Verpleegkunde Algemene handleiding Praktijkleren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verpleegkunde Algemene handleiding Praktijkleren"

Transcriptie

1 Verpleegkunde Algemene handleiding Praktijkleren Opleiding Bachelor Verpleegkunde

2 Code Rooster Voorzitter PL PL Naam: Jacqueline Dijkstra Naam: Brechtje Letanche Coördinator: Naam: Ben Princen Auteurs: Brechtje Letanche, Helen Hulst Versienr. 1.0 Herzien (datum) Juni 2016 Studiejaar 1 Praktijkleren 1: 10 weken 15 EC Stage Stageonderwijs Reflectie & Ethiek Studiejaar 2 Praktijkleren 2: 20 weken 30 EC Stage Stageonderwijs Reflectie & Ethiek Studiejaar 3 Praktijkleren 3: 20 weken 30 EC Stage Stageonderwijs Reflectie & Ethiek Studiejaar 4 Praktijkleren 4: 20 weken 30 EC Stage Stageonderwijs Reflectie & Ethiek Hogeschool Utrecht Instituut Verpleegkundige Studies Heidelberglaan CS Utrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto-kopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912, het besluit van 20 juni 1974 St.b.351, zoals gewijzigd bij het besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 van de Auteurswet 1912, dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Woerden. 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 Deel 1: Achtergronden en inhoud buitenschools leren 1 Achtergrond buitenschools leren Inleiding Opleidingsvisie Uitgangspunten, rollen en competenties van de hbo-verpleegkundige Opbouw beroepsrollen Stage-onderwijs tijdens de terugkomdagen Beoordeling stages 12 2 Inhoud van het praktijkleren Inleiding Stage en praktijkleerperiode Betrokken partijen Stagevoorbereiding Start stage Leerperiode Reflectieonderwijs Gesprekken Reflectieverslagen Beoordelingsformulier Portfolio en afronding stage Studievoortgang De leerplaats 25 3

4 Deel 2: Praktische zaken Praktische zaken 3.1 Inleiding Het stagetoewijzingsmodel De BPV-box Aanwezigheid tijdens de stages en praktijkleerperioden Reistijd en boventalligheid Ziekte tijdens de stage Belofte tot geheimhouding Gezondheidsverklaringen Prikaccidenten Identificatieplicht Stagevergoedingen Stageovereenkomst Stageactieplan Problemen op de stageplaats (procedure) Afbreken van de stageplaats Regeling tegen seksuele en verbale intimidatie Wettelijke aansprakelijkheid 34 Bijlage 1: Overzicht en bereikbaarheid stagedocenten 35 4

5 1. Inleiding Inleiding In september 2016 gaat het nieuwe programma bachelor Verpleegkunde (BN2020) van start voor stage 1, 2 en 3. Stage 4 blijft nog een jaar in de huidige versie bestaan, per september 2017 zal deze stage ook aangepast worden. De opzet, duur en globale inhoud van de stages blijven hetzelfde. Belangrijkste wijziging is het werken met nieuwe rollen, volgens de CanMEDs. Daarop zijn de beoordelingsformulieren en de stage-opdrachten aangepast. In het nieuwe curriculum geven we nog meer aandacht aan klinisch redeneren, onderzoekend vermogen en ethiek en reflectie. De begeleiding van de stages wijzigt ook. Stagedocenten nemen niet alleen de begeleiding op zich en zijn bij gesprekken, maar verzorgen ook het stage-ondersteunend onderwijs en het reflectie- en ethiekonderwijs. Het praktijkleren is een zeer belangrijk onderdeel van het curriculum van de Bachelor opleiding Verpleegkunde. Studenten leren tijdens hun praktijkleerperiodes de theorie te vertalen naar de verpleegkundige praktijk. Deze algemene handleiding is een hulpmiddel voor student en begeleiders tijdens deze praktijkleerperiodes. Het is een sturend document gedurende de gehele opleiding. Het beoordelingsinstrument bevat de 7 competentiegebieden (CanMEDS) van de HBOverpleegkundige. Het is de bedoeling dat de student zich deze 7 rollen en bijbehorende competenties stap voor stap eigen maakt en daarin in toenemende mate zelfsturend is. De te behalen competenties en de mogelijkheden van de stageplaats zijn richtinggevend voor het leren van de student. Tijdens het praktijkleren zullen de leersituaties herkend, gezocht en gecreëerd moeten worden. Dit begint al voorafgaand aan de stage. Tijdens de voorbereiding oriënteert de student zicht op de toekomstige stage. Een uitgebreide (en verplichte) voorbereidingsopdracht is ondersteunend aan dit proces van kennismaken met de stageplek en vraagt tevens van de student zich te profileren als lerend verpleegkundige. In deze handleiding is informatie te vinden over inhoudelijke (deel 1) en praktische zaken (deel 2) van het praktijkleren. Deel 1 begint met een hoofdstuk over de achtergronden van het praktijkleren: de opleidingsvisie, uitgangspunten en een introductie op de 7 competentiegebieden die de HBOverpleegkundige vervult. Hoofdstuk 2 gaat in op de inhoud van het praktijkleren, waar in chronologische volgorde de benodigde informatie over het praktijkleren wordt beschreven. Deel 2 gaat in op de organisatorische en praktische zaken. Voor de leesbaarheid wordt in de tekst uitgegaan van mannelijke werkbegeleiders en stagedocenten en van vrouwelijke studenten. Wij houden ons aanbevolen voor op- en aanmerkingen. Focusteam Praktijkleren 5

6 Utrecht, juni 2016 Deel 1 Achtergronden van het praktijkleren Hoofdstuk 1 Achtergrond Praktijkleren 1.1 Inleiding Opleiding en stage verlenende instelling zijn samen verantwoordelijk voor het opleiden van verpleegkundigen op Hbo-niveau. Daarin worden volop keuzes gemaakt; onder die keuzes gaat een visie schuil. Een visie op het verpleegkundig beroep, een visie op het Hbo-niveau, een visie op leren en zelfs een visie op de mens. In dit hoofdstuk willen we dan ook eerst de visie op opleiden verwoorden. Vervolgens komen in dit hoofdstuk de achtergronden van het onderwijs en ook van het praktijkleren aan bod: de inhoud van de 7 competentiegebieden (CanMEDS) en 16 competenties. Een belangrijk uitgangspunt is tevens dat er duidelijk onderscheid wordt gemaakt binnen de HBO-V in het propedeusejaar en de hogere jaren van de opleiding. Ook dit onderscheid wordt in dit hoofdstuk besproken. 1.2 Opleidingsvisie In het curriculum van de bacheloropleiding verpleegkunde aan de HU neemt praktijkleren een centrale plaats in. Praktijkleren is het leren in en van de praktijk. Vanaf de start van de opleiding staat het verwerven van kennis, vaardigheden en het ontwikkelen van een beroepshouding in authentieke beroepssituaties. De opleiding wil studenten goed voorbereiden op de complexe zorgsituaties waar zij in het werkveld mee geconfronteerd worden. Het oefenen met en in reële beroepssituaties is dan ook verweven in de gehele opleiding (situationeel leren). In het (binnen schools) onderwijs wordt zoveel mogelijk gewerkt met casuïstieken en beroepsopdrachten en binnen het vaardigheidsonderwijs wordt gewerkt met simulatiepatiënten. De integratie van de geleerde kennis, vaardigheden en beroepshouding kan vooral plaatsvinden tijdens de stages; deze stages hebben dan ook een belangrijke plek in het curriculum. 1.3 Uitgangspunten, rollen en competenties van de Hbo-verpleegkundige De 7 competentiegebieden (CanMEDs rollen) die de student als Hbo-verpleegkundige vervult zijn die van: zorgverlener, communicator, samenwerkingspartner, reflectieve professional, gezondheidsbevorderaar, organisator, professional en kwaliteitsbevorderaar. De competenties die binnen deze rollen van de student worden gevraagd, worden leeruitkomsten genoemd. Deze leeruitkomsten zijn vertaald naar concrete beoordelingscriteria (vaardigheden en gedrag): CanMED rol Zorgverlener Leeruitkomsten LU 1: De verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de behoefte aan verpleegkundige zorg vast op lichamelijk, psychisch, functioneel en sociaal gebied, indiceert en verleent zorg in complexe situaties, volgens het verpleegkundig proces, op basis van Evidence Based Practice. LU 2: De verpleegkundige versterkt (zo ver als mogelijk) het zelfmanagement van mensen in hun sociale context. Ze richt zich daarbij op gezamenlijke besluitvorming met de zorgvrager en diens 6

7 naasten en houdt hierbij rekening met de diversiteit in persoonlijke eigenschappen, etnische, culturele en levensbeschouwelijke achtergronden en ideologische overtuigingen. LU 3: De verpleegkundige indiceert en voert verpleegtechnische (voorbehouden) handelingen uit op basis van zelfstandige bevoegdheid of functionele zelfstandigheid zoals beschreven in de wet BIG. Communicator Samenwerkingspartner LU 4: De verpleegkundige communiceert op persoonsgerichte en professionele wijze met de zorgvrager en diens informele netwerk waarbij voor optimale informatie-uitwisseling wordt gezorgd. LU 5: De verpleegkundige gaat een vertrouwensrelatie aan, werkt effectief samen vanuit het principe van gezamenlijke besluitvorming met de zorgvrager en diens naasten en ondersteunt hen in het zelfmanagement. LU 6: De verpleegkundige werkt zowel binnen als buiten de eigen organisatie samen met andere beroepsbeoefenaren of zorgorganisaties waarin zij als autonome professional haar bijdrage levert aan de kwaliteit en de continuïteit van zorg. LU 7: De verpleegkundige handelt vanuit een continu aanwezig onderzoekend vermogen leidend tot reflectie, evidence based practice en innovatie van de beroepspraktijk LU 8: De verpleegkundige werkt permanent aan de bevordering en de ontwikkeling van de verpleegkundige beroepsgroep, haar eigen deskundigheid en die van haar directe (toekomstige) collega s door voortdurend actief (verschillende vormen van) kennis te zoeken en te delen en, indien van toepassing, in praktijkgericht onderzoek te participeren. LU 9: De verpleegkundige reflecteert voortdurend en methodisch op eigen handelen in samenwerking met de zorgvrager en andere zorgverleners en betrekt hierbij inhoudelijke, procesmatige en moreel-ethische aspecten van haar keuzes en beslissingen. Reflectieve EBPprofessional Gezondheidsbevorderaar Organisator LU 10: De verpleegkundige bevordert de gezondheid van de zorgvrager of groepen zorgvragers door het organiseren en toepassen van verschillende vormen van preventie die zich richten op het bevorderen van het zelfmanagement en het gebruik van het eigen netwerk van de zorgvrager. LU 11: De verpleegkundige toont leiderschap in het verpleegkundig handelen en in de samenwerking met anderen en weegt de verschillende belangen waarbij de belangen van de zorgvrager voorop staat. 7

8 LU 12: De verpleegkundige plant en coördineert de zorg rondom de zorgvrager/ groepen zorgvragers. LU 13: De verpleegkundige neemt verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zorgvragers en medewerkers binnen de organisatie. Professional en kwaliteitsbevorderaar LU 14: De verpleegkundige monitort, meet en screent de zorgverlening zowel op het niveau van de individuele zorgverlening als op het niveau van de eenheid waarop zij werkt om goede kwaliteit van zorg te borgen dan wel te verbeteren. LU 15: De verpleegkundige levert een bijdrage aan kwaliteitssystemen binnen de organisatie en is betrokken bij het lokaal toepasbaar maken en uitvoeren van standaarden, richtlijnen, protocollen en zorgtechnologie, signaleert het ontbreken en draagt bij aan de ontwikkeling hiervan. LU 16: De verpleegkundige levert een positieve en actieve bijdrage aan de beeldvorming en de ontwikkeling van verpleegkunde vanuit een historisch, institutioneel en maatschappelijk perspectief. In elke stage en in het bijbehorende flankerende onderwijs komen de zeven CanMEDS rollen van de verpleegkundige aan bod. Het primaire zorgproces komt elke stage aan bod en verdiept zich in de loop van de stages in mate van zelfstandigheid, zelfsturendheid en complexiteit Opbouw CanMEDS rollen CanMEDS-rol 1 DE ZORGVERLENER Als zorgverlener is de verpleegkundige gericht op het versterken van het zelfmanagement van mensen in hun sociale context, waar mogelijk. Verplegen omvat: het vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg door middel van klinisch redeneren; therapeutische interventies en persoonlijke verzorging; informatievoorziening, educatie, advies en voorspraak; lichamelijke, emotionele en geestelijke ondersteuning. Klinisch redeneren is het continue proces van gegevens verzameling en analyse gericht op de vragen en problemen van de patiënt. In dit proces richt de verpleegkundige zich op risico inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring. Omdat ieder mens anders reageert op (dreigende) ziekte en behandeling, zowel lichamelijk, psychisch, functioneel als sociaal, maakt de verpleegkundige gebruik van een veelheid aan informatie. Allereerst informatie van de persoon zelf, van zijn omgeving en van andere zorgverleners. Dit kan mondelinge informatie zijn, informatie uit observaties en lichamelijk onderzoek en uit overdrachten en dossiers. De problemen van patiënten, zoals verpleegkundigen die in alle contexten tegenkomen, betreffen vier gebieden van het menselijk functioneren: het lichamelijke, het psychische, het functionele en het sociale. Naast deze generieke problemen zijn er altijd ook specifieke. Als zorgverlener is de verpleegkundige zelfstandig bevoegd voor de volgende in de wet BIG genoemde voorbehouden handelingen: injecties, katheterisaties en het voorschrijven van URgeneesmiddelen. De zelfstandige bevoegdheid geldt voor zover wordt gehandeld binnen de in 8

9 regelgeving gestelde begrenzingen. Voor andere voorbehouden handelingen geldt een zelfstandige uitvoeringsbevoegdheid (functionele zelfstandigheid) zoals omschreven in het Besluit functionele zelfstandigheid. CanMEDS-rol 2 DE COMMUNICATOR Patiënten hebben regie over en verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en gezondheid, binnen de mogelijkheden en omstandigheden van elk individu afzonderlijk. Van de verpleegkundige vraagt dit een goed inschattingsvermogen van de informatiebehoefte die de patiënt heeft. Zij houdt in de communicatie rekening met persoonlijke factoren van de patiënt en diens naasten, zoals leeftijd, etnisch/culturele achtergrond, taalbeheersing, kennis en begripsniveau, emotie, coping stijl en draagkracht. Het gaat om communiceren op maat, met een groot inlevingsvermogen en op een open en respectvolle manier. De verpleegkundige is zich bewust van de impact van haar verbale en non-verbale communicatie. Ze verifieert de uitkomsten van haar communicatie bij de patiënt en diens naasten. De communicatie met patiënten die zich verbaal of non-verbaal niet goed kunnen uiten is complex en vraagt bijzondere aandacht. Het moeilijk kunnen interpreteren van zorgvragen door een gebrek aan verificatiemogelijkheden bij de patiënt kan leiden tot extra complicaties. De verpleegkundige heeft ook te maken met mondige patiënten, die zich van te voren uitgebreid hebben geïnformeerd (vaak via internet). Samen met de patiënt gaat de verpleegkundige na welke informatie betrouwbaar en van toepassing is en welke niet. Technologische mogelijkheden maken het de verpleegkundige mogelijk om niet alleen face-toface, maar ook op afstand te communiceren met patiënten. ICT is ondersteunend aan het persoonlijk contact, vervangt dat niet. De verpleegkundige is actief en vaardig op internet en gebruikt sociale media op integere en professionele wijze. CanMEDS-rol 3 DE SAMENWERKINGSPARTNER De verpleegkundige handelt vanuit haar eigen deskundigheid en werkt op basis van gelijkwaardigheid samen met de patiënt en zijn naasten, eigen en andere disciplines, en met leidinggevenden. Zij deelt kennis en informatie, is gericht op samenwerking en overdracht in de keten. Dat vergt permanente onderlinge afstemming, om te voorkomen dat de zorg gefragmenteerd raakt. Zij geeft in samenwerking vorm aan het ontwikkelen van beleid met betrekking tot de individuele patiëntenzorg over de grenzen van de individuele zorgorganisatie. Zij doet dit vanuit het perspectief van de continuïteit van de zorg voor het individu. De verpleegkundige werkt daarnaast over de grenzen van gezondheidszorgorganisaties heen, met onder meer woningbouwverenigingen, politie, ouderensoos, wijkcentra, kerken en moskeeën, buurtregisseurs, scholen, kinderdagverblijven, kunstenaars. Via deze samenwerking spoort zij ook zorgmijders op en mensen met (dreigende) gezondheidsproblemen. De verpleegkundige in de wijk/buurt bereikt iedereen die zorg behoeft, niet alleen op indicatie. De verpleegkundige is vanuit het perspectief van de ondersteuning van het zelfmanagement in eerste termijn gericht op de samenwerking met de patiënt en diens naasten. Zij is zich bewust van het belang van deze relatie als basisvoorwaarde voor de verpleegkundige zorgverlening. De verpleegkundige ondersteunt en begeleidt de mantelzorg of (waar mantelzorg ontbreekt) het sociale netwerk. In het kader van de samenwerking legt de verpleegkundige de informatie, die nodig is om de juiste zorg te kunnen geven, schriftelijk of digitaal vast en houdt een adequate statusvoering bij. Draagt de zorg ook mondeling over naar collega s van eigen en andere disciplines. 9

10 CanMEDS-rol 4 DE REFLECTIEVE EBP-PROFESSIONAL Het handelen van de verpleegkundige in de praktijk wordt in toenemende mate ondersteund door resultaten vanuit onderzoek (evidence based practice, EBP). De verpleegkundige streeft naar het toepassen van instrumenten en interventies waarvan de doeltreffendheid en doelmatigheid aannemelijk zijn. Zij neemt kennis van resultaten van wetenschappelijk onderzoek en past die waar mogelijk toe in de beroepspraktijk. Zij participeert in onderzoek van specialisten en onderzoekers (verpleegkundig, medisch, psychosociaal en/of paramedisch). De verpleegkundige werkt permanent aan de ontwikkeling van haar deskundigheid en levert een bijdrage aan die van collega s. De verpleegkundige leert via formele leertrajecten, én dagelijks op de werkplek. Bijvoorbeeld door casusbesprekingen, intervisie, klinische lessen en intercollegiale toetsing. Een leven lang leren is een constante in haar loopbaan. Zij is transparant over haar persoonlijke en professionele ontwikkeling. Zij houdt dit bij (in kwaliteitsregister, portfolio). De verpleegkundige coacht (aankomend) verpleegkundigen en fungeert als rolmodel. Zij signaleert tekorten aan kennis in de beroepspraktijk en onderneemt dan actie. De verpleegkundige heeft een reflectieve beroepshouding, dat wil zeggen dat zij de keuzen die zij maakt en de beslissingen die zij neemt zorgvuldig overdenkt: inhoudelijk, procesmatig en moreel/ethisch. De medische mogelijkheden zijn groot; er wordt vroeg ingegrepen en lang doorbehandeld. De verpleegkundige speelt een grote rol in het vinden van antwoorden op ethische vragen die dit oproept: hoe verhoudt (door) behandelen zich tot de kwaliteit van leven? Verpleegkundigen zijn zich bewust van het feit dat alle keuzen in de zorg niet los gezien kunnen worden van een moreel ethische context. Zij is zich bewust van haar eigen morele kader van waaruit zij handelt en de impact die dat heeft op de zorgverlening. CanMEDS-rol 5 DE GEZONDHEIDSBEVORDERAAR De verpleegkundige beweegt zich in een maatschappij en zorgsector, waarin het denken in termen van zorg en ziekte verschuift naar denken in gedrag en gezondheid. De verpleegkundige draagt bij aan het bevorderen van gezondheid van mensen door het ondersteunen van hun zelfmanagement. Waar mogelijk betrekt de verpleegkundige de naasten en/of mantelzorg actief, waar mantelzorg ontbreekt legt zij contact met of initieert zij een sociaal netwerk rondom de patiënt. Zij houdt daarbij rekening met de fysieke (leef)omgeving, sociale relaties, cultuur en leefstijl. Daarnaast richt zij zich op de omgeving van de patiënt, op groepen patiënten en op andere professionals of instanties, of gemeenten. De verpleegkundige benadert mensen met hoge risico s op gezondheidsproblemen actief. Zij beïnvloedt de leefstijl en gezond gedrag van burgers en patiënten, in de context waarin zij werkt. CanMEDS rol 6 DE ORGANISATOR De verpleegkundige werkt als professional in verschillende sectoren van de zorg. Zij is ondernemend en initiatiefrijk, werkzaam in grote organisaties of in zelfsturende, kleinschalige teams, of als zelfstandig beroepsbeoefenaar. Binnen de verschillende contexten overziet en begrijpt zij de financieel economische en bedrijfsmatige belangen die bij de patiëntenzorg spelen. Zij voelt zich medeverantwoordelijk voor het betaalbaar houden van de gezondheidszorg. Zij gaat op verantwoorde wijze met materialen en middelen om. Zij neemt beslissingen in het dagelijks werk over taken, beleid (prioritering) en middelen voor de 10

11 individuele patiëntenzorg. De verpleegkundige heeft een coördinerende rol rond de patiënt of groepen patiënten: tussen disciplines en 24 uur per dag, 7 dagen per week. Zij houdt alle ontwikkelingen rondom de patiënt bij en zoekt samen met hem of haar naar oplossingen. Daarmee wordt fragmentatie van zorg voorkomen, de complexiteit goed ingeschat en de juiste professional ingeschakeld. Zij heeft ook invloed op indicering van de zorg. De organisatie en coördinatie van de zorg is niet denkbaar zonder de mogelijkheden van ICT. De verpleegkundige past de nieuwste informatie- en communicatietechnologieën toe, biedt zorg op afstand (E-health) als aanvulling op het persoonlijk contact met de patiënt. De verpleegkundige neemt verantwoordelijkheid naar de organisatie waarin of waarmee zij werkt. Ze bewaakt de patiëntveiligheid, meldt fouten en incidenten, signaleert en rapporteert mogelijkheden tot verbetering van de zorgverlening. De verpleegkundige speelt een actieve rol bij het inrichten van een aantrekkelijke werkomgeving. CanMEDS-rol 7 DE PROFESSIONAL EN KWALITEITSBEVORDERAAR De verpleegkundige levert zorg passend binnen de geldende wet- en regelgeving. De verpleegkundige monitort, meet en screent haar zorg systematisch, met het oog op kwaliteitsverbetering. Waar mogelijk werkt de verpleegkundige evidence based, en volgt kritisch wat werkt. Zij monitort resultaten, zowel op het niveau van individuele zorgverlening als op het niveau van de eenheid waarin zij werkt, en stuurt waar nodig bij. Zij kan afwegingen maken tussen prijs en kwaliteit, om kostenbewust te werk te gaan. Zij levert een bijdrage aan kwaliteitssystemen binnen de organisatie. Veel zorg is geprotocolleerd en gestandaardiseerd. De verpleegkundige is betrokken bij het lokaal toepasbaar maken en uitvoeren van standaarden. Signaleert het ontbreken van standaarden en protocollen op relevante gebieden en brengt dit onder de aandacht van de eigen organisatie en van de beroepsvereniging van verpleegkundigen. Als lid van de beroepsgroep/beroepsorganisatie beïnvloedt de verpleegkundige samen met vakgenoten de beeldvorming en het positieve imago van het beroep, laat zien waar het beroep voor staat en wat de verpleegkundige bijdrage aan de zorg is. De verpleegkundige heeft visie, bevlogenheid, betrokkenheid. Zij vindt het een uitdaging om met mensen te werken, toont respect en oprechte interesse, heeft aandacht voor het unieke van ieder mens. De verpleegkundige heeft een verantwoordelijke en assertieve beroepshouding. Verpleegkundigen spreken elkaar aan op professioneel gedrag: complimenteren en waarderen elkaar, geven elkaar feedback, reflecteren samen. (bron: Bachelor Nursing 2020, januari 2015) 11

12 1.4 Stageonderwijs tijdens de terugkomdagen Het stageonderwijs vindt plaats tijdens de stage op een vaste dag per week en sluit (zoveel mogelijk) aan bij de toets producten en bij de patiëntencategorie waar studenten stage lopen. Naast stageonderwijs vindt ook reflectie en ethiekonderwijs plaats. De onderwijsgroepen bestaan uit maximaal 8 studenten en worden ingedeeld op basis van instelling/ patiëntencategorie. De stagebijeenkomsten worden zoveel mogelijk door een vaste docent verzorgd. De ingezette docenten zijn zoveel mogelijk expert in de patiëntencategorie en in de betreffende stage. Generieke onderwerpen worden vertaald naar specifieke patiëntencategorieën. Kritisch denken, klinisch redeneren en evidence-based werken (onderzoekend vermogen) zijn thema s die binnen elke stage aan bod komen en tijdens de stagebijeenkomsten steeds meer verdiepend worden geoefend en uiteindelijk getoetst. Deze bijeenkomsten zijn verplicht en bereiden voor op de toetsing van de 7 CanMEDs rollen in de stage-opdrachten. De terugkomdagen zijn als volgt: Stage 1 voltijd Stage 2 voltijd, stage 1-2 versneld Stage 3 voltijd en verkort voltijd Stage 4 voltijd, deeltijd, duaal en verkort Stage 2 en 3 deeltijd Woensdag Vrijdag Donderdag Dinsdag Maandag 1.5 Beoordeling stage De beoordeling van de stage valt uiteen in beoordeling van gedrag dat de student laat zien op de afdeling (beoordelingsformulier per jaar) en beoordeling van de theoretische verwerking van leerervaringen op papier (de stageopdrachten). Elke rol wordt in elke stage op beide fronten getoetst. Verantwoording op papier is belangrijk en kan ook exemplarisch zijn. Werkzaamheden die bij de stage- en zorgpraktijk horen bijvoorbeeld het maken van een verpleeg- of zorgleefplan) kan als verantwoordingsmateriaal worden gebruikt. De stageopdrachten worden verzameld in het stageportfolio en vormen samen met het beoordelingsformulier in de praktijk het verantwoordingsdocument van de ontwikkeling in de 7 CanMEDs rollen. Alle stages worden op HBO-niveau beoordeeld. De beoordelingscriteria van de 7 CanMEDs rollen zijn hiervoor leidend. Per stage en per opleidingsjaar is in het beoordelingsformulier concreet beschreven welk gedrag verwacht wordt binnen elke rol. De stage wordt beoordeeld per toetscriterium met een cijfer van Aangezien minimale eisen verwoord zijn in de beoordelingsformulieren geldt dat alle rollen minimaal met een 5,5 beoordeeld moeten worden. Compensatie tussen rollen en toetscriteria is niet mogelijk. De stageopdrachten worden opgenomen in het stageportfolio en beoordeeld door de stagedocent met een cijfer. De stage (praktijk en portfolio) als totaal wordt afgesloten met een cijfer. 12

13 Hoofdstuk 2 Inhoud van het Praktijkleren 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de inhoud van het praktijkleren. We zullen met name ingaan op hoe de stage is opgebouwd en welke verwachtingen er zijn ten aanzien van de verschillende stages, welke partijen betrokken zijn en waar de student dient uit te komen aan het eind van de stage. In het beoordelingsformulier is het minimale eindniveau van de stages per rol opgenomen. Zoals al eerder is gesteld, is de stage dè plek om opgedane competenties binnen de rollen te vertalen naar praktijksituaties. In elke stage wordt aan alle 7 CanMEDs rollen aandacht besteed. De mate en diepgang van deze aandacht is afhankelijk van de praktijkleerperiode. 2.2 Stage en praktijkleerperiode Een stage (voor de voltijd en deeltijd studenten) of een praktijkleerperiode (voor de duale studenten) is een unieke kans om zich als toekomstig verpleegkundige het beroep eigen te maken. Stagelopen is iets anders dan werken. Voor een stagiaire staat het eigen leerproces centraal, de zorgverlening staat ten dienste van dit leerproces. De duale studenten die gelijktijdig werknemer en student zijn, moeten beide rollen vormgeven. Zij moeten tijdens de praktijkleerperiode in hun leerplan inzichtelijk maken hoe zij aan hun competenties werken. Vooral de projectopdrachten en de competentiegerelateerde toetsproducten zullen met het praktijkleren geïntegreerd worden. De student zal ervaringen in de praktijk voortdurend moeten omvormen tot leerervaringen, onder andere door de ervaringen te koppelen aan de theorie en vice versa, alleen op die manier blijft het leren op HBO-niveau gewaarborgd. Die koppeling en verdieping zal de student grotendeels op eigen initiatief vorm moeten geven, juist omdat elke student en elke stageplaats uniek is. We realiseren ons heel goed dat leren in de praktijk een vak apart is. Het begint al bij het herkennen en selecteren van leerervaringen. Elke stageplaats heeft als het ware een heel buffet aan leerervaringen in de aanbieding. De student verwacht misschien een menu van leerervaringen, maar zo werkt het niet, zij moet ze zélf opsporen, selecteren en opnemen in het stageactieplan. Hoe maak je die selectie en hoe maak je een goed stageleerplan? Hoe stuur je je eigen leerproces aan? Hoe smeed je ervaringen om tot léérervaringen, hoe herken je leersituaties en hoe creëer je die? Hoe zien de rollen/competentiegebieden er uit in de praktijk? Hoe maak je je leerproces zichtbaar? Hoe kun je jezelf aansturen? Van de student verwachten we onder andere: nieuwsgierigheid, initiatief, de bereidheid samen te werken en zichzelf ter discussie te stellen, het aangeven van wensen en grenzen, openheid, het nakomen van afspraken en het vragen om begeleiding. 13

14 De opleiding tot HBO-verpleegkundige kent verschillende stages en/of praktijkleerperiodes. In elke fase maakt de student een ontwikkeling door in de verschillende rollen, om uiteindelijk het eindniveau van de opleiding te behalen. De student heeft tijdens de stage een vaste terugkomdag per week, waarop in de lesweken stage-onderwijs en reflectie is gepland De student is in principe vrij met de feestdagen. Planning van vrije dagen gaat altijd in overleg met de stage-afdeling en student. Er wordt vanuit gegaan dat de student onregelmatige diensten meedraaien m.u.v. nachtdiensten. Aantal stagedagen: - Stage 1: 40 dagen - Stage 1-2 versneld, 2, 3 en 4 voltijd: 80 dagen - Stage 2 en 3 deeltijd: 50 dagen - Stage 4 deeltijd: 60 dagen De duale student combineert leren met werken en maakt zich op dezelfde inhoudelijke wijze de rollen en competenties eigen. 2.3 Betrokken partijen Er zijn een aantal personen die betrokken zijn tijdens een stage of praktijkleerperiode. Ieder denkt in zijn eigen rol mee met het vorm en inhoud geven van de stage of praktijkleerperiode. Tijdens de stage zijn de volgende partijen betrokken: Student Werkbegeleider Praktijkbegeleider Stagedocent Profielbegeleider Studieloopbaanbegeleider Reflectie-/ ethiekdocent Hieronder geven we per partij aan welke verwachtingen er zijn. De rol van de student De student: is voorbereid (kennis en vaardigheden) om te kunnen leren in een specifieke zorgsetting en heeft zich verdiept in het profiel van de leerplaats en de patiëntencategorie. 1 ; zij heeft de voorbereidingsopdracht gemaakt en maakt deze bespreekbaar met de werkbegeleider. kent het verwachte eindniveau van de stage in de verschillende rollen en kan het beoordelingsinstrument met de 7 CanMEDs rollen vertalen naar stageactieplan en beoordeling. is in staat een profiel van zichzelf als lerende te schrijven; neemt dit profiel op in de voorbereidingsopdracht. is in staat leerdoelen en aandachtspunten te formuleren voor het praktijkleren en te beschrijven in het stageactieplan legt bij aanvang van de stage haar voorbereidingsopdracht en concept stageactieplan voor aan de werkbegeleider en de stagedocent legt verantwoording af over het leren door een voorbereidend verslag te maken van de 1 Informatie o.a. te vinden op (BPV-box) 14

15 leerervaringen t.b.v. de evaluatie- en beoordelingsgesprekken is zichtbaar en neemt initiatief en verantwoordelijkheid voor eigen leerproces neemt initiatief indien zij stagnatie van het leerproces signaleert (contact met werkbegeleider en stagedocent) houdt de stagedocent op de hoogte van de studievoortgang schakelt stagedocent in bij dreigende onvoldoende beoordeling kent de beroepscompetenties van de hbo-verpleegkundige zoals omschreven in Bachelor Nursing 2020 (Lambregts e.a., 2015) De rol van de werkbegeleider Op de leerplaats wordt de student begeleid door een werkbegeleider. De werkbegeleider is bij voorkeur een ervaren verpleegkundige die deskundig is in het begeleiden van stagiaires. Hij is verantwoordelijk voor de totale begeleiding tijdens de stage en de beoordeling aan het einde van de stageperiode. Soms is dit rolmodel niet direct aanwezig op de werkvloer. In dit geval ligt de verantwoordelijkheid voor de procesgang bij de praktijkbegeleider of coördinator of bij de direct leidinggevende. De werkbegeleider: is betrokken bij de kennismaking op de leerplaats bespreekt de voorbereidingsopdracht met de student verzorgt het inwerken op de leerplaats beoordeelt in samenspraak met de stagedocent het stageactieplan op realiteit en haalbaarheid bewaakt en ondersteunt het leerproces houdt continu zicht op het leerproces en het verpleegkundig functioneren van de student signaleert problemen en maakt deze bespreekbaar biedt een veilig leerklimaat geeft aanwijzingen en feedback De werkbegeleider zal op de hoogte moeten zijn van de inhoud van de stage. Daarbij moet hij in staat zijn om het beoordelingsinstrument te vertalen naar het verpleegkundig handelen op de afdeling. Hij zal met de student passende leersituaties benoemen en creëren De rol van de praktijkbegeleider Ook de praktijkbegeleider, de begeleider op afstand (praktijkopleider of praktijkcoördinator), kan, afhankelijk van de organisatie van het praktijkleren binnen de zorginstelling, in dit stagemodel een taak hebben, bijvoorbeeld: het bespreken van het stageactieplan het bewaken van de grote lijn in het praktijkleren ondersteuning bij reflectie leiding nemen bij de formele gesprekken ondersteuning bieden aan de werkbegeleider en /of team op de afdeling, zodat zij kunnen begeleiden zorgen voor randvoorwaarden ten aanzien van het leren in de praktijk aanspreekpunt zijn voor werkbegeleider, stagedocent en student 15

16 De rol van de stagedocent (profielbegeleider bij 4 jaars studenten) De stagedocent heeft verschillende taken: gericht op het leerproces van de individuele student en op het gebied van de samenwerking tussen school en praktijk. De stagedocent ondersteunt, daar waar nodig en waar deze taak niet door de praktijkopleider uitgevoerd wordt, de werkbegeleider zodat deze de student zelfstandig kan begeleiden en beoordelen. De stagedocent: coacht de student bij het maken van het stageactieplan kijkt mee met de inhoud van het actieplan en geeft de student advies onderhoudt het contact met de stage-verlenende instelling zorgt dat hij goed bereikbaar is voor de praktijk en studenten informeert de werkbegeleider over het gebruik van het beoordelingsinstrument en overlegt met de werk- en/of praktijkbegeleider over de vertaling hiervan naar desbetreffende leerplaats bepaalt in samenspraak met de instelling de geschiktheid van de stageplaats voor het leren op HBO niveau. signaleert mogelijke knelpunten in de voortgang van het leerproces van de student op basis van het stageactieplan, het tussentijdse reflectieverslag en het eindreflectieverslag, of signalen uit de praktijk, dan wel van de student zelf. doet in overleg met student en werkbegeleider voorstellen tot het oplossen van de gesignaleerde knelpunten binnen de kaders die het opleidings- en examenreglement (OER) daartoe biedt controleert de aanwezigheid van een (correct ingevuld) statusformulier adviseert de praktijk over het juiste gebruik van formulieren en procedures bewaakt het beoordelingsproces en het juiste gebruik van de criteria geeft de student tijdens de portfoliobesprekingen feedback op het stageportfolio is tenminste 1x aanwezig bij een beoordelingsgesprek (tussenevaluatie en/of eindevaluatie) stelt aan het eind van de stage of praktijkleerperiode, na beoordeling van het portfolio, de behaalde studiepunten (voor stagevoorbereiding en stage) vast overlegt bij een (dreigende) onvoldoende stage met de studieloopbaanbegeleider van de student De rol van de Studieloopbaanbegeleider en Reflectiedocent De studieloopbaanbegeleider (SLBer) begeleidt de student gedurende de gehele opleiding. In het eerste jaar, de propedeuse staat de studieloopbaanbegeleiding (SLB) in het teken van oriëntatie, selectie en verwijzing. De SLBer begeleidt de student bij dit proces. Vragen over studievaardigheden, de geschiktheid voor het verpleegkundig beroep en eventuele twijfel over de gemaakte beroepskeuze, zijn tijdens de SLB bijeenkomsten aan de orde. In het tweede jaar ligt het accent meer op het maken van keuzes, bijvoorbeeld kiezen voor profilering of kiezen voor een differentiatierichting in het vierde jaar. In het derde en vierde jaar is studieloopbaanbegeleiding gericht op het ondersteunen van de studievoortgang. De student zal zich gedurende de opleiding ontwikkelen tot een (beginnende) zelfstandige beroepsbeoefenaar die kritisch reflecteert op de rol van verpleegkundige. Daarom vinden er tijdens de stage en praktijkleerperioden reflectie & ethiekbijeenkomsten plaats. Het delen van de opgedane ervaringen tijdens stage en praktijkleerperiode met medestudenten is hierin 16

17 belangrijk. Op deze manier zullen de reflectie en ethiekbijeenkomsten helpen om het leren in de praktijk te ondersteunen en de integratie tussen theorie en praktijk te bevorderen. 2.4 Stagevoorbereiding Studenten starten met de stage op dag 1 van het stageblok. De eerste week van de stage staat nog wel in het teken van oriëntatie en afstemming. In deze week zal ook het stageactieplan definitief worden vastgesteld, na overleg met stagedocent en werkbegeleider. Om het belang van een goede stagevoorbereiding te benadrukken is de stagevoorbereiding officieel opgenomen in het examenprogramma van het praktijkleren en heeft het een verplicht karakter. Stagevoorbereiding, de stage zelf, het portfolio en het reflectie & ethiekonderwijs hebben alle drie een plek gekregen in het cijferregistratiesysteem (Osiris). Alle onderdelen moeten behaald zijn om de punten voor de stage geregistreerd te krijgen. De stagevoorbereiding valt uiteen in drie onderdelen: oriëntatie op stagelopen, de voorbereidingsopdracht en het stageactieplan. De stagedocent is verantwoordelijk voor het aftekenen van de verschillende opdrachten (voorbereidingsopdracht, stageleerplan en aanwezigheid bij de bijeenkomsten) en het verwerken van de studiepunten in Osiris. Voorbereidingsopdracht Zoals gezegd is een goede voorbereiding op de stageplek essentieel voor het lopen van een goede stage. Van studenten wordt verwacht dat zij in staat zijn tot het maken van de vertaalslag van de aangeboden theorie naar concrete leerervaringen op een specifieke stageafdeling. Voordat de stage van start gaat, zal de student dus goed op de hoogte moeten zijn van de patiëntencategorie, de veelvoorkomende zorgvragen, de organisatie van de afdeling, de planning van de zorg etcetera. De voorbereidingsopdracht helpt de student om goed beslagen ten ijs te komen bij de start op de stageafdeling. Wij vinden een gedegen voorbereiding op de stage zeer belangrijk; de voorbereidingsopdracht is dan ook verplicht. De voorbereidingsopdracht bestaat uit een aantal vragen ter verdieping van de 7 CanMEDs rollen en een persoonlijke introductie. Van studenten wordt verwacht dat zij vóór aanvang van de stage deze opdracht hebben gemaakt. Deze voorbereidingsopdracht is de basis voor een begeleidingsgesprek in de eerste stageweek met de werkbegeleider en eventueel de praktijkopleider. Op inhoudsniveau wordt de voorbereidingsopdracht met de werkbegeleiders besproken; zij kunnen immers helpen de vertaalslag te maken van de rollen naar de praktijk. Aan de hand van dit gesprek kan de student een start maken met het schrijven van een stageactieplan. De stagedocent registreert de aanwezigheid van de voorbereidingsopdracht. Stageactieplan Het stageactieplan is het basisdocument van het stagelopen en geeft richting aan de te lopen stage. In dit plan worden de programmadoelen per stagejaar aangegeven, vertaald naar beoordelingscriteria (vaardigheden en gedrag) in het beoordelingsformulier. In het 17

18 stageactieplan geeft de student in toenemende mate zelf aan welke stage-activiteiten zij gaat uitvoeren, wie/wat daarvoor nodig is en op welke termijn (planning). Ook worden persoonlijke leerdoelen en leeractiviteiten opgenomen, die het verdere leren in de stage stuurt. Naar aanleiding van de gemaakte voorbereidingsopdracht en de bespreking daarvan met de werkbegeleider en de daaropvolgende tips en opmerkingen, verfijnt de student aan het begin van de stage het stageactieplan. Voor stage 1 ligt er een standaard opzet voor het stageactieplan klaar. De student maakt zelf de doelen concreet en richt deze op de patiëntencategorie van de stageafdeling. Vanaf het tweede jaar is het stageactieplan meer open en vult de student, in toenemende mate van zelfsturing en complexiteit van de patiëntencategorie, het actieplan in. Het woord stageactieplan zegt het al: het is een plan, dat aangeeft hoe de stage er mogelijk uit gaat zien. Gedurende de stage kunnen leerdoelen bijgesteld worden of vervangen. In elk stageactieplan is het echter van groot belang dat alle 7 CanMEDs rollen aan bod komen. De diepgang van het leren in de 7 CanMEDs rollen is afhankelijk van (het jaar van) de stage. Het beoordelingsformulier geeft per stage het minimale eindniveau weer binnen de verschillende rollen. Het is aan de student om aan de hand van dit beoordelingsformulier en de eerder opgedane ervaringen en verworven competenties (zie ook de voorbereidingsopdracht) een persoonlijk stageactieplan te maken. Het stageactieplan wordt opgesteld aan de hand van het format zoals opgenomen in HUbl. De eerste versie van het stageactieplan is altijd een conceptversie waarin de student aangeeft wat zij zal willen leren. De student legt het actieplan voor aan de stagedocent en bespreekt het met de werk- en /of praktijkbegeleider. Op basis van feedback kan de student het plan aanpassen op praktische haalbaarheid en op haalbare mate van complexiteit. Het is natuurlijk niet zo dat de student pas kan starten met leren, nadat het plan aangepast is. Leren begint al meteen op de eerste dag. Stagedocent en werkbegeleider zullen aangeven met welke punten de student vast aan de slag kan en welke punten in het stageactieplan nog verdere aanvulling vragen. 2.5 Start stage Het stagebureau draagt zorg voor de planning van de stages. Ruim voor aanvang van de stage zal de indeling van de stageplekken via de mail aan de studenten bekend gemaakt worden. Studenten nemen vervolgens zelf contact op met de stage-instelling. Voor de start van de stage is veelal een kennismakingsgesprek met de instelling gepland, waarbij organisatorische en regelzaken doorgesproken kunnen worden, denk bijvoorbeeld aan het lenen van uniformen en het verkrijgen van sleutels. Het verdient zeer de aanbeveling om vóór de start van de stage al kennisgemaakt te hebben met de (mensen van de) stage-afdeling zelf. Veel stage-instellingen hebben ook informatie over hun afdelingen opgenomen op ROBopstage.nl in de bpv-box. Deze box geeft gerichte informatie, die ook voor het maken van de voorbereidingsopdracht bruikbaar is. 2.6 Leerperiode De eerste week van de stage en praktijkleerperiode kan nog beschouwd worden als oriëntatie op de stage en de leerdoelen. In de loop van de eerste weken wordt voor student en werkbegeleider steeds duidelijker hoe de verdere leerperiode zich zal ontvouwen. Na de eerste introductieperiode lijkt er nog veel tijd om tot leren te komen, maar praktijk wijst uit dat de 18

19 stageweken/ maanden van de praktijkleerperiode, hoewel intensief van karakter, zeer snel voorbij gaan. Het is dus van groot belang dat de student al in het actieplan een planning aangeeft waarin vast een voorzet wordt gegeven wanneer welk leerdoel aan de orde komt. Voor het plannen van de stage of praktijkleerperiode is het aan te bevelen een tijdspad uit te zetten, waarin de belangrijkste te plannen bijeenkomsten vermeld staan en aangegeven wordt welk leerdoel wanneer wordt ingepland. Uiteraard is ook deze tijdslijn een plan, en kan het dus gedurende de stage aangepast worden. Algemene onderdelen die zijn opgenomen in het standaard stageactieplan: Voorbereidingsfase (voorafgaand aan de stage): hierin staat de oriëntatie op de stageinstelling centraal zoals het maken van de voorbereidingsopdracht, regelzaken binnen de instelling achterhalen (Mantouxtest, kennismaking, dienstkleding, rooster etc.), kennismaken met de stagedocent en zorgen voor ondertekenen van het stagecontract (in tweevoud) Oriëntatiefase (1 tot 2 weken): waarin een plek wordt verworven binnen het team, de voorbereidingsopdracht besproken kan worden tijdens het introductiegesprek en het stageactieplan wordt besproken en verfijnt. De student plant tevens een datum voor de tussenevaluatie en spreekt voortgangsgesprekken af (samen met de werkbegeleider, evt. praktijkopleider en stagedocent/ profielbegeleider). Deze twee weken zijn bedoeld om zo goed mogelijk een beeld te vormen van de leermogelijkheden en het uitspreken van wederzijdse verwachtingen. Integratiefase: de weken na de introductie staan in het teken van het werken aan de leerdoelen en het verzamelen van bewijslast voor het stageportfolio: uitwerkingen van leerdoelen, maken van opdrachten, schrijven van reflectieverslagen etc. In deze periode wordt van de student verwacht dat zij steeds in contact blijft met de werkbegeleider en de vorderingen bespreekt. Het is zeer aan te bevelen om op regelmatige basis voortgangsgesprekken te plannen, al dan niet in aanwezigheid van de praktijkbegeleider. Het op tijd inplannen van dergelijke gesprekken vergroot de slagingskans (van het doorgaan) van deze gesprekken aanzienlijk. Van de student wordt verwacht dat deze het initiatief neemt tot het plannen, bewaken én voorbereiden van deze gesprekken vanaf het tweede jaar. De eerstejaars studenten zullen hier mogelijk nog sturing bij nodig hebben vanuit de werkbegeleider. Gedurende de stage volgt de student op de terugkomdag themabijeenkomsten en reflectie (& ethiek) onderwijs; verslagen van het reflectie (& ethiek) onderwijs worden ook opgenomen in het portfolio. Tussenevaluatie: rond het midden van de stage wordt de tussenevaluatie gehouden, dit is een officiële evaluatie en ook een beoordelingsmoment. De stagedocent is dan ook meestal aanwezig bij dit gesprek. Ter voorbereiding op de tussenevaluatie schrijft de student een voorbereidend verslag volgens het format. De student dient dit voorbereidend verslag uiterlijk 3 dagen vóór de geplande tussenevaluatie naar de werkbegeleider, evt. praktijkopleider en stagedocent, op te sturen. Voor de tussenevaluatie wordt gebruik gemaakt van het beoordelingsformulier tussenevaluatie, dit formulier wordt ingevuld door de werk-/ praktijkbegeleider en meeondertekend door de stagedocent. Bij een onvoldoende tussenbeoordeling gelden de daaropvolgende voortgangsgesprekken ook als beoordelingsgesprekken; ook dan wordt een beoordelingsformulier tussenevaluatie ingevuld. Het is van groot belang dat op het formulier heldere en concrete afspraken worden gemaakt over de verwachtingen voor de komende periode. Student, werkbegeleider, praktijkbegeleider en stagedocent zien er vervolgens op toe dat aan de afspraken gewerkt wordt. 19

20 Afrondingsfase: de student plant de eindevaluatie en bereidt deze voor middels het voorbereidende verslag. De student dient dit voorbereidend verslag uiterlijk 3 dagen vóór geplande eindevaluatie naar de werkbegeleider, evt. praktijkopleider en stagedocent op te sturen. Gedurende deze fase rondt de student de stageopdrachten af en vult het stageportfolio ter beoordeling door de stagedocent. De stagedocent beoordeelt de inhoud van het stageportfolio en registreert bij voldoende bewijsmateriaal de studiepunten voor de stage in Osiris. Deze punten worden pas verwerkt als zowel de voorbereiding op de stage, als de stage zelf, als de reflectie & ethiek met tenminste een voldoende is beoordeeld. Naast het verzamelen van bewijsmateriaal voor de opgedane leerervaringen biedt het portfolio de student ook de kans om helder te krijgen in hoeverre zij is gevorderd in het bekwamen in de verschillende competenties en vooral ook welke leerpunten er nu liggen voor de komende stage. Eindevaluatie: aan het eind van de stage wordt de eindbeoordeling uitgesproken. Het beoordelingsformulier (digitale versie) wordt opgestart door de student of de stagedocent en doorgestuurd naar de werkbegeleider via een link. De werkbegeleider of evt. de praktijkopleider vult het formulier in. De student ziet erop toe dat de werkbegeleider het definitieve beoordelingsformulier verzendt, waarna zowel werkbegeleider, student als stagedocent een PDF document van het ingevulde formulier via de mail ontvangen. 2.7 Reflectie & ethiek onderwijs Tijdens het leren in de praktijk vinden we reflectie en ethiek van groot belang. Reflectie betekent kort gezegd dat de student op ervaringen terugkijkt met als doel ervan te leren, zodat zij hierdoor beter kan functioneren in de beroepspraktijk. Bij dit leren vinden we het belangrijk dat de student leert kritisch te analyseren hoe het komt dat een situatie op een bepaalde wijze is verlopen. Het eigen aandeel en ook andere oorzaken dienen te worden onderzocht, waarbij integratie tussen persoon en beroep wordt nagestreefd. Gedurende de praktijkleerperioden zal de student op school reflectiebijeenkomsten aangeboden krijgen waarbinnen het streven naar kritische reflectie centraal staat zodat de student zich kan ontwikkelen tot een reflectieve professional (CanMEDs rol 4). De student komt in de stage heel veel nieuwe situaties tegen. Reflecteren is een hulpmiddel om het leren van de nieuwe situaties in de stage bevorderen. Reflecteren ondersteunt de student bij de transfer van kennis tussen theorie en praktijk. Reflecteren kan ook helpen zicht te krijgen op de persoonlijke ontwikkeling als verpleegkundige en hoe de student die ontwikkeling kan bevorderen. Tijdens elke stage in de opleiding vindt reflectie & ethiekonderwijs plaats. Aan het eind van de opleiding zal de student in staat zijn om zelfstandig te reflecteren. De student kan daarbij alle invalshoeken die een ervaring hebben beïnvloed onderzoeken, zodat hij/zij gericht keuzes kunt maken om veranderingen in gang te zetten. Het doel hiervan is dat de student zich optimaal kan ontwikkelen als verpleegkundige, zodat hij/zij steeds beter kan gaan functioneren in de beroepspraktijk. 2.8 Gesprekken Tijdens de stageperiode voert de student met de werkbegeleider (en eventueel de praktijkbegeleider en/of stagedocent) een aantal formele gesprekken. 20

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 4

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 4 CanMEDS-rollen PraktijkLeren 4 Profiel praktijkleren periode 4 Het handelen van de student heeft in dit stadium van het leren in de praktijk sterk het karakter van: op een eigen manier en vrij zelfstandig

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 2 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 3 (PL3)

Standaard-actieplan stage 3 (PL3) Standaard-actieplan stage 3 (PL3) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 3 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 1 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 4 (PL4)

Standaard-actieplan stage 4 (PL4) Standaard-actieplan stage 4 (PL4) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 4 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 3

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 3 CanMEDS-rollen PraktijkLeren 3 Profiel praktijkleren periode 3 In PL 3 handelt de student steeds meer volgens eigen visie en inzicht en geeft daarmee eigen kleur aan het handelen, die hij kan onderbouwen

Nadere informatie

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 1

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 1 CanMEDS-rollen PraktijkLeren 1 Profiel praktijkleren periode 1 In PL 1 ligt de nadruk op het observeren, gegevens verzamelen, de situatie onderzoeken. Het handelen heeft voornamelijk het karakter van nadoen

Nadere informatie

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 2

CanMEDS-rollen PraktijkLeren 2 CanMEDS-rollen PraktijkLeren 2 Profiel praktijkleren periode 2 In PL 2 staat de eigen zorgverlening in direct patiëntencontact centraal. De student herkent het professioneel handelen in situaties en is

Nadere informatie

Verpleegkunde Algemene cursushandleiding Praktijkleren

Verpleegkunde Algemene cursushandleiding Praktijkleren Verpleegkunde Algemene cursushandleiding Praktijkleren Opleiding Bachelor Verpleegkunde 2015-2016 1 Code Rooster PL Voorzitter PL Naam: Jacqueline Dijkstra Coördinator: Naam: Brechtje Letanche Email: brechtje.letanche@hu.nl,

Nadere informatie

Verpleegkunde Algemene handleiding Praktijkleren

Verpleegkunde Algemene handleiding Praktijkleren Verpleegkunde Algemene handleiding Praktijkleren Opleiding Bachelor Verpleegkunde 1 Code Rooster Stagecoördinatoren Blokteam PL Auteurs: PL Naam: Jacqueline Dijkstra Email: Jacqueline.dijkstra@hu.nl Naam:

Nadere informatie

Module/ plaats in opleiding (propedeuse Bloom niveau 1,2 & 3) Module Beroepsoriëntatie

Module/ plaats in opleiding (propedeuse Bloom niveau 1,2 & 3) Module Beroepsoriëntatie Document naam: Leeruitkomsten HBO V flex Versie: 4 datum 23 5 2016 Status: Concept Eigenaar: Project HBO V flex noot: ter advies voorgelegd aan LPC op 19 mei 2016 (aangepast 23 mei), voor de vergadering

Nadere informatie

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de

Nadere informatie

CanMEDS-rollen praktijkleren

CanMEDS-rollen praktijkleren CanMEDS-rollen praktijkleren Profielen praktijkleren PL periode 1 In PL 1 ligt de nadruk op het observeren, gegevens verzamelen, de situatie onderzoeken. Het handelen heeft voornamelijk het karakter van

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3 Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 3 Stagegids Regulier Jaar 3, Blok 1 t/m 4 2013-2014 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg

Nadere informatie

Functiebeschrijving verzorgende IG (FWG 35) A. Plaats in de organisatie

Functiebeschrijving verzorgende IG (FWG 35) A. Plaats in de organisatie Functiebeschrijving verzorgende IG (FWG 35) A. Plaats in de organisatie Plaats in de organisatie De verzorgende IG is werkzaam ten behoeve van de cliënten van Zorggroep Hof en Hiem. Zorg en begeleiding

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stagegids Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II Regulier Studiejaar 2014-2015 Amsterdam School of Health Professions Opleiding

Nadere informatie

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ ) Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stagegids Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/14-11-14) Regulier Studiejaar 2014-2015 Amsterdam School of Health Professions

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Onderwijsgroep (OWG)

Opleiding Verpleegkunde. Onderwijsgroep (OWG) Opleiding Verpleegkunde Onderwijsgroep (OWG) Handleiding Jaar 2 Voltijd Studiejaar 2013-2014 INLEIDING Doelstelling van OWG Tijdens de stage zijn er zes OWG- bijeenkomsten. In dit deel staat de praktische

Nadere informatie

Voorbereidingsmateriaal Decentrale Selectiedag 2016 Hogeschool Viaa, afdeling HBO V. Uit: Leren van de toekomst, Verpleegkundigen & Verzorgenden 2020

Voorbereidingsmateriaal Decentrale Selectiedag 2016 Hogeschool Viaa, afdeling HBO V. Uit: Leren van de toekomst, Verpleegkundigen & Verzorgenden 2020 Voorbereidingsmateriaal Decentrale Selectiedag 2016 Hogeschool Viaa, afdeling HBO V Uit: Leren van de toekomst, Verpleegkundigen & Verzorgenden 2020 Johan Lambregts en Ans Grotendorst Houten, 2012 Bohn

Nadere informatie

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 HET GEHEIM VAN GOED BEGELEIDEN IS GOED LUISTEREN NAAR DE STUDENTEN JOHN HATTIE HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 Beroepsprofiel 2020-Christine Rietveld Aan de slag Wat gaan we doen?

Nadere informatie

De competentiegebieden zijn in dit beroepsprofiel als volgt uitgewerkt:

De competentiegebieden zijn in dit beroepsprofiel als volgt uitgewerkt: Schuurmans, M., Lambregts, J., & Grotendorst, A. (red) (2012). Beroepsprofiel verpleegkundige: hoofdstuk 3. 3. De verpleegkundige in 2020: competentiegebieden 2 Bij de beschrijving van de verpleegkundige

Nadere informatie

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016

Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016 1 Instructie Werkbegeleiders opleiding HBOV Henk Chevalking 2015 2016 2 1. Algemene informatie Stages nemen een centrale plaats in, in het HBO onderwijs. Voltijdstudenten lopen in totaal 60 weken stage

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden van studenten tot professionals.

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 1. Voltijd / AIZ/ Duaal GGZ. Jaar 1 Studiejaar 2014-2015 29-10-2014 versie 1.5

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 1. Voltijd / AIZ/ Duaal GGZ. Jaar 1 Studiejaar 2014-2015 29-10-2014 versie 1.5 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 1 Stagegids Voltijd / AIZ/ Duaal GGZ Jaar 1 Studiejaar 2014-2015 29-10-2014 versie 1.5 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg

Nadere informatie

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Gezondheidszorg Instituut voor Gezondheidszorg Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam Studiejaar 1 Naam Student: Studentnummer: Praktijkbeoordelingsformulier opleiding Verpleegkunde

Nadere informatie

Verpleegkundig specialist (MANP)

Verpleegkundig specialist (MANP) Verpleegkundig specialist (MANP) Naam van de opleiding en opleidingsinstituut Door welk orgaan wordt deze opleiding erkend? Master Advanced Nursing Practice GSW, Inholland, Amsterdam NVAO = Nederlands/Vlaams

Nadere informatie

Stagewerkplan Naam student evt. vermelding stage-organisatie (naam/logo)

Stagewerkplan Naam student evt. vermelding stage-organisatie (naam/logo) De teksten in paars zijn toelichtingen als ondersteuning bij het schrijven van een stagewerkplan. Werkbegeleiders en docentbegeleiders kunnen deze toelichtingen gebruiken bij het geven van feedback en

Nadere informatie

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Kerntaak 1 Organiseert het leerproces van de (lerende) medewerker in de praktijk Werkproces Prestatie-indicator Examenproduct

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

DOMEINSTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

DOMEINSTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE DOMEINSTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de behoefte

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.1 en 3.3. Stagegids stage 3.1 en 3.3

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 3.1 en 3.3. Stagegids stage 3.1 en 3.3 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 3.1 en 3.3 Stagegids stage 3.1 en 3.3 Jaar 3 AIZ Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD

Nadere informatie

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL Huis voor Gezondheid vzw Lakensestraat 76 bus 7 1000 Brussel t. 02 412 31 6 f. 02 412 31 69 info@huisvoorgezondheid.be www.huisvoorgezondheid.be ond. nr. 821.4.683 DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 3. Jaar 3 Studiejaar 2014-2015 17-9-2014 versie 4

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 3. Jaar 3 Studiejaar 2014-2015 17-9-2014 versie 4 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 3 Stagegids Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2014-2015 17-9-2014 versie 4 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam Toegepaste Psychologie zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Competentieprofiel werkbegeleider

Competentieprofiel werkbegeleider Competentieprofiel werkbegeleider Voor verzorgenden en verpleegkundigen Ontwikkeld door: Hennie Verhagen (Evean) Joukje Stellingwerf (Puur Zuid) Maaike Hakvoort (ZGAO) Brenda van der Zaag (ROC TOP) Kim

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 2.1. Stagegids stage 2.1

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. AIZ: Stage 2.1. Stagegids stage 2.1 Opleiding Verpleegkunde Stagegids AIZ: Stage 2.1 Stagegids stage 2.1 Jaar 2 AIZ Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam T 020

Nadere informatie

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO)

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Inloggen op Canvas Uw opleiding Theorie - aantal lesdagen en onderwerpen vindt u in de studiegids Praktijk

Nadere informatie

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen Getting Started Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk

Nadere informatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Om de kwaliteit van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde te behouden en te verbeteren worden met ingang van december

Nadere informatie

In de praktijk wat kan, op school wat moet

In de praktijk wat kan, op school wat moet Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren (verzamelde

Nadere informatie

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017 Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017 Introductie Dit is de checklist voor de aios en opleider om halverwege de periode samen te bespreken hoe het opleiden gaat.

Nadere informatie

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent Naam student: Studentnummer: Klas: SLC coach: Stageperiode leerjaar 1: Code kwartaal 3: OVKKPB01P1 Code

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg

CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg PROFESSIONAL EN KWALITEITS- BEVORDERAAR COMMUNICATOR ORGANISATOR ZORG- VERLENER SAMENWERKINGS- PARTNER GEZONDHEIDS- BEVORDERAAR REFLECTIEVE PROFESSIONAL

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4 De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: 216-21 Jaar: Afstudeerfase Onderdeel: Meesterproefgesprek Rol van zorgverlener, regisseur,

Nadere informatie

Stagedoelstelling exploratiestage

Stagedoelstelling exploratiestage Stagedoelstelling exploratiestage 2018-2019 1 Zorgverlener: verlenen verpleegkundige zorg/technische vaardigheden volgens de verpleegkundige basisprincipes Werkt systematisch en gestructureerd. Besteedt

Nadere informatie

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend. Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t.b.v. optimale patiëntenzorg en werkprocessen.

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

Algemene informatie afstudeerfase

Algemene informatie afstudeerfase De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport Opleiding HBO-Verpleegkunde - Afstudeerfase Algemene informatie afstudeerfase 1 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie afstuderen... 3 2 Proeve

Nadere informatie

Beoordeling en evaluatie

Beoordeling en evaluatie Beoordelingsformulier Beoordeling en evaluatie Student: Studentnummer: Opleiding en crebonr.: Niveau en leerweg: BPV bedrijf: Praktijkopleider: BPV-periode van/tot: SLBer Schoolperiode van/tot: Datum:

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling . Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding Instructie beoordeling: Het beroepshoudingformulier wordt voor de BOL leerlingen tijdens de schoolperiode door de SLBer beoordeeld

Nadere informatie

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS) Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Inleiding Tijdens de stage zijn er zeven leerondersteuningsbijeenkomsten (LOS-bijeenkomsten). Het onderwijs

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling)

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling) NAAM OPLEIDER/SUPERVISOR: Dr. A. DATUM EVALUATIE: DE GEGEVENS BETREFFEN PERIODE: : Aios-: : Groeps: Groeps: Hoe heeft u uzelf beoordeeld? Hoe hebben de Aios u gemiddeld beoordeeld? Standaarddeviatie van

Nadere informatie

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen)

Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen) Rollenmatrix Rollen, verantwoordelijkheden en taken docent-praktijkopleider-werkbegeleider-teamleider (leerafdelingen) Toelichting vooraf: o Als uitgangsmateriaal zijn de overzichten van taken en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer Praktijkopdracht Kwalificerend Instructie student Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer Niveau : 4 Crebonr. : 25185 Kerntaak : B1-K2 Dossier :

Nadere informatie

CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA VOLGENS HET BEROEPSPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE

CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA VOLGENS HET BEROEPSPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA VOLGENS HET BEROEPSPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE 2020 www.zorgvoorbeter.nl CANMEDS EN VERPLEEGKUNDIGE TAKEN ZORGROBOTICA Zorgopleidingen kunnen dit overzicht gebruiken

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 4. Stage 4.1 en 4.2

Opleiding Verpleegkunde. Stagegids. Jaar 4. Stage 4.1 en 4.2 Opleiding Verpleegkunde Stagegids Jaar 4 Stage 4.1 en 4.2 Stagegids Voltijd Jaar 4 Studiejaar 2015-2016 Amsterdam School of Health Professions Opleiding Verpleegkunde Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam

Nadere informatie

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4 Profiel trajectbegeleider Kwalificatieprofiel trajectbegeleider Algemene informatie Onder regie van datum: december 2005 versie: 3 NOC*NSF Ontwikkeld door KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met

Nadere informatie

Professional of niet? Nelleke Rietveld

Professional of niet? Nelleke Rietveld Professional of niet? Nelleke Rietveld Domein? Wat is het domein van de verpleegkundige? Professionalisering wat is dat eigenlijk? Professionalisering houdt in dat je je als beroepsgroep duidelijk onderscheidt

Nadere informatie

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen Profiel Trajectbegeleider / Leercoach Kwalificatieprofiel trajectbegeleider Algemene informatie Onder regie van datum: december 2005 versie: 3 NOC*NSF Ontwikkeld door KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking

Nadere informatie

Stagewerkplan. Stage mogelijkheid voor titel stagewerkplan / foto e.d.

Stagewerkplan. Stage mogelijkheid voor titel stagewerkplan / foto e.d. De teksten in blauw zijn toelichtingen als ondersteuning bij het schrijven van een stagewerkplan. Werkbegeleiders en docentbegeleiders kunnen deze toelichtingen gebruiken bij het geven van feedback en

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

Organisatie: KadeZorg Functie: Verzorgende IG nv. 3

Organisatie: KadeZorg Functie: Verzorgende IG nv. 3 Organisatie: KadeZorg Functie: nv. 3 Kern van de functie De verzorgende levert cliëntgerichte zorg (lichamelijke, geestelijke en sociale hulp, begeleiding en verzorging) aan cliënten binnen de daartoe

Nadere informatie

Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1

Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1 Competentieprofiel mentor jeugdzorg 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marjolein van Dijk, opleidingsadviseur Jeugdzorg Nederland 3 juli 2013 1 Dit document is geschreven

Nadere informatie

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg. Nikki van der Meer. Stage eindverslag Stage Cordaan Thuiszorg. Klas: lv13-4agz2 Student nummer: 500631386 Docentbegeleider: Marieke Vugts Werkbegeleider: Linda Pieterse Praktijkopleider: Evelien Rijkhoff

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

Informatiebrochure Deskundigheidsbevordering Wijkverpleegkundige Indiceren en organiseren van zorg

Informatiebrochure Deskundigheidsbevordering Wijkverpleegkundige Indiceren en organiseren van zorg Informatiebrochure Deskundigheidsbevordering Wijkverpleegkundige Indiceren en organiseren van zorg AVZN Deskundigheidsbevordering wijkverpleegkundigen 2015 Pagina 1 van 8 AVZN Deskundigheidsbevordering

Nadere informatie

Beroepspraktijkvorming Zorghulp. Praktijkopdrachten voor kwalificatieniveau 1

Beroepspraktijkvorming Zorghulp. Praktijkopdrachten voor kwalificatieniveau 1 Beroepspraktijkvorming Zorghulp Praktijkopdrachten voor kwalificatieniveau 1 Auteurs Nicolien van Halem Henny de Leeuw Tera Stuut Johan van t Wout Beroepspraktijkvorming Zorghulp Praktijkopdrachten voor

Nadere informatie

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

LANGE KLINISCHE BEOORDELING HANDLEIDING LANGE KLINISCHE BEOORDELING Inleiding Tijdens de stages/leerwerkperiodes organiseer je twee Lange Klinische Beoordelingen: een halverwege de stage/leerwerkperiode en een aan het einde van de

Nadere informatie

Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding

Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding Naam student Studentnummer Cohort Praktijkperiode Praktijklocatie Naam werkbegeleider Naam StudieLoopbaanbegeleider (SLB) :. : : Beoordelingsformulier

Nadere informatie

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.

Nadere informatie

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Bediening Zelfstandig werkend gastheer/- vrouw. Uitstroom : Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Bediening Zelfstandig werkend gastheer/- vrouw. Uitstroom : Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw Praktijkopdracht Kwalificerend Instructie student Bediening Zelfstandig werkend gastheer/- vrouw Uitstroom : Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw Niveau : 3 Crebonr. : 25171 Kerntaak : P2-K3 Dossier : Vanaf

Nadere informatie

FUNCTIEOMSCHRIJVING WIJKVERPLEEGKUNDIGE

FUNCTIEOMSCHRIJVING WIJKVERPLEEGKUNDIGE FUNCTIEOMSCHRIJVING WIJKVERPLEEGKUNDIGE Doel van de functie: Het met oprechte aandacht bieden van deskundige begeleiding en zorg, met als uitgangspunt dat de cliënt zeggenschap heeft en zo lang mogelijk

Nadere informatie

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Academiejaar 2013/2014 navorming Mentor Klinisch Onderwijs Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Navorming Mentor Klinisch Onderwijs Deze opleiding is een samenwerking van het departement Gezondheid en

Nadere informatie

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Gedragsindicatoren HBOV cohort Competentie 1 (HBOV cohort 2010-2014 leerjaar 2) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op

Nadere informatie

Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie

Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie De BPV-Begeleider. Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie 1 is de directe coach van de deelnemer gedurende de gehele stage. 2 hanteert een oplossingsgerichte begeleidingssteil.

Nadere informatie

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 December 2015 1 Beste lezer, Voor u ligt de brochure praktijkleren hoofdfase 2 van de opleiding Creatieve Therapie in Nijmegen. Deze brochure geeft

Nadere informatie

1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V

1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V 1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V 1.1 V&V 2020 heeft op basis van: de rondetafelgesprekken met vele honderden beroepsbeoefenaren; de achtergrondstudies met een review van wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Jaar 1 Studiejaar 2015-2016

Jaar 1 Studiejaar 2015-2016 Jaar 1 Studiejaar 2015-2016 Handleiding Zorgstage MHVPOR04P1 Opleiding BMH Auteur: Caroline van Asten 2 Opleiding Bachelor medische Hulpverlening Vierjarige opleiding in het Nederlands Medisch hulpverleners

Nadere informatie

FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider

FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider Stagiaire: Groep : Periode: Instelling: Adres: Afdeling: Verzuim: dagen Docentbegeleider: Werkbegeleider: In de tussenevaluatie is

Nadere informatie

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat Cursus Creëer een veilig seksueel klimaat Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Annemieke Loos Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Creëer

Nadere informatie

HANDLEIDING PRAKTIJKLEREN BLOK 1.4 VERKORT STUDIEJAAR

HANDLEIDING PRAKTIJKLEREN BLOK 1.4 VERKORT STUDIEJAAR 1 Introductie HANDLEIDING PRAKTIJKLEREN BLOK 1.4 VERKORT STUDIEJAAR 011 01 De ervarings- reflectieleerlijn voor praktijkleerperiode 4 bestaat uit de volgende onderdelen: Voorbereiding op de praktijkleerperiode

Nadere informatie

BPV Stagebeleid Kinderopvang t Olefantje Nieuwegracht

BPV Stagebeleid Kinderopvang t Olefantje Nieuwegracht BPV Stagebeleid Kinderopvang t Olefantje Nieuwegracht Kinderopvang t Olefantje heeft 3 vestigingen die door Calibris als leerbedrijf erkend zijn; Kinderdagverblijf t Olefantje Weerdsingel, Kinderdagverblijf

Nadere informatie

Kennismakingsgesprek

Kennismakingsgesprek Bijlage 3 Feedbackformulier voor de PRAKTIJK BEGELEIDER N3 Pedagogiek voltijd (2016-2017) Toelichting: Kennismakingsgesprek Bij de kennismaking is het belangrijk om vast te stellen dat de stagplek een

Nadere informatie

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist vastgesteld door het CSV op 17 november 2014 I Werkbegeleiding II Toetsing en beoordeling III Coördinatie en organisatie Begeleidt de vios

Nadere informatie

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je? Stagedossier Leerjaar 2 Verpleegkunde Naam: Klas: Leerjaar: PS-nummer: SLB er BPV-docent: Stage organisatie: evt. afdeling: Stage adres: Stageperiode: Naam werkbegeleider: Functie werkbegeleider: Van..

Nadere informatie