Als de weektaak heel snel af is, krijgt een leerling meer uitdagende leerstof, en zijn er extra hoeken te kiezen.

Transcriptie

1 UNIT Wat is het voordeel van de basisgroep binnen een unit? De basisgroep zien we als de vertrouwde plek, waar het kind zich thuis voelt en zich op zijn gemak voelt. Hier zijn gezamenlijke activiteiten, zoals de bijbel- en vertelkring, reflecteren en evalueren, verjaardagen vieren, even een spelletje doen, Kanjertraining, eten en drinken en voorlezen. Kinderen leren omgaan met kinderen van een andere leeftijd, zij leren elkaar te helpen of worden soms geholpen door andere kinderen uit de basisgroep. 1.2 Hoe krijg je in de reflectie nuttige antwoorden uit kinderen van deze leeftijd? We vinden het belangrijk dat leerlingen leren terug te kijken naar wat ze hebben gedaan. Is het doel bereikt met de les, hoe is het leerproces verlopen? Door het dagelijks te doen, leren leerlingen te reflecteren op hun eigen handelen en horen zij hoe anderen dit hebben ervaren. 1.3 Weektaak / dagschema: hoe bepaal je wie wat krijgt? Wat als het niet af is? Of als het heel snel af is? Het groepsplan is de basis voor de stof die in de weektaak komt. De onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn daarin meegenomen. Bij het bepalen van de onderwijsbehoefte zijn de volgende vragen van belang: wat heeft dit kind nodig, welke factoren zijn positief en stimulerend, welke moeilijk en belemmerend; hoe leert deze leerling het beste, hoe is het met de geletterdheid, de gecijferdheid, hoe is de spelontwikkeling van deze leerling, wat zijn sociaal emotionele factoren waarmee rekening gehouden moet worden, net als motoriek en creativiteit. Daarnaast spelen eerder behaalde toets resultaten en de doelen die gesteld zijn voor een leerjaar, met name in groep 3 een belangrijke rol. In groep 1 en 2 zijn observaties een belangrijk middel. Als de weektaak niet af is, zal de leerkracht bekijken of het mogelijk te veel was of dat er een andere oorzaak is, zodat daar een volgende keer rekening mee gehouden kan worden. Als de weektaak heel snel af is, krijgt een leerling meer uitdagende leerstof, en zijn er extra hoeken te kiezen. 1.4 Hoe bepaal je wie bijv. verlengde instructie nodig heeft of misschien niet meer? Observatie en de gegevens van de toetsen. 1.5 Is het overzicht voor de onderwijsassistente te houden als ze zowel werkplekken van groep 1 en 2 en stilwerken van groep 3 moet volgen? Ja, dat gaat goed. Ook de leerkracht kijkt op vaste momenten hoe alles loopt. 1.6 Samenwerking. Blijven kinderen van 6 jaar voldoende gemotiveerd om met de kleintjes te werken?

2 Het is belangrijk voor de leerkracht van de basisgroep om steeds te observeren hoe dit verloopt. Er moet voor bijv. 6-jarigen voldoende ruimte zijn om met zowel leeftijdgenoten als met jongere of oudere kinderen te spelen en /of werken. 1.7 Merk je veel afleiding door lopen? Het lopen is in unit 1 vrij kort qua afstand. Het geeft de kinderen ook even een moment van beweging, wat heel prettig is. 1.8 Nog steeds werkjes verplicht of alleen takenkaart zelf indelen? De keuze van de werkopdrachten ligt bij de leerkracht. De kinderen hebben vrije keuze als ze in de hoeken gaan. De takenkaart gebruiken we in groep 2. Vanaf de voorjaarsvakantie leren de kinderen hiermee werken. Het gaat dan om spelletjes of activiteiten die ze in een bepaalde periode moeten doen. Het aantal opdrachten kan per kind verschillen (zie ook vraag 1.3). 1.9 Krijgen alle kinderen af en toe een uitgebreide instructie? Na een gewone instructie. Ja, alle kinderen komen aan de beurt, dat is meestal in een kleine groep met kinderen met ongeveer hetzelfde niveau Er zijn verschillende manieren van leren. Wordt dat aangepast aan het kind? We zijn bezig om de meervoudige intelligentie van de kinderen vast te stellen. We onderzoeken de mogelijkheden die dit biedt en gaan daar gebruik van maken. MI (meervoudige intelligentie) gaat uit van het principe dat elke leerling talenten heeft die niet te vatten zijn in de constatering dat hij of zij meer of minder intelligent is. Kinderen (en volwassenen) zijn op verschillende manieren intelligent (knap): - Woordknap (verbaal-linguistisch) - Reken knap (logisch-mathematisch) - Beeldknap (visueel- ruimtelijk) - Muziekknap (muzikaal- ritmisch) - Beweegknap (lichamelijk- kinesthetisch) - Natuurknap (naturalistisch) - Mensenknap (interpersoonlijk) - Zelfknap (intra persoonlijk) In de kindgesprekken kan dit een van de onderwerpen van gesprek zijn Is het haalbaar, per kind persoonlijk leerdoel?

3 We geven geen individueel onderwijs op De Hoeksteen. We werken met instructiegroepen vanuit het groepsplan. Er zijn kinderen die verlengde of extra instructie krijgen, in een groepje of individueel. Voor een aantal kinderen is een ontwikkelingsperspectief gemaakt, zij volgen een eigen leerlijn voor bepaalde vakken. Dat houdt in dat zij instructie krijgen op een ander niveau dan de kinderen uit hun jaargroep. Wanneer nodig krijgen zij hier verlengde of extra instructie, in een groepje of individueel Is de overgang van unit 1 naar 2 niet groot? We merken dat we hier nog verbeteringen kunnen doorvoeren. We werken aan nog betere afstemming van de roosters. Dit maakt dat leerlingen uit unit 1 die een niveau hoger kunnen voor een vak, als wel leerlingen die een niveau lager moeten werken gemakkelijk kunnen switchen Wat wordt in de reflectie gedaan? De kinderen mogen vertellen wat ze hebben gedaan en wat ze geleerd hebben. Ook hoe alles is verlopen, konden ze goed doorwerken, vonden ze het makkelijk of juist lastig, wat ging er goed, wat kon beter? Hoe verliep het samenwerken, hoe het stilwerken, wie hebben ze kunnen helpen, waar ben je trots op? Dit zijn mogelijke vragen die centraal staan in het reflectiegsprek. De kinderen luisteren naar elkaar en mogen op elkaar reageren Wat bepaalt de hoeveelheid op de takenkaart? De inhoud van de takenkaart is het eerste waarnaar de leerkracht kijkt, de hoeveelheid hangt af van wat de leerkracht denkt dat het kind aankan. Dat is meestal goed in te schatten. Als het te veel of te weinig blijkt te zijn, zal de leerkracht onderzoeken of er een volgende keer een aanpassing gedaan kan worden. Dit doet zij na observatie, het bekijken van het resultaat en eventueel een gesprekje met de leerling. UNITt Zie je ontwikkeling bij talenten? We hebben dit nog niet vastgesteld. Meten van de ontwikkeling van talenten is een uitdaging, wat meet je en hoe meet je? Het zal vooral bestaan uit observatie en gesprek. 2.2 Is doelen stellen haalbaar voor individuele kinderen? We geven geen individueel onderwijs op De Hoeksteen. We werken met instructiegroepen vanuit het groepsplan. Er zijn kinderen die verlengde of extra instructie krijgen, in een groepje of individueel. Voor een aantal kinderen is een ontwikkelingsperspectief gemaakt, zij volgen een eigen leerlijn voor bepaalde vakken. Dat houdt in dat zij instructie krijgen op een ander niveau dan de kinderen uit hun jaargroep. Wanneer nodig krijgen zij hier verlengde of extra instructie, in een groepje of individueel.

4 2.3 Kinderen leren op verschillende manieren visueel/auditief. Blijft instructie voor leerlingen gelijk? De instructie is voor alle kinderen uit de instructiegroep gelijk, na de instructie is er differentiatie, bij de verlengde of extra instructie. Daarbij zijn onderwijsbehoeften van leerlingen leidend. Dit beschrijven de leerkrachten in het pedagogisch didactisch groepsoverzicht. Punten die daarin zijn opgenomen zijn: positieve en stimulerende aspecten, moeilijke en belemmerende aspecten, hoe leert de leerling het beste, hoe is de werkhouding, hoe is de sociaalemotionele ontwikkeling, de motoriek en de creativiteit van het kind ontwikkeld. Wanneer blijkt dat een leerling meer visueel of juist auditief is ingesteld, zal de leerkracht daar in de verlengde of extra instructie rekening mee proberen te houden. Ook bij de opdrachten op de takenkaart, voor zover het realiseerbaar is. 2.4 Gaan groepen ingedeeld worden op leerstijlen? We willen er in de toekomst rekening mee gaan houden, als we in beeld hebben hoe de leerstijlen van de kinderen zijn. De groepsindeling daarop afstemmen is praktisch gezien niet te realiseren. 2.5 Altijd een overgang van ene naar andere unit. Ja, dat is onvermijdelijk. We proberen de units zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen qua lesblokken taal, lezen en rekenen, zodat de leerlingen uit de units die een niveau hoger werken als wel de kinderen die een niveau lager instructie krijgen, gemakkelijk kunnen switchen. 2.6 Spelmomenten ook in unit 2, 3? We vinden spel belangrijk, er is ook ruimte voor spel in unit 2 en 3, al is die tijd meer beperkt in vergelijking met de tijd in unit Wat is het voordeel van unit en basisgroep? De basisgroep binnen de unit zien we als de vertrouwde plek, waar het kind zich thuis voelt en op zijn gemak voelt. Hier zijn gezamenlijke activiteiten, zoals de bijbel- en vertelkring, reflecteren en evalueren, verjaardagen vieren, even een spelletje doen, Kanjertraining, eten en drinken en voorlezen. Kinderen leren binnen de unit omgaan met kinderen van een andere leeftijd, zij leren elkaar te helpen of worden soms geholpen door andere kinderen uit de unit of basisgroep. 2.8 Hoe als kind van een groep al stof kan van een volgende groep. Voelen ze zich dan niet apart? Als kinderen toe zijn aan een volgende stap in hun ontwikkeling, vinden ze het meestal leuk om daar mee te oefenen. Voor kinderen maakt het dan niet uit of het iets is wat andere kinderen dan wat later gaan leren. We zullen d.m.v. observaties en gesprekken kijken hoe het staat met het welbevinden van het kind. 2.9 Hoe als een kind een groep kan overslaan, waar zijn de omslagmomenten en hoe gebeurt dit? Een groep overslaan zal minder vaak voorkomen dan doorstromen naar een volgend niveau voor een bepaald vakgebied als de leerling daaraan toe is. De toetsen van het LVS van Cito zijn meetmomenten om te zien of een leerling zodanig gegroeid is qua vaardigheidsscore, dat het een niveaugroep hoger ingedeeld kan worden. Ouders en leerling betrekken we bij zo n omslagmoment.

5 2.10 Meedoen met andere unit veel overleg tussen leerkrachten Ja, dit vraagt afstemming tussen de units en overlegmomenten tussen de leerkrachten. Overleg vindt plaats op vaste momenten Hoe gaat zo n overleg tussen leerkrachten, worden alle leerlingen dan besproken? Het overleg tussen gaat met name over afstemming van instructiemomenten, het welbevinden van de leerlingen in het algemeen, het bespreken van situaties of knelpunten die kortgeleden zijn vastgesteld. Daarnaast overleg over inrichting van ateliers, de hoeken, de doorgaande lijnen. De leerlingbespreking vindt plaats op een afgesproken tijd samen met de intern begeleider. Wanneer daar punten uit naar voren komen over leerlingen die van belang zijn voor andere leerkrachten binnen de unit, zal dit gecommuniceerd worden door de verantwoordelijke leerkracht of de intern begeleider Is er risico dat leerlingen geen uitdaging genoeg krijgen om talenten door te ontwikkelen, vooral op reken- en taalgebied. Dit is onze uitdaging! Er zal steeds gekeken worden naar hoe de ontwikkeling verloopt, of de leerling voldoende uitgedaagd wordt, of hij of zij de tijd goed gebruikt, of er voldoende uitdagend materiaal aanwezig is Wat bepaalt de hoeveelheid taken op takenkaart? De inhoud van de takenkaart is het eerste waarnaar de leerkracht kijkt, de hoeveelheid hangt af van wat de leerkracht denkt dat het kind aankan. Dat is meestal goed in te schatten. Als het te veel of te weinig blijkt te zijn, zal de leerkracht onderzoeken of er een volgende keer een aanpassing gedaan kan worden. Mogelijk gaat hij of zij in gesprek met de leerling om te horen hoe deze het zelf ervaart. Daarnaast kijkt de leerkracht naar het resultaat van het werk wat is gemaakt Hoe is de zelfplanning - per week / dag? Er zijn binnen de weektaak verplichte hoeken, daarvoor zijn de kinderen ingedeeld. Er zijn daarnaast keuzehoeken, die de kinderen zelf mogen kiezen. Binnen de weektaak hebben de kinderen de vrije keuze om het verplichte werk wat ze eerst willen doen, in hun eigen volgorde te maken. De leerkracht legt op donderdag kort uit wat de nieuwe weektaak inhoudt. Op de woensdag erna moet de weektaak klaar zijn. De eisen die we stellen aan zelfplanning van leerlingen van groep 8 zijn groter dan die van leerlingen van groep 4 en groep Koptelefoon met muziek? Er zijn leerlingen die werken met een koptelefoon op hun hoofd. Deze gebruiken ze omdat ze het fijn vinden om stil te werken. Ze geven daarmee aan anderen ook een signaal af dat ze ongestoord door willen werken. Er komt geen muziek door de koptelefoon.

6 2.16 Weektaken: mee naar huis als het niet af is? Snel weektaak af: wat is de uitdaging als het af is? Wanneer de weektaak niet klaar is op woensdag gaat de leerkracht in gesprek met de leerling. Vaak al eerder, wanneer de leerkracht of de onderwijsassistent ziet dat het misschien niet af komt. Wanneer blijkt dat er genoeg tijd was, maar dat de leerling er te weinig aan heeft gedaan, kan er voor gekozen worden om na schooltijd aan de weektaak te werken of om deze mee naar huis te geven. Van dat laatste worden ouders op de hoogte gesteld. Als de weektaak snel af is, krijgt de leerling ruimte voor extra opdrachten. Deze hebben soms een verplicht karakter, soms is er vrije keuze. We kijken naar aansluiting bij talenten en intersse om de leerling voldoende uitdaging te bieden Talenten: competenties en talenten van leerkrachten en anderen, wat doen we ermee? We willen het zeker meer gebruik van maken. Soms is de wil er wel, maar is het roostertechnisch lastig. Wanneer de lessen horizontaal zijn geprogrammeerd, zoals wij s morgens doen om leerlingen op hun eigen niveau te werken tijdens lezen, rekenen en taal, is het niet mogelijk om een leerkracht bijvoorbeeld alle rekeninstructies te laten geven. De talenten van leerkrachten zetten we tijdens het middagprogramma vaker in dan s morgens Zijn deze kinderen een experiment? Het onderwijs zoals we dit nu geven is gebaseerd op dingen die goed gingen op De Hoeksteen, en nieuwe inzichten op onderwijskundig gebied. Het is geen experiment. De kinderen die de omslag hebben meegemaakt zijn dit ook niet. Zij hebben wel meegemaakt dat dingen anders gingen en ook dat dingen zijn bijgesteld omdat soms bleek dat iets niet zo goed liep of werkte als we aanvankelijk dachten Eerst meer differentiatie dan nu (rode/ oranje boek, extra rekenboekje)? De verschillende rekenboeken gebruiken we nog steeds, differentiatie op rekengebied vindt plaats tijdens de instructiemomenten. Voor leerlingen die makkelijk rekenen is er materiaal wat meer uitdaging biedt. Het plusboek gebruiken we daarvoor en ander materiaal. In sommige gevallen gaat het oranje rekenboek mee naar huis, zodat de leerling daar alvast kennis kan maken met nieuwe sommen voor ze aangeboden worden tijdens de insructie op school. Dit laatste gebeurt altijd in overleg met intern begeleider en ouders. Bij spelling nemen we bij alle leerlingen het pi-dictee af om tot een goede indeling te komen. Doel is de leerlingen die de woorden beheersen, de instructie over te laten slaan of alleen een kort moment mee te laten doen. UNIT Houden aan afspraken- regels; belonen in de basisgroep goed; op gang en stilwerkenplekken minder. In principe kijken we naar alle plekken waar de leerlingen werken. Er is nu een onderwijsassistente in de gang en in het hoekenlokaal. Stilwerkenplekken nu in het basisgroepslokaal. De regels en afspraken zijn op deze manier goed te handhaven.

7 3.2 Toets rooster: is een beetje in het slop geraakt Er staat inmiddels een nieuw toets rooster op de website. 3.3 Rapporten? 10 minutengesprekken op de wijze van het VO We hanteren nu de structuur van eindverantwoordelijke leerkracht die de gesprekken rondom de rapporten voert. Wanneer dit meerwaarde biedt wijzigen we deze opzet waarbij ouders kunnen aangeven welke leerkracht ze willen spreken.