Samenvatting Economie Algemeen overzicht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Algemeen overzicht"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Algemeen overzicht Samenvatting door een scholier 2505 woorden 7 april ,8 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 7.1 Je hebt de marktsector, maar ook de collectieve sector. Deze laatste bestaat uit de overheidssector (staat, provincies, gemeentes etc.) en instellingen die sociale premies verzorgen. Hierbij wordt vaak gekeken naar de collectieve lastendruk die bestaat uit belastingen, sociale premies en andere uitgaven met een collectief karakter. Collectieve lastendruk = totaal collectieve lasten/nationaal inkomen x 100% NL is een verzorgingsstaat, omdat een groot deel van de uitgaven naar sociale zekerheid gaat. 7.2 De economische politiek zijn alle maatregelen die de politiek op de economie uitvoert., bijv. Prinsjesdag (in het koffertje zit een rijksbegroting met alle in- en uitgaven voor dat jaar en de miljoenennota met de uitleg hiervan). De economische politiek moet regering controleren en wetten beoordelen. De regering heeft hierbij twee functies: voorbereiden (rijksbegroting) en uitvoeren. De regering krijgt bij het voorbereiden van de rijksbegroting hulp van CBS (registreert statistieken), CPB (informeert en adviseert) en SER (adviseert op gebied van werknemers). Verder zijn de volgende personen belangrijk in de economische politiek: - Minister van Financiën: rijksbegroting en monetaire politiek (contact met buitenland over bijv. de euro). - Minister van Economische Zaken: gezond bedrijfsleven (bijv. subsidie en exportbeleid). - Minister van Sociale Zaken en Welgelegenheid: sociale zekerheid en werkgelegenheid. 7.3 Inkomsten van rijksoverheid bestaan uit: Belasting (direct, dus dat van je brutoloon afgaat), prijsverhogende belastingen (indirect, dus BTW en accijnzen) en niet-belastingmiddelen (winst uit staatsbedrijven en de export van aardgas). Uitgaven zijn te verdelen als: overheidsbestedingen/uitgaven (voor bijv. infrastructuur, grondstoffen/subsidies, uitkeringen) én uitgaven per ministerie (aflossing staatsschuld). 7.4 Wanneer de uitgaven groter zijn dan de inkomsten in een land, spreken we van een begrotingstekort en moet een staatslening aangevraagd worden. Een stijgende rentestand zorgt ervoor dat minder mensen gaan lenen voor duurzame producten. De staatsschuld bestaat uit al het geld dat de staat nog moet Pagina 1 van 7

2 terugbetalen. Financieringstekort = begrotingstekort aflossingen op staatsschuld. Financieringstekort = toename staatsschuld. Nadeel financieringstekort: veel geleend, dus veel rente betalen. Hierdoor is minder geld over voor de uitgaven van ministerie. Voordeel: geld lenen voor investeringen als infrastructuur, zorgt voor een betere infrastructuur, dus betere concurrentiepositie = hoger nationaal inkomen waarmee rente weer kan worden betaald. De EMU-norm heeft regels opgesteld voor de euro: financieringstekort kleiner dan 3% én staatsschuld kleiner dan 60% van bruto nationaal product. 7.5 Sociale zekerheid is te verdelen in sociale voorzieningen (betaald door overheid) en verzekeringen (onderverdeling werknemers- (betaald door werkgevers en werknemers) en volksverzekeringen (betaald bij belasting)). Brutoloon = loonkosten sociale premies. Volksverzekeringen gelden voor iedereen en beginnen met algemeen (bijv. AOW), alleen AKW wordt door overheid zelf betaald. Werknemersverzekeringen gelden alleen voor mensen die in loondienst werkzaam zijn (bijv. WAO). De overheid stelt jaarlijks de hoogte van de premie vast. Op gebied van volksverzekeringen zit de overheid aan een maximum vast en wel alleen de eerste schijf en verder moet iedereen een nominale premie betalen aan het ZWF. Het ABW zorgt ervoor dat werklozen toch een uitkering krijgen. 7.6 Mensen boven de loongrens kunnen zich particulier laten verzekeren tegen ziektekosten en dus via de marktsector (bekenden zijn FBTO, OHRA etc). De overheid probeert de sociale verzekeringen te hevelen (privatisering), zoals enkele jaren terug ook is gebeurd met de ZW van werkgevers. Door vergrijzing in NL stijgt de AOW, dit probeert de regering te voorkomen door een AOW-fonds aan te leggen => tijdens het werken zelf sparen voor je AOW. Voor- en nadelen van privatisering: - Efficiency, particuliere instellingen moeten concurreren met elkaar en de sociale instellingen zijn dit niet gewend. - Eigen verantwoordelijkheid, ze kiezen een eigen verzekering uit met verschillende polissen. - Lagere collectieve lasten, wanneer sociale premies verdwijnen. - Zekerheid, iedereen is verplicht verzekerd. - Solidariteit, rijke mensen betalen voor arme mensen. - Latenverdeling, collectieve lasten dalen, maar mensen moeten nu de verzekering van hun nettoloon betalen. - Betaalbaarheid, het dreigt dat er te veel sociale zekerheid komt door veel werklozen in NL. Dat wordt onbetaalbaar. Voor sociale zekerheid geldt het omslagstelsel: mensen die nu werken, betalen voor de mensen met uitkeringen. Het pensioen gaat volgens het kapitaaldekkingsstelsel: je spaart voor je eigen pensioen. Momenteel kan met op zijn 65e met pensioen en krijgt hierbij een AOW-uitkering en een pensioen (waarde- of welvaartsvast) als aanvulling. Van VUT werd veel misbruik gemaakt. 7.7 Stijging van belasting- en premiedruk leidt tot hogere looneisen. Wanneer deze lonen stijgen, zullen de Pagina 2 van 7

3 prijzen ook stijgen en moeten de lonen wederom omhoog. Dit verslechterd de concurrentiepositie, omdat producten te duur worden (loonprijsspiraal). Ontwijken van belasting is legaal, bijv. tanken in buitenland of zorgen voor activiteiten die voor de belasting aftrekbaar zijn. Ontduiken is echter niet toegestaan, bijv. zwartwerken => hoe hoger de belasting, hoor meer zwartwerkers. Vroeger was het mogelijk fraude te plegen met sociale uitkeringen. Dit zorgde ervoor dat mensen tot hun 65e 70% van het loon kregen. Nu kan dit niet meer zo gemakkelijk. Fraude is tegen te gaan door: - Fraudebestrijding, strengere controles etc. - Regelgeving aanscherpen, duidelijker en regels veranderen. - Prikkels inbouwen, bijv. vakantiedagen afnemen bij afwezigheid o.i.d. 7.8 Wig = verschil tussen loonkosten en nettoloon Werkgevers proberen de loonkosten te verlagen, door te mechaniseren of naar lageloonlanden te gaan. Hierdoor komt meer werkloosheid, maar stijgt de concurrentiepositie door lage prijzen. Een groot verschil tussen lonen en uitkeringen leidt tot stijging van aanbod van arbeid. Als sociale premies lager worden, stijgt de vraag naar arbeid, omdat arbeid goedkoper wordt. In dit geval zijn er meer mensen die sociale premies betalen dan die een uitkering ontvangen, waardoor sociale premies kunnen dalen. Manieren om beroep op sociale zekerheid te verkleinen zijn: - Subsidies verstrekken om langdurige werklozen in dienst te nemen. - Werklozen begeleiden in werk en scholing - Kinderopvang - Sociale zekerheid privatiseren - Flexibele pensionering 8.1 Directe ruil is ruilen van goederen tégen goederen. Indirecte ruil is het ruilen met een betaalmiddel. Een goed ruilmiddel moet eigenschappen hebben als: - Het moet algemeen aanvaardbaar zijn - Het moet gemakkelijk te verdelen zijn - Het moet gemakkelijk te vervoeren zijn - Het moet zijn waarde houden Hierbij hoefden ze niet van alle markten thuis te zijn. Later gebeurde dit steeds meer, d.m.v. specialisatie. Steeds meer munten worden geslagen en nog later kwamen de bankbiljetten vanuit goldsmith notes. Chartaal geld is contante munten biljetten, giraal is het tegoed dat op de bank staat. De maatschappelijke geldhoeveelheid is al het geld in handen van publiek. 8.2 Er zijn 2 soorten banken: Primaire en secundaire banken. Primaire zijn ECB (Europese bank) en DNB (zorgt voor omloop van geld als opdracht van minister van Financiën) en algemene banken (kunnen giraal geld scheppen door kredietverlening). Algemene banken bezitten ook chartaal geld, maar dit telt niet mee bij de maatschappelijke geldhoeveelheid. Secundaire banken zijn hypotheekbanken (krediet voor aankoop van o.g. en komen aan geld door te lenen van bevolking..dat wat wij sparen) en spaarbanken (kunnen zich Pagina 3 van 7

4 ook met andere bankzaken bezighouden, dan zijn zij een algemene bank. Deze scheppen geen geld, maar geven geld door, waardoor het behoort tot maatschappelijke geldhoeveelheid. Een andere verdeling van financiële instellingen: - Algemene banken - Specifieke banken (voor lening of sparen) - Overige financiële instellingen De ECB en DNB hebben diverse belangrijke functies: - Circulatiebank - Centrale bank - Monetaire autoriteit 8.3 Institutionele beleggers zijn bedrijven die het vermogen van klanten beheren, bijv. verzekering- en pensioenfondsen. Met aandelen van NV die vrij verhandelbaar zijn, kun je winst maken: koerswinst. Als obligatiehouder leen je geld uit aan een instelling en krijg je hiervoor aan het eind van het jaar het uitgeleende bedrag én de rente terug. Mensen die regelmatig premie betalen, hebben later recht op een uitkering. Dit is een van de manieren waarop je een pensioen kunt opbouwen. Pensioenfondsen keren pensioenen uit. Dit bedrag wordt ingehouden op het brutoloon. Bij beleggingsinstellingen (Robeco), kunnen mensen via obligatie of iets dergelijks beleggen in verschillende doelen om het risico te verspreiden. Op gebied van banken ontstaat branchevervaging, omdat banken zich steeds meer op verschillende terreinen gaan richten. Deze vervaging is het gevolg van fusies en overname. Hierdoor zijn er nog maar weinig échte banken over, maar deze beheersen wel een groot deel van de markt. Dit is ook wel concentratie genoemd. 8.4 Bij overbestedingen, zijn er te weinig producten, waardoor de prijzen stijgen. Er zijn 4 vormen/oorzaken van kosteninflatie: - Loonkosteninflatie (loonkosten per product stijgen, als lonen met hoger percentage stijgen als arbeidsproductiviteit (n-o/o)) - Geïmporteerde inflatie (wanneer te importeren producten duurder zijn geworden) - Stijging overheidstarieven (verhogingen belastingen, afschaffing subsidies etc.) - Winst(marge)inflatie (met weinig concurrentie, kan de prijs stijgen (n-o/o). Gevolgen van inflatie: - Mensen gaan een voorraad maken, zodat ze in de dure tijd niet dat product hoeven te kopen. - Mensen die schuld hebben, betalen af met geld dat veel minder waard is. - Sparen wordt minder interessant. Daarom is sparen voor later waardevast. Door inflatie verslechterd de concurrentiepositie en zal productie en werkgelegenheid afnemen. 8.5 Niet van alle prijsveranderingen merken we veel. Het CBS houdt regelmatig een budgetonderzoek over de uitgaven van gezinnen. Bij een partieel prijsindexcijfer berekenen we één goed. Wegingsfactor = aantal x prijs / totaal te besteden geld Pagina 4 van 7

5 Partiele prijsindexcijfer = nieuwe prijs / oude prijs x 100 Consumenten prijsindexcijfer = wegingsfactor x partiele indexcijfer Prijsindexcijfer = basisjaar / 100(eerst jaar) en daarna het gegeven getal bij andere jaren, delen door dit cijfer. 8.6 Een daling van rente leidt tot meer hypothecaire leningen. Hierdoor kunnen ze meer besteden, waardoor weer inflatie kan ontstaan. Beperking van kredietverlening kan dan die prijsstijging voorkomen. Als de prijzen stijgen, kun je voor 1 euro minder kopen en is deze dus minder waard. Daling van koopkracht als gevolg van prijsstijging = bijv. 100 (= tot. te besteden bedrag) / Prijs per stuk ná verhoging. Er zijn twee soorten inkomens: nominaal (inkomen in euro s) en reëel (nominaal inkomen gecorrigeerd voor prijsveranderingen). Indexcijfer reële loon = indexcijfer normale loon (bijv. 106) / consumentenprijsindex (bijv. 102) x 100 Er is ook een verschil tussen nominale en reële rente. Deze berekening is hetzelfde als die van het reële loon. Wanneer sprake is van lage of negatieve reële rente, gaan mensen eerder in goederen beleggen als aandelen, schilderijen en goud. 8.7 Als prijzen stijgen, daalt de interne waarde van de euro, wat betekend dat de koopkracht van de euro daalt. Externe waarde van de euro is de waarde t.o.v. andere valuta s. De wisselkoers is ook wel de ruilverhouding tussen 2 valuta s. Wanneer de rente stijgt, gaan meer buitenlandse beleggers beleggen in guldens. Hierdoor stijgt de vraag naar guldens en dus ook de wisselkoers naar guldens. De gulden was vroeger gekoppeld aan de mark en daarom bleven deze vrijwel gelijk. Een hoge externe waarde, zorgt voor hoge prijzenvoor afnemers uit niet-europese landen. Dit zorgt voor een daling van export. De import van bijv. grondstoffen vanuit niet-europese landen is daarentegen goedkoop, waardoor productie ook goedkoop blijft en inflatie laag blijft. 9.1 De Nederlandse economie is afhankelijk van de wereld handel. Exportquote = waarde export / nationaal product x 100 Importquote = waarde import / nationaal product x 100 NL heeft een open economie en voert dus vooral veel handel met het buitenland. Er is een internationale handelsverdeling, die inhoudt dat elk land zich met een aparte specialisatie bezighoudt en waar de productie hiervan het goedkoopst is (afhankelijk van o.a. klimaat, loonkosten etc.) Liberalisering/handelsvrijheid, betekent dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met de handel (grenzen open). Hierdoor zijn specialisaties mogelijk en komen meer verschillende producten op de wereld. Negatieve ontwikkelingen hiervan zijn bijv. dat veel bedrijven naar laaglonenlanden gaan en dit zorgt voor werkloosheid. Daarentegen worden de prijzen van producten in laaglonenlanden weer goedkoper door betere welvaart. Pagina 5 van 7

6 9.2 Motieven van protectie (opwerpen van handelsbelemmeringen om eigen economie te beschermen) zijn: - Binnenlandse werkgelegenheid beschermen - Onafhankelijkheid bewaren bij productie van bijv. graan - Wraak nemen op protectie door andere landen. - Nieuwe industrieën op gang helpen Enkele voorbeelden van protectionistische maatregelen zijn: - Invoerrechten opheffen - Importquota/contingenten vaststellen - Strenge kwaliteitseisen stellen - Binnenlandse protectie subsidiëren en exportsubsidies verstrekken Protectie komt niet vaak voor. Alleen wanneer het gaat om nieuwe industrieën of dumping gebeurt dit. Door protectie wordt uiteindelijk de consument de dupe van alles, omdat producten duurder worden. 9.3 Veel bedrijven gaan met hun winst ook vestigingen plaatsen in het buitenland. Hier zijn veel uitbreidingsmogelijkheden en de regeringen willen al jaren van de wereld één markt maken. Motieven voor economische integratie in EU: - Meer producten en lagere prijzen mogelijk maken. Er is dan sprake van interne markt (handelsbelemmeringen en invoerrechten zijn afgeschaft binnen EU), wat betekent dat Nederlandse producten goedkoper kunnen worden. Er komen meer nieuwe markten die weer prijs laten dalen door massaproductie. - De mobiliteit van productiefactoren vergroten. De diploma s van een ondernemer zijn in elk land geldig, dus kunnen zij zich vestigen waar ze maar willen en dat is waarschijnlijk in een land waar goedkoop geproduceerd kan worden, waardoor prijzen wederom dalen. - Technische ontwikkeling bevorderen. In elk land zijn gelijke coderingen en technische ontwikkelingen geweest. Multinationals zijn bedrijven die zich in veel landen hebben gevestigd (Shell, Philips etc.) kenmerken: - Risicospreiding, ze hebben vaak verschillende producten in verschillende landen. Wanneer de ene omzet tegenvalt, wordt dat gecompenseerd met een andere omzet. - Schaalvergroting, multinationals maken vaak veel winst en komen hiervan weer nieuwe bedrijven op. - Grote economische machtspositie, concurrentievermogen is heel groot. Doordat multinationals zo groot zijn, werken veel mensen er. Wanneer het dan niet zo goed gaat, kunnen ze rekenen op politieke steun van de regering. 9.4 In een betalingsbalans staan alle economische transacties met het buitenland. Deze is ingedeeld in lopende rekening (ontvangsten/uitgaven wegens de export/import van goederen en diensten en uit het buitenland ontvangen/betaalde inkomens), kapitaalrekening (uit/aan het buitenland ontvangen/verleend krediet en investeringen in buitenlandse bedrijven) en salderingsrekening (alle andere kosten/inkomsten die zorgen dat de rekeningen in balans zijn met elkaar). Het betaldingsbalans is formeel altijd in evenwicht. Bij een actieve betalingsbalans komt meer geld binnen door export dan dat eruit gaat door Pagina 6 van 7

7 import. Materieel evenwicht = som links lopende rekening en kapitaalrekening gelijk aan rechts. 9.5 Als binnenlandse bestedingen toenemen, neemt de import ook toe en verslechtert het saldo op de lopende rekening. Als buitenlandse bestedingen toenemen, neemt de export ook toe en verbetert het saldo op de lopende rekening. Wanneer de overheid de bestedingen aan het buitenland willen tegengaan, spreken we van betalingsbalansbeleid met als mogelijkheden: - Nederlandse infrastructuur verbeteren, zodat ondernemingen hier blijven. - Productiestructuur aanpassen, zodat de export concurrerend blijft. - Handelspolitiek voeren die erop is gericht toegang te krijgen tot buitenlandse markten. 9.6 Wanneer we naar het buitenland gaan, hebben we buitenlandse valuta s nodig. Als de vraag naar valuta toeneemt, stijgt de prijs. Als Nederlandse bedrijven de import van het eurogebied doen stijgen, daalt de koers van de euro. Redenen die de vraag naar dollars doet stijgen: - Vraag naar goederen/diensten uit VS neemt toe - Rente in VS is hoog, zodat veel beleggers in VS gaan beleggen - Winstgevendheid in VS is hoog, zodat ondernemingen in VS worden overgenomen Een hoge wisselkoers van de euro is op gebied van export ongunstig, doordat niet-eurolanden in verhouding meer moeten betalen. Omgekeerd, is het in verhouden gunstig voor de import, omdat in verhouding de Eurolanden minder betalen. Import is goedkoop, waardoor prijzen laag kunnen blijven. Een nadeel is dat hierdoor weer veel concurrentie ontstaat. 9.7 Met één maatschappelijke munt verdwijnt koersrisico. De euro heeft dus de handel in Europa bevordert, aangezien ook geen provisiekosten (kosten voor omwisselen van valuta s bij banken) betaald hoeven te worden. Al vóór de euro, bestond een (soort van) gemeenschappelijke munt in de EU, namelijk de Ecu. De was qua koers afhankelijk van de koersen van de verschillende landen van de EU. Deze koerst van de Ecu veranderde echter elke dag. Het belangrijkste kenmerk van de economische unie is de interne markt. Niet alleen de euro, maar ook de ECB is kenmerk van de EMU. Pagina 7 van 7

Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8

Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit

Nadere informatie

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten. Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 1637 woorden 13 juni 2004 6,5 14 keer beoordeeld Vak Economie Economie hoofdstuk 7 7.1 * Collectieve lasten bestaan uit: - belastingen die

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last? Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last? Samenvatting door een scholier 1592 woorden 30 oktober 2004 8 49 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 7 Belasting

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

*nederland = verzorgingsstaat > veel geld naar sociale zekerheid (uitkeringen e.d)

*nederland = verzorgingsstaat > veel geld naar sociale zekerheid (uitkeringen e.d) Samenvatting door een scholier 1561 woorden 9 oktober 2003 7,7 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie H7 7.1 *Collectieve sector bestaat uit: overheidssector instellingen die de sociale

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland

Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Paragraaf 1 Geld Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Er is sprake van directe ruil wanneer er goederen tegen goederen worden geruild. We spreken van indirecte ruil wanneer er eerst

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2653 woorden 21 januari 2002 7 392 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel Hoofdstuk 1 Nederland Handelsland Er is

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW

situatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW situatie febr 2010 Sociale zekerheid te verdelen in twee stukken: Sociale verzekeringen Sociale voorzieningen Sociale verzekeringen worden beheerd/ uitgevoerd door de sociale verzekeringsfondsen (o.a.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Hoofdstuk 1: Waar produceren Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie

Nadere informatie

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld

Nadere informatie

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2095 woorden 11 jaar geleden 6,5 17 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Internationale Handel

Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst door een scholier 1948 woorden 10 maart 2004 6,4 29 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1, Nederland Handelsland arbeidsproductiviteit De

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro

Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro Praktische-opdracht door een scholier 2050 woorden 10 jaar geleden 7,6 15 keer beoordeeld Vak Economie Voorwoord Het onderwerp dat we hebben

Nadere informatie

5, Ruilmiddelen en specialisatie De functies van geld. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005.

5, Ruilmiddelen en specialisatie De functies van geld. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005 5,9 9 keer beoordeeld Vak Economie 8.1 Geld De eerste vormen van handeldrijven werden goederen geruild tegen goederen. Er is dan sprake van

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2077 woorden 7 december 2005 7,8 25 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 1: Vorming van inkomen Arbeidsverdeling: Iedereen

Nadere informatie

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

H2 Te veel geld maakt ongelukkig Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door Wil 902 woorden 6 juli 2014 6,6 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Overheid: Alle gemeentes, provincies en het rijk in Nederland. Collectieve

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2086 woorden 13 januari 2006 3,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 9: Betalen in binnen- en buitenland 9.1 Geld Algemeen aanvaard

Nadere informatie

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als % Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni keer beoordeeld

5,9. Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni 2011 5,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans H8 Collectieve lasten (8.1) - Collectieve sector = overheidssector + instellingen voor sociale

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo II

Eindexamen economie 1-2 vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 minder Uit de toelichting moet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober 2004 6,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd

Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Inflatie

Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 3059 woorden 10 juni 2004 6,4 124 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Introductie Bij export en import praten we over de waarde van

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de

Nadere informatie

Kiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets

Kiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets A. LEER EN TOETSPLAN Onderwerp: Kiezen Kerndoel(en): 40 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties 46 De leerling leert in de eigen omgeving effecten te herkennen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte

Nadere informatie

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.

De CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie. Samenvatting door een scholier 1662 woorden 22 maart 2004 6,7 30 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen H2 t/m H7 (havo-4) H2 Inkomen en Inflatie 1 Nominaal inkomen: inkomen gemeten in geld Reëel

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit

Nadere informatie

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in

Nadere informatie

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen

Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk door een scholier 2411 woorden 19 februari 2000 6,2 173 keer beoordeeld Vak Economie HOOFDSTUK 1 INKOMEN 1.1 SOORTEN INKOMEN Als we het in de economie over inkomen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven: Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk

Nadere informatie

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Domein E: Concept Ruilen over de tijd 1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context

6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni 2012 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 19.1: Consumentenprijsindex en gevolgen inflatie. Inflatie: stijging van

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product

Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties

Nadere informatie

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7

Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE

Nadere informatie

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen

Economie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord

Nadere informatie

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Voor in GR: examen

Samenvatting Economie Voor in GR: examen Samenvatting Eco Voor in GR: examen eco Samenvatting door een scholier 653 woorden 20 mei 2007 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Eco Centraal examen Examen eco Zet dit in je rekenmachine voor je (havo)

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

Eindexamen economie pilot havo II

Eindexamen economie pilot havo II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 Hoe verdelen we de zorgkosten? 1 maximumscore 2 Stel het bbp op 100 en het totaal van de zorgkosten op 9 9 1,035 24 = 9 2,283328 = 20,55 1 100 1,0132 24 = 136,99 20,55 136,99 100% = 15% (en dat

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschep Begrippenlijst door V. 902 woorden 8 juni 2013 3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Begrippenlijst economie hoofdstuk 10 10.1 geld

Nadere informatie

1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.

1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren. Samenvatting door een scholier 3866 woorden 28 november 2007 7,2 38 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel: Hoofdstuk 1: 1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1953 woorden 30 oktober 2004 7,3 19 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Een

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Economie Inflatie

Sectorwerkstuk Economie Inflatie Sectorwerkstuk Economie Inflatie Sectorwerkstuk door een scholier 2560 woorden 7 januari 2007 6,3 70 keer beoordeeld Vak Economie De inflatie van Nederland en de Eurozone tussen 2000 en 2004. Inhoudsopgave:

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

economie havo 2015-II

economie havo 2015-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) verkoopmarkt bij (2) monopolistische

Nadere informatie