Kennisportfolio P2. Bedrijfseconomie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennisportfolio P2. Bedrijfseconomie"

Transcriptie

1 Kennisportfolio P2 Bedrijfseconomie Het kapitaal van een NV en BV bestaat uit aandelen: Maatschappelijk kapitaal: Is het maximale bedrag (gemeten in nominale waarde) waarvoor aandelen kunnen worden uitgegeven door de nv of bv zonder dat een statutenwijziging noodzakelijk is. Geplaatst aandelenkapitaal: In werkelijkheid kan het voorkomen dat slechts een gedeelte van het maatschappelijk kapitaal is geplaatst. Dit gedeelte noemen we het geplaatst aandelenkapitaal. Gestorte aandelenkapitaal: Het gedeelte van het geplaatst aandelenkapitaal dat door de aandeelhouders reeds is gestort, heet het gestorte aandelenkapitaal. Op grond van de wet moet van het maatschappelijk kapitaal van een nv ten minste 20% worden geplaatst. Met een minimum van Stockdividend: dat is een dividenduitkering in de vorm van aandelen. Cashdividend: uitbetaling in contanten. Keuzedividend: Als je een keuze mag maken tussen stockdividend en cashdividend heet het keuzedividend. Soorten aandelen: 1. Gewone aandelen (zeggenschap en dividend) 2. Preferente aandelen (bijzondere rechten) - vóór alle overige aandelen recht op een vast dividend - bij ontbinding van het bedrijf vóór de andere terugbetaald 3. Prioriteitsaandelen (meer zeggenschap) - type preferent aandeel - de houders van deze aandelen kunnen bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid benoemen De waarde van het aandeel: Nominale waarde: Waarde zoals die op het aandeel staat à staat op balans als aandelenkapitaal. Intrinsieke waarde: Waarde van het eigen vermogen van een onderneming / het aantal geplaatste aandelen. Rentabiliteitswaarde: Gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige geldstromen. Beurswaarde: Wordt bepaald door vraag en aanbod. Kengetallen:

2 -Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl.btw) -RTV = EBIT / gemiddelde totale vermogen KVV = rentekosten / gemiddelde vreemd vermogen REV = winst na belasting / gemiddelde eigen vermogen Debt ratio = vreemd vermogen/totaal vermogen Quick ratio = vlottende activa-voorraden/vlottende passiva Current ratio = vlottende activa / vlottende passiva REVvb = RTV + (RTV KVV) x VV/EV REVnb = 1-f x (RTV + (RTV KVV) x VV/EV) Activiteitskengetallen: Omloopsnelheid van de voorraad: Inkoopwaarde van de omzet excl. btw / gemiddelde voorraad Opslagduur van de voorraad: 365 * 1/omloopsnelheid van de voorraad Gemiddelde krediettermijn debiteuren: Gemiddelde debiteurensaldo / Verkopen op rekening x 365 dagen Gemiddelde krediettermijn crediteuren: Gemiddelde crediteurensaldo / inkopen op rekening x 365 dagen Brutowinstmarge: EBIT (bedrijfsresultaat)/omzet excl. Btw x 100% Human Resource Management (HRM) Fombrum Model: Bedrijven kunnen concurrentievoordeel halen door te investeren in de flexibiliteit en de kwaliteit van hun personeelsbestand. Om een goed personeelsbestand te maken moet eerst een personeelsplanning gemaakt worden. Hierin staat precies beschreven hoeveel mensen en wat voor mensen nodig zijn in het bedrijf. In het Fumbrum Model staan instroom, doorstroom en uitstroom centraal. Welke instrumenten staan hierbij centraal? Instroom: - werving - selectie - introductie - aanstelling en bepaling arbeidsvoorwaarden Doorstroom:

3 Beloning Beoordeling (beoordelingsgesprek) Begeleiding (functioneringsgesprek) Loopbaanplanning Opleiding en training Kennismanagement Uitstroom: (Vervroegd) pensioen Aflopen tijdelijk contract Beëindigen uitzendovereenkomst Outplacement - Ontslag - Exitgesprekken Wat is het verschil tussen de functiebeschrijving en de competenties? Een functiebeschrijving bestaat uit de volgende 3 aspecten: Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Competenties bestaan uit de volgende 3 aspecten: Kennis, vaardigheden en houding. Competenties: de combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie die iemand nodig heeft om succesvol te kunnen zijn. Deze twee dingen samen noemen we een functie- en competentieprofiel. Bedrijfsidentiteit/ Corporate identity: Identiteit is het beeld dat de organisatie van zichzelf heeft en wenst uit te stralen. Een bedrijfsidentiteit is belangrijk, want het vergroot de motivatie van de werknemers en het is een bindmiddel. Het zorgt namelijk voor betrokkenheid, vertrouwen en geloofwaardigheid. Een bedrijf maakt vaak een branding. Dit wil zeggen dat het een merk neerzet, bijvoorbeeld van een product of van het bedrijf zelf. Zo bestaat er een employer branding/ werkgeversmerk. Met dit merk wil men het bedrijf in de arbeidsmarkt zetten. Employer Branding= Een authentieke en onderscheidende voorkeurspositie verkrijgen en behouden als werkgever in de mindset van de (potentiele) medewerkers en hun beïnvloeders met als doel het aantrekken en behouden van de juiste medewerkers. Internal Branding = Het intern tot leven brengen van de belangrijkste (werkgevers)merkwaarden van de organisatie. Als medewerkers het werkgeversmerk omarmen en toepassen in hun houding en gedrag worden de mogelijkheden voor het waarmaken van de (wervings-)doelstellingen van de organisatie vergroot. Waarom zijn mensen tevreden met hun baan? Dit kun je zien in de vier A s: Arbeidsinhoud: wat doe je? (staat in functie en competentie beschrijving) Arbeidsomstandigheden: alles er om heen. (werkplek, tempo etc.) Arbeidsverhoudingen: relatie met collega s en leidinggevende Arbeidsvoorwaarden: loon, vakantie, werktijden etc. (staat in arbeidsovereenkomst/cao) Drie soorten arbeidsvoorwaarden: - Primair: materieel, direct in geld (loon, vakantietoeslag, 13e maand, bonus) - Secundair: materieel, indirect in geld uit te drukken (lease-auto, mobiele telefoon, laptop, vakantiedagen, werktijden) - Tertiair: immaterieel, niet in geld uit te drukken (Sfeer, arbeidsomstandigheden, verantwoordelijkheid)

4 Marketing Marketing: Een sociaal en managementproces, waarin individuen en groepen verkrijgen waaraan zij behoefte hebben en wat zij wensen, door producten en waarde te creëren en deze met anderen uit te wisselen. (Bedrijfscontext: winstgevende relaties met afnemers opbouwen en in stand houden.) Doelen marketing: 1. Nieuwe klanten aantrekken door superieure waarde te beloven. 2. Bestaande klanten behouden door hen tevreden te stellen. Om de marketing te realiseren hebben we een model van marketingproces gemaakt. Deze bestaat uit de volgende vijf stappen: De markt en behoeften/wensen van klanten doorgronden Een klant gestuurde marketingstrategie ontwikkelen Een marketingprogramma opzetten dat superieure waarde levert Winstgevende relaties opbouwen en optimale klanttevredenheid realiseren Waarde van klanten krijgen om winst en optimale klanttevredenheid te realiseren Er zijn vijf verschillende concepten waarop organisaties hun marketingactiviteiten kunnen baseren: Productieconcept: consument geeft zijn voorkeur aan producten die beschikbaar en betaalbaar zijn. Productconcept: consument geeft de voorkeur aan producten die de beste kwaliteit, prestaties en innovatieve functies bieden. Verkoopconcept: consumenten nemen alleen de producten van het bedrijf wanneer het bedrijf zeer actief is op verkoop- en promotiegebied. Marketingconcept: een bedrijf kan zijn doelstellingen alleen bereiken als het de behoeften en wensen van doelmarkten kent en de gewenste bevrediging beter kan leveren dan concurrenten. Maatschappelijke marketingconcept: of het zuivere marketingconcept mogelijke conflicten tussen de klantwensen voor de korte termijn en het welzijn van klanten op de lange termijn over het hooft ziet. De marketingstrategieën van Porter: - Kostenleiderschap/laagste kosten: de organisatie heeft als doel om de laagste productieen distributie kosten te realiseren, zodat het een product of dienst met de beste prijs kan aanbieden. (lijkt op operational excellence) - Differentiatie: de organisatie heeft als doel om een op een aantal voor de afnemer relevante productattributen onderscheidend product aan te bieden. Het product wordt daarmee uniek. (lijkt op product innovation) - focus: de organisatie heeft het zelfde doel als kostenleiderschap en differentiatie, maar dan alleen voor een speciaal deel van de markt. (lijkt op costumer intimacy)

5 De marketingmix bestaat uit vier P s: Product: een marketingaanbod dat een behoefte bevredigd. Prijs: hoeveel je rekent voor het aanbod. Plaats: hoe en waar je het aanbod beschikbaar stelt aan de klant. Promotie: voordelen van het aanbod bij de doelgroep aanprijzen. 4 Groeistrategieën Ansoff-Matrix: Marktpenetratie: Verkopen van bestaande producten op bestaande markten. Het doel van marktpenetratie is vaak het vergroten van het huidige marktaandeel. Hiervoor zijn twee manieren: klanten winnen van de concurrent of de huidige klanten meer dezelfde producten te verkopen. Het kan een goede strategie zijn wanneer door de verhoging van productie schaalvoordelen bereikt kunnen worden (productie, interne organisatie en distributie). Met deze strategie wordt de concurrent vaak hard getroffen en een counter aanval zal vaak optreden. Groei door verhoging van het marktaandeel. Marktontwikkeling: Marktontwikkeling groeistrategie: Verkopen van bestaande producten op nieuwe markten. Het doel van marktontwikkeling is om via nieuwe markten het huidige product extra te gaan verkopen. Als er geen veranderingen aan het product aangebracht hoeven te worden kan dit een zeer goede strategie zijn en veel geld opleveren. Vaak is dit alleen niet het geval. Om succesvol te zijn met een bestaand product in een nieuwe markt moeten er aanpassingen gemaakt worden die (vaak) veel geld kosten. Productontwikkeling: Productontwikkeling groeistrategie: Verkopen van nieuwe producten aan bestaande klanten. Hierbij zijn twee mogelijkheden. Allereerst kunnen nieuwe producten geïntroduceerd worden ter vervanging van de oude huidige producten. Dit is een goede strategie als hiermee beter ingespeeld kan worden op de behoefte van de klant. Maar ook kan er voor cross- selling gekozen worden. Hiermee maakt men een kleine aanpassing aan het product en gaat dit product naast het huidige product verkopen. Denk hierbij aan succesvolle producten zoals cup a soup. Aangezien de concurrenten constant vernieuwingen doorvoeren in haar assortiment is dit een vaak gehanteerde strategie om bij te blijven. Diversificatie: Diversificatie groeistrategie: Nieuw product in een nieuwe markt. Een zeer moeilijke strategie die zeer succesvol kan zijn, maar vaak mislukt. Er zijn zeer veel risico s aan verbonden want er is geen garantie voor succes. Dit is een goede strategie voor bedrijven met een succesvol portfolio maar kampen met een volwassen markt. Met het oog op de toekomst worden nieuwe producten gelanceerd op nieuwe markten met de hoop een opvolger voor de huidige succesvolle producten te vinden. In de praktijk worden de marktpenetratie en productontwikkeling groeistrategieën vaak toegepast. In ongeveer 10% van de gevallen valt de keuze op een diversificatie of marktontwikkeling groeistrategie. Externe analyse bestaat uit: Meso: 5 krachten model van PorterDe vijf krachten zijn:: - De macht van leveranciers; - De macht van afnemers; - De mate waarin substituten en complementaire goederen verkrijgbaar zijn; - De dreiging van nieuwe toetreders tot de markt; - De interne concurrentie van spelers op de markt Macro: DESTEP --> geeft kansen en bedreigingen (buiten af) Interne analyse bestaat uit: Micro: SWOT-analyse --> confrontatie-matrix --> SFA-matrix --> geeft sterken en zwakten (binnen af) BCG Matrix: Verticale as maatstaf voor de aantrekkelijkheid van de markt. Horizontale lijn is maatstaf

6 voor de kracht van de positie van het bedrijf op de markt. SBU (strategic business units). Star: Activiteiten of producten met een snelle groei en een groot marktaandeel. Cash cows: Activiteiten of producten met een trage groei en een groot marktaandeel. Question Marks: Activiteiten met een gering marktaandeel op markten met snelle groei. Het management moet zich goed beraden welk question Marks het wil ombuigen richting stars en welke afgebouwd moeten worden. Dogs: Activiteiten en producten met een lage groei. Ze genereren voldoende contanten om zichzelf de bedruipen, maar zullen verder niet veel bijdragen. Er zitten drie niveaus aan een product. Elk niveau voegt meerwaarde toe voor de klant. Core Benefit = de behoefte van het product Actual product = de fysieke eigenschap van het product (hoe ziet het product eruit) Augmented product = alles rondom het product. Service, dienstverlening en benefits).

7 Management Bij management in de P2 gaan we dieper in op het 7S-model. Treacy en Wiersema: Bij het bepalen van een strategie, zal je eerst een keuze moeten maken wat de basis van de onderneming is. Volgens Treacy en Wiersema bestaan er 3 waarde disciplines: 1. Operational Excellence/ kostenleiderschap - Tegen een lage prijs produceren/leveren - Groot klantenbestand - Groot volume - Schaalvoordelen (door massaal te produceren rijg je voordelen, je kan bijvoorbeeld tegen een lagere prijs inkopen) Kenmerken Operational Excellence: - Hoge vaste kosten maken grote volumes essentieel om lage kosten per eenheid te bereiken; schaalvoordelen en efficiency zijn cruciaal - Strijd om schaal; enkele grote spelers in de markt domineren vaak - Goed uitgedachte systemen / processen zijn zeer belangrijk - De onderneming is kosten gefocust en wil graag standaardisatie en voorspelbaarheid - Klant staat vaak niet centraal, de interne organisatie wel 2. Productinnovatie/ productleiderschap - De nieuwste producten aanbieden - Veel slimme mensen in dienst hebben - Niet gericht op lage kosten Kenmerken Productinnovatie: - Vroegtijdige markttoetreding maakt het berekenen van premiumprijzen en het verwerven van een groot marktaandeel mogelijk - Strijd om talent van personeel - Organisatie is werknemersgericht, creatieve sterren zijn zeer belangrijk - De organisatie denkt na over wat de klant in de toekomst nodig denkt te hebben! 3. Customer Intimacy/ klantenpartners - Precies weten wat de behoefte van de klant is - Naast de klant staan - Langdurige relaties Kenmerken Customer Intimacy: - Hoge kosten voor klantenacquisitie (het werven van klanten), dus belangrijk dat de klant veel bij de organisatie koopt - Sterk service georiënteerd - Personeel moet veel empathie (=inlevingsvermogen) hebben - Klant staat centraal, niet de interne processen PDCA-cyclus van Deming: Deze gebruik je als systemen verlopen of niet meer worden beheerst. Men moet ingrijpen: Doel:

8 - Continue procesverbetering - Kwalitatieve verbetering van (productie-)processen Plan: Plannen van kwaliteitsdoelen en opstellen van normen. Do: Uitvoeren van activiteiten Check: Resultaten controleren op eventuele afwijkingen van de gestelde normen Act: Bijsturen, indien de afwijkingen te groot zijn. Je hebt 3 typen leiderschap op basis van inspraak/beslissingsbevoegdheid van de medewerker: 1. Autoritair/autocratisch leiderschap - leider geeft 'bevelen' aan medewerkers - macht als middel van gezagsuitoefening - strikt hierarchische verhoudingen - geen inspraak/discussie - de leider beslist - geld is belangrijke stimulans voor medew. - leider gericht op het behalen van resultaat 2. Democratisch leiderschap - leidinggeven is een groepsfunctie geworden - besluiten komen democratisch in de groep tot stand - leidinggevende is begeleider/coordinator - gevaar: geringe slagvaardigheid/besluiteloosheid 3. Participerend leiderschap - zit tussen autoritair en democratisch in - leidinggevende behoudt de eindverantwoordelijkheid - medewerkers participeren in overlegorganen - informeren en adviseren leidinggevende - de leider neemt de uiteindelijke beslissingen Er is een relatie tussen de macht van een manager en verschillende leiderschapsstijlen. Dit heeft te maken met machtsinvloeden: Autoritair: manager beslist alles/geen tegenspraak -- > operational excellent Consulterend: manager geeft werknemers alle vrijheid/medewerkers nemen beslissingen --> product innovation (costumer intimacy) Participatief: manager vraagt advies aan medewerkers, maar neemt uiteindelijk zelf de beslissingen. --> costumer intimacy (product innovation) McGragor: X-theorie: iedereen is lui, moet aangespoord worden Y-theorie: werknemers willen graag werken

9 Harrison en Handy: Volgens Harrison en Handy zijn er vier verschillende typen culturen te onderscheiden. In dit model betekend: Machtsspreiding: beslissingen nemen (centralisatie en decentralisatie) Samenwerkingsgraad: hoe sterk werk je samen in een bedrijf. Rollencultuur: - Kleine machtsspreiding, lage samenwerkingsgraad. - Veel regels en procedures - De functies geven de toon aan, niet de mens (bureaucratische organisatie) - Routinematige technologie - Kostbare technologie - Massaproductie - Veel technologie en coördinatie à bijvoorbeeld in een fabriek, productiemedewerker of bankemployee. Machtscultuur: - Kleine machtsspreiding, hoge samenwerkingsgraad. - Alles draait om het topfiguur. - Weinig regels en procedures (vaak kleine en jonge organisaties) à bijvoorbeeld bij een slager of een bakker. Personencultuur: - Grote machtsspreiding, lage samenwerkingsgraad. - Prioriteit aan het individu; de manager is een gelijke (school, advocatenkantoor) à bijvoorbeeld een advocaat, arts of docent. Taakcultuur: - Grote machtsspreiding, hoge samenwerkingsgraad. - Is taakgericht en professioneel (matrix-organisaties, veel projecten) à bijvoorbeeld een ICT-er, designer of een projectteam. Welke cultuur past bij welke strategie? Product innovation: personen/machtscultuur Operational excellence: rollencultuur Customer intimacy: personen/taakcultuur Cultuur gaat uit van de 3 P's: People (mensen/sociale rechtvaardigheid) Goede arbeidsvoorwaarden bieden (kinderopvang, deeltijd, loopbaanperspectief) Gelijke kansen voor iedereen Inspraak/winstdeling Zorgvuldig opstellen naar klanten, leveranciers, concurrenten etc. Sociale gedragscodes opstellen Open en controleerbaar verantwoording afleggen

10 Fraude, corruptie, kinderarbeid Planet (aarde/ecologische grenzen/milieu) Bij ontwikkeling/ontwerp product rekening houden met het milieu Weinig afvalstoffen/veel hergebruik Weinig energie/grondstof verbruik Leveranciers op milieugebied selecteren Milieugedragscodes opstellen Open en controleerbaar verantwoording afleggen Profit (winst/economische groei/financieel) - Investeren in infrastructuur - Uitbestedingen - Locatiebeleid - Winstbestemming Overeenkomsten en rechtspersonen recht Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid: - Eenmanszaak - Maatschap - VOF - CV Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid: - BV - (vereniging, coöperatie, OWM, stichting) Maatschap: (art. 7A:1655 BW) Er is een overeenkomst tussen twee of meer personen. Ze verbinden met elkaar om iets in gemeenschap te brengen. Dat doen ze met het oogmerk op winstverdeling. Verdeling winst/verlies bij maatschap: - art. 7A:1670 BW: als je niets afspreekt, evenredig naar inbreng - Afwijken mag, maar er zijn beperkingen van art. 7A:1671 en art. 7A:1672 BW Bevoegdheid tot handelen van de maten afzonderlijk: - Beheersdaden: behoren tot de normale gang van zaken binnen de onderneming, bedrijfsuitoefening. Kan de maatschap niet betalen, dan is een ieder der maten voor een gelijk deel aansprakelijk. --> Beheer: elke maat is afzonderlijk bevoegd. Een maat kan andere maten binden. (art. 7A:1676 lid 1) - Beschikkingsdaden: handelingen die geen beheersdaden zijn. --> Beschikken: alle maten zijn gezamenlijk bevoegd, één maat kan de andere maat niet binden. Kan de maatschap niet betalen, dan is de ene maat verplicht te betalen, er is namelijk geen binding. Wel is er binding bij: Volmacht: anderen geven vooraf toestemming Bekrachtiging: anderen zeggen achteraf dat het goed is Bij voordeel voor de maatschap (art. 7A:1681 BW) VOF: (art. 16. WvK) Een VOF is een bijzondere maatschap, die een bedrijf uitoefent onder een gemeenschappelijke naam. Gelden bijna zelfde regels voor als maatschap. Verschil VOF en Maatschap: Bij de vof heb je veel meer bevoegdheden. Alles wat als doel is om iets te betekenen voor de vof valt er al onder. Bij een maatschap alleen iets wat van belang is voor de dagelijkse gang van zaken. BV: (art. 2:175 lid 1 BW) Een bv is een rechtspersoon met een in een of meer overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal. De aandelen zijn op naam en een aandeelhouder is niet hoofdelijk aansprakelijk. Er zijn absolute en relatieve vermogensrechten:

11 Absolute vermogensrechten: gelden tegenover iedereen, zonder onderscheid. Is voor iedereen hetzelfde. (bijvoorbeeld: eigendomsrecht) Relatieve vermogensrechten: werken slechts tegen één of enkele personen. (bijvoorbeeld een overeenkomst) Menselijke handelingen met rechtsgevolg worden gescheiden in twee groepen: Rechtshandelingen (Art. 3:33 BW): menselijke handelingen met een beoogd rechtsgevolg. Een rechtshandeling is een wil en verklaring waaruit die wil blijkt om een bepaald rechtsgevolg te bereiken. Feitelijke handelingen: menselijke handelingen waaraan zonder bedoelingen gevolgen aan vast hangen (onrechtmatige daad). De gevolgen worden niet beoogd.

Relevantie/Te gebruiken voor de winst verdeling bij aandelen in een organisatie.

Relevantie/Te gebruiken voor de winst verdeling bij aandelen in een organisatie. Blok P2 Bedrijfseconomie Model/Theorie: Winstverdeling Auteur: Drs. A.W.W. Heezen. Vakgebied: Bedrijfseconomie Relevantie/Te gebruiken voor de winst verdeling bij aandelen in een organisatie. Model/Theorie:

Nadere informatie

Kennisportfolio opdracht

Kennisportfolio opdracht Kennisportfolio opdracht Recht Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid: 1. Eenmanszaak: -Geen scheiding tussen zakelijk en privé vermogen. -Aansprakelijkheid van winst en verlies voor één persoon.

Nadere informatie

Kennisportfolio P2. Door: Duncan Bruin. Klas: I. Vak: Voor mezelf ;)

Kennisportfolio P2. Door: Duncan Bruin. Klas: I. Vak: Voor mezelf ;) Kennisportfolio P2 Door: Duncan Bruin Klas: I Vak: Voor mezelf ;) Indeling: Marketing HRM Management: inleiding 2 Bedrijfseconomie Overeenkomsten- en Rechtspersonen recht Marketing, auteur: Kotler, P.,

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Praktijkdiploma Boekhouden (PDB ) Eamen Financiering niveau 4 Niveau 4 (vergelijkbaar met mbo 4) Versie 2-0 Geldig vanaf 1-01-16 Vastgesteld

Nadere informatie

Kennisportfolio bedrijfskunde MER

Kennisportfolio bedrijfskunde MER Kennisportfolio bedrijfskunde MER Minh Ngo Propedeuse fase 09 mei 2014 PERIODE 1 ALGEMENE ECONOMIE Marktvormen Marktvormen zijn het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Praktijkdiploma Boekhouden (PDB ) Eamen Financiering niveau 4 Niveau 4 (vergelijkbaar met mbo 4) Versie 4-0 Geldig vanaf 1-01-16 Vastgesteld

Nadere informatie

a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318.

a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318. PDB Financiering Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318.900 Krediettermijn

Nadere informatie

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Informal investors: informele investeerders, bv particulieren Gebruiken is vast. Verbruiken is vlot. Materieel: tastbaar Immaterieel:

Nadere informatie

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse Internationale Marketing H4 Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse Executive summary Een samenvatting voor het management 1 à 2 pagina s belangrijkste

Nadere informatie

Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen.

Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen. Management P1 Auteurs: André Weber en Aldert Doelen. Managen: alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen. Organiseren: een aantal mensen dat zich als eenheid

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 7

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 580.000 + 640.000) / 2 = 610.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 8.800.000 1,21 = 10.648.000 Krediettermijn debiteuren: 610.000 365 dagen = 20,9

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Financiering niveau 4 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de

Nadere informatie

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Voor kandidaten die in beide modules examen doen geldt dit gehele document (zowel de termen van module A. Periodeafsluiting als module

Nadere informatie

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Voor kandidaten die in beide modules examen doen, geldt dit gehele document (zowel de termen van module A. Boekhouden als module B.

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Vorige week Introductie financieel management Investeringsplan, financieringsplan en exploitatiebegroting Balans Liquiditeitsbegroting (meer in week 6) Berekening inkomen en vermogen

Nadere informatie

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Hoofdstuk 3 Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte Extra opgaven Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Opgave 3.6a Vazzo bv koopt en verkoopt

Nadere informatie

Blok P2 Managen. Overeenkomstenrecht en ondernemingsrecht

Blok P2 Managen. Overeenkomstenrecht en ondernemingsrecht Blok P2 Managen Overeenkomstenrecht en ondernemingsrecht - Nederlands recht begrepen, 3 e druk, mr Lydia Janssen - Recht voor organisaties, 1e druk, mr R. Westra (gepubliceerd op blackboard) - Wettenbundel

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /05

ALGEMENE ECONOMIE /05 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 Producenten: indeling M Bedrijven kunnen ingedeeld worden naar sector: F marktsector: G primaire sector:

Nadere informatie

Saxionstudent.nl Blok1

Saxionstudent.nl Blok1 Samenvatting eindopdracht Trends en ontwikkelingen op consumentenniveau Macro In dit eind rapport hebben we de navigatiesystemen markt in kaart gebracht. In de macro, meso en micro omgevingen hebben we

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 Opgave 3 De liquiditeitsbegroting De betaling van de verkopen Verkopen Ontvangsten Maand ex btw btw incl btw 1 maand later Januari 780.000 163.800 943.800 Februari 720.000 151.200

Nadere informatie

Kennisportfolio Individuele leerlijn Propedeusejaar. Luc Schemkes 2075711 Klas 49BD1BV s Hertogenbosch Datum

Kennisportfolio Individuele leerlijn Propedeusejaar. Luc Schemkes 2075711 Klas 49BD1BV s Hertogenbosch Datum Kennisportfolio Individuele leerlijn Propedeusejaar Luc Schemkes 2075711 Klas 49BD1BV s Hertogenbosch Datum Inhoudsopgave Blok P1... 2 Algemene Economie (micro)... 2 Bedrijfseconomie... 5 Communicatie...

Nadere informatie

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Voor kandidaten die in beide modules examen doen, geldt dit gehele document (zowel de termen van module A. Boekhouden als module B.

Nadere informatie

What to do voor strategisch management?

What to do voor strategisch management? What to do voor strategisch management? VRAGEN Stel dat je wordt gevraagd om als adviseur van H&M op te treden. De opdracht is om een strategisch plan op te stellen om de missie te verwezenlijken. Inleiding

Nadere informatie

. Winstgevendheid door wenbaarheid. Wendbare organisaties bieden zekerheid voor de toekomst. 24 april 2012

. Winstgevendheid door wenbaarheid. Wendbare organisaties bieden zekerheid voor de toekomst. 24 april 2012 . Winstgevendheid door wenbaarheid Wendbare organisaties bieden zekerheid voor de toekomst 24 april 2012 wie zijn wij Optines Consultancy is als HRM business partner gespecialiseerd in verandermanagement,

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5 Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5 K= Kennisvraag, de kandidaat moet één of meerdere begrippen beschrijven, noemen of herkennen, en/of kenmerken, voorbeelden, verschillen of

Nadere informatie

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1 Bedrijfseconomie B-cluster BBBBEC2A.1 Succes met leren Leuk dat je onze bundels hebt gedownload. Met deze bundels hopen we dat het leren een stuk makkelijker wordt. We proberen de beste samenvattingen

Nadere informatie

HRM. Fombrun model Auteur: C. Fombrun

HRM. Fombrun model Auteur: C. Fombrun HRM Fombrun model Auteur: C. Fombrun Vakgebied: HRM Beschrijving: Het Fombrun model geeft aan hoe de instroom, doorstroom en uitstroom van een medewerker binnen een organisatie samenhangt. Met deze aspecten

Nadere informatie

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Hoofdstuk 1 Opgaven Opgave 1.1 Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Totaal Totaal Opgave 1.2 1. In welke andere vorm dan

Nadere informatie

Financiële analyse. Les 3 Kengetallen. Opdracht voor volgende lesweek

Financiële analyse. Les 3 Kengetallen. Opdracht voor volgende lesweek Financiële analyse Les 3 Kengetallen Opdracht voor volgende lesweek 1. Ieder teamlid download de financiele gegevens en berekent voor zijn bedrijf uit elke categorie van kengetallen (liquiditeit, solvabiliteit,

Nadere informatie

Wie werkt er aan employer branding bij zijn of haar bedrijf?

Wie werkt er aan employer branding bij zijn of haar bedrijf? Themabijeenkomst Gezond Beleid Employee branding en HRM 10 september 2015 Vraag Wie werkt er aan employer branding bij zijn of haar bedrijf? 1 Employer branding Een authentieke en onderscheidende voorkeurspositie

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Beoordeling financieel Financiële kengetallen Activiteitskengetallen Rentabiliteitskengetallen Liquiditeitskengetallen Solvabiliteitskengetallen Productiviteitskengetallen Beleggingskengetallen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 ROL VAN STRATEGIE

Hoofdstuk 5 ROL VAN STRATEGIE Hoofdstuk 5 ROL VAN STRATEGIE 5.1 Missie, organisatiestrategie en innovatiestrategie Missie: een ruim gedefinieerde, duurzame beschrijving van de organisatiedoelstellingen en van de punten waarop de organisatie

Nadere informatie

Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten.

Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten. Recht les 1 Verplichtingen van de ondernemer - Publicatieplicht - Administratieplicht - Instellen OR Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten. Ondernemingsvormen zonder

Nadere informatie

Syllabus. Leerdoelen voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A

Syllabus. Leerdoelen voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A Syllabus en voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A Modules: Bedrijfsdoelstellingen & kengetallen Financiële administratie Kosten & prijzen Bedrijfsvorm & wetgeving EBC*L International,

Nadere informatie

Verandermanagement. Hoofdstuk 5 Strategie en ondernemingsdoelstellingen

Verandermanagement. Hoofdstuk 5 Strategie en ondernemingsdoelstellingen Verandermanagement Hoofdstuk 5 Strategie en ondernemingsdoelstellingen Schema strategie Externe analyse Interne analyse Kansen en bedreigingen (Opportunities, Threats) Confrontatieanalyse Sterkten en zwakten

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Besturing. m.u.v. 8.2.6, 8.2.7, 8.5

Hoofdstuk 8 Besturing. m.u.v. 8.2.6, 8.2.7, 8.5 Hoofdstuk 8 Besturing m.u.v. 8.2.6, 8.2.7, 8.5 Besturing van organisaties Besturen = het leiden van een organisatie naar de gestelde doelen (SMART) Profit- en non-profitorganisaties Bedrijfsproces: Besturing

Nadere informatie

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 2014 Van verbruik naar gebruik Pagina 1 van 6 Inleiding: Voor u ligt het MVO beleid van Hef & Hijs Nederland. Maatschappelijk Verantwoord en Duurzaam Ondernemen is

Nadere informatie

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 ( 1,-) Balans per 1 januari 2016 van Grutter Gebouw Bestelauto Voorraad Debiteuren Bank Kas 367.200 28.500 43.240 15.740 10.330 1.240 Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 versie.0 - januari 018 HOOFDSTUK 6 Opgave 1 a. Bereken de krediettermijn debiteuren (afronden op 1 decimaal) Gemiddeld debiteurensaldo: 50.150 + 467.060 = 484.605 Omzet op rekening 017 inclusief omzetbelasting:

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Concurrentievoordeel creëren

Hoofdstuk 10 Concurrentievoordeel creëren Hoofdstuk 10 Concurrentievoordeel creëren Leerdoelen Aangeven waarom het noodzakelijk is om door middel van concurrentieanalyse inzicht te krijgen in de concurrentie. De grondbeginselen beschrijven van

Nadere informatie

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R ONDERNEMINGSVORMEN.

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R ONDERNEMINGSVORMEN. MBO+ / Intermediate vocational education Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Natuurlijk persoon: het gaat hier om een mens; ieder mens heeft rechten en plichten

Nadere informatie

Eigen vermogen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid

Eigen vermogen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid Eigen vermogen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak: Persoonsvennootschap: Vennootschap Onder Firma: Commanditaire vennootschap (CV) Maatschap: Eigen vermogen: totaal eigen geld dat in

Nadere informatie

Financieel management

Financieel management Financieel management Tweede herziene druk Kees van Alphen Inhoud 1 inleiding 1 2 het verhaal achter de cijfers 3 2.1 Het besturen van een organisatie: ondernemingsmodel 3 Checklist 6 3 sturen op winst,

Nadere informatie

12 Het eigen vermogen

12 Het eigen vermogen 12 Het eigen vermogen hoofdstuk 12.1 C 12.2 C 12.3 C 12.4 A 12.5 B 12.6 D 12.7 B 12.8 A 12.9 D 12.10 A 12.11 C 12.12 B 12.13 B 12.14 D 12% van 30.000.000 = 3.600.000 12.15 C 1.000.000 / 20.000.000 = 0,05

Nadere informatie

KENNISPORTOFOLIO LUC VAN GORKUM

KENNISPORTOFOLIO LUC VAN GORKUM KENNISPORTOFOLIO LUC VAN GORKUM Alle modellen en theorieën die op Avans Hogeschool aan de opleiding Management Economie en Recht gegeven zijn, zijn samengebundeld het kennisportfolio. Luc van Gorkum, Avans

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bedrijfseconomie (BE) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bedrijfseconomie (BE) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Eamenlijn Diploma Module Niveau MBO 4 Positionering Versie 1.2 Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bedrijfseconomie (BE) Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 13 juli 2011 Vastgesteld

Nadere informatie

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. www.jooplengkeek.nl Eigen vermogen bij een bv en een nv Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. Het bestaat uit aandelenkapitaal en opgebouwde

Nadere informatie

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case

Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Leeftijdbewust personeelsbeleid De business case Inleiding Binnen de sector ziekenhuizen is leeftijdsbewust personeelsbeleid een relevant thema. De studie RegioMarge 2006, De arbeidsmarkt van verpleegkundigen,

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn?

OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn? Vragen hoofdstuk 3: De onderneming nader bekeken OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn? 2. Noem minimaal drie

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ORGANISATIE EN MANAGEMENT DONDERDAG 18 JUNI 2015 11.45 UUR 14.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Organisatie en management Donderdag 18 juni 2015 B / 7 2015 NGO -

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 6 OKTOBER UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 6 OKTOBER UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT DINSDAG 6 OKTOBER 2015 14.15 UUR 15.45 UUR SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & management B / 6 Case The Greenery: wie gaat er nog

Nadere informatie

BU$trN{s5 S$f{Àr# $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h. tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x DO Ê[.e f oepxtuzs. }}r n ${ 5ï1p Ê0 t} u cï.

BU$trN{s5 S$f{Àr# $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h. tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x DO Ê[.e f oepxtuzs. }}r n ${ 5ï1p Ê0 t} u cï. s - r.ëí ljii $ BU$trN{s5 S$f{Àr# ÍXïf*{ttf à$rllysi Ifi rë.ri,të Àt{AtYsE Ktfrli lpt8a![ë]4 $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h rli.'1 t{ar K[ ï Ir* GflOtLSTf;:"l"llifi tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x

Nadere informatie

A. KLANTWAARDE... 2 B. BEGRIPPENLIJST... 7 C. KORT OVERZICHT... 10

A. KLANTWAARDE... 2 B. BEGRIPPENLIJST... 7 C. KORT OVERZICHT... 10 Inhoudsopgave A. KLANTWAARDE... 2 B. BEGRIPPENLIJST... 7 C. KORT OVERZICHT... 10 1 A. Klantwaarde Marketing is het verkrijgen van klanten en winstgevende relaties met klanten. In dit hoofdstuk worden de

Nadere informatie

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2 Master Executive in Wedding Management EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER Deel 2 [LES 2] Event & Media Education. Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van kopiëren of verspreiding van de

Nadere informatie

Human Resources in de Politie: tussen droom en werkelijkheid. CPS-studiedag 27 april 2017

Human Resources in de Politie: tussen droom en werkelijkheid. CPS-studiedag 27 april 2017 Human Resources in de Politie: tussen droom en werkelijkheid Dominique Van Ryckeghem Federale Politie - DGR CPS-studiedag 27 april 2017 1 Initiatieven Veranderingen leeftijds- en loopbaanvoorwaarden in

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 3 Opgave 1 a. Wat is het belangrijkste verschil tussen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid en ondernemingen met rechtspersoonlijkheid? Rechtspersonen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen

Nadere informatie

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 Wat gaan we doen? Wat zijn je verwachtingen? Stukje theorie Oefencasus Afronding Handel en boekhouding Zo lang er handel wordt gedreven

Nadere informatie

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave:

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave: Jaarcijfers 2015 Vrouwe Udasingel 235 6663 GT LENT Inhoudsopgave: - Balans (en toelichting op de balans) - Winst- en verliesrekening - Kengetallen Balans per 31-12-2015 ACTIVA 2015 2014 Vaste activa Materiële

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

WELKOM BIJ NIMA-B MARKETING

WELKOM BIJ NIMA-B MARKETING WELKOM BIJ MEDIAONDERNEMERSCHAP NIMA-B MARKETING Annemieke Boer Module Coördinator Nima B a.boer@hva.nl WAT GAAN WE VANDAAN DOEN Uitleg module Boek en tentamen Tips Het marketingplanningsproces Wat weet

Nadere informatie

1. Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma). De Boer, Brouwers, Koetzier (2008), Basisboek Bedrijfseconomie, hfdst. 1.5, p. 41

1. Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma). De Boer, Brouwers, Koetzier (2008), Basisboek Bedrijfseconomie, hfdst. 1.5, p. 41 Antwoordmodel Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Het antwoordmodel dient als indicatie voor de corrector. De paginaverwijzingen in dit antwoordmodel zijn gebaseerd op het reguliere

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Marketing vandaag en morgen. Hoofdstuk 1 Marketing vandaag en morgen

Hoofdstuk 1 Marketing vandaag en morgen. Hoofdstuk 1 Marketing vandaag en morgen Hoofdstuk 1 Marketing vandaag en morgen Hoofdstuk 1 Marketing vandaag en morgen SAMENHANG VAN DE HOOFDSTUKKEN Deel 1 Marketing vandaag en morgen Deel 2 Deel 3 Deel 4 Principes van marketing - Hoofdstuk

Nadere informatie

Wat is competentiemanagement en hoe ga je ermee om? Welke resultaten zijn er te behalen? Welke valkuilen kom je tegen?

Wat is competentiemanagement en hoe ga je ermee om? Welke resultaten zijn er te behalen? Welke valkuilen kom je tegen? Competentiemanagement Wat is competentiemanagement en hoe ga je ermee om? Welke resultaten zijn er te behalen? Welke valkuilen kom je tegen? Vragen die door de praktijkervaringen van de afgelopen jaren

Nadere informatie

5 BELASTINGEN 61 ONDERNEMINGSVORMEN. INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb. afdeling hoofdstuk paragraaf

5 BELASTINGEN 61 ONDERNEMINGSVORMEN. INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb. afdeling hoofdstuk paragraaf INHOUDSOPGAVE BEDRIJFSECONOMIE voor het mkb afdeling hoofdstuk paragraaf 1 ONDERNEMINGSVORMEN 1 2 3 4 NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN blz. 12 1 Rechtsvorm van de onderneming... 12 2 Inschrijving

Nadere informatie

2.a Welke drie fasen van de levenscyclus van een onderneming worden door Lievegoed onderscheiden? (3 x 1 punt)

2.a Welke drie fasen van de levenscyclus van een onderneming worden door Lievegoed onderscheiden? (3 x 1 punt) UITWERKINGEN: 1.a Geef vier sociologische startomstandigheden voor ondernemers die Shapero onderkent. (4 x 1 punt) Shapero onderkent de volgende vier startomstandigheden: - breuk in de levensloop; - voorbeeld

Nadere informatie

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 02

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 02 02 HBO Marketing / Marketing management Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Planning-niveaus in een onderneming: 2 M Ondernemingsstrategie, marketingstrategie

Nadere informatie

MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 8

MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 8 MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 8 Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 Doelen van deze module M Deze module gaat over: G plannen ontwikkelen om doelen te bereiken; G SWOT-analyses

Nadere informatie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie PDB Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie berekeningen Antwoordenboek PDB Praktijkdiploma boekhouden Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie berekeningen Antwoordenboek drs. H.H. Hamers drs. W.J.M. de Reuver

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B1.1 24 juni 2014

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B1.1 24 juni 2014 Vragen bij de case Totaal 93 punten Vraag 1 (18 punten) Maak een bedrijfstakanalyse met behulp van het vijfkrachtenmodel van Porter vanuit het perspectief van Displayz. Maak per concurrentiekracht een

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1534 woorden 1 februari 2007 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 2 Bedrijven kunnen op verschillende

Nadere informatie

Vragen BDK H3 Strategisch management. Deel 1: v.a. blz. 75 Situatieanalyse t/m blz. 100

Vragen BDK H3 Strategisch management. Deel 1: v.a. blz. 75 Situatieanalyse t/m blz. 100 Vragen BDK H3 Strategisch management Deel 1: v.a. blz. 75 Situatieanalyse t/m blz. 100 Vraag 1 Vraag 1 Wat is het verschil tussen de klassieke en de moderne benadering van strategisch management? Vraag

Nadere informatie

2 Voorwoord. Wij hebben voor ons bedrijf duidelijke strategische prioriteiten en ambitieuze doelen bepaald.

2 Voorwoord. Wij hebben voor ons bedrijf duidelijke strategische prioriteiten en ambitieuze doelen bepaald. Visie en Waarden 2 Voorwoord Wij hebben voor ons bedrijf duidelijke strategische prioriteiten en ambitieuze doelen bepaald. Momenteel werken wij aan een Winning Culture bij Henkel, die ons zal helpen onze

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-01-16 Vastgesteld op 01-02-15 Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-01-16 Vastgesteld op 01-02-15 Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

HR in control. In 7 stappen de inzet van Human Capital optimaal. Dominica Diensten

HR in control. In 7 stappen de inzet van Human Capital optimaal. Dominica Diensten HR in control In 7 stappen de inzet van Human Capital optimaal. Doel en stappen In 7 stappen de personeels- en organisatieontwikkeling afgestemd. Handvatten voor: Opleidingsbehoefte Performancemanagement,

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Informatiemanagement Examennummer: 62017 Datum: 8 december 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Informatiemanagement Examennummer: 62017 Datum: 8 december 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Informatiemanagement Examennummer: 62017 Datum: 8 december 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 6 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 20 meerkeuzevragen (maximaal 40 punten)

Nadere informatie

Trends & ontwikkelingen in recruitment

Trends & ontwikkelingen in recruitment Trends & ontwikkelingen in recruitment dinandjansen@planet.nl A. Dwarse Denkers A1. Bain & Company Wij trekken nu in de hele wereld goede mensen bij andere consultants weg. Bij veel van onze concurrenten

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Rumak nv is een bedrijf dat vooroploopt in de 3D-printtechnologie. Het bedrijf ontwikkelt,

Nadere informatie

Aantal punten: 10 Per juist genoemde fase: 2 punten (maximaal 10 punten) Aantal punten: 6 Juist antwoord (a): 3 punten Juist antwoord (b): 3 punten

Aantal punten: 10 Per juist genoemde fase: 2 punten (maximaal 10 punten) Aantal punten: 6 Juist antwoord (a): 3 punten Juist antwoord (b): 3 punten Antwoordmodel Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Over de antwoordindicaties kan niet worden gecorrespondeerd voordat de uitslag van het examen bekend is. Bent u het niet eens met

Nadere informatie

Waardecreatie in industriële markten

Waardecreatie in industriële markten Waardecreatie in industriële markten Jos Fleischeuer De marketinguitdaging Being market driven. or driving the market Creating value. and capturing it Building/protecting resources. and exploiting partner

Nadere informatie

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Hoofdstuk 4 Beoordeling van de liquiditeit Extra opgaven Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Opgave 4.4a De handelsonderneming Hartema vof heeft

Nadere informatie

Weten waar je staat. Koppeling produkten. MKB-stresstest

Weten waar je staat. Koppeling produkten. MKB-stresstest MKB stresstest Weten waar je staat Koppeling produkten 1 Aanpak Samen werken en kennis delen, geven van comfort in uw ondernemerschap Direct resultaat Onder- nemers huis Stimuleren ontwikkeling Kansen

Nadere informatie

Employer Branding. Peter Smit oktober 2018

Employer Branding. Peter Smit oktober 2018 Peter Smit oktober 2018 Waarom voorkeur voor bepaalde werkgever? Betaalt goed Beste arbeidsvoorwaarden Aantrekkelijkheid (sector) Toekomstbeeld Cultuur Sfeer Bekendheid Beeldvorming Imago 2 Image / beeld?

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2001-II

Eindexamen m&o vwo 2001-II 4 Antwoordmodel Opgave Het boekresultaat (winst of verlies) dat ontstaat bij verkoop van vaste activa /deelnemingen. Niet, want in een beoordelingsgesprek staat de beoordeling van de prestaties van de

Nadere informatie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie

Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie Oefenvragen Ondernemerskunde A - Businessplan & strategie 1. Michael Porter onderscheidt 3 basisstrategieën, waar volgens hem iedere organisatie een keuze uit dient te maken, om op een gezonde wijze een

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

Kwaliteitsdenken met structuur. Jos Hendriks Helicon Opleidingen Nijmegen

Kwaliteitsdenken met structuur. Jos Hendriks Helicon Opleidingen Nijmegen Kwaliteitsdenken met structuur Jos Hendriks Helicon Opleidingen Nijmegen Kwaliteit verwachtingen goed / slecht kosten duurzaamheid Maar wat is kwaliteit? Kwaliteit Geen kwantitatieve maat voor kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8 Samenvatting door een scholier 820 woorden 25 januari 2002 4,7 20 keer beoordeeld Vak M&O UITTREKSELS MANAGEMENT & ORGANISATIE HOOFDSTUK 2, PERSONEELSBELEID.

Nadere informatie

Een personeelsadvertentie is een instrument dat gebruikt wordt om sollicitanten te werven. PdL kan voor u deze werkzaamheden uit handen nemen.

Een personeelsadvertentie is een instrument dat gebruikt wordt om sollicitanten te werven. PdL kan voor u deze werkzaamheden uit handen nemen. HRM ondersteuning Werving en selectie U heeft vaak geen tijd om nieuw personeel te werven. Door de kennis en ervaring in de logistiek kunnen wij de vacatures goed invullen (de juiste man/vrouw op de juiste

Nadere informatie