6,7. Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november keer beoordeeld. Economie - Percent

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "6,7. Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november keer beoordeeld. Economie - Percent"

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november ,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie - Percent H.11 moderne productie wordt gekenmerkt door arbeidsverdeling/specialisatie. Als gevolg stijgt de arbeidsproductiviteit (productie per arbeidskracht per tijdseenheid) Arbeidsverdeling: houdt in dat verschillende werkzaamheden bij de productie worden verdeeld over verschillende mensen. Ruilen is noodzakelijk door de arbeidsverdeling. Directe ruil: je ruilt goederen tegen goederen. Tegenwoordig wordt er gebruikgemaakt van indirecte ruil, oftewel met geld. Geld heeft de functies: ruilmiddel, rekeneenheid & spaarmiddel. Je hebt chartaal geld & giraal geld. Nominale waarde: waarde die op de munt of op het bankbiljet staat reële waarde: het bedrag verminderd met de geldontwaarding (inflatie). Dit is de koopkracht van je geld. Financiële instellingen NL: 1. Algemene banken: breed pakket aan financiële diensten (bankgiro,spaarrekeningen,leningen enz.) AMRO, ING, RABO. 2. Specifieke banken: beperkt dienstenpakket. Tegenwoordig zijn er alleen nog hypotheekbanken die leningen verstrekken aan gezinnen en bedrijven met onroerende zaken. 3. Overige financiële banken: beheren vooral vermogens. (levensverzekeringsmaatschappijen, pensioensfondsen, beleggingsinstellingen) beleggingsinstellingen beleggen de ingelegde spaargelden in aandelen, obligaties en onroerende zaken. Fusies: samenvoegen van bedrijven of instellingen Branchevervaging: het tegenovergestelde van specialisatie. Banken worden tegenwoordig een soort financiële supermarkten. Functies financiële instellingen: 1. Verzorging van het betalingsverkeer 2. Kredietverlening 3. Vermogensbeheer Taken van de Nederlandse bank (DNB): 1. Circulatiebank: de bank die het recht heeft om biljetten uit te geven. 2. Bank van de banken: heeft een girorekening bij DNB (kasreserve) 3. Monetaire autoriteit: is om controle te hebben over de omvang van de kredietverlening door de banken. Maatschappelijke geldhoeveelheid: totale hoeveelheid geld die in een land in omloop is. Pagina 1 van 6

2 Geldschepping: handeling waarbij de maatschappelijke geldhoeveelheid wordt vergroot Geldvernietiging: handeling waarbij de maatschappelijke geldhoeveelheid wordt verkleind. Maar niet alle financiële instellingen zijn in staat de geldhoeveelheid te beïnvloeden. Dit brengt de volgende indeling: 1. Primaire banken: zijn in staat geldhoeveelheid te vergroten. 2. Secundaire banken: zijn alleen een doorgeefluik van vermogen. Ze ontvangen vermogen van spaarders en geven dat door aan kredietvragers. Renteverschil tussen de spaarrente en leenrente is hun inkomstbron. Deze banken komen nauwelijks voor. 3. Institutionele banken: instellingen die in het kader van hun functie regelmatig grote vermogens hebben te beleggen. Geldscheppende instellingen: 1. De staat: enige die de bevoegdheid heeft om munten in circulatie te brengen. 2. De Nederlandse bank: heeft het alleenrecht op de productie en het in omloop brengen van chartaal geld. 3. De geldscheppende banken: zij kunnen giraal geld scheppen door het uitlenen van geld. H.12 Gezinnen en bedrijven willen graag dat geld zo stabiel mogelijk is. Inflatie kan dat verstoren. Ook kan inflatie teruglopende export en import veroorzaken. (inflatie: aanhoudende stijging van het algemeen prijspijl). Hyperinflatie/galopperende inflatie: bij wijze van spreke wordt je geld per uur minder waard. Deflatie: de prijzen dalen aanhoudend. Hierdoor wil iedereen zijn bestedingen zo lang mogelijk uitstellen. De bedrijvigheid daalt tot een minimum. Hierdoor daalt de werkgelegenheid. De economie heeft liever inflatie dan deflatie. CBS berekend voor een groot aantal goederen en diensten de prijsindexcijfers. Vaak wordt hiervoor de consumentenprijsindex gehanteerd. Dit indexcijfer laat zien met welk percentage de kosten van levensonderhoud in vergelijking met het basisjaar zijn veranderd. De opstelling van de indexcijfers begint met een budgetonderzoek. De resultaten komen in een tabel. Dan berekent het CBS maandelijks de prijsindexcijfers van honderden consumptiegoederen die dagelijks in een gezin vooromen. Vb: artikelgroep wegingsfactor 1997 prijsindexcijfer (1993=100) Voeding 30% 113 Bereken het gewogen prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in 1997: 0,30x113=33.9 Nominale stijging: stijging uitgedrukt in geld. Reële inkomensstijging: de ontvanger van het inkomen kan meer goederen kopen. Van een reële inkomensverbetering is pas sprake als de normale inkomensstijging groter is dan de gemiddelde prijsstijging. Prijscompensatie: lonen stijgen mee met de stijging van de consumentenprijsindex. Vb. per 1 januari 1996 bedraagt de consumentenprijsindex 114 en per 1 januari 1997 is deze 117 (1990=100) per 1 januari 1997 wordt het bruto loon met 1,05 verhoogd. Bereken met welk percentage de koopkracht van het bruto minimumloon in 1997 is veranderd in vergelijking met Procentuele nominale stijging is 1,05%. Procentuele prijsstijging is: (117:114)x100=102,63 2,63% procentuele verandering van de koopkracht is: (101,05:102,63)x100=98,46-1,54% Binnenlandse oorzaken van inflatie: Overbesteding (consumenten vragen meer dan wordt aangeboden) bestedingsinflatie: te grote vraag naar Pagina 2 van 6

3 goederen. Kostenstijging (wordt veroorzaakt door gestegen productiekosten) Dit is inflatie die veroorzaakt wordt door de aanbodzijde van de economie. De kosten van het produceren van goederen stijgt waardoor de kosten worden doorberekend in de verkoopprijs. Een voorbeeld hiervan is de stijging van productiefactoren, zoals grondstoffen, lonen en belastingen. Het gevolg van kosteninflatie is koopkrachtdaling. Inflatie die veroorzaakt wordt door de vraagzijde van de economie wordt bestedingsinflatie genoemd. verhoging van winstmarges (bedrijven verhogen hun prijzen (winstinflatie). Dit is alleen mogelijk bij gunstige internationale concurrentieverhoudingen. Buitenlandse oorzaken van inflatie: Importinflatie (internationale prijsstijgingen vertalen zich direct in hogere prijzen van onze geïmporteerde goederen en diensten) de wisselkoers speelt ook een rol, als de koers van de euro daalt ten opzichte van de dollar, worden alle invoerproducten die in dollars zijn geprijsd voor ons duurder. Inflatie in inflatieverwachtingen hebben invloed op: 1. De koopkracht van de euro 2. Het spaarbedrag 3. Het bestedingsgedrag 4. De inkomensverhoudingen 5. De vermogensverhoudingen 6. De internationale concurrentiepositie Koopkracht: de koopkracht die gehecht is aan bepaalde hoeveelheid geld (vast inkomen) neemt af. Werknemers krijgen dan meetal een gehele of gedeeltelijke prijscompensaties. Geld op een spaarrekening levert meestal een vaste rente op. De inflatie kan echter hoger zijn dan de rente die de bank vergoed. Geld in een kluis is nog ongunstiger, door de inflatie wordt het geld minder waard en komt er geen rente bij. Spaargedrag: als het geld in waarde daalt, is sparen minder aantrekkelijk. Nominale rentevoet: rentepercentage dat wordt overeengekomen als de te betalen rentevergoeding. Reële rentevoet: is gelijk aan de nominale rente gecorrigeerd met het inflatiepercentage. Voorbeeld: in een bepaald jaar daalde de geldmarktrente in Nederland tot 6,25%. Het inflatietempo daalde in hetzelfde jaar tot 1,75% waardoor de reële rente omhoog bleef. Bereken de reële geldmarktrente in dat jaar: (106,25:101,75)x100=104, % Bestedingsgedrag: de neiging om te besteden is sterk als de inflatie(verwachting) groot is. Ze vermoeden dat volgende maand alles weer duurder is. Inflatieverwachting hogere bestedingen prijsstijgingen inflatieverwachtingen hogere bestedingen Inkomensverhoudingen: de inflatiespiraal wordt nog versterkt door de prijscompensatie die in veel Cao s wordt overeengekomen. De prijzen stijgen dan wel maar de lonen stijgen niet mee met de kosten van levensonderhoud. Wie geen automatische prijscompensatie krijgt verarmt (mensen die leven van een uitkering of gepensioneerden). De inkomensverhoudingen tussen de actieven en niet-actieven veranderen sociale onrust. Vermogensverhoudingen: Pagina 3 van 6

4 _ Internationale concurrentiepositie: als in ons land de inflatie heviger toeslaat dan bij onze concurrenten op de wereldmarkt, prijzen we ons letterlijk uit de markt, omdat de buitenlandse goederen relatief goedkoper worden. Hierdoor daalt onze export en daarmee dalen ook de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in die exportsector. H.13 Oorzaken internationale geldstromen: goederen- en dienstenverkeer, inkomensverkeer, financiële transacties. Betalingsbalans: overzicht van alle ingaande en uitgaande geldstromen uit economische transacties met het buitenland gedurende een bepaalde periode. Op de betalingsbalans worden de economische transacties als volgt ingedeeld: 1. Goederen rekening = Hier worden alle transacties opgeschreven die te maken hebben met de import (=betalingen) en export (=ontvangsten) van (stoffelijke) goederen. 2. Dienstenrekening = Hier worden alle transacties opgeschreven die te maken hebben met de import (=betalingen) en export (=ontvangsten) van diensten (onstoffelijke goederen). Hieronder valt ook toerisme en transport! 3. Inkomensrekening = Er worden ook productiefactoren geleverd aan /gebruikt van het buitenland. Bijvoorbeeld een Nederlander die in Duitsland werkt, of een Amerikaanse onderneming die in Nederland een dochteronderneming heeft zitten. De betaling voor die productiefactoren (primaire inkomens: loon, huur/pacht, rente/interest, winst) komt op de inkomensrekening. NB. het geld gaat dus de grens over! 4. Inkomensoverdrachtenrekening: Het gaat hier om bedragen die betaald worden aan of ontvangen worden uit het buitenland, waarvoor geen directe tegenprestatie hoeft te worden geleverd. Bovendien wordt het geld door de ontvanger gebruikt voor consumptieve doeleinden. Bijvoorbeeld: sommige vormen van ontwikkelingshulp of de lidmaatschapsbijdrage van Nl. aan de EU. (blz. 166 even doorlezen over wat die transacties precies zijn) Actieve betalingsbalans: betalingsbalans met een overschot. Passieve betalingsbalans: betalingsbalans met een tekort. Als het saldo van de lopende rekening samen met de financiële rekening in evenwicht is, ontstaat er materieel betalingsbalansevenwicht. (dit kan alleen worden bereikt als het totaal van de officiële reserves geen verandering laat zien) Er is formeel betalingsbalansevenwicht als de verandering van de officiële reserves meetelt bij de opstelling van de betalingsbalans. Onevenwichtige betalingsbalans, voor- of nadelig?... : Gevolgen van een actieve betalingsbalans: inkomende geldstroom is groter dan de uitgaande (geldt voor: goederen, diensten en inkomensstromen plus de financiële rekening) het materiële evenwicht is verstoord en er vloeit per saldo vreemd geld het land binnen. De eigenaren van dat geld (bedrijven) wisselen dat bij de banken om in eigen valuta. Er komt dus meer geld in omloop. Nu hangt het ervan af wat bedrijven er zelf mee willen doen. Als ze het in eigen land Pagina 4 van 6

5 gaan besteden neemt de vraag toe zonder dat de productie voor binnenlands gebruikt stijgt. Het gevolg hiervan is inflatie en prijsstijging. Gevolgen van een passieve betalingsbalans: uitgaande geldstroom is groter dan de inkomende. Dit leidt tot nationale verarming ; de exportopbrengsten zijn niet meer voldoende om de invoer te financieren. Per saldo neemt de deviezenvoorraad af. Als die volledig is uitgeput kan je nog lenen uit het buitenland. Uiteindelijk zet het buitenland de leveringen stop als een land in zo n situatie komt. Conclusie: landen willen geen betalingsbalans met een blijvend overschot. Dit geldt ook voor een blijvend tekort. Voor de economie van een land is het betalingsbalansevenwicht de beste situatie. Wisselkoers: de prijs van vreemde valuta uitgedrukt in euro s. Banken verhandelen vreemde valuta op de valutamarkt. De hoogte van de wisselkoers wordt door de vraag en aanbod bepaald. Daar hanteren ze een inkoopprijs (biedkoers) en een verkoopprijs (laatkoers). (bekijk blz. 170) Vreemde valuta s zijn in andere landen een soort goederen. De wisselkoers is de prijs voor die goederen. De prijs komt tot stand door de vraag en aanbod. Redenen voor vraag naar vreemde valuta s: Goederen importeren Diensten kopen Beleggen, omdat in een ander land de rente hoger is. Redenen voor aanbod naar vreemde valuta s: Export Diensten die door het buitenland worden gekocht Buitenlanders die in NL willen beleggen. Valutamarkt: geheel van vraag en aanbod van vreemde valuta s. (vraag en aanbodlijnen blz. 172,173.) Appreciatie: waardestijging van een valuta ten opzichte van een andere valuta. (ten gevolge van veranderingen in vraag/aanbod) Depreciatie: waardedaling van een valuta ten opzichte van een andere valuta (zelfde gevolg) De Nederlandse Bank handhaaft een zodanig renteniveau in NL, dat beleggingen op de Ned. Geldmarkt voor buitenlandse beleggers meer of minder aantrekkelijk zijn. Op de geldmarkt worden kortlopende kredieten met een looptijd < dan een jaar (RC bijv.) verhandeld. Het aanbod komt vooral van banken, vraag van gezinnen,bedrijven en overheid. Stijging van het Ned. Renteniveau ten opzichte van het buitenland leidt tot toestroming van het buitenlands geld. De financiële rekening vertoont dan een groter overschot (of een kleiner tekort). Het grotere aanbod van buitenlands geld leidt tot een hogere koers van de euro. Europese monetaire stelsel: had als doel de handhaving van een stelsel van vaste wisselkoersen. Het EMS had twee pijlers: 1. Stabiele wisselkoersen 2. De ecu (Europan currency unit) Stabiele wisselkoersen: alle landen van de EU hebben onderlinge spilkoersen afgesproken. Wanneer de interventiekoersen (Hoogst en laagst toegestane wisselkoers waarbij centrale banken moeten ingrijpen in de koersvorming) worden bereikt, zullen de centrale banken valuta aankopen/verkopen. De ecu: binnen het EMS speelde de ecu een zeer belangrijke rol. De ecu deed dienst als: rekeneenheid en als reservemiddel. De ecu is samengesteld uit bepaalde hoeveelheden van de nationale valuta s. de marktwaarde van de ecu kan van dag tot dag schommelen. Deze marktwaarde kun je bepalen door: hoeveelheid nationale valuta x de koers van de desbetreffende valuta s. (= valutamandje) Pagina 5 van 6

6 De Europese regeringsleiders hebben ook politieke motieven gehad voor de EMU stap vooruit in de maatschappelijke eenwording. De ECB bepaald het monetaire beleid van de EMU deelnemers. Doel ECB handhaving prijsstabiliteit. Daarbij wordt gedacht aan 0 tot 2% inflatietempo per jaar. Taken: 1. Bepalen/uitvoeren van het gemeenschappelijk monetaire beleid 2. Verrichten valutamarktoperaties 3. Aanhouden en beheren officiële externe reserves van lidstaten 4. Bevorderen van een goede werking van het betalingsverkeer. De ECB heeft het alleenrecht machtiging te geven om bankbiljetten in omloop te brengen binnen de EMU. Betalingsbalans: geldstromen van een land in en uit gedurende een jaar. Lopenderekening in uit saldo 1. Goederen rekening export import 2. Dienstenrekening toerisme 3. Inkomensrekening rente winst dividend 4. Inkomensoverdr.rek giften EU bijdragen Saldo bb >0 = actieve betalingsbalans Saldo bb <0 = passieve betalingsbalans Saldo bb = 0 = materiële betalingsbalans. Wisselkoers Export omhoog = vraag naar de gaat omhoog, koers omhoog, ICP omlaag, export omlaag, vraag naar de daalt, koers daalt, ICP omhoog, export omhoog Pagina 6 van 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting door een scholier 3435 woorden 29 januari 2010 5,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie H 17: inflatie. 17.1: soorten inflatie.

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten. Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding

Nadere informatie

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld

Nadere informatie

17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid

17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid Samenvatting door een scholier 2137 woorden 18 juni 2008 7 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: Geldschepping H17 17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid De maatschappelijke geldhoeveelheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland

Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Paragraaf 1 Geld Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Er is sprake van directe ruil wanneer er goederen tegen goederen worden geruild. We spreken van indirecte ruil wanneer er eerst

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Inflatie

Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober 2004 6,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2086 woorden 13 januari 2006 3,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 9: Betalen in binnen- en buitenland 9.1 Geld Algemeen aanvaard

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=

Nadere informatie

Monopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen, vuilophaaldiensten

Monopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen, vuilophaaldiensten Samenvatting door een scholier 1470 woorden 7 maart 2004 4,7 3 keer beoordeeld Vak Economie 10 Monopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen,

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschep Begrippenlijst door V. 902 woorden 8 juni 2013 3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Begrippenlijst economie hoofdstuk 10 10.1 geld

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Internationale Handel

Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst door een scholier 1948 woorden 10 maart 2004 6,4 29 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1, Nederland Handelsland arbeidsproductiviteit De

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

H2 Te veel geld maakt ongelukkig Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context

6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni 2012 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 19.1: Consumentenprijsindex en gevolgen inflatie. Inflatie: stijging van

Nadere informatie

5, Ruilmiddelen en specialisatie De functies van geld. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005.

5, Ruilmiddelen en specialisatie De functies van geld. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005 5,9 9 keer beoordeeld Vak Economie 8.1 Geld De eerste vormen van handeldrijven werden goederen geruild tegen goederen. Er is dan sprake van

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23 Samenvatting door een scholier 1247 woorden 24 maart 2004 4,6 28 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 - Productiefactoren: - arbeid loon - natuur

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 6

Samenvatting Economie Module 6 Samenvatting Economie Module 6 Samenvatting door een scholier 2955 woorden 20 januari 2004 7,9 40 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Bankbiljetten, munten

Nadere informatie

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8

Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

H2 HET ONTSTAAN VAN GELD

H2 HET ONTSTAAN VAN GELD Samenvatting door S. 2413 woorden 30 juli 2012 5,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 GELD Hoe meer geld er in omloop is, hoe groter de kans op inflatie (koopkracht neemt af en vermogen wordt

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Werkstuk Economie De betalingsbalans

Werkstuk Economie De betalingsbalans Werkstuk Economie De betalingsbalans Werkstuk door een scholier 3561 woorden 7 januari 2005 6,3 38 keer beoordeeld Vak Economie De Betalingsbalans 1. Inhoudsopgave 2. Wat is de betalingsbalans en door

Nadere informatie

7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld

7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december 2005 7,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie H5 Paragraaf 1 Geld = ongedifferentieerde koopkracht die door iedereen wordt geaccepteerd

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2112 woorden 10 maart 2004 5,5 28 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Inkomen Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Microniveau= de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk

Samenvatting Economie Hoofdstuk Samenvatting Economie Hoofdstuk 21 22 23 Samenvatting door E. 2523 woorden 12 juli 2013 5,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 21 22 23 Havo 4 en 5 Hoofdstuk 21: Conjuctuur

Nadere informatie

Lesbrief Buitenland 2

Lesbrief Buitenland 2 Lesbrief Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel 1.1 Uitvoer en invoer Invoervolume ( = importvolume): Uitvoervolume (= exportvolume): de hoeveelheid goederen en / of diensten gekocht uit het buitenland

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Valutamarkt. fransetman.nl

Valutamarkt. fransetman.nl euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Hoofdstuk 1: Waar produceren Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie

Nadere informatie

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in

Nadere informatie

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2653 woorden 21 januari 2002 7 392 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel Hoofdstuk 1 Nederland Handelsland Er is

Nadere informatie

p1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn.

p1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn. 1. Wat zijn behoeften? 2. Waarom is er sprake van schaarste bij behoeften? 3. Leg uit waarom netto-baten een beter begrip bij te keuzen maken dan baten. 4. Leg met een voorbeeld uit wat alternatief aanwendbaar

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk

Nadere informatie

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland

Nadere informatie

Waarom houden gezinnen chartaal (kas)geld aan (i.p.v. giraal op de bank)? 1) Transactiemotief Gezinnen hebben contant geld nodig voor L1 = actieve kas

Waarom houden gezinnen chartaal (kas)geld aan (i.p.v. giraal op de bank)? 1) Transactiemotief Gezinnen hebben contant geld nodig voor L1 = actieve kas Domein G Geldwezen Ruil en arbeidsverdeling: 1) Directe ruil: goederen goederen Geringe arbeidsverdeling 2) Indirecte ruil: goederen geld goederen Meer arbeidsverdeling nodig Eigenschappen van geld: 1)

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2

Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2 Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april 2011 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting economie Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel: - Nederland is erg afhankelijk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16 t/m 22

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16 t/m 22 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16 t/m 22 Samenvatting door een scholier 9749 woorden 16 januari 2011 7,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent H16 Geld en banken In dit hoofdstuk besteden we

Nadere informatie

Antwoorden Economie Checklists 27 tot en met 29 Pincode deel 3

Antwoorden Economie Checklists 27 tot en met 29 Pincode deel 3 Antwoorden Economie Checklists 27 tot en met 29 Pincode deel 3 Antwoorden door een scholier 4672 woorden 4 mei 2003 6 31 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode 27.1. Is inflatie hetzelfde als geldontwaarding?

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Economie Inflatie

Sectorwerkstuk Economie Inflatie Sectorwerkstuk Economie Inflatie Sectorwerkstuk door een scholier 2560 woorden 7 januari 2007 6,3 70 keer beoordeeld Vak Economie De inflatie van Nederland en de Eurozone tussen 2000 en 2004. Inhoudsopgave:

Nadere informatie

Katern 4 Waarde van de munt

Katern 4 Waarde van de munt Katern 4 Waarde van de munt Begrippen CPI = geeft aan hoe hoog de kosten voor het levensonderhoud zijn Deflatie = geld wordt meer waard Geldillusie = mensen denken dat ze rijker zijn dan in werkelijkheid

Nadere informatie

Praktische opdracht Engels De Betalingsbalans

Praktische opdracht Engels De Betalingsbalans Praktische opdracht Engels De Betalingsbalans Praktische-opdracht door een scholier 3615 woorden 27 juni 2004 6,4 17 keer beoordeeld Vak Engels 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Wat is de betalingsbalans

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo I

Eindexamen economie 1 vwo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door X woorden 24 maart keer beoordeeld. Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld

6.5. Boekverslag door X woorden 24 maart keer beoordeeld. Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld Boekverslag door X. 1374 woorden 24 maart 2004 6.5 65 keer beoordeeld Vak Economie Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld - directe ruil = goederen tegen goederen ruilen. o nadelen: waarde moeilijk

Nadere informatie

Werkstuk Economie Economie van Europa

Werkstuk Economie Economie van Europa Werkstuk Economie Economie van Europa Werkstuk door een scholier 4563 woorden 26 april 2001 6,1 217 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik doe mijn werkstuk over de Economie van Europa, uiteraard wel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie

Module 16: docentenhandleiding. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie

Module 16: docentenhandleiding. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Module 16: docentenhandleiding Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO.

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART 2015 11.30 UUR 13:00 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Algemene ecomonie Maandag 2 maart 2015 B / 9 2015 Stichting

Nadere informatie

Economie. Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

Economie. Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud: Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 & h4 samengevat 3 h5 & h6 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6,7 & 8 Links

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 3059 woorden 10 juni 2004 6,4 124 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Introductie Bij export en import praten we over de waarde van

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Dinsdag 4 oktober 2016 B / 11 2016 NGO-ENS B / 11 Opgave 1

Nadere informatie

Verboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding

Verboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding Verboden woord Lesvoorbereiding Maak de kaartjes (print eerst het (word)document kaartjes op dik papier en vervolgens het (powerpoint)document kaartjes achterkant op de achterzijde. U kunt ook gebruik

Nadere informatie

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9 (Transactie)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9 (Transactie) Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9 (T) Samenvatting door een scholier 1042 woorden 6 oktober 2004 6,4 10 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk: 1, 4, 6 en 9. Hoofdstuk 1 Economie: algemeen,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en g Samenvatting door een scholier 1227 woorden 13 februari 2005 6,9 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 6: Geld en g 6.1: De

Nadere informatie

Katern De waarde van de munt

Katern De waarde van de munt Vwo katern 5 De waarde van de munt - hoofdstuk 1 Geldontwaarding Katern De waarde van de munt hoofdstuk 1 Geldontwaarding Opdracht 1 a Het gaat om 2,4 procentpunt. In de zin de centrale bank verwacht dat

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart 2003 6 14 keer beoordeeld Vak Economie Monetair Beleid 1. Inleiding en herhaling Chartaal en giraal geld vormen samen de maatschappelijke geldhoeveelheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen

Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2077 woorden 7 december 2005 7,8 25 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 1: Vorming van inkomen Arbeidsverdeling: Iedereen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Algemeen overzicht

Samenvatting Economie Algemeen overzicht Samenvatting Economie Algemeen overzicht Samenvatting door een scholier 2505 woorden 7 april 2005 7,8 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 7.1 Je hebt de marktsector, maar ook de collectieve

Nadere informatie

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie