In de zorg is het belangrijk om deze aspecten bij elke beslissing te betrekken.

Transcriptie

1 Wie zijn er verantwoordelijk voor de zorg op de Bareel? De intern begeleiders: Herma Muris vanaf maart 2005 Mariëlle de Ridder vanaf schooljaar met tussenperiode van 1 jaar Helma Kuyper vanaf juni 2010 De missie van de Bareel De Bareel waar je leren zelf doet. Dit betekent: Kinderen wordt geleerd medeverantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. De visie van de Bareel Uitgaande van de missie staan bij ons de volgende 4 uitgangspunten centraal: 1. Autonomie: leerlingen gaan zelfstandig aan de gang met hun taak (dagtaak en weektaak) en zijn zich bewust van hun eigen verantwoordelijkheid passend bij hun leeftijd. 2. Competentie: door het leren kennen van sterke en zwakke kanten wordt het zelfbeeld en het vertrouwen in eigen kunnen gevormd. 3. Relatie: leren doe je met anderen, elkaar feedback geven waarmee jij reflecteert. Door middel van afspraken leer je samen te werken en te spelen. 4. Leren presteren: het doel van onderwijs is om naar je capaciteiten te kunnen presteren. In de zorg is het belangrijk om deze aspecten bij elke beslissing te betrekken. Kenmerken van zorg op de Bareel * Centraal staat de leerling met zijn unieke mogelijkheden en talenten. * Zorgen voor inrichting en uitvoering van het onderwijs aan leerlingen uitgaande van de missie en de visie van de school. * Volgen van de leerling om bijtijds de inrichting en uitvoering van het onderwijs te kunnen aanpassen. Organisatie van de zorg in niveaus Niveau 0: lln die in oktober, november en december zijn geboren gaan van groep 1 naar groep 2. Zij hebben aan het eind van groep 2, 6 maanden minder onderwijs gehad. Aan het eind van groep 2 wordt bekeken of het startniveau van groep 3 is behaald. Niveau 1: organisatie en inrichting van het onderwijs aan de Bareel uitgaande van de missie en visie, hulp tijdens het regulier handelen. School werkt met groepsoverzichten en groepsplannen. Niveau 2: individueel handelingsplan voor de lln die een E scoren in het leerling volgsysteem, ernstige gedrag en/of werkhoudingproblemen hebben. Niveau 3: begeleidingsplan met ontwikkelingsperspectief wordt gemaakt voor lln. die op grond van onderzoek het eindniveau van groep 8 niet kunnen halen. Praktische uitwerking van zorgniveau 1 Leerkrachten maken aan de hand van de ontluikende geletterdheid, lees- en spellingtoetsen een groepsoverzicht met resultaten, doelen en observaties. Aan de hand daarvan wordt er een groepsplan gemaakt met 3 niveaus: basisgroep, plusgroep en zorggroep. In dit plan staan doelen, methode en organisatie. Er is een jaarcyclus voor het werken met groepsplannen, waarin het lesaanbod wordt geformuleerd. Leerlingen worden ingedeeld in basis- en plusniveau en subgroepen. Het plan loopt van mei tot januari en januari tot mei. Zorgleerlingen worden extra getoetst op lezen en spelling in oktober en maart, het plan wordt geëvalueerd en aangepast.

2 Onderbouw Kringactiviteiten, werkactiviteiten, spelactiviteiten. Door middel van een observatielijst (PRAVOO-kaart) wordt de leerling gevolgd en het aanbod aangepast. Beginnende geletterdheid en voorbereidend rekenen hebben hierin een plaats. Er wordt gewerkt met thema's. Het planbord heeft een centrale plaats. Elk half jaar worden er toetsen afgenomen en de observatielijst ingevuld. Er wordt gewerkt met groepsplannen taal. Midden- en bovenbouw Rekenen: werken met de methode Wis en reken, instructie in niveaugroepen. Taal: werken met de methode Taalverhaal, instructie in niveaugroepen. Spelling: werken met de methode Taalverhaal, instructie op jaargroep (gr 4,5,6,7,8). Technisch lezen: individueel op AVI en interesseniveau, klankgroeplezen van woordjes. Zorg: Estafette, Connect vloeiend lezen en RALFI. Begrijpend lezen: methode Goed gelezen! werken met strategieën tijdens de zaakvakken. Gedrag/werkhouding : vaste klassen- en schoolregels en op gezette tijden wordt er gewerkt met lessen uit verschillende methodes op het gebied van drama en sociaal emotionele ontwikkeling. Motoriek: gym en schrijven, werken met methode Pennenstreken. Zaakvakken: werken met methode en thema's. Creatieve vakken: afwisselend rond thema en met methode. Elk half jaar neemt de school landelijke toetsen af en wordt er een groepslijst ingevuld over gedrag en werkhouding. Practische uitwerking van zorgniveau 2 Niveau 2: individueel handelingsplan voor de lln die een E scoren in het leerlingvolgsysteem en/of ernstige gedrag en werkhoudingproblemen hebben. Dyslectische lln. hebben een speciaal handelingsplan als zij een dyslexieverklaring hebben. Elke bouw heeft zorgtijd waarbij de leerkrachten gebruik maken van onderwijsassistentie. Onderbouw Voorbeelden van afspraken/aanpassingen zijn: aanpassen van het lesaanbod (op hoger of lager niveau), begeleiden van werkactiviteiten, gerichte observaties, controleren van gedragsafspraken met sancties, beloningsystemen, oefenen in kleine groepjes, tussentijds gesprek met de ouders over de gemaakte afspraken. Midden- en bovenbouw Voorbeelden van afspraken/aanpassingen zijn: aanpassen van het tempo, de taak, het niveau, het gebruik van materialen en extra oefeningen, gesprekjes en afspraken over werkhouding, beloningsystemen, gerichte observaties. Spelling: aanwijzingen voor het thuis oefenen. Technisch lezen: hard op lezen onder begeleiding van ouders. Begrijpend lezen: methode Goed gelezen! bakkaarten, thuis werken met begrijpend leesstrategieën. Schrijven aanpassen van het schrijfgerei. Zaakvakken: werken aan algemene ontwikkeling en woordenschat. Praktische uitwerking van zorgniveau 3 Het zorgteam doet onderzoek naar intelligentie en gedrag. Deze gegevens laten zien of een leerling in staat is om de einddoelen van groep 8 te halen. Als dit niet het geval is mag het onderwijs worden aangepast. Het meest waarschijnlijke uitstroomniveau (ontwikkelingsperspectief= OPP) van groep 8 is uitgangspunt om de lesstof aan te passen en vast te leggen in een begeleidingsplan (BP). Het OPP en BP wordt in januari en mei geëvalueerd aan de hand van de toetsen uit

3 het leerlingvolgsysteem (CITO) en de gegevens van de leerkracht ( methode toetsen en observaties). Zorgteam Het zorgteam heeft als doel om de school te ondersteunen bij de leerlingenzorg. Doel is om zoveel mogelijk leerlingen in het basisonderwijs op te vangen. In de praktijk betekent dit dat de orthopedagoge van het zorgteam onderzoek doet naar intelligentie en gedrag. De preventief ambulante begeleider doet onderzoek naar dyslexie en rekenen. Daarnaast kan zij observeren. De schoolmaatschappelijk werkster kan ingezet worden voor oplossingsgerichte gesprekken met kind en/of ouders. Zij werkt samen met de schoolverpleegkundige en de schoolarts. Enkele begrippen Zorgprotocol: Dit is het document waarin procedures en protocollen rond de leerlingenzorg zijn vastgelegd. Deze site is hier een weerslag van voor de ouders. Signaalleerling: kleuter die in oktober, november, december is geboren. De inspectie heeft bepaald dat de school aan de hand van een motivatie bepaalt of deze kleuter in groep 2 naar groep 3 gaat. OKR: onderwijskundig rapport dat de oude school aan de nieuwe school toestuurt. CITO niveaus: toetsen worden vaak uitgedrukt in A,B,C,D,E niveau. Grofweg zijn A en B bovengemiddeld, C gemiddeld, D en E ondergemiddeld. Zij vertellen hoe de toets gemaakt is. Voor ons is deze informatie alleen niet voldoende. Ook willen wij het Didactische Leeftijd Equivalent (DLE zie hieronder) van de toets weten. DL= didactische leeftijd. In groep 3 start voor de meeste kinderen het lees en rekenonderwijs. Hierop is de didactische( leer) leeftijd gebaseerd. Midden 3= dl 5, eind 3= dl 10 Midden 4= dl 15, eind 4= dl 20 Midden 5= dl 25, eind 5= dl 30 Midden 6= dl 35, eind 6= dl 40 Midden 7= dl 45, eind 7= dl 50 Midden 8= dl 55, eind 8= dl 60 DLE= didactische leeftijd equivalent. In groep 3 start de didactische leeftijd van een leerling (zie boven). De eindscore van een toets wordt omgerekend naar het niveau dat in werkelijkheid is gehaald, dit is het Didactische Leeftijd Equivalent ( DLE). Voorbeeld: Toets rekenen. Eind groep 4 met een didactische leeftijd van 20 en een werkelijk behaald resultaat van 18 maanden = dle 18. Bijna het optimale rendement. Vaardigheidsscore: de vaardigheidscore is een cijfer dat past bij de doorgaande lijn in vaardigheden. Aan de hand van de vaardigheidscores worden doelen geformuleerd in het groepsplan. Groei: niet elk kind is in staat een rendement van 100% te halen in zijn leerproces. Wat belangrijk is dat hij in zijn eigen tempo groeit. Dit is de reden dat we meer gaan werken met vaardigheidsscores naast de dle's. Voorbeeld: Rekenen M3 dle 3/ vs 18, E3 dle 7/ vs 23, M4 dle 12/vs 27, E4 dle 15/vs 32. Er is geen optimale groei maar een gestage groei. Met de niveaugroepen houden we hier rekening mee. Handelingsplan: plan van aanpak voor 1 vak of vormingsgebied voor de duur van 6 weken. Doel aanpak en evaluatie staan vermeld. Begeleidingsplan: plan van aanpak voor de lange termijn waarin meerdere afspraken rond een leerling staan vermeld. Ontwikkelingsperspectief :. Het zorgteam doet onderzoek naar intelligentie en gedrag. Deze gegevens laten zien of een leerling in staat is om de einddoelen van groep 8 te halen. Is dit niet het geval dan mag het onderwijs worden aangepast. Het meest waarschijnlijke uitstroomniveau ( ontwikkelingsperspectief= OPP) van groep 8 is uitgangspunt om de lesstof aan te passen en vast te leggen in een begeleidingsplan ( BP ).

4 Het LGF of rugzakje: sommige leerlingen hebben op grond van een leer van een gediagnosticeerd probleem recht op extra ondersteuning. De ouders hebben dan de keus tussen plaatsing op het speciaal onderwijs of ondersteuning in het basisonderwijs. Inzet op het basisonderwijs betekent dat de leerkracht ambulante begeleiding krijgt en de school een vast bedrag voor een toegevoegde leerkracht en extra materialen. De rugzak maakt het vaak mogelijk dat de leerling op de reguliere basisschool zijn onderwijs krijgt en niet in het speciaal onderwijs. In augustus 2013 wordt deze regeling herzien. Passend onderwijs: school en bestuur hebben de verplichting om bij aanmelding op de basisschool passend onderwijs te zoeken voor alle leerlingen. Dit betekent dat besturen hun samenwerkingsverband zo moeten inrichten dat dit ook mogelijk is. Samenwerkingsverband: besturen werken nu samen met het speciaal basisonderwijs om zo- veel mogelijk leerlingen te kunnen opvangen. Er is contact met het special onderwijs. De samenwerkingsverbanden worden gereorganiseerd om klaar te zijn voor passend onderwijs. Hiervoor is minder geld beschikbaar. V.O.: Een overzicht van de aannamecriteria bij het Kennemer College Praktijkonderwijs op de 4 vakgebieden een DLE lager dan 30 en CITO eindtoets lager dan 519 of entreetoets groep 7 onvoldoende Basisberoeps onderwijs op de 4 vakgebieden minimaal een DLE 30 en CITO eindtoets 519 Kaderberoeps op de 4 vakgebieden een DLE van 45 Technische leerweg op de 4 vakgebieden een DLE van 50 en CITO eindtoets 532 HAVO op de 4 vakgebieden een DLE van 55 en CITO eindtoets 540 VWO op de 4 vakgebieden een DLE hoger dan 55 CITO eindtoets hoger dan 540 Gymnasium op de 4 vakgebieden een DLE hoger dan 55 CITO eindtoets 544 Regelmatig voorkomende vragen: Wat voor huiswerk krijgen de kinderen op de Bareel? De visie van de Bareel is dat school, ouders en kind samen verantwoordelijk zijn voor zijn of haar ontwikkeling. In het kader van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid geeft de school huiswerk. Dit betekent dat de ouders het maken en leren van huiswerk controleren. Daar waar nodig wordt gevraagd dit te ondersteunen. Groep 3 In groep 3 start het leesproces. Dit is vaak een heel inspannende periode. U kunt uw kind steunen door hem op de momenten dat hij/zij dat wil over zijn schoolervaringen te laten praten. Voorlezen van eenvoudige teksten en het aanwijzen van woorden die herkend woorden is een goede oefening. Lezen begint met letterkennis en het herkennen van de aangeleerde woorden. Door de woorden te ontleden in letters en weer samen te stellen in woorden

5 onstaat in grote lijnen het lezen. Rond januari en februari zijn alle letters en oefenwoorden aangeleerd en kan uw kind tot zinnetjes lezen komen. Voor sommige kinderen is een langere oefenperiode nodig om de letters tot woorden te laten samensmelten en van spellend lezen tot directe woordherkenning te komen. De kunst is om dezelfde oefeningen voor uw kind aantrekkelijk te houden door middel van verschillende spelletjes. Regelmatig kort oefenen is beter dan 1 keer heel lang. Beloon uw kind voor de inzet ook als de resultaten soms op zich laten wachten. Zelfvertrouwen en competentiegevoelens zijn belangrijk, zeker bij kleine stapjes. De instructieleerkrachten van groep 3 kunnen u meer vertellen over welke woorden en letters er geoefend worden. Groep 4/5 Vanaf groep 4 wordt gevraagd om het woordpakket van spelling thuis te oefenen Groep 6 Vanaf groep 6 wordt gevraagd om naast het leren van de woordpakketten te leren voor de zaakvakken. OP ONZE SITE STAAN HEEL LEERZAME SPELLETJES VOOR ALLE GROEPEN. Zie Websites Kan mijn kind geen huiswerk krijgen zodat hij sneller vooruit gaat? Voor elke ontwikkeling is tijd nodig om aanleg en talenten tot bloei te laten komen. Juist leerlingen die hiervoor op school een grote inspanning moeten leveren moeten hun inspanning niet beloond zien met nog meer werk. Tenzij ze daar zelf op een ontspannen manier voor kiezen. Een juiste balans tussen inspannen en ontspannen is erg belangrijk. Vooruitgang is ook afhankelijk van de herhaalde instructie die leerlingen krijgen. Voor de eenduidige instructie is de leerkracht de aangewezen persoon. De leerling is met een goede en gezonde inspanning op school goed zoals hij is. Ons motto is daarom altijd "Gras groeit niet als je er aan trekt" Onderwijs op maat: betekent dit dat mijn kind individueel werkt? Leren samen met andere kinderen vinden wij zo belangrijk dat we dit alleen doen als dit niet anders kan. Meestal kiezen we altijd voor de meest passende niveaugroep met daarin individuele aanpassingen. Hoe gaat school om met dyslexie? De Bareel heeft hiervoor interne procedures die in het zorgprotocol staan vermeld. In het groepsplan lezen en spellen staat vermeld welke activiteiten worden aangeboden. Voor E lln wordt een individueel handelingsplan gemaakt. Als er een vermoeden is van ernstige enkelvoudige dyslexie dan wordt ouders geadviseerd een dyslexie onderzoek en Remedial Teaching aan te vragen via de ziektekostenverzekering. Lln die hier niet voor in aanmerking komen worden besproken en mogelijk onderzocht door het zorgteam. Hierbij is Remedial Teaching niet mogelijk. Als het niet mogelijk is om een intensieve behandeling te realiseren die moet aantonen dat lln dyslectisch zijn, worden ouders verwezen naar particuliere RT. Hoe gaat school om met begaafdheid en hoogbegaafdheid? Uitgangspunten zijn: Prestaties moeten eerst op gemiddeld niveau worden gebracht; Leerlingen moeten leren leren, dit betekent zelfstandig leren strategieën in te zetten; Als aan deze voorwaarden is voldaan kan de lestijd worden omgezet in verrijkingstijd. In samenspraak met de ouders wordt gekeken wat mogelijk is op de Bareel als er sprake is van hoogbegaafdheid op grond van de uitgangspunten.

6 In groep 7 kan een geselecteerd, klein aantal leerlingen meedoen aan de plusklas Heemskerk. Hoe gaat de school om met gedrag? Als school hechten we grote waarden aan een fijn pedagogisch klimaat. In de school hangt een overzicht over wat wij verstaan over een goed pedagogisch klimaat. Als ouders kiezen voor onze school accepteren ze onze normen van goed gedrag op grond van het pedagogisch klimaat. Positief gedrag belonen staat voorop. Pesten wordt aangepakt middels een pestprotocol. Leerlingen met grensoverschrijdend gedrag krijgen een contract. Op grond van dit contract en een bijgehouden logboekje kan besloten worden tot schorsen of verwijderen. TOT SLOT Als er vragen zijn over onze manier van werken of opvoeden kunt u altijd bij ons terecht. Wij hebben folders over verschillende onderwerpen. Heeft u vragen over uw kind kom dan altijd samen met de leerkracht. Graag tot ziens, Herma Muris, Mariëlle de Ridder en Helma Kuyper Mei 2011