderwijs. Zij vraagt of de wethouder dit herkent en zo ja of hij ideeën heeft over acties die het college hierop kan inzetten om het bereik te vergroten. Mevrouw Podt (D66) is ook blij met het plan. Zij had aandacht gevraagd voor een van de indicatoren. Die zijn verbeterd. De vorige keer hadden die te maken met het ophangen van posters en nu hebben ze te maken met de effecten. Zij noemt in dit verband ook de samenwerking met verschillende partners, studentenverenigingen, horeca, sportclubs, et cetera. Ook zij noemt het alcoholvrije feest. Zij vindt het heel inspirerend om te zien hoe de jongeren hiermee zelf aan de slag zijn gegaan. Bij de Voorjaarsnota vroeg haar fractie hoe het bestuur jongeren meer kan betrekken bij dossiers die voor hen heel belangrijk zijn. Zij vindt het een gemiste kans dat dit niet gebeurt op dit soort dossiers. Jongeren zijn heel creatief en hebben zelf ook ideeën over wat hiermee mogelijk is. Dit lijkt haar een punt voor de verdere uitwerking. In de cijfers is te zien dat in het Voortgezet Onderwijs minder preventieactiviteiten plaatsvinden. Te zien is dat de gemeente Kom op voor Jezelf niet meer organiseert. In het stuk staat ook dat het college niet veel zicht heeft op wat er wel gebeurt op scholen. Het lijkt haar goed om daarop wel zicht te houden. Zij oppert dat de wethouder daarover iets kan zeggen Opnieuw leest zij in het stuk dat in 2014 gewerkt werd met 17 jarige mysteryguests in supermarkten. Ze blijft zich daarover verbazen. Met betrekking tot de HALT-verwijzing bij overtredingen door minderjarigen in de openbare ruimte heeft het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum onderzoek gedaan naar die straf en gerapporteerd dat het geen effect heeft op alcoholkennis, attitude, drink- en delictgedrag van jongeren en ook niet op de kennis en betrokkenheid van de ouders. Zij vraagt hoe de wethouder daarover denkt. Mevrouw Metaal (CDA) is blij met het voorstel. Goed dat de stad hierop inzet. Zij vindt het ook goed om te zien dat het beter gaat. Het college stelt terecht dat het een meerjareninvestering is om nieuwe regels geaccepteerd te krijgen. Dat geldt zeker voor de verhoging van de leeftijd waarop het rechtmatig is om alcohol te nuttigen. Dit geldt ook zeker voor ouders die in een andere tijd zijn opgegroeid met normen die zij niet meer zo snel kunnen veranderen. Zij gaat ervan uit dat de verbetering die zich heeft ingezet, zich zal doorzetten. Hoewel het alcoholverbruik is afgenomen, is het comazuipen toegenomen. Dan gaat het om mensen die in het ziekenhuis belanden. Heeft de wethouder indicaties over hoe dit fenomeen veroorzaakt wordt en wat daartegen gebeurt op gemeentelijk niveau? Het CDA is er verbaasd over dat juist slijterijen de wet niet nakomen. Zij vraagt naar een verklaring. Supermarkten maken een enorme sprong in de handhaving. Zij complimenteert hen daarmee. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt dit een uitstekend plan. Hij wordt heel blij van een 90% nalevingpercentage in 2018 als doelstelling. Hij sluit zich aan bij de vraag van mevrouw Metaal over de slijterijen. Hoe kan het stadsbestuur in die richting een stap erbovenop doen? Zij ziet daar een groter probleem dan bij de supermarkten. Hij vraagt het college informatie op te nemen in de jaarstukken over hoe ver de gemeente verwijderd is van de doelstelling. Zet de gemeente de stijgende lijn voort? De heer Valkenburg (Student & Starter) merkt op over de mysteryguests dat wanneer een horecaondernemer niet de juiste procedure volgt en niet vraagt naar een legitimatie, een boete volgt, ook al is de koper 18 jaar of ouder tot 25 jaar. Hij beschouwt de handhavingmethode met mysteryguests als een vorm van uitlokking. Dat is Pagina 59 van 66

149 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli een juridisch grijs gebied. Zijn fractie vindt het onverstandig om als gemeente de grenzen van het recht op te zoeken. Onder studentenverenigingen is een enquête gehouden over het alcoholbeleid bij die verenigingen. Hij vindt het fijn om te horen dat ook studentenverenigingen goed bezig zijn. Een aanzienlijk deel van de verenigingen laat weten graag meer informatie te ontvangen en zijn fractie vraagt de wethouder of hij van plan is die informatie te geven. Hij krijgt graag de reactie van de wethouder. Wethouder Everhardt vindt het goed om te horen via de studentenverenigingen dat er informatiebehoefte is. Die informatie is eenvoudig te verkrijgen. Heel veel bronnen zijn beschikbaar via Google. Het college is meer dan bereid die informatie ter beschikking te stellen. De studentenverenigingen die wel meedoen zijn de grotere verenigingen. Het college gaat verder met ook de kleinere en zal ze proactief benaderen. Na een inzet van een aantal jaren van dit beleid is een verbetering te zien van de handhaving door supermarkten. Op dit moment is te zien dat op landelijk niveau die verbetering iets afneemt. Utrecht groeit door naar de 70%. De wethouder vindt dat een knappe prestatie. Het gaat om een weerbarstige materie. Hij complimenteert de supermarkten met het behaalde resultaat. Vooral voor de jongeren die aan de kassa hun eigen leeftijdsgenootjes nee moeten verkopen, is dit een zware opgave. De wethouder bevestigt te willen doorgaan naar 90%. Dan zal sprake zijn van een redelijk waterdicht systeem. De gemeente is ook begonnen met slijterijen. De wethouder heeft de teleurgestelde reactie gezien bij de slijterijen als het gaat om de door hen geleverde prestaties. Zij nemen de aanpak over die is gekozen voor de supermarkten. Ook de slijterijen willen deze stappen zetten. De wethouder bevestigt de juistheid van de perceptie van de doktoren als het gaat om de groep bij wie comazuipen het meest voorkomt. De aanpak is het meest geconcentreerd in de wijk Oost, ook bij sportverenigingen. Kampong speelde een belangrijke rol in het betrekken van de kinderen en van de ouders. Het college bezocht ook de scholen in Vleuten. Het richt zich vooral op die delen van de gemeente waar het vraagstuk het grootst is. Scholen zetten daarop fors in. Ook ouderraden namen hun rol. Deze stappen wil het college doorzetten. De wethouder benadrukt dat de rol van de ouders heel belangrijk is. Het fenomeen frisfeesten is groter dan dit initiatief. De wethouder brengt onder de aandacht dat Koninklijke Horeca in Utrecht enorm zijn best deed om dit mogelijk te maken. Dat neemt niet weg dat hij veel lof heeft voor de inbreng van de jongeren. Bij de Tour de France kwam de horecasector met een bandje met de tekst 18 jaar. Dat bandje werd uitgedeeld zodat het eenvoudig werd om te laten zien dat je alcohol mocht gebruiken. Het college zal zeker niet nalaten de jongeren hierbij te blijven betrekken. Met betrekking tot het VO scholen vraagt hij de inbreng van de ambtelijke ondersteuning. Ingaand op de vraag over het gat dat Kom op voor Jezelf slaat bij de VO-scholen, antwoordt de wethouder dat het college contacten heeft met die scholen. Hij zal dit blijven monitoren en komt daarover terug bij de commissie. Bij het onderzoek wordt wel gewerkt met mysteryguests. Dat onderzoek levert het beeld op van de 70% van de supermarkten dat zich hieraan houdt. Daar zit geen enkele sanctie op. Dit wordt niet gedaan bij controle en handhaving. De partners in het veld roepen steeds weer op tot een meer eenduidiger wetgeving. De wetgever beschikt over een ingewikkeld vocabulaire. Mevrouw Podt (D66) had gevraagd of ze meerderjarig zijn of niet. In 2014 was de mysteryshopper 17 jaar aangezien de wettelijke leeftijd 18 jaar was. Vorig jaar is daarover lang gediscussieerd. Het lijkt haar verstandig duidelijk op schrift te zetten dat dit nu is veranderd, als dat het geval is. De heer Valkenburg (Student & Starter) had zich in eerste instantie vergist. Wel is de informatie die hierover is gegeven onduidelijk. Er werd verwezen naar andere beleidsdocumenten waarin stond dat het ging om meerderjarigen. Mevrouw Van de Leer (Volksgezondheid) zet uiteen dat er een verschil is tussen de mysteryguests die ingezet worden in de nalevingonderzoeken. Dan gaat het om een zeventienjarige. De mysteryguests bij de handhaving zijn 18 jaar of ouder. Bij de handhaving wordt niet gewerkt met zeventienjarigen. Mogelijk veroorzaakte dit de verwarring. Wethouder Everhardt verwijst naar zijn informatie over dat wanneer gebruik gemaakt wordt van 17-jarigen er geen sancties verbonden zijn aan de constateringen. Richting mevrouw Podt beantwoordt hij de vraag over Halt en het gebrek aan resultaat. De wethouder kent het onderzoek niet. Hij zal de gegevens achterhalen. Hij zal hierover contact opnemen met de burgemeester, nagaan of de gemeente deze conclusie kan delen en hoe de gemeente hiermee omgaat. Hij zal hierover terugkomen bij de commissie. Met betrekking tot comazuipen zou een dubbele verklaring mogelijk kunnen zijn. Comazuipen wordt nu systematisch bijgehouden. De startleeftijd schuift omhoog. Kinderen merken om fysiologische redenen minder in een glijdende schaal wanneer zij teveel alcohol op hebben. Dit is mede om deze redenen een serieus vraagstuk. De wethouder zal daarover meer informatie geven. Hij zal nagaan of de percentages supermarkten en slijterijen op te nemen zijn in de begroting. Pagina 60 van 66

150 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en concludeert dat het agendapunt doorgaat naar de raad van 3 september met de A-status. 21. Commissiebrief Dashboard Werk en Inkomen eerste kwartaal 2015 Geagendeerd door de heer Post, PvdA, de heer Rollingswier, D66 en mevrouw de Boer, GroenLinks. Motivering PvdA: In de commissie wil de fractie van de PvdA onder andere stil staan bij de verdere stijging van het aantal bijstandsuitkeringen. De PvdA wil, onder andere naar aanleiding van de recente Wijkwijzer met de wethouder en de overige fracties in debat over de wijze waarop de gemeente in het beleid extra aandacht besteedt aan buurten en wijken waar het aantal uitkeringen substantieel hoger is dan gemiddeld, zoals Overvecht. Ook wil de PvdA de voortgang in de banenafspraak/garantiebanen bespreken, mede naar aanleiding van de mededeling in de commissiebrief dat op dit onderdeel nog geen prestaties zijn geleverd. Motivering D66 en GroenLinks: Het absolute aantal bijstandsgerechtigden stijgt nog steeds en hoewel de stijging afvlakt willen D66 en GL graag horen wanneer het omslagpunt hierin zal gaan plaatsvinden en of er mogelijkheden zijn dit naar voren te halen. Ook zijn beide fracties benieuwd naar hoe het staat met ZZPers die in de bijstand komen, hoe (snel) deze er weer uitkomen en of ZZP-ers op de juiste manier begeleid worden. Beide fracties zijn blij met de daling van het aantal aanvragen schuldhulpverlening zoals die daling blijkt uit de Monitor Zij zijn benieuwd naar welke succesfactoren hieraan ten grondslag liggen. De heer Post (PvdA) merkt op dat uit het Dashboard blijkt dat het aantal bijstandsuitkeringen opnieuw is gestegen in Utrecht. Eind dit jaar zal de teller op staan. De PvdA vindt die ontwikkeling zorgelijk. Hij vraagt naar de analyse van de wethouder op dat punt. Kan de raad extra maatregelen verwachten van het college? Is er extra aandacht mogelijk voor bijstandsgerechtigden in het Lokaal Economisch Fonds? Deze discussie is eerder gevoerd. De PvdA brengt deze discussie regelmatig onder de aandacht. Hij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. De verdeling over de wijken baart zijn fractie zorgen. Onlangs verscheen de Wijkwijzer waaruit blijkt dat in Overvecht een op de vijf huishoudens afhankelijk is van een bijstandsuitkering. De ongelijkheid lijkt steeds sterker te worden, en dat terwijl bekend is dat het specifiek op de moeilijkste wijken gericht beleid in snel tempo wordt afgebouwd. Na 2016/17 is het Krachtwijkenbeleid er niet meer zoals het er nu uitziet. Ook hierop krijgt hij graag de reflectie van de wethouder. De PvdA is er voorstander van dat het college kijkt naar hoe in de moeilijkste wijken (de wijken met veel meer bijstandsgerechtigden dan ergens anders) een extra inzet is te plegen. Hij denkt hierbij aan het bedrijventerrein Nieuw Overvecht en aan de Meubelboulevard Kanaleneiland. Deze bedrijventerreinen zijn al druk doende ook als het gaat om de contacten met de wijk, de stages, de leerwerkplekken. Hij vraagt de wethouder of hij bereid is met onder meer hen in gesprek te gaan over een eventuele uitbreiding van mogelijkheden. Over de garantiebanen had de heer Post willen vragen naar de antwoorden op schriftelijke vragen die tijdens deze vergadering zijn ontvangen. Hij dankt het college daarvoor. Hij heeft de antwoorden niet uitvoerig kunnen lezen. Dat geldt al helemaal voor het bijgevoegde arbeidsmarktbewerkingsplan. Mogelijk is die op een ander moment te behandelen. Hij stelt in dit kader enkele zaken die hem opvielen aan de orde, ook omdat hij in het Dashboard ook leest dat er nog geen prestaties zijn geleverd. De heer Post vindt dat verontrustend klinken en helaas niet verrassend. Uit de beantwoording door het college vanmiddag haalt hij enkele zaken aan die hem ook niet echt geruststellen. In totaal zijn in Utrecht 18 mensen voorgedragen voor een indicatiegarantiebaan. Er zijn weliswaar 74 plaatsingen Wajongers. Dat is mooi voor de mensen om wie het gaat. De zorgen van zijn fractie gaan vooral om de nieuwe groep. Dan moet hij constateren dat van mondjesmaat sprake is. Ook viel hem op dat het de gemeentelijke organisatie zelf nog niet gelukt is om een garantiebaan te realiseren terwijl hij alleen al de ambitie beperkt vindt (8 en 9). Ook daarop krijgt hij graag de reactie van de wethouder. De PvdA had in de schriftelijke vragen ook gevraagd naar de evaluatie van de website Onbeperkt aan de Slag. Het college zegt nu in zijn antwoorden dat die website geëvalueerd is zonder dat een evaluatierapport gemaakt is waardoor het college dat rapport niet kan toesturen. De fractie vindt dat vreemd, te meer daar aan de evaluatie euro wordt uitgegeven. De raad verwacht nog het bestedingsplan met betrekking tot die ene miljoen waarvan dit een onderdeel is. Hij vraagt de wethouder bij dat plan inzicht te geven in hoe die website functioneert. Daarmee vraagt hij het evaluatierapport alsnog aan de raad toe te sturen. Als het gaat om het beleid rondom fraudes en boetes meldt het college dat dit sinds 1 maart 2015 in lijn werkt met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De heer Post vindt dat heel mooi. Hij brengt voor het voetlicht dat die uitspraak dateert van november en dat die met onmiddellijke ingang gold. Desgevraagd bevestigde de wethouder in antwoord op zijn mondelinge vragen op 18 december 2014 in de raad dat Utrecht op dat moment al in lijn hiermee werkte. Hij vraagt hiervan uitleg. Mevrouw De Boer (GroenLinks) maakt zich ook zorgen over de stijging van het aantal mensen in de bijstand. Dat was voor een deel voorzien. Het college heeft de ambitie de laagste werkloosheid van Nederland te ontwikkelen. Zij had verwacht dat zich dat zou vertalen in een verlaging van het aantal bijstandsgerechtigden. Zij vraagt of daarover al iets is te zeggen. In het Dashboard worden zzp-ers enkel en alleen in verband gebracht met schulden. GroenLinks zou graag willen zien dat meer gekeken wordt door het college naar mensen die in de bijstand zitten en misschien wel een eigen bedrijf zouden willen beginnen. Haar fractie is heel benieuwd naar wat ermee gebeurt. Hoeveel mensen starten een bedrijf? Hoeveel stoppen er dan weer mee, om wat voor redenen? Starters hebben een aanloopperiode nodig. Dat is vanuit de bijstand heel lastig. Normaal gesproken hebben mensen een eigen vermogen. Mensen in de bijstand hebben dat eigen vermogen in de regel niet. Ze vraagt hoe het college daarmee omgaat. Pagina 61 van 66

151 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Mevrouw De Boer begreep ambtelijk dat men nadenkt over het gemakkelijker maken om de bijstand aan en uit te zetten. Daar zitten wettelijk gezien nog haken en ogen aan. Daarover zou haar fractie graag meer willen horen. Ook zou GroenLinks van zzp-ers zelf willen horen en ook van mensen die de begeleiding doen, hoe het gaat wanneer je vanuit de bijstand een eigen bedrijf wil opzetten. Behalve dat zij in het Dashboard voortaan iets terug zou willen zien, zou zij de wethouder willen uitnodigen om hierover op enig moment een bijeenkomst te organiseren om hierbij meer feeling te krijgen en te zien waarin dan de problemen zitten. GroenLinks zag dat in de schuldhulpverlening en in de monitor het aantal aanvragen is gedaald. Daarmee is haar fractie op zich blij. Zij vraagt zich wel af wat daarbij de succesfactoren zijn. Wordt inmiddels eerder gesignaleerd of zijn andere oorzaken aan te wijzen die in de aanpak ervan zijn verbeterd of mist de raad nu een deel van de groep? Ze sluit zich kort aan bij de woorden van de heer Post. Hij sprak over de nieuwe instroom arbeidsgehandicapten en garantiebanen (de 18 mensen die zijn doorverwezen voor een indicatiestelling in het eerste kwartaal). De fractie heeft op basis van de historische gegevens berekend hoeveel dat logischerwijze zouden moeten zijn. Ze kwam uit op tussen de 80 en de 90. In dat licht is 18 wel heel erg weinig. Zij zei op basis van een werkbezoek al eerder dat naar het idee van haar fractie het intakeformulier niet goed doorvraagt. In de uitleg wordt ook gezegd dat een aantal mensen niet doorverwezen is omdat ze aantoonbaar gewerkt hebben en omdat zij het minimumloon hebben verdiend. Zij weet uit eigen ervaring dat mensen soms heel kort een baan kunnen hebben, daarmee misschien het minimumloon verdiend hebben, maar dat zij dat eigenlijk niet aan kunnen en daar dan weer uitvallen en misschien toch nog bijvoorbeeld met terugwerkende kracht in de Wajong terecht kunnen komen of dat ze op een andere manier arbeidsbeperkt blijken te zijn. Wanneer dit echt de reden is om mensen niet door te sturen voor een indicatie, maakt haar fractie zich daarover zorgen. Ook daarover krijgt zij graag meer duidelijkheid. Mevrouw Podt (D66) kan zich bij een aantal zaken aansluiten. Zij had willen vragen naar een bijeenkomst over zzp-ers in de bijstand. Zij vindt het heel fijn dat die vraag er nu ligt. De tweede grotere vraag die voorlag, borduurt voort op wat mevrouw De Boer zei, namelijk over de oorzaak van de daling in de schuldhulpverlening. Haar fractie ontving signalen dat het niet succesfactoren hoeven zijn, maar dat dit te maken kan hebben met dat het beleid strenger is geworden. Haar fractie zag dat ook terug in gesprekken naar aanleiding van de agendering over verwarde mensen. Haar fractie hoorde dat er mensen zijn met psychische problemen door de schulden en door het gebrek aan schuldhulpverlening. Zij is heel benieuwd of de wethouder dit ook zo ziet en of dit ook te maken heeft met dat het strenger is geworden. De heer Stahl (Stadsbelang) kan de zorgen delen met de meeste fracties die al inbreng hebben geleverd. Diverse mensen werken en zitten gedeeltelijk in de bijstand. Dit is een landelijk beeld, zo heeft hij begrepen. Dat is positief omdat deze mensen zo sneller een vaste baan krijgen. Hij vraagt naar de stand van zaken cijfermatig gezien in de stad Utrecht Mevrouw Metaal (CDA) heeft vernomen in het kader van de Fraudewet dat de onderzoeken niet altijd gericht zijn op het vaststellen van de maximale fraudeomvang omdat er haast gemaakt wordt met de afhandeling. Dat voedt de angst van haar fractie dat het laaghangend fruit wel gepakt wordt. Terwijl de grote jongens met hoge opbrengsten niet gepakt worden. Zij hoopt dat de wethouder haar uit die nachtmerrie kan wekken. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt aandacht voor de aantallen mensen die budgetbeheer krijgen. Mogelijk is beschermingsbewind via de rechter te voorkomen. Daarmee zijn ook kosten te besparen. Mogelijk wordt minder gebruik gemaakt van het goedkopere budgetbeheer dan gezegd is. Het kan bij budgetbeheer ook gaan om veel kortere trajecten Wethouder Everhardt brengt naar aanleiding van de vraag van de PvdA voor het voetlicht dat het College voor de Raad van Beroep een uitspraak heeft gedaan. De wethouder heeft toen aangekondigd de processen on hold te zetten. Vanaf maart werkt de gemeente met deze systematiek. De wethouder deelt mee dat gekeken is naar hoe zaken die na maart zijn binnengekomen zich verhouden tot de uitspraak van de Raad van Beroep. Hierop volgt nog een check. Wanneer dit niet zo werkt in de uitvoering zal hij intern meedelen dat hij dit zo uitgevoerd wil zien. Mogelijk moet dan een hersteloperatie volgen. Als het gaat om de toename in het aantal bijstandsgerechtigden, noemt hij dat het na-ijleffect. Het college zet in op een zo minimaal mogelijke stijging. Hij is zich ervan bewust dat die stijging zich vooral voordoet in bepaalde wijken. Hij hoorde al bepaalde bedrijfsterreinen. Zijn collega van economische zaken heeft met die bedrijfsterreinen contacten. In de stad functioneert de social impactfactory. De wethouder heeft alle partijen die daaraan verbonden zijn gevraagd, activiteiten in te zetten in een wijk als Overvecht en in andere wijken waar de problemen pregnant zijn. De wethouder zet in op stagemogelijkheden, betaald en tijdelijk werk. De opmerkingen die gemaakt zijn over het LEF laat hij bij de wethouder Economische Zaken. Volgens zijn informatie komt daarover spoedig een evaluatie. Van belang is dat de raad zich dan uitspreekt over in hoeverre de raad hierover tevreden is. De vraag is dan ook hoe het college daaraan verder sturing gaat geven. Hij heeft de commissie goed gehoord en zal dit bij zijn collega onder de aandacht brengen. Pagina 62 van 66

152 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De wethouder biedt zijn excuses aan voor de toezending van informatie op het allerlaatste moment over de Garantiebanen. Het aantal gedetacheerden stond op 1 januari 2015 op 627. De wethouder vertelt dit, om het aparte aan dit vraagstuk duidelijk te maken. Op zich heeft het college een hele slag geslagen. Aan de andere kant beseft hij dat op landelijk niveau uitgezocht moet worden in hoeverre dat aantal meetelt als garantiebanen. Het kan ook zijn dat detacheringen die aflopen weer van het totale aantal afgetrokken moet worden. Het is in theorie mogelijk om dan zelfs op een negatief aantal uit te komen. De inspanning die geleverd moest worden om op het aantal van 627 te komen, wil de wethouder niet onopgemerkt laten. Om die reden nam hij dit aantal op. Richting de fractie van GroenLinks over het aantal van 18 merkt de wethouder op dat heel hard gewerkt wordt om in deze hele moeilijke systematiek op een adequate wijze mensen voor te geleiden. Een strikte interpretatie wordt aangehouden door de staatssecretaris om te bepalen wie hiervan onderdeel uit maken. Mevrouw De Boer (GroenLinks) licht toe dat het haar niet zozeer gaat om haast maar meer om de zorg of Utrecht nu geen mensen mist die daar wel terecht zouden moeten kunnen komen. Wethouder Everhardt begrijpt dat. Bij hem zit een urgentie om hierop stappen vooruit te zetten. Uiteraard moet dat zorgvuldig. Hij is blij dat nu studenten van PRO en de VSO in één keer mogen meetellen. Dat ervaart hij als een stap vooruit. Het college is met het UWV bezig het aantal van 18 ook snel te laten groeien. Er komt een expertmeeting met de raad om de raad aan het einde van de zomerperiode meer inzicht te geven in de weerbarstigheid van de problematiek die soms speelt en de stappen die het college echt concreet aan het zetten is in de arbeidsmarktregio. De werkgevers moeten aan de slag kunnen met de vacatures die het UWV aanlevert. In het kader van Onbeperkt aan de Slag merkt de wethouder op dat het arbeidsmarktbewerkingsplan naar de raad is toegestuurd. Dat is geaccordeerd door alle partijen om de tafel in de arbeidsmarktregio. Ook onder het bestedingsplan zit een accordering. Ook dat komt naar de raad toe. De campagne is gestart. Als het gaat om de rol van Onbeperkt aan de Slag zet de wethouder uiteen dat de evaluatie is vormgegeven door zijn voorganger wethouder Spigt. Het gaat om hoger opgeleiden met een bepaalde beperking. Het college ziet kans om de website en de onderliggende systematiek breder neer te zetten voor mensen die in aanmerking komen voor een Garantiebaan. De evaluatie daarvan is zeker nog niet beschikbaar. Daarop wordt momenteel ingezet. De wethouder zal de raad inzicht geven in de werking van de website, hoeveel mensen daar op staan en hoeveel matches daarin zijn geweest. Met Rotterdam worden momenteel ook gesprekken gevoerd om die stad hierbij te betrekken. De werkgevers hebben hierin veel vertrouwen. Dat is de groep die de gemeente graag binnenhaalt. De heer Post (PvdA) merkt op dat bij de verbreding ook de zorg zit van zijn fractie. Hij vermoedt dat dit ook doorgeklonken zal hebben in de schriftelijke vragen van de fractie. Zij kan zich voorstellen dat dit voor hoger opgeleiden prima werkt. De verwachting is dat die groep de website kan vinden. Dat zal niet opgaan voor het gros van de doelgroep. Dan werkt een dergelijke website ook niet, of slechts zeer ten delen. De PvdA zou het op prijs stellen wanneer straks bij het Bestedingenplan inzichtelijk wordt gemaakt hoe de website is opgezet en hoe die functioneert, maar ook hoe juist de doelgroep die niet hoog opgeleid is hiervan toch gebruik kan maken. Wanneer dit verhaal bij het Bestedingenplan voorligt, verwacht zijn fractie een stuk verder te zijn. Wethouder Everhardt benadrukt dat de verwachtingen onderling gedeeld zullen moeten worden. Hij ziet dat andere steden dit ook heel graag willen. De informatie die hij in deze vergadering gaf over fraudes en boetes, wordt ambtelijk bevestigd als juist. De heer Post (PvdA) dankt de wethouder voor de antwoorden tot zover. Mogelijk zal zijn fractie hierop nog uitvoerig terugkomen bij het bestedingen- en het marktbewerkingplan. Nu is het Dashboard aan de orde. Daarin is nog niets over de aantallen opgenomen. Hij vraagt de wethouder ervoor te zorgen dat die aantallen bij het volgende Dashboard wel zijn opgenomen. Wethouder Everhardt zal daarvoor zorgen. In de expertmeeting zal hij ook uitleggen hoe het met de plussen en minnen gaat werken en hoe dat weer inzichtelijk te maken. Hij merkt op dat het allemaal van waarde is. Van belang is nu na te gaan hoe het bestuur dit wil, zo dat ook de raad zijn controlerende taak goed kan vervullen. Hij neemt de uitnodiging voor een bijeenkomst over zzp-ers in de bijstand graag aan. Van belang is ook na te gaan hoe dit is om te vormen tot een eenvoudiger instrument waarmee mensen kansen te geven zijn om hun eigen zaak te starten. Dat is een stap voorwaarts naar betaald werk. De wethouder heeft begrepen dat partijen elkaar beter kunnen vinden die allemaal een rol spelen in de schuldhulpverlening en de meer positieve berichten die zijn ontvangen. Daarmee is dit een stuk efficiënter geworden. Hierbij bestaat momenteel ook een voorveld met Buurtteams die enkele zaken weten af te vangen met vrijwilligers in de buurt. Richting de ChristenUnie merkt de wethouder op dat dit niet de voorbode is om dat instrument af te bouwen. Hij stelt voor de discussie voort te zetten in het licht van armoedebeleid en het omgaan met schulden. De bewindvoering is namelijk nog een heel groot vraagstuk in de stad. Dat moet worden getackeld en daarvoor is dat instrument nodig. De heer Stahl (Stadsbelang) vraagt of dat betekent dat het niet minder wordt, maar dat die schuldhulpverlening door andere partijen wordt opgepakt. Hij vraagt meer helderheid over de cijfers. De heer Rollingswier (D66) vraagt of ook strenger geselecteerd wordt. Wethouder Everhardt antwoordt dat het vooral in de samenwerking zit. De doelstelling is dat het minder wordt. De vraag is hoeveel mensen hiermee te helpen zijn. De schuldenproblematiek is pregnant in de stad Utrecht. Het Pagina 63 van 66

153 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli college probeert iedereen adequate ondersteuning te bieden en te voorkomen dat ze via de rechter in de bewindvoering terecht komen. De heer Stahl (Stadsbelang) licht toe dat het hem daarom niet gaat. De wethouder zei zojuist dat vrijwilligers bij de Buurtteams een aantal functies uitvoeren. Hij vraagt of de cijfers daarmee in verband ook opgeteld worden in deze monitor. Mogelijk is hier sprake van een verkeerde optelsom als het gaat om de waarneming via de monitor. Wethouder Everhardt merkt op dat de raad daarover gaat. Dit is wat het college inzichtelijk heeft gemaakt als het gaat om de inzet van deze partners op dit instrument. Dit instrument geeft niet aan wat de Buurtteammedewerkers allemaal afvangen en wat vrijwilligers in dit kader aan hulp bieden. De wethouder wil ook voorkomen dat het Buurtteam ook nog cijfers moet genereren om dit allemaal bij te houden. Wanneer de raad dat zou willen weten, moeten college en raad daarover de diepte ingaan. Hij stelt voor dit dan rond het armoedebeleid te doen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) bedoelt te zeggen dat het om het budgetbeheer gaat. Wanneer het instrument iets wordt opgehoogd en daarvan vaker gebruik gemaakt wordt dan nu het geval is, kan de enorme druk op beschermingsbewind afnemen. Hij leest in de doelstelling dat het als positief wordt ervaren dat de gemeente op hetzelfde niveau zit als voorheen. Het zou mogelijk positief zijn wanneer een groter aantal personen gebruik maakt van budgetbeheer omdat de gemeente dan een deel van het beschermingsbewind daarmee afvangt. Wethouder Everhardt stelt voor dit op een ander moment verder uit te diepen. Hij zal daarover informatie gaan delen rond het armoedebeleid. Daarvan is schuldhulpverlening ook een belangrijk onderdeel. Daarin moeten de keuzes gemaakt worden. Hij begrijpt de redenering en in de kern is hij het daarmee eens. D66 stelde een vraag over de GGZ-problematiek. De wethouder kan niet zeggen of het hier gaat om incidenten of om mensen die even de weg kwijt zijn en zichzelf vervolgens weer herpakken. Vele wegen zijn mogelijk om GGZ-problematiek beheersbaar te maken. Hij heeft concrete voorbeelden nodig om tot een nadere duiding te kunnen komen. Als het gaat om de Fraudewet en het laaghangend fruit is dat een signaal voor de wethouder dat hij zal oppakken met de ambtelijke ondersteuning. Hij zal het inzicht dat hij krijgt met de raad delen. Van belang is de wijze waarop het werk in het kader van de Fraudewet wordt georganiseerd. De wethouder gaat ervan uit dat dit zeker een zware taak is. Daarop wordt ingezet. Hij kan de verhouding op dit moment niet aangeven. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en rondt daarmee de bespreking van dit agendapunt af Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvragen wethouder Everhardt Wethouder Everhardt beantwoordt de vraag naar aanleiding van een publicatie op over de inzet van werklozen in een sloopproject. Hij deelt mee dat de gemeente op geen enkele manier bij dit re-integratiebedrijf betrokken is dan wel bij deze opdracht. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van mensen ligt bij de partij die het uitvoert en de ingehuurde partij. De arbeidsinspectie kijkt ook in dit geval toe op de uitvoering. Het gaat om een bouwbedrijf uit de gemeente Doetinchem met een relatie met die gemeente. De wethouder heeft geprobeerd contact te maken met die gemeente. Hij is bereid om met de universiteit contact op te laten nemen om zijn zorg uit te spreken over deze werkzaamheden. De wethouder kan zich voorstellen dat bij dergelijke werkzaamheden een re-integratie traject kan plaatsvinden. In de kern is daarmee niets mis zo lang het maar goed wordt uitgevoerd. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Pagina 64 van 66

154 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli Burgemeester Lijst van toezeggingen d.d. 7 en 9 juli Juridische Zaken Raadsvoorstel Nota verbonden partijen - De burgemeester gaat het voorgenomen raadsbesluit voor behandeling in de raad aanpassen in die zin dat een aantal beslispunten geformuleerd wordt (o.a. nee tenzij principe, monitoring, democratische waarborg (o.a. uit Motie 83), afwegingskader) en de status van de bijlagen duidelijker omschreven wordt. De eventuele onderliggende nota/stukken worden daar op aangepast. De raad krijgt voor raadsbehandeling een overzicht van de aangebrachte aanpassingen. - De burgemeester zal in de nota ook de eventuele deelname van raadsleden in samenwerkingsverbanden niet onmogelijk maken. - De burgemeester komt voor raadsbehandeling terug op vragen over de gevolgen van de nieuwe Vennootschapsbelastingswetgeving op verbonden partijen. - De burgemeester zal elementen uit het zgn. Leusden-manifest terug laten komen in de raadsvoorstel. - De burgemeester gaat de paragraaf verbonden partijen na raadsbehandeling scherper uitwerken o.a. t.a.v. toezichtbeleid, dienstverleningsniveau, personeelszaken, maatschappelijke verantwoord ondernemen. De burgemeester zal hierover desgewenst ook de Subcommissie consulteren. - De burgemeester komt voor het einde van het jaar met een stuk waarin op basis van de huidige lijst van verbonden partijen, een reactie komt over de huidige werkwijze van die verbonden partijen en hoe het samenwerkingsinstrument zich verhoudt tot het nu voorliggende kader. - De burgemeester komt in het presidium terug op een modus over hoe de raad tijdig in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijzen kan geven op voorgelegde stukken. Openbare Orde en Veiligheid Raadsbrief inzake het Uitvoeringsplan Cameratoezicht De burgemeester gaat pas over tot plaatsing van de in het Uitvoeringsplan genoemde camera s aan de ASW, nadat aan de raad een raadsbrief of raadsvoorstel m.b.t. de 2 e fase ASW is voorgelegd. Wethouder Jongerius 3990 Welzijn Raadsvoorstel Regeling Tegemoetkoming Zorgkosten De wethouder gaat voor raadsbehandeling na of paragraaf 3.1.c in de regeling moet worden aangepast als de CAK-meldingen als groepskenmerk gehanteerd wordt. - De wethouder meldt dat het uitgangspunt van de regeling 200,00 per huishouden blijft, maar indien er sprake van onder uitputting blijkt te zijn, dat zij gaat kijken naar huishoudens waar meer dan één persoon aanspraak kan maken op de regeling. - De wethouder gaat de mogelijke verwarring in 3.1.b. t.a.v. de jaartallen 2013 danwel 2014 na en komt daar voor raadsbehandeling op terug. Wethouder Kreijkamp 4000 Agendapunt 13 Financiën Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - De wethouder zal bij de Jaarstukken rapportage doen van de resultaten van de voorgenomen ambities (o.a. t.a.v. de aantallen projecten en de som van de diverse projecten). - De wethouder zegt toe dat de gemeente bereid is te acteren volgens het principe van de launching customer en naar mogelijkheden gaat zoeken om dat nader in te vullen. - De wethouder gaat de nota aanpassen in die zin dat dat toepassing van de CAO ( kan en zal principe ) nader wordt beschreven. - De wethouder gaat na raadsbehandeling het principe van het Right to redefine nader onderzoeken en komt daarop terug naar de raad. - De wethouder komt voor de behandeling van het raadsvoorstel terug op de invulling van de Right to challenge. Pagina 65 van 66

155 Verslag openbare vergadering van de commissie Mens & Samenleving d.d. 7 en 9 juli De wethouder gaat het SBIR-principe (Small Business Innovation Research) nader onderzoeken en rapporteert daarover voor het einde van het jaar naar de commissie. - De wethouder komt na raadsbehandeling terug op de opmerking over de adviezen van de accountant t.a.v. de toepassing van 2Normenkader. - De wethouder gaat in de nota de beschrijving van het Ambitieniveau in criteria-niveaus 1, 2 en 3 opnemen. Financiën Raadsvoorstel Meerjarenbegroting Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht - De wethouder gaat de opmerking over de dienstverleningsnorm in de reactie naar de BghU opnemen. Wethouder Geldof Publieksdienstverlening Commissiebrief Evaluatie werken op afspraak - De wethouder zal bij de evaluatie een evt. verscherping t.a.v. de 15 minuten norm alsmede de aantallen niet-verschijnende cliënten aan de balie meenemen. Wethouder Everhardt Volkshuisvesting Raadsvoorstel Volksgezondheidsbeleid Utrecht , Bouwen aan een gezonde toekomst, een uitnodiging aan de stad - De wethouder komt t.z.t. terug op de wijze van monitoring en verantwoordingsystematiek van het beleid en zal een bijeenkomst organiseren voor de raad. - De wethouder komt na de zomer terug op het onderwerp zingeving. - De wethouder komt in september terug op de vraag van mevrouw Koelmans over de pilot t.a.v. verwarde mensen op straat. - De wethouder gaat de uitnodiging aan de stad inzichtelijk maken op een A-4tje. - De wethouder komt voor raadsbehandeling met een overzicht van de diverse diensten en services in B1 taal. Volksgezondheid Raadsvoorstel Preventie en handhavingsplan alcohol De wethouder komt in december terug over de wijze waarop de contacten met de VO-scholen worden ingevuld. - De wethouder komt eind september terug op de uitkomsten naar de Halt-verwijzing door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum. - De wethouder gaat de nalevingscijfers bij winkels en slijters opnemen in de Jaarstukken. Werk & Inkomen Commissiebrief Kwartaalinformatie Werk en Inkomen eerste kwartaal De wethouder zal de commissie inzicht verstrekken in de werkwijze van de website onbeperkt aan de slag. - De wethouder zal in het volgende dashboard het aantal plaatsingen en indicaties garantiebanen opnemen. - De wethouder komt in oktober terug op de wijze waarop de fraudebestrijding wordt ingevuld. Pagina 66 van 66

156 5 Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten en vragen t.a.v. de toezeggingenlijst aan de portefeuillehouder(s) 1 Toezeggingenlijst M&S per 25 augustus 2015 Stand van zaken Toezeggingen commissie Mens en Samenleving per 25 augustus 2015 Toezeg ging ID Gedaan in 4 Cie M&S di, 21 januari Cie M&S di, 25 februari Cie M&S di, 25 februari 2014 Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Ontwerpraadsvoorstel 'Aanpassen art. 2:46 APV, (tijdelijke) sluiten van publiek toegankelijke gebouwen bij overlast Commissiebrief Criminaliteitcijfers Commissiebrief stijging bedrijfsinbraken Kees Geldof Rondvraagpunt Ruimte op website voor meldingen beperkt tot 90 karakters De burgemeester zal na besluitvorming in de raad de uitvoering in een aantal beleidsregels vormgeven -De burgemeester zal de commissie informeren of de gepresenteerde cijfers uitgesplitst zijn, danwel uit te splitsen zijn naar discriminatiegegevens.-de burgemeester zegt toe met een slimme inzet van middelen en mensen aandacht te besteden aan het lastig vallen van homo s bij met name een tweetal horecagelegenheden.- De burgemeester zal inzicht verstrekken m.b.t. de financiële middelen Keurmerk veilig ondernemen. De wethouder komt schriftelijk terug op de beperktheid van de 90 karakters melding. Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Victoor-Scheepmaker, B.E. (Brigitte) mondeling teruggekoppeld en meldingensmogelijkheid is verruimd 46 Cie M&S di, 25 februari Cie M&S di, 25 februari 2014 Kees Geldof 'Commissiebrief Verder Via B' Kees Geldof SV 2013 nr 155, Bescherming Persoonsgegevens in de Keten Werk en Inkomen - de wethouder zal de getallen van de brandweer (290 fte's) aan de geleverde tabellen toevoegen.- T.a.v. 'personeel in cijfers'; De wethouder zal, onder verwijzing naar 'Personeel in cijfers', de commissie op korte termijn inzicht verstrekken in de tabellen van loonkosten. De wethouder zal de commissie uiterlijk eind 2014 informeren als het SUWI informatiesysteem voldoet aan de in de audit aangegeven punten, op basis van de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Verbeem, C.A. (Christa) Bodewitz, J.A. (Jord) Blad 1/47

157 Toezeg ging ID Gedaan in 49 Cie M&S di, 25 februari Cie M&S di, 1 april Cie M&S di, 1 april Cie M&S di, 1 april Cie M&S di, 6 mei 2014 Verantw. Portefeuille houder Margriet Jongerius Jan van Zanen Margriet Jongerius Jeroen Kreijkamp Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Raadsbrief Initiatieven Bespreking beantwoording van de schriftelijke vragen SV 2013, nr. 173 inzake een leefbare en toekomstbestendige Amsterdamsestraatweg Raadsvoorstel Borgstellingsfonds Creatieve Industrie De wethouder is bereid om een bijeenkomt te facilitairen om met een afvaardiging vanuit de raad te spreken over de ervaren dilemma's rondom initiatieven. De burgemeester:- zegt toe om, los van de uitkomst van de voorliggende aanvraag, met de aanvrager in gesprek te gaan over mogelijkheden voor vestiging op een andere plek aan de rand van de stad. - brengt bij de VJN in kaart wat de kosten zijn van de uitbreiding van extra toezicht en handhaving in de avonduren (in het huidige handhavingsprogramma zit overigens al ruimte voor een aanpak).- is bereid om bij een toekomstige herziening van het beleid te kijken naar andere criteria als b.v. leefbaarheidstoets en in ruimtelijke zin b.v. toepassing van het voorbereidingsbesluit. -De wethouder stuurt in het tweede kwartaal 2015 de commissie een tussentijdse rapportage m.b.t. het aantal aanvragen. Raadsbrief vervolg Bieb++ - De wethouder gaat door met uitwerken van de 3 opties zoals genoemd in het amendement van GL. - De evt. mogelijkheid tot gebruikmaking van fondsen voor b.v. duurzaamheid worden meegenomen in de uitwerking. - De wethouder neemt in de uitwerking een zgn. Besluitenhistorie op.- De wethouder stuurt e.a. ter bespreking naar de commissie, het zal in dit stadium niet gaan om een raadsvoorstel. Ontwerpraadsvoorstel Consultatie majeure projecten VRU De burgemeester zegt toe bij het VRU:- namens de raad nadrukkelijk de aanvullende bedenking zal worden Hellevoort, M.C.E. (Marieke) Kikkert, M.K. (Martin) Jansdam, B. (Berni) Arets, H.A.A. (Ine) Kikkert, M.K. (Martin) De commissies M&S en S&R hebben op 29 juni 2015 een brief ontvangen waarin staat aangegeven welke keuze de Stichting Bibliotheek heeft gemaakt voor de nieuwe centrale vestiging. Blad 2/47

158 Toezeg ging ID Gedaan in 98 Cie M&S di, 6 mei Cie M&S di, 6 mei Cie M&S di, 3 juni 2014 Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Beantwoording SV 2014, nr. 06 inzake nachtsluiting snackbars Ontwerpraadsvoorstel Utrechtse Cultuurlening Commissiebrief 'OGGZ Veldmonitor Utrecht jaarrapport 2013' ingebracht dat andere, dan de nu voorliggende bezuinigingen (samenvoeging kazernes en personeel), wordt onderzocht;- er op aan te dringen dat aanpassingen in de voorstellen opnieuw aan de raad worden voorgelegd; -er op aan te dringen dat evt. nieuwe voorstellen ook met het personeel worden besproken. De burgemeester zal (mede n.a.v. het nog te ontvangen advies van wijkraad):-de mogelijkheid tot klagen beter onder de aandacht te brengen;-de wijze van registreren van klachten tegen het licht te houden;-is bereid om in met bewoners (Binnenstad) en ondernemers in overleg te treden en zal de commissie hierover een terugkoppeling doen;- de mogelijkheid van nachtwinkels onderzoeken, maar plaatst daar vraagtekens bij;-gaat na of elektrische bezorging afdwingbaar is. De wethouder: - zal t.z.t. het evaluatievoorstel naar de commissie sturen.- zal op de gemeentelijke website de mogelijkheid van de lening onder de aandacht brengen.- informeert de commissie, op basis van de Amsterdamse ervaringen, omtrent het terugbetalingsrisico.- De commissie krijgt jaarlijks een overzicht van de verleende leningen. De wethouder zegt toe:- dat vanaf 2015 de cijfers beter in beeld worden gebracht, zij gaat hierover met de instellingen en registrerende organisaties nog aanvullende afspraken maken en daar de commissie over informeren; -de commissie de, in sept./okt. Kikkert, M.K. (Martin) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) afgedaan met brief van 15 mei afgedaan met de brief van 14 juli 2015, nr en opgenomen in de VJN 2015 Blad 3/47

159 Toezeg ging ID Gedaan in 126 Cie M&S do, 5 juni Cie M&S ma, 16 juni 2014 Verantw. Portefeuille houder Victor Everhardt Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Commissiebrief Jeugdmonitor Financiën VJN/JS beschikbare Trimbosrapportage t.a.v. o.a. 'de uitstroom', zal toezenden; -de commissie voor de Voorjaarsnota te informeren over de invulling van het destijds beschikbaar gestelde miljoen euro; - de commissie te informeren over de te hanteren criteria m.b.t. regiobinding en de beroepsprocedure bij afwijzende beschikkingen; -de commissie te informeren omtrent het Hostel Maliehof; -bij de Uitvoeringsnota 2e fase terug te komen op de opvang van mensen met psychiatrische klachten die nog thuis wonen en voorlopig niet zullen worden opgenomen; -de commissie informeren over de wachtlijsten voor huisvesting. -De wethouder neemt de suggestie m.b.t. het meten van tabaksgebruik mee. - De wethouder houdt de gestelde vragen in de vragenlijst, o.a. die over gezinswelvaart, c.q. het totale autobezit, nog eens tegen het licht. De wethouder komt terug op vragen van mevr. Haage over de kwijtscheldingssystematiek van belastingen. Verschoor, H.N.M. (Hester) Arets, H.A.A. (Ine) Ivm regeldruk wordt aan burgers in de bijstand automatisch kwijtschelding verleend. Burgers met een miniumuminkomen zijn niet automatisch bekend en dienen zelf kwijtschelding aan te vragen. Bij de beoordeling wordt vermogen en/of inkomen van een inwonend kind betrokken conform de Blad 4/47

160 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Uitvoeringsregeling Invorderingswet. Ten aanzien van de uitvoering hebben gemeentes geen beleidsvrijheid. Voor individuele gevallen wordt de coulanceregeling kwijtschelding gehanteerd. 139 Cie M&S ma, 16 juni 2014 Jeroen Kreijkamp Onderwijs en Economische Zaken VJN/JS De wethouder komt met een voorstel naar de raad t.a.v. de inzet van de 1,2 mio 'kwaliteits- en excellentiegelden' Arets, H.A.A. (Ine) De raad heeft op 25 juni 2015 het voorstel 'Utrechtse onderwijsimpuls voor kwaliteit en excellentie' aangenomen. 146 Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni 2014 Jeroen Kreijkamp Jan van Zanen Jan van Zanen Onderwijs VJN/JS Openbare Orde en Veiligheid VJN/JS Regionale samenwerkingvjn/js Kees Geldof Publieksdienstverlening VJN/JS Kees Geldof Organisatie, personeel VJN/JS Kees Geldof Organisatie De wethouder gaat kijken naar de redactie van de 'prestatiedoelstelling/indicator Brede School' o.a. voor wat betreft de weekend-academie en de beleidsregel. De burgemeester komt met een voorstel voor een bijeenkomst om de commissie bij te praten over o.a. de kosten en inzet rondom betaald voetbal en andere evenementen. De burgemeester komt met een brief over de invulling van de U10-uitvoering en de evt. raadsbetrokkenheid. De wethouder gaat de commissie informeren over de wijze waarop gecommuniceerd wordt over de uitvoering van werkzaamheden/onderhoud in de buurt. De wethouder komt in de 2e helft van het jaar met beleid omtrent deregulering (Prettig geregeld). De wethouder verstrekt de commissie inzicht in de cijfers omtrent de 'stimulering Dijk, H.A.L. van (Heleen) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Diemen, F.J.M. van (Frans) Victoor-Scheepmaker, B.E. (Brigitte) Soelen, J.A. van (Hans) Blad 5/47

161 Toezeg ging ID Gedaan in 167 Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni 2014 Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Organisatie VJN/JS Kees Geldof Organisatie VJN/JS van jong talent'. De wethouder beantwoordt via de Kikkert, M.K. (Martin) burgemeester de vraag van mevr. Dibi over de stijging van proceskosten, c.q. het mogelijk falen van de inzet van mediairs. De wethouder komt in oktober met inzicht Victoor-Scheepmaker, in de ontwikkelingen en plannen voor de B.E. (Brigitte) aanpassingen van de gemeentelijke website brief verstuurd aan commissie M&S op 11 februari 2015: Ontwikkeling Programma Publieksdienstverlening Cie M&S ma, 16 juni 2014 Margriet Jongerius Wijkgericht werken en participatie VJN/JS De wethouder komt, na overleg met de stad/wijken en de raad, in het voorjaar van 2015 met voorstellen omtrent de vormgeving van het Initiatievenfonds. Ook komt zij met voorstellen over de vormgeving van de Stadsgesprekken. Arets, H.A.A. (Ine) Zie raadsvoorstel/besluit Initiatievenfonds en de commissiebrieven "Verder met stadsgesprekken" en "Leren van Stadsgesprekken" van resp en Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni 2014 Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Wijkgericht werken en participatie VJN/JS Cultuur VJN/JS Cultuur VJN/JS Cultuur VJN/JS De wethouder bestudeert de ideeën voor Crowd Funding en Right to Chellange en komt daarover terug naar de commissie. De wethouder streeft er naar om in september richting te geven aan de reparaties op de gevolgen van de stapelingen van kortingen. De wethouder probeert, na duidelijkheid te hebben van de cultuurinstellingen omtrent hun klanttevredenheidgegevens en bezoekersaantallen, in november te komen met nieuwe prestatie-indicatoren. Het college stuurt de raad voor 3 juli een brief over het Cultuurforum LR en laat deze brief vergezeld gaan van het LAgroupe onderzoek van september Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) 178 Cie M&S ma, Margriet Cultuur VJN/JS De wethouder bespreekt in het college met Jansdam, B. (Berni) Voorstel is opgenomen in de VJN Voorstel is opgenomen in de VJN afgedaan met brief van 27 juni 2014, nr LRU Blad 6/47

162 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Portefeuille houder 16 juni 2014 Jongerius de andere portefeuillehouder de belangstelling voor een onderzoek naar de 3 gemeentelijke, interne 180 Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S ma, 16 juni Cie M&S wo, 18 juni Cie M&S wo, 18 juni Cie M&S di, 8 juli 2014 Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Victor Everhardt Victor Everhardt Paulus Jansen Jan van Zanen Cultuur VJN/JS Welzijn VJN/JS Welzijn VJN/JS Jeugd VJN/JS Volksgezondheid VJN/JS Dierenwelzijn VJN/JS 'Schriftelijke Vragen 2014/52 "inzake afsteken vuurwerk door consumenten' verzelfstandigingen (lessen en tips). De wethouder brengt bij wethouder Everhardt de gedachte om DomUnder onder te brengen in de U-pas. De wethouder komt voor de behandeling van de VJN terug op vragen van de PvdAfractie omtrent de digitale vaardigheden van de Utrechters. De wethouder stuurt de commissie de evaluatie van de Meldcode Huiselijke Geweld zodra deze beschikbaar is. De wethouder zal de commissie voor de zomer een terugkoppeling verstrekken van de interne evaluatierapportage rondom Broodnood De wethouder zal de commissie informeren over de uitkomst van het debat in de 2e kamer (begin juli) over het cannabisgedoogbeleid. De wethouder zal in zijn prestatieafspraken-overleg met de corporaties aan het einde van dit jaar, de onderwerpen biodiversiteit en dierenwelzijn inbrengen en de commissie daarvan een terugkoppeling doen - De burgemeester zal alle landelijke ontwikkelingen monitoren (o.a. vuurwerkshows, communicatie, vuurwerkvrijezones);- De burgemeester pakt de handschoen op om samen met ondernemers te komen tot een beperking van de verkoop van babypijltjes en Romeinse kaarsen.- De burgemeester zal de commissie op de hoogte stellen van de Arets, H.A.A. (Ine) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Verschoor, H.N.M. (Hester) Bos, M.B.C. (Manon) Opheusden, H.M.M. van (Harri?t) Kikkert, M.K. (Martin) is gebeurd Blad 7/47

163 Toezeg ging ID Gedaan in 240 Cie M&S di, 8 juli Cie M&S do, 10 juli Cie M&S di, 21 januari Cie M&S di, 21 januari Cie M&S di, 21 januari Cie M&S di, 21 januari 2014 Verantw. Portefeuille houder Margriet Jongerius Victor Everhardt Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Rondvraag Kinderpardon 'Beantwoording Motie 93: Meer voorzieningen voor de Jeugd in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern Cie M&S 2013/103 PGB 2014: Investeringsplanning Cie M&S 2013/154 Ontwerpraadsvoorstel 'Verordening Toeristenbelasting 2014' Cie M&S 2013/149 Commissiebrief betreffende 'Voortgangsbericht cannabisexperimenten' Kees Geldof Cie M&S 2013/100 Open Data: gemeentelijke datasets ter beschikkingstellen aan nalevingstrategie. De wethouder zal de commissie informeren over het aantal Utrechtse kinderen die dreigen te worden uitgezet zodra de (Haagse) cijfers daarover bekend zijn. -De wethouder zal de commissie, in overleg met de wijkwethouder VDM, informeren omtrent de voortgang/kaders van de gesprekken met Azotod.-De wethouder zal, in overleg met de portefeuillehouder Sport, inzicht verstrekken in de (on- )mogelijkheden rond 'zwembaden in zelfbeheer' en de capaciteit van zwemwater.-de wethouder zal de commissie informeren over hoe en op welke wijze, met deelbedragen uit het zgn. 'Jongerenoverlast budget' van euro, jongeren bij de structurele inzet van middelen nog beter 'zelf aan zet' gebracht kunnen worden. Bij de Voorjaarsnota wordt, in het overzicht van de investeringsplanning, ook inzicht verstrekt in toekomstige investeringen. Het college zal t.z.t. de raad informeren over de toepassing van de uitvoeringsregeling. Jansdam, B. (Berni) Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) Bonhof, A. (Marike) Damen, J.M. (Annette) De wethouder informeert de commissie Verduijn, H. (Hilde) tijdig over locatie-keuze social canabis club - De wethouder gaat nog kijken naar de mogelijke privacygevoeligheid van het publiceren van combinaties van datasets. - De wethouder neemt de suggestie mee om Bodewitz, J.A. (Jord) Blad 8/47

164 Toezeg ging ID Gedaan in 259 Cie M&S di, 21 januari 2014 Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad externe (her-)gebruikers Cie M&S 2013/69 VJN/lokalen ook bij aanbestedingen en subsidierelaties het open stellen van data als aandachtpunt mee te nemen. - De wethouder neemt de suggestie mee om te beschrijven wat afnemers van de gemeente kunnen verwachten. - De wethouder gaat kijken naar de toepassing van de zgn. 'creative commence zero licency'. - De wethouder gaat op de 'open data-portal' en bij de Jaarstukken rapporteren over de beschikbaarheid van datasets en de geweigerde verzoeken om 'data-sets'. De wethouder gaat de aantallen leegstaande lokalen in beeld brengen en daar de commissie na de zomer over rapporteren Arets, H.A.A. (Ine) De commissie M&S heeft op 12 juni 2015 het raadsvoorstel Meerjarenperspectief onderwijshuisvesting ontvangen. Hierin is een overzicht opgenomen van de capaciteit versus behoefte in lokalen in het primair onderwijs. 262 Cie M&S di, 21 januari Cie M&S di, 21 januari Cie M&S di, 21 januari 2014 Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Cie M&S 2012/133 Raadsvoorstel Verzelfstandiging Centraal Museum Cie M&S 2013/98 Selectie cultureel ondernemer voor cultuurhuis in Castellum Hoge Woerd Toezegging: evaluatie van de Vrede van Utrecht De wethouder zal met de commissie in de 2e helft van 2013 het debat voeren over wat we met elkaar nodig achten om de collectie op een exposabel niveau te brengen. De wethouder zal op het moment dat de volgende stap in het proces genomen wordt de commissie informeren. Wethouder Lintmeijer zal nog in deze collegeperiode de raad een evaluatie van de Vrede van Utrecht presenteren en inzichtelijk maken wat met de financiële bijdrage van de gemeente is gedaan. Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Voorstel hiervoor is opgenomen in de VJN afgedaan met brief van , nr afgedaan met brief nr , verzonden Blad 9/47

165 Toezeg ging ID Gedaan in 265 Cie M&S di, 21 januari Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Margriet Jongerius Jan van Zanen Jeroen Kreijkamp Paulus Jansen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Cie M&S 2013/150 Het Muziekpaleis Cie M&S: Uitkomst selectie bouwer Nieuw Zandpad Programmabegroting Financiën/Huisbankieren Programmabegroting 2015 Sport/Roeivereniging Viking. De wethouder gaat: - de inkomsten van de dienstverlening aan Tivoli/De Helling beter inzichtelijk maken en toelichten aan de commissie. Die inkomsten zijn al opgenomen in de exploitatiebegroting van de nieuwe organisatie; - naar verwachting in een vertrouwelijk document de risicoparagraaf nader toelichten aan de commissie, onder andere afgezet tegen de garantieperiode van de eerste twee jaar;- bij de begroting 2015 targets hangen aan de zakelijke verhuur; - met de notaris nadere bepalingen formuleren ten aanzien van de stemverhoudingen. -Het college gaat door met de marktconsultatie en doet dat op basis van de huidige uitgangspunten. -Het college denkt circa 2,5 maand nodig te hebben om daarna bij de commissie terug te komen.- De burgemeester bekijkt de suggestie van de heer De Vries tot het tijdelijk legaliseren van thuisprostitutie ter overbrugging van de periode tot het realiseren van het Nieuwe Zandpad. De wethouder is bereid om bij een volgende aanbesteding voor een huisbankier, bij de totale afweging van de functionaliteit ook de mogelijkheid meewegen van milieu-/diervriendelijkheid. De wethouder zal de commissie informeren over het moment waarop de aanbesteding plaats zal vinden. De wethouder neemt daarbij een amendement hiertoe uit 2010 in acht. De wethouder zal de commissie op de hoogte brengen van zijn gesprekken met de universiteit m.b.t. de roeivereniging Viking. Jansdam, B. (Berni) Kikkert, M.K. (Martin) Tekir, I. (Ilhan) Toussaint, N.J. (Niek) Blad 10/47

166 Toezeg ging ID Gedaan in 427 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Jan van Zanen Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Programmabegroting Openbare Orde en Veiligheid/Prostitutiebudg et. Programmabegroting Openbare Orde en Veiligheid/BestruursRegio Utrecht Programmabegroting Onderwijs/Bibliotheek Programmabegroting Onderwijs Programmabegroting Onderwijs/Onafhankelijk ouder advies- en meldpunt Programmabegroting Cultuur/TivoliVredenburg Programmabegroting Cultuur Programmabegroting Cultuur Programmabegroting Cultuur/Culturele De burgemeester zal evt. overschrijdingen in het prostitutiebudget melden bij de VJN. De burgemeester komt in het voorjaar met een apart raadsvoorstel over de opheffing van het BRU. De wethouder komt begin volgend jaar met een visie op de bibliotheken en past de streefcijfers in de VJN en Programmabegroting aan. Inzet extra middelen kwaliteit en excellentie in het Voorgezet Onderwijs. De wethouder zal, na afronding van de stadgesprekken, met een raadsvoorstel rondom de besteding van de beschikbare middelen te komen. De wethouder is bereid om met de initiatiefnemers van het Ouderadviesmeldpunt in gesprek te gaan. Eind oktober komt het college met een tussenrapportage omtrent de exploitatie. De wethouder zegt toe daarin ook de stand van zaken omtrent het geluidslek, de uitvoering van de motie 'Klein maar fijn' en de personele capaciteit mee te nemen. De wethouder zegt toe om, samen met EZ, in 2015 met een gezamenlijke internationale agenda van cultuur en economische zaken te komen. De wethouder komt in het voorjaar van 2015 met nieuwe indicatoren voor de meting van klanttevredenheid van bezoekers van culturele instellingen. De wethouder zal de vanuit de commissie geopperde gedachte voor culturele Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Arets, H.A.A. (Ine) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Arets, H.A.A. (Ine) Jansdam, B. (Berni) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) De raad heeft op 25 juni 2015 het voorstel 'Utrechtse Onderwijsimpuls voor kwaliteit en excellentie' aangenomen afgedaan met de brief van , nr is opgenomen in de VJN Is onder de aandacht gebracht van SCU Blad 11/47

167 Toezeg ging ID Gedaan in 448 Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Aanplakborden. Programmabegroting Cultuur/Afsprakenkader Duurzame evenementen Programmabegroting Wijkgericht werken/participatie- Stadsgesprekken. aanplakborden, met name in Leidsche Rijn, aan Stichting Cultuurpromotie Utrecht doorgeven. De wethouder komt, op vragen van de PvdD, terug op het afsprakenkader Duurzame evenementen en de wijze waarop daar aandacht voor gegeven wordt. De wethouder komt in voorjaar van 2015 met een tussentijdse evaluatie van de Stadsgesprekken. De wethouder komt voor het einde van het jaar met criteria voor de bedoelde evaluatie. Jansdam, B. (Berni) Arets, H.A.A. (Ine) Tussentijdse evaluatie is gerapporteerd in de commissiebrief "Tussenstand Stadsgesprekken" van en de criteria zijn opgenomen in de commissiebrief "Leren van Stadsgesprekken: van Cie M&S Margriet Jongerius Programmabegroting Wijkgericht werken/participatie- Initiatievenfonds. In het voorjaar 2015 komt de wethouder met criteria t.a.v. het initiatievenfonds (dat medio 2015 wordt ingevoerd). Arets, H.A.A. (Ine) Zie raadsvoorstel Initiatievenfonds: naar de commissie M&S verstuurd op en vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering van 25 juni Cie M&S Margriet Jongerius Programmabegroting Wijkgericht werken/participatie-wij maken Utrecht festival De wethouder gaat de ideeën uit het 'Wij maken Utrecht festival' terug brengen in een voorstel naar de raad. Arets, H.A.A. (Ine) Zie commissiebrief/notitie "Ruim Baan voor Initiatief" (nr ) verstuurd op Cie M&S Kees Geldof Programmabegroting Jeugdzorg/Agenda 22. De wethouder zal terugkomen op de toegankelijkheid van gebouwen van de gecontracteerde zorginstanties. Bos, M.B.C. (Manon) 463 Cie M&S 15- Victor Programmabegroting 2015 De wethouder zal op termijn de Wigboldus, J.N.T. Blad 12/47

168 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Portefeuille houder Everhardt - Jeugdzorg jeugdzorgregelingen toetsen aan het (Jan-Nico) 466 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Programmabegroting Maatschappelijke Ondersteuning/Verordenin g WMO 2015 Programmabegroting Maatschappelijke ondersteuning/asielbeleid. Programmabegroting Maatschappelijke ondersteuning/accommoda ties. Kinderrechtenverdrag. De wethouder komt met een overzicht van het overschot op de 'individuele voorzieningen 2014' bij de VJN. De wethouder verstrekt de commissie een afschrift van de brief van staatssecretaris Teeven over de aanpak van ongedocumenteerden in Utrecht. Het College komt met een reactie daarop. De wethouder komt in het voorjaar met een evaluatie van het Sociaal makelaarschap en het Sociaal beheer Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) is opgenomen in de VJN afgedaan met brief van 12 mei 2015, nr Zie brief nr met de tussentijdse evaluatie van het sociaal makelaarschap, verstuurd op Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Programmabegroting Maatschappelijke ondersteuning/accommoda ties. Programmabegroting Maatschappelijke ondersteuning/accommoda ties. Financiën / Raadsvoorstel 'Derde (meerjaren)begrotingswijzi ging 2014' Onderwijs, Entreeopleiding regio Utrecht De wethouder gaat bij wethouder Jansen aandacht vragen voor generatiebestendig wonen en het verwijzen op de Utrecht-site naar de UVO-site. De wethouder informeert de commissie over het moment waarop de 'Evaluatie meldcode huiselijk geweld' komt. De wethouder gaat de redenatie achter de kostensystematiek van technisch beheer door het ABU in een commissiebrief toelichten. De wethouder houdt de commissie over het vervolgtraject op de hoogte. Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Tekir, I. (Ilhan) Dijk, H.A.L. van (Heleen) 498 Cie M&S Jeroen Kreijkamp Onderwijs, Entreeopleiding regio Utrecht De wethouder meldt dat de mogelijkheden voor 18-plussers nog moeten worden uitgewerkt. De wethouder komt daar voor de zomer op terug. Dijk, H.A.L. van (Heleen) 500 Cie M&S 11- Margriet Welzijn, Raadsvoorstel De wethouder zal de reguliere Benjaminsen, M.A.J. Blad 13/47

169 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Jongerius Kadernota Vrijwillige Inzet Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Welzijn, Rondvraagpunt bezuiniging Catharijnehuis Kees Geldof Publieksdienstverlening, Beantwoording SV 2014, nr. 93 inzake "Toegankelijke organisatie; bereikbare ambtenaren!" Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Werk en Inkomen, Raadsvoorstel verordeningen en beleidsregels ParticipatiewetVerordening Reintegratie, studietoeslag en tegenprestatie. Werk en Inkomen, Raadsvoorstel verordeningen en beleidsregels ParticipatiewetVerordening Reintegratie, studietoeslag en tegenprestatie Werk en Inkomen, Raadsvoorstel verordeningen en beleidsregels ParticipatiewetVerordening Reintegratie, studietoeslag en tegenprestatie Werk en Inkomen, Raadsvoorstel verordeningen en beleidsregels voortgangsinformatie van de instellingen jaarlijks gebundeld ter informatie aan de commissie beschikbaar stellen. De wethouder is in gesprek en stuurt de commissie voor eind november een uitsluitselbrief. De wethouder zal de suggestie en de toepassing van een no-reply nummer onderzoeken en de commissie daar komend voorjaar over informeren. Nadere beleidsregels: de wethouder stuurt de in de verordening genoemde nadere uit te werken beleidregels begin 2015 informatief naar de commissie. Beschut werken: de wethouder gaat hiervoor 20 plekken creëren en zal jaarlijks in het Dashboard of de PGB de actuele aantallen communiceren. De wethouder zal de commissie begin volgend jaar informeren over de werkwijze die zal worden gehanteerd t.a.v. de groeimogelijkheden van het aantal plekken. Vrijwillige tegenprestatie: de wethouder gaat het werkproces rond de vrijwillige tegenprestatie op papier zetten. ZZP-ers met een beperking: de wethouder komt voor het einde van het terug op de vragen van het CDA over hoe wordt omgegaan met deze groep mensen die aan (Marijn) Jansdam, B. (Berni) Victoor-Scheepmaker, B.E. (Brigitte) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Siegelaer, P.M.M. (Ellen) Bos, M.B.C. (Manon) Afgehandeld Brief verzonden Blad 14/47

170 Toezeg ging ID Gedaan in 524 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Victor Everhardt Victor Everhardt Jan van Zanen Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad ParticipatiewetVerordening Reintegratie, studietoeslag en tegenprestatie Raadsvoorstel verordeningen en beleidsregels Participatiewet, Verordening Individuele Inkomenstoeslag Raadsvoorstel verordeningen en beleidsregels Participatiewet, Verordening Individuele Inkomenstoeslag Gemeenschappelijke regeling VRU Gemeenschappelijke regeling VRU de slag gaan maar terugvallen in hun oude situatie. Groepskenmerk 65-plus: de wethouder geeft aan, op een mogelijk raadsbesluit hiertoe, bereid te zijn te bekijken of en hoe op een andere manier vormgegeven kan worden aan de regeling voor '65-plus' voor de periode in Hij geeft daarbij aan dat hiervoor uitvoeringskosten nodig zijn. Kostenontwikkeling inkomenstoeslag: de wethouder zal de commissie na een half jaar een overzicht verstrekken. Bos, M.B.C. (Manon) Siegelaer, P.M.M. (Ellen) De burgemeester gaat namens de gemeente Kikkert, M.K. (Martin) Utrecht bij het VRU een tweetal zaken voorleggen:1. De juridische interpretatie van Artikel Dit in die zin dat hij er naar streeft, de optimale informatieverstrekking door hem richting de Raad (eventueel onder oplegging van geheimhouding) blijvend te waarborgen.2. De burgemeester gaat namens de Raad bij de VRU voorleggen dat begrotingswijzigingen welke gevolgen hebben voor het te leveren product aan de raden worden voorgelegd.de burgemeester gaat het voornoemde verwoorden in een zienswijze aan het VRU en het raadsvoorstel daar als zodanig op aanpassen (en ter toetsing voorleggen aan de Griffie). De burgemeester zegt verder toe het VRU Kikkert, M.K. (Martin) te verzoeken de raden regelmatig via Blad 15/47

171 Toezeg ging ID Gedaan in 541 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Verordening voorzieningenhuisvesting onderwijs gemeente Utrecht 2015 Kees Geldof Motie 2014/77: Gebruik dierproefvrije en biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen Margriet Jongerius Beleidsregels WMO informatiebijeenkomsten in brede zin bij te laten praten. De wethouder zal voor de VJN rapporteren Arets, H.A.A. (Ine) over het onderhoud van de gymzalen, het overleg met de schoolbesturen over hun bekostiging van de huisvesting in monumenten, alsmede over de demarcatielijst. De wethouder meldt dat de aanbesteding Verbeem, C.A. schoonmaakmiddelen voor het Utrechtse (Christa) Vastgoed begin 2015 opgestart zal worden. Hierin zal de eis van volledige biologische afbreekbaarheid voor alle typen oppervlakte-actieve stoffen opgenomen worden. Daarnaast zal opgenomen worden: - als eisen: dat het bedrijf alleen dierproeven doet uitvoeren indien wettelijk (REACH) vereist is; wanneer geen alternatieve testmethode kan worden toegepast en uitsluitend voor de veiligheid en bescherming van mens en milieu;- als wens: vragen wat het bedrijf doet in elke fase van de productontwikkeling om hun reinigingsmiddelen proefdiervrij te krijgen. Een hogere score kan verkregen worden indien het bedrijf regelmatig gecontroleerd wordt; geen dierproeven uitvoert en geen opdracht geeft tot het uitvoeren van dierproeven; borgt dat alle ingrediënten in de keten niet worden getest op dieren. De wethouder zal de raad op basis van Jansdam, B. (Berni) monitoring vanaf 2015 per kwartaal een rapportage sturen, daarbij wordt o.a. de onafhankelijke cliëntenondersteuning meegenomen. 564 Cie M&S 15- Jan van Voortgang proces Het college zal in april in een besloten Kikkert, M.K. (Martin) De commissie heeft op 11 mei 2015 een brief ontvangen over deze onderwerpen. Blad 16/47

172 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Portefeuille houder Zanen raamprostitutie - sessie met de commissies spreken over de 565 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Selectieleidraad. Voortgang proces raamprostitutie - Bestuurlijke drukte Voortgang proces raamprostitutie - Gemeente site. Openbare Orde en Veiligheid - Rondvraagpunt glazenwassersbranche Openbare Orde en Veiligheid - Rondvraagpunten Wobverzoeken Juridische Zaken - Rondvraagpunt Update geheimhoudingsregister Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Integraal Veiligheidsplan Openbare orde en veiligheid - Commissiebrief Stand van zaken coffeeshops Financiën - Raadsvoorstel Aanpassing bijlagen gemeenschappelijke regeling BghU Onderwijs - Rondvraagpunt Bewegingsonderwijs selectie leidraad. Het college gaat intern bekijken of én hoe de bestuurlijke drukte kan worden beperkt en zal de commissie daarover informeren. De burgemeester/wethouder Geldof gaan binnen twee weken de gemeentelijke site aanpassingen t.a.v. de informatie m.b.t. vergunningverlening inzake prostitutie. De burgemeester komt na overleg met de Vng en de regio terug op de aanpak van malafide glazenwassers De burgemeester komt binnen 6 weken met een brief over werkwijze rondom Wobverzoeken en de betaling van dwangsommen door de gemeente. De burgemeester komt op korte termijn, na overleg met de griffier, met een update De burgemeester zegt toe om na een periode van b.v. een jaar te bekijken of extra inzet op preventie nodig is. De burgemeester komt schriftelijk terug op de vraag of aanvragers op wachtlijsten moeten staan en of op de gedachte panden horecabestemmingen moeten zitten. De wethouder gaat bekijken of op termijn door efficiency maatregelen zgn. pluspakketten bij de gemeenschappelijke regeling kunnen worden ondergebracht. De wethouder gaat de commissie daarover voor de zomer informeren. De wethouder zal de commissie informeren over de situatie in Tuindorp. Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Tekir, I. (Ilhan) Arets, H.A.A. (Ine) Bewegingsonderwijs is een onderdeel van het raadsvoorstel Blad 17/47

173 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad 'Meerjarenperspectief onderwijshuisvesting '. De commissie heeft dit voorstel op 12 juni ontvangen. 586 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwijs - Raadsvoorstel Voortgangsrapportage Masterplannen onderwijshuisvesting 2014 Onderwijs - Raadsvoorstel Voortgangsrapportage Masterplannen onderwijshuisvesting 2014 Onderwijs - Raadsvoorstel Voortgangsrapportage Masterplannen onderwijshuisvesting 2014 De wethouder zal de commissie informeren over de uitkomsten van de gesprekken met het schoolbestuur van De Mozaïek (leerlingenprognoses en budgeten). De wethouder zal de commissie t.z.t. informeren over de oplossingsrichtingen m.b.t. de problematiek bij de multifunctionele accommodatie Het Zand. De wethouder zal zich bij toekomstige plannen richten op een beschrijving van het ambitieniveau t.a.v. duurzaamheid. Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Arets, H.A.A. (Ine) De commissie heeft op 12 juni het raadsvoorstel 'Meerjarenperspectief onderwijshuisvesting ' ontvangen. Daarin is de ambitie ten aanzien van duurzaamheid beschreven. 589 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Jan van Zanen Jan van Zanen Jeroen Kreijkamp Maatschappelijke ondersteuning- SV 2014, nr. 108 inzake daklozen, regiobinding en beschikkingen Openbare Orde en Veiligheid - Rondvraagpunt Cannabisclub Openbare Orde en Veiligheid - Rondvraagpunt cameratoezicht Financiën - Raadsvoorstel Controlegat (Op voorstel De commissie ontvangt vóór 1 maart de definitieve tekst van het convenant (43 centrumgemeenten met VNG). De burgemeester gaat bij het OM na of zij, als gevolg van de uitspraak in Amsterdam, een uitspraak kunnen doen over de Utrechtse situatie. De burgemeester informeert de commissie bij brief over de uitvoering van het cameratoezicht (aantallen en gebied). De wethouder treedt nog nader in overleg met de Rekenkamer over een mogelijke Arets, H.A.A. (Ine) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Tekir, I. (Ilhan) afgedaan met brief , dd 13 mei 2015 Blad 18/47

174 Toezeg ging ID Gedaan in 601 Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad van de Rekenkamer) aangepaste definiëring van beslispunt 2. Financiën - Raadsvoorstel 1-e (meerjaren) begrotingswijziging 2015 De wethouder komt in de subcommissie terug op de lengte van de lijst als gekozen wordt voor een 50K benadering i.p.v. een 100K benadering. Arets, H.A.A. (Ine) De commissie heeft op 14 juli 2015 het raadsvoorstel 2e technische begrotingswijziging ontvangen, hierin is uitgegaan van 50K. 602 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 De verordening wordt na vaststelling d.m.v. een folder en op de website vertaald in een populaire/leesbaardere versie. De wethouder zal in de toelichting van de verordening de toepasbaarheid van de verordening t.a.v. personen met een bepaalde levensbeschouwing beter duiden. De wethouder gaat richting de ouders de mogelijkheid van de right to challenge onder de aandacht brengen. De wethouder gaat de ouders betrekken bij de monitoring van het leerlingenvervoer. Een jaar na de inwerkingtreding van de verordening wordt deze geëvalueerd, de raad wordt van de uitkomst hiervan op de hoogte gebracht. De wethouder zal de commissie circa een maand na de start van het nieuwe schooljaar tussentijds informeren over de monitoring op de uitvoering. De wethouder zal bij een volgende aanbesteding bekijken of er een rol voor ouders bij beoordeling van de aanbesteding kan worden ingeruimd. De wethouder monitort de financiële effecten voor ouders van kinderen die zelfstandig reizen en alleen een vergoeding bij een reisafstand van 6 km of meer krijgen. Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Blad 19/47

175 Toezeg ging ID Gedaan in 609 Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Onderwijs - Raadsvoorstel Verordening leerlingenvervoer 2015 Onderwijs - Schriftelijke vragen 2014 nr. 117 over Sporten op school moet kunnen De wethouder gaat de suggestie tot synchroniseren van aanbesteding met regiotaxi bekijken. Het college gaat richting de schoolbesturen meer inzichtelijk maken waar gymcapaciteit over is. Dijk, H.A.L. van (Heleen) Arets, H.A.A. (Ine) Scholen hebben voor het schooljaar een overzicht ontvangen waarin het aantal uren bewegingsonderwijs waar elke school recht op heeft, is opgenomen. Op basis hiervan kunnen scholen onderling het inroosteren van de gymuren afstemmen.na de zomerperiode ontvangen scholen een overzichtskaart van alle gymlocaties en andere locaties waar scholen bewegingsonderwijs kunnen geven zoals sportvelden en parken. 612 Cie M&S Jeroen Kreijkamp Onderwijs - Schriftelijke vragen 2014 nr. 117 over Sporten op school moet kunnen De wethouder gaat in overleg met de schoolbesturen spreken over de ambities tot het dichter bij school gymen alsmede het invullen van meer uren bewegingsonderwijs en komt met de uitkomst daarvan, alsmede de financiële gevolgen, terug naar raad. Arets, H.A.A. (Ine) Bewegingsonderwijs is een onderdeel van het raadsvoostel 'Meerjarenperspectief onderwijshuisvesting '. 613 Cie M&S Cie M&S Paulus Jansen Paulus Jansen Dierenwelzijn - Raadsvoorstel Actualisatie dierenwelzijnsbeleid Dierenwelzijn - Raadsvoorstel Actualisatie dierenwelzijnsbeleid De wethouder zegt toe de site van de gemeente t.a.v. dierenwelzijn zoveel mogelijk te linken naar deskundige, bonafide partijen. De wethouder zal de raad t.z.t. informeren over de nadere inrichting (het resulterend voorstel) t.a.v. de Greendeal. Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) College handelt conform College wacht op indiening AMVB in Tweede Kamer en spreekt Blad 20/47

176 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad parallel met bouwende partijen. 615 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Paulus Jansen Paulus Jansen Paulus Jansen Margriet Jongerius Dierenwelzijn - Raadsvoorstel Actualisatie dierenwelzijnsbeleid Dierenwelzijn - Raadsvoorstel Actualisatie dierenwelzijnsbeleid Dierenwelzijn - Raadsvoorstel Actualisatie dierenwelzijnsbeleid Participatie - Rondvraagpunt uitwerking Roze stembusakkoord/lhbt De wethouder bestudeert de voor- en nadelen van het in handen stellen van de uitvoering van het dierenwelzijn van één deskundige partij (b.v. de dierenbescherming) en zal de raad t.z.t. over de uitkomsten daarvan informeren. Bij het verlengen van de aflopende contracten met Utrechtse hengelsportverenigingen wordt de ecologische waarde van het viswater tegen het licht gehouden en worden daar zo mogelijk maatregelen aan verbonden, c.q. de pachtregelingen aangepast. De wethouder overweegt de suggestie om, evt. samen met een aantal andere gemeenten, bij de Kamer aandacht te vragen voor de nadelen van verkoop van huisdieren via tuincentra. De notitie komt het 2e kwartaal van dit jaar naar de raad. Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Onderzoek loopt, gericht op besluitvorming vóór eind Onderzoek ecologische waarde loopt. Eventuele aanpassing van verhuur visrechten afhankelijk van uitkomst. Wordt vervolgd Wethouder bezoekt als 1ste stap tuincentra. Brief staatssecretaris volgt later De Regenboogagenda is op naar de commissie M&S verstuurd (nr ) 621 Cie M&S Margriet Jongerius Welzijn - Commissiebrief bundeling cliënt- en adviesraden De wethouder zal de commissie uiterlijk bij de Voorjaarsnota duidelijkheid verstrekken omtrent het gekozen model. Arets, H.A.A. (Ine) Zie commissiebrief "Ontwikkelmodel bundeling advies- en cliëntraden in het sociaal domein" van (nr ) 622 Cie M&S Margriet Jongerius Welzijn - Commissiebrief bundeling cliënt- en adviesraden De wethouder zal bij de werktafels nog aandacht vragen voor de vertegenwoordiging van jeugd en hun ouders. Arets, H.A.A. (Ine) is gebeurd, zie ook ciebrief "Ontwikkelmodel de bundeling advies-en Blad 21/47

177 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad cliëntraden in het sociaal domein" (nr ) 623 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Kees Geldof Publieksdiensverlening - Rondvraagpunt schrappen onnodige m/v-aanduiding op gemeentelijke formulieren Kees Geldof Publieksdienstverlening - Commissiebrief Data gedreven sturing & Open data Kees Geldof Publieksdienstverlening - Commissiebrief Data gedreven sturing & Open data Kees Geldof Publieksdienstverlening - Commissiebrief Data gedreven sturing & Open data Kees Geldof Dierenwelzijn - Raadsvoorstel Actualisatie dierenwelzijnsbeleid Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jan van Zanen Onderwijs - Commissiebrief Transparantie in aanmeldingen in basisonderwijs Onderwijs - Commissiebrief Transparantie in aanmeldingen in basisonderwijs Onderwijs - Rondvraagpunt binnenklimaatinstallatie Terwijde Openbare orde en veiligheid - Commissiebrief De wethouder gaat de gemeentelijke formulieren tegen het licht houden en waar mogelijk aanpassen. De wethouder zegt toe om voor de commissie periodiek informatiebijeenkomsten te organiseren. De Raadsinformatie (RIS) komt in fase 2 van Babs nog dit jaar als open data beschikbaar. De wethouder zal, na overleg met de griffie, terugkomen op de vraag over het als open data beschikbaar stellen van het stemgedrag van de gemeenteraad. De gemeente zal bij (de uitbesteding) van baggerwerkzaamheden aan derde partijen aandacht vragen voor flora en fauna. De wethouder gaat de uitvoering van de afgesproken aanmeldingsprocedure monitoren en zal de commissie daarover aan het einde van het schooljaar informeren. De wethouder zal bij de evaluatie na twee schooljaren ook ingaan op de resultaten in andere steden. De wethouder zal de raad, na overleg met het schoolbestuur, de komende maand informeren. De burgemeester zegt toe de commissie regelmatig vanuit het college te informeren Victoor-Scheepmaker, B.E. (Brigitte) Jansen, M.I. (Martin) Jansen, M.I. (Martin) Jansen, M.I. (Martin) Diemen, F.J.M. van (Frans) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Kikkert, M.K. (Martin) brief aan commissie M&S verstuurd op 14 juli 2015; kenmerk: Blad 22/47

178 Toezeg ging ID Gedaan in 641 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Stand van zaken en preventie van radicalisering en plan van aanpak en uitkomsten expertmeeting Openbare orde en veiligheid - Commissiebrief Stand van zaken en preventie van radicalisering en plan van aanpak en uitkomsten expertmeeting Participatie - Commissiebrief Stand van zaken en preventie van radicalisering en plan van aanpak en uitkomsten expertmeeting Participatie - Commissiebrief Stand van zaken en preventie van radicalisering en plan van aanpak en uitkomsten expertmeeting Participatie - Commissiebrief Stand van zaken en preventie van radicalisering en plan van aanpak en uitkomsten expertmeeting over de aanpak, voortgang en monitoring. De burgemeester gaat de commissie schriftelijk nader informeren over de kwestie van de uit beeld geraakte jongen zonder paspoort. De beslisboom komt ook beschikbaar voor niet professionals. Wethouder Jongerius zegt toe dat er voor de zomer er een geconcretiseerd plan m.b.t. de preventieve aanpak naar de commissie komt. Wethouder Jongerius zal zorgdragen voor de verspreiding van de beschikbare lesbrief bij de scholen. Kikkert, M.K. (Martin) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Arets, H.A.A. (Ine) Is bijgevoegd bij Actieplan Utrecht zijn we samen (verstuurd op ): zie bijlage Actieplan "Utrecht zijn we samen" is op naar de commissie M&S verstuurd Lesbrief is voor iedereeen beschikbaar: hool.net/home/welkom/53- devreedzameschoolsectie/ni euwsvreedzameschool/998- lesbrief-aanslag-parijs 645 Cie M&S Margriet Jongerius Zorg en maatschappelijke ondersteuning - Commissiebrief Mantelzorg De wethouder zal de commissie in juni op de hoogte stellen over de uitwerking van de plannen tot ondersteuning van mantelzorgers. Jansdam, B. (Berni) 646 Cie M&S 26- Margriet Zorg en maatschappelijke De wethouder verwacht binnen een week Arets, H.A.A. (Ine) zie brief Blad 23/47

179 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Jongerius ondersteuning - Commissiebrief Mantelzorg 647 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Zorg en maatschappelijke ondersteuning - Commissiebrief Mantelzorg Zorg en maatschappelijke ondersteuning - Commissiebrief Mantelzorg Wijkgericht werken en participatie - Uitkomsten Raadsinformatieavond over de Wijkraden van 19 februari Werk en Inkomen - Commissiebrief Oprichting Utrechtse Werktafel Werk en Inkomen - Commissiebrief Oprichting Utrechtse Werktafel Werk en Inkomen - Commissiebrief Oprichting Utrechtse Werktafel Werk en Inkomen - Commissiebrief Oprichting Utrechtse Werktafel duidelijkheid te kunnen verstrekken over de financiële ondersteuningsregeling Hulp bij Huishouden Toelage (met daarin zo mogelijk een ondersteuningsonderscheid tussen hulpvragers en mantelzorgers). Wethouder Jongerius zal bij wethouder Everhardt aandacht vragen om bij de inrichting van het nieuwe Armoedebeleid aandacht te besteden aan de hoge zorgkosten van mantelzorgers, b.v. voor reiskosten. De wethouder zal de commissie schriftelijk informeren of de mantelzorg onderdeel is van de kwartaalrapportages m.b.t. de decentralisaties. De wethouder komt naar verwachting begin volgend jaar met een evaluatie van de adviesorganen in relatie tot participatie (wijk- en adviesraden). De wethouder organiseert rond de zomer een technische bijeenkomst voor de commissie (aan de orde komt o.a. het zoveel mogelijk voorkomen van dubbeltellingen in de gerealiseerde doelstellingen, alsmede de indicatiestelling). De wethouder zal in het volgende dashboard een overzicht verstrekken van de hoeveelheid garantiebanen. De commissie wordt in het 4e kwartaal geïnformeerd over de toegepaste loonwaardesystematiek. De wethouder stuurt de commissie t.z.t.de Monitor en het Marktbewerkingsplan. Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Siegelaer, P.M.M. (Ellen) , dd Cie M&S 26- Victor Werk en Inkomen - De wethouder komt in mei naar de raad Arets, H.A.A. (Ine) Het actieplan Blad 24/47

180 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Everhardt Raadsbrief inzake Actieplan Jeugdwerkeloosheid Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad met een aangepast Actieplan en bijbehorend overzicht van de beschikbare financiële middelen. Jeugdwerkloosheid , inclusief de begroting is u toegestuurd met de commissiebrief met kenmerk dd. 7 juli 2015, met kenmerk Cie M&S Cie M&S Cie M&S Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Werk en Inkomen - Raadsbrief inzake Actieplan Jeugdwerkeloosheid Werk en Inkomen - Raadsbrief inzake Actieplan Jeugdwerkeloosheid Werk en Inkomen - Commissiebrief Dashboard Kwartaalinformatie Werk en Inkomen 4e Kwartaal 2014 De wethouder zal in de aanloop daar naar toe bij zijn collega s aandacht vragen voor achterstelling op de arbeidsmarkt. De wethouder komt terug op de wijze van het inzichtelijk maken van het vinden en bereiken van achtergestelde jongeren, en het type hiervoor gecreëerde banen. De wethouder gaat werkgevers vragen hun ervaringen met de raad te delen. Deze komen rond de zomer aan bod in de technische bijeenkomst van de Utrechtse werktafel. De wethouder komt over een maand in een brief terug op vragen over het terugbrengen van de kosten van bewindvoering én de uitvoering van de motie naar een werktraining die werkt. Bos, M.B.C. (Manon) Siegelaer, P.M.M. (Ellen) Arets, H.A.A. (Ine) Over de aanpak terugdringen kosten bewindvoering is een passage opgenomen in de Kwartaalinformatie Werk en Inkomen eerste kwartaal 2015.De reactie van het college op de motie "naar een werktraining die werkt" is opgenomen in de commissiebrief van 8 juli 2015, met kenmerk Cie M&S Jan van Zanen Vaststelling Horecaverordening Utrecht 2015 De burgemeester zal de totstandkoming van de categorisering uitschrijven en dedefinities toelichten en voor raadsbehandeling beschikbaar stellen aan Kikkert, M.K. (Martin) Blad 25/47

181 Toezeg ging ID Gedaan in 677 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Raadsvoorstel Vaststelling Horecaverordening Utrecht 2015 Raadsvoorstel Vaststelling Horecaverordening Utrecht 2015 Commissiebrief Handhavingsprogramma's 2015 Commissiebrief Handhavingsprogramma's 2015 Commissiebrief Handhavingsprogramma's 2015 Commissiebrief Handhavingsprogramma's 2015 Commissiebrief Handhavingsprogramma's 2015 Commissiebrief Beantwoording toezeggingen Raamprostitutie. Rondvraagpunt gebruik private camera s tijdens Tour de France de commissie. De burgemeester komt voor raadsbehandeling terug op de mogelijke impact van de Wet Markt en Overheid op de voorliggende verordening. De burgemeester zal zich beraden om selectief op bepaalde plekken in de stad tot handhavingsgerichte sluitingstijden over te gaan en komt daarover met een brief naar de commissie. De burgemeester komt terug op vragen omtrent kosten van inzet boa s in de avonduren t.o.v. de kosten van politie inzet in diezelfde uren. De burgemeester komt schriftelijk terug op vragen de zgn. APK op installaties. De burgemeester gaat het staatje parkeren m.b.t. de handhaving van fietsparkeren nader uitsplitsen. De burgemeester komt terug op de vraag of de landelijke cijfers m.b.t. schooluitval voor de Utrechtse situatie aanleiding geven tot een andere inzet van formatie. De burgemeester komt terug met een toelichting op de zinsnede in het stuk m.b.t. de soepelere handhaving Werk en Inkomen. De burgemeester is bereid om op basis van de signalen uit het debat de website uitnodigender en actueler te maken. De burgemeester komt hier binnen drie weken op terug. De burgemeester komt met een toelichtende brief n.a.v. vragen over het gebruik van private camera s t.b.v. crowd managing tijdens de Tour de France. Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Blad 26/47

182 Toezeg ging ID Gedaan in 686 Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Kees Geldof VOORHANGPROCEDURE Commissiebrief Wensen en bedenkingen ten behoeve van deelname verbonden Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad partij coöperatie BIRGIT Raadsvoorstel Huisvesting UW De wethouder zal de commissie een nadere toelichting sturen over de intenties tot beschikbaarstelling van open source software. De wethouder zegt meer directe sturing te geven aan de duurzaamheidsdoelstelling. Kikkert, M.K. (Martin) Bos, M.B.C. (Manon) 689 Cie M&S Victor Everhardt Raadsvoorstel Huisvesting UW De wethouder zal in de toekomst ook de arbeidsomstandigheden bewaken. Bos, M.B.C. (Manon) 692 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Victor Everhardt Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Margriet Jongerius Margriet Jongerius Commissiebrief Uitvoering Motie doelgroep Beschut Werk Goed bedienen Commissiebrief Verkeerstuin Utrecht Commissiebrief Toezeggingen Wet Markt en Overheid Commissiebrief Toezeggingen Wet Markt en Overheid Raadsbrief Transitie Hulp in de Huishouding Raadsbrief Transitie Hulp in de Huishouding De wethouder zal bij de tussentijdse evaluatie medio 2016 o.a. aangeven wat er is gebeurd met mensen die tijdens het traject uitvallen. De wethouder komt na het zomerreces terug op de stand van zaken t.a.v. eventuele initiatieven vanuit de buurt m.b.t. het terrein. De wethouder zal dit jaar bij de PGB een overzicht van de lijst van activiteiten verstrekken die vallen onder de strekking van de Wet Markt en Overheid. In de daarop volgende jaren zal de wethouder bij de Jaarstukken rapporteren over de lijst. De wethouder zegt toe te kijken naar de mogelijkheden van de Right to challenge/bewoners de mogelijkheid bieden om evt. activiteiten uit te voeren. De wethouder zegt toe om de mogelijkheid tot gebruikmaking van de onafhankelijke cliëntondersteuner op de website beter inzichtelijk te maken. De wethouder zal een bijeenkomst met de raad en mensen van buiten organiseren ter verbetering van de regievoering door cliënten. Siegelaer, P.M.M. (Ellen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Tekir, I. (Ilhan) Tekir, I. (Ilhan) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Blad 27/47

183 Toezeg ging ID Gedaan in 700 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Margriet Jongerius Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Raadsbrief Transitie Hulp in de Huishouding Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Zienswijze jaarstukken 2014 en programmabegroting 2016 VRU en 1e begrotingswijziging Betere toelichting Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Zienswijze jaarstukken 2014 en programmabegroting 2016 VRU en 1e begrotingswijziging Inkoopdoelstellingen Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Zienswijze jaarstukken 2014 en programmabegroting 2016 VRU en 1e begrotingswijziging Regionalisering Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Zienswijze jaarstukken 2014 en programmabegroting 2016 VRU en 1e begrotingswijziging Weerstandvermogen De wethouder gaat na of te onderzoeken is of en hoe de HHT (Huishoudelijke toelage)en de HBH (Hulp bij huishouden) met elkaar interfereren. De burgemeester zegt toe dat als er volgend jaar weer majeure afwijkingen zijn bij de realisatie van de handhavingsdoelstellingen (als b.v. bedoeld in en ) deze beter in de stukken zullen worden toegelicht. De burgemeester zal bij de VRU aandacht blijven vragen voor de inkoopdoelstellingen o.a. daar waar het duurzaamheid en Social Return betreft. In de reactiebrief aan het VRU zal daar ook op ingegaan worden. De burgemeester zal in de reactiebrief aan het VRU aandacht vragen voor de verdergaande regionalisering De commissie krijgt een terugkoppeling t.a.v. de doelstelling rondom het weerstandvermogen (doel is op 1 zetten). Jansdam, B. (Berni) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) 713 Cie M&S 26- Jan van Openbare Orde en De burgemeester zegt toe na het Kikkert, M.K. (Martin) Blad 28/47

184 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Zanen Veiligheid - Raadsvoorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en wensen ten aanzien van beleidsplan VRU Cybercriminaliteit 714 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en wensen ten aanzien van beleidsplan VRU Communicatie rondom risico s. Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en wensen ten aanzien van beleidsplan VRU Kwaliteit van de stukken Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en wensen ten aanzien van beleidsplan VRU Aanpassing brief Openbare Orde en Veiligheid - Raadsvoorstel Reactie op Regionaal Risicoprofiel en wensen ten aanzien van beleidsplan VRU Vewin-convenant Juridische zaken - Commissiebrief zomerreces een bijeenkomst te beleggen t.a.v. cybercriminaliteit De burgemeester zal in het Veiligheidsberaad aandacht vragen voor de communicatie rondom risico s. In de zienswijze aan het VRU zal aandacht gevraagd worden voor de kwaliteit van de stukken, o.a. t.a.v. de uitleg en duiding van de risico s. De burgemeester zal de zinsnede in de reactiebrief t.a.v. de gemeentelijke samenwerking met VRU aanpassen. De burgemeester komt terug op de naleving van de afspraken uit het Vewin-convenant m.b.t. de drinkwatervoorziening door het BRU. De burgemeester gaat de procesinput van frequente klagers, waar bruikbaar, Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Blad 29/47

185 Toezeg ging ID Gedaan in 719 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Paulus Jansen Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Klachtenrapportage verwerken in het behandelproces. Frequente klagers, Juridische zaken - De burgemeester zegt toe een Commissiebrief expertisezijluik te creëren t.b.v. externe Klachtenrapportage klachtencommissies van op afstand gezette Expertisezijluik gemeentelijke onderdelen (b.v. de wijkteams). Juridische zaken - De burgemeester zegt toe een werkwijze te Commissiebrief bewerkstelligen t.a.v. laagdrempelige Klachtenrapportage klachten. Laagdrempelige klachten Juridische Zaken - Commissiebrief WOB verzoeken Sport - Commissiebrief Meerjarenhuisvesting Binnensport Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Ondersteuning aanvragers Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Versimpeling aanvraagformulieren Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Verdeling aanvragen Participatie - Raadsvoorstel De burgemeester zegt toe met een korte reactie (stand van zaken en vervolgacties) terug te komen op alle tijdens het debat gedane suggesties m.b.t. Wob-verzoeken en de (toegankelijkheid van) gemeentelijke informatie in algemene zin. De wethouder zal de raad jaarlijks een terugkoppeling sturen rondom de huisvesting/bezetting/capaciteit/tarieven (via Jaarverslag Sport en/of MPVU). De wethouder zal toezien op de ondersteuning door de sociaal makelaars voor mensen die niet voldoende in staat zijn hun aanvragen zelfstandig te onderbouwen. De wethouder gaat kijken naar een mogelijke versimpeling van de aanvraagformulieren. De wethouder gaat de verdeling van aanvragen over de wijken monitoren. De wethouder streeft ernaar de nota Ruimte voor Initiatief nog voor Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Koppen, T.M. van (Tom) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Arets, H.A.A. (Ine) De commissiebrief/notitie Blad 30/47

186 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Initiatievenfonds - Nota Ruimte voor Initiatief raadsbehandeling van het raadsvoorstel Initiatievenfonds naar de raad te sturen. "Ruim baan voor Initiatief" is op naar de commissie M&S verstuurd. 727 Cie M&S Margriet Jongerius Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Pilot Buurtbudgetten Via wethouder Kreijkamp zal de raad t.z.t. geïnformeerd worden over de pilot Buurtbudgetten. Arets, H.A.A. (Ine) Commissiebrief over de pilot "Buurtbudgetten" (nr ) is op verstuurd. 728 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Communicatie wijkbureaus Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Structureel vervolg financieringsmogelijkheid Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Neveneffecten lonnkostensubsidie Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Bekendheid met het fonds Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Wijkkranten Participatie - Raadsvoorstel Initiatievenfonds - Evaluatie De wethouder komt terug op signalen over de wijze van communiceren door de wijkbureaus over de resterende beschikbaarheid van budgetten. De wethouder gaat richting initiatiefnemers de evt. structurele vervolg financieringsmogelijkheid na de 3- jaarstermijn onder de aandacht te brengen. De wethouder zal de raad t.z.t. nader informeren over de zgn. loonkostensubsidie en de ongewenste neveneffecten De wethouder zal in de Programmabegroting opnemen te streven naar 60% bekendheid met het fonds. De wethouder komt terug op vragen rondom de financiering van de wijkkranten. De wethouder zegt toe het Initiatievenfonds na een jaar te evalueren. Arets, H.A.A. (Ine) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Arets, H.A.A. (Ine) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) 734 Cie M&S 04- Margriet Zorg en maatschappelijke De wethouder zal voor raadsbehandeling de Jansdam, B. (Berni) Is gebeurd in raadsbrief nr verstuurd op Zie raadsbrief nr , verstuurd op Blad 31/47

187 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Jongerius ondersteuning - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Aanvullende zorg 2016 Meedoen naar Vermogen- 735 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Mei-circulaire Zorg en maatschappelijke ondersteuning - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Aanvullende zorg 2016 Meedoen naar Vermogen - Wet normering topinkomens Zorg en maatschappelijke ondersteuning - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Aanvullende zorg 2016 Meedoen naar Vermogen - kwartaalrapportage Zorg en maatschappelijke ondersteuning - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Aanvullende zorg 2016 Meedoen naar Vermogen - Stedelijk Plan Ouderen. Zorg en maatschappelijke ondersteuning - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Aanvullende zorg 2016 Meedoen naar Vermogen - Inzage in hun dossier. Zorg en maatschappelijke ondersteuning - raad informeren over de financiële gevolgen van de recent verschenen meicirculaire op de voorliggende inkoopstrategie. De wethouder zal in de gesprekken met aanbieders van aanvullende zorg de uitgangspunten van de Wet normering topinkomens aan de orde stellen. De wethouder komt in de volgende kwartaalrapportage terug op de onafhankelijke cliëntondersteuning, veiligheid en de lopende pilots (o.a. m.b.t. ouderenondersteuning en sociale basis ). Bij de 2e kwartaalrapportage worden mededelingen gedaan omtrent de ontwikkeling van Stedelijk Plan Ouderen. De wethouder brengt bij de buurtteams opnieuw onder de aandacht dat zij cliënten wijzen op de mogelijkheid van inzage in hun dossier. De wethouder zal voor de zomer melden hoe de tegenkracht en de frisse blik Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Blad 32/47

188 Toezeg ging ID Gedaan in 740 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Victor Everhardt Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Raadsvoorstel Inkoopstrategie Aanvullende zorg 2016 Meedoen naar Vermogen - Tegenkracht en de frisse blik Onderwijs - Raadsvoorstel Plan van Scholen basisonderwijs Vervangend raadsvoorstel Onderwijs - Raadsvoorstel Plan van Scholen basisonderwijs Scholenvestiging in het deelgebied Rijnvliet Onderwijs - Raadsvoorstel Utrechtse onderwijsimpuls voor kwaliteit en excellentie - Evaluatie Onderwijs - Raadsvoorstel Utrechtse onderwijsimpuls voor kwaliteit en excellentie - Overzicht aanvragen Jeugd en jeugdzorg - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Jeugdhulp Expertmeeting Jeugd en jeugdzorg - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Jeugdhulp Zorgaanbod voor bijna/net 18-jarigen worden ingevuld. De wethouder zal de raad een strekt ter vervanging raadsvoorstel sturen waarbij t.o.v. het eerste raadsvoorstel beslispunt 2 uit de strekt ter vervanging versie wordt gehaald. De wethouder zal de commissie t.z.t. informeren over het vervolgtraject richting het ministerie m.b.t. scholenvestiging in het deelgebied Rijnvliet. De wethouder zal de regeling na een jaar evalueren (o.a. t.a.v. de focus op primair of voortgezet onderwijs). De wethouder zal t.z.t. een overzicht van de ontvangen aanvragen openbaar maken. De wethouder organiseert na de zomer een expertmeeting over sturing en bekostiging waarin o.a. de stand van zaken m.b.t. de contractering/concretisering van de inkoopstrategie met elkaar gedeeld zal worden. De wethouder zal ervoor zorgen dat (in eerste instantie ambtelijk) in de gesprekken met Achmea o.a. de signalen rondom het zorgaanbod voor bijna/net 18- jarigen aan de orde. Hij roept daarbij de commissie op om signalen aan hem kenbaar Arets, H.A.A. (Ine) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) De raad heeft op 1 juni een 'strekt ter vervanging' versie van het Plan van Scholen ontvangen. Blad 33/47

189 Toezeg ging ID Gedaan in 747 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Jeugd en jeugdzorg - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Jeugdhulp Beloning voor innovatieve zorgverleners Jeugd en jeugdzorg - Raadsvoorstel Inkoopstrategie Jeugdhulp Consequenties nieuwe afspraken VJN Werk & Inkomen - Armoedebeleid VJN Werk & Inkomen - Dress for succes VJN Werk en Inkomen - Onderzoek Basisinkomen VJN Werk & Inkomen - Sectorplannen te maken. De wethouder komt bij het contracteringsproces voor 2017 terug op de suggestie van langere termijnfinanciering als mogelijkheid tot beloning voor innovatieve zorgverleners. De wethouder komt terug op de gevolgen voor landelijk werkende instellingen van nieuwe afspraken na afloop van het contracteringsproces (planning: zo spoedig mogelijk na 1 november 2015). De wethouder komt in september met voorstellen naar de commissie (=herhaalde toezegging). De wethouder komt in september met de uitkomst van de gesprekken met deze organisatie De wethouder zal in september een concreet voorstel met de raad delen. De wethouder zal de commissie in oktober nader informeren. Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) 767 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt VJN Werk & Inkomen - Effectiviteit werkgeversservicepunt. VJN Werk & Inkomen - Klanttevredenheidsonderzo ek W&I VJN 2015 Werk en Inkomen - Bezoek UW De wethouder gaat na hoe de serviceverlening ervaren wordt en koppelt dat rond de PGB terug naar de commissie. De wethouder gaat hier naar kijken en komt daar rond de PGB-behandeling op terug. De wethouder koppelt zij bevindingen in oktober terug naar de commissie. Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) 770 Cie M&S Victor Everhardt VJN Werk en De wethouder gaat de prestatie- en Inkomen - Indicatoren pag. effectindicatoren beter in lijn met elkaar 121/122 brengen. Bos, M.B.C. (Manon) 771 Cie M&S 17- Victor VJN Werk en De wethouder zal de commissie informeren Bos, M.B.C. (Manon) Blad 34/47

190 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Everhardt Inkomen - Voorlichting W&I/buurtteams 772 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad VJN Welzijn - Diversiteit en antidiscriminatie VJN Welzijn - Cliëntenraden VJN Welzijn - Stijging op zelfredzaamheid matrix VJN Meedoen naar vermogen - Overzicht WMO-budgetten VJN Meedoen naar vermogen - Beschrijving effecten van regelingen op Wtcg-doelgroep VJN Meedoen naar vermogen - Agenda 22 en het VNgehandicaptenverdrag VJN Meedoen naar vermogen - Catharijnehuis VJN Meedoen naar vermogen - Basisrechtenboekje ongedocumenteerden over de wijze van voorlichting door de buurtteams welke voorheen bij W&I plaatsvond. De wethouder stuurt het plan Utrecht zijn we samen binnen enkele weken naar de commissie. De wethouder verstrekt de commissie een uitsplitsing van de bijdrage voor belangbehartiging en hulpverlening van de stichting Goud. De wethouder komt terug op deze technische vraag. De wethouder gaat voor de PGBbehandeling een overzicht te verstrekken van de aanvragen, afwijzingen en toekenningen m.b.t. de WMO-gelden over de afgelopen 3 jaar. De wethouder zal in haar G4-overleg nagaan of de vraag daar ook speelt en of gezamenlijke kan worden opgetrokken om inzicht te krijgen wat het doet voor personen. De wethouder komt terug bij de commissie als het VN-verdrag activiteiten benoemd waarop in Utrecht nog niet wordt ingezet. Opvang dak- en thuislozen. De wethouder komt voor het einde van het jaar met een brief. De wethouder gaat het boekje updaten en verspreiden onder organisaties. Arets, H.A.A. (Ine) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) 780 Cie M&S 17- Margriet VJN Meedoen naar De wethouder zal voor de PGB-behandeling Jansdam, B. (Berni) Het actieplan "Utrecht zijn wij samen" is op naar de commissie M&S gestuurd. Blad 35/47

191 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Jongerius vermogen - Bezwaarschriften huishoudelijke hulp 781 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Victor Everhardt Margriet Jongerius Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad VJN Meedoen naar vermogen - Lichte toets. VJN Volksgezondheid - Gokverslaving VJN Volksgezondheid - Coffeeshops VJN Jeugd - Kinderrechtenstad VJN Jeugd - Subjectieve beleving jongerenoverlast. VJN Jeugd - Buitenspelen VJN Jeugd - Kinderraad een overzicht verstrekken van de aantallen ingediende bezwaarschriften. Daarbij wordt o.a. inzicht verstrekt in de gegrond en ongegrondverklaring, de huishoudtoelage, het gebruik van de huishoudscoach. De wethouder komt bij belanghebbenden Jansdam, B. (Berni) terug op de lichte toets en de onduidelijkheid welke daar over heerst. De wethouder gaat bekijken of en hoe in de Bos, M.B.C. (Manon) Gezondheidsmeting een nulmeting gokverslaving kan worden opgenomen. De wethouder treedt in overleg met de Bos, M.B.C. (Manon) burgemeester over de vragen over coffeeshops (met 500 gram en meer voorraad) en komt daar op terug. De wethouder heeft direct na de zomer een Wigboldus, J.N.T. overleg met de betrokken partijen (zoals (Jan-Nico) Defence for Children), bekijkt mede op basis daarvan of de stad een toets in die richting kan doorstaan en komt daarna terug naar de commissie. De wethouder gaat na of een nadere duiding van de signalen en realisatiecijfers (uit de verantwoording) te geven is. De wethouder gaat na wat we als organisatie weten van de signalen m.b.t. het niet-buitenspelen van meisjes en komt op basis daarna evt. met een kwalitatieve duiding. De wethouder zal de gevolgen van de bezuiniging monitoren. Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) 789 Cie M&S Victor Everhardt VJN Jeugd - Speeltuinen De wethouder zal de gevolgen van de bezuinigen monitoren. Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) 790 Cie M&S Victor Everhardt VJN Jeugd - Organisatie Wheel en Deal De wethouder is bereid het gesprek met de studenten organisatie aan te gaan. Wigboldus, J.N.T. (Jan-Nico) Blad 36/47

192 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad 791 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius VJN Cultuur - Tivoli Vredenburg VJN Cultuur- Cultuurvoorzieningen Leidsche Rijn Centrum VJN Cultuur - Eenduidig aanspreekpunt evenementen VJN Cultuur - Subsidie RTV Utrecht VJN Cultuur - Internationale agenda De wethouder zal de commissie na het zomerreces informeren over de vormgeving van het onderzoek naar de efficiencyverbetering van Tivoli Vredenburg. De wethouder zal in het najaar de drie in ontwikkeling zijnde plannen aan de raad voorleggen. De wethouder neemt hierover contact op met wethouder Kreijkamp en de burgemeester en koppelt de resultaten terug naar de commissie. De wethouder zal de commissie inzicht verstrekken in de besteding van de verstrekte subsidie. De wethouder zal de commissie de agenda op korte termijn toesturen. Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) 796 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius Margriet Jongerius VJN Cultuur - Trappen Stadskantoor VJN Cultuur - Verantwoording publieksbereik en klanttevredenheidsonderzo ek VJN Participatie en wijkgericht werken - Wijkraadadviezen VJN Participatie en wijkgericht werken - Participatietrajecten VJN Participatie en wijkgericht werken - De wethouder zal de mogelijkheid van het gebruik van de trappen van het Stadskantoor onder de aandacht brengen bij de grote culturele instellingen. De wethouder zal deze items als opdracht in het nieuwe cultuurconvenant meenemen. De wethouder is bereid om waar mogelijk wijkraadadviezen te linken aan relevante raadsvoorstellen en zal daarover o.a. met de griffie afspraken maken. De wethouder zal de leden van de raad, al dan niet via de collegecollega s, actief uitnodigen tot deelname aan participatietrajecten. De wethouder zal bij de collega s aandacht vragen om ook bij derden die aan Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Blad 37/47

193 Toezeg ging ID Gedaan in 801 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Margriet Jongerius Margriet Jongerius Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Gebiedsontwikkeling door derden VJN Participatie en wijkgericht werken - Participtiegraad VJN Participatie en wijkgericht werken - Overzicht Domotica VJN Onderwijs - Vroegtijdige Voorschoolse Opvang VJN Onderwijs - Stadsgesprek voortijdige schoolverlaters VJN Onderwijs - Thuiszitters VJN Onderwijs - Betrokkenheid scholen bij oorlogsmonumenten VJN Bibliotheek - Locatie Bibliotheek gebiedsontwikkeling aan te dringen op participatie. De wethouder komt in het najaar bij de commissie terug op het bevorderen van de participatiegraad van mensen uit wijken met een lage sociaal-maatschappelijke status. De wethouder zal in het najaar een bijeenkomst organiseren om met de commissie in gesprek te gaan over domotica. De wethouder komt, in overleg met de schoolbesturen, na de zomer met een visie. De wethouder is bereid om samen met de raad een gesprek voor te bereiden. De wethouder zal de verschillende definities van het begrip naast elkaar leggen en de commissie daarover informeren. De wethouder zal hierover in zijn overleg met de schoolbesturen aandacht voor vragen en daarover bij de commissie terugkomen. De wethouder zal rond het slotdebat met een locatie naar buiten komen. Benjaminsen, M.A.J. (Marijn) Jansdam, B. (Berni) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Arets, H.A.A. (Ine) De commissies M&S en S&R hebben op 29 juni een brief ontvangen waarin de keuze van de Stichting Bibliotheek voor de nieuwe centrale vestiging is aangegeven. 808 Cie M&S Jeroen Kreijkamp VJN Financiën - Schuldenopbouw De wethouder zal in de PGB inzicht geven in de opbouw van schulden. De wethouder komt daar ook op terug bij de Subcommissie. Tekir, I. (Ilhan) Blad 38/47

194 Toezeg ging ID Gedaan in 809 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad VJN Financiën - Buurtbudgetten VJN Financiën - Oninbare heffingen en belastingen Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Motie 42 (max. 30% flexwerkers bij KCC) Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Aanpak schijnconstructies/naleving CAO Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Toegankelijk website en meldingen Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Pleinen Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Diversiteit Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Payrol-constructies Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Openstelling Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - De raad wordt betrokken in het participatief traject met de bewoners. De wethouder gaat bekijken of en hoe daar bij de Verantwoording inzicht in gegeven kan worden. De wethouder zegt toe zich bij de PGB in te zetten voor middelen ter dekking van de verdere uitvoer van de motie. De wethouder komt hier, na overleg met de portefeuillehouder inkoop, op terug bij de commissie. De wethouder komt na de zomer met een voortgangsrapportage.de wethouder komt daarbij ook terug op de wijze waarop wordt omgegaan met meldingen. De wethouder gaat de raad over een maand rapporteren over de opbrengst van pleinen en de evt. participatie daarbij van raadsleden. Ook de mogelijkheid voor burgers om een plein aan te vragen komt daarbij aan de orde. De wethouder zal daarover voortaan in de paragraaf bedrijfsvoering terugkoppeling over doen. De wethouder zal, mede na overleg met de vakbonden, bij de PGB hierop rapporteren. De wethouder komt in september terug op het verzoek tot openstelling van de ambtelijke dienstverlening op zaterdagochtenden. De wethouder zal de commissie voor het slotdebat inzicht verstrekken in de kosten Tekir, I. (Ilhan) Tekir, I. (Ilhan) Veldhuisen, C. van (Corrine) Wierdsma, R. (Redmer) Veldhuisen, C. van (Corrine) Serr?e, B. (Bram) Wierdsma, R. (Redmer) Verbeem, C.A. (Christa) Veldhuisen, C. van (Corrine) Verbeem, C.A. (Christa) Blad 39/47

195 Toezeg ging ID Gedaan in 819 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Ziekteverzuim Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Plein laagdrempelige digitale vaardigheden Kees Geldof VJN Organisatievernieuwing - Communicatie regelingen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen VJN Openbare Orde en Veiligheid - Sluitingstijden VJN Openbare Orde en Veiligheid - Radicalisering VJN Openbare Orde en Veiligheid - Prostitutie VJN Openbare Orde en Veiligheid - Veiligheidsbeleving. VJN Openbare Orde en Veiligheid - Fietsendiefstal VJN Openbare Orde en Veiligheid - Elektronisch stemmen VJN Openbare Orde en Veiligheid - Amsterdamse Straatweg VVJN Openbare Orde en Veiligheid - van het ambtelijk ziekteverzuim en daarbij een uitsplitsing doen in niveaus/types/afdelingen. De gemeente organiseert een plein, de werkwijze van Den Haag zal daarbij ingebracht worden. De wethouder neemt de zorgen over communicatie over regelingen, subsidies en uitkeringen mee terug naar de collega s in het college. De burgemeester komt voor het zomerreces met voorstellen over verplichte sluitingstijden op de ASW. (herhaalde toezegging). De burgemeester komt terug op het beter bereiken van vrouwen, o.a. via Lady Fit. De burgemeester neemt het verzoek om een onderzoek naar werkplekken voor prostitués mee terug in het college en rapporteert daarover voor het slotdebat. De commissie ontvang op korte termijn een brief over de veiligheidsbeleving en een onderzoek daarna. De commissie ontvang op korte termijn een brief over de aanpak van fietsendiefstal. De burgemeester komt terug op de mogelijkheid over de eventuele deelnamen aan de pilot elektronisch stemmen. De burgemeester komt in overleg met wethouder Jongerius terug op de inzet van middelen voor de ASW, en de alcohol- en snelheidshandhaving. De burgemeester komt terug op de discrepantie in de cijfers van het Algemeen Wierdsma, R. (Redmer) Wierdsma, R. (Redmer) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Blad 40/47

196 Toezeg ging ID Gedaan in 829 Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Paulus Jansen Paulus Jansen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Huiselijk geweld. VJN Sport - Zelfbeheer sportcomplex VJN Sport - Aanpak achterstallig onderhoud sportcomplexen Dagblad en Binnenlands Bestuur. De wethouder zal voor de PGB een overzicht aanleveren van sportcomplexen waarop mede- of zelfbeheer mogelijk kan zijn. De wethouder zal voor raadsbehandeling van de VJN een planningsoverzicht aan de raad sturen. Arets, H.A.A. (Ine) Victoor-Scheepmaker, B.E. (Brigitte) Zie brief college aan raad 26 juni Zie brief college aan raad 26 juni 2015 ( ). 831 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Paulus Jansen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen VJN Sport - Netwerk Vitaal plus (Amendement 22) Juridische Zaken - Raadsvoorstel Nota verbonden partijen Juridische Zaken - Raadsvoorstel Nota verbonden partijen - samenwerkingsverbanden Juridische Zaken - Raadsvoorstel Nota verbonden partijen - Vennootschapsbelastingsw etgeving Juridische Zaken - Raadsvoorstel Nota verbonden partijen - Leusden-manifest De wethouder zal, afhankelijk van de uitkomsten van de resultaten, bekijken of uitbreiding van het netwerk mogelijk is. De burgemeester gaat het voorgenomen raadsbesluit voor behandeling in de raad aanpassen in die zin dat een aantal beslispunten geformuleerd wordt (o.a. nee tenzij principe, monitoring, democratische waarborg (o.a. uit Motie 83), afwegingskader) en de status van de bijlagen duidelijker omschreven wordt. De eventuele onderliggende nota/stukken worden daar op aangepast. De raad krijgt voor raadsbehandeling een overzicht van de aangebrachte aanpassingen. De burgemeester zal in de nota ook de eventuele deelname van raadsleden in samenwerkingsverbanden niet onmogelijk maken. De burgemeester komt voor raadsbehandeling terug op vragen over de gevolgen van de nieuwe Vennootschapsbelastingswetgeving op verbonden partijen. De burgemeester zal elementen uit het zgn. Leusden-manifest terug laten komen in de raadsvoorstel. Toussaint, N.J. (Niek) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Kikkert, M.K. (Martin) Blad 41/47

197 Toezeg ging ID Gedaan in 888 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Jan van Zanen Margriet Jongerius Margriet Jongerius Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Juridische Zaken - Raadsvoorstel Nota verbonden partijen - Paragraaf verbonden partijen Juridische Zaken - Raadsvoorstel Nota verbonden partijen - Werkwijze en kaders Juridische Zaken - Raadsvoorstel Nota verbonden partijen - Zienswijzen raad Openbare Orde en Veiligheid- Raadsbrief inzake het Uitvoeringsplan Cameratoezicht 2015 Welzijn - Raadsvoorstel Regeling Tegemoetkoming Zorgkosten paragraaf 3.1.c Welzijn - Raadsvoorstel Regeling Tegemoetkoming Zorgkosten Aanspraken per huishouden De burgemeester gaat de paragraaf Kikkert, M.K. (Martin) verbonden partijen na raadsbehandeling scherper uitwerken o.a. t.a.v. toezichtbeleid, dienstverleningsniveau, personeelszaken, maatschappelijke verantwoord ondernemen. De burgemeester zal hierover desgewenst ook de Subcommissie consulteren. De burgemeester komt voor het einde van Kikkert, M.K. (Martin) het jaar met een stuk waarin op basis van de huidige lijst van verbonden partijen, een reactie komt over de huidige werkwijze van die verbonden partijen en hoe het samenwerkingsinstrument zich verhoudt tot het nu voorliggende kader. De burgemeester komt in het presidium Kikkert, M.K. (Martin) terug op een modus over hoe de raad tijdig in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijzen kan geven op voorgelegde stukken. De burgemeester gaat pas over tot Kikkert, M.K. (Martin) plaatsing van de in het Uitvoeringsplan genoemde camera s aan de ASW, nadat aan de raad een raadsbrief of raadsvoorstel m.b.t. de 2e fase ASW is voorgelegd. De wethouder gaat voor raadsbehandeling na of paragraaf 3.1.c in de regeling moet worden aangepast als de CAK-meldingen als groepskenmerk gehanteerd wordt. De wethouder meldt dat het uitgangspunt van de regeling 200,00 per huishouden blijft, maar indien er sprake van onder uitputting blijkt te zijn, dat zij gaat kijken naar huishoudens waar meer dan één persoon aanspraak kan maken op de regeling. Jansdam, B. (Berni) Jansdam, B. (Berni) 894 Cie M&S 09- Margriet Welzijn - Raadsvoorstel De wethouder gaat de mogelijke verwarring Jansdam, B. (Berni) Blad 42/47

198 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Jongerius Regeling Tegemoetkoming Zorgkosten Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Jeroen Kreijkamp Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Verwarring jaartallen Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - Resultaten ambities Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - launching customer Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - Toepassing CAO Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - Right to redefine Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - Right to challenge. Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - 'Small Business Innovation Research' Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - Normenkader Financiën - Raadsvoorstel Nota Inkoop : Waar(de) voor ons geld - in 3.1.b. t.a.v. de jaartallen 2013 danwel 2014 na en komt daar voor raadsbehandeling op terug. De wethouder zal bij de Jaarstukken rapportage doen van de resultaten van de voorgenomen ambities (o.a. t.a.v. de aantallen projecten en de som van de diverse projecten). De wethouder zegt toe dat de gemeente bereid is te acteren volgens het principe van de launching customer en naar mogelijkheden gaat zoeken om dat nader in te vullen. De wethouder gaat de nota aanpassen in die zin dat dat toepassing van de CAO ( kan en zal principe ) nader wordt beschreven. De wethouder gaat na raadsbehandeling het principe van het Right to redefine nader onderzoeken en komt daarop terug naar de raad. De wethouder komt voor de behandeling van het raadsvoorstel terug op de invulling van de Right to challenge. De wethouder gaat het SBIR-principe (Small Business Innovation Research) nader onderzoeken en rapporteert daarover voor het einde van het jaar naar de commissie. De wethouder komt na raadsbehandeling terug op de opmerking over de adviezen van de accountant t.a.v. de toepassing van het Normenkader. De wethouder gaat in de nota de beschrijving van het Ambitieniveau in criteria-niveaus 1, 2 en 3 opnemen. Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Dijk, H.A.L. van (Heleen) Blad 43/47

199 Toezeg ging ID Gedaan in 903 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Verantw. Portefeuille houder Criteria ambitieniveaus Jeroen Financiën - Raadsvoorstel Kreijkamp Meerjarenbegroting Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht Kees Geldof Publieksdienstverlening - Commissiebrief Evaluatie werken op afspraak Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Volkshuisvesting - Raadsvoorstel Volksgezondheidsbeleid Utrecht , Bouwen aan een gezonde toekomst, een uitnodiging aan de stad - Monitoring en verantwoordingsystematiek Volkshuisvesting - Raadsvoorstel Volksgezondheidsbeleid Utrecht , Bouwen aan een gezonde toekomst, een uitnodiging aan de stad - Zingeving Volkshuisvesting - Raadsvoorstel Volksgezondheidsbeleid Utrecht , Bouwen aan een gezonde toekomst, een uitnodiging aan de stad - Verwarde mensen op straat De wethouder gaat de opmerking over de dienstverleningsnorm in de reactie naar de BghU opnemen. De wethouder zal bij de evaluatie een evt. verscherping t.a.v. de 15 minuten norm alsmede de aantallen niet-verschijnende cliënten aan de balie meenemen. De wethouder komt t.z.t. terug op de wijze van monitoring en verantwoordingsystematiek van het beleid en zal een bijeenkomst organiseren voor de raad. De wethouder komt na de zomer terug op het onderwerp zingeving. De wethouder komt in september terug op de pilot t.a.v. verwarde mensen op straat. Dijk, H.A.L. van (Heleen) Wierdsma, R. (Redmer) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) 908 Cie M&S 09- Victor Volkshuisvesting - De wethouder gaat de 'uitnodiging aan de Bos, M.B.C. (Manon) Blad 44/47

200 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Portefeuille houder Everhardt Raadsvoorstel Volksgezondheidsbeleid Utrecht , Bouwen aan een gezonde toekomst, een uitnodiging stad inzichtelijk maken op een A-4tje. 909 Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Cie M&S Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt Victor Everhardt aan de stad Volksgezondheid - Raadsvoorstel Preventie en handhavingsplan alcohol Contactem met VO-scholen Volksgezondheid - Raadsvoorstel Preventie en handhavingsplan alcohol Haltverwijzing Volksgezondheid- Raadsvoorstel Preventie en handhavingsplan alcohol Naleving Werk & Inkomen - Commissiebrief Kwartaalinformatie Werk en Inkomen eerste kwartaal Onbeperkt aan de slag Werk & Inkomen - Commissiebrief Kwartaalinformatie Werk en Inkomen eerste kwartaal kengetallen. Werk & Inkomen - Commissiebrief Kwartaalinformatie Werk en Inkomen eerste kwartaal De wethouder komt in december terug over de wijze waarop de contacten met de VOscholen worden ingevuld. De wethouder komt eind september terug op de uitkomsten naar de Halt-verwijzing door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum De wethouder gaat de nalevingscijfers bij winkels en slijters opnemen in de Jaarstukken. Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) De wethouder zal de commissie inzicht Bos, M.B.C. (Manon) verstrekken in de werkwijze van de website onbeperkt aan de slag. De wethouder zal in het volgende dashboard het aantal plaatsingen en indicaties garantiebanen opnemen. De wethouder komt in oktober terug op de wijze waarop de fraudebestrijding wordt ingevuld. Bos, M.B.C. (Manon) Bos, M.B.C. (Manon) Blad 45/47

201 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Fraudebestrijding Toezeg ging ID Gedaan in 34 GR do, 30 januari GR do, 30 januari GR GR GR GR Verantw. Portefeuille houder Victor Everhardt Victor Everhardt Jan van Zanen Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad Vragen van de PvdA-fractie inzake het vasthouden in detentie van een zieke asielzoeker. Vasthouden in detentie van een zieke asielzoeker Debat op verzoek van diverse fracties over "Stand van zaken Raamprostitutie". Kees Geldof Wethouder geldof zal de raad het aanbestedingsdocument over criteria voor het duurzaam inkopen voor het schoonmaken toesturen. Paulus Jansen Margriet Jongerius Wethouder jansen zal in september a.s. meer specifieke monitorinformatie geven zodat de raad meer inzicht krijgt in doelgroepenhuisvesting Wethouder Jongerius zal bij de raad terugkomen als in beeld is gebracht uit welke budgetten financiering kan komen voor instellingen die zal over de kwestie van de betrokken asielzoeker contact opnemen met staatssecretaris Teeven en de raad daarover informeren. Wethouder Everhardt zal over de kwestie van de betrokken asielzoeker contact opnemen met staatssecretaris Teeven en de raad daarover informeren. Burgemeester Van Zanen zegt toe dat de raad een risicoanalyse zal ontvangen. Wethouder geldof zal de raad het aanbestedingsdocument over criteria voor het duurzaam inkopen voor het schoonmaken toesturen. Wethouder jansen zal in september a.s. meer specifieke monitorinformatie geven zodat de raad meer inzicht krijgt in doelgroepenhuisvesting Wethouder Jongerius zal bij de raad terugkomen als in beeld is gebracht uit welke budgetten financiering kan komen voor instellingen die worden getroffen door bezuinigingen op het flexibele welzijnsbudget. Ulsamer, L. (Linda) Ulsamer, L. (Linda) Kikkert, M.K. (Martin) Verbeem, C.A. (Christa) Opheusden, H.M.M. van (Harri?t) Arets, H.A.A. (Ine) afgedaan met brief van 28 okt afgedaan met brief van 28 okt is gebeurd met commissiebrief Motie behoud krachtige initiatieven (nr ) verstuurd op Blad 46/47

202 Toezeg ging ID Gedaan in Verantw. Portefeuille houder Onderwerp Toelichting Medewerker Antwoord aan raad worden getroffen door bezuinigingen op het flexibele welzijnsbudget. Blad 47/47

203 14 Actieplan Jeugdwerkloosheid Raadsinformatiebrief Actieplan Jeugdwerkloosheid Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon Fax Aan de leden van de commissie Mens en Samenleving Behandeld door R.M. van Loon Datum 7 juli 2015 Doorkiesnummer Ons kenmerk r.van.loon@utrecht.nl Onderwerp Actieplan Jeugdwerkloosheid Bijlage(n) 2 Uw kenmerk Verzonden Geachte leden van de commissie Mens en Samenleving, Hierbij bieden wij u het regionale Actieplan Jeugdwerkloosheid aan, zoals toegezegd in de Commissie Mens en Samenleving van 26 maart 2015, bij het bespreekpunt raadsbrief inzake Actieplan Jeugdwerkloosheid. Het actieplan wordt op deze wijze aan de leden van de 15 gemeenteraden in de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden aangeboden. Met dit actieplan willen we voortborduren op de positieve resultaten van het Actieplan Jeugdwerkloosheid Ten opzichte van een jaar geleden is o.a. het aantal niet-werkende werkzoekende jongeren tot 27 jaar in de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden twee procent lager (3.474 begin 2014 tegenover begin 2015). Een daling is ingezet, maar het aantal niet-werkende werkzoekende jongeren blijft hoog. Het werk is dus zeker nog niet klaar. In het nieuwe actieplan behouden we onze speerpunten: jongeren beter kwalificeren op de arbeidsmarkt, jongeren in kwetsbare posities begeleiden naar werk (eventueel in combinatie met een opleiding) en jongeren fit houden voor de arbeidsmarkt. Wel verleggen we het accent. Zo hebben jongeren in kwetsbare posities nog (extra) kansen nodig. Actielijnen uit het oude actieplan die passen bij het vervolg van onze aanpak in het tegengaan van jeugdwerkloosheid continueren we. Ook vinden we het erg belangrijk om het opgebouwde netwerk te onderhouden en eventueel uit te breiden en vooral zo veel mogelijk onderling te verbinden. Gezamenlijk zetten we ons in voor een inclusieve arbeidsmarkt, waar geen ongelijke behandeling van werknemers plaatsvindt. Eén van de voorbeelden van de verbindingen die we al hebben gelegd, is Utrecht zijn we Samen. De bestaande samenwerking met onderwijsinstellingen, werkgevers en de 15 gemeenten uit onze arbeidsmarktregio houden we in stand. Om de actielijnen binnen het Actieplan Jeugdwerkloosheid te continueren, maken we gebruik van ESF-middelen en financiële middelen vanuit Samen naar een werkende toekomst van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook reserveren we vrije ruimte om initiatieven (bijvoorbeeld good practices) te ondersteunen die aansluiten bij de drie speerpunten van het actieplan. In de hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris, De burgemeester

204 2 Bijlage Infographic Jeugdwerkloosheid Blijf de toekomst een kans geven! Actieplan Jeugdwerkloosheid Midden-Utrecht Geef de toekomst een kans In lijn met een aantrekkende economie is er ook een daling in jeugdwerkloosheidcijfers op te merken sinds juli Dat is positief, maar een gezamenlijke inzet van alle samenwerkende partijen én jongeren blijft nodig om de jeugdwerkloosheid een verdere halt toe te roepen. In deze infographic ziet u hoe we in deze regio de afgelopen 1,5 jaar de strijd met de jeugdwerkloosheid zijn aangegaan. Op basis van de resultaten hebben wij ideeën gevormd met hoe we verder willen tot in ieder geval 1 januari Hiervoor hebben we ook een doorkijk gemaakt naar het vervolg in Start actieplan jeugdwerkloosheid minister Asscher 9 actielijnen, 2 jobhunters, 2 subsidie instrumenten, 4 werkervaringsplekken, 2 stageplekken en communicatie Extra financiering ESF 11 initiatieven tot juli 2015 Om te beginnen gaan we de hiernaast genoemde activiteiten en acties oppakken 2015: 1 Doorloop van 11 ESF initiatieven met begeleiding van trekkers tot 1 juli Verlengen van jobhunters, werkgeversinstrumenten en scholingsadviseurs 3 Invulling geven aan het vervolg van het Actieplan in 2015 door gebruik te maken van good practices, afscheid te nemen van niet werkende aanpakken en mogelijk nieuwe ideeën 4 Het borgen, anders invullen en afronden van actielijnen 2,3, 4, 7, 8 en 9 5 Integraal bestedingsvoorstel ESF maken in het eerste kwartaal van 2015 JONGEREN AAN DE SLAG jongeren in de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden hebben een baan, opleiding, leerwerkplek of stage gevonden, of zijn een eigen onderneming gestart. De opbouw hiervan is hiernaast weergegeven. ondernemingen Extra effecten van het actieplan: 2 Netwerk Vernieuwend te werk gaan Regionale samenwerking Aandachtspunt: Het vinden, activeren en laten BBL opleidingen meedoen van jongeren jongeren banen 252 stages 454 opleidingen 65 Banen via: 170 jobhunters 77 werkgeversinstrumenten 2 regionaal ambassadeursnetwerk 3 presentatie als talent van de dag Samenwerking: Bunnik, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, De Bilt, IJsselstein, Montfoort, Oudewater, Utrecht, Vianen, Woerden en Zeist. SPEERPUNT ACTIELIJN RESULTATEN 2014 doel resultaat per 31 dec 2014 bereikte jongeren VERVOLG Terugleiden naar opleiding en voorkomen van schooluitval extra leerwerkplekken BBL/stages terug naar school (in traject) 778 verlengen en borgen Jongeren beter kwalificeren voor de arbeidsmarkt 2 Stimuleren bewustwording bij jongeren in laatste jaar opleiding 20 klassen 4 events bewustwording tijdens klassen en events 645 borgen Regionaal ambassadeursnetwerk werkgevers 2 baan via regionaal netwerk 44 nieuwe invulling Jongeren in kwetsbare posities begeleiden naar werk, eventueel in combinatie met een opleiding 4 Jongeren een gezicht geven een profiel talenten van de dag 541 nieuwe invulling Jobhunters 170 baan via de jobhunters 340 verlengen Werkgeversinstrumenten samen met werkgevers uitwerken 77 baan via werkgeversinstrument 112 verlengen 7 Jongeren fit houden voor de arbeidsmarkt Jongeren voor jongereninitiatieven ondersteunen jongereninitiatieven 424 ondersteuning vanuit project 8 25 Stimuleren ondernemerschap 2 starten eigen onderneming 20 ondersteuning vanuit project Gemeenten geven goede voorbeeld als werkgever en ambassadeur stage/leerwerkplekken bij de regiogemeenten ondersteuning vanuit project januari 2015

205 3 Actieplan Jeugdwerkloosheid Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Midden juni

206 Korte samenvatting Met het Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Midden zijn positieve resultaten behaald. Er is ook veel ervaring opgedaan, met de aanpak van de jeugdwerkloosheid in de arbeidsmarktregio. Het werk is echter nog niet klaar. Er zijn nog altijd jongeren die een kans op de arbeidsmarkt nodig hebben. Vooral jongeren in kwetsbare posities. Dit vervolgactieplan bouwt verder op het vorige actieplan, aangevuld met nog meer kennis, ervaring en contacten. We zetten nog steeds in op deze drie speerpunten: 1. jongeren beter kwalificeren op de arbeidsmarkt 2. jongeren in kwetsbare posities begeleiden naar werk, eventueel in combinatie met een opleiding 3. jongeren fit houden voor de arbeidsmarkt Een aantal acties hebben goede successen geboekt. Met die acties willen we verder gaan. Sommige acties bleken minder succesvol te zijn. We nemen die dan ook niet mee in het vervolg. Daarnaast heeft het vorige actieplan geleid tot een breed netwerk tussen diverse partijen die zich inspannen rondom de jeugdwerkloosheid. Dit netwerk willen we versterken en waar mogelijk uitbreiden. Het doel daarvan is dat die spelers in het veld elkaar kennen, weten te vinden en de krachten kunnen bundelen. Dit vervolgactieplan is in financieel opzicht anders dan het vorige. Er is minder budget beschikbaar, maar de ambities blijven onverminderd hoog. In elk geval willen we de volgende concrete resultaten behalen met dit vervolgactieplan. Beoogde resultaten Actieplan Jeugdwerkloosheid: - 60 jongeren terugleiden naar school jongeren zijn geplaatst op een BBL-plek via de jobhunter jongeren zijn aan het werk via de jobhunter jongeren hebben kennis gemaakt met werkgevers uit de regio - 3 à 4 regionale netwerkbijeenkomsten zijn georganiseerd jongeren hebben een (leerwerk)baan gevonden door de inzet van werkgeversinstrumenten. - de vijftien deelnemende gemeenten hebben samen minimaal: snuffel- en bliksemstages, - 10 werkervaringsplaatsen, stages georganiseerd en - 6 jongeren geworven via traineeplekken, een mbo-talentenpool en reguliere vacatures. 2

207 Inhoud - Aanleiding - Cijfers jeugdwerkloosheid arbeidsmarktregio Midden-Utrecht - Naar een nieuw Actieplan Jeugdwerkloosheid Projectorganisatie - Begroting - Bijlage 1: Infographic Jeugdwerkloosheid 3

208 Aanleiding Met het Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Midden zijn positieve resultaten behaald. Jongeren zijn voorbereid op de arbeidsmarkt en jongeren hebben werk gevonden, er zijn netwerken opgebouwd en er is geïnvesteerd in duurzame initiatieven en relaties. Het werk is echter nog niet klaar. Juist jongeren in kwetsbare posities hebben (extra) kansen nodig. Met dit vervolgactieplan bouwen we verder op de resultaten die we hebben behaald. Zie bijlage 1: Infographic voor een korte weergave van de activiteiten en resultaten van het Actieplan Jeugdwerkloosheid Recente cijfers jeugdwerkloosheid 1 Uit de Infographic blijkt dat we via het Actieplan Jeugdwerkloosheid veel jongeren een kans geboden hebben. De jeugdwerkloosheidscijfers laten zien dat er inmiddels een voorzichtige daling is ingezet. Zie onderstaande figuur. Figuur 1. Jongeren met bijstandsuitkering en inschrijving als nww, arbeidsmarktregio Aantal nietwerkende werkzoekenden Jongeren met een bijstandsuitkering 3100 begin 2014 begin Tot slot zijn er ook andere tekenen van herstel in onze arbeidsmarktregio: het aantal jongeren in de WW daalt, het aantal mbo-vacatures stijgt en het aantal voortijdig schoolverlaters daalt. Tegelijkertijd leert de praktijk dat het aantal BBL-leerwerkplekken het afgelopen jaar met ruim is afgenomen en het voor jongeren steeds moeilijker wordt om een leerwerkplek te vinden. 1 De bronnen voor de in deze paragraaf gepresenteerde cijfers zijn de Basiscijfers Jeugd, de Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie en de Arbeidsmarktprognose (allen van UWV). De cijfers over het aantal jongeren in de bijstand eind 2014 zijn afkomstig van de betreffende gemeenten. 4

209 Conclusie De daling in de jeugdwerkloosheid lijkt voorzichtig te zijn ingezet. Dat neemt niet weg dat er nog altijd jongeren in deze regio in de bijstand zitten en er meer dan jongeren ingeschreven staan als werkzoekend. Van deze laatste groep heeft ongeveer de helft geen startkwalificatie. Kortom, meer dan voldoende reden om onverminderd actie te blijven ondernemen tegen jeugdwerkloosheid. Naar een vervolg Actieplan Jeugdwerkloosheid De drie speerpunten van het Actieplan Jeugdwerkloosheid behouden we. Door opgedane ervaringen vanuit de praktijk verleggen we het accent. Zo richt dit nieuwe actieplan zich nog meer dan het vorige op jongeren in kwetsbare posities. Voor het actieplan wordt de volgende omschrijving van jongeren in een kwetsbare positie gehanteerd: - Jongeren met een uitkering, op grond van Participatiewet, WW of Wajong; - Jongeren zonder startkwalificatie; - Jongeren met leer- en/of gedragsproblemen; - Jongeren uit een multiprobleemgezin; - Jongeren die te maken hebben met discriminatie op de arbeidsmarkt; - Jongeren die een achterstand hebben ten opzichte van andere jongeren. Daarnaast zetten we ons in voor een inclusieve arbeidsmarkt, waar geen ongelijke behandeling van werknemers plaatsvindt. We streven naar het verbeteren van de positie van jongeren en werken aan het bevorderen van diversiteit bij werkgevers. Tot slot richten we ons meer op het vinden van jongeren en hen bekend maken met het aanbod, omdat de werving van jongeren voor sommige projecten uit het afgelopen actieplan soms moeizaam verliep. De speerpunten van het Actieplan Jeugdwerkloosheid zijn: 1. Jongeren beter kwalificeren voor de arbeidsmarkt Doelgroep: jongeren zonder startkwalificatie die dreigen uit te vallen of al uitgevallen zijn uit het onderwijs. 2. Jongeren in kwetsbare posities vinden werk Doelgroep: jongeren met een startkwalificatie in kwetsbare posities die moeite hebben met het vinden van aansluiting op de arbeidsmarkt; ook als de economie weer aantrekt. Voor deze jongeren is extra inzet nodig om ze te plaatsen bij een werkgever. 3. Jongeren blijven fit voor de arbeidsmarkt en creëren kansen Doelgroep: jongeren met een startkwalificatie en hoogopgeleide jongeren die ondanks hun diploma geen goede match kunnen vinden op de huidige arbeidsmarkt. Tijdens de 5

210 economische crisis is het noodzakelijk om deze jongeren fit te houden voor de arbeidsmarkt en te zorgen dat zij werkervaring opdoen en we hen stimuleren om hun eigen kansen te creëren door bijvoorbeeld ondernemerschap. Actielijnen per speerpunt Op basis van de evaluatie en de input vanuit bestuurders en directeuren worden de volgende actielijnen voor 2015 en 2016 en de bijbehorende concrete acties voor voorgesteld: SPEERPUNT 1. JONGEREN BETER KWALIFICEREN VOOR DE ARBEIDSMARKT In het kader van het vorige actieplan is gewerkt aan een sluitende aanpak ter voorkoming van schooluitval. Dit is zichtbaar in de sterke daling van de voortijdig schoolverlaters in de regio en is inmiddels verankerd in de werkprocessen bij de onderwijsinstellingen en in de samenwerking tussen gemeenten, RMC s en het onderwijs. Actielijn 1: Terugleiden naar opleiding en voorkomen van schooluitval De verbinding met het ROC Midden Nederland als grootste mbo-instelling in deze regio is van groot belang voor het terugleiden naar scholing. Om deze reden wordt de inzet van de scholingsadviseur bij de diensten Werk en Inkomen in de regio verlengd. Het voorkomen van schooluitval wegens het ontbreken of kwijt raken van praktijkopleidingsplek is geborgd in de reguliere werkwijze van ROCMN. Doel: Het terugleiden van (werkloze) jongeren en schoolverlaters met onderwijsperspectief naar een passende beroepsopleiding, veelal in combinatie met een leerwerkplek. Concrete actie: - Verlengen scholingsadviseur. De inzet van de scholingsadviseur wordt verlengd tot eind Beoogd resultaat: - 60 jongeren terugleiden naar school. SPEERPUNT 2. JONGEREN IN KWETSBARE POSITIES BEGELEIDEN NAAR WERK, EVENTUEEL IN COMBINATIE MET OPLEIDING Actielijn 2: Inzet jobhunters voor kwetsbare jongeren De inzet van de regionale jobhunters voor de match tussen kwetsbare jongeren en werkgevers is succesvol gebleken. Zo succesvol dat wordt voorgesteld de huidige opdracht 2 Een concreet voorstel voor 2016 wordt in het vierde kwartaal van 2015 ingevuld. 6

211 van de jobhunters te verlengen tot eind 2015 en een extra jobhunter aan te stellen en hun taak te verbreden. Doel: Jongeren in kwetsbare posities toeleiden naar werk. Concrete acties: - Verlengen inzet regionale jobhunters tot eind Extra jobhunter(s). Het huidige team van twee jobhunters wordt uitgebreid met een derde jobhunter. Deze jobhunter wordt mogelijk gemaakt door het vrij komen van budget in het kader van het werkakkoord Samen naar een werkende toekomst. - Uitbreiding taken: Daarnaast wordt de taakomschrijving van de jobhunters uitgebreid met de taak om ook jongeren te matchen aan leerwerkplekken in het kader van BBL. - Vergroten bereik kwetsbare jongeren: We verwachten meer toestroom van jongeren, doordat de jobhunters ook BBL-plekken gaan matchen. Door betere communicatie worden de jobhunters ook meer bekend bij organisaties die werken met jongeren. Zo hopen we ook meer jongeren te bereiken die worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. Beoogde resultaten 2015: jongeren zijn aan de slag bij een werkgever leerlingen zijn gekoppeld aan een BBL-leerwerkplek. Actielijn 3: Jongeren in beeld bij werkgevers Doel: Deze actielijn is er op gericht om werkzoekende jongeren op het netvlies van werkgevers te krijgen en het netwerk van jongeren te vergroten. Concrete acties: - In 2015 worden er 3 à 4 regionale bijeenkomsten georganiseerd met jongeren, bestuurders en werkgevers, om de doelgroep letterlijk in beeld te brengen bij werkgevers, waarbij de jongeren geïntroduceerd worden in het netwerk van de bestuurders uit de regio. - Nader uit te werken acties waardoor jeugdwerkloosheid in beeld blijft. Beoogde resultaten 2015: jongeren hebben kennis gemaakt met werkgevers uit de regio. - 3 à 4 regionale netwerkbijeenkomsten zijn georganiseerd. - Blijvende aandacht voor jeugdwerkloosheid. 7

212 Actielijn 4: Inzet werkgeversinstrumenten Doel: Werkgevers regelluw stimuleren om (leerwerk)banen aan te bieden aan jongeren. Concrete acties: - Voortzetten Startersbonus tot eind Voortzetten leermeestervouchers tot eind Voortzetten Sportsponsorbonus en regionaal maken project Sport Netwerk(t). In 2014 heeft in Utrecht en Zeist het project Sport Netwerk(t) als pilot gedraaid, met positieve resultaten. In dit project worden business clubs (sponsors, meestal mkbondernemingen) van sportverenigingen in de regio benaderd om jongeren een kans te geven in hun bedrijf/organisatie. Als een sponsor een jongere een kans biedt in de vorm van een stage of een arbeidscontract, ontvangt de sportvereniging een bonus. Beoogd resultaat 2015: jongeren hebben een (leerwerk)baan gevonden. SPEERPUNT 3. JONGEREN FIT HOUDEN VOOR DE ARBEIDSMARKT Omdat het aantal vacatures nog maar heel langzaam stijgt, is het nog steeds van belang om ook jongeren die job ready zijn, fit te houden voor de arbeidsmarkt en werkervaring toe te voegen aan hun curriculum vitae. In dat kader worden de volgende actielijnen voorgesteld. Actielijn 5: Gemeenten geven het goede voorbeeld Omdat de samenwerkende gemeenten nadrukkelijk een beroep doen op werkgevers om jongeren een kans te geven binnen hun organisatie, ligt het voor de hand dat gemeenten zelf het goede voorbeeld geven. In dit verband is op 31 maart 2015 namens de vijftien gemeenten in de arbeidsmarktregio een werkakkoord ondertekend. Doel: Het goede voorbeeld geven als ambassadeur en werkgever. Dit kan concreet door de volgende acties in te zetten. Concrete actie: - Concrete uitvoering geven aan het Werkakkoord samenwerkende gemeentes in de regio Midden-Utrecht. Beoogde resultaten 2015: - Minimaal 200 snuffel- en bliksemstages bij de vijftien deelnemende gemeenten - Ten minste 10 werkervaringsplaatsen - Ten minste 315 stages 8

213 - Minimaal 6 geworven jongeren via traineeplekken, een mbo-talentenpool en reguliere vacatures Verbinden In het vorige actieplan is een uitgebreid netwerk opgebouwd van organisaties die jongeren ondersteunen, inclusief initiatieven van jongeren zelf. Het is van groot belang om dit netwerk te onderhouden en eventueel uit te breiden en vooral zo veel mogelijk onderling te verbinden. Er zijn vele initiatieven om jeugdwerkloosheid te bestrijden in de regio, die soms niet van elkaars bestaan op de hoogte zijn. Als gemeenten uit de arbeidsmarktregio willen we de contacten tussen de verschillende actoren faciliteren. Waar mogelijk willen we ook aansluiten bij lokale initiatieven in de regio, zoals het plan van aanpak Utrecht zijn we samen in de stad Utrecht, dat er op gericht is de verbinding tussen alle Utrechters te bevorderen en discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Verschillende partijen in de stad zetten zich in om het bereik onder jongeren met een nietwesterse achtergrond te vergroten. Bestaand netwerk onderhouden Het reeds opgebouwde netwerk van organisaties rond jeugdwerkloosheid willen we in stand houden. In het afgelopen jaar is gebleken dat partijen elkaar steeds beter weten te vinden. Als gemeenten willen we dit proces blijven faciliteren, onder andere met netwerkbijeenkomsten. UWV Bij de uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid zal nadere afstemming en samenwerking gezocht worden met het UWV. Gemeenten werken al samen met het UWV in het werkgeversservicepunt. In het kader van de uitwerking van de intentieverklaring Samen naar een werkende toekomst, die door de wethouders van de gemeente Utrecht is ondertekend, ontvangen de gemeenten in de arbeidsmarktregio in 2015 en in euro om jongeren in kwetsbare posities actief te bemiddelen naar werk. Het UWV krijgt middelen om 2 jaar lang 1 extra fte (een jobhunter) op jeugdwerkloosheid in te zetten. Om samen te komen tot goede bemiddeling van jongeren, wordt de samenwerking met UWV geïntensiveerd. Bestaand netwerk uitbreiden Naast het in stand houden en versterken van het bestaande netwerk willen we nadrukkelijk ook het netwerk rond jeugdwerkloosheid uitbreiden. Gemeenten uit de arbeidsmarktregio worden nog steeds veelvuldig benaderd door nieuwe partijen die zich willen inzetten in de strijd tegen jeugdwerkloosheid in onze regio. Deze partijen brengen wij zo snel mogelijk in contact met relevante partners uit het bestaande netwerk. 9

214 Netwerk rondom ondernemerschap Het vorige actieplan bevatte ook een actielijn Stimuleren zelfstandig ondernemerschap. Deze is niet zo succesvol verlopen. Het belang en de meerwaarde van ondernemerschap is er niet minder om geworden, maar er wordt nu voor gekozen om vooral de verbinding te leggen met (en bekendheid te geven aan) bestaande initiatieven in de regio, in plaats van een nieuw project te lanceren op het terrein van ondernemerschap. Zo heeft de Economic Board Utrecht bekendgemaakt dat het vanaf medio april start-ups financieel gaat ondersteunen via het online (crowdfunding) platform The Funding Network van Symbid. Dit is weliswaar niet specifiek op jongeren gericht, maar kan zeker aantrekkelijk zijn voor jongeren die een eigen onderneming willen starten. Netwerk benutten om jongeren te bereiken Speciale aandacht bij de netwerkactiviteiten gaat in dit actieplan uit naar partijen die als vindplaats voor jongeren kunnen fungeren. Lang niet alle werkloze jongeren zijn bekend bij gemeenten en UWV. Hoogopgeleide jongeren schrijven zich soms bewust niet in als werkzoekende en blijven op die manier buiten beeld, terwijl jongeren in kwetsbare posities soms pas te laat in beeld komen om nog preventieve interventies in te zetten. Om te zorgen dat ook deze jongeren optimaal op de hoogte zijn van de activiteiten binnen en in de context van het Actieplan Jeugdwerkloosheid, is het netwerk hard nodig. Doel: Het in stand houden, onderling verbinden en waar mogelijk uitbreiden van het netwerk van samenwerkende organisaties rondom jeugdwerkloosheid. Concrete acties: - In 2015 worden er drie à vier netwerkbijeenkomsten rond het thema jeugdwerkloosheid georganiseerd voor organisaties uit de regio. - Het actieplan blijft o.a. de jongeren-voor-jongereninitiatieven ondersteunen met positieve PR en doorverwijzing. Uiteraard worden zij ook uitgenodigd voor de netwerkbijeenkomsten. - Ook zal de Actieplanwijzer (een online instrument waarmee jongeren, werkgevers en toeleiders de acties kunnen vinden die bij hen horen) worden voortgezet. - Intensivering samenwerking UWV. Beoogd resultaat 2015: - Drie à vier netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Vrije ruimte Evenals in het vorige actieplan wordt er voor 2015 en 2016 vrije ruimte gereserveerd, voor zowel het ondersteunen van nieuwe initiatieven die aansluiten bij de drie speerpunten van het actieplan, als voor het (indien mogelijk) continueren van good practices uit het 10

215 voorgaande actieplan. Daarbij richten we ons met name op initiatieven gericht op jongeren in kwetsbare posities. Om invulling te geven aan deze vrije ruimte wordt er een subsidieregeling opgesteld en zullen de daarbij behorende aanvragen, evenals in het voorgaande actieplan, door een regionale werkgroep worden getoetst. Daarbij zullen vergelijkbare uitgangspunten gehanteerd worden als in het vorige actieplan, zoals dat het moet gaan om regionale activiteiten, met zo min mogelijk overhead (dat wil zeggen dat het geld zo veel mogelijk rechtstreeks ten goede komt van jongeren uit de regio), waarbij is nagedacht over duurzaamheid van de activiteiten en waarbij in de uitvoering bij voorkeur ook jongeren worden ingezet. Overzicht beoogde resultaten Actieplan Jeugdwerkloosheid - 60 jongeren terugleiden naar school jongeren zijn geplaatst op een BBL-plek via de jobhunter jongeren zijn aan het werk via de jobhunter jongeren hebben kennis gemaakt met werkgevers uit de regio - 3 à 4 regionale netwerkbijeenkomsten zijn georganiseerd jongeren hebben een (leerwerk)baan gevonden door de inzet van werkgeversinstrumenten. - de vijftien deelnemende gemeenten hebben samen minimaal: snuffel- en bliksemstages, - 10 werkervaringsplaatsen en stages georganiseerd - 6 jongeren geworven via traineeplekken, een mbo-talentenpool en reguliere vacatures. Projectorganisatie Voor de uitvoering van het actieplan is een projectleider aangesteld. Deze geeft leiding aan de verantwoordelijke trekkers van de acties. De trekkers op hun beurt sturen de opdrachtnemers (uitvoerders) aan. De projectorganisatie bestaat uit de projectgroep gevormd door vertegenwoordigers van alle subregio s (trekkers), aangevuld met de projectondersteuning (werkervaringsplaatsen) en de werkgroep communicatie. 11

216 Opdrachtgeverschap Uitvoerend opdrachtgever voor het Actieplan Jeugdwerkloosheid is de regionale stuurgroep participatie. Het bestuurlijk opdrachtgeverschap wordt ingevuld door de vijf portefeuillehouders die ook zitting hebben in de Utrechtse Werktafel. Begroting Jobhunters: a. Verlenging ,00 b. Uitbreiding (BBL, hogere targets, uitstroom entree) ,00 2. Scholingsadviseur ,00 3. Werkgeversinstrumenten verlenging* ,00 4. Projectleiding ,00 5. Werkervaringsplaatsen ,00 6. Communicatie ,00 7. Vrije ruimte + Good practices ,00 8. Sport netwerk(t) (onder voorbehoud) ,00 9. Jongeren in beeld bij werkgevers 2.000, Netwerk in stand houden: netwerkbijeenkomsten ,00 Totale begroting , ,00 Voorlopige begroting ,00 Totaal ,00 Begroting 2016 De invulling van het actieplan in 2016 is nog niet bekend. Nu is de helft van het budget voor 2015 begroot, oftewel euro. Over de invulling van deze begroting komt eind 2015 meer duidelijkheid. * Nadere toelichting werkgeversinstrumenten In bovenstaande begroting wordt bijna de helft van het budget gereserveerd voor werkgeversinstrumenten. Dit is gebaseerd op verlenging van de werkgeversinstrumenten tot eind 2015 en de aanname dat het aantal aanvragen gelijk zal blijven. De laatste 4 maanden werden er ongeveer 30 aanvragen per maand gehonoreerd. Het gemiddelde bedrag per werkgeverssubsidie is euro. 12

217 15.a Arbeidsmarktbewerkingsplan en bestedingsplan Utrechtse Werktafel Commissiebrief Arbeidsmarktbewerkingsplan en bestedingsplan Utrechtse Werktafel Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon Aan de leden van de commissie Mens en Samenleving Behandeld door A. Delsing Datum 8 juli 2015 Doorkiesnummer Ons kenmerk a.delsing@utrecht.nl Onderwerp Arbeidsmarktbewerkingsplan en Bijlage(n) 2 bestedingsplan Utrechtse Werktafel 2015 Uw kenmerk Verzonden Uw brief van Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Geachte leden van de commissie Mens en Samenleving, U heeft van ons een antwoord ontvangen op de schriftelijke vragen SV 89 over de voortgang garantiebanen. In vraag 11 wordt melding gemaakt van het arbeidsmarktbewerkingplan Utrecht midden. In deze brief geven wij een extra toelichting op dit plan. Het plan is vastgesteld door de leden van de Utrechtse Werktafel op 28 mei 2015 met de volgende beslispunten: 1. Dit marktbewerkingsplan beschrijft de arbeidsmarktaanpak in 2015 op hoofdlijnen; 2. De verdere uitwerking en concrete vertaling van dit marktbewerkingsplan vindt plaats in een uitvoeringsagenda en aanpak voor marktbenadering; 3. In september starten we met een verdieping en aanscherping van de marktbewerking voor Op basis van onze ervaringen met het schrijven en uitvoeren van dit marktbewerkingsplan kan dan gericht actie worden gezet op concretiseren van onderdelen van het plan die nu algemeen zijn gebleven. Op het voorliggende plan hebben de leden nog een aantal aanvullende opmerkingen gemaakt die wij meenemen in de uitwerking voor De belangrijkste opmerkingen zijn: 1. Kwantitatief De cijfers zijn nog onvolledig. Hier wordt nog aan gewerkt binnen de regionale werkgroep monitoring. Naast het goed zichtbaar maken van registratie van de doelgroep en vacatures, zetten wij ook in op het krijgen van meer volume in het doelgroepenregister. 2. Kwalitatief Er komt een verdiepingsslag van de analyses op aanbod en vraag in het arbeidsmarktbewerkingsplan. In de huidige versie is globaal inzicht gegeven in de kansrijke sectoren voor de doelgroep. Dit wordt concreet uitgewerkt voor 2016, waarbij er onder andere aandacht is voor capaciteiten en opleidingsniveau van de doelgroep in relatie tot kansrijke functies. 3. Vervolgacties Dit arbeidsmarktbewerkingsplan is een goede aanzet en deze zomer worden concrete activiteiten en deadlines uitgewerkt en opgenomen in een uitvoeringsagenda. Hierin wordt onder andere meegenomen:

218 Burgemeester en Wethouders Datum 8 juli 2015 SWOT analyse en confrontatiematrix Verdieping op de kwaliteit en waardering van de netwerken en communities en waar kansen liggen voor verbinding en versterking binnen de regio. Strategische sessie met managers van de WerkgeversServicepunten (Wat zijn de succesfactoren? Waar moet je nog slagen maken/ op investeren? Wat ontbreekt er? Etc.) Dit resulteert in een aanscherping van strategische keuze in de uitvoering: welke branche/type werkgever op welke manier benaderen? Roadshow binnen eigen organisaties om de dienstverlening regionaal te verbeteren (werkproces met onbeperkt aan de slag, gebruik van campagnemateriaal, kernboodschappen, uitleg en inzet van instrumenten zoals de werkgeversscan/jobcoaching/etc.). Het bestedingsplan Voor de realisatie van het regionaal werkbedrijf is in de december circulaire 2014, 1 miljoen aan incidentele middelen beschikbaar gesteld. Dit bedrag komt gefaseerd, via een decentralisatie uitkering van het gemeentefonds naar de centrumgemeenten. Met de besluitvorming over de voorjaarnota 2015 heeft de gemeenteraad van Utrecht ingestemd met de bestemming van de 1 miljoen voor de Utrechtse Werktafel. Met de aankondiging van het beschikbaar budget is eind vorig jaar een eerste opzet gemaakt voor een bestedingsplan. Dit bestedingsplan is in de afgelopen maanden besproken met alle betrokken partijen. Tijdens de Utrechtse Werktafel van 18 juni is het bestedingsplan vastgesteld. Vooruitlopend op de definitieve besteding van het budget is gestart met de uitvoering van het arbeidsmarktbewerkingsplan. Deze financiële impuls maakte het mogelijkheid om een projectleider aan te trekken die samen met sociale partners, werkgevers, UWV en SW-bedrijven de regionale uitvoering goed gaat in richten. Daarnaast is een gedeelte van het budget besteed aan de opzet en uitrol van de communicatiecampagne, Alleen talent telt en de doorontwikkeling van Onbeperkt aan de Slag (OADS) als platform voor het zichtbaar maken van arbeidsaanbod en vacatures waardoor mensen op een baanafspraak geplaatst kunnen worden. Het bestedingsplan zal in de vorm van een raadsvoorstel na het zomerreces aan u worden voorgelegd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, de secretaris, de burgemeester, 2/2

219 2 Marktbewerkingsplan Utrechtse Werktafel Arbeidsmarktbewerkingsplan Utrechtse Werktafel Regionaal werkbedrijf arbeidsmarktregio Utrecht-Midden Mei 2015

220 Inhoudsopgave VOORWOORD 3 INLEIDING 4 1. DE AANBODZIJDE 5 DOELGROEP BANENAFSPRAAK 5 OMVANG VAN DE DOELGROEP 5 KANSEN VOOR DE DOELGROEP BANENAFSPRAAK 6 KENMERKEN VAN DE DOELGROEP 6 2. DE VRAAGZIJDE 9 MARKTOMVANG 9 PLAATSINGEN BIJ WERKGEVERS 9 VACATURES VOOR DE DOELGROEP 10 WAT ZIJN DE (KANS)SECTOREN? 11 KANSEN IN HET MKB BEMIDDELEN EN MATCHEN 12 AANBOD KANDIDATEN: VAN INSTROOM TOT MATCH 12 PROCES VAN REGISTRATIE TOT BANENAFSPRAAK 12 KANDIDATEN KLAARSTOMEN VOOR WERK 13 WERKTRAINING 13 ONBEPERKT AAN DE SLAG 13 VRAAG WERKGEVERS: VINDEN, MOTIVEREN EN ONTZORGEN 14 BESTAAND NETWERK WSP S (1) 15 SAMENWERKING IN DE REGIO 15 VACATURES OP ONBEPERKT AAN DE SLAG (2) 16 CAMPAGNE ALLEEN TALENT TELT! (3) 16 COMMUNITY AANPAK EN AMBASSADEURSROL WERKGEVERS (4 EN 5) 17 GEBRUIK MAKEN VAN CAO-AFSPRAKEN (6) 17 GROEPSDETACHERING (7) 17 ACTIVITEITENKALENDER MET UITWERKING 17 MATCHEN 18 MOGELIJKHEDEN TOT HET CREËREN VAN BANEN 18 MATCHINGSPROCES 20 NA DE MATCH EVALUATIE EN TOEKOMSTVISIE 21 EVALUATIE EN MONITORING 21 TOEKOMSTPERSPECTIEF 21 BIJLAGE 1: ZIEKTEBEELD WAJONGERS INSTROOM BIJLAGE 2: PROCES WERKGEVERSBENADERING BIJLAGE 3: PROCES WERKWIJZE KANDIDATEN BRONNENLIJST 24 2

221 VOORWOORD Voor u ligt het marktbewerkingsplan 2015 van de Utrechtse Werktafel. Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 ging het Sociaal Akkoord van kracht, waarin sociale partners en de overheid afspraken tot 2026 in totaal extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. De Utrechtse Werktafel - het regionaal werkbedrijf van de arbeidsmarktregio Utrecht- Midden - is opgezet om deze afspraak in de regio Utrecht-Midden te realiseren. In onze regio gaat het concreet om nieuw te creëren banen in 2015 en 2016 : 835 in de marktsector en 310 bij de overheid. Als verplichting en belangrijk onderdeel van de Utrechtse Werktafel, vormen de startnotitie en dit marktbewerkingsplan de kaders om werk voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking te realiseren. In de startnotitie is een inhoudelijke basis gelegd voor de formele samenwerkingsafspraken die in een convenanttekst bij de start van de Utrechtse Werktafel ondertekend werden. Dit marktbewerkingsplan kunt u als het plan van aanpak voor de startnotitie zien. We beschrijven hierin de aanbodzijde, de vraagzijde, het matchingsproces en de toekomstplannen van de Utrechtse Werktafel. De focus van het marktbewerkingsplan ligt op het maken van afspraken met werkgevers. Het plan zal nog groeien, de focus is nu beperkt tot de Banenafspraak. Om tot een inclusieve arbeidsmarkt te komen, wil de werkgeversdienstverlening de regionale samenwerking verder door ontwikkelen. Om dit te realiseren vraagt dit ook wat van het bestuur en de uitvoeringsorganisaties. De arbeidsmarktregio Utrecht-Midden werkt al nauw samen, en ook de komende jaren blijft eenduidigheid en afstemming tussen de betrokken partijen steeds centraal staan. Dit marktbewerkingsplan zal dan ook jaarlijks worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat we deze uitdagende opdracht: Banenafspraak vóór 1 januari 2017, naar tevredenheid van alle partijen kunnen vervullen. Met hartelijke groet, Victor Everhardt Voorzitter Utrechtse Werktafel 3

222 INLEIDING Met de Utrechtse Werktafel geeft de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden haar regionale invulling aan de afspraken uit het Sociaal Akkoord. De arbeidsmarktregio bestaat uit de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist. Samen met de uitvoeringsorganisaties (Werkgeversservicepunten), de SW-bedrijven, werkgevers (VNO-NCW Midden en MKB-Midden) en werknemers (vakbonden FNV en CNV) vormen zij het regionale werkbedrijf, de Utrechtse Werktafel. Inhoudelijke basis Overheden en sociale partners werken in de Utrechtse Werktafel samen om meer werk te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking: extra banen in de komende twee jaar. In dit marktbewerkingsplan - opgesteld met input van de genoemde organisaties - brengen we het aanbod en de vraag in beeld en onderzoeken we de mogelijkheden van matching en bemiddeling. Het plan legt de inhoudelijke basis voor de samenwerkingsafspraken die de betrokken partijen bij de start van de Utrechtse Werktafel hebben ondertekend. Uitgangspunt van de afspraken is een marktgerichte aanpak, samen met werkgevers. Daarbij staat de gezamenlijke kennis en ervaringen over wat er nodig is voor succesvolle matches centraal. Dit plan in opgesteld op hoofdlijnen. De samenwerkingspartners van de Werktafel zullen het komende jaar nog regelmatig moeten bijsturen, verdiepen en uitwerken om de ambities te halen. Een concrete uitwerking zal volgen in een activiteitenkalender met korte toelichting per activiteit. Dit plan biedt daarvoor houvast. We doorlopen in de komende hoofdstukken vier belangrijke stappen. In stap 1 belichten we de aanbodkant. UWV en gemeenten werken aan één gezamenlijk bestand van potentiële kandidaten, aangevuld met informatie over hun mogelijkheden voor werkgevers. Op die mogelijkheden leggen we de nadruk - niet de beperkingen. In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst wat de ervaringen zijn in de voorgaande jaren, met de doelgroep voor de banenafspraak. Dit is op basis van cijfers én kwalitatieve informatie van het UWV en de SW-bedrijven, maar ook in gesprek met een werkgever die al veel met deze doelgroep werkt. In stap 2 verkennen we de vraagzijde. We kijken wat er al gebeurt in de arbeidsmarkt en geven vervolgens inzicht in de marktomvang, plaatsingen en vacatures van/voor de doelgroep en de kanssectoren voor de baanafspraken. Stap 3 beschrijft het proces van matchen en bemiddelen: de taken en verantwoordelijkheden, maar ook de benodigde middelen en instrumenten. Daarbij komen ook de rol van de WerkgeversServicepunten (WSP s) en de SW-bedrijven aan bod. We kijken in deze stap ook naar de mogelijkheden die er zijn voor werkgevers om nieuwe banen te creëren. Afsluitend kijken we met Stap 4 als Utrechtse Werktafel vooruit naar de komende jaren en de uitdagingen die we daarin verwachten tegen te komen. 4

223 1. DE AANBODZIJDE De komende jaren gaan wij als Utrechtse Werktafel samen met werkgevers zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking op weg naar werk helpen. Daarbij ligt de focus altijd op de mogelijkheden van mensen. Op het arbeidsvermogen in plaats van de arbeidsbeperking. Stap 1 is daarbij het in kaart brengen van de aanbodzijde. Doelgroep Banenafspraak De doelgroep voor de Banenafspraak bestaat uit werkzoekenden met een arbeidsbeperking met arbeidsvermogen die zowel van het UWV, van de SW-wachtlijst of bij de gemeenten vandaan komen: mensen die vallen onder de Participatiewet en niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen; mensen met een SW-indicatie die op de wachtlijst staan; Wajongers met arbeidsvermogen; jongeren die afkomstig zijn uit het PrO en VSO onderwijs die onder de Participatiewet vallen en vanwege een arbeidsbeperking een beperkte verdiencapaciteit hebben (zogeheten nieuwe instroom ). UWV en gemeenten verzamelen in één overkoepelend bestand - het doelgroepenregister - de gegevens van alle kandidaten die in aanmerking komen voor een baanafspraak, aangevuld met informatie over hun mogelijkheden. Dit bestand dient nadrukkelijk als hulpmiddel bij de matching van werkgevers en kandidaten. Het bepalen van het wat iemand wel en niet kan is en blijft mensenwerk. Omvang van de doelgroep De exacte omvang van de doelgroep weten we niet, omdat de Participatiewet andere wettelijke uitgangspunten heeft dan de huidige Wajong. Wel zijn er door gemeenten inschattingen gemaakt als het gaat om de instroom van mensen die voorheen voor de Wajong of de Wsw in aanmerking zouden komen. Verder zijn er feitelijke gegevens op basis van huidige Wajong populatie en SW-wachtlijst beschikbaar. Hieronder volgt een kwantitatief inzicht in de doelgroep, voor de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden. Kwantitatief aanbod Banenafspraak in 2015 Aantal Wajongeren beschikbaar voor werk Aantal SW-ers op huidige wachtlijst 1 Verwachte nieuwe instroom Participatiewet 2 UWV Biga Groep 83 FermWerk 43 Pauw Bedrijven 94 UW 31 RSD KRH 52 Gemeente Stichtse Vecht 15 Gemeente Utrecht 100 WIL 25 Ferm Werk 43 subtotaal Totaal Stand van zaken op basis van regionale inventarisatie dd. 1 januari Op basis van inschattingen door gemeenten wat er instroomt in 2014 onder de Participatiewet valt en onder de doelgroep banenafspraak. Het aantal mensen die in 2013 in de Wajong bij UWV zijn ingestroomd, bedraagt 604 (werkregeling en studieregeling), en is hoger dan de prognose van gemeenten. Deels valt dat te verklaren doordat de Participatiewet een strengere toegang kent, maar het blijft een prognose die met name gebaseerd is op landelijke aantallen en verwachtingen. In 2015 zal door de ervaring moeten blijken of de prognose van gemeenten bijgesteld moeten worden of niet. 3 Op was het totaal aantal Wajong uitkeringen 8524 in deze arbeidsmarktregio. Hiervan is naar schatting 9% volledig en duurzaam arbeidsongeschikt, dat wil zeggen voor deze laatste groep behoort een betaalde baan niet tot de mogelijkheden. 5

224 Afgerond heeft het UWV ruim 8000 mensen in beeld met een Wajong-uitkering. Dit betekent het niet dat deze mensen direct aan de slag kunnen bij een werkgever per 1 januari Het UWV is bezig om deze complete groep van Wajongers opnieuw te beoordelen. Zij zijn gestart met een herkeuringsoperatie en het is onbekend hoeveel tijd dit in beslag neemt. Op dit moment zijn er bijna 400 Wajongers klaar om direct aan het werk te gaan. Dit aantal gaat de komende tijd flink oplopen. Conclusie: op basis van de doelstelling van de herkeuringsoperatie bij het UWV, de cijfers van de wachtlijst SW en de instroom prognose, is de grove schatting van het werkelijke aanbod voor 2015 rond de 3000 mensen die in aanmerking komen voor de banenafspraak. Kanttekeningen: VSO/PrO en ROC-entree-leerlingen kunnen zich rechtstreeks bij UWV aanmelden voor de doelgroep beoordeling voor de banenafspraak, vooruitlopend op een uitvoeringsbesluit Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten waarin deze indicatie door UWV wordt geregeld. Uitkomst van de beoordeling kan dan zijn dat iemand in de doelgroep komt indien hij voldoet aan de criteria. Op dit moment is nog niet bekend hoe hoog de instroom vanuit Pro/ VSO is. Met name het aantal instromers van werkzoekenden met een arbeidsbeperking in de Participatiewet zal naar verwachting in de komende jaren toenemen en jaarlijks grofweg verdubbelen. Dit heeft te maken met de aanscherping van de Wajong voor alleen volledig en duurzaam arbeidsongeschikte jongeren. Ook speelt mee dat de huidige SW-regeling vanaf 1 januari 2015 niet meer toegankelijk is voor nieuwe instroom. Nieuwe mensen met een SW-indicatie vallen nu onder de Participatiewet. De exacte cijfers en toenames bij gemeenten zijn op dit moment onvolledig en gebaseerd op schattingen. Omdat dit plan periodiek wordt bijgesteld, is er voor gekozen om de schattingen voor nieuwe instroom vanaf 2016 en verder hier niet op te nemen. Wajongers en Wsw-ers op de wachtlijsten worden sowieso opgenomen in het doelgroepenregister. Voor mensen met een arbeidsbeperking die onder de Participatiewet vallen is dit geen vanzelfsprekendheid. Hierover staat meer beschreven in hoofdstuk 3. Kansen voor de doelgroep banenafspraak Uit de landelijke cijfers van het UWV kunnen we een en ander afleiden over de mogelijkheden op werk voor Wajongers 4. Eind juni 2014 ontvingen bijna mensen een Wajonguitkering. Het aantal Wajonguitkeringen neemt nog steeds toe omdat de jaarlijkse instroom groter is dan de uitstroom. Kans op duurzaam werk is voor de Wajong-doelgroep nog lastig 5 : Minder dan 50% van de Wajongers die gematcht worden op werk, zijn een jaar later nog steeds (of opnieuw) aan het werk. 58% van de Wajongers die eind 2013 bij een reguliere werkgever werkten, deed dat met (recente) ondersteuning in de vorm van begeleiding door een jobcoach, loondispensatie, een reintegratietraject of een andere voorziening. Kenmerken van de doelgroep Op basis van landelijke informatie van het UWV en regionale cijfers van de SW-bedrijven, schetsen we een beeld van de werkzoekenden met een arbeidsbeperking (met potentieel arbeidsvermogen) die in de afgelopen jaren bij het UWV en de SW- bedrijven zijn ingestroomd. Zij zitten in de zogeheten werkregeling of studieregeling. Hoewel steeds duidelijker wordt dat het belangrijk is om te denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen, zijn registratie en monitoring systemen hier nog niet op aangepast. De landelijke gegevens van het UWV bieden bijvoorbeeld geen inzicht in de gemiddelde competenties. We vullen dit hoofdstuk daarom aan met de expertise en ervaring van Sodexo die al jaren werkt met mensen met een arbeidsbeperking. In deze 4 Veel informatie in deze alinea gaat over Wajongs omdat dit is gebaseerd op informatie van het UWV, dat is makkelijker toegankelijk. 5 Bron: UWV Monitor Arbeidsparticipatie

225 organisatie werken ruim mensen, waarvan ruim 6% (ongeveer 350) met een arbeidsbeperking. Zij kunnen daarom een goed beeld schetsen over de kwaliteiten en competenties van mensen met een arbeidsbeperking. Sodexo levert diensten aan andere organisaties, veelal in de hospitality-branche (catering, ontvangst, schoonmaak). Dit is een branche waar veel mensen met een arbeidsbeperking relatief makkelijk aan de slag kunnen. Ruim bedrijven in Nederland maken gebruik van de diensten van Sodexo. In overleg plaatst Sodexo bij veel van hen iemand met een arbeidsbeperking, ook wanneer bedrijven daar zelf niet specifiek om vragen. Dit levert zelden problemen op: een goed voorbeeld van ambassadeurschap. Meer algemeen (ook bevestigd door andere werkgevers) worden de volgende kenmerken van deze specifieke doelgroep als positief benoemd: toename van collegialiteit binnen een team; hoge betrokkenheid (zeker na periode van gewenning); zeer loyaal aan werkgever. Sodexo benadrukt verder dat zij alle werknemers hetzelfde behandelt, ook werknemers met een arbeidsbeperking. Zij doorlopen dezelfde sollicitatieprocedure, waarbij men altijd kijkt of kandidaten over de volgende basiscompetenties beschikken (zoals van toepassing op hospitality-branche): mate van zelfstandigheid; gastvrijheid; in een team kunnen werken (of hierin willen ontwikkelen); enigszins flexibele werkhouding (verschillend werk kunnen doen); enigszins initiatief kunnen tonen (motivatie). Het gaat bij ons helemaal niet om de snelheid van werken, of wat een werknemer precies aan handelingen kan doen. Bij ons is het niet erg als je een lager tempo hebt dan gemiddeld, daar vinden we altijd een oplossing voor. (segmentdirecteur Sodexo) Twee belangrijke waarden komen nog naar voren uit analyses van het personeelsbestand bij Sodexo: ziekteverzuim onder werknemers met een arbeidsbeperking is lager vergeleken met overige personeelsbestand; de uitval en doorloop van werknemers met een arbeidsbeperking verloopt niet anders dan bij overige werknemers. Voor ons als arbeidsmarktregio is het belangrijk om dergelijke ervaringen van werkgevers breder te gaan registreren en monitoren. De ervaringen bieden vaak argumenten waarmee we een twijfelende werkgever over de streep kunnen trekken. In de praktijk vraagt ook het in beeld brengen van de competenties van werkzoekenden met een arbeidsbeperking meer aandacht. En dan niet alleen op individueel casusniveau voor de goede match, maar ook op regionaal niveau. Kennisdeling is hierin dus van belang in het regionale werkproces van de WSP s. Vanuit landelijke cijfers maken we al wel feiten inzichtelijk zoals leeftijd, het type beperkingen en ervaringen ten aanzien van aan het werk. In onderstaande tabel staat een aantal kenmerken van Wajongers met arbeidsvermogen die in 2013 de Wajong zijn ingestroomd. Instroom gebeurt meestal in het 18e of 19e levensjaar. Wajongers die bij het UWV in de studieregeling vallen, worden vaak gekenmerkt door een ontwikkelingsstoornis, vaker dan Wajongers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Verder kunnen we generiek de volgende kenmerken van Wajongers weergeven op basis van de instroom in 2013: In totaal heeft ruim 2/3 van de Wajongers een ontwikkelingsstoornis, zoals een verstandelijke beperking of een stoornis in het autisme spectrum; De meeste Wajongers kampen met een ontwikkelingsstoornis, denk aan een verstandelijke beperking, een concentratiestoornis (ADHD), etc. Meer dan 60% van de jaarlijkse instroom heeft hiermee te maken. 15% tot 20% van de instroom Wajongers met arbeidsvermogen heeft een psychiatrisch ziektebeeld, zoals een persoonlijkheidsstoornis of alleen een lichamelijke aandoening (somatische ziektebeelden). 7

226 Bij bijna de helft van de Wajongers is sprake van meerdere ziektebeelden. Een compleet beeld en verdeling naar kenmerken van Wajongers die in 2013 instroomde, vindt u in Bijlage 1 (tabel ziektebeeld instroom Wajongers 2013). Aanvullend op deze tabel laten cijfers zien dat mannen in de Wajong vaker werken dan vrouwen met een Wajong-uitkering (27% respectievelijk 14% eind 2012). Daarnaast werken Wajongers tot 35 jaar vaker (25% eind 2012) dan Wajongers van 35 jaar en ouder (21% eind 2012). Bovendien werken jonge Wajongers vooral bij reguliere werkgevers en oudere Wajongers vooral in of via de SW. In de etalage Onbeperkt aan de Slag (online matchingsplatform voor werkzoekende met een arbeidsbeperking en werkgevers, wordt verder toegelicht in Hoofdstuk 3) worden competenties van werkzoekenden met een arbeidsbeperking inzichtelijk gemaakt. Er wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de mensen. De inschatting van het werkvermogen van werkzoekende met een arbeidsbeperking is niet uit systemen te halen en zal altijd mensenwerk zijn. In hoofdstuk drie wordt dit verder uitgewerkt. 8

227 2. DE VRAAGZIJDE Om te komen tot een groter aantal passende vacatures voor mensen met een arbeidsbeperking, onderzoeken we in dit marktbewerkingsplan naast de aanbodkant vanzelfsprekend ook de vraagzijde. Wat gebeurt er nu al in de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden? Hoeveel plaatsingen vanuit UWV en SW zijn er per jaar? Wat zijn de kansrijke sectoren om banen te creëren voor deze bijzondere groep werkzoekenden? Marktomvang In Utrecht-Midden zijn ongeveer ondernemers actief, waarvan zo n met meer dan vijf medewerkers. De zwaartepunten van economische bedrijvigheid in de regio zijn te vinden in de sectoren grooten detailhandel, vervoer en opslag, zorg en welzijn en de zakelijke dienstverlening. In deze sectoren komt veel tijdelijk werk (uitzendwerk, detachering) en deeltijdwerk voor. In onderstaande figuur wordt per sector verwachte omvang en groei voor 2015 weer gegeven voor deze regio. Je ziet hierin vooral het belang van de sectoren zakelijke diensten, zorg & welzijn en detailhandel voor de arbeidsparticipatie in deze regio. Plaatsingen bij werkgevers Om een idee te krijgen van het aantal plaatsingen van personen met een arbeidsbeperking per jaar, kijken we naar cijfers van het UWV en de SW-bedrijven (vier SW-bedrijven samengevoegd) uit 2013 en In onderstaande tabel is te lezen dat er in 2014 in totaal 682 personen (Wajong en SW samen) bij werkgevers zijn geplaatst. Dit betekent overigens niet dat dit zou tellen als 682 banenafspraken. Gezien het criterium van 25 uur, kan het aantal banenafspraken hoger of lager liggen. Twee personen zouden bijvoorbeeld parttime kunnen werken, ieder 12,5 uur. Zij zijn dan samen goed voor één baanafspraak. Bij de SW-gegevens is hier rekening mee gehouden. Het getal voor de banenafspraak (berekend vanuit FTE) ligt hoger dan het aantal personen dat is geplaatst, voor zowel 2013 en Je zou daaruit kunnen afleiden dat veel personen méér dan 25 uur per week werken. 9

228 De SW-bedrijven geven aan dat zij in 2014 variërend per SW-bedrijf bij 40 tot bijna 100 werkgevers kandidaten hebben geplaatst. Als we kijken naar landelijke cijfers van het UWV dan is er een kleine afname van Wajongers die werken bij een reguliere werkgever 6. Vacatures voor de doelgroep Uit cijfers (Wajong) van het UWV blijkt dat van alle baanopeningen die jaarlijks in Nederland worden gecreëerd, 36% in onze arbeidsmarktregio worden gecreëerd. Hieruit kunnen we afleiden dat werkgevers in deze arbeidsmarktregio voorop lopen met het aannemen van mensen met een arbeidsbeperking. Deze 36% is onderverdeeld in de volgende sectoren: groot- en detailhandel 57%; zorg en welzijn 16%; openbaar bestuur 11%; zakelijke dienstverlening 9%. Dat de afgelopen jaren relatief veel mensen met een arbeidsbeperking in deze regio geplaatst zijn, betekent nog niet dat werkgevers in de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden klaar zijn om werkzoekenden met een arbeidsbeperking aan te nemen. Het draait hier om een ander type vacature dan voor een reguliere betaalde baan. Aan dergelijke passende vacatures zit een langduriger proces vast met aspecten als bedrijfsscan, jobcarving (de vacature wordt passend gemaakt voor iemand met een arbeidsbeperking) en jobcreation (er wordt een nieuwe baanopening gecreëerd). De beste kansen voor het werven van vacatures voor Banenafspraak liggen dus in de groot- en detailhandel. Deze sectoren kunnen als kanssectoren worden aangemerkt. De ervaring van onze SW-bedrijven in de regio is ook dat relatief veel werkzoekenden met een arbeidsbeperking in de praktijk gaan werken in de sector productie en logistiek. De sector productie en logistiek voegen we daarom ook toe als kanssector. 6 Bron: UWV monitor Arbeidsparticipatie

229 Wat zijn de (kans)sectoren? Gezien bovenstaande kunnen we de volgende kans-sectoren aangeven, met daarbij een taakstelling voor de Banenafspraak per jaar: groot- en detailhandel 57% taakstelling: 240 Banenafspraak p/j zorg en welzijn 16% taakstelling:100 Banenafspraak p/j openbaar bestuur 11% taakstelling:120 Banenafspraak p/j zakelijke dienstverlening, logistiek en productie taakstelling: 160 Banenafspraak p/j Om dit potentieel te benutten, gaan de WSP s van de Utrechtse Werktafel zich nadrukkelijk op deze sectoren richten. Dit wordt georganiseerd in het uitvoeringsoverleg, door koppels van accountmanagers uit de verschillende subregio s verantwoordelijk te maken voor het uitvoeren van branchegerichte acquisitie-plannen. Kansen in het MKB Opmerkelijke feiten uit landelijke cijfers van het UWV wijzen op kansen in het MKB 7 : Eind 2013 heeft 4,9% van de werkgevers een Wajonger en 3,8% van de werkgevers een WGA er in dienst. Bijna alle grote werkgevers hebben wel één of meerdere Wajongers of WGA ers in dienst. Toch zijn het vooral de kleinere werkgevers die ten opzichte van het totaal aantal banen in hun bedrijf relatief meer Wajongers in dienst hebben. Het MKB vereist een andere strategie en aanpak dan grote werkgevers. Een verdiepende analyse zal volgen om inzicht te bieden waar de kansen in het MKB liggen. Aan de andere kant speelt ook mee dat onder deze groep werkgevers vaak ook uit loyaliteit en betrokkenheid in het persoonlijke netwerk iemand met een arbeidsbeperking aannemen. Een werkgever neemt dan bijv. het neefje van de buurvrouw in dienst en betaalt hem het minimumloon. Deze baanafspraak is dan niet in beeld bij de Utrechtse Werktafel. Dit is enerzijds niet gunstig voor de telling, anderzijds zeer positief dat deze werkgever zijn verantwoordelijkheid neemt. 7 Bron: UWV monitor Arbeidsparticipatie

230 3. BEMIDDELEN EN MATCHEN De Utrechtse Werktafel speelt voor het behalen van de banenafspraak een belangrijke rol in het informeren, motiveren en activeren. We onderscheiden daarbij twee (hoofd)doelgroepen: werkgevers en werkzoekenden met een arbeidsbeperking. Die laatste groep is grotendeels in beeld, de doelgroep werkgevers laat zich wat moeilijker vangen. Voor beide doelgroepen zijn verschillende aanpakken met bijbehorende instrumenten mogelijk. Aanbod kandidaten: van instroom tot match Kandidaten voor banenafspraak zijn voor het grootste deel al in beeld. Het zijn de nieuwe instromers in de Participatiewet, mensen met een WSW-indicatie of werkzoekenden met een Wajong-uitkering van het UWV. Er is daarnaast een (naar verwachting kleine) groep mensen met een arbeidsbeperking die niet of minder goed in beeld is. Dat betreft: niet-uitkeringsgerechtigden (jongeren met een arbeidsbeperking die thuis wonen en waarvan ouders werken); werkzoekenden met een arbeidsbeperking die zich op eigen initiatief inschrijven op Onbeperkt aan de Slag. De kans is overigens groot dat veel werkzoekenden uit deze groep niet tot de doelgroep Banenafspraak behoren, omdat zij zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Proces van registratie tot banenafspraak Voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking is het proces van instroom tot plaatsing op de banenafspraak in kaart gebracht. In bijlage 2 is dit ook uitgewerkt in een procesplaat. Een werkzoekende doorloopt drie fases: 1. Instroom en indicering In de eerste fase is ligt de nadruk op het beschikbaar stellen van informatie over de dienstverlening van de gemeenten en de mogelijkheden voor werkzoekenden. De werkmatcher van betreffende gemeente doet eerst een quickscan(s), dat volgt mogelijk met een verdiepende intake die kan leiden tot het aanvragen voor een indicatie banenafspraak bij het UWV. 2. Uitvoering groepsgewijze aanpak Het UWV moet de indicatieaanvraag binnen acht weken behandelen en de kandidaat na indicatie invoeren in het doelgroepenregister. De kandidaat kan dan deelnemen aan de groepsgewijze aanpak. Dit houdt in dat de kandidaat training krijgt in werknemersvaardigheden (dit is een belangrijk instrument om de kandidaat jobready te maken. Verderop wordt deze werktraining verder toegelicht. Afhankelijk van de mogelijkheden van de kandidaat kan na de training het matchingsproces beginnen. 3. Matching en plaatsing De verwachting is dat de eerste kandidaten na drie maanden klaar zijn om te worden gematcht. Vanuit de WSP s is een regionale werkwijze ontwikkeld waarmee werkgever, matcher en deelnemer elkaar leren kennen en de kansen op een match toenemen. Als de kandidaat is gematcht met een werkgever, wordt de loonwaarde bepaald door een loonwaardespecialist uit één van de uitvoeringsorganisaties. Dan worden verdere samenwerkingsafspraken gemaakt over de matching, plaatsing en in te zetten instrumenten. 4. Nazorg Als de match eenmaal is gerealiseerd, zijn we er nog niet. Het succes van de match is sterk afhankelijk van begeleiding van zowel de werknemer en de werkgever. Het proces en contact ná de match is daarom minstens zo belangrijk als de match zelf, met name om duurzaam banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Doelgroepenregister Alleen die kandidaten die geplaatst worden vanuit registratie in het doelgroepenregister, tellen mee voor de banenafspraak. Het doelgroepenregister zorgt ervoor dat we mensen vanuit verschillende achtergronden (Wajong, WsW-indicatie, Participatiewet) met een arbeidsbeperking voortaan gaan zien als één doelgroep. 12

231 Daarbij moeten de oude etiketten komen te vervallen. Het UWV beoordeelt kandidaten voor het doelgroepenregister, gemeenten melden kandidaten hiervoor aan. Kandidaten klaarstomen voor werk Vanuit de SW-bedrijven wordt veel gedaan om kandidaten met een arbeidsbeperking op weg te helpen naar werk. Kandidaten krijgen training in algemene en vakspecifieke kennis en vaardigheden. Algemene vaardigheden 8 : Assertiviteit / effectief communiceren Computervaardigheden voor beginners Sollicitatietraining Ondersteuning bij sollicitatieactiviteiten Solliciteren met de computer Omgaan met stress Taaltrainingen Veilig communiceren Werkbegeleiding bij mensen met complex gedrag (voor leidinggevenden en begeleiders) Werknemersvaardigheden Vakspecifieke opleidingen: Basisopleiding schoonmaak; microvezel Basisvaardigheden metaal Metaal: Basisvaardigheden draaien Metaal: Basisvaardigheden frezen Metaal: MIG/MAG lassen niveau 1 Basisopleiding Algemene schoonmaak Sociale hygiëne horeca (HACCP) Veilig werken met een bosmaaier/ groen- en parkmachines/ kettingzaag/ etc. Onderhoud van beplanting en snoeien Veilig werken langs de weg Logistieke vakopleidingen (bijv. vorkheftruck bedienen) Werktraining In samenwerking met de SW-bedrijven is in de regio een werktraining opgezet (pilot) voor zowel nieuwe kandidaten als Wajongers en Wsw- ers op de wachtlijst. Kandidaten werken in deze training onder meer aan zaken als werknemersvaardigheden, sollicitatievaardigheden en het opdoen van werkervaring (ritme en structuur). Tijdens de werktraining gaan zij ook aan de slag (al dan niet met begeleiding) met het maken van hun profiel op Onbeperkt aan de Slag. 60 mensen met een arbeidsbeperking doen mee met deze pilot, in twee groepen. De werktraining is ook verwerkt in de procesplaat (bijlage 1) en wordt bij positieve evaluatie in de regionale werkwijze verankerd. Onbeperkt aan de Slag De website zetten we in als de etalage voor de banenafspraak. Zowel werkgevers als kandidaten worden naar de website verwezen om zich daar te registeren. In bijlage 4 kunt u zien welke informatie er bij registratie wordt gevraagd. De registratie van kandidaten vindt als volgt plaats: Eigen initiatief Op dit moment hebben al veel kandidaten zich op eigen initiatief aangemeld op de website van OADS. Ook in de toekomst zullen kandidaten zich op eigen initiatief blijven aanmelden op de site. Zij kunnen op deze manier in contact komen met werkgevers en zelfstandig zoeken naar baanmogelijkheden. Oude doelgroep 8 Gegevens aangeleverd door de SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio. 13

232 Nieuwe kandidaten en prioritaire doelgroepen worden vanuit de regio opgenomen in de groepsaanpak. Daarnaast is er een grote groep werkzoekenden met een arbeidsbeperking die (nog) niet in de groepsaanpak worden opgenomen omdat in een pilotvorm is gestart. Wanneer dit is geïmplementeerd in de dienstverlening kunnen zij hier ook voor in aanmerking komen. Ondertussen kunnen zij zich wel al melden op Onbeperkt aan de slag, en een match vinden voor de baanafspraak. Deze kandidaten komen vanuit de SW-bedrijven, het UWV of de sociale diensten en kunnen, zo nodig met behulp van een begeleider, zelf een profiel aanmaken. Aanmaken kandidaatsprofiel Alle kandidaten melden zich op de site volgens een vast format met daarin onder meer de informatie over hun achtergrond en competenties. Kandidaten maken altijd zelf (evt. met hulp) een profiel aan op de site. Zij maken het profiel door middel van het beantwoorden van vragen. Deze vragen kunnen worden toegespitst op verschillende niveaus. Er is de mogelijkheid om een begeleider te koppelen aan het profiel van de kandidaat. Deze begeleider kan vervolgens meekijken in het profiel van de kandidaat en diens activiteiten volgen en van feedback voorzien. De kandidaat blijft altijd eigenaar van zijn portfolio. Indicatie baanafspraak In het profiel kan een kandidaat aangeven of hij een indicatie baanafspraak heeft. Het aangeven van een indicatie kan alleen plaatsvinden wanneer de kandidaat ook een koppeling maakt met zijn begeleidende organisatie. Deze organisatie controleert de indicatie en kan deze bevestigen dan wel laten verwijderen. Vraag werkgevers: vinden, motiveren en ontzorgen Net zoals er een grote variëteit aan werkzoekenden is, bestaan er ook verschillende typen werkgevers. Om hen te bereiken en succesvolle matches te kunnen maken, volgen we dan ook meerdere strategieën, elk met eigen middelen of instrumenten. De overlap tussen verschillende strategieën kan de effectiviteit versterken. 1. Werkgevers vanuit bestaand netwerk van WSP s persoonlijk benaderen. De vijf WSP s en de SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio hebben al een uitgebreide database van werkgevers waar zij contact mee hebben (gehad). Daarnaast bezoeken de accountmanagers ook veel bijeenkomsten en events waar werkgevers ook komen, om relaties te versterken en nieuwe relaties aan te boren. 2. Zorgen dat werkgevers en werkzoekenden met een arbeidsbeperking elkaar zonder tussenkomst kunnen vinden. Dit maken we mogelijk door te werken met onbeperktaandeslag.nl als etalage voor werkgevers en werkzoekenden met een arbeidsbeperking. Vanuit Onbeperkt aan de slag worden ook meet & greets georganiseerd tussen werkgevers en werkzoekenden, dus werkt zowel digitaal als face to face. 3. Werkgevers bekend maken met mogelijkheden om werkzoekenden met arbeidsbeperking aan te nemen. Met inzet van de banencampagne Alleen talent telt maken we werkgevers bekend met dit thema en zetten we aan tot actie. Achtereenvolgens door werkgevers te prikkelen/verleiden, vervolgens goed te informeren en te enthousiasmeren, en hen tenslotte te activeren tot het creëren van passende vacature(s). 4. Een sterke, structurele verbinding met werkgevers en overige stakeholders in de regio aangaan. Samen met werkgevers gaan we vanuit de Utrechtse Werktafel onderzoeken of er draagvlak is voor een community-aanpak; hierin wordt ingezet op een sterke, structurele verbinding met de doelgroep (werkgevers) die een gezamenlijk doel of verbinding hebben. Er bestaan al veel initiatieven en (kleine) netwerken binnen de regio, waarbij we gaan onderzoeken of er mogelijkheden om verbanden aan te gaan en hoe we dat kunnen aanjagen en versterken. 5. Werkgevers via werkgevers binnenhalen. Deze strategie hangt samen met de community-aanpak. Het kan binnen de community-aanpak een rol gaan spelen, maar gebeurt ook zeker daarbuiten. De aangesloten werkgevers aan de Werktafel pakken al een ambassadeursrol als het gaat om de contacten met andere werkgevers. Bijeenkomsten en events spelen hierin een belangrijke rol. Als Utrechtse Werktafel zien we voor onszelf hierin een regierol. 14

233 6. Deuren openen met Cao-afspraken. Er zijn al bestaande cao-afspraken die kansen bieden om bij werkgevers binnen te komen. Daarnaast zijn er ook branches/organisaties waar het gesprek over de cao nog bezig is of aangegaan moet worden. Met inbreng in die afspraken kunnen wij wellicht nog meer nieuwe deuren openen. 7. Groepsdetachering om werkzoekenden met een arbeidsbeperking in grotere groepen te plaatsen bij werkgevers in kans-sectoren. In het kader van SROI is er al veel ervaringen opgedaan met het plaatsen van groepen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij een werkgever, gekoppeld aan inkoopbeleid. Dit kan ook meer specifiek ingezet worden op de banenafspraak. Onderstaand is elk onderdeel verder uitgewerkt, op basis van het benoemde middel. Bestaand netwerk WSP s (1) Om werkgevers effectief te benaderen vanuit het WSP-netwerk, is het een eerste vereiste dat we zorgdragen voor eenzelfde kennisniveau binnen de verschillende WSP s en regionaal dezelfde dienstverlening bieden. In een procesplaat zijn de verschillende stappen voor accountmanagers in beeld gebracht (zie bijlage 3). De accountmanagers (WSP s, UWV en SW-bedrijven) van de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden zijn er om werkgevers te ondersteunen en te ontzorgen bij het creëren en invullen van Banenafspraak. Dit doen zij overal met dezelfde filosofie en werkwijze en met als belangrijkste uitgangspunt: de werkgever is de klant. De accountmanagers beschikken over een zorgvuldig afgestemd pakket van instrumenten die de werkgevers ondersteunen bij het succesvol implementeren van de Banenafspraak. De accountmanagers worden op hun beurt ondersteund door de partners VNO-NCW Midden, MKB-Nederland Midden, UWV en de werkgevers van de Utrechtse Werktafel. Uit de huidige contacten met werkgevers blijkt al dat een deel van de werkgevers gemotiveerd is om met de doelgroep aan de slag te gaan. Belangrijke voorwaarden voor werkgevers zijn: what s in it for me; één gezicht, werkwijze en proces; ontzorgen (op gebied van administratie). Dit zijn dan ook de speerpunten waar de uitvoeringsorganisaties in 2015 op inzetten in het nieuwe, regionale werkproces. Samenwerking in de regio In de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden werken de betrokken partijen sinds eind 2012 steeds intensiever samen. In een terugkerend overleg werken de senior accountmanagers en managers van de WSP s de uitgangspunten en aanpak uit. De website van WSP Utrecht-Midden wordt ingezet als regionale portal (ingang voor werkgevers naast Onbeperkt aan de Slag, gericht op aanvullende dienstverlening na de match) en informatie voor werkgevers wordt uitgewisseld en waar mogelijk op elkaar afgestemd. Verder is ook Social Return on Investment regionaal op elkaar afgestemd, zodat werkgevers zo eenduidige mogelijke kennis maken/ werken met SROI. Door deze vormen van samenwerking kunnen we regionaal werkgevers een betere dienstverlening bieden. Binnen de arbeidsmarktregio organiseren de partners samen speedmeets met uitzendbureaus en/of specifieke sectoren. Kansrijke sectoren en grote landelijke werkgevers worden gezamenlijk benaderd en geholpen (zonder dat werkgever hier last van heeft) en losse projecten worden gedeeld om mogelijk gezamenlijk verder op te pakken. Eén van de hulpmiddelen om regionaal samen te werken is Locus. In het Locus netwerk vinden private en publieke partijen elkaar. Zij maken samen afspraken, zodat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam kunnen werken naar vermogen. Op deze manier hoeven de bedrijven niet per regio of vestiging afspraken te maken. En dat is pure winst. Locus en de arbeidsmarktregio zijn in gesprek om één gezamenlijk lidmaatschap af te nemen voor de gehele arbeidsmarktregio om slimmer samen te werken met landelijke en bovenregionale bedrijven. Uitvoeringsoverleg Binnen het uitvoeringsoverleg delen accountmanagers van alle WSP s, het UWV en de SW-bedrijven openstaande en moeilijk vervulbare vacatures met elkaar. Dit overleg is in 2013 gestart maar had nog geen concrete regionale doelstelling, waardoor ook geen monitoring heeft plaatsgevonden. Met de komst van de Participatiewet is het overleg geïntensiveerd en geprofessionaliseerd. 15

234 Met de opstart van dit uitvoeringsoverleg is in voorgaande jaren een goede basis gelegd als het gaat om kennismaking met elkaar, vertrouwen op elkaar en het ontstaan van cohesie. Die basis breidt zich uit en wordt steeds sterker. De werkgeversbenadering gebeurt voor een deel al gezamenlijk. Het uitvoeringsoverleg is het middelpunt waar alle acties voor het binnenhalen en verzilveren van Banenafspraak worden uitgezet. Het uitvoeringsoverleg is de plek waar (een groot gedeelte van) de activiteitenkalender wordt uitgevoerd. Vacatures op Onbeperkt aan de Slag (2) Vacatures worden volgens een vast format op de site van Onbeperkt aan de Slag geplaatst. Vacatures waarbij het selectieproces wordt verzorgd door het WSp/SW-bedrijf hebben een vacature-eigenaar (accountmanager). De vacature-eigenaar is eindverantwoordelijk voor de invulling van de vacature. De communicatie met/over kandidaten en de communicatie met de werkgever loopt via de accountmanager. De plaatsing van vacatures kan op drie manieren: 1. Werkgever plaatst zelf de vacature in de applicatie en stelt deze open voor kandidaten. Kandidaten kunnen rechtstreeks naar de werkgever reageren op de vacature. De werkgever kan daarnaast in het aanbod kijken of er een match is met zijn vacature. De werkgever regelt zelf het selectieproces. 2. Op verzoek van de werkgever plaatst het WerkgeverServicepunt/SW-bedrijf de vacature van de werkgever op de site. Het WSP verzorgt de werving en selectie voor de werkgever. Kandidaten reageren naar het WSP/SW-bedrijf en die maakt de match met het aanbod. Als er geschikte kandidaten zijn, stelt het WSP/SW-bedrijf die aan de werkgever voor. 3. Het WSP/SW-bedrijf plaatst onder eigen naam vacatures van diverse werkgevers (werkgever blijft anoniem) en verzorgt ook hier het werving- en selectieproces. Naar verwachting zullen de meeste vacatures binnenkomen via de acquisitie van WSP en SW-bedrijven. Geen standaard vacatures Een vacature in het kader van de Banenafspraak is geen standaardvacature zoals de WSP s die binnen hun reguliere proces gewend zijn. Het gaat hier eerder om een mogelijkheid voor een baanafspraak : het startpunt van een proces om te komen tot een match tussen werkgever en kandidaat. Vanuit de gepresenteerde vacature kijken we naar de aanknopingspunten met kandidaten en bij een geschikte kandidaat wordt gekeken hoe de vacature passend kan worden gemaakt. Campagne Alleen talent telt! (3) Bij het nakomen van de banenafspraak speelt communicatie een belangrijke rol. Om te beginnen gaat het met name om communicatie richting werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking nog niet op het netvlies hebben. Met name het goede voorbeeld kan met communicatie-inzet breder uitgedragen worden en meer mensen bereiken (en enthousiasmeren!) dan wanneer alleen er via werkgeversnetwerken aandacht aan wordt besteed. Werkgevers die de stap willen zetten om iemand met een arbeidsbeperking aan te nemen, moeten hun informatie snel en duidelijk kunnen vinden. Accountmanagement speelt hierin een belangrijke rol, maar ook hier is ondersteunende communicatie belangrijk. Samen met campagnebureau Total Identity is de banencampagne Alleen talent telt bedacht en gelanceerd op 19 mei De campagne loopt minimaal 1,5 jaar, en kent meerdere meetmomenten. Doel van de campagne Alleen talent telt : werkgevers bekend maken het grote belang van werk voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking; werkgevers enthousiasmeren over de mogelijkheden om werkzoekenden met een arbeidsbeperking aan te nemen werkgevers informeren over wat dit betekent voor je organisatie (realistisch, dus positief en negatief); werkgevers overtuigen om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen; werkgevers bekend maken met de instrumenten die arbeidsmarkt regio Utrecht-Midden kan bieden aan werkgevers; 16

235 werkgevers informeren over hun verplichtingen uit het Sociaal Akkoord om werk voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking te realiseren. Community aanpak en ambassadeursrol werkgevers (4 en 5) Tijdens verschillende bijeenkomsten in de voorbereiding van de Utrechtse Werktafel hebben wij een groot aantal enthousiaste werkgevers ontmoet. Zij gaven aan ook zeker bereid te zijn hun (vaak omvangrijke) netwerk in te zetten voor het creëren van banen. Bijvoorbeeld door de banenafspraak te introduceren bij ondernemersverenigingen. Zo creëren we dus ook nieuwe, waardevolle netwerken, waar best practices worden gecommuniceerd en banenafspraken worden gepromoot. Hier ligt ook een mooie rol voor VNO-NCW Midden en MKB-Midden Nederland. Een echte community-aanpak werkt alleen als deze gedragen wordt door werkgevers. We gaan in het komende jaar dan ook samen met hen verkennen of en hoe we dit vorm kunnen geven. Naast een rol in de community-aanpak kunnen werkgevers ook nu al een duidelijk ambassadeursrol pakken. Dit stimuleren we vanuit de Utrechtse Werktafel op verschillende manieren. De bij de Werktafel aangesloten werkgevers hebben veel verschillende werkgeverscontacten, waar zij het onderwerp regelmatig bespreken. Vaak gaat dit zelfs al verder dan bespreken: deze ambassadeurs motiveren andere werkgevers, stimuleren en helpen hen in hun aanpak om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. Daarbij kunnen zij natuurlijk op onze steun rekenen. Vanuit de Werktafel gaan we de rol van deze ambassadeurs daarnaast actief verbreden, onder meer door werkgevers na een plaatsing te vragen of zij hun verhaal willen delen via de eigen kanalen, maar ook via bijvoorbeeld Alleentalenttelt.nl. Gebruik maken van cao-afspraken (6) In verschillende cao s zijn reeds afspraken gemaakt voor het realiseren voor de Banenafspraak. Deze afspraken dienen te worden verzameld en kunnen vergeleken worden met het werkgeversbestand van de WSP s om zo te bepalen waar nog kansen liggen. De vakbonden kunnen hierin bijdragen door: - per kwartaal/half jaar een uitdraai te maken van de afspraken die in de cao zijn gemaakt. - zorgen voor verbinding met de bestuurder, WSP s en (contactpersonen) in bedrijven. We willen experimenteren met een aanpak om zo te ontdekken wat goed werkt. Vanuit de WSP s brengen we in kaart welke bedrijven in de regio, in welke sector we gaan benaderen. De vakbonden halen bij bestuurders (cao-onderhandelaars) op met wie het beste contact gelegd kan worden om cao- afspraken mee te verzilveren. Het WSP kan dan hiermee aan de slag, om samen met het bedrijf te kijken hoe ze het gaan aanpakken en wat de kansen en mogelijkheden zijn binnen het bedrijf. Groepsdetachering (7) De SW-bedrijven in de regio plaatsen groepen mensen in detachering bij organisaties. Bijvoorbeeld mensen die het Stadskantoor schoonmaken. Deze gedetacheerde mensen tellen voor de inlener mee voor de banenafspraak. Er wordt onderzocht of dit breder toegepast kan worden voor doelgroep banenafspraak, mogelijk lokaal of regionaal. Activiteitenkalender met uitwerking Bovenstaande middelen zijn bijna niet los van elkaar te zien en zullen waar mogelijk tegelijk en overlappend worden ingezet. Zo kan de ambassadeursrol ingezet worden in de banencampagne, maar bijvoorbeeld ook voor Onbeperkt aan de Slag. Om alle in te zetten middelen optimaal op elkaar aan te laten sluiten is het van belang om te weten wie wanneer wat gaat doen. Zo kunnen we ervoor zogen dat lokale en overkoepelende activiteiten elkaar versterken en niet tegenwerken. In de komende maanden wordt een activiteitenkalender met korte beschrijving per activiteit ontwikkeld waarin lopende en nieuwe activiteiten integreert worden. Hierin tekenen zich twee belangrijke sporen af: Interne kennisdeling en ontwikkeling (binnen de regio) om steeds dezelfde boodschap uit te dragen en eenduidige dienstverlening te kunnen bieden. Extern gerichte activiteiten om werkgevers te prikkelen, informeren, enthousiasmeren en activeren tot het creëren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking. 17

236 Matchen Op de site van Onbeperkt aan de Slag kan aan de hand van criteria worden gematcht. Met OADS wordt intensief samengewerkt om de etalage passend te maken aan de uitgangspunten en het werkproces in de regio. Denk bijvoorbeeld aan het zichtbaar maken van competenties van werkzoekenden met een arbeidsbeperking, en de monitoring van vraag vanuit werkgevers. Kandidaten worden bij de accountmanager die verantwoordelijk is voor de vacature gemeld door een werkmatcher. Daarnaast geeft de melder een terugkoppeling over wat met de kandidaat is besproken over de betreffende vacature. Hierin komt vooral de motivatie van de kandidaat voor die vacature terug. De verantwoordelijke accountmanager beslist welke kandidaten hij voorlegt aan de werkgever. Hij is ook verantwoordelijk voor het proces van matchen bij de werkgever. Het matchingsproces omvat meer dan de WSP s kennen uit hun reguliere proces. Dit betekent bijvoorbeeld het eventueel carven van de vacature om deze passend te maken voor een kandidaat. In plaats van voornamelijk te kijken naar functie en functie-eisen, moet worden ingezoomd op afzonderlijke taken en competenties en moeten er afspraken worden gemaakt over de benodigde begeleiding en eventuele ondersteunende instrumenten. De accountmanager heeft hiervoor speciaal training gehad. Mogelijkheden tot het creëren van banen Het regionaal Werkbedrijf Utrecht-Midden wil middels een drie sporen de mogelijkheden om banen te creëren verruimen. 1. Jobcarving en jobcreatie Een goede en beproefde manier voor het creëren van banen voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking is jobcarving en jobcreatie. Beide methodes bekijken op basis van de werkgeversscan (zie volgende pagina) of in een organisatie een nieuwe baan gecreëerd kan worden. Jobcreatie: Met behulp van de werkgeversscan wordt geanalyseerd of processen anders ingericht kunnen worden om een nieuwe functie(s) te creëren. Jobcarving: Er wordt voornamelijk naar bestaande functies binnen een organisatie gekeken, en de mogelijkheden om deze aan te passen zodat het een geschikte vacature wordt voor iemand met een arbeidsbeperking. Uit meerdere studies is gebleken dat deze instrumenten de volgende voordelen kennen: kostenbesparing in functies; hogere effectiviteit professionals; maatschappelijk verantwoord ondernemen; doorgroeikans mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Optimale benutting van deze mogelijkheden vraagt om extra kennis en ervaring. Alle betrokken accountmanagers van de verschillende werkgeversservicepunten volgen een training over de ins & outs van deze instrumenten, o.a. vanuit kennisdeling van de SW-bedrijven. 2. Het goede voorbeeld In het sociaal akkoord is niet voor niets afgesproken dat overheden 20% van de Banenafspraak moeten realiseren. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal baanafspraken dat bedrijfsleven en overheid de komende jaren in de regio Midden-Utrecht moeten invullen. De cijfers zijn gebaseerd op de landelijke verdeling 9 over de markt en de overheidssectoren 10. Gemeenten willen het goede voorbeeld geven. Midden-Utrecht 2014/ Tot 2018 Totaal Marktsector Overheid, per sector:

237 - Gemeente/GR Provincie/Waterschap Rijksoverheid/ZBO s Primair/voortgezet onderwijs MBO HBO/WO UMC Overige De sector overheid moet als geheel zorgen dat de bijna 600 garantiebanen in 2018 ingevuld zijn. Van de gemeenten wordt een flinke bijdrage gevraagd. Gemeenten worden weliswaar niet individueel afgerekend, maar een gemeente als Utrecht kan wel een enorme voortrekker zijn in het realiseren van de beoogde garantiebanen. Dat past perfect in de doelstelling van het college om in Utrecht de laagste werkloosheid van Nederland te hebben. Naast de aanpak binnen eigen gemeenten leggen we in 2015 ook contact met de andere overheden om hen mee te nemen in deze opdracht. Vanuit gemeenten wordt er al actief samen gewerkt met bijvoorbeeld onderwijs, waardoor ingang en draagvlak makkelijker is. Met de provincie wordt daarnaast samen gewerkt voor SROI. 3. Samenhangend instrumentenpakket Vanaf 1 januari 2015 communiceren de vijf subregio s met één geharmoniseerd instrumentenpakket richting werkgevers. Doordat ook de SW-bedrijven nauw betrokken zijn bij de totstandkoming en uitwerking van dit Marktbewerkingsplan kunnen we werkgevers ook bedienen op het gebied van individuele en groepsdetacheringen. De instrumenten zijn: Werkgeversscan Via een arbeidsanalyse sporen wij eenvoudige, simpele werkzaamheden op in bestaande werkprocessen. Deze combineren we tot een nieuw takenpakket, waar we vervolgens een geschikte werkzoekende uit de doelgroep bij zoeken. Loonkostensubsidie Een compensatie aan de werkgevers voor het verlies van arbeidscapaciteit van de nieuwe werknemer. No-risk-polis Een polis voor werkgevers die hen beschermt tegen de financiële risico s van ziekte bij de nieuwe werknemer Job-coaching Een coach die de werkgever helpt in begeleiden van de nieuwe werknemer. Proefplaatsing Een proefplaatsing biedt de mogelijkheid de medewerker maximaal 2 maanden met behoud van uitkering in een bedrijf te laten werken. 19

238 Matchingsproces Na de match Als de match eenmaal is gerealiseerd, zijn we er nog niet. De ervaring van de SW- bedrijven en het UWV leert dat het soms om verschillende redenen toch niet goed werkt tussen werkzoekende en werkgever. Het succes van de match is sterk afhankelijk van begeleiding van zowel de werknemer en de werkgever. Het proces en contact ná de match is daarom minstens zo belangrijk als de match zelf, met name om duurzaam banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. De Utrechtse Werktafel zet daarom in op de volgende doelen: Wanneer een match niet leidt tot duurzame plaatsing moet op tijd worden ingegrepen (bijv. door werkzoekende weg te halen), waardoor motivatie en mogelijkheden voor werkgever én werkzoekende niet verloren gaan. Lerend vermogen laten zien en dit borgen; als plaatsing A niet is gelukt, met welke redenen is dat en wat betekent dat voor de volgende plaatsing? WSP s maken in 2015 inzichtelijk wat nodig is aan tijd en capaciteit om goede nazorg te bieden tegenover wat zij beschikbaar hebben hiervoor. 20

239 3. EVALUATIE EN TOEKOMSTVISIE Op 1 januari 2015 zijn we voortvarend van start gegaan met de Utrechtse Werktafel. Werkgevers, werknemers en gemeenten in regio Midden-Utrecht slaan de handen ineen om mensen met een arbeidsbeperking aan een baan te helpen. Werkgevers kunnen steeds meer rekenen op één ingang en één aanpak door gezamenlijke vacaturedeling. Graag willen we al iets verder kijken dan het jaar dat de Utrechtse Werktafel van start gaat. In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de Utrechtse Werktafel de doorontwikkeling van dit plan van aanpak ziet. Evaluatie en monitoring De Utrechtse Werktafel zet een monitoringsaanpak/-instrument op om te kunnen sturen op resultaten. Dit gaat verder dan monitoring op het aantal gerealiseerde Banenafspraak. Voor de zomer presenteren we het voorstel voor monitoring. Eind 2015 volgt een belangrijk moment van evaluatie. Welke aanpak werkt voor de werkzoekenden? Welke aanpak werkt voor werkgevers? Zowel kwantitatief als kwalitatief toetsen is belangrijk om mogelijk te kunnen bijsturen op strategie en aanpak. Toekomstperspectief De afgelopen jaren is al een bescheiden start gemaakt in de regionale samenwerking rond het proces van uitkering naar werk. De Utrechtse Werktafel begint dus niet vanaf een nulpunt. In het onderstaande schema geven we het speelveld nog eens duidelijk weer. Links de huidige, reguliere dienstverlening voor het bemiddelen van WWB-ers. En rechts de uitdaging voor het werven en verzilveren van de Banenafspraak. De uitdaging voor de komende jaren ligt in: 1. Het verder op elkaar afstemmen van de huidige dienstverlening, zowel op het gebied van de werkgeversdienstverlening als de dienstverlening aan werkzoekenden. 2. De rechterzijde (Banenafspraak) goed uitvoeren, door-ontwikkelen en leren van eventuele hobbels. 3. Het uiteindelijk in elkaar schuiven van links en rechts in één goed geoliede procesplaat. Ad 1. Het verder harmoniseren van de huidige dienstverlening kenmerkt zich door: afstemmen van het complete instrumentenpakket voor alle soorten banen; één duidelijke portal, gezicht en werkwijze voor werkgevers; 21

240 afstemmen van doelgroep-definities; één werkwijze in aanlevering kandidaten; één set aan managementinformatie en samenhangende definities. Ad 2. Voor de rechterzijde van het schema gaat het om de doorontwikkeling in een aantal stappen: Uitbreiding op de analyse van de vraagzijde, de ambassadeursrol van werkgevers wordt helder beschreven, evenals de huidige positie, economische ontwikkelingen en speerpunten. Dit alles wordt samengevat in een versnellingsagenda; een uitgebreide SWOT-analyse; krachtenveldanalyse en uitbreiding van de stakeholders; uitgebreide activiteitenkalender (wie, wat, wanneer met welk doel). Ad 3. Het in elkaar schuiven van de beide processen heeft nog geen prioriteit in Om deze stap later wel te zetten, hebben de volgende spelers een belangrijke rol: De Utrechtse Werktafel, waar overheden en werkgevers zitten die met co-creatie input leveren; de stuurgroep, waarin het UWV, de directies van de SW-bedrijven en de directeuren van de vijf subregio s vertegenwoordigd zijn en waar de beslissingen worden genomen; Het uitvoeringsoverleg waar de plannen uitgevoerd worden. We starten met het maken van een doorontwikkel-agenda Deze benoemt de te ontwikkelen en uit te voeren acties in volgorde van prioriteit. Het uitvoeringsoverleg wordt het zenuwcentrum van de uitvoering. De frequentie wordt verhoogd en er worden verantwoordelijke voorzitter(s) aangesteld. Aansluiting met (speciaal) onderwijs Een belangrijk aandachtspunt voor 2015 is ook de aansluiting met het onderwijs. Zowel op het gebied van de Banenafspraak als op de reguliere banen. Wat betreft de aansluiting op de Banenafspraak zijn er op moment van schrijven nog behoorlijk wat onduidelijkheden. Noodzaak om alert te zijn op verdere regelgeving die beschikbaar komt. 22

241 BIJLAGE 1: ZIEKTEBEELD WAJONGERS INSTROOM 2013 Kenmerk Wajongers bij instroom in 2013 Geslacht: - man - vrouw Leeftijdsklasse: - 18 en 19 jaar - 20 t/m 24 jaar - 25 t/m 34 jaar - 35 jaar en ouder Ontwikkelingsstoornissen: - verstandelijke beperking ernstig/matig - verstandelijke beperking licht - verstandelijke beperking, ernst onbekend - autistisch spectrum stoornis - concentratiestoornis (o.a. ADHD) - overige ontwikkelingsstoornissen Psychiatrische ziektebeelden: - persoonlijkheidsstoornis - stemmingsstoornis - schizofrenie en overige psychosen - overige psychische ziektebeelden Volledig duurzaam arbeidsongeschikt 62% 38% 72% 9% 8% 11% 45% 11% 2% 9% 1% 1% 3% 2% 8% 5% Arbeidsbeperking en arbeidsvermogen 58% 42% 66% 22% 10% 4% 7% 29% 1% 19% 8% 4% 5% 3% 3% 6% Somatische ziektebeelden 13% 15% Totaal 100% 100% 23

242 BRONNENLIJST UWV monitor Arbeidsparticipatie

243 3 Samenvatting Arbeidsmarktbewerkingsplan Samenvatting Arbeidsmarktbewerkingsplan Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 spraken overheid en sociale partners af tot 2026 in totaal extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In onze regio ligt de opdracht om garantiebanen te realiseren (vóór 1 januari 2017) bij de Utrechtse Werktafel; het regionaal werkbedrijf van de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden 1. Het Arbeidsmarktbewerkingsplan laat op hoofdlijnen zien hoe de Utrechtse Werktafel deze opdracht wil vervullen. De nadruk in het plan ligt op een vruchtbare samenwerking tussen alle betrokken partijen en op het maken van goede afspraken met werkgevers. Het plan wordt de komende jaren regelmatig bijgestuurd een aangevuld om de ambities te halen. Ook volgt op korte termijn een concrete activiteitenkalender. De aanbodzijde De komende jaren heeft de Utrechtse Werktafel één doel voor ogen: samen met werkgevers zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking op weg naar werk helpen. Stap 1 is daarbij het in kaart brengen van de doelgroep: de aanbodzijde. UWV en gemeenten verzamelen in het zgn. Doelgroepenregister de gegevens van alle kandidaten die in aanmerking komen voor een baanafspraak. Het gaat daarbij om Wajong-ers die beschikbaar zijn voor werk, mensen die op de SW-wachtlijst staan (Sociale Werkvoorziening) en nieuwe instroom in het kader van de Participatiewet: voor 2015 naar schatting al zo n mensen. De feitelijke gegevens zoals leeftijd, het type beperking(en) en werkervaring van deze doelgroep zijn over het algemeen wel bekend. De uitdaging voor de komende tijd is om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden van deze werkzoekenden. Die kennis zit vooral bij de werkgevers die al langer werken met mensen met een arbeidsbeperking. Als arbeidsmarktregio gaan we die waardevolle ervaringen van werkgevers breder registreren en monitoren, en de opgedane kennis delen. Ook op het online matchingsplatform van Onbeperkt aan de slag komt meer nadruk te liggen op de mogelijkheden en competenties van werkzoekenden dan op hun beperkingen. De vraagzijde Vanzelfsprekend onderzoeken we in het marktbewerkingsplan ook de vraagkant van de arbeidsmarkt. Daarbij zien we werkgevers in onze regio voorop lopen in het aannemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De meeste mensen komen aan de slag in de groot- en detailhandel. Daar liggen dan ook de beste kansen voor het werven van vacatures voor de banenafspraak. Andere kanssectoren waarop de Utrechtse Werktafel zich richt zijn zorg en welzijn, openbaar bestuur, zakelijke dienstverlening en logistiek & productie. De accountmanagers van de Werkservicepunten in de regio benaderen deze branches actief. Bemiddelen Het succesvol samenbrengen van vraag- en aanbodzijde is de grote uitdaging voor de Utrechtse Werktafel. Kandidaten met een indicatie banenafspraak (afgegeven door UWV) worden ingevoerd in het doelgroepenregister. Na een groepstraining in werknemersvaardigheden en de aanmelding bij onbeperktaandeslag.nl, helpt een werkmatcher een match te maken met een werkgever. Lukt dat, dan worden afspraken gemaakt over de plaatsing en in te zetten instrumenten. Om werkgevers te overtuigen en succesvolle matches te maken, volgen we verschillende strategieën, die elkaar regelmatig overlappen. De Werkgeverservicepunten (WSP s) benaderen werkgevers in hun netwerk persoonlijk en werkgevers die ervaring hebben met de doelgroep krijgen een rol als ambassadeurs binnen de Utrechtse Werktafel. We onderzoeken de mogelijkheden van een community-aanpak, waarbij we de vorming van netwerken van werkgevers met een gezamenlijk doel 1 De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist.

244 of verbinding stimuleren. Met het matchingsplatform onbeperktaandeslag.nl zorgen we dat werkgevers en werkzoekenden met een arbeidsbeperking elkaar ook zonder tussenkomst kunnen vinden. Verder proberen we cao-afspraken te beïnvloeden en zetten we in op groepsdetachering in de genoemde kanssectoren. Tenslotte informeren en stimuleren we werkgevers tot het creëren van passende vacatures met de banencampagne Alleen talent telt. Om deze strategieën en middelen goed op elkaar aan te laten sluiten, is een activiteitenkalender in de maak, waarin lopende en nieuwe activiteiten worden geïntegreerd. De nadruk ligt daarbij op kennisontwikkeling en -deling in de regio, om (de communicatie rond) de dienstverlening eenduidig te houden. Daarnaast focust de kalender op concrete activiteiten om werkgevers te informeren, te enthousiasmeren en tot actie aan te zetten. Matchen Het matchen van kandidaten uit het doelgroepenregister gaat via onbeperktaandeslag.nl. Nieuw in het matchingsproces is de belangrijke rol die is ingeruimd voor jobcarving (het passend maken van een vacature voor een bepaalde kandidaat) en jobcreatie (het creëren van een nieuwe baan, bijv. door processen anders in te richten). De accountmanagers van de WSP s hebben training gehad om deze instrumenten optimaal te benutten. Naast jobcarving en jobcreatie biedt de Utrechtse Werktafel een samenhangend pakket instrumenten om matchen mogelijk te maken en werkgevers te ondersteunen. Dat pakket bestaat naast loonkostensubsidie en een no-riskpolis uit een werkgeversscan (arbeidsanalyse om eenvoudige werkzaamheden op te sporen samen te voegen en tot een nieuw takenpakket), proefplaatsing en jobcoaching. Na de match worden werknemer én werkgever vanuit de WSP s begeleid, om duurzaam banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Evaluatie en toekomstvisie De Utrechtse Werktafel is op 1 januari 2015 voortvarend van start gegaan. Werkgevers, overheid en sociale partners slaan de handen ineen om mensen met een arbeidsbeperking aan passend werk te helpen. Het proces en de resultaten worden gemonitord en eind dit jaar volgt een belangrijk eerste evaluatiemoment. De komende tijd ligt de uitdaging met name in het op elkaar afstemmen van de dienstverlening en het gedegen uitvoeren (en door-ontwikkelen) van de Utrechtse aanpak. Daarnaast vraagt de aansluiting met het (speciaal) onderwijs extra aandacht. Bij (het ineenschuiven van) deze aandachtspunten is een belangrijke rol weggelegd voor de Utrechtse Werktafel, de stuurgroep en het uitvoeringsoverleg.

245 15.b SV 2015, nr. 89 over voortgang garantiebanen 1 SV 2015, nr SCHRIFTELIJKE VRAGEN 89 Vragen van de dames H. de Boer en H. Koelmans en de heren R. Post en M. van Ooijen (ingekomen op 26 mei 2015 en antwoorden door het college verzonden op 9 juli 2015) Schriftelijke vragen over voortgang garantiebanen Gemeenten, werkgevers en werknemers hebben zich, ter uitvoering op het sociaal akkoord van 2013, verplicht om banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking, de garantiebanen. In de regio Utrecht-Midden zijn afspraken gemaakt over het creëren van 1145 nieuwe banen eind volgend jaar, waarvan 310 bij overheden en 835 bij werkgevers. De Utrechtse Werktafel (het voormalige werkbedrijf Utrecht-Midden), onder voorzitterschap van wethouder Everhardt, is hiervoor verantwoordelijk. Tijdens de vergadering van de commissie mens en samenleving op 26 maart 2015 hebben de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en ChristenUnie al hun zorgen geuit over de voortgang van de banenafspraak, zowel aan de aanbod-als de vraagzijde. In de raadsinformatieavond van 17 maart 2015 waren eveneens verontrustende signalen te horen. Onder andere van het UWV over de nieuwe doelgroep jonggehandicapten Deze groep dreigt tussen wal en schip te vallen. Recente mediaberichten in onder andere NRC Handelsblad (1 mei 2015) en Nieuwsuur (12 mei 2015) bevestigen dit beeld helaas voor het hele land. Er zou nog bijna niemand zijn geplaatst op een garantiebaan, en ook het aantal indicaties voor garantiebanen is nog heel beperkt. Hiervoor werden diverse oorzaken genoemd: het uit beeld verdwijnen van jonggehandicapten die van school komen, de te strenge keuring /te ruime toepassing van de definitie garantiebanen ( iedereen die niet zelfstandig het minimumloon kan verdienen en de prijs die gemeenten aan het UWV moeten betalen voor een indicatie garantiebaan ( 810,- per persoon). Dit laatste heeft de staatssecretaris inmiddels opgelost door deze financiering centraal te gaan regelen. Dit brengt de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en ChristenUnie tot de volgende vragen aan het college: 1. Hoeveel mensen hebben zich bij de gemeente Utrecht gemeld voor een garantiebaan? Mensen melden zich niet direct voor een baan die onder de banenafspraak valt. Als mensen zich melden voor werk, wordt er door de professionals van Werk en Inkomen een quick scan, korte eerste indeling voor de dienstverlening, uitgevoerd. Als hieruit blijkt dat iemand mogelijk in aanmerking komt voor een banenafspraak, volgt er een verdiepend gesprek. Dit gesprek wordt samen met een arbeidsdeskundige van het UWV uitgevoerd. Na dit gesprek wordt iemand al dan niet voorgedragen voor een indicatiestelling. Voor aantallen zie vraag Hoeveel mensen hiervan hebt u voor een indicatie garantiebaan naar het UWV verwezen? In Utrecht zijn 18 mensen voorgedragen voor een indicatiestelling. 3. Wat waren de redenen om mensen niet door te verwijzen naar een indicatie garantiebaan? Welke criteria worden hierbij gehanteerd? Redenen hiervoor waren, geen gediagnostiseerde ziekte/gebrek, afwijzing Wajong waaruit bleek dat iemand wel wettelijk minimumloon (WML) kan verdienen naar inschatting van het UWV of er was sprake van aantoonbare werkervaring waaruit bleek dat iemand wel 100% WML kon verdienen. 4. Welke voorzieningen biedt u aan mensen die niet worden geïndiceerd voor een garantiebaan of wel worden geïndiceerd maar worden afgewezen? Houdt u deze mensen in het vizier? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? Mensen met een indicatie banenafspraak zitten in onze regionale pilot, Werk maken van baanafspraken of worden individueel begeleid door een professional van Werk en Inkomen. Mensen die de indicatie niet krijgen of worden afgewezen door een werkgever, blijven in het vizier en worden

246 direct door de accountmanager van het werkgeversservicepunt benaderd en bemiddeld naar ander passend werk. Aanvullend kunnen zij gebruik maken van ons overige re-integratie aanbod. 5. Hoeveel mensen zijn er, in respectievelijk de gemeente Utrecht en de arbeidsmarktregio Utrecht- Midden, geïndiceerd voor een garantiebaan? Welk deel hiervan is geplaatst op een garantiebaan? In de arbeidsmarkt regio Utrecht Midden zijn in 2015 bij het UWV 39 indicatiestellingen aangevraagd, waarvan 26 adviezen afgegeven (14 toegekend en 12 afgewezen). Het aantal plaatsingen op een banenafspraak in 2015 is 74 (peildatum 11 mei 2015). Het betreft hier het aantal Wajong plaatsingen op een banenafspraak. Het aantal plaatsingen is hoger dan het aantal toegekende indiceringen omdat de doelgroep Wajong rechtstreeks wordt opgenomen in het doelgroepenregister zonder dat daar een indicatie voor nodig is. In aanvulling op het aantal van 74 Wajong-plaatsingen worden er door de SW bedrijven in de regio ook WSW-ers geplaatst in individuele of in groepsdetachering. Met ingang van 1 januari 2013 tellen nieuwe plaatsingen ook mee voor de banenafspraak. Het totaal aantal detacheringen in de regio was 627 op 1 januari In welke mate de bovenstaande plaatsingen meetellen voor de banenafspraak is op dit moment nog niet bekend om de volgende redenen: De bovenstaande cijfers betreffen het aantal plaatsingen op de peildatum. Het betreft hier niet het aantal netto plaatsingen. Een netto plaatsing houdt in dat iemand duurzaam wordt geplaatst op een contract van 25,5 uur. Niet alleen het aantal plaatsingen telt (als +) maar ook het aantal aflopende contracten (als -). Alleen nieuwe detacheringen tellen met ingang van 1 januari 2013 mee voor de banenafspraak.. De 1 e meting zal naar alle verwachting per 1 januari 2016 plaatsvinden. SZW is verantwoordelijk voor verwerking en publicatie van de cijfers over de voortgang banenafspraak. UWV levert een gedeelte van deze cijfers aan onder andere uit het doelgroepenregister en de polisadministratie. UWV is in afstemming met SZW bezig informatie op te stellen rondom deze ontwikkelingen en zal begin juli hierover communiceren naar externe partners als gemeenten, zodat iedereen hetzelfde beeld heeft over wat er bekend is aan aantallen en wat er nog aan zit te komen. Tijdens de informatiebijeenkomst van 25 augustus zullen wij dit nader toelichten. Ondertussen gaat de huidige dienstverlening vanuit de WerkgeversServicepunten, het UWV en de SWbedrijven gewoon door. Werkzoekenden met een arbeidsbeperking worden geplaatst op reguliere banen. 6. Hoeveel mensen stonden er op 1 januari 2015 op de wachtlijst van de WSW? Welk deel hiervan is geplaatst op een garantiebaan? Op 31 december 2014 stonden er 29 personen met een geldige wet sociale werkvoorziening (Wsw)- indicatie op de wachtlijst voor de Wsw.. 7. Worden de mensen op de wachtlijst individueel benaderd door de gemeente voor een gesprek over hun mogelijkheden? Zo nee, waarom niet? De mensen die op de wachtlijst staan, zijn door UW gesproken voorafgaand aan plaatsing op de wachtlijst. Een aantal van hen zijn aangemeld voor de regionale pilot banenafspraak. De personen die hier nog niet aan toe waren, zijn overgedragen aan het UWV (omdat zij recht hebben op WW) of aan de gemeente voor andere dienstverlening of een traject. 8. Hoe ziet de voorrangsregeling voor mensen op de wachtlijst WSW en Wajongers met arbeidsvermogen er in de praktijk uit? De voorrangsregeling betekent dat deze mensen niet naar het UWV hoeven voor een indicatie banenafspraak maar vanwege hun indicatie Wsw of Wajong in het doelgroepenregister worden opgenomen. De gemeente of UWV is verantwoordelijk voor de toeleiding van deze personen naar

247 werkgevers. Vanzelfsprekend kan iemand ook zelf een werkgever zoeken die hem/haar vanwege de banenafspraak in dienst wil nemen. 9. Bent u bekend met het knelpunt van de nieuwe doelgroep jonggehandicapten, die voor het grootste deel (85%) niet in aanmerking komt voor een Wajonguitkering, maar die ook niet in aanmerking komen voor een garantiebaan en daarnaast vanwege de 4-wekenzoektermijn geen (direct) recht op bijstand hebben? Welke acties onderneemt u om dit knelpunt op te lossen? Ja, dit knelpunt is bekend en ook op landelijk niveau punt van discussie. Op 8 mei heeft de Staatssecretaris een brief gestuurd naar de Tweede Kamer over de indicaties doelgroep banenafspraak. Hierin staat onder andere dat Voortgezet Speciaal Onderwijs en Praktijkschoolonderwijs (VSO/PrO) en ROC-entree-leerlingen zich rechtstreeks bij UWV kunnen aanmelden voor de doelgroep beoordeling banenafspraak. Het feit dat jongeren rechtstreeks naar het UWV kunnen voor een indicatie lost het probleem naar verwachting niet op aangezien er in de criteria van het UWV en de drempelfuncties die worden gehanteerd niets wijzigt. De G4 lobby op dit punt richt zich op het rechtstreeks opnemen van deze doelgroep in het doelgroepenregister, zonder indicatiestelling. Voor deze jongeren die in aanmerking komen voor een uitkering van Werk en Inkomen, zijn we bezig een werkwijze te implementeren waardoor leerlingen al tijdens de laatste fase van de schoolperiode een uitkering kunnen aanvragen. Deze jongeren worden direct in contact gebracht met een medewerker van het team jongeren. Deze zal in overleg met de jongere en de school het vervolgtraject uitzetten. Op deze manier voorkomen we dat jongeren in een kwetsbare positie tussen wal en schip raken. 10.Hebt u sluitende afspraken gemaakt met het Voorgezet Speciaal Onderwijs (VSO) om deze doelgroep in beeld te brengen en te houden? Zo ja, welke? Zo nee, bent u bereid dit op korte termijn alsnog te doen? Hebt u reeds overdrachtsafspraken gemaakt met het UWV, die nog tot 1juli 2015 een samenwerkingsafspraak met het VSO heeft? Ja, er zijn afspraken gemaakt met de scholen. Hierbij zijn naast scholen, ook de collega s van onderwijs en de WMO betrokken om de hele keten in kaart te brengen (onderwijs, arbeidsmarkt, dagbesteding). Alle scholen in de regio hanteren inmiddels hetzelfde overdrachtsformulier. Komend jaar wordt de werkwijze voor overdracht en begeleiding samen met de scholen verder aangescherpt en/of bijgesteld. Arbeidsdeskundigen van het UWV hebben hun werkplek in het Stadskantoor en werken samen met het team jongeren. Niet alleen bij de toeleiding van werkzoekenden doen zich problemen voor, ook het realiseren van de garantiebanen lijkt moeizaam te verlopen. Tijdens de commissievergadering op 26 maart 2015 meldde de wethouder dat de laatste hand werd gelegd aan het marktbewerkingsplan waarin concrete afspraken worden gemaakt over de verdeling van de 1145 banen in 2015 en Het zou begin april worden vastgesteld, maar we hebben het nog steeds niet ontvangen. 11.Is het marktbewerkingsplan van het Werkbedrijf Utrecht-Midden inmiddels vastgesteld? Zo ja, kunt u het aan de raad doen toekomen? Zo nee, waarom heeft het zo lang geduurd en wanneer wordt vaststelling verwacht? Het arbeidsmarktbewerkingsplan is vastgesteld door de Utrechtse Werktafel op donderdag 28 mei. Het markbewerkingsplan wordt naar de commissie Mens en Samenleving gestuurd. Kenmerk dd. 7 juli Hebt u, om het goede voorbeeld te geven, al nadere afspraken gemaakt over de 310 banen die de diverse overheden voor hun rekening hebben genomen? Hoeveel banen neemt de gemeente Utrecht voor zijn rekening en om welk type werk gaat dit? Van de 310 banen die regionaal door overheden moeten worden ingevuld heeft Utrecht het streven jaarlijks 8 of 9 werkplekken beschikbaar te stellen. Op diverse plekken binnen de gemeente is geprobeerd om mensen uit de doelgroep te plaatsen, tot op heden zonder succes. Een dilemma dat hierbij meespeelt is dat de gemeente als gevolg van reorganisaties ook de plicht heeft om overplaatsbare medewerkers op vrijkomende vacatures te plaatsen. Desondanks worden er met alle verantwoordelijke managers gesprekken gevoerd om plekken te creëren voor de doelgroep..

248 Als ondersteuning voor de werving van de garantiebanen is op 19 mei 2015 mei de regionale promotiecampagne Alleen talent telt! gelanceerd. Dit initiatief stimuleert bedrijven om garantiebanen te realiseren. Over de bruikbaarheid van de website voor de specifieke doelgroep van de garantiebanen hebben de fracties van PvdA, GroenLinks, SP en CUhun twijfels geuit. We hebben begrepen dat het aanvankelijk ging om een pilot voor een jaar die alleen bedoeld was voor hoger opgeleide Wajongers. Nu wordt de website ingezet voor de hele doelgroep van de garantiebanen. 13.Klopt het dat de website aanvankelijk alleen was bedoeld voor de hoogopgeleide werkzoekenden? Waarom is dit vervolgens verbreed naar de hele doelgroep? De website is inderdaad opgezet met het idee om hoogopgeleide werkzoekenden met een arbeidsbeperking makkelijker in contact te brengen met werkgevers. Het idee dat werkgevers en werkzoekenden met een arbeidsbeperking elkaar kunnen vinden zonder tussenkomst hoeft niet alleen van toepassing te zijn voor hoog opgeleiden. Eventueel met begeleiding, kan nu iedereen met een arbeidsbeperking zich aanmelden op OADS. Dit is getest in een pilot. Hieruit blijkt dat een aantal mensen uit de doelgroep hiermee goed uit de voeten kan. Er zijn ook mensen waarvoor dit geen geschikt instrument is. Deze groep wordt actief bemiddeld. 14.Wat was de uitkomst van de evaluatie van de pilot, die op 31 december 2014 afliep? Kunnen we deze evaluatie ontvangen? Er heeft een evaluatie plaatsgevonden van de pilot. De belangrijkste doelstellingen zijn behaald. Deze resultaten zijn niet verwerkt in een evaluatierapport. Een evaluatierapport van de pilot kan om deze reden niet worden ontvangen. Bij het afsluiten van de pilot waren de doelstellingen voor wat betreft het aantal profielen (150) en het aantal contacten (200 digitaal en fysiek) ruimschoots gehaald: het aantal profielen was zelf 2 keer zo veel, wat ook de behoefte aangeeft vanuit de werkzoekenden met een beperking zelf. De pilot is gestart met 8 werkgevers en is eind vorig jaar uitgebreid naar 10. De doelstelling van in totaal 50 vacatures (5 per werkgever) is daarmee ook gerealiseerd. 15.Waarom is geen gebruik van de vacaturesite van het UWV, maar gekozen voor een aparte website? Werk.nl wordt gebruikt voor alle bijstandsgerechtigden uit Utrecht, dus niet specifiek voor de doelgroep banenafspraak. Om deze reden wordt onbeperkt aan de slag (OADS) aangeboden als extra service voor werkzoekenden en werkgevers. Het biedt de mogelijkheid om werkzoekenden uit de doelgroep en werkgevers die vacatures hebben voor de doelgroep in direct contact met elkaar te brengen. Er zijn meer gemeenten die om deze reden gebruik maken van dit instrument. 16. Deelt u onze visie dat voor veel mensen in de doelgroep garantiebanen een website (alleen) geen geschikt instrument is, maar dat (ook) persoonlijk contact van groot belang is? Zo ja, hoe wordt hierin voorzien? Deze visie delen wij. Er is dan ook persoonlijk contact en begeleiding. Wij zien OADS als een goed instrument om mensen uit de doelgroep onder de aandacht te brengen bij werkgevers. Het vervangt het persoonlijk contact niet. Veel werkzoekenden kunnen zich ook samen met hun begeleider aanmelden op OADS en zoeken naar vacatures. Daarnaast wordenvanuit OADS ook meet&greets met werkgevers georganiseerd. Hier kunnen werkgevers en werkzoekenden elkaar persoonlijk ontmoeten, ook zonder aanleiding van een vacature. 17. Klopt het dat u voornemens bent ,- uit te trekken voor deze website, als onderdeel van de 1mln. rijksmiddelen die het Werkbedrijf Utrecht-Midden heeft ontvangen? Ja dat klopt. In het overleg met de sociale partners is hier overeenstemming over bereikt. Dit bedrag maakt onderdeel uit van het regionale bestedingsplan. De 1 miljoen aan rijksmiddelen is beschikbaar gesteld om de dienstverlening te verbeteren aan werkzoekenden en werkgevers. Om werkgevers in direct contact te brengen met de doelgroep is besloten hier geld voor in te zetten. Onderdeel hiervan is ook het aanpassen van de website op gebruikersvriendelijkheid voor de gehele doelgroep.

249 18. Wanneer kunnen we het voorstel verwachten voor de besteding van deze 1 mln., dat in de commissiebrief van 27 januari 2015 was aangekondigd voor de Voorjaarsnota 201 Het bestedingsplan is vastgesteld in de Utrechtse Werktafel op 18 juni. Het voorstel met het bestedingsplan komt na het zomerreces naar u toe.

250 17 SV 2015, nr. 27 over mensen in verwarde toestand in Utrecht 1 SV 2015, nr SCHRIFTELIJKE VRAGEN 27 Vragen van de dames Metaal, Scally en Koelmans (ingekomen op 9 februari 2015 en antwoorden door het college verzonden op 14 april 2015) Schriftelijke vragen over mensen in verwarde toestand in Utrecht Op 2 februari jl. stond er op NOS.nl 1 een bericht over een toenemend aantal verwarde mensen in Nederland. In dit bericht wordt o.a. vermeld dat deze verwarde mensen (bijvoorbeeld mensen met een psychose) een gevaar voor zichzelf of voor hun omgeving kunnen vormen. In veel van de gevallen worden deze personen door de politie van de straat gehaald, terwijl die niet altijd de expertise of de middelen hebben om voor de juiste opvang te zorgen. In verschillende centrumgemeenten zijn er daarom maatregelen getroffen om de politie beter toe te rusten. In Amsterdam en Den Haag wordt dit bijvoorbeeld ingevuld door het opzetten van een speciale afdeling op het politiebureau, die ingericht is voor de opvang en eventuele doorverwijzing van verwarde mensen. In Utrecht lijkt er minder duidelijkheid te bestaan over het aantal verwarde mensen en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan. CDA, GroenLinks en SP hechten veel waarde aan een goede opvang van deze verwarde mensen, om zo problemen te voorkomen en de mensen de zorg te kunnen geven die zij nodig hebben. We hebben daarom de volgende vragen: 1. Is het bij het college bekend hoeveel verwarde mensen er jaarlijks in Utrecht van de straat worden gehaald door de politie? Zo nee, waarom is dit niet bekend? Zo ja, is er sprake van een toename? In Utrecht heeft de politie in incidenten en meldingen geregistreerd van overlast door verwarde/overspannen personen. Dit is een toename ten opzichte van 2013 van 182 incidenten. Er is een grote variëteit in de aard en ernst van deze incidenten en meldingen. In gevallen waarin personen een acuut gevaar voor zichzelf of voor hun omgeving vormen, kunnen zij gedwongen in bewaring worden gesteld in een psychiatrische inrichting (IBS). Het aantal in bewaringstellingen is volgens onze gegevens in 2014 licht afgenomen. Over 2015 zijn nog geen cijfers beschikbaar, maar zeker gezien de recente signalen houden we de ontwikkelingen extra nauwlettend in de gaten. Concreet gaat het om de volgende aantallen: Incidenten verwarde personen 2 IBS Het is niet bekend hoeveel verwarde personen door de politie van straat worden gehaald. Dit wordt niet apart geregistreerd. Als de politie een verward persoon aanhoudt voor een strafbaar feit, wordt dit niet geregistreerd onder het strafbare feit. Soms blijkt pas later dat het gaat om personen met psychiatrische problemen, verslaving en/of een verstandelijke beperking. 2. In het geval van een toename, heeft het college zicht op waarom hier sprake van is? Zo ja, waar denkt het college aan? Aan de toename kunnen diverse oorzaken ten grondslag liggen. Wij beschikken echter niet over geobjectiveerde gegevens op dit punt. 3. Deelt het college de mening dat het ook in Utrecht van belang is dat er oplossingen worden gevonden ter vermindering van het aantal verwarde mensen in de stad? Zo ja, waar denkt het college aan? Zo nee, waarom niet? In Utrecht bestaat een uitgebreid en volwaardig stelsel van opvang- en zorgvoorzieningen voor Eén persoon kan meer keren worden geregistreerd.

251 daklozen, psychiatrische patiënten en verslaafde mensen. Per 1 januari 2015 zijn hier de buurtteams aan toegevoegd. Hierdoor zijn er veel meer hulpverleners in de wijk actief geworden en aanspreekbaar. Dit zal zeker bijdragen aan het versterken van de ketenaanpak. De Utrechtse ketenaanpak is erop gericht verwarde personen, die geen strafbaar feit hebben gepleegd, zo kort mogelijk op het politiebureau te laten verblijven omdat deze omgeving voor de personen in kwestie extra verwarrend is. Personen worden direct toegeleid naar de organisatie die de juiste begeleiding en/of behandeling kan leveren. Momenteel loopt er een pilot waarbij verwarde personen door de politie, na een telefonische beoordeling door de crisisdienst, tijdens kantooruren rechtstreeks naar de crisisdienst in het WA-huis kunnen worden gebracht. Hier kan deze persoon beoordeeld worden en wanneer nodig ook direct de juiste zorg ontvangen. Daarnaast zijn er speciale afspraken met VICTAS gemaakt wanneer een verward persoon extreem dronken of onder invloed van andere middelen is. Na beoordeling van de arrestantenarts kunnen zij naar de kliniek in de ABC-straat worden gebracht. Voorts is er een systeem waarin zorginstellingen onderling en ook met politie communiceren over de aangetroffen mensen in zorgelijke toestand, waarbij er nog niet sprake is van acute verwardheid. Veelal zijn dit daklozen. Deze groep wordt preventief in het oog gehouden door een samenwerkingsverband van zorgpartijen en door de politie. 4.Is het college bereid om een werkbezoek af te leggen in Den Haag of Amsterdam en om daar te bekijken of een speciale afdeling op politiebureaus ook voor Utrecht een passende oplossing biedt? Zo nee, waarom niet? Wij kennen de situatie in deze steden. Kort gezegd komt het er op neer dat Den Haag sinds mei 2014 een nieuw gebouwd complex bij het hoofdbureau van politie gebruikt waarin verwarde personen beoordeeld worden door een samenwerkingsverband van GGZ, reclassering en OM.. In Amsterdam wordt gewerkt met Spoedeisende psychiatrie, een complex waar 4 cellen beschikbaar zijn die qua inrichting te vergelijken zijn met politie/isoleercel. Daarnaast loopt er in Amsterdam een psycholancepilot. Wij zien geen aanleiding het systeem van Utrecht op dit moment te herzien en wachten de resultaten van de Utrechtse pilot af. 5. De Federatie Opvang waarschuwt al even voor een toename van verwarden op straat, aangezien het aantal bedden in ggz-instellingen wordt afgebouwd, maar de voorzieningen die deze mensen nodig hebben nog niet elders worden getroffen. Herkent het college deze analyse van de Federatie Opvang? Zijn er meer signalen hierover binnen gekomen van andere organisaties? De analyse van de Federatie Opvang heeft betrekking op de landelijke situatie. Ook het Leger des Heils heeft een landelijke toename gesignaleerd. Mogelijk speelt de afbouw van bedden in ggz-instellingen een rol bij het aantal meldingen. Wij hebben geen signalen van andere organisaties ontvangen. Zie verder de beantwoording van vraag Welke voorzieningen ontbreken voor mensen die niet meer terecht kunnen in ggz-instellingen? Wie draagt nu verantwoordelijkheid voor hulp aan deze mensen? Hebben diegenen een goed beeld van de mensen in Utrecht die het betreft? In Utrecht is een volledig en kwalitatief volwaardig pakket aan voorzieningen beschikbaar voor opvang, beschermd wonen en ambulante begeleiding.

252 19 Commissiebrief Visie Sport 1 Brief reactie college op Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op weg naar 2020 Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon Fax Aan de leden van de raadscommissie Mens & Samenleving Behandeld door Sandra Hanrath Datum 4 juni 2015 Doorkiesnummer Ons kenmerk s.hanrath@utrecht.nl Onderwerp Reactie college op Utrecht Sport, Bijlage(n) - Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op weg naar Factsheet Sport Utrecht de Utrechtse sportvisie op weg naar 2020 Uw kenmerk Verzonden Uw brief van Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Geachte leden van de commissie, In deze brief wordt u geïnformeerd over de visie Utrecht Sport, de Utrechtse sportvisie op weg naar 2020 en onze reactie daarop. In deze brief zullen we ingaan op de onderwerpen die centraal staan in die notitie. De Utrechtse sportvisie is het resultaat van initiatief vanuit het veld. Kort na de presentatie van het coalitieakkoord Utrecht maken we samen ( ) vond het politiek sportcafé 2014 plaats. De discussie die daar plaatsvond tussen de aanwezigen heeft geleid tot een actualisering van de Sportnota In Utrecht staat jouw talent centraal. Vereniging Sport Utrecht (VSU), Stichting Harten voor Sport, de Studentensportraad en de Utrechtse Studenten Sportstichting Mesa Cosa hebben samen met team Sport deze visie Utrecht Sport opgesteld. Het college spreekt haar waardering uit voor de inzet en betrokkenheid van de (studenten-) sportverenigingen, partnerorganisaties en sleutelfiguren uit de sport om deze Visie te realiseren. We zien hierin een mooi voorbeeld van (deels) particulier initiatief, waarbij de belanghebbenden met zorg voor elkaar willen bijdragen aan een gezonde stad; Utrecht maken we samen! In de visie hebben de co-creatoren financiële wensen opgenomen om de geformuleerde ambities en acties optimaal te kunnen uitvoeren. In deze brief geven wij op enkele ambities nog wat nuanceringen aan. Op dit moment zijn binnen de sportbegroting onvoldoende financiële middelen om alle ambities en activiteiten te realiseren, maar zeer beperkt beschikbaar. Waar mogelijk willen we met een creatieve aanpak proberen een bijdrage te leveren aan de voorgestelde acties en ambities in deze inspirerende Visie. Dit wordt verder uitgewerkt in de programmabegroting van de komende jaren. Bij de Voorjaarsnota 2016 zullen we aan de raad een voorstel doen voor bijstelling en aanscherping van de sportbeleidsdoelen in de programma-begroting, indicatoren en budgetten voor deze beleidsdoelen. De in de sportvisie voorgestelde ambities en acties worden hieronder per onderwerp toegelicht. Multifunctioneel gebruik sportaccommodaties en meer eigenaarschap bij gebruikers We onderschrijven de ambities om een multifunctioneel gebruik van accommodaties zoveel mogelijk te ondersteunen. Voor wat betreft de bestemming van sportaccommodaties zetten we ons beleid voort om waar mogelijk de bestemming sport te verruimen naar bredere maatschappelijke doeleinden. We

253 Burgemeester en Wethouders Datum 4 juni 2015 Ons kenmerk onderschrijven de wens om te komen tot een heldere, transparante tarievenstructuur voor de sportaccommodaties. En willen in 2016 hiermee starten met als resultaat een nieuwe tarievenstructuur met ingang van september Het raadsbesluit naar aanleiding van de Eindrapportage Taskforce Sport: geen tariefsverhogingen tot en met 2017 voor verenigingen/doelgroepen blijft van kracht. De behoefte om de mogelijkheden van zelfbeheer en medebeheer samen verder te verkennen onderschrijven we. Met als mogelijke uitkomst een buurthuis van de toekomst : een plek in de buurt waar diverse maatschappelijke activiteiten samen komen en mensen elkaar weten te vinden zonder daarbij afhankelijk te zijn, of bemoeienis te willen, van de gemeente. Het voorstel om samen met de VSU een ontwikkelplan voor sportverenigingen te maken waarin helder omschreven staat welke stappen genomen kunnen worden om de kansen op meer multifunctioneel gebruik zo groot mogelijk te maken, is daarmee een belangrijke eerste stap. We stellen voor de middelen die nog open staan naar aanleiding van Motie 164 Stimulans maatschappelijke betrokkenheid sportverenigingen ad euro hiervoor aan te wenden. Op basis van het ontwikkelplan kan in 2016 worden bekeken in hoeverre een stedelijk projectleider hiervoor kan worden ingezet. Aansluitend zullen we met betrokken partijen onderzoeken hoe de rol van sociaal beheerder binnen een (multifunctionele) accommodatie is in te zetten door en voor meerdere gebruikers zonder dat daarvoor direct (subsidie van) de gemeente nodig is. Dit wordt meegenomen in het reeds lopende onderzoek naar het verbeteren van de samenwerking binnen de MFA s door de Utrechtse Vastgoed Organisatie. Vitale en maatschappelijk betrokken sportaanbieders Voor het sportaanbod in de stad is het van belang dat er een zo groot mogelijk aantal vitale verenigingen is. Een vitale vereniging kenmerkt zich onder andere door goed bestuur, een voldoende aantal vrijwilligers en een gezonde financiële huishouding. Op basis van Amendement 22 is projectgeld gereserveerd voor het opzetten en ondersteunen van Vitaal + verenigingen en buurtsportclubs. Dit vanuit het idee dat de maatschappelijke inzet van sportverenigingen, mede door de verschuiving naar meer eigen verantwoordelijkheid van burgers, kansen kan bieden voor die sportaanbieders die dit belang onderkennen en zich hierop willen profileren. Terecht wordt in de visie onderkend dat deze maatschappelijke inzet vele variaties kent en dat het daarom van belang is dat de (sport)aanbieders goed weten waar behoefte aan is en voor een invulling kiezen die optimaal aansluit bij hun kernwaarden, identiteit en mogelijkheden. Met als resultaat in % vitale, maatschappelijk betrokken sportverenigingen met een (sport)aanbod voor kwetsbare Utrechters. We willen, uitgaande van goede voorbeelden uit de praktijk, onderzoeken welke mogelijkheden er zijn en op basis daarvan bepalen of een stedelijk projectleider het verschil kan maken. De capaciteit voor deze eerste stap zal geleverd worden uit de formatie van Team Sport en Samenleving. Reeds beschikbare regelingen zoals het initiatievenfonds en de subsidie Sociale Prestatie kunnen deze ontwikkelingen ondersteunen. Het college mist in de visie aandacht voor verantwoord alcohol schenken in sportkantines. Het convenant sport loopt in 2015 af. Wij koersen op een voortzetting van dit convenant en gaan met de partners in de stad in gesprek om dit beleid voort te zetten in het kader van een gezonde leefstijl. Anders (georganiseerd) sporten en Sportende jongeren, gezonde jongeren Voor deze beide onderwerpen geeft de visie aan dat vooral behoefte is aan kennisdeling en onderzoek naar de omvang van het anders georganiseerd sporten en naar de motieven van Utrechters om voor deze vormen van sport te kiezen. Het zelfde geldt voor kennis en inzicht in de factoren die leefstijl en sportgedrag van jongeren beïnvloeden. Het bovenstaande is nodig om tot heldere indicatoren en doelstellingen te komen voor sportdeelname jeugd, jongeren en anders georganiseerde sporters. De VSU, Sportraad, Harten voor Sport en Utrechtse kennisinstellingen zullen eind 2015 gezamenlijk met een plan komen gericht op het versterkt inzetten van de bestaande activiteiten op het terrein van 2/4

254 Burgemeester en Wethouders Datum 4 juni 2015 Ons kenmerk jeugd, ontwikkelen van programma s en projecten voor en met jongeren met ruimte voor nieuwe sportvormen. Hiervoor zijn extra middelen nodig voor onderzoek. Uit het budget Sport kan incidenteel euro worden vrijgespeeld om voor beide onderwerpen in het kader van het plan aanvullend onderzoek te doen. Studentensport in ontwikkeling We zien de studentensportverenigingen als een belangrijk onderdeel van de Utrechtse sportwereld. Studenten sporten deels op het studentensportcomplex Olympos en daarnaast maken ze gebruik van de gemeentelijke sportaccommodaties zoals de atletiekbanen, zwembaden, sporthallen en sportparken, etc. Hierin maakt de gemeente geen onderscheid; de voorzieningen zijn voor iedereen beschikbaar. De taak van de gemeente is een basisinfrastructuur voor sport aan te bieden en daar wordt 90% van het gemeentelijk sportbudget voor ingezet. In de visie wordt aandacht gevraagd voor de specifieke situatie van sportcentrum Olympos. Sportcentrum Olympos is het studentensportcomplex dat wordt geëxploiteerd door een zelfstandige Stichting Mesa Cosa die grotendeels gefinancierd wordt door de Universiteit Utrecht (UU) en de Hogeschool Utrecht (HU). De ambitie is een sluitende exploitatie van sportcentrum Olympos. Wij zien het realiseren van een sluitende exploitatie van sportcentrum Olympos als een eerste verantwoordelijkheid van Mesa Cosa en aansluitend de UU en HU. Wel denken we dat er kansen liggen om sportcentrum Olympos optimaler te benutten. Liggend in het Utrecht Science Park (en de Topsportcorridor Oost) met de grootste concentratie werknemers in Utrecht op loopafstand zijn er zeker mogelijkheden voor het verbeteren van de exploitatie en het aantrekken van investeerders. Van de ongeveer in Utrecht wonende studenten zijn er momenteel aangesloten bij sportcentrum Olympos. Er is dus nog voldoende ruimte om meer studenten aan het sportcentrum te verbinden. Voor het verbeteren van de stedelijke sportinfrastructuur, het terugdringen van de wachtlijsten en overige vormen van samenwerking zijn we in overleg met alle betrokken partijen bij de studentensport. Dit kan uitmonden in een convenant. We zijn daarbij benieuwd naar de visie van de direct betrokken partijen bij sportcentrum Olympos (de Studentensportraad, de Stichting Mesa Cosa, de UU, HU en het Utrecht Science Park) over het belang van het sportcentrum en de studentensport voor de uitstraling en het imago van de UU, HU, het Science park én de studenten. Sporten en bewegen naar vermogen Dat de nieuwe rol van de gemeente, per januari 2015, in de ondersteuning en zorg voor kwetsbare inwoners kansen biedt, onderschrijven we. Het is positief dat de buurtteams belangstelling tonen voor sport en bewegen als middel om welzijn en gezondheid van hun cliënten te verbeteren. En de eerstelijnszorg overtuigd is van het belang van sport en bewegen. Een passend sport- en beweegaanbod voor kwetsbare Utrechters én ouderen is hiervoor essentieel. De voorgestelde aanpak om aan te sluiten bij en samen te werken met de partners in de domeinen Werk & Inkomen, Meedoen naar Vermogen, Jeugd, volksgezondheid ondersteunen we. We stellen voor in samenwerking met de betrokken beleidsafdelingen en Harten voor Sport en VSU concreet te onderzoeken welke mogelijkheden er op dit vlak liggen en hierover medio 2016 te rapporteren aan de Raad. Utrecht topsport-talentenstad We zien de evaluatie van het kernsportbeleid met alle betrokken verenigingen als een belangrijke bouwsteen voor het vormgeven van het toekomstig beleid op topsport en vooral talentontwikkeling. Het voor vier jaar beschikbare budget voor het kernsportbeleid ad euro per jaar loopt per 2016 af. Daarnaast wordt er met ingang van 2017 structureel euro bezuinigd op het budget voor de begeleiding van talenten bij de VSU (raadsbesluit Eindrapportage Taskforce). Breedtesport en topsport kunnen niet los van elkaar worden gezien. Het is een logische ontwikkeling dat sommige verenigingen zich naast de breedtesport ook willen ontwikkelen tot een broedplaats voor 3/4

255 Burgemeester en Wethouders Datum 4 juni 2015 Ons kenmerk talenten. Samenwerking is daarbij belangrijk. Er zijn weinig middelen, maar door de samenwerking te zoeken en het delen van faciliteiten en kennis is er meer mogelijk. Het initiatief Topsportcorridor Oost is daar een mooi voorbeeld van. Het college wil de verenigingen met ambities op topsport blijven ondersteunen. We stellen voor dat op basis van de evaluatie van het kernsportbeleid een voorstel wordt gemaakt samen met de VSU en betrokken verenigingen op welke wijze vanaf 2016 de beschikbare middelen hiervoor kunnen worden ingezet. Het gaat dan om het resterende budget voor individuele talentbegeleiding, een mogelijke bijdragen van de bonden en een extra budget van euro dat vanaf 2016 vrijvalt uit ingezette kapitaallasten. Voor evenementen is er een (zeer) beperkt budget beschikbaar binnen de begroting Sport. Voor de echt grote topsportevenementen zullen overeenkomstig het Grand Départ incidenteel voorstellen voor de financiering daarvan aan de Raad worden voorgelegd. De legacy van het Grand Départ wordt mede vormgegeven door de Assemblee: een netwerk van bedrijven en organisaties betrokken bij het sponsoren en ondersteunen van het Grand Départ. De Assemblee zien we als belangrijke partner voor onder meer het bepalen van de agenda van de stad voor grote evenementen op het terrein van sport, cultuur en kennis. Inzet openbare ruimte voor meer mobiliteit en dagelijks bewegen We zullen in de subsidieverlening aan Harten voor Sport en de VSU voor 2016 aandacht besteden aan het realiseren van meer sport- en beweegaanbod in de buitenruimte, waarbij we tevens de studentensport zullen betrekken. Dit als voorbeeld om optimaal gebruik te maken van de (sportieve) buitenruimte. De problematiek omtrent het roeiwater/merwedekanaal heeft onze aandacht. Het op korte termijn realiseren van een (topsport) roeibaan achten wij niet realistisch. We zijn in dat kader benieuwd naar de mening hierover van de partijen op de Uithof, welke locatie door de studentensportraad is aangegeven als wenselijk. In ons overleg met de partners op de Uithof zullen we dit punt inbrengen. Op basis daarvan willen we begin 2016 bepalen of een nader onderzoek naar een (topsport) roeibaan voldoende perspectief heeft. De Kadernota Openbare Ruimte vormt een goede basis om gezamenlijk met alle partijen te bouwen aan een openbare ruimte met mogelijkheden voor actief sporten en bewegen. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, de secretaris, de burgemeester, 4/4

256 2 bijlage 1 Utrecht Sport - de Utrechtse sportvisie op weg naar 2020 Utrecht Sport De Utrechtse sportvisie, op weg naar Een visie op de sport in Utrecht Deze Utrechtse sportvisie is het resultaat van initiatief vanuit het veld. Het coalitieakkoord Utrecht maken we samen ( ) bood weinig informatie over sport. Kon de nieuw aangetreden wethouder voor sport, Paulus Jansen, daarom met een visie komen? Aldus de vraag van de Utrechtse sportwereld. De wethouder legde de bal terug bij de vertegenwoordigers van de sport; hij vroeg hen met een voorzet te komen voor een sportvisie. Een visie als actualisering van en aanvulling op de sportnota In Utrecht staat jouw talent centraal. Zo werd deze visie een coproductie van de Utrechtse sportwereld en de gemeente. De visie is geschreven in de wij-vorm. Wij zijn deze vier organisaties: Vereniging Sport Utrecht (VSU), die de belangen van de georganiseerde sport behartigt. Stichting Harten voor Sport, de Utrechtse organisatie voor sporten en bewegen in de buurt. Studentensportraad en de Utrechtse Studenten Sportstichting Mesa Cosa. Gemeente Utrecht. Ieder van deze vier organisaties heeft eind 2014 een bijeenkomst belegd om input te krijgen van de achterban: de (studenten-)sportverenigingen, partnerorganisaties en sleutelfiguren uit de Utrechtse sportwereld. Deze bijeenkomsten leverden de thema s op die in deze visie worden uitgewerkt. Dit zijn: 1. Multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties en eigenaarschap van gebruikers. 2. Vitale sportaanbieders 3. Anders georganiseerd sporten 4. Sportende jongeren, gezonde jongeren 5. Studentensport in ontwikkeling 6. Sporten en bewegen naar vermogen 7. Topsport, talentontwikkeling en evenementen 8. Sporten en bewegen in de openbare ruimte In deze visie nemen we niet het hele Utrechtse sportbeleid, zoals dit vastligt in de nota In Utrecht staat jouw talent centraal, op de schop. Ons doel is het sportbeleid tegen het licht te houden en het, alleen waar nodig, toe te spitsen op actuele kansen, vraagstukken, inzichten en problemen. In elk van de acht hoofdstukken beschrijven we actuele ontwikkelingen, formuleren we ambities en benoemen we een aantal acties voor de komende jaren. Het gemeentelijke aandeel hierin wordt uitgewerkt in de programmabegrotingen van de komende jaren. Bij de Voorjaarsnota 2016 kan de gemeenteraad een voorstel tegemoet zien voor bijstelling en aanscherping van de sportbeleidsdoelen in de programmabegroting - en de indicatoren en budgetten voor deze beleidsdoelen. 1

257 Tot slot van deze inleiding formuleren we onze visie op de sport in Utrecht in 2020: In 2020 kan iedere Utrechter, van peuter tot 70-plusser, sporten op een manier die past bij zijn of haar ambities, wensen en mogelijkheden. Utrecht kent een rijk geschakeerd sportaanbod en uitstekende voorzieningen voor sportbeoefening. Talentvolle sporters krijgen mogelijkheden om zich tot topsporter te ontwikkelen. De Utrechtse sportverenigingen zijn vitaal en draaien op een grote inzet van vrijwilligers. De verenigingen spelen een grotere rol in het beheer van hun accommodatie (zelfbeheer en medebeheer). Een flink aantal verenigingen levert een bijdrage aan sportdeelname door bewoners met beperkte mogelijkheden. Onze stad kent een bloeiende wijksportcultuur met streetcourts, playgrounds en andere buurtlocaties waar je (ook) kunt sporten. Buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen (die actief zijn in sport, onderwijs en wijk) stimuleren steeds meer kinderen, jongeren en volwassenen tot sportdeelname en ontwikkelen samen met hen nieuwe vormen van sportbeoefening in groepsverband. De studentensport bloeit onder het motto wie fit is, denkt beter en biedt mogelijkheden voor topsport en recreatiesport. De stedelijke omgeving is optimaal beweegvriendelijk, doordat we bij de (her)inrichting van buurten en infrastructuur meer aandacht hebben voor gezondheid-bevorderende en sportieve activiteiten in de openbare ruimte. Als bijlage binnen dit document is een financiële paragraaf toegevoegd die visualiseert hoe de beschikbare budgetten voor Sport ingezet worden. Een tweede bijlage wordt los toegevoegd. Dit is een factsheet met de sport- en beweegdeelname van de Utrechtse bevolking. 1. Multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties en eigenaarschap van gebruikers Het grootste deel van het gemeentelijk budget voor sport is bestemd voor aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke sportvelden, accommodaties voor binnensport, atletiekbanen en zwembaden. De gemeente is geen eigenaar (meer) van onder meer tennisbanen, maneges, squashhallen en fitnesscentra. Bij de gemeentelijke binnensportaccommodaties wordt 30 procent van de kosten gedekt door huuropbrengsten; bij de sportparken is dit 10 procent. Bovendien heeft de gemeente met veel veldsportverenigingen in de loop der jaren maatwerkafspraken gemaakt. Hierdoor is de tarievenstructuur weinig transparant. Dit zorgt regelmatig voor onvrede bij de verenigingen. Een tweede actueel vraagstuk is de bezetting van de gemeentelijke sportaccommodaties. Deze is niet altijd optimaal. Op zondagen bijvoorbeeld blijven veel voetbalvelden onbespeeld. Tegelijkertijd hebben sommige sportverenigingen een wachtlijst voor nieuwe leden. Multifunctioneel gebruik van accommodaties kan een oplossing bieden. De uitdaging is om de beschikbare uren per accommodatie maximaal te vullen met sportactiviteiten. Resterende uren kunnen worden gevuld met andere activiteiten dan sport. Een derde thema rond de sportaccommodaties is de ontwikkeling naar medebeheer en zelfbeheer. Dit past in de trend dat steeds meer organisaties van bewoners, zoals sportverenigingen, taken van de gemeente willen overnemen, omdat ze vinden dat zij die taken beter of goedkoper kunnen uitvoeren 2

258 dan de overheid. Voor de gemeente is dit interessant vanuit het oogpunt van kostenbesparing. Voor sportverenigingen is het interessant omdat zij het gebruik van een accommodatie beter kunnen afstemmen op hun behoefte. Een vierde onderwerp, dat raakt aan beide vorige thema s, is het gebruik van de accommodaties die in eigendom of zelfbeheer zijn van verenigingen. De kansen op succesvol zelfbeheer stijgen naarmate verenigingen er beter in slagen om hun accommodatie voor meerdere (maatschappelijke) doelen in te zetten. Zij kunnen hun kantine, op tijden dat zij die zelf niet gebruiken, in gebruik geven voor andere sportactiviteiten (loopgroep, fietsclub, bridgeclub), welzijnsactiviteiten, kinderopvang, dagbesteding voor ouderen of mensen met een beperking, en cursussen en trainingen. Hierdoor ontstaat een soort buurthuis van de toekomst zoals ze in Den Haag al gerealiseerd wordt. Van de verenigingen vraagt dit ondernemerschap. Van de gemeente vraagt het, waar nodig, om versoepeling van regels. Denk aan het bestemmingsplan, de omgevingsvergunning, geluidsnormering, de horecavergunning, de regels voor reclame-uitingen en dergelijke. Wat zijn onze ambities? Voor deze vier thema s de tarievenstructuur, de bezetting van gemeentelijke accommodaties (leegstand, wachtlijsten), het eigenaarschap van accommodaties, en multifunctioneel gebruik van verenigingsaccommodaties hebben we de volgende ambities voor 2016 en volgende jaren. 1. Een nieuwe tarievenstructuur voor de gemeentelijke sportaccommodaties die transparant is en door sportverenigingen als redelijk en billijk wordt ervaren. 2. Meer multifunctioneel gebruik van gemeentelijke accommodaties om de bezetting te optimaliseren, accommodaties betaalbaar te houden en wachtlijsten te verkleinen. 3. Meer zelfbeheer en medebeheer van sportaccommodaties door sportaanbieders. 4. Meer multifunctioneel gebruik van verenigingsaccommodaties (bijv. kantines), dus ook voor andere maatschappelijke activiteiten dan sport. 5. Versterkt (sociaal) ondernemerschap bij de sportverenigingen. Waar willen we aan werken? Om deze ambities te realiseren gaan we vanaf 2016 het volgende doen. 1. De gemeente gaat in overleg met de VSU de tarievenstructuur voor alle gemeentelijke sportaccommodaties beter inzichtelijk maken en desgewenst bijstellen. 2. VSU en gemeente maken een ontwikkelplan voor sportverenigingen, dat een route uitzet naar (meer) multifunctioneel gebruik van gemeentelijke sportaccommodaties. In dit ontwikkelplan komt onder meer te staan welke rol hierin is weggelegd voor de gemeente, de VSU, de verenigingen en de medegebruikers van een accommodatie. 3. Gemeente en VSU stimuleren en begeleiden initiatieven voor zelfbeheer en medebeheer van sportaccommodaties. Op korte termijn gaat het om een experiment met zelfbeheer van een gemeentelijke sporthal door één of enkele vereniging(en); het particulier initiatief The Sport Box (de nieuwe urban sporthal aan de Nijverheidsweg), en een korfbal- annex onderwijshal aan de Loevenhoutsedijk, die in beheer komt bij korfbalvereniging Synergo. 3

259 4. De gemeente stelt een projectleider aan die sportverenigingen gaat stimuleren hun accommodatie voor meer doeleinden (multifunctioneel) in te zetten, en die verenigingsbestuurders coacht bij het ontwikkelen van het hiervoor vereiste ondernemerschap. 5. VSU en gemeente onderzoeken hoe belemmeringen voor multifunctioneel gebruik kunnen worden opgeruimd. 6. De gemeente onderzoekt in samenwerking met verenigingen hoe de rol van sociaal beheerder binnen een multifunctionele accommodatie vorm gegeven kan worden door de gezamenlijke gebruikers, zonder dat hiervoor gemeentelijke subsidie nodig is. Dit wordt meegenomen binnen het reeds lopende onderzoek naar verbetering van de samenwerking binnen MFA s, door de UVO. Budget De hiervoor, bij punt 4, genoemde stedelijk projectleider (0,6 fte) kost per jaar, voor een periode van twee tot vier jaar. Hiervoor is vanaf 2016 nieuw budget nodig of een verschuiving binnen de bestaande middelen voor sport. 2. Vitale en maatschappelijk betrokken sportaanbieders Verenigingen zijn de ruggengraat van de sport. Utrecht telt 330 sportverenigingen. Ongeveer 23 procent van alle Utrechters, van jong tot oud, sport in verenigingsverband. Van alle kinderen tot 12 jaar is liefst 83 procent lid van een sportclub. In onze stad streven we naar een zo groot mogelijk aantal vitale verenigingen. Een vitale vereniging kenmerkt zich onder andere door goed bestuur, een voldoende aantal vrijwilligers en een gezonde financiële huishouding. De verenigingsscan, die periodiek wordt uitgevoerd door de VSU, geeft informatie over de vitaliteit van verenigingen. Steeds meer verenigingen tonen maatschappelijke betrokkenheid. Dit kan op verschillende manieren: Ze bieden sportactiviteiten voor mensen met een beperking. Of ze schakelen via het buurtteam een professional in om (jeugd)leden, die overlast veroorzaken of gepest worden, te begeleiden zodat zij toch binnen de vereniging actief kunnen blijven. Ze stellen hun clubhuis, op momenten dat zij dat zelf niet gebruiken, open voor anderen, zoals in het vorige hoofdstuk al aan de orde kwam. Ze zoeken samenwerking met organisaties in andere domeinen (gezondheid, welzijn). Ze bieden bijvoorbeeld activiteiten (anders dan sport) aan voor cliënten van een Buurtteam. Vitaliteit en maatschappelijke betrokkenheid hangen met elkaar samen. Veel sportaanbieders onderkennen dit belang en willen zich er ook op profileren. Een vitale vereniging is eerder gemotiveerd en beter toegerust om maatschappelijke activiteiten op te pakken. Het schema van het Verwey-Jonker Instituut op de volgende pagina laat mooi het verband zien tussen beide aspecten. 4

260 Wat zijn onze ambities? 1. Groei van het aantal vitale en maatschappelijk betrokken sportverenigingen; in 2020 biedt 15 procent van de verenigingen aanbod voor kwetsbare burgers (landelijk 10%). 2. Goede samenwerking tussen sportverenigingen, buurtsportcoaches en Buurtteams, met als resultaat dat meer kwetsbare Utrechters in verenigingsverband gaan sporten en zo sterker in hun schoenen komen te staan. Waar willen we aan werken? 1. De VSU continueert de begeleiding van minder vitale sportverenigingen om vitaler te worden. Daarvoor heef de VSU flexibel inzetbare verenigingsmanagers in dienst die tijdelijk bij verenigingen worden ingezet om bestuurders en vrijwilligers te coachen en zo de vitaliteit van de vereniging te vergroten. 2. Ondersteunen van de sportaanbieders en professionals om de mogelijkheden voor maatschappelijke inzet te verbeteren, uitgaande van hun kernwaarden, identiteit en mogelijkheden. Budget Voor Vitaal+ verenigingen en buurtsportclubs is in 2015 en 2016 tijdelijk projectgeld beschikbaar (2 x euro) door een herprogrammering van middelen vanuit Amendement 22. 5

261 Er is per 2016 behoefte aan een projectleider om samen met de professionals de mogelijkheden voor maatschappelijke inzet bij en door sportaanbieders te realiseren, uitgaande van hun kernwaarden, identiteit en mogelijkheden. 3. Anders georganiseerd sporten 70 procent van alle Utrechters zegt ten minste één keer per maand te sporten; 23 procent is lid van een vereniging. Dit betekent dat veel mensen buiten verenigingsverband meer of minder intensief sporten. Niet iedere sporter wil lid zijn van een vereniging met de verplichtingen die daarbij horen. Veel sporters gaan individueel hardlopen, fietsen, skaten of fitnessen. Anderen sporten anders georganiseerd. Ze volgen bijvoorbeeld een clinic van een aantal weken om te trainen voor een loopevenement, zijn aangesloten bij een buurtloopgroep of fietsgroep, of voetballen op een veldje in de buurt op een afgesproken moment. Dit is een landelijke trend. Sportverenigingen proberen een deel van de groep anders georganiseerde sporters aan zich te binden door op hen toegespitste vormen van sport aan te bieden. Een overzicht van het Utrechtse sportaanbod, inbegrepen de anders georganiseerde sport, is te vinden op de sportportal die op 1 februari 2015 online is gegaan. Voor de toekomst willen we beter inzicht krijgen in de behoefte van mensen aan diverse organisatievormen van sport, zodat aanbieders een sportaanbod kunnen ontwikkelen dat beantwoordt aan de behoefte. Wat is onze ambitie? Inzicht in de behoefte van bewoners aan diverse vormen van sport, als fundament voor de ontwikkeling van een passend sportaanbod. Waar willen we aan werken? We laten onderzoek doen naar de omvang van het anders georganiseerd sporten en naar de motieven van Utrechters om te kiezen voor deze manier van sporten. In dit onderzoek kunnen zowel de gemeente als de in Utrecht gevestigde kennisinstituten een rol spelen. De onderzoeksresultaten dienen als input voor het bijstellen van de programmadoelstellingen. Budget Voor dit onderzoek is een incidenteel budget nodig van voor een periode van 2 jaar. 4. Sportende jongeren, gezonde jongeren Van de jarige Utrechtse kinderen (groep 7/8) geeft 83 procent aan lid te zijn van een sportclub (vragenlijst Jeugdmonitor). De combinatiefunctionarissen, die actief zijn in onderwijs en sport, hebben een grote bijdrage geleverd aan de toestroom van kinderen naar sportverenigingen, vooral in de krachtwijken. Vanwege dit succes wordt hun inzet in elk geval tot en met 2016 gecontinueerd. Het lidmaatschap van een vereniging staat over het algemeen garant voor een actieve, gezonde leefstijl. 6

262 Maar in de groep van 13- tot 20-jarigen neemt het lidmaatschap van een vereniging flink af. Sommige jongeren sporten buiten verenigingsverband. Dit is op zichzelf prima, al is het spijtig voor de verenigingen die leden verliezen. Veel verenigingen accepteren dit niet als gegeven en zien het als een uitdaging om deze trend om te buigen. Niet goed is dat de sportdeelname van jongeren per saldo aanzienlijk lager is dan bij kinderen tot 12 jaar. Daarnaast wordt het percentage kinderen en jongeren met overgewicht als te hoog ervaren, met name in de krachtwijken. In de sportnota is geen onderscheid gemaakt tussen jeugd tot 12 jaar en jongeren vanaf 12 jaar. Maar gezien de scherpe daling van het verenigingslidmaatschap en de afname van het sporten, is extra aandacht voor jongeren geboden. Wat zijn onze ambities? 1. Meer jongeren vanaf 12 jaar (blijven) sporten. 2. We hebben duidelijke doelstellingen en indicatoren voor de sportdeelname van jongeren. 3. Meer jongeren hebben een gezonde leefstijl, waarin gezonde voeding samengaat met (meer) sporten en bewegen. Wat willen we doen? VSU, Sportraad, Harten voor Sport en Utrechtse kennisinstellingen, waaronder de onderzoeksafdeling van de gemeente gaan gezamenlijk werken aan: 1. Onderzoek dat inzicht biedt in de factoren die leefstijl en sportgedrag van jongeren beïnvloeden. 2. Een plan van aanpak om met sportaanbieders én jongeren sportaanbod op maat te ontwikkelen en te realiseren, en daarbij gebruik te maken van de mogelijkheden bij sportaccommodaties, wijksportruimte (playgrounds) en de openbare ruimte. Budget Voor het onderzoek, genoemd bij punt 1, is een incidenteel budget nodig van voor 2 jaar. 5. Studentensport in ontwikkeling In Utrecht wonen ongeveer studenten, bijna 10 procent van de bevolking. Ruim studenten sporten bij Studentensportcentrum Olympos of bij een van de studentensportverenigingen. Drie studentensportverenigingen behoren tot de kernsporten 1 : Orca en Triton (roeien) en USHC (hockey). Verschillende studentensportverenigingen presteren op landelijk topniveau, zoals RUS (rugby) en voorheen Odysseus (voetbal). Het laagdrempelig sportaanbod voor studenten en de wens van studenten om, als ze in Utrecht komen wonen, een nieuw sociaal netwerk op te bouwen, maken dat 1 De gemeente heeft vijf sporten als kernsport aangewezen. Dit zijn roeien, hockey, waterpolo, atletiek en wielrennen. 7

263 veel studenten na hun middelbare schooltijd blijven sporten. De studentensport stelt studenten ook in staat zich persoonlijk te ontwikkelen door actief te zijn in besturen en commissies. Studentensporters vervullen een ambassadeursfunctie voor de stad door deelname aan studentenkampioenschappen binnen en buiten Nederland onder de vlag van Team Utrecht. De Utrechtse studentensport ziet zich geconfronteerd met de volgende problemen: Studentensportcentrum Olympos draait o.a. door bezuinigingen met structureel verlies en raakt in 2016 door zijn reserves heen. Daardoor gaan de tarieven omhoog en dreigt ledenverlies bij de studentensportverenigingen. Door de afbouw van de gemeentelijke subsidie voor sportverenigingen moeten ook de studentensportverenigingen hun kosten voor een groter deel dekken uit andere middelen. Dit betekent hogere contributies voor de sportende studenten. Ondanks de gestegen contributies en de hogere prijs voor de studentensportpas is het aantal bij Olympos sportende studenten het afgelopen jaar flink gegroeid. Daardoor zijn de wachtlijsten langer geworden. Hockeyvereniging USHC heeft een wachtlijst van bijna 200 studenten. Ook voetbal, tennis, volleybal en dansen hebben te maken met wachtlijsten. De roeiverenigingen Orca en Triton moeten jaarlijks 500 aspirant-studentenroeiers afwijzen. Het roeiwater op het Merwedekanaal is beperkt inzetbaar voor trainingen en wedstrijden. Verdere uitbreiding van de binnenvaart en pleziervaart dreigt het roeien in de verdrukking te brengen. De kwaliteit van de natuurgrasvelden en sporthallen van Olympos is onvoldoende. Damesrugbyvereniging RUS moet daarom met regelmaat uitwijken naar Nieuwegein om op topniveau te kunnen spelen. Wat zijn onze ambities? 1. Een sluitende exploitatie van sportcentrum Olympos. 2. Een roeibaan die (ook) geschikt is voor toproeien. 3. Nauwere samenwerking tussen de studentensport en de samenleving, waarbij we denken aan: o het benutten van vrije capaciteit op sportcentrum Olympos (in de weekenden) voor het wegwerken van wachtlijsten bij (burger)sportverenigingen; o betere doorstroming van afgestudeerde studentensporters naar burgerverenigingen, zodat de wachtlijsten van de studentenverenigingen kleiner worden; o vergroting van de inzet van studentensportvereniging ten behoeve van de samenleving, zoals projecten met kwetsbare jongeren of ouderen. Wat willen we gaan doen? 1. We werken met betrokken organisaties toe naar een convenant over sportcentrum Olympos, dat de toekomst van het sportcentrum veilig stelt en resulteert in een optimale benutting van de accommodatie. Betrokken partners zijn Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht, Utrecht Science Park, gemeente Utrecht, Sportraad Utrecht en Olympos zelf. 8

264 2. Door optimale benutting van de accommodatie kan sportcentrum Olympos wellicht ook ingezet worden om bij te dragen aan het oplossen van de stedelijke wachtlijstproblematiek hockey (en voetbal). 3. De gemeente onderzoekt in samenwerking met de studentenroeiverenigingen Orca en Triton (en burgervereniging Viking) de mogelijkheden van een topsportroeibaan in Utrecht en de maatregelen die nodig zijn om het Merwedekanaal als roeibaan te behouden. 4. De Studentensportraad stimuleert de doorstroming van afgestudeerde studentensporters en de maatschappelijke inzet van de studentensportverenigingen. Budget Sportcentrum Olympos heeft structureel nodig voor een financieel gezonde exploitatie; dit is 25 per aan Olympos verbonden sportende student. 6. Sporten en bewegen naar vermogen We willen bereiken dat zoveel mogelijk Utrechters sporten en bewegen, ook mensen voor wie de mogelijkheden om te sporten beperkt zijn, vanwege fysieke, psychische, sociale en/of financiële problemen. De nieuw rol van de gemeente, per 1 januari 2015, in de ondersteuning en zorg voor kwetsbare bewoners biedt nieuwe kansen voor de inzet van sport in deze ondersteuning. Zo tonen de Buurtteams belangstelling voor sport en bewegen als middel om welzijn en gezondheid van hun cliënten te verbeteren. Ook de eerstelijns gezondheidszorg is overtuigd van het belang van sporten en bewegen. Aandacht is ook nodig voor de ruim plussers die in de stad wonen. Een groot deel van hen heeft zorg nodig en kampt met eenzaamheid. Veel ouderen bewegen (veel) te weinig, terwijl vast staat dat bewegen zowel hun fysieke als mentale conditie ten goede komt. De voorwaarden voor sport- en beweegstimulering onder kwetsbare bewoners zijn nog niet optimaal. Ook het sport- en beweegaanbod zelf is voor deze kwetsbare bewoners nog beperkt. Sportverenigingen hebben vaak geen passend aanbod, zijn te duur of hebben onvoldoende vrijwilligers die in staat zijn om deze moeilijke groep te begeleiden. Daarnaast moet de samenwerking tussen de sportprofessionals in de wijken de buurtsportcoaches en de beweegmakelaars en de Buurtteams nog verder verstevigd worden. Wat zijn onze ambities? 1. Een passend sport- en beweegaanbod voor kwetsbare Utrechters (van jong tot oud). Wat willen we gaan doen? 1. We gaan de samenwerking tussen de partners in buurten en wijken (zoals de Buurtteams, scholen en sociaal makelaars) bij de sportstimulering verbeteren. De beweegmakelaars en buurtsportcoaches in dienst van Harten voor Sport spelen hierin een centrale rol. 9

265 2. VSU begeleidt met het Vitaal+ programma sportverenigingen die een aanbod hebben voor mensen met een beperking; Harten voor Sport ondersteunt buurtsportclubs (verbanden van mensen die op een meer vrijblijvende manier afspraken maken om met elkaar te sporten). 3. Harten voor Sport realiseert een groter laagdrempelig sport- en beweegaanbod door sportaanbieders en ander sportinitiatief samen te brengen, te faciliteren en vindbaar te maken. 4. Harten voor Sport onderzoekt de mogelijkheden om individuele en groepsgewijze (beweeg)coaching te kunnen realiseren als opstap naar regulier sporten en bewegen. 5. Team Sport en Samenleving van de gemeente zoekt binnen de gemeente samenwerking met andere gemeentelijke onderdelen (Werk & Inkomen, Meedoen naar Vermogen, Jeugd, Volksgezondheid) om de mogelijkheden van sport in de ondersteuning van kwetsbare bewoners te verkennen. Denkbaar is dat subsidies uit genoemde domeinen voor sport- en beweegprogramma s, een bijdrage kunnen leveren aan realisatie van beleidsdoelen in deze domeinen. Budget Voor Vitaal+ en begeleiding van buurtsportclubs (zie hiervoor bij hoofdstuk 2) is in 2015 en 2016 tijdelijk projectgeld beschikbaar van twee keer De buurtsportverenigingen Zuidwest en Thorbeckepark krijgen subsidie uit de landelijke Sportimpuls. 7. Topsport, talentontwikkeling en evenementen Topsport heeft niet alleen betekenis op zichzelf. Topsporters fungeren als rolmodel voor jeugdige sporters en stimuleren kinderen, jongeren en volwassenen om zelf te gaan sporten. Topsporters die nationaal en internationaal presteren en topsportevenementen, die in Utrecht worden gehouden, dragen bij aan de bekendheid van de stad, waarvan ook de lokale economie profiteert. De gemeente ondersteunt topsport, talentontwikkeling en (top)sportevenementen op verschillende manieren. Er zijn, voortvloeiend uit het kernsportbeleid, subsidies beschikbaar voor het in Utrecht gevestigde Nationaal Trainingscentrum Waterpolo en voor twee Regionale Trainingscentra: het RTC roeien en het RTC Basketbal, en er is een intentieverklaring getekend voor een Nationaal Hockey Centrum. De VSU heeft van het NOC*NSF de verantwoordelijkheid gekregen als regionale topsport organisatie (RTO). De gemeente subsidieert de begeleiding van sportief talent, dat uitgevoerd wordt door de VSU. Het gaat om ongeveer 75 talentvolle sporters. Zij krijgen advisering op maat (combineren van sport en studie, (para)medische begeleiding en dergelijke). In de praktijk blijkt dat wij (in Utrecht) vooral goed zijn in het ondersteunen en begeleiden van jong talent. De mogelijkheden om talent dat doorstoot naar de top te behouden, zijn beperkt, ook door de relatief bescheiden middelen die de stad beschikbaar heeft voor topsport. Vandaar dat Utrecht zich beter kan profileren als talentenstad. Binnen onze mogelijkheden blijven we overigens topsport in de stad faciliteren. 10

266 Er zijn redenen om ons topsportbeleid te vernieuwen. De belangrijkste reden is de verandering in het landelijk topsport- en talentenbeleid, waarin sportkoepel NOC*NSF de hoofdrol speelt. NOC*NSF verlegt het accent van individuele begeleiding van sporters naar zogenoemde programmaondersteuning. Deze ondersteuning is erop gericht het competitieniveau te verhogen. De sportkoepel legt hierbij de focus op die tien sporten waarin Nederland de grootste medaillekansen heeft bij Olympische Spelen en andere grote kampioenschappen. Daarnaast worden de Nationale Trainingscentra (NTC) en de Regionale Talentencentra (RTC) steeds belangrijker als bouwstenen van het topsportklimaat. In Utrecht loopt het zogenoemde kernsportenbeleid na 2015 af, dat voor een periode van vier jaar werd ondersteund met Binnen het kernsportbeleid is een keus gemaakt voor vijf kernsporten: roeien, hockey, waterpolo, atletiek en wielrennen. Kernsportverenigingen krijgen extra ondersteuning mits zij activiteiten ontplooien om de topsport te bevorderen. Het kernsportbeleid wordt in 2015 geëvalueerd. Daarnaast is besloten tot een structurele bezuiniging op de gemeentelijke middelen voor talentontwikkeling van met ingang van De uitvoering van het Utrechtse topsportbeleid (kernsporten en talentontwikkeling) is grotendeels in handen van de VSU. Die onderhoudt een faciliteitennetwerk van onder andere artsen, paramedische begeleiders en voedingsdeskundigen - voor topsporters en sportief talent. De VSU organiseert ook een op talentontwikkeling gericht onderwijsplatform, waaraan Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht, ROC Midden-Nederland en de scholen voor voortgezet onderwijs die sport als specialisme hebben (Leidsche Rijn College en Via Nova), meedoen. Topsportverenigingen worden gestimuleerd om samen te werken. Een mooi voorbeeld is de Topsportcorridor Utrecht Oost, een initiatief van een aantal topsportverenigingen aan de oostkant van de stad waaronder UZSC (waterpolo, Kampong (hockey), Hellas (atletiek) en FC Utrecht. Deze verenigingen wisselen kennis uit, delen trainingsfaciliteiten en werken samen in de medische begeleiding van hun sporters. Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht en Utrecht Science Park doen ook mee aan deze samenwerking. In de evenementensfeer weet Utrecht zich regelmatig te profileren. Naast de echte Utrechtse evenementen zoals de USP marathon profileert Utrecht zich internationaal o.a. met het EYOF in 2013, de Grand Départ van de Tour de France 2015 en Europees Kampioenschap vrouwenvoetbal in De Utrechtse verenigingen vragen om meer grote sportevenementen. Om topsport als vliegwiel in te zetten voor breedtesport is het belangrijk dat er naast het topsportgedeelte tegelijkertijd aanbod is voor breedtesporters. Utrecht heeft veel potentie, ook dankzij het bedrijfsleven. Het Business Peloton Utrecht heeft een grote rol gespeeld in de campagne voor de Tourstart en maakt zich op om ook de Vuelta naar Utrecht te halen. Wat zijn onze ambities? 1. Een nieuw topsportbeleid voor de jaren met eigen Utrechtse keuzes, waar mogelijk aansluitend bij het vernieuwde topsportbeleid van NOC*NSF. 2. Meer grote sportevenementen in de stad (denk aan NK s, EK s en WK s) met veel side events op een fundament van nieuwe financiële modellen. Wat willen we gaan doen? 11

267 1. We ronden van de lopende evaluatie van het huidige kernsportbeleid af. 2. Op basis van die evaluatie starten we gesprekken over een nieuw topsportbeleid waarin in elk geval de volgende aspecten en vragen aan de orde komen: a. het vernieuwde landelijke topsportbeleid; b. de vraag of een tweede NTC in Utrecht gewenst is; c. de vraag of we gaan voor meer RTC s; d. de vraag of we het topsportbeleid willen continueren op kernsporten en zo ja, hoe; e. uitbreiding van samenwerkingsvormen à la de Topsportcorridor; f. de rol van sportverenigingen in het signaleren, begeleiden en laten doorstromen van talent; g. de rolmodel-functie van topsporters; h. de samenwerking tussen de sport, het bedrijfsleven, het onderwijs en de gemeente; i. de betrokkenheid van de regio in het Utrechtse topsportbeleid. 3. We formeren een denktank die zich buigt over evenementen en tenminste de volgende vragen aan de orde stelt: a. Welke soorten sportevenementen willen we in Utrecht faciliteren of naar Utrecht halen? b. Welke evenementen zijn haalbaar gezien de (internationale) reputatie van de stad en de financiële ruimte? c. Hoe kan de samenwerking tussen de sport, het bedrijfsleven, het onderwijs en de gemeente versterkt worden? d. Hoe kunnen we ons (nog) beter onderscheiden met side events bij grote evenementen? Budget Een eventueel tweede NTC vereist extra middelen. Ter vergelijking: voor het NTC Waterpolo wordt jaarlijks bijgedragen uit gemeentelijke middelen. Het opzetten en ondersteunen van nieuwe RTC s moet per situatie bekeken worden. Per RTC is een budget van max nodig. Een keuze voor leefstijladvisering en studie-coaching voor jong talent bij verenigingen, RTC s en onderwijsinstellingen vraagt om een budget van Voor een meer ambitieus evenementenbeleid, dat het naar Utrecht halen van meer internationale sportevenementen mogelijk maakt, zou een verdubbeling van het huidige budget ( ) wenselijk zijn. 8. Sporten en bewegen in de openbare ruimte De openbare ruimte wordt intensief gebruikt voor sport en bewegen, vooral door individuele of anders georganiseerde sporters. Volgens de rapportage Sport 2014 van het Sociaal en Cultureel Planbureau maakt 41 procent van de sporters gebruik van de openbare ruimte om te sporten. In Utrecht zijn we steeds meer werk gaan maken van een multifunctionele inrichting van de openbare ruimte, met aandacht voor recreatie en activiteiten die goed zijn voor de gezondheid. Een mooi voorbeeld is de 12

268 Scheg Playgrond in Leidsche Rijn, die bestaat uit een multifunctioneel sportveld en buiten fitness toestellen, die iedereen vrij kan gebruiken. Andere voorbeelden zijn het Lint in Leidsche Rijn, de BMXbaan in het Noorderpark, de Merwedekanaalroute en beweegtuinen voor ouderen. Naast de parken, groenstroken, plantsoenen, Cruyff courts en Krajicek playgrounds zijn ook de waterwegen van belang voor sport en bewegen. Bij mooi weer zien we mensen waterfietsen en kanoën in de grachten. Het Merwedekanaal wordt intensief gebruikt door de drie Utrechtse roeiverenigingen. Het probleem van de grote drukte op het Merwedekanaal is ook in hoofdstuk 5 over de studentensport al aan de orde gesteld. Utrechtse toproeiers moeten nu uitwijken naar de Amsterdamse Bosbaan om intensief te kunnen trainen. De ambtelijke samenwerking rond sporten en bewegen in de openbare ruimte is goed. De afdelingen Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (REO) en Openbare Ruimte en Groen hebben oog voor sporten en bewegen bij de inrichting van de openbare ruimte. Milieu en Mobiliteit stimuleert fietsen en lopen en creëert voorwaarden waardoor meer mensen de auto laten staan ten gunste van de fiets. Volksgezondheid stimuleert een gezonde leefstijl onder andere door te adviseren over een beweegvriendelijke omgeving. Wat zijn onze ambities? 1. Een openbare ruimte die optimaal uitnodigt tot sporten en bewegen en die ook faciliteiten biedt aan mensen die ongebonden in de open lucht willen bewegen. Wat willen we gaan doen? 1. Team Sport en Samenleving van de gemeente houdt vanuit de optiek van sporten en bewegen de vinger aan de pols bij nieuwe inrichtingsplannen voor de openbare ruimte. 2. We blijven stimuleren dat sportaanbieders sportactiviteiten aanbieden voor buurt- en wijk o.a. in de openbare ruimte; 3. De gemeente onderzoekt in samenwerking met de roeiverenigingen Orca, Triton en Viking de mogelijkheden van een (topsport)roeibaan in Utrecht en de maatregelen die nodig zijn om het Merwedekanaal als roeibaan te behouden. 13

269 Programmabegroting Sport, In Utrecht staat jouw talent centraal Programmadoelstellingen: kosten % 1. Plannen, ontwikkelen en exploiteren van voldoende kwalitatief goede voorzieningen 2. Zoveel mogelijk Utrechters sporten en bewegen en vinden en ontwikkelen zo hun eigen talent 3. Utrecht is een aantrekkelijke stad voor topsport, topsporters en topsporttalenten ). Plannen, ontwikkelen en exploiteren van voldoende kwalitatief goede voorzieningen 2). Zoveel mogelijk Utrechters sporten en bewegen en vinden en ontwikkelen zo hun eigen talent Voorzieningen/Accommodaties: Het budget dat beschikbaar is voor accommodaties/voorzieningen draagt bij aan de doelstelling: 1). Plannen, ontwikkelen en exploiteren van voldoende kwalitatief goede voorzieningen En is als volgt verdeeld: MO: Accommodatiebeleid voor andere panden dan gemeentelijke sportaccommodaties. UVO: Voldoende kwalitatief goede en toegankelijke basisvoorzieningen. UVO: Utrechtse zwembaden van goede kwaliteit. UVO: Utrechtse sportparken en sporthallen van goede kwaliteit. 14

270 Sportstimulering en Topsport/talentontwikkeling: Het budget dat beschikbaar is voor het sportbeleid draagt bij aan de doelstellingen: 2). Zoveel mogelijk Utrechters sporten en bewegen en vinden en ontwikkelen zo hun eigen talent 3). Utrecht is een aantrekkelijke stad voor topsport, topsporters en topsporttalenten En is als volgt verdeeld: Breedtesport Topsport (Top)sportevenementen Sporten met een beperking Buurtsportcoaches (*budget sport) Combinatiefuncties (*budget onderwijs, inzet op sport) 15

Agenda commissie Mens en Samenleving van 8 en 10 september 2015

Agenda commissie Mens en Samenleving van 8 en 10 september 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2015 en Verantwoording 2014 door de Commissie Mens & Samenleving d.d.15 en 17 juni 2014

Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2015 en Verantwoording 2014 door de Commissie Mens & Samenleving d.d.15 en 17 juni 2014 10 20 30 40 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 3 maart 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 3 maart 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 12 mei 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 12 mei 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016

Agenda commissie Mens en Samenleving van 22/24 november 2016 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Commissie Mens & Samenleving

Commissie Mens & Samenleving Besprekingsschema PGB 2016 in de beide raadscommissies (De bespreking van de PGB in de commissies is zoveel mogelijk ingedeeld aan de hand van de in de PGB gehanteerde programma indeling) Commissie Mens

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 8 september 2016

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 8 september 2016 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 8 september 2016 Agenda documenten 2016_09_08_Agenda cie M&S_def 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten

Nadere informatie

AFSPRAKENLIJST PRESIDIUM 20 APRIL 2015

AFSPRAKENLIJST PRESIDIUM 20 APRIL 2015 AFSPRAKENLIJST PRESIDIUM 20 APRIL 2015 Aanwezig de leden: Tevens aanwezig: Afwezig: Rollingswier (voorzitter), De Boer (GroenLinks), Gilissen (VVD), Schipper (SP), Van Waveren (CDA), Haage (PvdA), Bos

Nadere informatie

Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2014 en Verantwoording 2013 door de Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014

Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2014 en Verantwoording 2013 door de Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014 10 20 30 40 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag

Nadere informatie

Gemeentebestuur 2014 2018

Gemeentebestuur 2014 2018 Gemeentebestuur 2014 2018 Gekozen Raad; na installatie maart 2014 Iedere gemeente wordt bestuurd door een gemeenteraad en een college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad is de volksvertegenwoordiging,

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 6 oktober 2015

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 6 oktober 2015 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 6 oktober Agenda documenten Commissieagenda M&S_6_8_oktober def 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2016 en Verantwoording 2015 door de Commissie Mens & Samenleving d.d.15 juni 2016

Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2016 en Verantwoording 2015 door de Commissie Mens & Samenleving d.d.15 juni 2016 10 20 30 40 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag

Nadere informatie

Agenda commissie Stad en Ruimte van 25 en 27 augustus 2015

Agenda commissie Stad en Ruimte van 25 en 27 augustus 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 31 / 286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Inleiding. Tegenbegroting 2015 PvdA Utrecht pagina 2

Inleiding. Tegenbegroting 2015 PvdA Utrecht pagina 2 Tegenbegroting 2015 Inleiding Vrijheid, democratie, rechtvaardigheid, duurzaamheid en solidariteit. Dat zijn de idealen van de sociaal-democratie. In deze tegenbegroting 2015 vertaalt de PvdA Utrecht deze

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 21 april 2015

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 21 april 2015 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 21 april 2015 Agenda documenten Agenda MenS_ 21_23_30_april 2015_aangepast16042015 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken

Nadere informatie

Agenda commissie Stad en Ruimte van 9 en 11 juni 2015

Agenda commissie Stad en Ruimte van 9 en 11 juni 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 31 / 286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Concept Agenda commissie Mens en Samenleving van 22 juni 2017

Concept Agenda commissie Mens en Samenleving van 22 juni 2017 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens en Samenleving Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 64 / 286 10 94 E-mail commissiemensensamenleving.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013 Begroting 2014 Aanbieding Gemeenteraad ember Laatste begroting deze raadsperiode Sluitende begroting 2014 Meerjarenperspectief moeilijk Bezuinigingsplan Strategische investeringen Ambities Stadsvisie Belastingen

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 5 oktober 2017

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 5 oktober 2017 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 5 oktober 2017 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten 3 Verslagen - Het verslag van de openbare commissie

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Verslag openbare behandeling programmabegroting 2016 door de Commissie Mens & Samenleving d.d.12, 14 en 15 oktober 2015

Verslag openbare behandeling programmabegroting 2016 door de Commissie Mens & Samenleving d.d.12, 14 en 15 oktober 2015 Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag openbare behandeling programmabegroting

Nadere informatie

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 15 december 2016

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 15 december 2016 10 20 30 40 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag

Nadere informatie

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Notulen van de openbare commissievergadering ABM NotulenvandeopenbarecommissievergaderingABM Datum: Aanvangstijd: Eindtijd: Locatie: donderdag21juni2018 20.00uur 20.40uur RaadzaalgemeentehuisvanHuizen Aanwezig Voorzitterencommissiegriffier J.W.Meijerman(voorzitter)

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 23 februari 2017

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 23 februari 2017 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 23 februari 2017 Agenda documenten Commissieagenda M&S_23 februari 2017 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten

Nadere informatie

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 11 en 13 november 2014

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 11 en 13 november 2014 10 20 30 40 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 30 maart 2017

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 30 maart 2017 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 30 maart 2017 Agenda documenten Commissieagenda M&S_30 maart 2017 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten

Nadere informatie

Verslag openbare behandeling programmabegroting 2015 door de Commissie Mens & Samenleving d.d. 13 en 15 oktober 2014

Verslag openbare behandeling programmabegroting 2015 door de Commissie Mens & Samenleving d.d. 13 en 15 oktober 2014 Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag openbare behandeling programmabegroting

Nadere informatie

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt 4, 1511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1530 AA Wormer Telefoon 075 651 2100 Fax 075 651 2244 E-mail antwoord@over-gemeenten.nl

Nadere informatie

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Inleiding In de fusieraad van 30 juni 2014 is gesproken over een consolidatie van de drie begrotingen en om inzicht te krijgen in

Nadere informatie

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen voorstel aan de raad Opgesteld door Maatschappelijke Ontwikkeling Toussaint, N.J. (Niek) Kenmerk 16.506219 Vergadering Gemeenteraad Vergaderdatum 22 december 2016 Jaargang en nummer 2016 115 Geheim Nee

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 15 december 2016

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 15 december 2016 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 15 december 20 Agenda documenten 20_12_15_Agenda cie M&S_def 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Verzoek

Nadere informatie

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 15 december 2015

Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 15 december 2015 Bundel van de Commissie Mens en Samenleving van 15 december 2015 Agenda documenten AgendaCieM&S_15_17 december 2015_def2 1 Opening en mededelingen 2 Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten

Nadere informatie

Algemene beschouwingen CDA Weert

Algemene beschouwingen CDA Weert Algemene beschouwingen CDA Weert begroting 2016 www.cdaweert.nl Algemene Beschouwingen CDA Weert op de begroting 2016 van de gemeente Weert Dames en heren, hierbij de beschouwingen van het CDA op de voorliggende

Nadere informatie

Deze vergadering vindt plaats in de raadzaal van het stadhuis. Op de agenda is per vergaderpunt indicatief het behandeltijdstip opgenomen.

Deze vergadering vindt plaats in de raadzaal van het stadhuis. Op de agenda is per vergaderpunt indicatief het behandeltijdstip opgenomen. Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad Agenda

Nadere informatie

Kaders Financieel gezond Brummen

Kaders Financieel gezond Brummen Kaders Financieel gezond Brummen 1. Inleiding Naar aanleiding van de vaststelling van de Programmabegroting 2019-2022 en de aanbevelingen die de provincie heeft gedaan in haar besluit financieel toezicht

Nadere informatie

Politieke bijdrage fractie PvdA begroting 2012. Voorzitter,

Politieke bijdrage fractie PvdA begroting 2012. Voorzitter, Politieke bijdrage fractie PvdA begroting 2012 Voorzitter, In uw inleidende tekst geeft u aan dat zich niet wil laten gijzelen door het rijksbeleid en de daarbij behorende bezuinigingen. U wilt nu duidelijkheid

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad n.v.t. W.F. Mulckhuijse (SP), R. Pet (GroenLinks), K.G. van Rijn (PvdA), K. Jongejan (VVD) In te vullen door Raadsgriffie Portefeuillehouder nvt nvt RV-nummer: RV-68/2008

Nadere informatie

Voorzitter, Er is al heel veel gezegd. Dat gaat de VVD niet doen.

Voorzitter, Er is al heel veel gezegd. Dat gaat de VVD niet doen. Er is al heel veel gezegd. Dat gaat de VVD niet doen. Toen wij over het coalitieakkoord spraken, telde de VVD Den Haag haar zegeningen. Er werd ruimte geboden voor een aantal van onze ideeën. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Geachte collega raadsleden, Dagelijks bestuur, Publiek op de tribune, En misschien ook publiek thuis via de webcam,

Geachte collega raadsleden, Dagelijks bestuur, Publiek op de tribune, En misschien ook publiek thuis via de webcam, Geachte collega raadsleden, Dagelijks bestuur, Publiek op de tribune, En misschien ook publiek thuis via de webcam, Deze voorjaarsnota is de eerste stap naar drastische bezuinigingen voor de komende jaren.

Nadere informatie

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Zaaknummer : Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Beleid overschotten Collegevergadering : 15 maart 2016 agendapunt : 10 Portefeuillehouder : J.B. Boer

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr. :

Raadsinformatiebrief Nr. : Raadsinformatiebrief Nr. : Onderwerp: Risicomanagement Reg.nr. : 12.0693 B&W verg. : 19 juni 2012 : 1) Status In het licht van de actieve informatieplicht informeren wij U over de stand van zaken met betrekking

Nadere informatie

ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN DE BILT I.O.

ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN DE BILT I.O. ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN DE BILT I.O. College van Burgemeester en Wethouders Gemeente De Bilt t.a.v. Wethouder mevrouw A.E. Brommersma Postbus 300 3720 AH BILTHOVEN Maartensdijk, 13 juli 2017 Onderwerp:

Nadere informatie

Gemeente Utrecht. Raadsbesluit. Voorjaarsnota Opgesteld door. Bestuurs-en Concernstaf Draad, S.M. (Sylvia) Kenmerk Vergadering

Gemeente Utrecht. Raadsbesluit. Voorjaarsnota Opgesteld door. Bestuurs-en Concernstaf Draad, S.M. (Sylvia) Kenmerk Vergadering Gemeente Utrecht Raadsbesluit Opgesteld door Bestuurs-en Concernstaf Draad, S.M. (Sylvia) Kenmerk 4422592 Vergadering Genneenteraad Vergaderdatum 29 juni 2017 Jaargang en nummer 2017 60 Portefeuille Financier)

Nadere informatie

Raadsvergadering. Bovendien wijzen wij u er op dat in deze kadernota nog geen rekening is gehouden met de implementatie van de strategische agenda.

Raadsvergadering. Bovendien wijzen wij u er op dat in deze kadernota nog geen rekening is gehouden met de implementatie van de strategische agenda. RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 30 juni 2016 16-049 Onderwerp Kadernota 2017-2020 Aan de raad, Onderwerp Kadernota 2017-2020. Gevraagde beslissing 1. De Kadernota 2017-2020 vast te stellen. Grondslag

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER 2016 Programmabegroting 2017 Te besluiten om: 1. De programmabegroting 2017 vast te stellen, waarmee tevens wordt besloten om: 2. Voor de financiën

Nadere informatie

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Bijlagen 1 Voorjaarsnota Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Voorjaarsnota 2012 Datum voorstel 10 april 2012 Datum raadsvergadering 15 mei 2012 Bijlagen 1 Voorjaarsnota Ter inzage Aan de gemeenteraad, 0. Samenvatting De voorjaarsnota

Nadere informatie

Werken aan een Duurzame Toekomst

Werken aan een Duurzame Toekomst 2 Werken aan een Duurzame Toekomst Sterk, Sociaal, Solide./> F/x \:.i t / /\ GROENUMIlffi n NUMEGEN IJ W PARTIJ VAN DE ARBEID Nijmegen -^S ^ &...^(i** Perspectiefnota 22-25 Amendement GroenLinks, PvdA

Nadere informatie

Openbaar. Vaststellen Onderzoeksopzet Workfast. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Vaststellen Onderzoeksopzet Workfast. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vaststellen Onderzoeksopzet Workfast Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 4 maart 2015 heeft de gemeenteraad de motie Onderzoek naar

Nadere informatie

Voor een première bereid je je voor. Hoe zorg je er voor dat de kernboodschappen van de lokale PvdA helder en duidelijk naar voren komen?

Voor een première bereid je je voor. Hoe zorg je er voor dat de kernboodschappen van de lokale PvdA helder en duidelijk naar voren komen? PvdA Overbetuwe inbreng kadernota 2014 Voorzitter, Een bijzondere vergadering voor u en mij. Onder uw leiding is het voor het eerst dat wij een kadernota bespreken. En al doet mijn grijze haardos anders

Nadere informatie

29 november 2015 van uur (Stadhuis 0.16)

29 november 2015 van uur (Stadhuis 0.16) CONCEPT VERSLAG Subcommissie Controle en Financiën 29 november 2015 van 16.30-18.00 uur (Stadhuis 0.16) Deelnemers Subcommissie: Peter van Corler (voorzitter), Bas Meijer, Marleen Haage, Steven Menke,

Nadere informatie

Raadsvoorstel2008/19954

Raadsvoorstel2008/19954 gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel2008/19954 Onderwerp Jaarstukken 2007 Portefeuillehouder J.J. Nobel steiler C. M. Bakker Collegevergadering 20 mei 2008 Raadsvergadering 26 juni 2008 1. Samenvatting

Nadere informatie

Zuidplas. Raadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Zuidplas

Zuidplas. Raadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Zuidplas Raadsvoorstel raadsvergadering 04/07/2017 portefeuillehouder J. Hordijk L. Evers behandelend ambtenaar datum 24/05/2017 bijlagen Openbaar Geheim 8 ja nee Aan de raad van de gemeente Toelichting op de beslispunten

Nadere informatie

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 17 en 19 februari 2015

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 17 en 19 februari 2015 10 20 30 40 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 10 december 2014, locatie commissiekamer Stadhuis, aanvang 16.30 uur, einde 19.15 uur.

gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 10 december 2014, locatie commissiekamer Stadhuis, aanvang 16.30 uur, einde 19.15 uur. gemeente Eindhoven Concept Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Behandeld door M. Honing Telefoon (040) 238 24 88 Verzenddatum 9 januari 20143 Verslagcommissie Financiën en Bestuur (cie FB) Betreft

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Simpelveld. Advies aan burgemeester en wethouders. Onderwerp: jaarstukken 2014. gemeente. Behandelend ambtenaar:

Simpelveld. Advies aan burgemeester en wethouders. Onderwerp: jaarstukken 2014. gemeente. Behandelend ambtenaar: Advies aan burgemeester en wethouders gemeente Simpelveld Datum advies: 6 mei 2015 Financiële consequenties: Afdeling: Bedrijfsvoering Zaakkenmerk: 47584 Openbare besluitenlijst: ja Behandelend ambtenaar:

Nadere informatie

IN RAADSVERGADERING VAN 28 FEBRUARI 2013 HEEFT DE RAAD BESLOTEN DEZE NOTULEN OPENBAAR TE MAKEN

IN RAADSVERGADERING VAN 28 FEBRUARI 2013 HEEFT DE RAAD BESLOTEN DEZE NOTULEN OPENBAAR TE MAKEN G E H E I M 2012 IN RAADSVERGADERING VAN 28 FEBRUARI 2013 HEEFT DE RAAD BESLOTEN DEZE NOTULEN OPENBAAR TE MAKEN Nr. 3 Bekrachtiging geheimhouding van geheime brief inzake portefeuilleonderdeel Openbare

Nadere informatie

Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB

Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB Raadsvoorstel Agendapunt: 04 Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 23 september 2014 28 oktober 2014 Nota 'Triple

Nadere informatie

Agendapunt: 8 Panel Duidelijk Deurbeleid

Agendapunt: 8 Panel Duidelijk Deurbeleid Agendapunt: 8 Panel Duidelijk Deurbeleid Voor de gemeenteraadsvergadering d.d.: 26 februari 2007 Registratienummer: CS/Kab/2006/287 Portefeuillehouder: Krikke Raadscommissie advies: Veiligheid, Financiën

Nadere informatie

B en W d.d

B en W d.d B en W 14.0354 d.d. 8-4-2014 Onderwerp Reactie aan VNG op de onderzoeksrapportage Groot-onderhoud gemeentefonds Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. Vast te stellen de brief aan de gemeenteraad

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 18 augustus 2015 Raadsvergadering : 29 september 2015 Agendapunt : Bijlage(n) : 8 Kenmerk : Portefeuille : wethouder H.J.C. Vreeswijk Behandeld door:

Nadere informatie

Afdeling: Financien / control Zaakkenmerk: Behandelend ambtenaar: J.A.L. Degens. Afdelingsmanager: G.H.J. Hollands

Afdeling: Financien / control Zaakkenmerk: Behandelend ambtenaar: J.A.L. Degens. Afdelingsmanager: G.H.J. Hollands Advies aan gemeenteraad Datum advies: 23 mei 2017 Financiële consequenties: Zie beslispunt Afdeling: Financien / control Zaakkenmerk: 80328 Behandelend ambtenaar: J.A.L. Degens Afdelingsmanager: G.H.J.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Besluitenlijst van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015 PERS

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Besluitenlijst van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015 PERS BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Besluitenlijst van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015 PERS Zaak Onderwerp Concept besluit Samenvatting Besluit 39478 Dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

cpfòcoíckç^ De raad van de gemeente Heerhugowaard in vergadering bijeen op 28 juni 2012

cpfòcoíckç^ De raad van de gemeente Heerhugowaard in vergadering bijeen op 28 juni 2012 Heerhugowaard Motie Heerhugowaard se Onafhankelijke Partij #PVDA h cpfòcoíckç^ ccnnjgo WAARD Onderwerp Armoedebeleid De raad van de gemeente Heerhugowaard in vergadering bijeen op 28 juni 2012 gehoord

Nadere informatie

NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 2 0 1 4 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 26 e vergadering 6 november 2014, avond Openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 6 november 2014 te 20.00 uur. Voorzitter: de heer

Nadere informatie

KADERNOTA 2015. Meer met minder FINANCIEEL RAADSDEBAT

KADERNOTA 2015. Meer met minder FINANCIEEL RAADSDEBAT KADERNOTA 2015 Meer met minder FINANCIEEL RAADSDEBAT 1 Inleiding Voor ons ligt de Kadernota 2015, waarin de budgettaire en beleidsmatige kaders voor het komende jaar worden vastgelegd. Het College legt

Nadere informatie

KADERNOTA Venlo: Effe geen cent te makken!

KADERNOTA Venlo: Effe geen cent te makken! KADERNOTA 2016 Venlo: Effe geen cent te makken! FINANCIEEL RAADSDEBAT Concept 7 1 Inleiding Voor ons ligt de Kadernota 2016, waarin de budgettaire en beleidsmatige kaders voor het komende jaar worden vastgelegd.

Nadere informatie

Eindrapportage Taskforce. Taskforce bezuinigingsvoorstellen sport : in een Perspectief sportaccommodaties ".

Eindrapportage Taskforce. Taskforce bezuinigingsvoorstellen sport : in een Perspectief sportaccommodaties . voorstel aan de raad Opgesteld door Maatschappelijke Ontwikkeling Kenmerk 14.005912 Vergadering Gemeenteraad Vergaderdatum 3 juli 2014 Jaargang en nummer 2014-36 Eindrapportage Taskforce. Taskforce bezuinigingsvoorstellen

Nadere informatie

Onderwerp Subsidieverlening Het Inter-lokaal inzake dienstverlening in het kader van Werk & Inkomen en de Papierwinkel

Onderwerp Subsidieverlening Het Inter-lokaal inzake dienstverlening in het kader van Werk & Inkomen en de Papierwinkel Openbaar Onderwerp Subsidieverlening Het Inter-lokaal inzake dienstverlening in het kader van Werk & Inkomen en de Papierwinkel Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT . 'irt: RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Reg istratien um mer raad 1 204468 Datum: 3 juni 2015 Afdeling / Team Raadsgriffie / Portefeuillehouder: Roald Helm Behandeld door: B.W. Gerdingh Ondenverp: Advies

Nadere informatie

- Bij vooral niet op bezuinigen geeft de burger aan: Onderwijs (69,7%), Veiligheid (74,6%), Zorg en volksgezondheid (77,6%).

- Bij vooral niet op bezuinigen geeft de burger aan: Onderwijs (69,7%), Veiligheid (74,6%), Zorg en volksgezondheid (77,6%). VVD Asten Reactie op Voorjaarsnota 2012 Voorzitter, Vandaag kan de raad zich uitspreken over de ontwikkeling van de scenario s, de financiële consequenties, en het maken van keuzes als gevolg daarvan.

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005 Onderwerp: Voorzitter: Aanwezig zijn de leden: Griffie: Portefeuillehouders: Financieel meerjarenbeleid

Nadere informatie

Jaap Maas raad juni 2013

Jaap Maas raad juni 2013 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email Jaap Maas 040-2083474 jaap.maas@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp Nota Kaders 2014-2017. 13raad00279 20 juni 2013 aan

Nadere informatie

INFORMATIE AVOND. Herziening Accommodatiebeleid

INFORMATIE AVOND. Herziening Accommodatiebeleid Herziening Accommodatiebeleid Agenda voor vanavond Aanleiding herziening Totstandkomen huidig accommodatiebeleid Constateringen huidige tijdgeest Onderbouwing toekomst bestendige kaders voor beleid Insteek

Nadere informatie

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 8 en 10 juli 2014

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 8 en 10 juli 2014 10 20 30 40 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag

Nadere informatie

Gemeentebestuur

Gemeentebestuur Gemeentebestuur 2014 2018 Gekozen Raad; na installatie maart 2014 Iedere gemeente wordt bestuurd door een gemeenteraad en een college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad is de volksvertegenwoordiging,

Nadere informatie

IIIIIIIIIIIDIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII. Adviezenlijst raadscommissie van 28 mei Opening

IIIIIIIIIIIDIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII. Adviezenlijst raadscommissie van 28 mei Opening G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Adviezenlijst raadscommissie van 28 mei 2014 1. Opening 2. Vaststellen agenda» De voorzitter stelt voor om agendapunt 7 als eerste behandelen wegens de spreekrechtbijdrage

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-068 Houten, 1 oktober 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Tweede bestuursrapportage 2013 Beslispunten: 1. De begroting 2013 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële effecten

Nadere informatie

Raadsvergadering 6 / 8 november november 2012 AMENDEMENTEN AANVAARD VERWORPEN INGETROKKEN

Raadsvergadering 6 / 8 november november 2012 AMENDEMENTEN AANVAARD VERWORPEN INGETROKKEN Raadsvergadering 6 / 8 november 2012 13 november 2012 AMENDEMENTEN AANVAARD 1 ste Onderwerp indiener A120098/1 PvdA Begroot budget inhuur externen A120098/2 PvdA Budget Rekenkamercommissie A120098/5 D66

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Oostzaan Buiten gewoon

Oostzaan Buiten gewoon GESCAND OP Gemeente Oostzaan Buiten gewoon Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan 1 8 NOV. 215 Gemeente Oostzaan Gemeentehuis ;adres Kerkbuurt 4, 1 5H BD Oostzaan Pöi adres Postbus 2, 1 53 AA Wormer Telefoon

Nadere informatie

Meerjaren tegenbegroting SP- Venlo met alternatieven voor op de Programmabegroting Raadsvoorstel Een beter Venlo voor hetzelfde geld

Meerjaren tegenbegroting SP- Venlo met alternatieven voor op de Programmabegroting Raadsvoorstel Een beter Venlo voor hetzelfde geld Meerjaren tegenbegroting SP- Venlo met alternatieven voor 2015-2018 op de Programmabegroting Raadsvoorstel 2014-63 Een beter Venlo voor hetzelfde geld Voor u ligt de tegenbegroting van de SP- Venlo voor

Nadere informatie

GGD BRANDWEER Veiligheidsregio Kennemerland

GGD BRANDWEER Veiligheidsregio Kennemerland GGD BRANDWEER Veiligheidsregio Kennemerland Bestuur Retouradres Postbus 5514 2000 GM Haarlem Aan de gemeenteraden en colleges van: Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaamwoude, Haarlemmermeer,

Nadere informatie

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 23 juni 2016

Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 23 juni 2016 10 20 30 40 Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 69 Fax 030-286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad Verslag openbare vergadering commissie

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 09.0097 Rv. nr.: 09.0097 B&W-besluit d.d.: 6-10-2009 B&W-besluit nr.: 09.1079 Naam programma +onderdeel: Onderwerp: Rapportage 2009 als onderdeel van de planning en controlcyclus Aanleiding:

Nadere informatie

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 15.00 UUR*

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 15.00 UUR* *ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 100 UUR* Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Programmarapportage 2011-1 team SBSBD raadsnummer 2011 54 collegevergadering raadsvergadering fatale termijn programma

Nadere informatie

Vereniging van Zeeuwse Gemeenten. Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Zeeuwse gemeenten. ledenbrief

Vereniging van Zeeuwse Gemeenten. Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Zeeuwse gemeenten. ledenbrief Vereniging van Zeeuwse Gemeenten Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de Zeeuwse gemeenten ledenbrief 2016-001 status standpuntbepaling ons kenmerk BO bijlage(n) -2- contactpersoon bezoekadres

Nadere informatie

Agenda commissie Stad en Ruimte van 3, 5 en 26 november 2015

Agenda commissie Stad en Ruimte van 3, 5 en 26 november 2015 Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Stad en Ruimte Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 10 94 E-mail commissiestadenruimte.secr@utrecht.nl www.utrecht.nl/gemeenteraad Agenda

Nadere informatie

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder Overleg: AB Jeugdhulp Rijnmond Datum vergadering: 8 december 2016 Agendapunt nr.: 16 Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder Gevraagde beslissing: 1. Kennisnemen van de geconstateerde knelpunten 2017; 2.

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal Voorzitter: M.A.P. Michels Griffier: J. van der Meer Aanwezig: PvdA: J.W. Nanninga, W.

Nadere informatie

1. Argumenten De Kadernota 2018 formuleert, naast de financiële en bedrijfsvoering uitgangspunten, ook een meerjarige toekomstvisie.

1. Argumenten De Kadernota 2018 formuleert, naast de financiële en bedrijfsvoering uitgangspunten, ook een meerjarige toekomstvisie. Raadsvoorstel Gemeente IJsselstein agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 405982 Programma : Inkomen, jeugd en wmo Cluster : Samenleving Portefeuillehouder: mw. M.J.T.G. van Beurkering-Huijbregts

Nadere informatie

: 1 september 2015 : 14 september : dhr. J.L.M. Vlaar : M. Gadella

: 1 september 2015 : 14 september : dhr. J.L.M. Vlaar : M. Gadella RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum: : 1 september 2015 : 14 september 2015 : dhr. J.L.M.

Nadere informatie

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig VERSLAG VOORBESPREKING Dorestad Zichtbaar 10 mei 2011 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede Gespreksleider Griffier mevrouw W.J. de

Nadere informatie

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen voorstel aan de raad Opgesteld door Bestuurs-en Concernstaf Tekir, I. (Ilhan) Kenmerk 16.505510 Vergadering Gemeenteraad Vergaderdatum 22 september 2016 Jaargang en nummer 2016 76 Geheim Nee 2-e technische

Nadere informatie

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014 POLITIEKE MARKT APELDOORN Voorzitter: G.L.Y. Bos Secretaris: A. Oudbier Notulist: J. Versteeg Onderwerp Voorstel Subsidieaanvraag i.h.k.v. de Beleidslijn gemeenten Datum 9 januari 2014 Tijdstip 19.00 20.00

Nadere informatie