Samenvatting Economie Hoofdstuk 9
|
|
- Katrien van den Velde
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2086 woorden 13 januari ,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 9: Betalen in binnen- en buitenland 9.1 Geld Algemeen aanvaard ruilmiddel, oppotmiddel, rekeneenheid Goederen ruilen tegen goederen: Directe ruil Geld: Indirecte ruil Ruilmiddel: eigenschappen: 1 Algemeen aanvaard [iedereen moet het willen hebben] 2 gemakkelijk deelbaar in kleine eenheden 3 gemakkelijk te vervoeren 4 waardevast zijn voorbeelden: goud, zilver, cacaobonen, thee, gereedschap, vee, slaven en vanaf de 7e eeuw v Chr.: munten en vanaf 17e eeuw: bankbiljetten [goldsmith notes] Algemeen Aanvaard Ruilmiddel bevordert arbeidsverdeling [specialisatie] Geld: 1. Munten + bankbiljetten: chartaal geld 2. Opeisbare tegoeden bij geldscheppende banken: giraal geld De centrale bank in een land heeft het alleenrecht om bankbiljetten uit Publiek: alle gezinnen + bedrijven, dus niet: geldscheppende instellingen Maatschappelijke geldhoeveelheid: chartaal + giraal in handen van het publiek. Primaire banken horen niet bij het publiek! Dus niet de munten en bankbiljetten in de kassen van primaire [=geldscheppende] banken!! 1) Primaire [=geldscheppende] banken: kunnen de maatschappelijke geldhoeveelheid beïnvloeden: 1A:Centrale banken: ECB, DNB, o ESCB [Europees stelsel van Centrale Banken]: presidenten van 11 centrale banken in Europa beheren samen de ECB in Frankfurt [Europese centrale bank], die olv Duisenberg stond o ECB neemt belangrijke besluiten op monetair gebied in de 11 Eurolanden o DNB is circulatiebank [afhandeling van geld- en betalingsverkeer en de geldomloop=circulatie o DNB is Centrale bank met toezicht op particuliere banken en kredietverstrekkers. o ECB is monetaire autoriteit die dicteert welk monetair beleid wordt gevoerd. DNB voert dat beleid uit o Monetaire reserves zijn gedeeltelijk overgedragen aan ECB, maar DNB heeft taak bij het beheer er van, naast de eigen, veel grotere reserves Pagina 1 van 6
2 1B: algemene banken met breed dienstenpakket ABN-Amro, Rabo, ING, Postbank [giraal geld scheppen, chartale geldhoeveelheid dient om girale verplichtingen te dekken, als klanten geld opnemen] o Geld in voorraad bij geldscheppende banken hoort dus NIET bij de maatschappelijke geldhoeveelheid om dubbeltellingen te voorkomen 2) Secundaire [specifieke] banken met een beperkt dienstenpakket geven alleen geld door = kredietbemiddeling 2A hypotheekbanken [pandbrieven]: onroerend goed is onderpand voor de lening. Dat onroerend goed kan bijvoorbeeld op een veiling in het openbaar verkocht worden als de lener zijn aflossings- en renteverplichtingen niet nakomt. De hypotheekbank kan op die manier zijn geld terugkrijgen. 2B: spaarbanken] geven alleen geld door [kredietbemiddeling] 3: Overige financiele instellingen Functies van ECB/DNB: ESCB: Europees stelsel van centrale banken = ECB + 15 centrale banken van kidstaten EMU: Europese Monetaire Unie = Euro-gebied: B, D, SF, F, EIR, I, L, NL, A, P, E, GR : het enige wettige betaalmiddel in NL functies: 1 circulatiebank [afhandeling van geld- en betalingsvekeer] ECB laatate woord; DNB voert uit 2 centrale bank: DNB: toezicht op particuliere banken en kredietinstellingen. 3 monetaire autoriteit: ECB beleid; DNB: uitvoering. Monetaire reserves: gedeeltelijk overgedragen aan ECB. DNB houdt uitvoerende beheerstaak en heeft ook zelf nog een grote reserve 9.3 Overige financiële instellingen Institutionele beleggers beheren het vermogen van hun klanten: ze beleggen in 1. aandelen van NV [dividend en onbelaste koerswinst], 2. obligaties [rente] en verstrekken 3. onderhandse leningen [rente] 1 geldgever. Onderhandelingen over voorwaarden [rente + aflossing] (levens)verzekeringsmaatschappijen [=spaarplanregelingen met uitkeringen vanaf een vooraf vastgestelde datum] ook te gebruiken voor het opbouwen van aanvullend pensioen pensioenfondsen verzamelen pensioenpremie bij werkgevers om later pensioen uit te keren aan ex werknemers beleggingsmaatschappijen beleggen voor hun klanten in aandelen en/of obligaties. Met of zonder veel risico fusies en overnames leiden tot branchevervaging [parallelisatie: gaat zich met meerdere bedrijfskolommen bezighouden]: banken verlenen nu uitgebreid diensten inclusief die van institutionele beleggers. Dit leidt tot concentratie [er blijven weinig verschillende over] 9.4 Dekking van de geldscheppende bank Kredietverlening door banken gebeurt giraal: Als je iets van de bank gaat lenen krijg je een bedrag op je bankrekening waarover je kunt beschikken Dit betekent dat je naar de pinautomaat kunt gaan en chartaal geld uit de muur kunt trekken. De geldscheppende bank moet dus in ieder geval voldoende chartaal geld in kas hebben om te kunnen Pagina 2 van 6
3 voldoen aan de vraag naar munten en bankbiljetten. Door kredietverleing in rekening courant verandert de balans van de primaire bank: Kas 10 Crediteuren in rekening courant 40 Tegoed bij DNB 6 Kas telt niet mee bij maatschappeijke geldhoeveelheid en Crediteuren in rekening courant wel [ dit is het girale tegoed dat de bank uitgeleend heeft aan haar klanten]. Als alle klanten hun tegoed opnemen in chartaal geld [munten & bankbiljetten] heeft de bank te weinig, want 40 > [10 + 6] Liquiditeit = de mate waarin de primaire bank op korte termijn kan voldoen aan haar betalingsverplichtingen = [kas + tegoed bij DNB] Crediteuren in rek courant Hoe meer giraal betalingsverkeer, hoe minder chartaal geld in omloop en dus: hoe meer giraal geld een bank kan scheppen [en dus: hoe meer een bank kan verdienen, want de leners moeten wel rente betalen] 9.5 wederzijdse schuldaanvaarding, substitutie en transformatie A. Wederzijdse schuldaanvaarding: als je geld leent bij de bank krijg je dat op je bankrekening. De bank heeft dan dus een schuld bij jou, want je kunt elk moment geld opnemen. Aan de andere kant: je moet de lening ooit erugbetalen, dus jij hebt ook en schuld bij de bank Kas 10 Crediteuren in rekening courant 40 Debiteuren 20 Debiteuren: het bedrag dat klanten aan de bank moeten terugbetalen Wederzijdse schuldaanvaarding: de maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt! Debiteuren + 2 Crediteuren in rekening courant + 2 B. Substitutie: Geld opnemen bij de bank: je girale banktegoed neemt af en je hoeveelheid chartaal geld neemt toe. De maatschappelijke geldhoeveelheid verandert niet! Kas Crediteuren in rekening courant C. Transformatie Bijvoorbeeld geld wisselen tegen andere valuta. Je hoeveelheid chartaal geld [ ] neemt af [of je girale tegoed neemt af] en je krijgt buitenlandse valuta, die niet meetellen bij de maatschappelijke geldhoeveelheid. Die verandert dus [=neemt toe of af] 9.6 inflatie = geldontwaarding A. oorzaken 1. bestedingsinflatie [vraag, prijs, waarde van geld, inflatie ] 2. [loon]kosteninflatie [productiekosten, prijs, waarde van geld, inflatie ] als de loonkosten sneller stijgen dan de arbeidsproductiviteit 3. importinflatie / wisselkoersinflatie[prijs grondstoffen, productiekosten, prijs, waarde van geld, inflatie ] 4. inflatie door stijging van overheidstarieven [(productie)kosten, prijs, waarde van geld, inflatie ] 5. winst[marge]inflatie [winst(marge), prijs, waarde van geld, inflatie ] B. gevolgen Pagina 3 van 6
4 1. Hamsteren [de prijsstijging vóór zijn] 2. Voordeel schuldenaren [schuld wordt minder waard] 3. Nadeel schuldeisers [schuld wordt minder waard] 4. Sparen nadelig [spaargeld wordt minder waard] 5. Verslechtering van concurrentiepositie [prijs van producten wordt te hoog] 6. Afname export [prijs van exportproducten wordt te hoog] 7. Toename import [prijs van importproducten wordt lager] 9.7 consumentenprijsindex Hiermee meet het CBS de inflatie Prijs van het ene goed verandert meer dan het andere Σ [Procentuele prijsδ van alle goederen] geeft verkeerd antwoord: alleen goederen, die we dagelijks nodig hebben beïnvloeden de koopkracht Het gaat bij de berekening van de consumentenprijsindex dus om de prijsδδ van de goederen waaraan de consumenten relatief veel geld uitgeven. CBS: periodiek budgetonderzoek [huishoudboekjes bijhouden] Wegingsfactoren: het % van de totale uitgaven in het basisjaar levert het gewicht van een prijsδ van een goed op Vervolgens: partieel indexcijfer [voor 1 bepaald goed] Tenslotte: consumentenprijsindex berekenen uit de gewichten en de partiële indexcijfers Meetprobleem: 1. tussen de budgetonderzoeken verandert het pakket goederen dat mee zou moeten doen bij de berekening 2. het meten van de inflatie gebeurt verschillend in de verschillende EMU-landen na elk budgetonderzoek wordt het basisjaar van de indexcijfers bijgesteld 9.8 taken van ECB/DNB Hoewel alle andelen van DNB in handen van de Staat zijn is DNB onafhankelijk in het voeren van beleid. Dat gebeurt natuurlijk wel binnen het kader van ESCB 1 reguleren van interne- en externe waarde van [= monetair beleid] 2 het verzorgen van de bankbiljetten en munten circulatie 3 het verzorgen en vergemakkelijken van het girale betalingsverkeer 4 kassier van de Staat zijn 5 betalingsverkeer met het buitenland bevorderen 6 Toezicht houden op bank- en kredietwezen DNB structuurtoezicht om ongewenste machtsconcentraties te voorkomen en bedrijfseconomisch toezicht [liquiditeit [kunnen voldoen aan schulden op korte termijn] en solvabiliteit [kunnen voldoen aan schulden op lange termijn]] 7 Goud- en deviezenvoorraad gebruiken en beheren 9.9 Beleid van ECB/DNB gericht op prijsstabiliteit De centrale banken ECB/DNB kunnen ongewenste prijsstijgingen voorkomen door: 1 geldhoeveelheidsbeleid: ECB/DNB bewaakt de interne waarde van de 2 beperking van de kredietverlening [de geldhoeveelheid bij het publiek [=gezinnen +bedrijven] blijft kleiner. Dit belemmert bestedingsinflatie. Pagina 4 van 6
5 Interne waarde van de : De waarde binnen NL. Zie voorbeeld op blz 114 tekstboek: Prijsstijging van 25% geeft koopkrachtdaling van 20% [voorbeeld 5] Streven: priisstijgingen < 2% Nominaal inkomen: inkomen in Reëel inkomen: = nominaal inkomen gecorrigeerd voor prijsδδ Indexcijfer reële loon = indexcijfer nominale loon x 100 consumentenprijsindex Als de prijzen meer stijgen dan de rente op een spaarrekening is de reële rente negatief Indexcijfer reële rente = indexcijfer nominale rente x 100 consumentenprijsindex 8.9.4: Sparen en beleggen Bij grote inflatie: niet sparen, maar beleggen in goederen [schilderijen, antiek, goud, sieraden, huizen] 9.10 Liquiditeitenmassa binnen Eurogebied primaire liquiditeitenmassa: = maatschappelijke geldhoeveelheid secundaire liquiditeitenmassa: = Alle vorderingen vh publiek op primaire banken, die op korte termijn [maximaal twee jaar] massal in geld kunnen worden omgezet: korte termijn deposito s, korte valutategoeden, bv $ rekeningen korte spaartegoeden Omzetten van secundaire liquiditeitenmassa in primaire doet de maatschappelijke geldhoeveelheid toenemen Als NI stijgt met evenveel % als de maatschappelijke geldhieveelheid blijft prijsniveau constant liquiditeitsquote = primaire + secundaire liquiditeiten x 100 nationaal inkomen referentiewaarde: het totaal van de verwachte reele economische groei en de aanvaardbaar geachte inflatie bandbreedte rond de referentiewaarde: ECB grijpt in met verandereringen in het rentetarief als de totale liquiditeitenmassa daar buiten komt 9.11 De vermogensmarkt Vermogen: financiële middelen Vermogensmarkt: geldmarkt [kredieten met een maximale looptijd: 2 jaar en aanbod: spaategoeden van gezinnen] en kapitaalmarkt [kredieten met looptijd van meer dan twee jaar en vraag en aanbod van aandelen. Vragers: gezinnen, bedrijven en overheid. Aanbieders: institutionele beleggers, banken en gezinnen. Kapitaalmarkt: Vragers: 1) gezinnen: Hypotheken! [huis = onderpand] 2) bedrijven: voor financiering van investeringen uitgeven van obligaties vergoeding: rente uitgeven van aandelen vergoeding: dividend // vennootschapsbelasting: 35% 3) overheid: staatsleningen Aanbieders: Pagina 5 van 6
6 1) Institutionele beleggers [verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen] 2) Banken 3) Gezinnen Effectenbeurs Euronext: Amsterdam, Brussel, Parijs Nominale waarde Beurswaarde 9.12 De rol van de rentestand Lage rentestand: Hoe lager de rentestand, hoe mer er geleend kan worden door: 1 gezinnen: particuliere consumptie: huizen, auto s 2 bedrijven: particuliere investeringen: kapitaalgoederen 3 overheid: vervroegde aflossing, besteding van uitgespaarde rentelasten oorzaken van rentestijging of daling: 1 ruime vermogensmarkt: veel aanbod! Dit kan als de Primaire banken veel chartaal geld in kas hebben. Op basis hiervan kunnen ze veel girale kredieten verlenen [wederzijdse schuldaanvaarding] Ruime vermogensmarkt heeft renteverlagend effect 2 inflatieverwachting: Bij inflatie vermindert de koopkracht. Bij inflatieverwachting verhogen de aanbieders van vermogen hun rente 3 risico van kredietverstrekkers = het risico van niet kunnen terugbetalen van leningen door gezinnen en bedrijven [als ze failliet gaan]. 4 lage rentestand is goed voor conjuncturele en structurele ontwikkeling 9.13 wisselkoersbeleid van DNB Als de prijzen in -land stijgen daalt de interne waarde van de. De koopkracht in -land daalt dan. De externe waarde van de is die t.o.v andere valuta. We spreken dan van de WISSEKOERS van de tov valuta s van niet- -landen. De wisselkoers geeft de ruilverhouding tussen de valuta s weer. De centrale bank voert het wisselkoersbeleid met behulp van het RENTE-INSTRUMENT, dus met verlagen en verhogen van het OFFICIELE RENTETARIEF = de voorschotrente van de centrale bank]. Hierdoor kan de vraag naar stijgen of dalen. Hierbij werkt het marktmechanisme: veel vraag? Dan prijs [=wisselkoers] hoger. Rentepolitiek De wisselkoers is ook te beinvloeden met de omvang van de maatschappelijke geldhoeveelheid [hoe meer geld in omloop, hoe lager de rente en ook hoe lager de wisselkoers] Lage liquidteit van de banken = KRAPPE GELDMARKT Harde : Europese producten zijn duur buiten de EMU. Import is goedkoop Pagina 6 van 6
Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland
Paragraaf 1 Geld Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Er is sprake van directe ruil wanneer er goederen tegen goederen worden geruild. We spreken van indirecte ruil wanneer er eerst
Nadere informatieH2 Te veel geld maakt ongelukkig
Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatie2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8
Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit
Nadere informatie17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid
Samenvatting door een scholier 2137 woorden 18 juni 2008 7 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: Geldschepping H17 17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid De maatschappelijke geldhoeveelheid
Nadere informatie5, Ruilmiddelen en specialisatie De functies van geld. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005.
Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005 5,9 9 keer beoordeeld Vak Economie 8.1 Geld De eerste vormen van handeldrijven werden goederen geruild tegen goederen. Er is dan sprake van
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatie6.5. Boekverslag door X woorden 24 maart keer beoordeeld. Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld
Boekverslag door X. 1374 woorden 24 maart 2004 6.5 65 keer beoordeeld Vak Economie Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld - directe ruil = goederen tegen goederen ruilen. o nadelen: waarde moeilijk
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9 (Transactie)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9 (T) Samenvatting door een scholier 1042 woorden 6 oktober 2004 6,4 10 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk: 1, 4, 6 en 9. Hoofdstuk 1 Economie: algemeen,
Nadere informatieH2 HET ONTSTAAN VAN GELD
Samenvatting door S. 2413 woorden 30 juli 2012 5,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 GELD Hoe meer geld er in omloop is, hoe groter de kans op inflatie (koopkracht neemt af en vermogen wordt
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieBegrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping
Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschep Begrippenlijst door V. 902 woorden 8 juni 2013 3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Begrippenlijst economie hoofdstuk 10 10.1 geld
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en g Samenvatting door een scholier 1227 woorden 13 februari 2005 6,9 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 6: Geld en g 6.1: De
Nadere informatieAntwoorden Economie Checklists 27 tot en met 29 Pincode deel 3
Antwoorden Economie Checklists 27 tot en met 29 Pincode deel 3 Antwoorden door een scholier 4672 woorden 4 mei 2003 6 31 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode 27.1. Is inflatie hetzelfde als geldontwaarding?
Nadere informatie6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni 2012 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 19.1: Consumentenprijsindex en gevolgen inflatie. Inflatie: stijging van
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober 2004 6,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart 2003 6 14 keer beoordeeld Vak Economie Monetair Beleid 1. Inleiding en herhaling Chartaal en giraal geld vormen samen de maatschappelijke geldhoeveelheid
Nadere informatie7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december 2005 7,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie H5 Paragraaf 1 Geld = ongedifferentieerde koopkracht die door iedereen wordt geaccepteerd
Nadere informatieWaarom houden gezinnen chartaal (kas)geld aan (i.p.v. giraal op de bank)? 1) Transactiemotief Gezinnen hebben contant geld nodig voor L1 = actieve kas
Domein G Geldwezen Ruil en arbeidsverdeling: 1) Directe ruil: goederen goederen Geringe arbeidsverdeling 2) Indirecte ruil: goederen geld goederen Meer arbeidsverdeling nodig Eigenschappen van geld: 1)
Nadere informatieDe wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord
Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1083 woorden 18 januari 2006 5,8 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent 4 Financieel beleid: interestberekeningen
Nadere informatieUIT geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatieWAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel!
GELDZAKEN havo 4 WAT IS GELD? Een betaalmiddel Chartaal geld: alle bankbiljetten en munten Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel! Giraal geld: digitaal geld = onstoffelijk (niet tastbaar) Giraal
Nadere informatieEconomie. Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 & h4 samengevat 3 h5 & h6 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6,7 & 8 Links
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieKatern 4 Waarde van de munt
Katern 4 Waarde van de munt Begrippen CPI = geeft aan hoe hoog de kosten voor het levensonderhoud zijn Deflatie = geld wordt meer waard Geldillusie = mensen denken dat ze rijker zijn dan in werkelijkheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november keer beoordeeld. Economie - Percent
Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november 2010 6,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie - Percent H.11 moderne productie wordt gekenmerkt door arbeidsverdeling/specialisatie.
Nadere informatieMaak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek.
Opgave 1 M-vragen Maak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek. Euros to 1 RL 1 Is in de periode 31 maart 17 april sprake van een devaluatie van de euro ten opzichte
Nadere informatieSamenvatting Economie Algemeen overzicht
Samenvatting Economie Algemeen overzicht Samenvatting door een scholier 2505 woorden 7 april 2005 7,8 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 7.1 Je hebt de marktsector, maar ook de collectieve
Nadere informatie6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld
Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatieUIT VWO geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatie6.4. Boekverslag door M woorden 19 april keer beoordeeld. Economie zonder grenzen. Hoofdstuk 1 Geld
Boekverslag door M. 4323 woorden 19 april 2005 6.4 23 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie zonder grenzen Hoofdstuk 1 Geld Tekst 1 Indirecte en directe ruil Directe ruil: Goederen ruilen voor
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni 2012 5,7 25 keer beoordeeld Vak Economie KREDIETCRISIS Bankencrisis Omdat Amerikaanse banken op grote schaal hypotheekleningen verstrekken aan mensen
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieSamenvatting M&O hoofdstuk
Samenvatting M&O hoofdstuk 10+ 11 Samenvatting door een scholier 1168 woorden 16 maart 2017 7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 10 vermogensmarkt 10.1 vrager van vermogen Vragers van
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER 2015 11.30-13.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 6
Samenvatting Economie Module 6 Samenvatting door een scholier 2955 woorden 20 januari 2004 7,9 40 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Bankbiljetten, munten
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-I
4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord
Nadere informatieTENTAMEN. HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE
TENTAMEN HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE 2012- H2 Onderwijseenheid : AECVS2FE01-1 & AECVS2FS01-1 Opleiding FRE & FSM 2 e jaars Datum : 5 juli 2012 Tijd : 17.15 19.15 uur VRJ NB Opgave 1, 2 en 3 moet door iedereen
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21
Nadere informatieSamenvatting door A woorden 29 april keer beoordeeld. Katern 4 Waarde van de munt. Begrippen
Samenvatting door A. 2354 woorden 29 april 2015 7 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Katern 4 Waarde van de munt Begrippen CPI = geeft aan hoe hoog de kosten voor het levensonderhoud zijn Deflatie
Nadere informatieSamenvatting Economie H1 t/m H3
Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting door J. 1711 woorden 28 oktober 2012 7,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Samenvatting Module 1 Hoofdstuk 1 t/m 3. Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op
Nadere informatie7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.
Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieMonopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen, vuilophaaldiensten
Samenvatting door een scholier 1470 woorden 7 maart 2004 4,7 3 keer beoordeeld Vak Economie 10 Monopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen,
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Dinsdag 4 oktober 2016 B / 11 2016 NGO-ENS B / 11 Opgave 1
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Inflatie
Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?
Nadere informatieVwo 4. Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste
Vwo 4 Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste De partij wil de bezuinigingen op kinderopvang (250 miljoen) en infrastructuur (ook 250 miljoen) terugdraaien. ''Die bezuinigingen zijn
Nadere informatieKatern De waarde van de munt
Vwo katern 5 De waarde van de munt - hoofdstuk 1 Geldontwaarding Katern De waarde van de munt hoofdstuk 1 Geldontwaarding Opdracht 1 a Het gaat om 2,4 procentpunt. In de zin de centrale bank verwacht dat
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2077 woorden 7 december 2005 7,8 25 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 1: Vorming van inkomen Arbeidsverdeling: Iedereen
Nadere informatieVermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))
www.jooplengkeek.nl Vermogensmarkt De markt: vraag en aanbod Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) Vermogen is een ruimer begrip dan geld. Een banksaldo is ook vermogen.
Nadere informatieInleiding bank- en verzekeringswezen 4 INLEIDING BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN 4 (CBV10.4/CREBO:50168)
INLEIDING BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN 4 (CBV10.4/CREBO:50168) sd.cbv10.4.v1 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieRuilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Ruilen over de tijd Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Bedenk dat bij ruilen er altijd twee dingen gedaan worden. Je geeft wat en je krijgt wat terug. Als je twee keer ruilt - ruilen over de tijd
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieVerboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding
Verboden woord Lesvoorbereiding Maak de kaartjes (print eerst het (word)document kaartjes op dik papier en vervolgens het (powerpoint)document kaartjes achterkant op de achterzijde. U kunt ook gebruik
Nadere informatiep1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn.
1. Wat zijn behoeften? 2. Waarom is er sprake van schaarste bij behoeften? 3. Leg uit waarom netto-baten een beter begrip bij te keuzen maken dan baten. 4. Leg met een voorbeeld uit wat alternatief aanwendbaar
Nadere informatiehttp://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar!
Opgave 1 Gulden (ƒ) wordt euro ( ) Geld is een (1) aanvaard ruilmiddel. De maatschappelijke geldhoeveelheid in Nederland bestaat uit munten, bankbiljetten en (2). De komende jaren worden de functies van
Nadere informatieEen onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.
Samenvatting door een scholier 1246 woorden 20 januari 2005 6,8 5 keer beoordeeld Vak M&O Hst 4 De vermogensmarkt is het geheel van vraag en aanbod. --> geldmarkt en kapitaalmarkt Op de geldmarkt wordt
Nadere informatie22.2 De Nederlandsche Bank
22.2 De Nederlandsche Bank De taken van De Nederlandsche Bank (de Bankwet 1998) Ieder land heeft een centrale bank. In Nederland vervult De Nederlandsche Bank NV (afgekort DNB) sinds 1948 deze functie.
Nadere informatieTENTAMEN ALGEMENE ECONOMIE
Locatie Fraijlemaborg Zuidoost Postbus 22575, 1100 msterdam TENTMEN LGEMENE EONOMIE HOOFFSE EONOMIE Onderwijseenheid : EVH101-1 atum : 2009 Tijd : ocenten : OH EE VRJ Tentamen lgemene Economie Pagina 2
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2112 woorden 10 maart 2004 5,5 28 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Inkomen Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Microniveau= de
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 15.15-16.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3
Samenvatting Economie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1330 woorden 15 februari 2011 5,6 39 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie samenvatting hoofdstuk 1. 1.1 Directe ruil =
Nadere informatieAntwoorden Lesbrief Waar voor je geld
Antwoorden Lesbrief Waar voor je geld Deze lesbrief (derde druk, 2015) is een uitgave van De Nederlandse Bank en tot stand gekomen met medewerking van Gerrit Gorter en Han van Spanje (VECON). 1. Prijzen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 20
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting door een scholier 3435 woorden 29 januari 2010 5,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie H 17: inflatie. 17.1: soorten inflatie.
Nadere informatieOndernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.
Samenvatting door I. 1003 woorden 21 januari 2013 5,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 10 : VERMOGENSMARKT Aan de vragers kant van de vermogensmarkt zijn er 3 vragers: Consumenten:
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieEconomie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.
Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie gaat in essentie over het maken van keuzes. De behoeften van mensen zijn onbegrensd, maar hun middelen zijn beperkt. Door dit spanningsveld
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave Is Brazilië uitgedanst? maximumscore 2 Op oktober 205 was
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatieLoonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag
Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het
Nadere informatie