Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer verzorgingsstaat
|
|
- Albert de Winter
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer verzorgingsstaat Samenvatting door een scholier 4398 woorden 18 juni ,7 6 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1: Waarom werken we? Zeven miljoen Nederlanders verdienen het geld voor alle 16 miljoen inwoners van Nederland door middel van werk. Werk of arbeid wordt gedefinieerd als ieder menselijke bezigheid die verricht wordt: - met een bepaalde inspanning; - met gebruik van iemands capaciteiten, en eventueel met gereedschap of computer; - binnen een maatschappelijk geregelde behoefte (dit betekent dat de maatschappij het nodig heeft); - met het doel van het leveren van een product of dienst. Vroeger was werken de belangrijkste bezigheid in iemands leven. Van jongs af aan werd er al in het huis gewerkt, en meestal stopte men met werken toen men stierf. Echter bij de verzorgingsstaat is dat niet meer nodig, omdat die uitkeringen regelt voor mensen die niet kunnen werken door bijvoorbeeld ouderdom. Een verzorgingsstaat is een land waar de overheid zich verantwoordelijk stelt voor het welzijn van de burgers. Er zijn vijf basisbehoeften als het gaat om werk. Deze zijn, met de minst belangrijke bovenaan: - zelfrealisatie; - erkenning en waardering; - de behoefte om ergens bij te horen; - veiligheid en zekerheid (zekerheid dat als je even geen baan meer hebt, je nog wel geld hebt); - lichamelijke behoeften (eten en drinken komt uiteraard op de eerste plaats). Onder het arbeidsethos verstaat men de waarde die mensen aan arbeid toekennen. Deze wordt deels bepaalt door de cultuur, zoals waarden en normen, en de economische situatie van bijvoorbeeld een gezin of zelfs een heel land. Vroeger werd werk gezien als iets negatiefs; vooral lichamelijke arbeid was iets minderwaardigs en werd vooral door slaven gedaan. Vanaf de zestiende eeuw werd het onder het calvinisme een morele plicht. Het was zowel een straf als iets waar je als mens beter kan worden. In de negentiende eeuw kwamen het liberalisme en hetsocialisme op. Het liberalisme ging meer om het individu en het socialisme ging meer over mensen als een geheel. Het liberalisme wil bijvoorbeeld zoveel mogelijk zelfontplooiing en het socialisme wil juist dat we samen voor elkaar zorgen. Pagina 1 van 11
2 Geschoold werk en werk met een hoog salaris wordt meer gewaardeerd dan ongeschoold werk en werk met een laag salaris. Hoe hoger de opleiding, hoe hoger het salaris en hoe groter de status. Dit is weer verbonden met de maatschappelijke positie, de plaats die iemand heeft op de maatschappelijke ladder. Kinderen die niet worden gestimuleerd om te studeren hebben een lagere kans op een hoge maatschappelijke positie. Mensen die een hoge positie hebben, zijn over het algemeen gezonder, presteren over het algemeen beter op school en hebben minder psychische problemen. Tegenwoordig is het ook zo dat de scheiding tussen mannen en vrouwen ook minder wordt: steeds meer mannen zijn verpleger en ook vrouwen zijn treinmachinist of politieagent. Omdat niet iedereen dezelfde maatschappelijke positie heeft, heb je eigenlijk verschillende lagen. Dit heet sociale stratificatie: de verdeling van de samenleving in maatschappelijke klassen waartussen een verhouding van sociale ongelijkheid bestaat. Bovenaan zijn topbestuurders en eigenaren van grote bedrijven zoals Phillips, onderaan vinden we mensen die uitkeringen hebben. Hieruit volgt sociale ongelijkheid: een ongelijke verdeling van welvaart, macht en sociale privileges. De eerste en laatste spreken voor zich, en met een ongelijke verdeling van macht wordt bedoelt dat mensen die van de topklasse het gedrag van mensen aanzienlijk meer kunnen beïnvloeden dan mensen met een lagere positie. Als laatste is er de sociale mobiliteit: de mogelijkheid om te stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder. Om er voor te zorgen dat laaggeschoolden niet achterop raken, is het recht op arbeid in 1983 als sociaal grondrecht opgenomen in de grondwet. Dit betekent dat de overheid zich actief moet inspannen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen een baan hebben. Hoofdstuk 2: De sociale partners Werkgevers en werknemers zijn sociale partners van elkaar. Ook zijn ze van elkaar afhankelijk: de werkgever van het werk van de werknemer en de werknemer van het salaris van de werkgever. De arbeidsverhoudingen, de manier waarop de sociale partners met elkaar omgaan, vormen de basis voor de afspraken die over de arbeid gemaakt worden, in bedrijven en in de maatschappij. Denk hierbij aan zaken als loon, een uitkeringen en ook medezeggenschap. Er is namelijk meestal regelmatig werkoverleg, waarin de chef met zijn werknemers dingen bespreekt als werkdruk. De chef beslist uiteindelijk, maar een goede chef luistert naar zijn werknemers, die inspraak hebben. Bij een bedrijf met meer dan vijftig werknemers is er zelfs een wettelijk vastgestelde vorm van medezeggenschap, namelijk de ondernemingsraad (or). Medezeggenschap betekent dat het personeel over sommige kwesties mag meebeslissen. Er worden jaarlijks drie werknemers gekozen die het personeel vertegenwoordigen. Deze heeft instemmingsbevoegdheid bij dingen als beloningssystemen en sollicitatieprocedures. Bij bedrijfseconomische beslissingen als fusie en overname heeft de or alleen adviesbevoegdheid. Pagina 2 van 11
3 Soms lopen de belangen van werkgevers en werknemers teveel uiteen. Daarom zijn er onder andere vakbonden. Vroeger streden deze voor hogere lonen, kortere werktijden en de afschaffing van de kinderarbeid. Vanwege de grote aanhang kon druk worden uitgeoefend op de overheid, waardoor sommige dingen wettelijk werden geregeld. Veel verschillende vakbonden zijn gefuseerd en we kennen nu de FNV, de Federatie Nederlandse Vakverenigingen. Ook is er het christelijke CNV en de Unie MHP, de Unie voor Midden- en Hoger Personeel De vakbeweging heeft als doel de belangen van werknemers te behartigen. Hierbij gaat het om: - arbeidsvoorwaarden, zoals onderhandelingen over lonen; - arbeidsomstandigheden, met name gezondheid, veiligheid en welzijn;- arbeidsverhoudingen, zoals medezeggenschap over bijvoorbeeld fusie- rechtspositie van werknemers, zoals regelingen en procedures bij ontslag; - sociale zekerheid, zoals het handhaven van een aanvaardbaar niveau van uitkeringen; - werkgelegenheid, zoals het stimuleren om plannen te maken om banen te creëren. Elk lid kan individueel aankloppen, wat vaak wordt gedaan bij ontslagkwesties. De vakbond kan dan bemiddelen tussen werkgever en werknemer, maar kan ook namens het lid naar de rechter stappen. Na onderhandelingen kan de vakbond, als de onderhandeling niet effectief was, een aantalpressiemiddelen gebruiken, zoals stiptheidsacties voeren, waarbij het werk wordt onderbroken of waarbij er stipt volgens de voorschriften wordt gewerkt zodat er vertraging ontstaat. Ook kan men bijvoorbeeld een staking uitroepen of een gerechtelijke procedure straten. Bij spoedeisende zaken zoals een dreigend massaontslag spannen ze meestal een kort geding aan. Werkgevers zijn zich ook gaan organiseren, in bijvoorbeeld het Verbond van Nederlandse Ondernemingen Nederlands Christelijk Werkgeversbond (VNO NCW). Werkgevers van kleinere bedrijven zijn meestal aangesloten bij de centrale organisatie voor het Midden- en Klein Bedrijf, MKB-Nederland. De doelen van deze organisaties zijn onder andere het bewerkstelligen van lage kosten (lonen, sociale premies, belastingen en grondstoffen) en onderlinge ondersteuning (voor leden die met een staking worden geconfronteerd). Middelen die deze vakbonden kunnen gebruiken zijn onder andere het dreigen van het verplaatsen van een productie naar een lagelonenland te verplaatsen of bijvoorbeeld bij stakingen besluiten tot gerechtelijke procedures. Op landelijk niveau overleggen de vakbonden en de werkgeversorganisaties in de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Stichting van de Arbeid. In de SER overlegt de top van de werkgevers- en werknemersorganisaties met de zogenaamdekroonleden: onafhankelijke deskundigen die zijn benoemd door de regering, welke geen verantwoording af hoeven te leggen aan de regering. In de Stichting van de Arbeid wordt onder andere overlegt over de gewenste stijging van de lonen. Als Pagina 3 van 11
4 beide partijen (werkgevers en werknemers) het met elkaar eens zijn, wordt er een centraal akkoord gesloten dat als richtlijn dient voor verdere onderhandelingen op bedrijfstakniveau. Een bedrijfstak is een groep gelijke bedrijven, zoals alle bedrijven in bijvoorbeeld de horeca. Bij het overleg op bedrijfstakniveau is de overheid niet aanwezig (tenzij de werkgever uiteraard de overheid is). Het belangrijkste doel van het overleg op dit niveau is het sluiten van de collectieve arbeidsovereenkomst of cao. De cao is een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden en alle andere zaken waarover men afspraken wil maken. Een cao geldt voor alle leden van een bedrijfstak. Voor ziekenhuispersoneel is dus een andere cao dan voor mensen in de vervoerssector. Iedere cao moet worden voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als hij de cao algemeen verbindend verklaart, geldt deze voor alle werkgevers en werknemers in de bedrijfstak. In het harmoniemodel willen werkgevers- en werknemersorganisaties gezamenlijk oplossingen zoeken en een compromis te sluiten, ze zijn immers van elkaar afhankelijk. In het conflictmodelworden juist de belangentegenstellingen tussen werknemers en werkgevers benadrukt en neemt men niet altijd genoegen met een compromis. De FNV heeft de neiging om voor dit model te kiezen. De rol van de vakbeweging is de laatste jaren erg veranderd. Jaren vijftig: vanwege de wederopbouw die nodig was na WOII, werkten de vakbonden nauw samen met de overheid en de werkgevers om de lonen laag te houden. Jaren zestig: de economie steeg, dus de lonen konden hoger worden. Jaren zeventig: de economie stagneerde (stopte met groeien) en werkgevers konden niet meer de looneisen van werknemers inwilligen. Werknemers en werkgevers kwamen steeds vaker tegenover elkaar te staan. Eind jaren tachtig: vakbonden gingen akkoord met lagere looneisen in ruil voor andere meer werkgelegenheid. Het poldermodel ontstond. Het poldermodel is een model waarin de sociale partners met de overheid verregaande afspraken maken, waarbij iedereen iets van zijn eigen wensen terugvindt. In de jaren negentig waren de economische resultaten in Nederland zeer gunstig. Door globalisatie verdwijnt er al decennia lang vooral laaggeschoolde werkgelegenheid richtinglagelonenlanden, zoals China of India. De ontwikkeling van deze landen heeft ook voordelen voor de Nederlandse economie in de vorm van een nieuwe afzetmarkt. Een ander voorbeeld van een externe factor die vooral multinationale bedrijven betreft, is de toegenomen invloed van aandeelhouders en investeerders als werkgevers en werknemers. Zij denken primair in termen van rendement, en eisen van directies maximale groei, desnoods door fusies en door opsplitsing en doorverkoop van het bedrijf in onderdelen. Hoofdstuk 3: Van nachtwakersstaat tot verzorgingsstaat Volgens de liberalen moet de overheid zich terughoudend opstellen. De samenleving gedijt volgens hen het beste als het individu zich zo ongehinderd mogelijk kan ontplooien. Desociaaldemocraten vinden juist dat ze overheid een Pagina 4 van 11
5 actief rol moet spelen, maar de vrije en ondernemingsgewijze productie blijft gehandhaafd. Bedrijven mogen dus produceren wat ze willen en zelf hun prijzen vaststellen. Wel heeft de overheid de taak om de positie van de zwakkeren te verbeteren. Essentiële goederen en diensten, zoals het elektriciteits- en gasnetwerk, moeten in handen zijn van de overheid. De confessionelen nemen een tussenpositie in. De werknemers en werkgevers moeten de economie vormgeven, maar als dit niet lukt of als de zwakkeren in de verdrukking dreigen te komen, moet de staat ingrijpen. In de negentiende eeuw was de samenleving op liberale grondslag gebaseerd. De econoom Adam Smith wordt beschouwt als de grondlegger van het liberalisme. De wet van vraag en aanbodwerkt volgens een onzichtbare hand. Er is weinig van een bepaald product, dus de prijzen zijn hoog en er is een hoge winst. Daarom gaan anderen het product ook produceren. Er zijn meer producten, dus de prijs wordt lager. Voor sommige is de lagere winst een reden om het product niet langer te maken. De prijs stijgt weer iets, anderen gaan het ook maken, etc. Dit gaat door totdat er een evenwicht is bereikt. Hierdoor worden de goederen die geproduceerd worden en waar behoefte aan is precies in de juiste hoeveelheid worden geproduceerd tegen de juiste prijs. Een economie die gebaseerd is op dit prijsmechanisme noemt men een vrijemarkteconomie. In deze economie was de staat een nachtwakersstaat waarin de overheid vooral moest zorgen voor veiligheid en het beschermen van de bezittingen van burgers. Echter de wet van vraag en aanbod was ook van toepassing op werk: hoe meer aanbod, hoe lager de lonen konden zijn. Een aanbieder van een product kan besluiten te stoppen met het maken ervan als de prijzen te laag werden, maar een arbeider kon zoiets niet: geen werk betekende immers geen eten. Het inzicht ontstond dat de staat moest ingrijpen in de vrije markt. De liberalen hadden belang bij een vermindering van de criminaliteit, die een onvermijdelijk gevolg was van de grote armoede. De socialisten streefden naar betere leefomstandigheden en een sterkere rechtspositie van de arbeiders. De confessionelen wilden de zwakkeren een betere bescherming bieden. Door deze opvatting werden de sociale wetten opgenomen, zoals het Kinderwetje van Van Houten (kinderarbeid verboden), Veiligheidswet (betere arbeidsomstandigheden) en de Arbeidswet, waarin stond dat de arbeidsdag maximaal 8 uur mocht bedragen. Deze wetten werden aangenomen deels vanwege het inzicht dat gezonde arbeiders beter presteren dan ongezonde arbeiders. De vrijemarkteconomie bracht sommige dingen niet voort, zoals scholing of openbare wegen. De economie waarin de overheid een voorwaardenscheppende en producerende rol vervult heet eengemengde markteconomie. In 1929 was er een beurskrach die in de jaren 30 voor een wereldwijde crisis zorgt, welke ook in Nederland tot grote armoede leidde. Er waren toen nog geen sociale wetten die het allemaal iets minder erg konden maken. De Tweede Wereldoorlog bracht nog meer problemen met zich mee. In het verzet realiseerden de politieke partijen dat ze ook konden samenwerken. Deze werd na 1945 voortgezet, mede omdat er wederopbouw nodig was. Er bestond dus een groeiende noodzaak en de bereidheid om samen te werken. De kern van de meeste kabinetten werd vanaf 1945 Pagina 5 van 11
6 gevormd door de katholieke KVP en de sociaaldemocratische PvdA. De regering besliste vanaf toen hoe hoog de lonen waren omdat er weinig geld was. Dit heet de geleide loonpolitiek. Omdat de lonen laag waren verbeterde de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven aanzienlijk. De AOW werd in 1956 ingevoerd door Willem Drees. De uitkering was laag, maar hij was er wel. Tot 1970 was er een sterke economische groei, waardoor er veel collectieve voorzieningen bijkwamen. Het welzijn werd ook verhoogd: de kinderbijslag werd ingevoerd (kinderen hebben dan een hoger welzijn), het ziekenfonds was er voor de kosten van ziekte en door de studiebeurs hadden kinderen van arme ouders de mogelijkheid om een studie te volgen. Omdat men nu bij ziekte of ouderdom etc. nu verzekerd was van een inkomen spreekt men van hetsocialezekerheidsstelsel, wat eigenlijk de ruggengraat van de verzorgingsstaat is. Voor dit inkomen was men niet langer afhankelijk van liefdadigheid. Hiermee werd Nederland langzamerhand een echte verzorgingsstaat met voorzieningen op bijna elk denkbaar terrein, van de wieg tot het graf. Hoofdstuk 4: Sociaaleconomische doelstellingen Het sociaaleconomische beleid van de overheid heeft vijf doelstellingen die nog steeds de basis vormen van dit beleid. 1. Een evenwichtige economische groei Dit betekent dat de economische groei verdeelt moet zijn en niet ten koste mag gaan van andere behoeften zoals een leefbaar milieu. De Randstad heeft de meeste werkgelegenheid, en de leefbaarheid daar komt onder druk te staan. De overheid kan het voor bedrijven aantrekkelijker te maken om zich elders te vestigen door bijvoorbeeld belastingvoordelen te geven. 2. Een rechtvaardige inkomensverdeling Hiermee wordt bedoeld dat de verschillen tussen inkomens niet al te groot is. Dit wordt bereikt door onder andere een progressief belastingstelsel (rijke mensen betalen meer belasting), door een minimumloon in te stellen,uitkeringen voor mensen die niet zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien en subsidies zoals huur- en zorgtoeslag voor mensen die te weinig verdienen. Over deze doelstelling wordt het meest gedebatteerd: wanneer zijn inkomensverschillen rechtvaardig? 3. Een evenwichtige betalingsbalans (= overzicht van alle landsgrensoverschrijdende geldstromen) Dit betekent dat de import en export in evenwicht is met de inkomsten van de belasting. Een betalingsbalansoverschot (meer ontvangsten van het buitenland dan inkomsten) zorgt voor een waardestijging van de euro, een betalingsbalanstekort zorgt voor het omgekeerde. 4. Een stabiel prijsniveau Bij een te hoge prijsstijging neemt de koopkracht (het vermogen om goederen of diensten te kopen) af. Hierbij ontstaat er inflatie, waarbij je met een bepaalde hoeveelheid geld minder kan kopen, oftewel de Pagina 6 van 11
7 waarde van het geld daalt. Hierdoor moet het loon hoger worden. Andersom kan ook: het loon wordt te hoog, en de prijzen gaan omhoog omdat men toch wel genoeg geld heeft. Prijzen en lonen staan dus in directe verbinding met elkaar. De overheid praat daarom tijdens het najaarsoverleg met de Stichting van de Arbeid. De minister van Sociale Zaken kan daarnaast in uitzonderlijke situaties via een loonmaatregel loonmatiging voor alle bedrijfstakken opleggen. 5. Een evenwichtige arbeidsmarkt De arbeidsmarkt is een denkbeeldige plaats waar vragers naar en aanbieders van werk elkaar ontmoeten. De aanbieders van werk vormen samen deberoepsbevolking. In Nederland zijn dat alle personen tussen de 15 en 65 jaar die minimaal 12 uur per week beschikbaar zijn om te werken. De vragers van werk zorgen voor de vraag naar arbeidskrachten en dit is hetzelfde als de werkgelegenheid. Bij een hoger aanbod dan vraag is er werkloosheid, waarvan vier vormen zijn te onderscheiden: - frictiewerkloosheid, waarbij mensen overstappen naar een andere baan en dus even geen werk hebben; - seizoenwerkloosheid: strandtenten zijn meestal alleen maar open in de zomermaanden; - conjuncturele werkloosheid, in perioden van economische laagconjunctuur, dat wil zeggen een tijdelijke periode van afnemende vraag - structurele werkloosheid, bijvoorbeeld door automatisering of verplaatsing naar lagelonenlanden. Ten tijde van het formuleren van deze vijf doelstellingen was er een grote agrarische en industriële sector, geen Europese Unie en bestond de beroepsbevolking bijna uitsluitend uit mannen. Door een aantal factoren is dit veranderd. Ontwikkeling van de arbeidsmarkt Globalisering zorgde er voor dat vooral arbeidsintensieve werkgelegenheid werd verplaats naar lagelonenlanden. Steeds meer scholing heeft er voor gezorgd dat Nederland aantrekkelijk is als vestigingsland. Nieuwe werkgelegenheid zien we de daarom vooral veel in sectoren waar hoogwaardige kennis voor nodig is, zoals de ICT. Europeanisering zorgt binnen de EU voor vrij verkeer van personen, goederen en kapitaal. Dit heeft kansen en dreigingen. Inwoners uit Oost-Europese lidstaten zijn populair bij Nederlandse bedrijven omdat ze hard werken en weinig eisen, maar dit kan leiden tot verdringing van de Nederlandse werknemers. Een groei van de economie in Oost-Europa leidt tot een grotere afzetmarkt. En daarmee biedt het ook West-Europa kansen op economische groei. De beroepsbevolking is sterk veranderd: vroeger werkte de mannen van 15 tot 65 jaar en stopte meisjes met werken zodra ze trouwden. Nu is dat anders, en de kenmerken van de huidige beroepsbevolking zijn: - Jongeren treden vaak pas na hun twintigste tot de arbeidsmarkt toe; - Negentig procent van de mannen tussen 25 en 60 jaar werkt, soms in deeltijd; - Tachtig procent van de vrouwen tussen 25 en 60 jaar werkt, vaak in deeltijd; - De meeste ouderen stoppen al voor hun 65ste. Flexibilisering zorgt ook voor een hele andere arbeidsmarkt: vroeger nam je voor het leven een baan, nu werk je bijvoorbeeld op oproepbasis of heb je een tijdelijk contract. Aan werknemerskant zien we dat steeds minder mensen zich willen vastleggen. Werkgevers hebben op hun beurt behoefte aan personeel op piekuren of voor een korte periode. Pagina 7 van 11
8 Hoofdstuk 5: De sociale zekerheid geregeld - verschillende soorten verzorgingsstaat Het Scandinavisch model wordt gebruikt in Scandinavië (dûh), dus in landen als Zweden, Finland en Denemarken. Het kernwoord is flexicurity, vanwege de flexibele arbeidsmarkt en een sterke sociale zekerheid of security. Dat eerste: je kunt makkelijk ontslagen worden, maar je hebt ook heel snel weer een baan. Dat tweede is terug te zien in de hoogte van de uitkeringen: een alleenstaande ouder met twee kinderen krijgt circa 80 procent van het laatstverdiende loon en het zwangerschapsverlof is 96 weken (tegenover 16 weken in Nederland). Het nadeel van dit model is de hoge collectieve lastendruk (oftewel het kost veel geld), voornamelijk door de hoge uitgaven op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs. Dit model staat ook bekend als het sociaaldemocratisch model en is in Nederland geliefd bij onder andere GroenLinks, de SP en een deel van de PvdA. Het Angelsaksisch model vinden we terug in de VS en in Engeland en is vooral liberaal: mede door de zelfredzaamheid, particulier initiatief en vrijheid is er geen uitgebreide sociale zekerheid. Ook wordt loonvorming aan de markt overgelaten. In landen met dit model wordt hard gewerkt: mensen in de VS werken gemiddeld 1800 uur per jaar, terwijl wij in Nederland niet eens de 1400 halen. De overheid heeft een bescheiden rol: er zijn dan ook veel privéscholen en privéklinieken. Uitkeringen zijn meestal van korte duur en om er voor in aanmerking te komen moet aan veel eisen worden voldaan. In Nederland zijn veel VVD ers voorstander van het Angelsaksisch model. Het Rijnlands of corporatistisch model is een aanduiding voor de gemengde economische orde waarbij de markt sterk wordt ingeperkt door aan de ene kant een ver ontwikkelde collectieve sector en daarnaast een harmonieuze samenwerking tussen overheid en de sociale partners. De duur en hoogte van het pensioen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn afhankelijk van het arbeidsverleden van de werknemer. Het CDA en een deel van de PvdA zijn voorstander van dit model dat lange tijd kenmerkend was voor Nederland. Vanwege de hoge kosten is Nederland langzaam opgeschoven naar het Angelsaksisch model. Met de term sociale zekerheid wordt het deel van de verzorgingsstaat bedoelt dat uitkeringen en subsidies verleent. Het deel van het inkomen dat wordt uitgegeven aan uitkeringen en subsidies is ongeveer 25%. De sociale zekerheid valt uiteen in twee hoofdgroepen, namelijk de sociale verzekeringen en de sociale voorzieningen. Sociale verzekeringen Dit zijn letterlijk verzekeringen: je betaalt premie en bent verzekerd tegen risico. Ze verschillen met normale verzekeringen doordat ze verplicht zijn. De sociale verzekeringen zijn weer onder te verdelen in twee delen. Volksverzekeringen worden betaald door iedereen die een inkomen heeft. Ze zijn qua hoogte allemaal gelijk. Voorbeeld ervan zijn de AOW (65+), ANW (als de inkomstenbrenger sterft en je daarmee getrouwd bent/was) en Pagina 8 van 11
9 de AKW (als je kinderen onder de 18 hebt). Zowel werknemers als werkgevers hebben recht op dit type uitkering. Werknemersverzekeringen zijn speciaal bestemd voor werknemers en de hoogte ervan is gekoppeld aan het laatst verdiende loon. Ze worden uitgekeerd door het UWV. Voorbeelden ervan zijn de WW (onvrijwillig werkloos; afhankelijk van aantal jaren gewerkt), de WULBZ (werkgevers moeten max. 1 jaar 70% v.h. laatstverdiende loon verstrekken -> veel cao s hebben nu 100%) en de WIA (wanneer een werknemer als gevolg van langdurige ziekte of ongeval niet in staat is om te werken - hoogte afhankelijk van laatstverdiende loon en de mate van arbeidsongeschiktheid -> deze wet is de opvolger van de WAO). Sociale verzekeringen Deze zijn er voor mensen die geen aanspraak kunnen maken op de sociale verzekeringen, bijvoorbeeld omdat ze nog nooit gewerkt hebben. Het benodigde geld is afkomstig van belastingopbrengsten. De bijstand is het bekendst, geregeld in de Wet werk en bijstand (WWB) die geldt van 21 jaar. De algemene bijstand is het geld wat iemand minimaal nodig heeft voor dingen als huur, voeding, kleding etc. Extra bijstand is voor als je wasmachine ineens kapotgaat: de sociale dienst bepaalt dan of en hoeveel geld je ontvangt. Om bijstand te ontvangen is er wel sollicitatieplicht: je moet actief op zoek zijn naar werk. Maar je kan niet tot bepaald werk worden gedwongen: je behoudt het recht om werk te zoeken wat past bij je interesses en capaciteiten. Hoofdstuk 6: De verzorgingsstaat onder druk Om een aantal redenen dreigde het socialezekerheidsstelsel onbetaalbaar te worden. Allereerst deden meer mensen er beroep op. Het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt nam toe en ze eisten het recht op de voorzieningen, aangezien zij ook premie betaalden. Misbruik kwam ook veel voor. Twee bijstandsgerechtigden woonden samen, maar op papier op twee aparte adressen. Mensen die niets mankeerden werden afgekeurd omdat een WAO uitkering gunstiger was dan een WW-uitkering. Dit soort misbruik leidde onder andere tot calculerend gedrag: werkenden gingen meer naar hun eigen voordeel kijken en gingen vaker zwartwerken om premies te ontlopen. Door de oliecrisis in 1973 steeg de werkloosheid enorm, waardoor het aantal uitkeringen en daarmee de collectieve uitgaven verder stegen. De premies stegen en werkgevers probeerden te bezuinigen door automatiseren of het verplaatsen naar lagelonenlanden, mede doordat de factor arbeid (??) nog duurder werd voor werkgevers. Eind jaren zeventig was duidelijk dat er iets moest gebeuren om de verzorgingsstaat in stand te houden: het draagvlak voor de sociale zekerheid in de samenleving begon af te brokkelen. De overheid nam een aantal drastische maatregelen om onder andere te bezuinigen. In de jaren 80 besloot men tot arbeidstijdverkorting oftewel atv. In het akkoord van Wassenaar ging men akkoord met loonmatiging in ruil voor een verkorting van de werkweek: eerst van 40 uur naar 38 uur en later 36 uur. Zo werd al het beschikbare werk verdeeld over meer mensen. Een tweede middel daarvoor was de VUT-regeling (vrijwillig vervroegde uittreding). Hiervoor kon men eerder stoppen met werken en kreeg men 70% van het laatstverdiende Pagina 9 van 11
10 loon. Om meer vraag naar arbeidskrachten te creëren nam de overheid een aantal maatregelen. 1. Verlaging van de loonbelasting en de sociale premies -> goedkoper voor werkgevers; 2. Investeringssubsidie voor bedrijven -> werkgelegenheid gestimuleerd; 3. Zelf arbeidsplaatsen creëren zoals -> verbetering van de infrastructuur starten; 4. De overheid nam producten af van bedrijven die grotendeels Nederlands waren; 5. Werkgelegenheid voor laaggeschoolde langdurig werklozen -> dit heten ID-banen, denk aan banen als tramconducteur, stadswacht of conciërge. Ook werd er bezuinigd door het uitkeringsstelsel gezonder te maken, door: 1. De WW afhankelijk te maken van het aantal jaren dat iemand heeft gewerkt, en de duur limiteren tot maximaal vijf jaar (daarna komt de bijstand); 2. De passende arbeid te verruimen -> een werklozen moet een eerder aangeboden baan accepteren, ook al sluit deze niet helemaal aan bij zijn opleiding; 3. Arbeidsongeschikten strenger te keuren, en de WAO te vervangen door de WIA, waardoor alleen mensen die volledig en blijvend arbeidsongeschikt zijn een uitkering ontvangen; 4. De leeftijd voor de bijstand te verhogen van 18 naar 21 jaar; 5. De gemeente te verplichten de bijstand voor een gescheiden vrouw te verhalen op de ex-man (deze moet daar dus aan bijdragen); 6. De controle (met name op bijstand) strenger te maken; computerbestanden van de sociale dienst worden bijvoorbeeld vergeleken met die van de belastingdienst; 7. De eigen bijdrage in allerlei voorzieningen te verhogen en minder personeel in te zetten. Deze herziening zijn vooral doorgevoerd omdat een uitkering helemaal niet zo erg was: deze waren hoog, dus als iemand weer ging werken, ging hij er niet of nauwelijks op vooruit. Om ook de werkgever aan het werk te zetten, nam de overheid vier maatregelen (euj nog zo n kutrijtje dat je moet kennen): 1. De Arbowet werd ingevoerd: de werkgever moet een plan opstellen om ziekteverzuim binnen zijn bedrijf terug te dringen. 2. De WUBLZ verplicht werkgevers om zieke werknemers twee jaar lang 70% van hun loon door te betalen. 3. Pagina 10 van 11
11 De Wet Poortwachter verplicht werkgevers om, als een werknemer meer dan zes weken ziek is, samen met hem een plan van aanpak op te stellen om concreet aan zijn terugkeer te werken. 4. De Ziekenfondswet, die een inkomensafhankelijke ziektekostenverzekering was, is omgevormd tot de nieuwe Zorgverzekeringswet waarbij iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen ziektekostenverzekering. Hoofdstuk 7: De toekomst van de verzorgingsstaat De positieve en negatieve gevolgen zijn nauwelijks samen te vatten: die zou ik letterlijk overtypen. Echter de ontwikkeling van de verzorgingsstaat doe ik wel. De verzorgingsstaat zal namelijk opnieuw veranderen, vanwege vier zaken. Als eerste de internationalisering van de economie. Veel goederen kun je beter in landen als China en India laten produceren omdat de lonen daar lager liggen. Nederland moet het doen met kennis en daarom wordt er ook flink geïnvesteerd in de kenniseconomie, namelijk in het onderwijs. Als tweede de groeiende invloed van de EU. Verzekeraars en ziekenhuizen mogen met elkaar concurreren. De EU wil nog een stap verder gaan en de hele gezondheidsmarkt binnen de EU openbreken. Belgische ziekenhuizen zouden dan bijvoorbeeld in Nederland een dependance op kunnen zetten (dependance = gebouw dat hoort bij een ander gebouw -> een andere vesting dus). Als derde de ontgroening en de vergrijzing. Mensen worden ouder en krijgen minder kinderen. Er komen dus meer ouderen die niet werken (vergrijzing) en minder jongeren die wel werken (ontgroening). Als vierde de toenemende diversiteit en de individualisering. Nederland is een pluriforme samenleving waar het individu centraal staat. Voorzieningen zouden voor iedereen even bereikbaar moeten zijn. In de praktijk blijkt echter dat onderwijsgeld en studiefinanciering vooral ten gunste is van kinderen van rijke, hoogopgeleide autochtonen. Vrouwen hebben door een korter arbeidsverleden vaak lagere pensioenen. Pagina 11 van 11
Samenvatting door Sietske 1388 woorden 17 september keer beoordeeld. Maatschappijleer. Paragraaf 1
Samenvatting door Sietske 1388 woorden 17 september 2013 6 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Paragraaf 1 Werk of arbeid: iedere menselijke bezigheid die verricht wordt: 5. Met een bepaalde inspanning
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1961 woorden 12 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 1961 woorden 12 juni 2008 7 9 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappij samenvatting, VERZORGINGSSTAAT! Essener Uitgeverij hoofdstuk 1, Waarom werken we? 90 procent
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 7: verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 7: ve Samenvatting door A. 1837 woorden 7 februari 2017 6,8 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hfst. 7 ve 1: Waarom werken we? Arbeid: Iedere menselijke bezigheid
Nadere informatie7,3. De functies van werk: Maatschappelijke positie: de betekenis van werk: Samenvatting door een scholier 1283 woorden 8 juni 2008
Samenvatting door een scholier 1283 woorden 8 juni 2008 7,3 297 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1. Werken in een verzorgingsstaat: Werk of arbeid is: Inspanning Capaciteiten
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Thema's Hoofdstuk 4: Verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer Thema's Hoofdstuk 4: Verzorgingsstaat Samenvatting door een scholier 2407 woorden 3 juni 2008 7,7 363 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Nadere informatie4,9. Samenvatting door E woorden 10 september keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 1. Waarom werken we?
Samenvatting door E. 1802 woorden 10 september 2012 4,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1. Waarom werken we? Arbeid = iedere menselijke bezigheid die verricht wordt:
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat Samenvatting door een scholier 2564 woorden 13 juni 2012 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1 Waarom werken
Nadere informatie1.1 de betekenis van werk
Samenvatting door een scholier 2538 woorden 9 januari 2010 6 20 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer, Verzorgingsstaat 1 waarom werken we? deelvraag is: waarom werken we en
Nadere informatieSamenvatting door M woorden 19 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 5.1 Waarom werken we?
Samenvatting door M. 1838 woorden 19 oktober 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 5.1 Waarom werken we? 16 miljoen mensen, 16 stoelen Wat is werk of arbeid? Iedere
Nadere informatiearbeid inspanning van lichamelijke en/of geestelijke krachten om iets tot stand te brengen => werk
Boekverslag door D. 667 woorden 1 mei 2007 7.8 19 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Begrippen H3 WERK ABW Algemene Bijstandswet AKW Algemene Kinderbijslagwet ANW Algemene
Nadere informatie4 keer beoordeeld 25 juni 2016
5,5 Samenvatting door Sienna 2085 woorden 4 keer beoordeeld 25 juni 2016 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Verzorgingsstaat Wat is een verzorgingsstaat? Een verzorgingsstaat
Nadere informatieHoofdstuk 1 Maatschappijleer: Verzorgingsstaat
Samenvatting door een scholier 1697 woorden 10 april 2011 6,8 138 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Maatschappijleer: Verzorgingsstaat Definitie van arbeid: - Bepaalde inspanning - Gebruik
Nadere informatie7,8. Samenvatting door K woorden 29 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.
Samenvatting door K11 1270 woorden 29 oktober 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Verzorgingsstaat PARAGRAAF 1 Verzorgingsstaat: de overheid bemoeit zich actief
Nadere informatie4,7. Samenvatting door een scholier 1766 woorden 29 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 1766 woorden 29 juni 2016 4,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Verzorgingsstaat 1. Wat is een verzorgingsstaat? Wat is een verzorgingsstaat
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat Samenvatting door een scholier 3198 woorden 19 juni 2011 6,1 13 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer H verzorgingsstaat Par 1.1 We omschrijven
Nadere informatieArbeidsethos betekent: de betekenis die mensen aan arbeid toekennen. Hoe mensen tegen het werk aan kijken dus.
Samenvatting door een scholier 2102 woorden 3 april 2005 5,8 18 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer 1. de betekenis van werk 1.1 Wanneer is er arbeid:
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Werk
Samenvatting Maatschappijleer Werk Samenvatting door een scholier 1708 woorden 2 mei 2004 7,8 94 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer WERK Paragraaf 1 De Betekenis Van Werk Arbeid is een menselijke bezigheid,
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Werk
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Werk Samenvatting door een scholier 2081 woorden 12 april 2007 9,2 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1. Arbeid: alle menselijke bezigheid die verricht
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk Samenvatting door een scholier 1383 woorden 1 maart 2005 7,7 36 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer 1.
Nadere informatie7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.
Boekverslag door S. 1058 woorden 18 januari 2015 7.6 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Maatschappijleer Werk Paragraaf Werk: als je iets doet, omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Goed
Nadere informatie7,7. Samenvatting door een scholier 2103 woorden 20 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 2103 woorden 20 december 2011 7,7 19 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1 Waarom werken we? Werken in een verzorgingssstaat We definiëren
Nadere informatieStartkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.
Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te
Nadere informatie8,1. Samenvatting door Een scholier 2072 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 3: Werk
Samenvatting door Een scholier 2072 woorden 2 april 2004 8,1 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Werk 1 Arbeid: is iedere menselijke bezigheid die verricht wordt met een bepaalde inspanning,
Nadere informatieDe betekenis van werk Alle opvattingen over werk noemen we ons arbeidsethos, de betekenis die we aan arbeid toekennen,
Samenvatting door een scholier 2906 woorden 30 mei 2012 5,2 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer P1 We definiëren werk of arbeid als iedere menselijke bezigheid die verricht wordt: Met een bepaalde inspanning;
Nadere informatie6,8. Samenvatting door I woorden 6 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door I. 2921 woorden 6 juni 2015 6,8 15 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf: 1 - Wat is een verzorgingsstaat? Nederland is een verzorgingsstaat,
Nadere informatieBegrippenlijst Maatschappijleer Hoofdstuk 5
Begrippenlijst Maatschappijleer Hoofdstuk 5 Begrippenlijst door Maureen 1328 woorden 6 juni 2016 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Begrippen maatschappijleer verzorgingsstaat
Nadere informatie7,7. Samenvatting door een scholier 2200 woorden 21 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 2200 woorden 21 juni 2016 7,7 50 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat Paragraaf 1: Wat is
Nadere informatie6,3. Begrippenlijst. Samenvatting door een scholier 2273 woorden 27 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 2273 woorden 27 juni 2005 6,3 20 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1 de betekenis van werk Status = de waardering die wordt
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer arbeid
Samenvatting Maatschappijleer arbeid Samenvatting door een scholier 1352 woorden 28 juni 2007 6,2 13 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer 1.ARBEID 1.1 Wat is arbeid? Arbeid
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Samenvatting Verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting V Samenvatting door F. 2595 woorden 23 oktober 2015 4,2 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Deelparagraaf 1: - V: De overheid bemoeid zich actief met de welvaart
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie
4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst
Nadere informatie6,8. Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. H3 Mens & werk. Paragraaf 1
Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei 2005 6,8 45 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi H3 Mens & werk Paragraaf 1 - Arbeid: alle activiteiten die nut opleveren voor degene die
Nadere informatie6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer
Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni 2004 6,4 68 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Om het vak maatschappijleer af te sluiten, moest ik nog een PO maken. Deze moest gaan
Nadere informatieKaart 3. Kaart 1 Kaart 2. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. Kaart 3. B Kaart 4. A Maatschappelijke behoefte. C Beroepsbevolking
Beroepsbevolking Maatschappelijke behoefte Economisch nut Sociale klasse lle mensen tussen de 5 en 65 jaar die kunnen en willen werken. Werk waar vraag naar is of behoefte aan is in de samenleving. Werk
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Werk
Samenvatting Maatschappijleer Werk Samenvatting door een scholier 1226 woorden 20 juni 2007 6,7 15 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer WERK Arbeid = activiteiten die nut opleveren voor diegene die haar
Nadere informatieImmateriële functies van werk: sociale contacten, maatschappelijke status en ontwikkelen van identiteit.
Samenvatting door een scholier 2401 woorden 30 maart 2005 7,7 31 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer thema werk 3 Hoofdstuk 1: De betekenis van werk Werk = arbeid Werk: iedere
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer De verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer De verzorgingsstaat Samenvatting door een scholier 3041 woorden 20 juni 2017 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Verzorgingsstaat. 1.
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer Verzorgingsstaat Samenvatting door Jacomijn 2347 woorden 28 maart 2017 7,8 26 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer
Nadere informatieArbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product
Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de
Nadere informatieMaatschappijleer Hoofdstuk 5
Samenvatting door A. 1609 woorden 5 januari 2014 6,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk 5 Paragraaf 1 Verzorgingsstaat: overheid bemoeit
Nadere informatie6,8. Samenvatting door C woorden 16 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door C. 6057 woorden 16 juni 2013 6,8 300 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer thema verzorgingsstaat H1 Nederland is een verzorgingsstaat:
Nadere informatieVerzorgingsstaat = Overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van diens inwoners.
Samenvatting door N. 1661 woorden 14 juni 2013 7,1 7 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Verzorgingsstaat Verzorgingsstaat = Overheid bemoeit zich actief met de welvaart
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 paragraaf 1,5,6,7
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 paragraaf 1,5,6,7 Samenvatting door een scholier 1804 woorden 18 maart 2012 2,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Thema 5 verzorgingsstaat
Samenvatting Maatschappijleer Thema 5 verzor Samenvatting door T. 2686 woorden 16 juni 2013 5,8 13 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hfdst. 1 wat is een verzor? In een
Nadere informatieDe sociale verzekeringen vallen weer uiteen in de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen.
Boekverslag door E. 2419 woorden 20 december 2001 6.7 324 keer beoordeeld Vak Economie De sociale zekerheid in Nederland Profielwerkstuk economie 1. Wat houdt de sociale zekerheid in? Sociale zekerheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatieAandachtspunten vakbewegingen:
Samenvatting door L. 2013 woorden 14 januari 2014 9 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Sociale partners zijn de werkgevers en werknemers. Zij hebben beide hun eigen belangen. Tegenstrijdige
Nadere informatieWerken of vrije tijd?
Samenvatting door Sophie 612 woorden 28 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 Werken of vrije tijd? Je moet keuzes maken tussen vrije tijd en werken/ geld verdienen. Veel mensen werken
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.
1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1
Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken
Nadere informatieMaatschap-: een groep mensen die een gelijke sociale positie innemen binnen de pelijke klasse samenleving
Samenvatting door een scholier 1521 woorden 3 maart 2002 5,7 33 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer, Thema werk Arbeid: Onder arbeid verstaan we alles
Nadere informatiekeer beoordeeld 12 februari 2015
0 Samenvatting door C. 919 woorden keer beoordeeld 12 februari 2015 Vak Economie Methode Economie in context Hoofdstuk 15 Markt en Welvaart Paragraaf 1 Arbeidsmarkt bestaat uit de totale vraag naar en
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Mens en werk
Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk Samenvatting door een scholier 1034 woorden 5 mei 2005 8 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Wat is werk: elke lichamelijke of geestelijke inspanning
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste
Nadere informatie7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden
Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. 1 Er was onvoldoende voeding, de arbeidsomstandigheden waren slecht, verzekeren tegen ziektekosten was nauwelijks
Nadere informatieBeroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.
Samenvatting door een scholier 1221 woorden 5 januari 2004 5,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 4: werk, werk, werk 4.1 Het aanbod van arbeid Beroepsbevolking: het aantal mensen
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1767 woorden 28 juni 2011 6,4 212 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie lesbrief Werk hoofdstuk 1 t/m 6. Hoofdstuk
Nadere informatie7,7. Samenvatting door N woorden 23 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 1 Wat is een verzorgingsstaat?
Samenvatting door N. 3377 woorden 23 juni 2014 7,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1 Wat is een verzorgingsstaat? Welvaart, welzijn en solidariteit * Nederland is
Nadere informatie5,3. Samenvatting door een scholier 2630 woorden 25 september keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 2630 woorden 25 september 2016 5,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk Verzorgingsstaat 1 Wat
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1948 woorden 17 november 2009 7,2 12 keer beoordeeld Vak Economie Economie, arbeidsmarkt PTA 2 Hoofdstuk 1; De arbeidsmarkt op. 1.1 op
Nadere informatie7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting door een scholier 1198 woorden 9 juni 2007 6,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie Hst 2 Werken Paragraaf 2.1 taakverlening Elk
Nadere informatieMag ik dan nooit meer stoppen met werken?
Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Mens en werk hoofdstuk 3, 4, 5 en 9
Samenvatting Maatschappijleer Mens en werk hoofdstuk 3, 4, 5 en 9 Samenvatting door een scholier 1287 woorden 11 juli 2001 6 24 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Mens en werk hst 3, 4, 5 en 9 Hoofdstuk
Nadere informatieOpdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd
Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd Opdracht door een scholier 2333 woorden 17 december 2009 6,4 14 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inhoudsopgave Inleiding 3 Welke feiten spelen een rol? 4 +
Nadere informatieEindexamen maatschappijleer vwo 2003-II
Opgave 1 Armoede en werk 1 Het proefschrift bespreekt de effecten van het door twee achtereenvolgende kabinetten-kok gevoerde werkgelegenheidsbeleid. / De titel van het proefschrift heeft betrekking op
Nadere informatieEindexamen maatschappijleer havo 2006-I
Opgave 3 Meer onrust over minder sociale zekerheid (mens en werk en politieke besluitvorming) Maximumscore 5 15 Voorbeelden van een juiste omschrijving van de verzorgingsstaat (één van de volgende): 3
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3, Werk Samenvatting door een scholier 1333 woorden 13 januari 2003 7 104 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting maatschappijleer
Nadere informatieECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn
ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H4 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Begrippenlijst H4 Economie VMBO T2 Hoofdstuk
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieEconomie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie
5.1 Aan de slag! Arbeid = werk Vacature = een advertentie voor een baan geplaatst door een werkgever Solliciteren = jezelf voorstellen / presenteren aan een werkgever Sollicitatiebrief = jezelf voorstellen
Nadere informatie6,4. Samenvatting door een scholier 2769 woorden 23 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 2769 woorden 23 juni 2016 6,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer VERZORGINGSSTAAT Paragraaf 1: Wat is een verzorgingsstaat? In Nederland
Nadere informatieMaatschappijleer samenvatting
Samenvatting door E. 3907 woorden 12 juli 2013 5,1 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer samenvatting Paragraaf 1: waarom werken we? 90% van de Nederlandse mannelijke en 80% van de vrouwelijke
Nadere informatie6, De betekenis van werk. 1.1 Opvattingen over werk. 1.2 De organisatie van arbeid. 1.3 Waardering van werk
Samenvatting door een scholier 3111 woorden 30 maart 2006 6,8 5 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer samenvatting hoofdstuk 3 werk 1.1 De betekenis van werk 5 fundamentele behoeften waar
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen
Nadere informatie2 a) Geld. Dat is waarschijnlijk het belangrijkste omdat je voorwerpen en diensten wilt gebruiken en die nou eenmaal geld kosten.
Antwoorden door een scholier 1480 woorden 14 november 2003 4,6 59 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer hoofdstuk 3 1 a) Als iemand ouder wordt nemen ze vaker een vast baan.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector Samenvatting door een scholier 1511 woorden 10 juni 2004 7 78 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting SO Economie Hoofdstuk 4, De collectieve
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatieIndexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100
Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 1259 woorden 5 april keer beoordeeld. Economie hoofdstuk 1 van module 1
Samenvatting door een scholier 1259 woorden 5 april 2004 5,7 24 keer beoordeeld Vak Economie Economie hoofdstuk 1 van module 1 Geef voordelen en nadelen van werken en werkeloosheid - werken: zwaar, vies,
Nadere informatie> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector
Paragraaf 3.1 Betaalde en onbetaalde arbeid Je kunt werken bij de overheid en bij ondernemingen. Als je werkt verdien je geld hiermee kun je goederen en diensten kopen. Als je werkt krijg je geld voor
Nadere informatieBijvoorbeeld: je vriend is werkloos en krijgt uitkering, waar jij en andere werkenden betalen. Jou kan hetzelfde gebeuren à collectief belang.
Samenvatting door M. 2816 woorden 17 juni 2015 6,6 13 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1 Wat is een verzorgingsstaat? Verzorgingsstaat = staat waarin de overheid
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieArbeid = arbeiders = mensen
Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van
Nadere informatie4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december 2010 4,8 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 4.1 het aanbod van arbeid Arbeid is een productiefactor. De arbeidsmarkt is de abstracte
Nadere informatieSamenvatting Werk & Werkloosheid
Samenvatting door Guusje 1600 woorden 13 januari 2018 7,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Werk & Werkloosheid H1 De welvaart wordt bepaald door hoe goed je behoeften met de beschikbare
Nadere informatieNieuwe armoede. Waarom we er zijn Armoede verandert Werkloosheid neemt af -langdurige armoede neemt toe Definitie Cijfers (Cbs, scp, ombudsvrouw)
Nieuwe Armoede 2018 Nieuwe armoede Waarom we er zijn Armoede verandert Werkloosheid neemt af -langdurige armoede neemt toe Definitie Cijfers (Cbs, scp, ombudsvrouw) Regeerakkoord Denken over armoede Nieuwe
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieVragen en antwoorden over veranderingen in de WW. WW Duur. WW in de oude situatie WW in de nieuwe situatie. Aantal gewerkte jaren
Maanden WW Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW Hoe was de WW geregeld? Tot 1 januari 2016 kreeg je, afhankelijk van je arbeidsverleden maximaal 38 maanden WW. Per gewerkt jaar bouwde je een
Nadere informatie7,3. Samenvatting door L woorden 16 september keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Samenvatting door L. 3897 woorden 16 september 2015 7,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Par. 1: Wat is een verzorgingsstaat? 1 Voor alle inwoners in Nederland bestaan
Nadere informatieLees deze tekst in maximaal 8 minuten. Geef daarna antwoord op de vragen.
Oefening 1: globaal lezen Lees deze tekst in maximaal 8 minuten. Geef daarna antwoord op de vragen. In het najaar van 1996 ontdekt de buitenlandse pers het poldermodel. Er verschijnen lovende artikelen
Nadere informatie7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart 2003 7,2 8 keer beoordeeld Vak Economie 1 Veel jongeren kiezen voor een baantje naast school. Ook hebben veel jongeren vakantiewerk. Ze verdienen niet
Nadere informatie2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd
2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun
Nadere informatie