Actieplan. wijk aanpak LOVEN/ROZENPLEIN

Transcriptie

1 Actieplan wijk aanpak LOVEN/ROZENPLEIN

2 In juli heeft het college de wijk Loven / Rozenplein aangewezen als aandachtswijk. Dit betekent dat we tot juli 2016 aan de slag gaan met de belangrijkste speerpunten in de wijk. 1 DE WIJK Het wijkdeel Loven / Rozenplein is een deel van de buurt Loven, welke op haar beurt deel uit maakt van de grotere wijk Loven-Besterd. Het deel waar we mee aan de slag gaan, Loven / Rozenplein, ligt in subwijk 276 (zie kaartje) maar omvat net niet de gehele subwijk. In de subwijk wonen in totaal 1256 inwoners. Ongeveer 45% van de woningen is in bezit van de corporaties Tiwos en Wonen Breburg. Dit zijn kleine vooroorlogse (1919) goedkope eengezinswoningen. Vanwege de lage huren concentreren zich hier relatief veel kwetsbare huishoudens. Van oudsher zijn er sterke familiebanden in de buurt. Het aantal armoedehuishoudens is met 14,5% relatief hoog. Met een ligging dicht bij het centrum en de Besterd zijn er ruim voldoende voorzieningen in de nabijheid. In de buurt zelf ligt het buurtcentrum de Wissel, waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Tiwos heeft haar woningbestand in 2012 geheel gerenoveerd. Ook is in 2013 het Rozenplein samen met bewoners heringericht met veel groen waardoor het veelal stenige karakter van de buurt is doorbroken. Dit gehele proces heeft de buurt en haar bewoners hernieuwde positieve energie gegeven. SCORE WIJKTOETS In de wijktoets scoort de subwijk Loven / Rozenplein als geheel een voldoende. Echter met name op en rond het Rozenplein is er op woningblok-/straatniveau sprake van kwetsbare bewoners. In deze groep zit 35% van de mensen onder de armoedegrens met pensioenen zonder aanvulling, WAO- en Wajong uitkeringen enz. In de inleiding wordt verwezen naar de positieve energie die in de buurt is ontstaan. Dit blijkt uit bewonersinitiatieven (beheergroep, buurtpreventie, plantdag, enz.) Ook de professionals dragen hieraan hun steentje bij. Samen met bewoners zijn ze van mening dat de initiatieven die zijn ontstaan worden vastgehouden en geborgd in de status van aandachtswijk. Ze vormen daarmee de katalysator/aanjager voor andere initiatieven en opbouw van de wijk. Het college heeft hieraan gehoor gegeven. Wanneer we op de domeinen sociaal, fysiek en veiligheid naar de cijfers kijken zien we over het algemeen geen extreme afwijkingen ten opzichte van het Tilburgse gemiddelde. Dit is ook logisch omdat de subwijk als geheel voldoende scoort. Desondanks zijn er wel wat zaken die opvallen. Sociaal blijkt dat de subwijk op drie van de acht objectieve indicatoren negatief scoort ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Dit gaat over het percentage armoede huishoudens, bijstandsgerechtigden (WBB) en niet werkende werkzoekenden (NWW). Verder valt op dat er relatief weinig 80 plussers en jongeren (12 t/m 17) in de subwijk wonen. Kijken we naar de subjectieve cijfers uit de LEMON (leefbaarheidsmonitor) dan zien we dat de subwijk op alle 5 indicatoren negatief scoort ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. We hebben het dan over de omgang met elkaar, contacten in de buurt en betrokkenheid van bewoners. Fysiek zien we dat de buurt op diverse objectieve indicatoren negatief scoort ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Hierbij valt op dat er veel meldingen worden gedaan. Met name het percentage meldingen over afval en verontreiniging, wegen en verkeer en bij het Centraal Meldpunt ligt fors boven het stedelijk gemiddelde. De subjec-

3 tieve LEMON indicatoren liggen over de gehele lijn lager dan het stedelijk gemiddelde. De groenvoorzieningen en de vervuiling scoren een onvoldoende. Noot: De cijfers zijn van vóór de herinrichting/vergroening van het Rozenplein. Op het gebied van veiligheid scoort de subwijk op diverse objectieve indicatoren (7 van de 22) negatief ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Auto (diefstal van en diefstal uit), woninginbraak, vernieling, openbare geweldpleging en burenruzie zijn hierbij het meest afwijkend. De subjectieve LEMON indicatoren (3) liggen in lijn met het stedelijk gemiddelde. Dit is opvallend omdat uit straat interviews voor het veiligheidsonderzoek Vertrouwd maakt veilig blijkt dat bij een relatief hoog percentage (65%) van de bewoners in de Leliestraat en het Rozenplein sprake is van onveiligheidsgevoelens. Positief is dat de subwijk in het totaaloordeel: ontwikkeling buurt een positieve trend laat zien ten opzichte van eerdere metingen. De score is met 5,8 zelfs hoger dan het Tilburgs gemiddelde (5,5). 2WAAR STAAN WE? We beginnen zeker niet op nul, in tegendeel. Er is al veel werk verzet en acties opgestart. Bewoners, gemeente, politie, en woningcorporaties zetten er gezamenlijk de schouders onder. Met elkaar staan we voor een leefbare en veilige wijk. Een wijk waarin bewoners in een schone en veilige leefomgeving van hun huis en buurt een thuis kunnen maken, waar zij kunnen meedoen aan de maatschappij en de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn om vooruit te komen. Met het actieplan aandachtsgebied subwijk Loven en de wijkschouwen in 2012 en 2013 hebben we steeds ingezet op verbetering van de veiligheid en leefbaarheid. Ook het groot onderhoud van de Tiwos woningen in 2012/2013 is zeer belangrijk geweest voor de verbetering van het sociale en fysieke leefklimaat in de buurt. (maatschappelijk werk, jongerenwerk), politie, corporaties en gemeente maakten zich al langer zorgen over het Rozenplein en de aangrenzende straten. Bij bewoners leefden gevoelens van onvrede naar de maatschappij en instanties. Men voelde zich soms minderwaardig of achtergesteld. Tiwos heeft met een achter-de-voordeur-aanpak de zorgen van bewoners in kaart gebracht en getoetst aan die van de professionals. De zorgsignalen op pandniveau bleken bekend bij de buurtregie en ondergebracht bij hulp- en zorginstanties. Met een klankbordgroep zijn de bewoners actief bij de renovatie betrokken. Met een OASIS game is een positieve bijdrage geleverd aan de sociale cohesie in de buurt. Er is veel inzet geweest van bewoners en professionals. Een bewonersinitiatief om Rob s grote tuinverbouwing in te schakelen om het Rozenplein te vergroenen en te herinrichten heeft geleid tot een prachtig groen plein. Het staat symbool voor de kracht van bewoners, de samenwerking met instanties en hoop voor de toekomst. Het is belangrijk om deze positieve ontwikkelingen vast te houden en waar nodig uit te bouwen. Want hoe positief de bovenstaande ontwikkelingen ook zijn geweest voor de sociale cohesie e.d. gezien hun sociaal-economische positie blijven de bewoners kwetsbaar. Met de huidige economische ontwikkelingen en de daarmee samenhangende veranderingen op het gebied van Zorg en Welzijn baart dit ons zorgen. 3WAT WILLEN WE BEREIKEN? Tijdens een wijkbijeenkomst hebben bewoners, wijkraadvertegenwoordiging en professionals (, Tiwos, Wonenbreburg, politie en gemeente) zijn op de thema s fysiek, sociaal en veiligheid de belangrijkste drie speerpunten bepaald. Sommige speerpunten overlappen elkaar sterk of liggen in elkaars verlengde. Ze worden in dit actieplan gecombineerd opgenomen. Speerpunt 1 Speerpunt 2 Terugdringen van (Zwerf) afval van medebewoners / jeugd Terugdringen van afval dumpen / vooral bij tijdelijke bewoners, studenten en arbeiders / Zuid Oosterstraat Veel bewoners storen zich aan het soms klakkeloos achterlaten van afval in de buurt door medebewoners en jeugd. Het doet afbreuk aan de uitstraling en de beleving van hun buurt. Ze verwachten van iedereen meer verantwoordelijkheid om de buurt en vooral ook het nieuwe Rozenplein netjes te houden. De cijfers ondersteunen dit. Zo is het aantal meldingen over afval en verontreiniging met 10,2 per 100 inwoners toch bijna twee keer zo hoog als Tilburg

4 als geheel (5,3). Ook in de LEMON blijkt vervuiling het slechts scorende onderdeel: 5,3 (Tilburg 5,8). Rommel op straat krijgt van bewoners ook de hoogste prioriteit als het gaat om zaken die men graag direct aangepakt ziet. We zetten in op een schonere woonomgeving waarin buurtbewoners zich prettig en mede verantwoordelijk voelen. Meetbaar resultaat: - In de LEMON 2015 scoort de indicator vervuiling minstens een 5,5. Speerpunt 3 Aanpak van vervallen particuliere woningen en bedrijfspanden Bepaalde vervallen particuliere woningen en bedrijfspanden zijn buurtbewoners een doorn in het oog. Vaak zijn dit ook de panden waarop we graffiti terugvinden. Net zoals bij de speerpunten 1 en 2 doet het afbreuk aan de uitstraling en beleving van de buurt. De aanpak van bekladde muren of gebouwen krijgt in de LEMON van bewoners een hoge prioriteit (3de plaats). Ook hier zetten we in op een schonere woonomgeving en bewoners die hiervoor verantwoordelijkheid nemen. Meetbaar resultaat : - voor 2016 inzet en verbetering bij een drietal panden/plekken. Speerpunt 4 Versterken van de sociale cohesie / bewonersbetrokkenheid Uit de LEMON cijfers blijkt dat de scores op de thema s omgang tussen bewoners, contacten in de buurt en het belang van die contacten wat lager zijn dan het stedelijk gemiddelde liggen (bandbreedte -3% - -6%). Het meest opvallend is de onvoldoende score op het thema betrokkenheid bewoners (5,4). Dit is 10% lager dan het stedelijk gemiddelde (6). Buurtbewoners en professionals zijn van mening dat er ingezet moet worden op de versterking van de onderlinge betrokkenheid in de buurt. Dit kan met speciale hierop gerichte activiteiten maar ook door mensen beter te betrekken bij bestaande initiatieven in de buurt. Opvallend is dat bewoners aangeven dat zij een echte plek voor ontmoeting missen. Omdat zij buurthuis de Wissel delen met een buurtoverstijgende organisatie (Jong Nederland) is het in de avonduren niet beschikbaar voor bewoners. Professionals ondersteunen de actieve bewoners en proberen samen met hen anderen te activeren. Met een beter begrip voor elkaars beperkingen, achtergronden en problemen ontstaat meer ruimte om de kansen en mogelijkheden die er toch zijn voor elkaar en de buurt te benutten. De positieve verantwoordelijkheid die mensen naar elkaar en hun omgeving nemen draagt ook bij aan bestrijding van mogelijke gevolgen van armoede en veiligheidsproblematiek. Het Smart Agent onderzoek duidt in deze buurt op mensen met een rode leefstijl: vrijheid en flexibiliteit. Deze mensen zijn vaak eigenzinnig, zelfbewust, houden van uitdaging, vrijheid en genieten van het leven. Het vergroten van de betrokkenheid maakt het meeste kans als bewoners en professionals met activiteiten en projecten rekening houden met deze kenmerken. Meetbaar resultaat: - In de Lemon van 2015 scoort de indicator Heeft u contacten in de buurt minstens een 6,5. - In de Lemon van 2015 scoort de indicator Wat vindt u van de betrokkenheid van de bewoners bij uw buurt? minstens een 5,5 Speerpunt 5 Terugdringen van armoede Kijken we naar de cijfers, dan zien we dat het percentage armoedehuishoudens met 14,5% boven het stedelijk gemiddelde (10,6) ligt. Dit geldt ook voor het percentage bijstandgerechtigden 6,8 (stedelijk gemiddelde 4,3) en het percentage niet werkende werkzoekenden 6,7 (stedelijk gemiddelde 5,4). Het thema armoede wordt door bewoners veelvuldig genoemd. Armoede is niet altijd zichtbaar en vaak omgegeven met schaamtegevoelens. Men geeft aan dat vertrouwenspersonen in de buurt zouden kunnen helpen bij het doorbreken van de taboesfeer. Ook het wegvallen van het buurtmaatschappelijk werk wordt hierbij nadrukkelijk benoemd. Het gebruik van inkomensondersteunende regelingen ligt in de lijn van het stedelijk gemiddelde. Uit de achter de voordeur aanpak van Tiwos bij de renovatie weten we dat de meeste mensen goed in beeld zijn. Hierbij zijn ook mensen met sociale en psychische problematiek waarbij met goede ondersteuning het ontstaan van betalingsproblemen en armoede vaak kan worden voorkomen. Het grote belang van voldoende opvang voor Zorg en Welzijn is daarbij vanzelfsprekend. In de buurt is het zaak hier alert op te zijn en mensen in een zo vroeg mogelijk stadium te verwijzen naar stedelijk armoedebeleid. We zien ook kansen voor de versterking van de sociale cohesie waardoor signalen eerder bij professionals komen.

5 Meetbaar resultaat: - Een afname van het aandeel armoedehuishoudens in de periode tot 1 januari Toename van gebruik door huishoudens van de inkomensondersteunende/ participatieregelingen en Meedoenregeling in de periode tot 1 januari Speerpunt 6 Huisjesmelkers Duiventil / tijdelijke bewoners, seizoenarbeiders / Zuid Oosterstraat - Tulpstraat - Rozenstraat - Lovensestraat - Enschotsestraat. Bewoners geven aan dat er weinig of geen binding is met de bewoners van pandjes met tijdelijke bewoning. Dat maakt het moeilijk om zaken bespreekbaar te maken of hen te betrekken bij de buurt. Dit speerpunt is te beschouwen als de sociale component van het fysieke speerpunt 2 en 3 (afval dumpen en vervallen panden). Het sociale speerpunt 4 ( Versterken van de sociale cohesie) zien bewoners als verbetermogelijkheid. Vanwege de overlap met deze 3 speerpunten zetten we hier geen specifieke acties op in maar nemen we het mee bij de andere speerpunten. Speerpunt 7 Speerpunt 8 Drugsoverlast / dealen op Rozenplein / nacht s - auto s - rondhangen Criminaliteit en intimidatie / op straat - overlast panden - aanzuigende werking Op en om het Rozenplein treffen bewoners met regelmaat figuren aan waarvan men het gevoel heeft dat men zich met drugshandel bezig houdt. Ook zijn er in de wijk een aantal panden waarvan men denkt dat de bewoners/gebruikers betrokken zijn bij criminele activiteiten. Het is met name de aanzuigende werking op personen van buiten de wijk en de intimiderende sfeer die er omheen hangt die bewoners zorgen baart. Drugsoverlast blijkt niet direct uit de aangiftecijfers die met 0,8 per 1000 inwoners ver onder het stedelijk gemiddelde (2,5) liggen. Men ervaart echter wel degelijk overlast. Het aantal burenruzies is met 5,6 per 1000 inwoners hoger dan het stedelijk gemiddelde (3). Of hier een directe relatie ligt met de overlastpanden is niet bekend. Het feit dat 65% van de bewoners in de Leliestraat en het Rozenplein bij straatinterviews voor het veiligheidsonderzoek Vertrouwd maakt veilig aangeeft dat er sprake is van onveiligheidsgevoelens past wel in dit beeld. Meetbaar resultaat: - meer zicht op sleutelfiguren bij overlast. Speerpunt 9 Berperken vandalisme De opmerkingen van bewoners over vandalisme hebben voor een belangrijk deel betrekking op het Rozenplein. Men is zuinig op het nieuwe plein en ziet dit soms bedreigd door jeugd (soms van buiten). Met de inzet op sociale cohesie (speerpunt 4) besteden we ook aandacht aan het betrekken van jongeren bij de buurt. Hierin zien we een belangrijke rol voor het jongerenwerk en buurtsport. We verwachten hiermee ook een bijdrage te leveren aan de bestrijding van vandalisme. Het aantal aangiftes voor vernieling ligt met 1,1 per 1000 inwoners hoger dan het stedelijk gemiddelde (0,9). In absolute zin hebben we het hier echter over een incidentele aangifte. Ook de LEMON cijfers voor overlast van anderen liggen met 6,2 op gelijke hoogte met het stedelijk gemiddelde. Vanwege de overlap met de speerpunten 1 en 2 zetten we hier geen specifieke acties op in, maar nemen we het mee bij de andere speerpunten. Meetbaar resultaat: - in de Lemon 2015 scoort de indicator Overlast van gedrag van anderen minstens een 6,3

6 4WAT DOEN WE EN WAT GAAN WE NOG DOEN? Op basis van de cijfers van de wijktoets en de gesprekken in de wijk zijn de speerpunten voor het actieplan Rozenplein bepaald. In het actieplan zijn acties opgenomen die op wijkniveau (intensiever) worden ingezet bovenop het reguliere aanbod in de stad. Per actie benoemen we doel/doelgroep, de partners, de regievoerder, de rol van bewoners en zo mogelijk de planning. Sommige acties vloeien voort uit input van bewoners en partners, anderen uit analyse van de rode draden (= gemeenschappelijk problematiek in de verschillende focus-/aandachtswijken) Bij het actieplan Rozenplein zijn de volgende rode draden van toepassing; zwerfafval, overlast van anderen, armoede en werkeloosheid, sociale cohesie. Sommige acties zijn nog onvoldoende concreet of is de haalbaarheid nog onduidelijk. Deze acties moeten we dus gedurende de looptijd van dit actieplan nader uitwerken / uitzoeken. Dit actieplan is een dynamisch procesdocument dat, indien de actualiteit van de buurt dit vraagt, door de betrokken partijen op basis van een gemeenschappelijk projectgroepbesluit kan worden aangepast en aangevuld. De projectgroep zal minimaal tweemaal per jaar bij elkaar komen. Maatregel Doel en doelgroep Partners (*regie) Wanneer Speerpunt 1 Speerpunt 2 Speerpunt 9 Terugdringen van (Zwerf) afval van medebewoners / jeugd Terugdringen van afval dumpen / vooral bij tijdelijke bewoners, studenten en arbeiders / Zuid Oosterstraat Beperken vandalisme 1. Promoten van de buiten beter app bij bewoners en jeugd Meldingsbereidheid vergroten met eenvoudig instrument en beter inzicht in locaties Gemeente* Corporatie Buurtpreventie 2. Mogelijkheden onderzoeken om meer vuilnisbakken te plaatsen en deze vaker te legen Vervuiling openbaar gebied beperken en bewoners stimuleren. Gemeente (wijken/ruv/ BAT)* Bewoners 3. Zakgeldproject R-newt Kinderen bewust maken dat afval niet op straat hoort R-Newt* 4. Inzet handhaving en toezicht focussen en versterken. Zowel lik op stuk als informeren door communicatie in wijkkrant Handhaven op zwerfafval. Inzet efficiënter maken door focus op locaties en betrokkenheid bij actieplan Gemeente* (wijken/ toezicht) 5. Kennismaking toezichthouders en buurtpreventie Kennis en informatie uitwisseling om effectiviteit te versterken Buurtpreventie* Gemeente (wijken/toezicht) 6. Inzet Mini-jobs Opruimacties door cliënten voorbeeldfunctie Gemeente* (wijken) Traverse/Diamant 7. Bewoners en buurtpreventie spreken elkaar aan bij achterlaten van afval Vervuiling openbaar gebied beperken en andere bewoners stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen.meldingsbereidheid vergroten. Buurtpreventie* 8. Bebording aanbrengen Rozenplein Spelregels zo mogelijk samen met bewoners bepalen en aan iedereen duidelijk maken. Extra handvat voor gesprekken door buurtpreventie toezicht en politie Gemeente(wijken*/ toezicht) Buurtpreventie doorlopend

7 Maatregel Doel en doelgroep Partners (*regie) Wanneer Speerpunt 3 Aanpak van vervallen particuliere woningen en bedrijfspanden 1. Gerichte inzet op top 3 panden Pandeigenaren mede verantwoordelijk maken voor verbetering leefomgeving Gemeente * (wijken/ handhaving) Buurtbewoners organiseren buurtgesprek met eigenaars / gebruikers top 3 panden. Pandeigenaren bewust maken van impact op leefomgeving. Buurtbewoners betrekken bij achterliggende verhaal. Buurtbewoners kunnen helpende hand uitsteken Wijkraad/bewoners* Gemeente (wijken/ handhaving) Speerpunt 4 Versterken van de sociale cohesie / bewonersbetrokkenheid 1. Stimuleren van kleinschalige activiteiten voor/door bewoners. Versterking van de betrokkenheid bij buurt en bewoners door ontmoeting en kennismaking met buurtbewoners. Bewoners* Corporaties Gemeente 2. Stimuleren van kleinschalige activiteiten door jeugd voor bewoners Bijv. Organiseren jong voor oud dag Wederzijds begrip en onderlinge band versterken Bewoners* (jongerenwerk/r-newt) Corporaties Gemeente 3. Organiseren van (sport)activiteiten voor jeugd Sport als middel om jeugd te stimuleren in hun ontwikkeling. R-newt* Buurtsport Periodiek 4. Organiseren jaarlijkse plantdag Rozenplein ( al uitgevoerd) Bewoners en jeugd betrekken en mede verantwoordelijkheid maken voor plein. Beheergroep Rozenplein* Partners ondersteunen op verzoek Onderzoeken hoe de Wissel in de avond- en weekenduren beter beschikbaar kan zijn voor buurtactiviteiten en als ontmoetingsplek voor de buurt (nu is Jong Nederland de buurtoverstijgende gebruiker) Het gebruik van de Wissel voor buurtbewoners verbeteren. * Gemeente 6. Beheergroep Rozenplein gaat zich op Facebook presenteren Medebewoners informeren en betrekken bij beheergroep Beheergroep Rozenplein* 7. Wijkschouw Signaleren van problemen. Stimuleren bewoners betrokkenheid bij woonomgeving en kennis laten maken met bestuur en partners in de wijk Wijkraad */ Gemeente (wijken) Corporaties Ondernemers 8. Initiatieven ontplooien om rol van de wijkraad te vergroten. (signaalfunctie zichtbaarheid) De wijkraad nog beter invoeren en betrekken bij buurt. Gebruik maken van kennis en ervaring wijkraad. Ook leren van andere wijkraden Wijkraad* Bewoners 9. Regelmatig communiceren over actieplan in wijkkrant en site wijkraad Alle wijkbewoners informeren over de activiteiten Gemeente (wijken)* Wijkraad

8 Maatregel Doel en doelgroep Partners (*regie) Wanneer 10. Training omgaan met jongeren aanbieden Beter begrip voor jeugd ontwikkelen en handvaten krijgen voor onderling contact R-newt* Jaarlijks bespreken van actielijsten wijktoets en wijkschouw met bewoners. Bespreken voortgang uitzetten acties in de buurt samen met bewoners Gemeente* corporaties Contourde Twern R-newt Wijkraad Beheergroep Buurtpreventie en 2015 Speerpunt 5 Terugdringen van armoede 1. Onderzoeken hoe het wegvallen van het buurtmaatschappelijk werk beter kan worden opgevangen. Het belang van maatschappelijk werk in deze wijk op de juiste agenda zetten en aansturen op structurele oplossing Gemeente (wijken sociaal)* Corporatie Alle wijkpartners 2. Vertrouwde gezichten in de wijk inzetten voor vroeg signalering armoede en sociaal-psychische problemen.(huismeester buurtpreventie De Wissel beheergroep) Peer to Peer principe. Basiskennis bieden op gebied van herkenning en beschikbare regelingen/voorzieningen. Het vangnet welzijn en zorg in de wijk goed organiseren. Het doel is preventie of snelle doorleiding. Gemeente (werk&inkomen* wijken) IMW corporatie / Onderzoek naar mogelijkheid opzetten van "Rozenplein kwartiertje" Snelle laagdrempelige kennisuitwisseling tussen partners in de wijk. Gemeente (wijken*) Buurtregie partners / Snelle inzet bij huurachterstand Corporaties signaleren snel en ondernemen actie met doorverwijzing naar IMW. Corporatie* 5. Zakgeldproject R-newt (Ook opgenomen bij speerpunten afval) Kinderen leren omgaan met geld R-Newt* 6. Inzet verbindende schakel Korte lijnen tussen bewoners en opties voor armoedebestrijding en activering Gemeente (werk& inkomen)* 7. Activiteiten opzetten om inkomensondersteunende regelingen en voorzieningen onder de aandacht te brengen Buurtbewoners bekend maken met de mogelijkheden Gemeente (werk& inkomen wijken)* Wijkpartners Gezondheidsproject Vrouwen bewust maken van gezondheidsthema s (voeding, beweging). Tevens vindplaats voor achterliggende problematiek Speerpunt 7 Drugsoverlast / dealen op Rozenplein / nacht s - auto s - rondhangen Speerpunt 8 Criminaliteit en intimidatie / op straat - overlast panden - aanzuigende werking 1. Inzet woonoverlastteam bij overlastpanden (op basis van meldingen) Overlast beperken en signaal afgeven aan buurt Gemeente (wijken/ handhaving)*

9 Maatregel Doel en doelgroep Partners (*regie) Wanneer 2. Inzet dealerpandenaanpak inzetten (op basis van meldingen) Overlast beperken en signaal afgeven aan buurt Gemeente (wijken/ handhaving)* 3. Inzet taskforce bij deze speerpunten nader onderzoeken Overlast beperken en signaal afgeven aan buurt Gemeente (wijken)* 4. Bekendheid en zichtbaarheid wijkagenten in de buurt versterken door fysieke aanwezigheid. (IGP gerichte surveillance op basis van meldingen) Overlast beperken en signaal afgeven aan buurt. Door aanwezigheid laagdrempelig aanspreekpunt * 5. Buurtregie: overlastsignalen melden Overlast en problemen door signalering tussen partners voorkomen en aanpakken Gemeente (veiligheidshuis)* Buurtregiepartners 6. Communicatie via de verschillende kanalen over veiligheid in de wijk en het belang van het doen van melding bij instanties Buurtsignalen ophalen door meldingsbereidheid te vergroten. Informele buurtinformatie bij de juiste instantie brengen. Gemeente (wijken)* Corporaties Buurtpreventie Beheergroep vrijwilligers

10 5FINANCIËN In principe vallen de meeste maatregelen binnen de reguliere middelen die hiervoor bij de verschillende partners / afdelingen aanwezig zijn. Mocht dit in specifieke gevallen niet zo zijn dan wordt gezocht naar een maatwerk oplossing of wordt er bij gebrek aan middelen een andere keuze gemaakt. Hierin hebben alle partners in redelijkheid hun verantwoording. Ook Verrijk je Wijk kan hierbij een bron zijn. 6PROJECTSTRUCTUUR De voortgang van het actieplan wordt bewaakt in de Projectgroep wijkaanpak Rozenplein. Deze projectgroep komt minimaal twee maal per jaar bijeen. Dit actieplan is een dynamisch procesdocument dat, indien de actualiteit van de buurt dit vraagt, door de betrokken partijen op basis van een gemeenschappelijk projectgroepbesluit kan worden aangepast en aangevuld. Leden projectgroep Functie Instelling Telefoonnummer Pieter Priems Voorzitter Wijkraad pieter.priems@home.nl wijkraad Arjan van Bavel Lid wijkraad, Wijkraad bewoner Ad van Oudheusden Lid wijkraad, Wijkraad/ ad.alice@home.nl buurtpreventie en bewoner Buurtpreventie Merlijn Haak Buurtpreventie, Buurtpreventie M12haak@hotmail.com bewoner Sirid Nuy Wijkagent wijkagenten-lovenbesterdtheresia@ mw-brabant.politie.nl Duco van den Bosch Wijkagent wijkagenten-lovenbesterdtheresia@ mw-brabant.politie.nl Jose Bester Teammanager Maartje Pennings Sociaal werker maartjepennings@.nl Marcel Vlemmix jongerenwerk R-newt Kelly van Hoof Paul van Esch Inez Rastovac Rene van de Wouw Sociaal werker / jongerenwerk Judith van Enckevoort gebiedsregisseur Tiwos JudithvanEnckevort@tiwos.nl Frank van Dommelen woonconsulent Tiwos frankvandommelen@tiwos.nl Woonconsulent oud noord Omgevingsmanager team wijken Wijkregisseur team Wijken Wonenbreburg k.vanhoof@wonenbreburg.nl Gemeente Tilburg Gemeente Tilburg paul.van.esch@tilburg.nl inez.rastovac@tilburg.nl